De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 3 november pagina 4

3 november 1901 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1271 toepassing zal zijn, mst het o~>% op den buiten fabrieken en werkplaatsen te verrichten arbeid. Ia aanmerking genomen dat hierto?. bedrijven behooren, die een zeer talrijk personeel te werk stellen en tevens veel gevaar vo )r ongjvallen opleveren msn denke bijv. aan het spoor wegpersoneel, dj bootwerkers, da visschers en tc'aippers, sommige takkeo der bouwbedrijven ea dergelijke dan spr ngt in het oog hoe de in dd verslagen d;r inspecteurs voorkomende opgaven vaa ongevallen slechts een zeer on volkomen beeld geven van het aantal gevallen, waarin ondersteuning krachtens de ongevallen wet zou moeten zijn verleend. Toch zijn de daarop bitrekking hebbende cijfers reeds belang rijk geno?g, om de groote beteekenis der wette lijke ongevallenverzekering in het helderste lie'it te stellen. Het aantal ongevallen, waarvan krachtens de veilig'ie;dswet aau de inspecteurs van den ar beid gelurendi de be'.de vorige jaren mededeeling is gedaan, was ais volgt: Jaar. Aantal Waarvan nvït ongevallen- doodelijaen afloop. Ie inspectie N.-Brabant 1S99 401 6 1900 491 6 Lim'mrg 1S99 101 10 1900 130 10 2e inspectie Z.-Hjlland 1899 785 16 1900 709 11 Zeeland 1899 113 4 1900 102 2 3e insp:ctie Z.-H)lland 1899 854 8 1900 778 12 utrecht 18.)9 272 6 4e inspectie N .-Holland 1899 1506 13 1900 124S 21 5e insp'Ctie 1900 271 5 fie inspectie utrecht 190) 309 5 7e inspectie Gelderl.md 1899 355 13 190 i 390 6 O.e/ijasel 1899 446 7 8e inspectie 1900 449 4 Drenthe 189J 3i l 1900 34 l Groningen 1S99 209 2 1900 221 8 Friesland 1899 100 3 9e inspect e 1900 123 3 Totaal 10183 fg Bij de beoirieeüig d^zer getall»n dient in het. oo^ te worden gehoudin, dat m»,t l Juli 1000 bet aantal insp:ct a met drie is uitge breid ea daari)or, m t uitzondering der bside eerste, in da grenzen der reeds bestaande inspectiJn een wij/.ighg is gak^msn. E- is dus een totaal van 10,433 personen, die zei'en of wisr nagelaten betrekkingen in den tij! vaa twee j»,-en voor ondersteuning krac'iteas de ongevallenwet in aanmerking «ouden komen ea dez; vormen, het kan niet genoeg herhaald worden, nog slechts een betrekkelijk gering onlerdeel dfigmen, die in het zelfde geval verkeere i. Iitu sc'ien, hoewel dit cijfer alleen reeb welsprekend mag worden genoem l, ter juiste bioordeeling van de wairde daarvan, kom°n t.ch tal van ai-ders bijzonderheden in aanmerkiag. Z.-lfs kan mei m ;t eenigen groid beweien, dat voor het doel, dat ons hier bezig houdt, de absolute cijfers gsheel ac'ater gesteld mietsn wjrden bij de relatieve, m?t anlere woorden, dat niet het aaital ongevallen, dich de aar! en de gevolgen daarvaa het meeste gewiclit in dl scbaal leggen. Zio heeft een ongeval met doodelijken afl iop slechts econo mische gevolgen, wanaeer de getruffme betrjkkinren na'aat, wier kostwinner hij was, terwijl dete voor aadere nauw verband hou len met dia duur van geheel of gedeeltelijk ver hes van het arbeidsvermogen. Ojk het aantal der geheel of gedeeltelijk blijvend invaliden kan hierbij iiiet buiten beschouwing blijven, terwijl het eindelijk van de grootste be'.eekems is, te weten, of. en in welke m»te de door een onge val getrjff n-^n worden ondersteund. O )k hieroij is trouwens weer onderscheid te maken tusschen vrijwillige en verplichte ondersteuning, dit laatste niet zoozeer in den zin der burgerrech telijke verantwoordelijkheid d ;r werkgevers dan wol in desen zin, of de uitkeeriig geheel van het goedvinden dier werkgevers afaankelijk is, of, zooals bijv. altijd in het geval van ver zekering, aan vaste regelen verbonden wordt. Hoewal nu dj verslagen omtrent al deze punten wetenswaardige bijzonderhjden bevatten, zoo geschiedt dit, jammer gsnoes*, niet in deu vorm van systematische tabellen, doc'a bij wijze van mededeelingea in hei t x ueel gedeelte, waar door niet alleen eenvormigheid worde genvst, doch ook het nnk^n van algemeene g-voltrekkingen niet worit vergemakkelijkt. Tjch kan men, zij het dan ook menigmaal bij benadering of door te werken mst gemiddelden, wel eenigszins ua^am hoe het ten opiic'ite van al de bovengenoemde omstandigheden is gesteld. Al maken de hier volgende in percenten uitgedrukte cjfers dan ook geen aanspraak op volkomen ju stheid, zij zulleo toch ook wel niet zoo ver van de waarheid af*ijken, dat de daarait te ma'ien gevolgtrekking :n er hunne waarde door zouden verliezen. Bij de beschouwing van het totaal a'.ntal ongevallen valt in de eerste plaats op te merken, dat er vai 1899 op 1900 in het algemeen een vermeerdering valt waar t': nemen. A! kan dit ongetwijfeld vsor een groot deel op rekening gesteld worden van het groote aantal onder nemingen, waarvan opgave is geschied, zoo volgt er toch uit dat het doel der veiligheidswet, om door het nemen van beschermende maatregelen ongevallen zooveel mogelijk te voorkomen, nog; niet geheel tot zijn recht gekomen is. Ojk hhrvoor kin de invoering der ongevallenwet in de goede richting werken, daar het aantal in een onderneming voorkomeade ongevallen natuurlijk van grooter invloed zal zijn op de rangschikking en daarmede op de premie, die door de werkgevers zal moeten worden voldaan. Er bestaat dan ook m 'er uitzicht dat de in menig verslag g constateerde handelingen van werklieden, die vaak ve lighcidstoestellen onge bruikt laten of verwijderen, niet langer door de ondernemers oogluikend zullen worden toe gelaten, wanneer dezen er in de eerste plaats de geldelijke nalieten tan onlerrinden. O >k waar het de ernstige ongevallen, althans die met doodelijken afbop betreft, geldt in hoofd zaak hetzelfde. Ojfc hier een numaierieke ver meerdering, die echter over de verschil! e ade provinciën vrij onregelmatig is verdeeld. Dit laatste is ook het geval de verhouding tusschen het geheele aantal ongevallen en die met doodelijken afloop, waarbij Limhurg met ca. 10 pCt. in 1899 verreweg het ongnns'igste figuur maakt. Daar de algemeeue economische toestand in die provincie teveas een achterlijke is, valt hieruit de gevolgtrekking te maken, dat die ongunstige verhouding aan andere dan natuurlijke oorzaken moet worden toegeschravei en dus door een scherpsren prikkel om het nemen van veiligheidsmaatregelen te bevorderen, mogelijk wel te verbeteren zou zijn. De vrij spaarzame mededeelmgen over de nagelaten betrekkingen der slachtoffers leiden tot de algemeene conclusie, dat dezen voor het meerendeel gehuwd waren en dus als kostwin ners moeten worden aangemerkt. lan*er dan 6 maanden cir3a l van 3 tot 6 maan len , 3J van l tot 3 maanden » 26 Ter b'oordeeling va^ de econo-nische gevol gen der ongevallen zonder doodelijken afl >op zou in de eerste plaats een splitsing gemaakt moeten worden tusschen die, welïe blijvende en die, welke tijdelijke invaliditeit ten gevolge hebben, terwijl, wat de eerste groep betref', weer tu schen geheele en gedeeltelijke invalidi teit moet worden onderscheiden. Ojk daarvoor ontbreken jamnvr genoeg de systematisch ge ordende gegevens, wat mogelijk wel hieraan zal moeten worden toegeschreven, dat in vele ge. vallen een juist oordeel hieromtrent, eerst geruimen tijd na het ong-val kan worden geveld. Tjch treedt het eene