De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 10 november pagina 4

10 november 1901 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1272 unverdorb'nen Ovre mrrklich und vmangenebm sind ; dass drit'ens, trotz der feiren Uaterschiede in einzelnen Intervallen, das richtige Singen nach der i a rlichen Scala viel leichter isf, als nach der temperirten Scala." Hoe ziu Hilmboltz z ch verheugd hebben over de uitvinding van den heer Brandsma, als hij die bsleefi had. O 'erigens horp ik van harte gaarne dat a'len zoowel hier te lande als ia het buitenland, die zich met het onderwerp bezig honden, kennis zullen maken met het harmonium van den heer Brandsma. ANT. AVEKKAMP. In Arti. II. (Sol.) Het werk van Rink is wat vrijer dan ge woonlijk en ditmaal zonder bet hinderlijke van het p ooé'é. »Oud Volendarn" is zelfs los en luchtig en gaarne getroosten we ons daarin de eeuwige herhalirjg van »twee-menschen-aan-eertafel-voor-een-raain" als we daardoor gevrij waard blijven voor een oompositie, als die van »Visschera B-naenhuis," waar die twee neergehurkte groote visschers aan Indische afgodsbeelden dosn denken. Haverman is nief. gelukkig dezen keer. Een figuur van de groo'te, ia de forceerde houding van de moeder, met het weinig aantrekkelijke kind, waarop die groote hand haar rechte vin gers spreidt zal maar weinigen kunnen bekoren. Zijn »Weeze" is genietbaarder, doch voor Haverman te hard en ougevoeüg. Smakelijker teekeningen geeft Huik. Zijn »EendjV' is een prettige, b'geerlijke pquarel; het kkine, dscz'ge gedoe der jonge dier'jes en de passende omgeving van water en riet, getui gen van eenvoud en een benijdenswaardig opt'. mistische natuuraanschouwiag. In zijn ,Bggen" is vooral de ruige lui-liggende zeug pracbtig van kleur en ziju de snuft ;lende vlugge bigget jes, als kleine b.belots om dat logge moederzwijn, daarmee ia aard'ge trgdiistellmg. v. d. VVaay's //Werkstaking" is een fl'<sche, hec! t en wel doortimmerde teekenir.g, zijn bal letdanseressen voorbeelden van Holland:eb fat soen en degelijkheid, maar bij dat al is mijn droefheid niet groot, dat dit werk maar een fragment is en zou ik die rij van een paar dozijn poppen zonder gratie of sierlijkheid ongaarne verlengd zien. Zijne naaktstu lie, hoe verdienste lijk ook, l ai gevo-gelijk binnen de muren der academ e kunnen blijven. 0,3 een lezing behan delt ei n predikant toch ook niet den catachismus en een onderwijzer vervoegt op zoo'n kunst avond geen werkwooiden. Solide zonder droo^ of kunsteloos te zijn is het G«ichr, op Utrrciit" van mej. Hovy. Met taaie vo'hsrdiug is de warreling van daken en huizen dier stad in vogelvlucht uit elkaar ge houden en het mooie dat zoo'n panorama bijna altijd in werkelijkheid heeft, maar dat in teeke ningen zoo dikwijls verloren gaat, heeft mej. Hovy op logische wijze weten te behouden, door als hoofdmotief op den voorgrond het frag ment van die kranig geteekende gotische kerk te plaatsen. Tegenover het krachtige ornament van dit gebouw, krijgt de wijde strekking dier stad ta\r ware grootheid. Het voorreen*, dat haar_werk als blijk van waardeering der (rustige studie mtt den Willink van ColleE-prijs werd bekroond, zal wel niemand aan mej. Hovy be twisten. Ook Zoetelief Tromp verkreeg met zijne 'Witte hond" dezelfde onderscheiding, maar waar wij van bem in Pulchri en ook hier vroeger zooveel pittiger wei k zagen, moeten we die toekenning meer als een aanmoediging beschou wen, dan als een erkenning van de verdiensten van dit werk, waarin mij het tinnen bordje nog het btst geslaagd voorkomt. In zijn ander werk Bij het konijnenhok" is ook maar weinig over van hetgeen hij vroeger beloofde en reeds gaf. Wiggers blijft doorgaan zicti mtt groote wils kracht te verdiepen in een natuur-moment. Ondanks de groote uitvo risrbeii van zijn etherische potloodteekening NoorJbcr^" is zij groot gebleven dank zij de voeling, die hij' met 't geheel hield, bij de minutieuse behanfelirg van e!k onderdeel. De fijne gestrekte wolkjes van die hooge, verre luctit geven, met de lenig geteekende horizontale boomtakken een zeldzaam rustig aanüen aan dit uiterst teere landschap Heeft Wiggers in dit werk door keuze en uitvoerirg ge'racht te bekoren, in zijn »Winter" geefc hij een weinig sympathiek landschap, waarvan het lijnenb:loop het oog niet kan behagen, maar door het diep doordringen in het armelijke karakter van die ondergeïoopi n la.dstreek met rijen van schamele boompjes langs de eenzame weger, door de droeve ernst, die alle dingen in de effen grijzeu winterdag wa?ig omtult, wordt grcote liefde voor dit alles opgewekt. V.'aanderen's werk is van ten eran groote uitvoerigheid als dat van Wiggeis, maar het mist diens sentiment, wordt daarloor k'ein werk en rechtvaardigt de moeite en den tijd niet, die er aan besteed werden. Meer verantwoord zijn de teekenirgrn van de Vries Lam, die ook wein:g aan htt toeval overliat, doch fen vast plan streng weet door te voeren. In zijn Havendijk grachtje" is de toon over de straat en voor de buizen van esn klaarhcil, die aan Pieter de Hooghe denken doet, maar tegen de schelle lucht uit is zijn kleur h er en daar wat weuig voldragen. De s'reng geteekende f du-pen op de he!lhg van zijn werf zijn mooi in dien l.chten nevel-toon gehouden, hoewel htt jammer is, dat de decora tieve uiterlijkheid vaa den vojrErond daarbij zoo weinig aansluit. Goed is het lype en vast geteekend zijn de in aanbouw zijnde huizen vau Haverkamp; die teekening zou kleiner en als illustrutie ze-ksr beter te genieten zijn. »L<ings den rlijk'' is grootdoene rij a la Vincent, maar 't heeft er niets van. Gunneweg vergast ocs met zijn Grijze dag" op een mislukte Jaap Matis. In dat opzicht slaagde Mej. Hugenholtz beier. Haar «.Dennenbosch" is een on verkapte Mauve. Zoowel in keuze van onderwerp als bebandel'ug is deze meester met zooveel trouw en waardeerirg gevolgd, dat hier bij een totaal genrs aan oor spronkelijkheid toch nog een zeer aannemelijke aquarel geleverd werd. Toch kan zoo'n werk nooit liet rake hebben van een product, van eigen observatie als de frissche krabbel »2d Pinksterdag aan het strand" van Wil!y Sluij'er. Alleen reeds tiet eclife in den trekkenden s'eepgang der beide visschers, het burgerlijk benepene in het s'aande me:sje met, haar rose zonda^sblousje getuigt in dit wrrk vaa sael en ju st vaHen. De verre ruimte van het s'rand is met weinig omha»! prwhtig uitgedrukt. Ia zijn andere teekening zijn de typon te sterk gechargserd te.t overdreven kari katuren en het geheel mist den forschen drang van het eerste. Als we denken aan het werk van Poggenbeek, stellen we ons het liefst voor die kleine, intieme gevallen, die door de beschaarde op vatting van dezen fijn voelenden kunstenaar immer tot een kalme genieting worden opge voerd. Poggenbeek is meer de man voor zulke dingen dan voor een werk van den omvang van zijn »Zomer", dat .ttemin blank en zui ver als het i», zeer mooie 'i^enschappsn heeft. Zijn Avond op de beidt" is ook gten 1ype van een Poggenbeek, maar wat is die teekening handig gewasschen, een oorspro ikelijke eigen schap der waterverfkunst., die bij al het geveeg, gedek en gespons, allengs dreigt verloren te gaan en die toch, als ze zóó juist wordt benut als in deze lucht en de hoornen daartegen, zoo'n franke uiti- g kan zijn. Basterts in 't vroege voorjaar" in dien geest behaudeld zou er zeker door gt wonnen hebben, want al is de toon van al dat koude begin nende groen zeer ju:st, in haar opzet kon deze aquarel wat minder wollig, wat schraler zijn om de stemming van het voorjaar naderbij te komen. Gorters ,Herfstkleuren", blijven ook kleuren, kleur komt er niet in, ondanks het kwistig ge bruik van rood en geel en blauw. Dergelijke excessen, d.e in de natuur wellicht het meest. pakken door hun oogewooaheid, eischen bij een vertolking groote ingetogenheid en waar deze hier ontbreekt, kan al het moois bijeen van zilveren berkenstammen, goudgele bladeren en spiegelend water, aau dit werk niet de bekoring geven die uitgaat van zijn veel eenvoudiger t November". Flink en eerlijk is het «.Herfst'andschap" van Koster met zijn prachtig uitgegroeide dennen, die de late zon heerlijk warm doet opkleuren. Dit lijkt mij een der respectabelste werkeu dezer tentoonstelling. Het quasi-arti&tiek gedoe van velen en hun speculeeren op toevalligheden, die voor spon taniteit moeten doorgaan, drijft mijn sympathie naar den kant van B'aakensiek. Zijn teekening mag wat preuterig zij a en van eea gemoedelijk heid, die we vrijwel zija ontgroeid, toch is ;het waarlijk geen ongevoelige, die met zooveel liefde dien steunen muur schilderde en zoo juist het kruiper'g beleefde vaa dien ouden ormpah en het afwachtende in de houding der andere muzikanten weergaf. Van dien kant bekeken heeft de pret"ntielooze teekening ^Windstilte op de Zuiderzee" van Garjeanne ook hars verdiens'e. Hoytema, Hoy uck, Dupont kunnen meer dan ze hier geven. VVTaar is de sobere eenvoud van den laatste geblever, die zija innemende etsen, waarmee hij debuteerde, tot zoo groote te oftïn maakten. Ia zija tegenwoordig werk worflt een banale kracht g' aleerd, weerjinwekkend als die vai den athleet vojr de kenmsteLt. De catalogus op haren omslag vau beeld houwerken sprekende, belooft meer dan ze getft. Eén niet zeer b.^lau^njk stukje van Te xsira de Mat'os vertegenwoordigt deze kunst en voldoet het best, als men het ter rechter zijde vóór den leeuw beziet. J. W. N. miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiitiiiiMiiiiiiiiHiiitiiiiiiiiiiimiiHiiiiMiiiiiiiiiiiutm Uit grauwe nevels, door LODE BAEKELMAKS. DJ Neder.audsche Boeküaudel, Antwer pen. H. Honig, Uirecbt. Di Vlaamsche boekhandel we nebben het op het Nijrneegsche lettercongres nog etus moeten hooren heeft niet veel te beteekenen ; hst is een waarheid, die men trouwens overal, waar van boeken gesproken wordt, vernemen kan. '\ aar onder de oor/.aken, waaraan die achterlijkheid wordt toegeschreven, vergeet mm gewoonlijk het feit te vermelden, dat, waar Vlaanderen niet veel belang stelt in literatuur, het land behalve Conscience ook geen schrijver heeft bezeten, die, naast, geaoeg taleut om een algemeene belangstelling te rechtvaardigen, ook die eigeaaardighedeu bezat, die noodig zijn om op den duur een groot publiek te boeien Sinds Conscience niet meer schreef, heeft het langen tijd geduurd voor er eens weer een schrijver kwam, productief genoeg, om binnen den tijd van een paar jaar wat boekdi eitjes met zijn novellen te vulleu: Styu Streuvels Ea deze zelfs, is ontstaan vrijwel naast de bewe ging, die voor tien jair de Vlaamsche letteren beloofde te zullen herscheppen. Het was wel fraai, een literaire beweging, onder het devies van »nu en straks" opgezet, te doen verloopen met het nu pub'.ieeeren van wat op noordelijke dichters geïnspireerde verzen en een n vthologisch dicht-verhaal, dat kunstmatig tot uet ge wicht van een epos moest worden uitgezet, en het strak* te willen bebeerscLen met een tijdscïrifi-s,fl ;vering, die, met moeite gevuld, om de drie, vier maanden ons brengen kwam wat zwakke nagalmen van wat elders, ia Holland en Frankrijk, al voor jiren ea jaren werd ge. digereerd. Als meu op die manier zijn publiek bsdieut, spreekt het wel van zelf, dat de be langstelling onder het peil blijft, en dat als men leest, men zich blijfc bspaLn, tot wat in een vroegere periode aan goede li eratuur werd gepubliceerd. Letterkundige boekhandelaars, die over de duurte der Hollandsche lectuur klagen, mogen dan al niet heelema:-il de plank misslaan, een feit is het toch, dat de grondslag van een literair l ven, een goede productieve het volks leven rakende literatuur, in Vlaanderen sinds 25 jaar wordt gemist, en men eerst als deze zicb voordoet, de al of niet-ontvankelijkheid vaa deu Vlaming voor behoorlijke literatuur experimenteel zal kunneu b;wijzeu. De popularitdt van Benoit en Conscience, menscbei, die wél wat geleveri hebben, doet vermoeden, dat, moc'it Vlaanderen eenmaal tot een nationale literatuur komen, bet eutboutmme dat deze waard is, wel voldoende asnwezig zal zijn. Streuve's schijnt de man niet, die op dezen ra'ionalen bijval beslag zal leggen. In het noorden mcsr theoretisch door recensenten be wonderd, dan practisch door het lezend publiek genoten, is ook het aantal boeken, dat 111 Bilg.ëvaa hem gesleten wordt, gering. S yn Streuvels trouwens is niet de auteur, die oij voorkeur de Vlamingen, als bun man zullen willen accepteeren, al heeft hij dan het noor den met zijn bjere- Vlaamsch geïmponeerd ; alleen een landgenoot van hem kan zeggen, wat er van zijn talentuositeit overblijft, nadat de voor Nederlanders onontkoombare aantrekkelijkheid van het Vlaamsche dialect er afgetrokken is; trouwens is hij te veel artist", gaat hij er veel te veel op uit om mooie dingen te zien, in het typische, het dramatische en het humor istische van zijn landleveu te laten kijken, om het ooit te brengen tot die mate van natio naliteit, die noodig is om hem in Vlaanderen populariteit te verscbiffen. Na Conscience moet de nationale literaire held van Vleaidereu nog te voorschijn komen, en hij zal, in velerhi opzichten, a'.s Conscierce moeten zijn. In het noorden, waar de lite raire opvoiding al van Vondel en Hooft dateert, hebben we genoeg van schrijvers, die den volks geest onberosrd laten, al trachten ze dan ter wille van hua literaire ikheid de typiek van het volk en het volksleven te gsven; ze mogen anecdoteurs zijn, en hun geschriften volprapprn met in Amsterdam op;egaarde »do3umenten", ze mogen het volk m zijn caricatuur geven, in ziju gtfiageerde dramatiek, zijn gefingeerde humoristiek, ze mogen bet volk beletterkundigen, in schetsen en romans, Van Maarik deed het, en Van Hulzen en anderen doen het tog; ze mogen het volk dramatiseeren tot e<n be toog in een of anderen zin, Heijermans doet het en vele anderen zulleu het hem nadoen. Wij, noord-Nederlanders, die in elk dorp een leesgezelschap en ia elk stadjs een huurbibliotheek hebben, wij die dagbladen bezitten, waarin aan romans kolommen worden gewijd, kunnen ons die weelde wel psrmitteeren. Ia Vlaan deren moet het in afwachting van beter dagen, nog wat anders gaan. We willen nu daarlaten de vraag, welke vorm van literatuur de beste en de schoonste wezen kan, die welke voort komt uit een periode, gedrenkt met wel-bewust artistiek gevcel of die andere, die slechts ten uiting is van de zucht naar zulk een volmaakte nationale literatuur. We kunnen haar onbe antwoord laten, omdat onder den drang der omstandigheden, de een zoowel als de andere in haar eigenaardigen vorm een noodzakelijk heid is. Dat men in Vlaanderen alleen van de laatste iets te wachten heeft, bewijst wel d-) stenliteit van de literaire be*'gi g, die gevoerd werd door het tijdschrift, Van nu en straks"; in den allereersteu tijd behoefde dit blad waarlijk niet achter te staan bij bladen, die ;n Holland kort na de oprichting zieii in een tamelijk fi .ancieel welsleg;n mochten verheugen; en toch is van de nu-eu-strak?-beweging m Belg niets gebleven, dan drie of vier schrijvers, die in de betrekkelijke stilzwijgendbeid van om het half jiar een saaie tfl;vering, zoo goed als niets vtrmogen te doen voor de Vlaamse'e lettertn. Is er van talent olijk gegeven, in elk geval was er geen Vlaamsch, geen nationaal taleut bij; werd er iets ter vorming van do Vlaamsche taai gedaan, het ging niet verder, dan tot die NieuweGids-lctterkundigheden waarmee van uit het noorden de weiuige VTi.msche belangstellenden al waren deor zat. Er zijn naast deze nog heel wat andere ziken, die bij een bespreking van de Vlaamsche literatuur van een Hollaudsch standpunt, in aaümtrkiLg moeten komen; het verschil o. a. tussclien Holland en Vlaanderen is, in verband met de li'eratuur, ook in zoo verre groi t, dat het ra'ional sjae in Holland overbodig geworden is, di.or otze overmaat van historisch i nationaliteit, terwijl in Vlaand-.ren, dat niet veel historisch verleden hetft, voortdurjnd de drang aanwezig schijnt te zijn een nationaliteit te sciieppen; vandaar dat mis se ijn, dat een nationale literatuur bij voorkeur de stad, Aitwerpen, zal moeten betreffen. Nu we hierboven deu titel vermeldden van eeu boek, dat voor een j ing Vlaamsch verteller deed verschijnen, kwamen we er onwillekeurig toe, deze inleidende, gedachten neer te schrijven. Niet dat we rilt »Uit grauwe nevels" LU u;aw dadelijk tot de Vlaam ch nationale litteratuur zouden willen verüeffsn, e,f zouden willen be weren, dat Stn uvels, Vermeyljn en Hrgenscbe dt er in alle opaetiten in overtroff-.n zouden worden; onze geJacüten keerden zich alleen maar daarom tot den algemeenen toestand in Vlaanderen, omdat Biiikelmans m dit en ander werk ons de eerste lijkt, die een soort van litera'unr geeft, geschikt om, bij den van uit het noorden min of meer g'scooolden Belg:scl.en smaak, e p den duur een puohek te verwerven, dat langzamer hand zijn belangstelling tot andere Vlaamsche auteurs uitbreidende, groot genoeg zal wezen, om eea Vlaamsche literatuur en eea Vlaamschen boekhandel iu H.,llaadseht n zin mogelijk te n aken. Hel zal aiet opeeus gaan. Loie Baekelmans zal dat eerste boek nog door vele, vele andere moeten laten volgen vóór de lees- en kooplust van zijn landgenoo^en gelijk zal blijken te zijn aan die van bet Hjllaudsche publiek. Maar heeft hij in die reeks van nieuwe boeken ziju stelsel gehandhaafd, dan zou het wonder mogen heeten als niet voor hem en ook andere, min der populaire schrij vers de Vlaamsche toekomst opsn lag. Conscience, een romantisch verteller, heeft B_iekelmanf, den realistischen verteller, de/.e waarheid door zija voorbeeld bewezen. II;t boek zelf «-Uit grauwe nevels" is noj niet volmaakt, althans niet een zichzelf gelijk blijvend geheel. Er staan een paar oudere, zwakke schetsen iu, waarin behalve wat mindere snijdigheid in de taal, ook het ietwat gezochte vaa het onderwirp te kntiseiren valt. Zoo zal men in de schets //A.an de stokerij", tweede in den bundel, missc'üen OLder invloed van Frausche auteurs daar gekomen satanisch element vinden, dat in het geheel niet bij den objectief-kijken den, wat ironisch aargelegden Batkelmans past; het verbaal van den karrevoerder, die met uac tmerries en ochteudvisioei.eu lastig gevallen wordt, ligt te ver buiten deu verhaahoon van Bitkeimans, die, rad van pen, tslkens weer, als van zelve, tot ironische zinswendingen en rake, vroolijke beel len komt. Ojk »E'n kat" is wat te //literair" van visie; te veel spreekt er een speciaal aau II illaudsclie literaire auteurs eigen zoeken ia naar een voorval, dat de een of andere figuur in het speciale licht van ziju eigenaardigheden kan komen stellen. Miar pleiten doet het alweer voor den schrijver, dat juist die als zoodanig r,i als taal minder gelukte schetsen van anderen datum bUken te zijn en met u.tzoudering slechts vau bet /,Hooidaj", dat aan Streuvels herinnert, de uit 1900 stam mende sclietsea verreweg de beste mogen heeten. Het is een ec t lusv;g meedoen met het leven des volks, waarvaa deze schetsen het uitvloeisel zijn, optimistisch, vioolijk, guitig zooals het volk zelf i?, al ziju iti naar huu ouderwerpen soms gansch niet humoristisch van opzet, en als zoodanig ook i i ;t bedoeld. Het zijn maar de details, de ii .essss der beschrijvin gen, die het smakelijke er in brachten. Zoo is de geschiedenis van Gretchen, de dikke waardin uit de herberg »Zum Wilden Schwein", die op een goeden nacht bestolen, baar huur niet kan betalen en op straat werd gezet, eigen lijk heelemaal niet vroolijk. Maar toch brengt Baekelmans, het geval geheel als een Aatwerpsche auecdo'e behandeleud, er ziauen als deze in te pas: ,hoe j >lig stond de maan tusschen de vriendelijke sterreu te glimlachen" en aan het slot van de vertelling heden nog zou de buisheer haar op straat jagen en voor venusdierkeu warea hare bekoorlijkheden te armzalig geworden, sinds ze zoo'n fi urig zwijntje was gaan gelijken. De vis comica" heeft Baekelmans voorzeker, en wel een, die dikwijls verwant blijkt aan die van Jaa Steen en Breughel. Zeer goed gevonden is bijvoorbeeld de passage in //R in l bei slechten", waar bij bij het einde van het relaas van h t feest in de volkss'raat die van gem^eiitiwege moet worden ontruimd, bij het ver slappen van de feestvreugde en het uitgaau der lampions, vertelt: »een dreumep, diepasloopen kon, had een jankenden hond bij de pooten gevat en poogde er m-e te walsen." Ea zoo zijn er meer oolijke details, vooral in die uit nemende schets Rond het slechten", die met dn ten slotte toca treurigen inhoud de ware humoristiek vormen. Dit Baekelmans als het pas heeft ook breeder, meer episch zijn oaderw?rpan weet aan te zien moge blijken door een ei aat uit ^Ritten", waarin de Antwerp'che kadewerkers dadelijk herinneren aan de bieten dragers van Van der VijgU ; Van uit de hangars drong hem de scherpe reuk der gezouten huiden tegemoet. Het was daar een regelmatig werken : meu sleurde de huiden tot op de plaats, waar vrouwen, met donkere boezelaars om de heupen, het zout met hunne bezems wegvaagden. Anderen wisten ze tot vierkante baaltjes saam te vouwen; dm werden zij op de schouders van eeu jongeu, h >og-opgewassen kerel weggedragen. Da vachten, uitgespreid als bruine en zwarte tapijten met groote witte vlekken, werdeu bestendig verVingen dojr anderen, die men uit de kleine brik ophaalde. Di vrouwen sjiuwelden en saauwden elkaar toe met saib^ige woorden en giegelien om dartele gewaagde gezegden*. Verder lagen goudgele heuvelen vaa graan. Flinke gezonde werkers vulden met volle schepsls de grauwe zakken. Het graan stroomde ritselend in rijken glans tot aan de voeten der opruimers, ruiscttte in de zakken, cl e zwollen tot weelderige buiken. Een Spaanscö-bruine diklijvige vrouw bond de gewogen zakken toe, die dan werden weggedragen en neergelaten in een schuit, die aau de kaai gemeerd lag. Slechts nu en dan klonken de stemmen der gezellen. Verder sjouwde men reusachtige balen wol van plompe wagens enz." Naist deze goede gedeelten, die opwegen tegen het b3st>-, wat in de Noord-Nederlandsche literatuur geleverd is, zal men, het is waar, andere citaten kunnen stellen, die de vergelijking minder goed kucnen doorstaan; maar dit neemc niet weg dat //Uit grauwe nevels" een zeer goede proeve mag heeten in een {,eure, dat ook voor Holland vrij nieuw, in Vlaanderen nog niet door een modern auteur behandeld werd. Als er maar veel en zoo goei als hier in gewerkt wordt, zal zich aan de Noordelijke belangstelling, die reeds aanwezig i.°, ook weldra de Zuidelijke paren. Til. P. iiililllilmiiiiMiiiiimimitiiiiiimmiimiiiiiiMiHinililiiilillHiiiiiiimiiiii Het rectorencolle£e. (Ingezonden) De wijze, waarop mr. J. A. Levy in De Amsterdammer van 27 Ojt. (onder den titel »Universiteitsnieuws") het rectorencollege ter sprake brengt, en de belangstelling in deze instelliig en hare bemoeiingen, die hij daarbij aan den dag leer, zyn van dien aard dat het inderd.iad onh< ftMijk zou zijn hem niet te antwoorden op de vragen die hij opwerpt. En nu die vragen door hem onder de oogen van het publiek zijn gebracht, dient ook de beant woording in het openbaar te geschieden. Mis schien dat de bezorgdheid, die zich in dat artikel van mr. Leiy uit, zich aan sommige zyner lezers heeft medegedeeld. Liat mij hopen dat het mij gelukken zal die bij hen als by hem weg te nemen, Bezorgdheid is b\j den gea:hten schrijver gewekt door een artikel van prof. A. G. van Hamel in de Revue internationale de Vtnse'gnem nt. Hg heeft daaruit den indruk ontvangen, dat bet college is of zyn wil een centrale raad ; dat het aan de particulaiistische neigingen en de zalf.standigheid onzer hoogeschulen het tegenwicht wil bieden eener «centrale bestuursregelir.g, krachtig georganiseerd." Na heeft prof. A. G. van Hamel tot de op richting van het college misschien den eersten stoot gpgeven, misschien meer dan iemand andera bijgedragen: zonder twrjfal heeft hij daarin een groot aandeel gehad. Indien ierrand, dan is hy bevoegd om over de instellingen de strekking daarvan het woord te nemen. Intusschen moet ik toch ik ken v H.'s artikel in die Revue niet tegenover de aanhalingen, die mr. Laey daaruit geeft en die den indruk, door hem ontvangen, verklaren, opmerken dat my sedert ik lid ea secretaris van het college ben van eenig streven naar centrali satie niets is gebleken; laat staan van den wenscb om toteenecentrale bestuursregeling over de vier universiteiten te komen. Wel van het tegendeel; hiervan n.l. dat het »particularistisch karakter" der hoogescholen er even zorgvuldig wordt gehandhaafd als ontzien. Of het vóór dien ty'd, van 1897 tot 180'J, anders is geweest 'i Ik geloof het niet. 't Is toch niet zoo onnatuurlijk, dat men het wenscbelijk heeft gevonden eene gelegenheid te openen waarby leden van de vier senaten elkander geregeld zouden ontmoeten. Er zijn gevallen denkbaar, waarin eene gezamenlijke actie, b.v. een of ander verzoek aan de regee ring van alle vier uitgaande, of eenparigheid in eenigen anderen te nemen maatregel gewenscht blijkt te zijn. 't Kan nuttig wezen, dat leden van den eenen senaat ten opzichte van eene akademische aangelegenheid op de hoogte kooien van de gedrag-dijn, die in de andere wordt gevolgd Ouk dat het niet aan het toeval wordt overgelaten of zij daartoe gelegenheid zullen hebber, maar hun eene aangewezen gelegenheid daarvoor opens'a. Iets meer stellen, voor zoover ik weet, de leden van het college zich van zijne werkzaamheid niet voor ; niets meer van zyne vergaderir gen dan eene gedachtenwisseling tusschen laden van geheel zelfstandige corporatiën, die deze misschien soms tot eenparigheid in wijze van handelen, wellicht nu en dan tot samenwerking in't een of ander leiden kan. Mr. L9vy zoakt echter achter het college dingen die veel verder gaan en hooger reiken ; en enkele uitdrukkingen van prof. van Hamel geven hem, ik beken 't nog eens, aanleiding daartoe. Zoo is het begrypelijk dat bij de bedenking oppert of die instelling wel zoo onschuldig is ; of die zaak wel mag beschouwd worden als zoo huiselyk dat men het Neder landsen, publiek daarvan te eenenmale onkun dig laat. Wat dit laatste betreft, onder de fata wordt meest ook van het college melding gemaakt. Maar verder beantwoord ik voor my zulke vragen bevestigend. Wat tot nog toe werd verhandeld, was inderdaad m. i. vantehuisely'ken aard dan dat het eenig nut kan hebben aan het publiek daarvan mededeeling te doen ; terwyl intusschen aan opzettely'ke geheimhou ding van dat verhandelde niet is gedacht. Niets verbiedt dan ook hier mede te deelen welke de bescheiden vruchten van dat verhan delde zy'n geweest. Het college heeft in de vier i jaren die het nu bestaat lo. eenige rapporten, o.a. | over het privaatdocentschap, verzameld die, 1 wanneer er uitzicht komt op wijziging van de Wet H. O, misschien door dezen of genen zullen worden geraadpleegd ; 2o. aan de leden der senaten een overzicht bezorgd van de percentage e xamens en promotiën waarby in al de faculteiten het praedikaat cum laude werd verleend ; 3t>. het zal wellicht de uitgaaf van een jaarboekje, een wegwyzer voor ieder, die een onzer hoogescholen wil bezoeken, uitlok ken ; 4o. het heeft aan de senaten medegedeeld, dat na veel overleg de totstandkoming van een centralen catalogus der univ. bibliotheken zyne leden gewenscbt en uitvoerbaar voorkomt. Daaraan is het verzoek verbonden, dat iedere senaat zyn biblioibekaris zal opwekken om met de andere bibliothekarissen een plan en eene kostenberekening daarvan te ontwerpen. Deze zullen dan misschien door n of door alle senaten of door andere personen, maar zeker niet door het rectorencollege, 't welk geen officieel lichaam is, by' de verzorgers en betaalheeren der universiteiten worden ingediend; en nu, tegen dien ty'd zal er wel publiciteit aan de plannen dienaangaande worden gpgeven. Ja, als er sprake was geweest van een of anderen maatregel ten opzichte van b.v. het privaatdocectschap, die het door mr. Lavy genoemde bezwaar kon meebrengen, dan, by' hèft volkomen gely'k, dan zou dit niet maar eene huiselijke aangelegenheid der hoogescholen zjjn gebleven. Ook de beurzer quaestie is iets meer dan dit laatste. Maar... er zyn geene maatregelen aanhangig omtrent het een zoomin als omtrent het andere. En die centrale cata logus aanvankelyk der vier universiteitsbiblio theken, straks van nog andere openbare ver zamelingen daarby' 1 Nu, het bestaan van zulk een catalogus zou toch nog weinig hebben van ZM, vervolg op pagina 6. iiiiiiiiiiniiiiiilliniil iiiiniiiiiiiiitiiniiii oflzclamu*. 40 cents per regel. «immiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiii II 8.40 en hooier 14 Meter l Franco en vrU van fnvoerrecbten toegezonden l Stalen ommegaand ; evenzoo van zwarte witte en gekleurde ,,IIenneberg-Z(|de" van 45 cent tot ft 11.1O per Meter. G. Henneberg, Zijde-Fubr. (k. & k. Kofl.), Zürich. Laat het ons beroep zijn voor onze Kinderen te leven! De meening van FRIEDRÏCH FBÖBFL/ de uitvinder der kinderspelen, zoudei wij aaa alle ouders willen toeroepen, nadat wij nu den g. 'illustreerden Catalogus van het. Leipziger Lehrmittel-Ans'alt" van Dr. OSCAR SCHNEIDER doorgezien hebben. De Ie afdeeling geeft een menigte van Bouw en Gezelschapsspelen voor 3 tot 5 jarige kinderen als Bouwdoozen, Mozaikspellen, Spellen met tingen, Stukepelletjes, Boorbeelden om uit te knippen etc. Voor 6 tot 12 jarige hinderen zy'n Boek binder-, Drukkers-, Timmer-, Ijzerwerk- en eeheele complete kisten met Gereedschappen. Verder Verf- en Schilderdoozen en Handwerkkistjes, Kooktoestelletjes en Naaimachines voor jonge meisjes. Ook voor grootere kinderen en voor volwas senen z|jn i<i de eerste afdeeling een me_igte nieuwe Gezelschapsspelen. In de lie afdeelirg van den Catflogus vinden wjj een ryke keuze in S'oom, Electrische Ma chine j^s, Spoorwegen, Schepen en verschillende dergelyke zaken. Op het gebied van Pbysik en Chemie is niet z er veel zorg a les opgegeven. Met deze door het bovengenoemde ir.stituut uitgegeven Gereed chapskisten kunnen zich grootere jongens daarom zoo goed bezig houden, omdat zij geen speeltuig, doch werkel^ke leer middelen zijn, die aan de knapen gelegenheid geeft, om de in de school geleerde zaken thu's te herhalen. Wanneer men zijne kinderen in de lange winteravonden nuttig en onderLouier.d wilbszighouden, dan bestelle men hij het Leipziger Lehrmittel AnstaltvanDr OSCARSCHNEIDER, te Leipzig, Windmühlenstr. 39, dm dit jaar verschenen Cafalogus voor Kerstmis. Genoemde instelling verzendt zoowel den Citalogus van de Ie als van de He afdeelirg gratis en franco. KAMSTRA's Matrassen-, Bedden- en Slaapkamer-Meubelfabriek, Sneek. BED DER TOEKO-ViSr met 10 jaar garan tie. Lev^rle selert 1S3Öpi. m. 7OOfl stellen. Gcïlluxtreerde Prijscourant grutii. Honderden bewijzen van tevredenheid. ? Speciaüte t in KM4ELSCHE LKDIKAN'TEV. Piano- en Muziekhandel H. EAHE, te Utrecht. Opgericht 1835. Tdephoon No. 443. Amerikaan^clie, Duitsche en Fransche PIANINO'S en ORGELS. Groote keuze in: HCVHPIA!VO'§. Oude instrumenten worden ingeruild. Reparatiën worden in ds Fabriek ten spoedigste uitgevoerJ. Gelegenheid tot stemmen in en buiten abonnement. Piano-, Orpl- en fflizietaM JÏEYStÜO* A KALSIIOVEH, Arnhem, Koningsplein. VLEUGELS en JPIANINO'S in Koop en in Huw. Reparaeren Stemmen Ruilen. oa's SKUNKS MARDER NERZ WALLABY PERSIANER SITKA VOS GKIES FUCHS Au Chapeau d'or", 100 102 Kalvers'raat.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl