Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1272
unverdorb'nen Ovre mrrklich und vmangenebm
sind ; dass drit'ens, trotz der feiren Uaterschiede
in einzelnen Intervallen, das richtige Singen
nach der i a rlichen Scala viel leichter isf, als
nach der temperirten Scala."
Hoe ziu Hilmboltz z ch verheugd hebben
over de uitvinding van den heer Brandsma, als
hij die bsleefi had. O 'erigens horp ik van harte
gaarne dat a'len zoowel hier te lande als ia
het buitenland, die zich met het onderwerp bezig
honden, kennis zullen maken met het harmonium
van den heer Brandsma.
ANT. AVEKKAMP.
In Arti.
II. (Sol.)
Het werk van Rink is wat vrijer dan ge
woonlijk en ditmaal zonder bet hinderlijke van
het p ooé'é. »Oud Volendarn" is zelfs los en
luchtig en gaarne getroosten we ons daarin de
eeuwige herhalirjg van
»twee-menschen-aan-eertafel-voor-een-raain" als we daardoor gevrij waard
blijven voor een oompositie, als die van
»Visschera B-naenhuis," waar die twee neergehurkte
groote visschers aan Indische afgodsbeelden dosn
denken.
Haverman is nief. gelukkig dezen keer. Een
figuur van de groo'te, ia de forceerde houding
van de moeder, met het weinig aantrekkelijke
kind, waarop die groote hand haar rechte vin
gers spreidt zal maar weinigen kunnen bekoren.
Zijn »Weeze" is genietbaarder, doch voor
Haverman te hard en ougevoeüg.
Smakelijker teekeningen geeft Huik. Zijn
»EendjV' is een prettige, b'geerlijke pquarel;
het kkine, dscz'ge gedoe der jonge dier'jes en
de passende omgeving van water en riet, getui
gen van eenvoud en een benijdenswaardig opt'.
mistische natuuraanschouwiag. In zijn ,Bggen"
is vooral de ruige lui-liggende zeug pracbtig
van kleur en ziju de snuft ;lende vlugge bigget
jes, als kleine b.belots om dat logge
moederzwijn, daarmee ia aard'ge trgdiistellmg.
v. d. VVaay's //Werkstaking" is een fl'<sche,
hec! t en wel doortimmerde teekenir.g, zijn bal
letdanseressen voorbeelden van Holland:eb fat
soen en degelijkheid, maar bij dat al is mijn
droefheid niet groot, dat dit werk maar een
fragment is en zou ik die rij van een paar dozijn
poppen zonder gratie of sierlijkheid ongaarne
verlengd zien. Zijne naaktstu lie, hoe verdienste
lijk ook, l ai gevo-gelijk binnen de muren der
academ e kunnen blijven. 0,3 een lezing behan
delt ei n predikant toch ook niet den
catachismus en een onderwijzer vervoegt op zoo'n kunst
avond geen werkwooiden.
Solide zonder droo^ of kunsteloos te zijn is
het G«ichr, op Utrrciit" van mej. Hovy. Met
taaie vo'hsrdiug is de warreling van daken en
huizen dier stad in vogelvlucht uit elkaar ge
houden en het mooie dat zoo'n panorama bijna
altijd in werkelijkheid heeft, maar dat in teeke
ningen zoo dikwijls verloren gaat, heeft mej.
Hovy op logische wijze weten te behouden,
door als hoofdmotief op den voorgrond het frag
ment van die kranig geteekende gotische kerk
te plaatsen. Tegenover het krachtige ornament
van dit gebouw, krijgt de wijde strekking dier
stad ta\r ware grootheid. Het voorreen*, dat
haar_werk als blijk van waardeering der (rustige
studie mtt den Willink van ColleE-prijs werd
bekroond, zal wel niemand aan mej. Hovy be
twisten.
Ook Zoetelief Tromp verkreeg met zijne
'Witte hond" dezelfde onderscheiding, maar waar
wij van bem in Pulchri en ook hier vroeger
zooveel pittiger wei k zagen, moeten we die
toekenning meer als een aanmoediging beschou
wen, dan als een erkenning van de verdiensten
van dit werk, waarin mij het tinnen bordje nog
het btst geslaagd voorkomt. In zijn ander werk
Bij het konijnenhok" is ook maar weinig over
van hetgeen hij vroeger beloofde en reeds gaf.
Wiggers blijft doorgaan zicti mtt groote wils
kracht te verdiepen in een natuur-moment.
Ondanks de groote uitvo risrbeii van zijn
etherische potloodteekening NoorJbcr^" is zij
groot gebleven dank zij de voeling, die hij'
met 't geheel hield, bij de minutieuse behanfelirg
van e!k onderdeel. De fijne gestrekte wolkjes
van die hooge, verre luctit geven, met de lenig
geteekende horizontale boomtakken een zeldzaam
rustig aanüen aan dit uiterst teere landschap
Heeft Wiggers in dit werk door keuze en
uitvoerirg ge'racht te bekoren, in zijn »Winter"
geefc hij een weinig sympathiek landschap,
waarvan het lijnenb:loop het oog niet kan
behagen, maar door het diep doordringen in
het armelijke karakter van die ondergeïoopi n
la.dstreek met rijen van schamele boompjes
langs de eenzame weger, door de droeve ernst,
die alle dingen in de effen grijzeu winterdag
wa?ig omtult, wordt grcote liefde voor dit alles
opgewekt.
V.'aanderen's werk is van ten eran groote
uitvoerigheid als dat van Wiggeis, maar het
mist diens sentiment, wordt daarloor k'ein
werk en rechtvaardigt de moeite en den tijd
niet, die er aan besteed werden.
Meer verantwoord zijn de teekenirgrn van
de Vries Lam, die ook wein:g aan htt toeval
overliat, doch fen vast plan streng weet door
te voeren. In zijn Havendijk grachtje" is de
toon over de straat en voor de buizen van
esn klaarhcil, die aan Pieter de Hooghe denken
doet, maar tegen de schelle lucht uit is zijn
kleur h er en daar wat weuig voldragen. De
s'reng geteekende f du-pen op de he!lhg van
zijn werf zijn mooi in dien l.chten nevel-toon
gehouden, hoewel htt jammer is, dat de decora
tieve uiterlijkheid vaa den vojrErond daarbij
zoo weinig aansluit.
Goed is het lype en vast geteekend zijn de
in aanbouw zijnde huizen vau Haverkamp; die
teekening zou kleiner en als illustrutie ze-ksr
beter te genieten zijn. »L<ings den rlijk'' is
grootdoene rij a la Vincent, maar 't heeft er
niets van.
Gunneweg vergast ocs met zijn Grijze dag"
op een mislukte Jaap Matis. In dat opzicht
slaagde Mej. Hugenholtz beier. Haar
«.Dennenbosch" is een on verkapte Mauve. Zoowel in
keuze van onderwerp als bebandel'ug is deze
meester met zooveel trouw en waardeerirg
gevolgd, dat hier bij een totaal genrs aan oor
spronkelijkheid toch nog een zeer aannemelijke
aquarel geleverd werd.
Toch kan zoo'n werk nooit liet rake hebben
van een product, van eigen observatie als de
frissche krabbel »2d Pinksterdag aan het strand"
van Wil!y Sluij'er. Alleen reeds tiet eclife in
den trekkenden s'eepgang der beide visschers,
het burgerlijk benepene in het s'aande me:sje
met, haar rose zonda^sblousje getuigt in dit
wrrk vaa sael en ju st vaHen. De verre ruimte
van het s'rand is met weinig omha»! prwhtig
uitgedrukt. Ia zijn andere teekening zijn de
typon te sterk gechargserd te.t overdreven kari
katuren en het geheel mist den forschen drang
van het eerste.
Als we denken aan het werk van
Poggenbeek, stellen we ons het liefst voor die kleine,
intieme gevallen, die door de beschaarde op
vatting van dezen fijn voelenden kunstenaar
immer tot een kalme genieting worden opge
voerd. Poggenbeek is meer de man voor zulke
dingen dan voor een werk van den omvang
van zijn »Zomer", dat .ttemin blank en zui
ver als het i», zeer mooie 'i^enschappsn heeft.
Zijn Avond op de beidt" is ook gten 1ype
van een Poggenbeek, maar wat is die teekening
handig gewasschen, een oorspro ikelijke eigen
schap der waterverfkunst., die bij al het geveeg,
gedek en gespons, allengs dreigt verloren te
gaan en die toch, als ze zóó juist wordt benut
als in deze lucht en de hoornen daartegen, zoo'n
franke uiti- g kan zijn.
Basterts in 't vroege voorjaar" in dien geest
behaudeld zou er zeker door gt wonnen hebben,
want al is de toon van al dat koude begin
nende groen zeer ju:st, in haar opzet kon deze
aquarel wat minder wollig, wat schraler zijn
om de stemming van het voorjaar naderbij te
komen.
Gorters ,Herfstkleuren", blijven ook kleuren,
kleur komt er niet in, ondanks het kwistig ge
bruik van rood en geel en blauw. Dergelijke
excessen, d.e in de natuur wellicht het meest.
pakken door hun oogewooaheid, eischen bij een
vertolking groote ingetogenheid en waar deze
hier ontbreekt, kan al het moois bijeen van
zilveren berkenstammen, goudgele bladeren en
spiegelend water, aau dit werk niet de bekoring
geven die uitgaat van zijn veel eenvoudiger
t November".
Flink en eerlijk is het «.Herfst'andschap" van
Koster met zijn prachtig uitgegroeide dennen,
die de late zon heerlijk warm doet opkleuren.
Dit lijkt mij een der respectabelste werkeu
dezer tentoonstelling.
Het quasi-arti&tiek gedoe van velen en hun
speculeeren op toevalligheden, die voor spon
taniteit moeten doorgaan, drijft mijn sympathie
naar den kant van B'aakensiek. Zijn teekening
mag wat preuterig zij a en van eea gemoedelijk
heid, die we vrijwel zija ontgroeid, toch is ;het
waarlijk geen ongevoelige, die met zooveel liefde
dien steunen muur schilderde en zoo juist het
kruiper'g beleefde vaa dien ouden ormpah en
het afwachtende in de houding der andere
muzikanten weergaf.
Van dien kant bekeken heeft de pret"ntielooze
teekening ^Windstilte op de Zuiderzee" van
Garjeanne ook hars verdiens'e.
Hoytema, Hoy uck, Dupont kunnen meer dan
ze hier geven. VVTaar is de sobere eenvoud van
den laatste geblever, die zija innemende etsen,
waarmee hij debuteerde, tot zoo groote te oftïn
maakten. Ia zija tegenwoordig werk worflt een
banale kracht g' aleerd, weerjinwekkend als
die vai den athleet vojr de kenmsteLt.
De catalogus op haren omslag vau beeld
houwerken sprekende, belooft meer dan ze getft.
Eén niet zeer b.^lau^njk stukje van Te xsira
de Mat'os vertegenwoordigt deze kunst en
voldoet het best, als men het ter rechter zijde
vóór den leeuw beziet.
J. W. N.
miiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiitiiiiMiiiiiiiiHiiitiiiiiiiiiiimiiHiiiiMiiiiiiiiiiiutm
Uit grauwe nevels, door LODE BAEKELMAKS.
DJ Neder.audsche Boeküaudel, Antwer
pen. H. Honig, Uirecbt.
Di Vlaamsche boekhandel we nebben het
op het Nijrneegsche lettercongres nog etus
moeten hooren heeft niet veel te beteekenen ;
hst is een waarheid, die men trouwens overal,
waar van boeken gesproken wordt, vernemen
kan. '\ aar onder de oor/.aken, waaraan die
achterlijkheid wordt toegeschreven, vergeet mm
gewoonlijk het feit te vermelden, dat, waar
Vlaanderen niet veel belang stelt in literatuur,
het land behalve Conscience ook geen schrijver
heeft bezeten, die, naast, geaoeg taleut om een
algemeene belangstelling te rechtvaardigen, ook
die eigeaaardighedeu bezat, die noodig zijn
om op den duur een groot publiek te boeien
Sinds Conscience niet meer schreef, heeft het
langen tijd geduurd voor er eens weer een
schrijver kwam, productief genoeg, om binnen
den tijd van een paar jaar wat boekdi eitjes met
zijn novellen te vulleu: Styu Streuvels Ea
deze zelfs, is ontstaan vrijwel naast de bewe
ging, die voor tien jair de Vlaamsche letteren
beloofde te zullen herscheppen. Het was wel
fraai, een literaire beweging, onder het devies
van »nu en straks" opgezet, te doen verloopen
met het nu pub'.ieeeren van wat op noordelijke
dichters geïnspireerde verzen en een n
vthologisch dicht-verhaal, dat kunstmatig tot uet ge
wicht van een epos moest worden uitgezet, en
het strak* te willen bebeerscLen met een
tijdscïrifi-s,fl ;vering, die, met moeite gevuld, om
de drie, vier maanden ons brengen kwam wat
zwakke nagalmen van wat elders, ia Holland
en Frankrijk, al voor jiren ea jaren werd ge.
digereerd. Als meu op die manier zijn publiek
bsdieut, spreekt het wel van zelf, dat de be
langstelling onder het peil blijft, en dat als
men leest, men zich blijfc bspaLn, tot wat in
een vroegere periode aan goede li eratuur werd
gepubliceerd. Letterkundige boekhandelaars, die
over de duurte der Hollandsche lectuur klagen,
mogen dan al niet heelema:-il de plank misslaan,
een feit is het toch, dat de grondslag van een
literair l ven, een goede productieve het volks
leven rakende literatuur, in Vlaanderen sinds
25 jaar wordt gemist, en men eerst als deze
zicb voordoet, de al of niet-ontvankelijkheid
vaa deu Vlaming voor behoorlijke literatuur
experimenteel zal kunneu b;wijzeu.
De popularitdt van Benoit en Conscience,
menscbei, die wél wat geleveri hebben, doet
vermoeden, dat, moc'it Vlaanderen eenmaal tot
een nationale literatuur komen, bet eutboutmme
dat deze waard is, wel voldoende asnwezig
zal zijn.
Streuve's schijnt de man niet, die op dezen
ra'ionalen bijval beslag zal leggen. In het
noorden mcsr theoretisch door recensenten be
wonderd, dan practisch door het lezend publiek
genoten, is ook het aantal boeken, dat 111
Bilg.ëvaa hem gesleten wordt, gering. S yn
Streuvels trouwens is niet de auteur, die oij
voorkeur de Vlamingen, als bun man zullen
willen accepteeren, al heeft hij dan het noor
den met zijn bjere- Vlaamsch geïmponeerd ; alleen
een landgenoot van hem kan zeggen, wat er
van zijn talentuositeit overblijft, nadat de voor
Nederlanders onontkoombare aantrekkelijkheid
van het Vlaamsche dialect er afgetrokken is;
trouwens is hij te veel artist", gaat hij er
veel te veel op uit om mooie dingen te zien,
in het typische, het dramatische en het humor
istische van zijn landleveu te laten kijken, om
het ooit te brengen tot die mate van natio
naliteit, die noodig is om hem in Vlaanderen
populariteit te verscbiffen.
Na Conscience moet de nationale literaire
held van Vleaidereu nog te voorschijn komen,
en hij zal, in velerhi opzichten, a'.s Conscierce
moeten zijn. In het noorden, waar de lite
raire opvoiding al van Vondel en Hooft dateert,
hebben we genoeg van schrijvers, die den volks
geest onberosrd laten, al trachten ze dan ter
wille van hua literaire ikheid de typiek van
het volk en het volksleven te gsven; ze mogen
anecdoteurs zijn, en hun geschriften volprapprn
met in Amsterdam op;egaarde »do3umenten",
ze mogen het volk m zijn caricatuur geven,
in ziju gtfiageerde dramatiek, zijn gefingeerde
humoristiek, ze mogen bet volk
beletterkundigen, in schetsen en romans, Van Maarik deed
het, en Van Hulzen en anderen doen het tog;
ze mogen het volk dramatiseeren tot e<n be
toog in een of anderen zin, Heijermans doet
het en vele anderen zulleu het hem nadoen.
Wij, noord-Nederlanders, die in elk dorp een
leesgezelschap en ia elk stadjs een
huurbibliotheek hebben, wij die dagbladen bezitten, waarin
aan romans kolommen worden gewijd, kunnen
ons die weelde wel psrmitteeren. Ia Vlaan
deren moet het in afwachting van beter dagen,
nog wat anders gaan. We willen nu daarlaten
de vraag, welke vorm van literatuur de beste
en de schoonste wezen kan, die welke voort
komt uit een periode, gedrenkt met wel-bewust
artistiek gevcel of die andere, die slechts ten
uiting is van de zucht naar zulk een volmaakte
nationale literatuur. We kunnen haar onbe
antwoord laten, omdat onder den drang der
omstandigheden, de een zoowel als de andere
in haar eigenaardigen vorm een noodzakelijk
heid is.
Dat men in Vlaanderen alleen van de laatste
iets te wachten heeft, bewijst wel d-) stenliteit
van de literaire be*'gi g, die gevoerd werd
door het tijdschrift, Van nu en straks"; in
den allereersteu tijd behoefde dit blad waarlijk
niet achter te staan bij bladen, die ;n Holland
kort na de oprichting zieii in een tamelijk fi
.ancieel welsleg;n mochten verheugen; en toch is
van de nu-eu-strak?-beweging m Belg niets
gebleven, dan drie of vier schrijvers, die in de
betrekkelijke stilzwijgendbeid van om het half
jiar een saaie tfl;vering, zoo goed als niets
vtrmogen te doen voor de Vlaamse'e lettertn. Is
er van talent olijk gegeven, in elk geval was
er geen Vlaamsch, geen nationaal taleut bij;
werd er iets ter vorming van do Vlaamsche taai
gedaan, het ging niet verder, dan tot die
NieuweGids-lctterkundigheden waarmee van uit het
noorden de weiuige VTi.msche belangstellenden
al waren deor zat. Er zijn naast deze nog heel
wat andere ziken, die bij een bespreking van
de Vlaamsche literatuur van een Hollaudsch
standpunt, in aaümtrkiLg moeten komen; het
verschil o. a. tussclien Holland en Vlaanderen
is, in verband met de li'eratuur, ook in zoo
verre groi t, dat het ra'ional sjae in Holland
overbodig geworden is, di.or otze overmaat
van historisch i nationaliteit, terwijl in
Vlaand-.ren, dat niet veel historisch verleden hetft,
voortdurjnd de drang aanwezig schijnt te zijn
een nationaliteit te sciieppen; vandaar dat mis
se ijn, dat een nationale literatuur bij voorkeur
de stad, Aitwerpen, zal moeten betreffen.
Nu we hierboven deu titel vermeldden van
eeu boek, dat voor een j ing Vlaamsch verteller
deed verschijnen, kwamen we er onwillekeurig
toe, deze inleidende, gedachten neer te schrijven.
Niet dat we rilt »Uit grauwe nevels" LU u;aw
dadelijk tot de Vlaam ch nationale litteratuur
zouden willen verüeffsn, e,f zouden willen be
weren, dat Stn uvels, Vermeyljn en Hrgenscbe dt
er in alle opaetiten in overtroff-.n zouden worden;
onze geJacüten keerden zich alleen maar daarom
tot den algemeenen toestand in Vlaanderen,
omdat Biiikelmans m dit en ander werk ons de
eerste lijkt, die een soort van litera'unr geeft,
geschikt om, bij den van uit het noorden min
of meer g'scooolden Belg:scl.en smaak, e p den
duur een puohek te verwerven, dat langzamer
hand zijn belangstelling tot andere Vlaamsche
auteurs uitbreidende, groot genoeg zal wezen,
om eea Vlaamsche literatuur en eea Vlaamschen
boekhandel iu H.,llaadseht n zin mogelijk te n aken.
Hel zal aiet opeeus gaan. Loie Baekelmans
zal dat eerste boek nog door vele, vele andere
moeten laten volgen vóór de lees- en kooplust
van zijn landgenoo^en gelijk zal blijken te zijn
aan die van bet Hjllaudsche publiek. Maar
heeft hij in die reeks van nieuwe boeken ziju
stelsel gehandhaafd, dan zou het wonder mogen
heeten als niet voor hem en ook andere, min
der populaire schrij vers de Vlaamsche toekomst
opsn lag. Conscience, een romantisch verteller,
heeft B_iekelmanf, den realistischen verteller,
de/.e waarheid door zija voorbeeld bewezen.
II;t boek zelf «-Uit grauwe nevels" is noj
niet volmaakt, althans niet een zichzelf gelijk
blijvend geheel. Er staan een paar oudere,
zwakke schetsen iu, waarin behalve wat mindere
snijdigheid in de taal, ook het ietwat gezochte
vaa het onderwirp te kntiseiren valt. Zoo zal
men in de schets //A.an de stokerij", tweede in
den bundel, missc'üen OLder invloed van Frausche
auteurs daar gekomen satanisch element vinden,
dat in het geheel niet bij den objectief-kijken
den, wat ironisch aargelegden Batkelmans past;
het verbaal van den karrevoerder, die met uac
tmerries en ochteudvisioei.eu lastig gevallen wordt,
ligt te ver buiten deu verhaahoon van
Bitkeimans, die, rad van pen, tslkens weer, als van
zelve, tot ironische zinswendingen en rake,
vroolijke beel len komt. Ojk »E'n kat" is
wat te //literair" van visie; te veel spreekt er
een speciaal aau II illaudsclie literaire auteurs
eigen zoeken ia naar een voorval, dat de een
of andere figuur in het speciale licht van ziju
eigenaardigheden kan komen stellen. Miar
pleiten doet het alweer voor den schrijver, dat
juist die als zoodanig r,i als taal minder gelukte
schetsen van anderen datum bUken te zijn en
met u.tzoudering slechts vau bet /,Hooidaj",
dat aan Streuvels herinnert, de uit 1900 stam
mende sclietsea verreweg de beste mogen heeten.
Het is een ec t lusv;g meedoen met het
leven des volks, waarvaa deze schetsen het
uitvloeisel zijn, optimistisch, vioolijk, guitig
zooals het volk zelf i?, al ziju iti naar huu
ouderwerpen soms gansch niet humoristisch van
opzet, en als zoodanig ook i i ;t bedoeld. Het
zijn maar de details, de ii .essss der beschrijvin
gen, die het smakelijke er in brachten. Zoo
is de geschiedenis van Gretchen, de dikke
waardin uit de herberg »Zum Wilden Schwein",
die op een goeden nacht bestolen, baar huur
niet kan betalen en op straat werd gezet, eigen
lijk heelemaal niet vroolijk. Maar toch brengt
Baekelmans, het geval geheel als een
Aatwerpsche auecdo'e behandeleud, er ziauen als
deze in te pas: ,hoe j >lig stond de maan tusschen
de vriendelijke sterreu te glimlachen" en aan
het slot van de vertelling heden nog zou de
buisheer haar op straat jagen en voor
venusdierkeu warea hare bekoorlijkheden te armzalig
geworden, sinds ze zoo'n fi urig zwijntje was
gaan gelijken. De vis comica" heeft Baekelmans
voorzeker, en wel een, die dikwijls verwant
blijkt aan die van Jaa Steen en Breughel.
Zeer goed gevonden is bijvoorbeeld de passage in
//R in l bei slechten", waar bij bij het einde van het
relaas van h t feest in de volkss'raat die van
gem^eiitiwege moet worden ontruimd, bij het ver
slappen van de feestvreugde en het uitgaau der
lampions, vertelt: »een dreumep, diepasloopen
kon, had een jankenden hond bij de pooten
gevat en poogde er m-e te walsen." Ea zoo
zijn er meer oolijke details, vooral in die uit
nemende schets Rond het slechten", die met
dn ten slotte toca treurigen inhoud de ware
humoristiek vormen. Dit Baekelmans als het
pas heeft ook breeder, meer episch zijn
oaderw?rpan weet aan te zien moge blijken door een
ei aat uit ^Ritten", waarin de Antwerp'che
kadewerkers dadelijk herinneren aan de bieten
dragers van Van der VijgU ; Van uit de hangars
drong hem de scherpe reuk der gezouten huiden
tegemoet. Het was daar een regelmatig werken :
meu sleurde de huiden tot op de plaats, waar
vrouwen, met donkere boezelaars om de heupen,
het zout met hunne bezems wegvaagden. Anderen
wisten ze tot vierkante baaltjes saam te vouwen;
dm werden zij op de schouders van eeu jongeu,
h >og-opgewassen kerel weggedragen. Da vachten,
uitgespreid als bruine en zwarte tapijten met
groote witte vlekken, werdeu bestendig
verVingen dojr anderen, die men uit de kleine
brik ophaalde. Di vrouwen sjiuwelden en
saauwden elkaar toe met saib^ige woorden en
giegelien om dartele gewaagde gezegden*. Verder
lagen goudgele heuvelen vaa graan. Flinke
gezonde werkers vulden met volle schepsls de
grauwe zakken. Het graan stroomde ritselend
in rijken glans tot aan de voeten der opruimers,
ruiscttte in de zakken, cl e zwollen tot weelderige
buiken. Een Spaanscö-bruine diklijvige vrouw
bond de gewogen zakken toe, die dan werden
weggedragen en neergelaten in een schuit, die
aau de kaai gemeerd lag. Slechts nu en dan
klonken de stemmen der gezellen. Verder sjouwde
men reusachtige balen wol van plompe wagens
enz." Naist deze goede gedeelten, die opwegen
tegen het b3st>-, wat in de Noord-Nederlandsche
literatuur geleverd is, zal men, het is waar,
andere citaten kunnen stellen, die de vergelijking
minder goed kucnen doorstaan; maar dit neemc
niet weg dat //Uit grauwe nevels" een zeer goede
proeve mag heeten in een {,eure, dat ook voor
Holland vrij nieuw, in Vlaanderen nog niet
door een modern auteur behandeld werd. Als
er maar veel en zoo goei als hier in gewerkt
wordt, zal zich aan de Noordelijke belangstelling,
die reeds aanwezig i.°, ook weldra de Zuidelijke
paren. Til. P.
iiililllilmiiiiMiiiiimimitiiiiiimmiimiiiiiiMiHinililiiilillHiiiiiiimiiiii
Het rectorencolle£e.
(Ingezonden)
De wijze, waarop mr. J. A. Levy in De
Amsterdammer van 27 Ojt. (onder den titel
»Universiteitsnieuws") het rectorencollege ter
sprake brengt, en de belangstelling in deze
instelliig en hare bemoeiingen, die hij daarbij
aan den dag leer, zyn van dien aard dat het
inderd.iad onh< ftMijk zou zijn hem niet te
antwoorden op de vragen die hij opwerpt. En
nu die vragen door hem onder de oogen van
het publiek zijn gebracht, dient ook de beant
woording in het openbaar te geschieden. Mis
schien dat de bezorgdheid, die zich in dat
artikel van mr. Leiy uit, zich aan sommige zyner
lezers heeft medegedeeld. Liat mij hopen dat
het mij gelukken zal die bij hen als by hem
weg te nemen,
Bezorgdheid is b\j den gea:hten schrijver
gewekt door een artikel van prof. A. G. van
Hamel in de Revue internationale de
Vtnse'gnem nt.
Hg heeft daaruit den indruk ontvangen, dat
bet college is of zyn wil een centrale raad ;
dat het aan de particulaiistische neigingen en
de zalf.standigheid onzer hoogeschulen het
tegenwicht wil bieden eener «centrale
bestuursregelir.g, krachtig georganiseerd."
Na heeft prof. A. G. van Hamel tot de op
richting van het college misschien den eersten
stoot gpgeven, misschien meer dan iemand
andera bijgedragen: zonder twrjfal heeft hij
daarin een groot aandeel gehad. Indien ierrand,
dan is hy bevoegd om over de instellingen de
strekking daarvan het woord te nemen.
Intusschen moet ik toch ik ken v H.'s artikel
in die Revue niet tegenover de aanhalingen,
die mr. Laey daaruit geeft en die den indruk,
door hem ontvangen, verklaren, opmerken
dat my sedert ik lid ea secretaris van het
college ben van eenig streven naar centrali
satie niets is gebleken; laat staan van den
wenscb om toteenecentrale bestuursregeling over
de vier universiteiten te komen. Wel van het
tegendeel; hiervan n.l. dat het »particularistisch
karakter" der hoogescholen er even zorgvuldig
wordt gehandhaafd als ontzien. Of het vóór
dien ty'd, van 1897 tot 180'J, anders is geweest 'i
Ik geloof het niet.
't Is toch niet zoo onnatuurlijk, dat men het
wenscbelijk heeft gevonden eene gelegenheid
te openen waarby leden van de vier senaten
elkander geregeld zouden ontmoeten. Er zijn
gevallen denkbaar, waarin eene gezamenlijke
actie, b.v. een of ander verzoek aan de regee
ring van alle vier uitgaande, of eenparigheid
in eenigen anderen te nemen maatregel
gewenscht blijkt te zijn. 't Kan nuttig wezen, dat
leden van den eenen senaat ten opzichte van
eene akademische aangelegenheid op de hoogte
kooien van de gedrag-dijn, die in de andere
wordt gevolgd Ouk dat het niet aan het toeval
wordt overgelaten of zij daartoe gelegenheid
zullen hebber, maar hun eene aangewezen
gelegenheid daarvoor opens'a. Iets meer
stellen, voor zoover ik weet, de leden van het
college zich van zijne werkzaamheid niet voor ;
niets meer van zyne vergaderir gen dan eene
gedachtenwisseling tusschen laden van geheel
zelfstandige corporatiën, die deze misschien
soms tot eenparigheid in wijze van handelen,
wellicht nu en dan tot samenwerking in't een
of ander leiden kan.
Mr. L9vy zoakt echter achter het college
dingen die veel verder gaan en hooger reiken ;
en enkele uitdrukkingen van prof. van Hamel
geven hem, ik beken 't nog eens, aanleiding
daartoe. Zoo is het begrypelijk dat bij de
bedenking oppert of die instelling wel zoo
onschuldig is ; of die zaak wel mag beschouwd
worden als zoo huiselyk dat men het Neder
landsen, publiek daarvan te eenenmale onkun
dig laat.
Wat dit laatste betreft, onder de fata wordt
meest ook van het college melding gemaakt.
Maar verder beantwoord ik voor my zulke
vragen bevestigend. Wat tot nog toe werd
verhandeld, was inderdaad m. i.
vantehuisely'ken aard dan dat het eenig nut kan hebben
aan het publiek daarvan mededeeling te doen ;
terwyl intusschen aan opzettely'ke geheimhou
ding van dat verhandelde niet is gedacht.
Niets verbiedt dan ook hier mede te deelen
welke de bescheiden vruchten van dat verhan
delde zy'n geweest. Het college heeft in de vier
i jaren die het nu bestaat lo. eenige rapporten, o.a.
| over het privaatdocentschap, verzameld die,
1 wanneer er uitzicht komt op wijziging van de
Wet H. O, misschien door dezen of genen
zullen worden geraadpleegd ; 2o. aan de leden
der senaten een overzicht bezorgd van de
percentage e xamens en promotiën waarby in al
de faculteiten het praedikaat cum laude werd
verleend ; 3t>. het zal wellicht de uitgaaf van
een jaarboekje, een wegwyzer voor ieder, die
een onzer hoogescholen wil bezoeken, uitlok
ken ; 4o. het heeft aan de senaten medegedeeld,
dat na veel overleg de totstandkoming van een
centralen catalogus der univ. bibliotheken zyne
leden gewenscbt en uitvoerbaar voorkomt.
Daaraan is het verzoek verbonden, dat iedere
senaat zyn biblioibekaris zal opwekken om met
de andere bibliothekarissen een plan en eene
kostenberekening daarvan te ontwerpen. Deze
zullen dan misschien door n of door alle
senaten of door andere personen, maar zeker
niet door het rectorencollege, 't welk geen
officieel lichaam is, by' de verzorgers en
betaalheeren der universiteiten worden ingediend;
en nu, tegen dien ty'd zal er wel publiciteit aan
de plannen dienaangaande worden gpgeven.
Ja, als er sprake was geweest van een of
anderen maatregel ten opzichte van b.v. het
privaatdocectschap, die het door mr. Lavy
genoemde bezwaar kon meebrengen, dan, by'
hèft volkomen gely'k, dan zou dit niet maar
eene huiselijke aangelegenheid der hoogescholen
zjjn gebleven. Ook de beurzer quaestie is iets
meer dan dit laatste. Maar... er zyn geene
maatregelen aanhangig omtrent het een zoomin
als omtrent het andere. En die centrale cata
logus aanvankelyk der vier universiteitsbiblio
theken, straks van nog andere openbare ver
zamelingen daarby' 1 Nu, het bestaan van zulk
een catalogus zou toch nog weinig hebben van
ZM, vervolg op pagina 6.
iiiiiiiiiiniiiiiilliniil
iiiiniiiiiiiiitiiniiii
oflzclamu*.
40 cents per regel.
«immiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiii
II 8.40
en hooier 14 Meter l Franco en
vrU van fnvoerrecbten toegezonden l
Stalen ommegaand ; evenzoo van zwarte witte
en gekleurde ,,IIenneberg-Z(|de" van
45 cent tot ft 11.1O per Meter.
G. Henneberg, Zijde-Fubr. (k. & k. Kofl.), Zürich.
Laat het ons beroep zijn voor
onze Kinderen te leven!
De meening van FRIEDRÏCH FBÖBFL/ de
uitvinder der kinderspelen, zoudei wij aaa
alle ouders willen toeroepen, nadat wij nu den
g. 'illustreerden Catalogus van het. Leipziger
Lehrmittel-Ans'alt" van Dr. OSCAR SCHNEIDER
doorgezien hebben.
De Ie afdeeling geeft een menigte van Bouw
en Gezelschapsspelen voor 3 tot 5 jarige kinderen
als Bouwdoozen, Mozaikspellen, Spellen met
tingen, Stukepelletjes, Boorbeelden om uit te
knippen etc.
Voor 6 tot 12 jarige hinderen zy'n Boek
binder-, Drukkers-, Timmer-, Ijzerwerk- en
eeheele complete kisten met Gereedschappen.
Verder Verf- en Schilderdoozen en
Handwerkkistjes, Kooktoestelletjes en Naaimachines voor
jonge meisjes.
Ook voor grootere kinderen en voor volwas
senen z|jn i<i de eerste afdeeling een me_igte
nieuwe Gezelschapsspelen.
In de lie afdeelirg van den Catflogus vinden
wjj een ryke keuze in S'oom, Electrische Ma
chine j^s, Spoorwegen, Schepen en verschillende
dergelyke zaken.
Op het gebied van Pbysik en Chemie is niet
z er veel zorg a les opgegeven.
Met deze door het bovengenoemde ir.stituut
uitgegeven Gereed chapskisten kunnen zich
grootere jongens daarom zoo goed bezig houden,
omdat zij geen speeltuig, doch werkel^ke leer
middelen zijn, die aan de knapen gelegenheid
geeft, om de in de school geleerde zaken thu's
te herhalen.
Wanneer men zijne kinderen in de lange
winteravonden nuttig en onderLouier.d
wilbszighouden, dan bestelle men hij het Leipziger
Lehrmittel AnstaltvanDr OSCARSCHNEIDER,
te Leipzig, Windmühlenstr. 39, dm
dit jaar verschenen Cafalogus voor Kerstmis.
Genoemde instelling verzendt zoowel den
Citalogus van de Ie als van de He afdeelirg gratis
en franco.
KAMSTRA's Matrassen-, Bedden- en
Slaapkamer-Meubelfabriek, Sneek.
BED DER TOEKO-ViSr met 10 jaar garan
tie. Lev^rle selert 1S3Öpi. m. 7OOfl
stellen. Gcïlluxtreerde Prijscourant grutii.
Honderden bewijzen van tevredenheid. ?
Speciaüte t in KM4ELSCHE LKDIKAN'TEV.
Piano- en Muziekhandel
H. EAHE, te Utrecht.
Opgericht 1835. Tdephoon No. 443.
Amerikaan^clie, Duitsche en
Fransche
PIANINO'S en ORGELS.
Groote keuze in:
HCVHPIA!VO'§.
Oude instrumenten worden ingeruild.
Reparatiën worden in ds Fabriek ten spoedigste
uitgevoerJ. Gelegenheid tot stemmen in en
buiten abonnement.
Piano-, Orpl- en fflizietaM
JÏEYStÜO* A KALSIIOVEH,
Arnhem, Koningsplein.
VLEUGELS en JPIANINO'S in Koop en in Huw.
Reparaeren Stemmen Ruilen.
oa's
SKUNKS
MARDER
NERZ
WALLABY
PERSIANER
SITKA VOS
GKIES FUCHS
Au Chapeau d'or", 100 102 Kalvers'raat.