verslag in dit opzicht in veel meer bijzonderheden dan het andere, ter wijl bij enkele zelfs elke aanduiding omtrent dit allergewichtigste punt ontbreekt. De daarop betrekking hebbeade cijfers wisselen van nog eeen 2 pCt. in de negende iasp c'ie tot circa 7% pCt.. in de achtste, zij ide dit de verhou ding tusschen het geheele aantal nader onder zochte omgevallen en die met geheele of gedeel telijke blijvende invaliditeit, in het eerste geval loopt de waarneming echter slechts over een betrekkelijk geriag aai t il gevallen, wat uit den aard der zaak aan het gunstige verhoudingscïjfer veel van zijn waar Ie ontneem*. De duur der a-beidsverbir dering bij o::geval!en, die geen blijvend let .el vero irzaaktjn, wordt door de volgende cjfers in gro;e trekken weergegeven: van het gepCt. heele aai,tal nader onder zochte on gevallen. Alle overige g>vallen en vermoedelijk o ik die, weke niet nader oaderioclit zij i, hebb:n dus slechts een verluiden ig om te werken van mind-r dan een miaid veroorzaakt. Valt hier uit af te leiden, dat het aantal ongevalle i van ernstigen aard betr ;kki-lij^ gering is, tocli dient niet uit bet oo^ te worlen verloren, dat een loonderving vin enkele wek-n in menig arbeid rsgezia «els beel wat ellende verooriaken kan. Nu dient da ir dadelijk bijjc70'gi te wor den, dat in d ?? overgroote meerderheid der wairgeno n"n gevall n, d t door een ongeval getroff :üen niet zonder on lersleuning zijn gebleven. Hoewel de m^es'.e verslagen om*r.<nt deze aan gelegenheid vrij u tvo r.ge mededeeliGgen bevaHen, niet alleen wat den omvang, docti ook wat den aard der o .dersteuning betrtft (of deze d)0r werkgevers, door fairieksfondsen, do ir ziekenkassen of do ir verzekeri gsrmatscliappijen is uitgekeerd), zoo it het toc'i onmogelijk een algemeen over'.icht van d; op dif. ge>i;d bes'aande verhoud ngen t; geven, daar d: vorm d er mededeeling n te veel uiteet.1 ,opt. Ia tiet algemeen kan ech'er veilig aangeno nen word-n dat ondersteuning regel, onthoud ng u:tzondering is, al zal die ondersteuning ook in veel gevallen blijven b;ned^n de uitkeeriig doir de onge-allenwet g;wiarbo-gl. T >c'> zijn die uit zonderingen nog talrijk geno'g om spïedige in voering d'r ongeva'lenw :t gebi 'dend noidzakelijk te maken. De g za uenlijke verslagen maken m :\d ng van ru:m 400 g vallen, waarin geei ondeis'euniug werd verleerd of hierontrent niets b -kei d wa?, wat wel op hetzelfde zul neerkome i. Daarenboven bep'rkt! d:e on dersteuning zich so ntijds tot verstrekking van geneeskundige hulp of een bijdrage in de beg'afeaiskostej. Hmlt mea verder in h t oog dat hierbij in hoofd'.aak sprake is vaa arbe ders in min of meer va-te dien toetrekking werk zaam, die ie d,t opzic'it o getsrij'elJ ii veel gunstiger onditie verke>Te_i dau losse werklie ten, dau za' het wel g 'en gewaagde veron derstelling zijn, dat de verhouding bij de ta'rijke aan de ongevallen veriekering on 'er vorp 'n arbei ders, op wie de verslagen geen betrekking hebben, ve4 ocgunstijer za! zijn. Hierbij kom' nog dat de o-'ergiiusto ^stanl, waarin m.-n op d,t oogenblik ten op lichte dtr ongevallen 'erzeker lig verkeert, eeaon^unsMg n invloed rn iet ui oefenen. O'er h't algem°eu verdient eene u tkeering volgens vaste rejelen, alzoo ui~, fo dsen of door versekeringsma itsc'iapp jen onge twijfeld de voorkeur boven eeiie willekeurige ondcrsteutünz door deu werkgever. N.et alleen blijft dit laatste meer het karakter van een guust b;hiudm, dat aan dergelijke ondersteuningen naar hedenda'gsc'ie begrippen tocli mo-ilijk kaa worden to:gekend, doch bovendien stait mea dan altijd voor de mogelijkheid, dat fiuinci'ee'e onmacht den werkgever zal weerhouden da'gene te doen, waartoe hij de zedelijke verplichting niet ontkent. Na zulien, hingen Ie de invoering der ongevallenwet, wel geen nieuwe verzeke ringen meer afgesloten worden, zoo lat meii in dit opzicht ac'iteruit zal ga^n. Dnt overigens de particuliere verzekering uiet altijd soIdo.'Lden waarborg oplevert voor toereikende en vooral voir tijdige hulp, ook dat wordt door de on dervinding der inspecteurs van d. n arbeid weer helder in het licat gesteld. Z >o w'.jst dtze ambtenaar in de eers'e insp c^ie er op dat, al zijn werklieden verzekerd tegen ongevallen, de daaruit voortvloeiende ondersteuning dikwijls niet voldoende is, terwijl ook meermilen van bezwiar tegen of geschillen ove' de uitkeer.ng mei iing moet worden g-e naakt. Zijn amb'genoot in de ze»e.ide inspectie maakt een opmerking van gelijke strekkiag, welke door zoader commentadr gegeven berichten in aniere verslagen nog nader wordt versterkt. Do eerstgenoemde inspecteur spreekt dan ook zijne nu'euing uit, dat de ongeva'lenwet ee:i heilzamen invloed kau doen gevoelen eii aan velerlei ongerechtigheden ee,n einde maken ka11, wat door voorbeelden uit zij-i prak'ij'< nid ;r wordt aangetoond. Trouwens ook zonder de in al de verslagen voorkomende, mQ,er of minder s'erk sprekende voirbeelden van door een ongeval veroorzaakte treurige gevolgen in bij«onderheden te vermel den, spreken de boven weerg 'geven cijfers reeds duidelijk genoeg. Waar jnarlijks duizenden ge durende kort.-ren of langeren tijd van hunne eenige b zitting, hun arbeidskracht, worden be roofd, terwijl dan thans toch bij de wet is bepaa'd, dat. liet daardoor viroor ;aakte g ildelijk verlies behoort te komen ten laste van het bedrijf waaraan die arbeidskracht is dienstbaar gemaakt, daar kan s Ik u.tstel m de toepassing van dit wettelijk erkende recht niet anders daa schromelijk onbillijk werken. O <k zoader het noemen van cijfers ea getallen is deze stelling onbetwistbaar en deze zijn ook niet noodig om het voor ieder bij oppervlakkige wairneming gemakkelijk te constateeren feit vast te stellen, dat elke dag, dat langer met de invoering worde gewacht nieuwe slachtcff;rs worden gevormd en nieuwe onbillijkheden worden begaan. Toch kan het zijn nut heboen door het noemen van die getallen eens de aandacht op den omvang van het kwaad te vestigen. Het op zich zelf zeker verblijdende feit, dat in veel gevallen reeds vrijwillig datgene wordt gedaan, waartoe weldra elk werkgever zal zijn verplicht, moet zelfs als een verhoogde aansporing om spoed te betrachten werken, eensdeels omdat de dan toch in ied;r geval nog vrij talrijke uitzonderingen de onbilhjkheid, die begain wordt, nog sterker doen uitkomen, anderdtels omdat thans de min der goed gezinde werkgevers een financieelen voorsprong genietin, die hoogst bedenkelijk werken moet. Het in de jongste troonrede aangekoad'gde voornemen der regeering, om de ongevallenver zekering ook op de zeevischerij en den land bouw toe te passen, zou, boe wenschelijk die u tbreiding ook anders mogn worden geuosmd, alleim'nst waardeering verdienen, indiende wette lijke vjorziei.ug voor de overige bedrijven zou moeten wac'iten, totdat men met de omvangrijke voorbereidende maatregelen, door die uitbreiding vereisen?,, sereed gekomen i«. Het zelfde geldt van de voo g nom-n verplichte ziekteverzekering Ongetwijfeld grijpen b;ide maatregelen in el kander in en zou met name de niet zonder bedenking zijnde korte waelittijd aanmerkelijk verlengd kunnen worden, indien inm ddels op ondersteuning uit ziekenkassen kan gereketd worden, wat, uit een administratief oogpunt aanbeve iag zou verdienen. Hat voorschrift dat voor elk ongeval, dat langer daa twee dagen ongeschiktheid tot werken veroorzaakt, van weg« de rijksverzekeringsb nk een onderzoek moet worden ingesteld, dat practisch niet altijd gemakkelijk uitvoerbaar zal zij», wanaeer men met dit onderzoek althans niet een zeer groote staf van ambtenaren wil be!asten, zou dan ver moedelijk gewijzigl kunnen worden, door dit onderzoek te beperken tot de veel zeldzamer ongevallen van meer ernstigen aard, die een langduriger invaliditeit ten gevolge hebben. Doch al kan dit alles aanleiding geven om het laatste woord op dit gebied ) iet, gesproken te achten, zoodra de thans bestaabde wet in wer king is, nimmer kunnen deze en mogelijk nog meerdere bedeukingen tegen de vastgestelde regeling een langer uits'el wettigen en elke poging tot verbetering, die zulk een ui'stel met zich zou brenger, mo t nnvuorwaar lelijk van de hand gewezen worden. Ook hiervoor gelden en mogelijk met nog meer r'.-cht de oi;laags in dit b'ad in een ander verband aangehailde woorden /,iij kunnen niet langer wachten, geen dag en geen nacht." Eotterdam. C. v. D. MuM in de Hoofdstad, Inderdaad, de sameinstelling van het pro gramma, Donderdag 24 Ootober in het Con certgebouw, getuigde van grooten smaak en buitendien was het zeer belangryk wederom drie nieuwe nummers te hooreo. Het meest heeft m\j geïiteresseerd de »Symphonie sur un cbant montagnard frarc^us" (op. 25) van Vincent d'Indy, voor orchest en piano Een allerliefst motief heeft de componist hier afgeluisterd van de bewoners der bergBtreken van Vivarais en zooals hy dit bewerkt heeft in drie gedeelten, verkrijgt het een bekoorlükheid en een afffisselin», die tot het laatste toe de aandacht gaande houden en tevens den toehoorder een hoogen dunk geven van 's componisten vaardigheid. Als instru mentale bewerking vooral staat dit opus 25 van den franschen meester (hetwelk reeds in 1886 is gecomponeerd) enorm hoog. Inderdaad hier worden alle rybdommen en schatten, die in het orchest verborgen liggen voor den dag getooverd ; maar ook met welk eene oneindige verscheidnnheid wordt het pastorale thema niet aangewend. De kennismaking met d'Indy's synphonie was my eene zeer aangename. Een gedicht van Victor Hugo »L?s Djinns" heeft tot onderwerp gediend van een «Poême sy nphorrq ie" van César Franck, mede voor orchest en piano Het gedicht van Hugo beschryft hoe de Djinns, demonen in den gods dienst der Arabieren, langzamerhand in een zwerm naderen: C'est l'essaim des Djinns qui passé, Et tourbillonne en sifflint, Lis ifs, q ie leur vol fracassa, Crnq lent comme un feu bnVant. L°ur troupeau lourd et rapide, Volant dans l'espace vide, S imble un nuage livide (,* li porte un clair au flinc. Le mur fléchit sous Ie noir bataillon La maison crie et chancelle pinchée. -Voorts leest men : lis sont passés! L3ur cohorte a'Envole et fuit, et leurs pieds Cessent de battre ma porte De leurs coups mulüpiiés. Eindelijk : Tout passé; L'espace Efface Ij? bruit. Meesterlyk heeft Franck in zy'n I'uêne 6ynpb.oniq-.ie de verschillende stemmingsmomenten van het gedicht weergegeven. Man hoort het gonzen en dreunen aankomen en later weer wegsterven. Toch is my de stof niet zoo aantrekkelijk als die vandTndy'a werk. Beide compositiën stellei hooge eisenen aan het orchest, die echter schitterend werden overwonnen door den heer Mengelberg en zy'n schare. Da heer Wijsman speelde in beide werken de pianopartij op voortreffelijke wijze en ondersteund door een uitstekenden P.eyalvleugel. Het publiek had vermoedelijk ver wacht, dat de pianoparty' meer concertant zou behandeld worden dan feitelyk het geval was ; dit maakte de taak des heeren Wijsman er niet dankbaarder op ; maar zooveel te meer waar deering verdient het, dat hij zich beschikbaar heeft willen stellen om de uitvoering van b jide belangrijke werken mogelyk te maken. Tasschen baide werken in zong mevrouw Nina Fdliero-Djlcroze eene scène lyriqie »la mort du Printemps" van haar gade E. Jacques Dalcroze Door de zwaar geïistrumenteerde werken van d'Indy en Franck werd de vriendelijke compositie van den beminnelijken Zwitserschen componist wel eenigazins verdrukt. Toch waren er verschillende episoden in die getuigden van poëtische stemming, o.a. by de woorden,: Mon fine s'enivre de printemps comme un oiseau des bois Maïs voici: sous mes pas l'herbe jaunit, flétrie ! Mevrouw Dalcroze wist aan de woorden (even eens van dea componist) veel relief by' te zetten. Zy' zong het stuk met veel uitdrukking. Haar stem klinkt in de zachte tonen zeer schoon, in het forte echter eenigszins schril Ia de liederen die zy op haar programma had gezet (van Caccini, Paradies,Saint-Siëns en Gounod) kon men evenzeer de groote voordrachtskunst der kunstenares bewonderen. Da avond werd besloten met de ouverture Paèire van Massenet, een ietwat lawaaierig stuk, dat zeer geschikt is om het verschil tusschen de nieuw- ea oui-fransche school in het licht te stellen. De eerste kamermuziek-avond van Toon kunst verschafte ons een Beethoven-programma, waarop het Trio in G op. l, de vioolsonate in G op. 96 en het Q lintet voor stryksinstrumenten op. 29, bijgenaamd het Siurm q lintet, voorkwamen. Daze uitvoering gaf ons reeds een voorsmaak van hetgeen men in den loop van den winter zal kunnen genieten Baite.igewoon veel genoegen verschafte my Beethoven's Q ntet (Ie heeran: Eldering, Spoor, Hofmeester, v. Adelberg en Mossel). Het was reeds lang geleden dat ik dat heerlyke werk had gehoord en nu hier schoonheid van klank en adel vaa styl zoo in hooge mate samengingen, viel aan dit werk een uitvoering ten deel, die aan de hoogste eischen kon be antwoorden. Da G-dur Vioolsonate ontmoat men meer op de programma's. Haerlyk werd zy gespeeld door de heeren Eidering en Kö.tgen. Het opus l van Beethoven is niet een werk waarin de meester zy'n eigen styl reeds heeft gevon den. Mjzart en Sihubert hebben in hunne eerste werken reeds zooveel eigendommelykheid ten toon gespreid en zich reeds dadelyk een z.iodmigen persoonlyken styl eigen ge maakt, dat hunne latere werken meer eene voorzetting dan eene ontwikkeling van dien styl beteekenen. Niet alzoo by Beethoven. Hy laat in zy'n opus l slechts vermoeden welke dad<m men later van hem mag ver wachten. Toch is er reeds zooveel rieuws in, bezien in het licht van den tyd, waarin het is ontstaan, dat het geen bevreemding wekt wanneer men leest dat de drie trios, die samen opus l vormen, by hunne verschyning opzien baarden. Overigens heet het bij Taayar, dat de Trio's eigenlyk Beatuoveu's zesde werk zy'n. Het was in 1793 dat zy' voor het eerst werden uitgevoerd. Ries, een leerling van Beethoven vmhaalt ons het volgende hierover: Die drei Trio's von Beethoven sollten zum erstenmale der Kunst- Walt in einer Soiree beim Fürsten L;chnowbky vorgetragen wedden. Die meisten Küristler und Liebhaber waren eingeladen, besonJers H.yin auf dessen Udheil Alles gespannt war. Die Trio's wurden gespielt und machten gleich ausserordentliches Aufsehen. Auch Haydn sagte viel schöies daiüoer, rieth aber Beethoven das dritte in C moll nicht heraus zu geben. Dleses fi il B .-ethoven sehr auf, ii.dem er es für das Beste hielt. Daher machte diese A^usserurg Haydn's auf Beethoven t i en t n,en Eindruck una liess bei ihm die Idee zu -.k: Haydn sei neidisch, eifertüohtig und meine es mit ihm richt gut." Het is bekend dat Beethoven by Haydn onderricht genoot tot het einde van het jaar 1793 Hoewel de leerling niet byzonder goed overweg kon met zy'n leermeester en diens tweede reis naar E-igeland, Beethoven aan leiding gaf om zich onder de leiding van Albrechtsberger te stellen, bly'kt het toch uit Beethoven's dagboek, dat het uiterlijk verkeer tusschen beide mannen niet onvriendschappelyk was. Mar> leest o a. ('aarin op 24 en 29 Oet. 1793, »2?x lür Haidn und miei Caokolade :" «Khffee Gx lür Haida und mich." Biethoven heeft zich overigens Liet gehouden aan den raad van vader H>yln en dat de Trio'x, welke aan vorst Lichnowsky opgedragen zy'n, eerst twee jaar later, in 1795 werden gelrukt zal wel voortspruiten uit Baethoven's conscientieusen aard om vooral eiets te vroeg in het licht te geven. Het tweede dezertrio's.datin G,bleek Zaterdag nog byzonder frisch en in geenen deele ver ouderd te zijn. E i al zullen de gezichten der gasten van vorst L'chnowsky wel meer ver bazing hebben uitgedrukt over het nieuwe va:i het opus, dan die der toehoorders van Zaterd;igavor.d wy kunnen de he;ren Röilgen, E dering en Mossel zeer dankbaar zyn voor hun prachtige vertolking van het fraaie werk. ANT. AVERKAMP. iiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiriiiiitiifii Amsterdam. Maandagavond hield de heer Veth in het Oudheidk. Genootschap voor een talryken kring leden en geïatrodueaerden een lezing betref fende een voor onze stad zeer belangrijke aangelegenheid. Het was een warm en tevens scherp pleidooi tot afwending van het in de lucht hangende plan, om de Raguliersgracht van hare boogbruggen te berooven en mogelyk ook tot de demping der gracht zelve over te gaan. D«J bewindhebbers meenen daarmee natuur lijk weer te behartigen de belangen der burgery, door verruiming der verkeerswegen, en mis schien ook de exploita'ie van tramwegen ten gunste te zijn. De heer Veth wees er op, hoe reeds op andere plaatsen beachikkingen om gelijke redenen een resultaat van nihil hadden opgeleverd Bij den aanleg van. het Centraal-Station werd het noodzakelyk geacht de N. Z. Voorburgwal te dempen, opdat de breede stoeten reizigers by hun intocht binnen onze stad, een ruime Avenue begaanbaar zouden vinden. T ar andere zy'de werd ook tot hst gedeeltelijk droogleggen van het Damrak overgegaan. E i, de uitkomst was, dat het legio reizigers zy'ne intrede doet door den smallen Nieuwendy'k! De N. Z Voorburgwal, nu geschonden tot een karakterlooze keienstraat, een doode vlakte, bleef verlaten; de ruimte, gewonnen op het Damrak, kwam ook al niet tot haar rechte bestemming, en werd weer pry's gegeven door het plaatsen van loodsen of ty'delyke geJouwen, totdat ze nu definitief in beslag i-geno men door het verrijzen van de nieuwe Bjurs. Die kostbare fragmenten van het monument, door het oude Amsterdam in zy'n bouw ge vormd, bleken dus ter wille van een misrekende praktijk, voor altijd verloren. Vervolgens nam spreker in 't visier, het eigendunkelijk optreden van de praktyk, en wees op het inconsequente van haar handelen. Immers, als voor alles op den voorgrond treedt het materieele belang, moet de taktiek ook strak worden doorgevoerd. Evenwel, indien het te berde werd gebracht door een enkele, om, ter wille van het verkeer in de benauwde Paleisstraat, het oude Stadhuis weg te breken, zou er van alle zy'den gealarmeerd worden, en het praktische oogmerk in een hoek gezet. En toch zou het wegbreken van dat eerwaar dig monument nog niet een daad van zoo verstrekkend vandalisme zy'n als het dempen der grachten en het verminken van bruggen. Hierdoor wordt het karakter van Amsterdam veel ernstiger geschaad. Ten bate der welvaart zou de stad ook enkele van haar schilderyen, de Staalmeesters b.v., tegen fabelachtigen prys kunnen verkoopen, maar ook hieraan zal in den Riad wel nooit gedacht worden. Inconse quent genoeg: en by het Paleis en by de Staal meesters wordt het gevoel van piëteit levendig jegens de werken der voorvaderen, die hebben meegeholpen onze geschiedenis groot te maken; maar voor den eerbiedwekkenden arbeid van een heel geslacht, dat de bewyzen van zyn geestkracht en oorspronkely'ken schoonheidszin ons zoo duidelyk merkbaar heeft nagelaten in een algemeenen stedenbouw, bly'ven alle ge voelens van veneratie achterwege. Tot kennis name werd door den spreker aanbevolen het geschrift van Buis, den vroegeren burgemeester van Brussel: l'Estétique des Villes, waarin door dien burgervader zoo nadrukkelyk en overtuigend gewezen wordt op de geestelyke belangen en zedelyke verplichting van een stad in het handhaven van haar karakter. De lezing werd met geestdriftige by'val door de aanwezigen begroet; repliek van een enkele was te weinig gewichtig en te onnoozel om hier te worden medegedeeld. Aan het slot sprak de heer' Veth nog even zyn spy't uit, dat de heer Van Hasselt, diricteur van publieke werken, niet op de vergadering was verschenen om met hem, als de technicus die zoo rauw bij de zaak is betrokken, van gedachten te kunnen wisselen. Met dit stukja heb ik nu niet de bedoeling als me j e werker aan een krant, een verslag te laveren van een lezing, die gehouden werd. Als zoodanig zou het ook te onnauwkeurig en te onvolledig zyn. Maar ik mag niet nalaten i aar mijne krachten ook de publiciteit van deze heel by'zondere zaak te be.'orJeren, Rieds op al te veel plaatsen, helaas, is het cachet waarin ons Ansterdam aantrekkelijk is, onherstelbaar gehavend. A! sinds jaren, zy'n herhaaldelijk voorstellen van slooping en demping ingekomen en toegestemd zonder merkbaar verzet. Voor het al te laat is, mogen de protesten heriger worden tegen dat roeke loos vernietigen in naam van publieke belllllllllillllllHIII 40 cents per reg «L ?iiiiiiiiiiiiittiiiiiitimmmiiHiiiiiHiiiiiHiiiiiiiiiitimiimi TRADE MARK COGNAC, Dit beroemde merk is verkrjjgbaar bij alle Wijnbandelaars en bij de vertegenwoordigers MOOrUIAXS A Bttl'lNIRR, Wjjnhandelaars te Amsterdam. K AM S T R A's Matrassen-, Bedden- en Slaapkamer-Meubelfabriek, Sneek. BED DER TOEKOMST met 10}targaran tie. Lever .Ie sedert 1896 pi. m. 7OOO stellen. Geïllustreerde Prijscourant grcdit. Honderden bewyzen van tevredenheid. Specialiteit in ENGELSCHE LEDIKANTEN. Piano- en Muziekhandel H. RAHR, te Utrecht, Opgericht 1835. Telephoon No. 443. Amerikaanscha, Duitsche en Fr arisch e PIANINO'S ea ORGELS. Groote keuze in: II l l II ?? l A V O ' *. Oude instrumenten worden ingeruild. Reparatiën worden in ds Fabriek ten spoedigste uitgevoerd. Gelegenheid tot stemmen in en buiten abonnement. Doofd-Depöt VAN Dr. JAEGER'S ORIG, K. F. DBÜSCHLK-BENGEB, Amsterdam, Kalverstr. 157. Eenig specialiteit in dei* artikelen in geheel Nederl. :ÊeHT VICTORIAWATER. GRAKD MARNIER. Cordon Jaunc & Rouge. IJQUEVR ROYALE. Agents-GenerauxB.A.RIPPING&Co.,Amsterd. Piano-, Onel- en MmetaJel METIK.O3 «& K ALS SS OVEN, Arnhem, Koiiingsplein. VLEUGELS en PIANINO'S in Koop en in Hu». Repareeren Stemmen Ruilen Boa's SKUNKS MARDER NERZ WALLABY PERSIANER SITKA VOS GRIES FUCHS Au Chapeau d'or", 100/101 Kalverstraat.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl