De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 10 november pagina 5

10 november 1901 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No 1272 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. YOOH DAMEjS. Het Imisgezin in Rusland. i. Certes madame, c'est Ie vrai paya de cocagne, que la Russie, pour les Francaises qui savent bien parier leur langue et même pour celles qui n'en savent que fort-peu." Dat was 't antwoord op myn vraag, of Rusland nog een flink terrein zou bieden voor haar, die zich als gouvernante aldaar bij een of andere familie zou willen engageeren. Een vijfjarig verblyf in Rusland in deze kwaliteit, stelde de dame, wie ik omtrent bovengemeld onderwerp eenige inlichting verzocht, in staat om met ojrdeel te antwoorden. Ik acht 't niet van belang ontbloot hier, volgens myn zeer vertrouwbare zegsvrouw, het voor en tegen van zulk een positie te behandelen; er staat toch nergens geschreven, dat slechts Fransche, Zwitserscie of Belgische Fransen-sprekende vrouwen die plaatsen in Russische families zouden kunnen bekleeden. Dat de Russische dames ten opzichte der capaciteiten harer gouvernantes het niet al te nauw nemen, bleek mij al dadelijk toen het slachtoffer van mijn interview-woede mij ver zekerde, dat al wat men behoeft om in gemelde kwaliteit aangenomen te worden is ... een pas, en deze niet zoo zeer als eisch der dame by wie men de gouvernante plaats gaat vervullen, dan wel voor de terecht gevreesde Russische douanen en afgezanten van de heilige Her mandad. Of op een advertentie, of door aanbeveling, soms over zes scbyven gaande, wordt de gouvernante geëngageerd, en noch naar haar zelve, noch naar haar familie wordt door 't meerendeel der dames verder gevraagd, ja, zelfs actes" zyn, hoogst enkele uitzonderingen daargelaten 1) bertriebener LUXUB". Men moet slechts flot Fransch kunnen babbelen en liefst wat tact om de jonge Russen en Russinnetjes deze taal te leeren. IS u moet men niet denken dat behalve deze eigenaardigheid, voor 't overige de positie van een gouvernante daar eene is, zooals in 't overige deel van Europa. Om te beginnen zijn er drieërlei soort betrekkingen van dien aard. Ten eerste de heele" gouvernante, dat is zij, die zich den gansenen dag den kinderen der familie wijdt, en dezen, behalve in 't Fransch, ook in pianospel onderricht kan geven. Zulk een dame verdient van 25 tot 50 roebels (een roebel is ? 1.50) 's maands, al naarmate de welgesteldheid en den stand der iamilie 2) en het getal lesuren wat de gouvernante te ge ren heeft. Dan volgt hierop de tweede soort: de halve" gouvernante, dat zyn zij, wien het gegund is, vier uren daags buiten 's huis les te geven. Gemiddeld verdient zulk een halve" gouver nante in haar betrekking 15 R. 's maands; by' meerdere vry'e uren vermindert ook haar salaris. Ten slotle heeft men nog de kwartplaats, waar men slechts 2 uren daags in de familie les te geven heeft en daarvoor kost en inwoning zonder salaris ontvangt. Buitenshuis worden die fransche lessen betaald met 5 R. 's maands voor 3 maal 's weeks n uur, en met 8, 10 a 12 R. 's maands voor n uur - dagelyks. Dat is gewis niet veel, maar er wordt niet veel voor geëischt; is men in staat piano lessen te geven, dan ontvangt men daarvoor ook hooger honorarium; het spreekt van zelf dat ook daarvoor geen acte gevergd wordt en dat ietwat muzikale aanleg bij wat vinger vlugheid menig roebel in de tasch kan brengen. Tweemaal 'sjaars worden der gouvernante evena's alle ondergeschikten in den huize groote cadeaux aangeboden: met Paschen en met Kerstmis, dezen kunnen in geld of wel in kleedingstukken of luxe-artikelen bestaan, maar representeeren toch steeda een aardig bedrag. De gouvernante komt, zoo zy voor kleinere kinderen is aangenomen, met deze slechts in de lesuren en aan tafel in aanraking. Voor 't overige zyn ze als regel niet by de moeder maar by de niania, de kindermeid, die 't kind van af zyn geboorte verzorgt en grootendeels opvoedt (!!). Die niania is onder het personeel de feitelyke hoofdpersoon en heeft den meesten invloed in huis. Zelfs de gouvernante doet wys, haar niet ten kwade te stemmen, zoo zy' in haar betrekking langeren tijd wenscht te blyven. Het zijn slechts uitzonderingen onder de gehuwde vrouwen, die haar kinderen zoogen. Om zoo min mogelijk last te hebben, nemen de Russische vrouwen uit den z. g. n. beschaaf den stand een min, of de niania belast zich met de kunstmatige voeding der kleinen. De Russin is van nature enorm indolent. Deze indolentie, de hoofdkaraktertrek der Russen is zóó groot, volgens myn zegavrouw, dat ook anderen er onwillekeurig er door aangestoken worden en het zich van iets druk maken" langzamerhand by de vreemdelinge verdwijnt. Wel een groot bewijs dier indolentie is, dat zelfs by ernstige ziektegevallen de niania het uitsluitend toezicht over den kleinen patiënt behoudt, en de moeder slechts af en toe eens komt kyken. Tot hun elfde jaar staan de kinde ren onder niania's toezicht en deze is gewoonlyk een analphabete, dan komt de gouvernante ter polysting", beter gezegd: om er een vernisje over te leggen dat de tint van beschaving heeft. Der huisvrouw is, dank zy haar gemak zucht, zulk een niania's heerschappij in huis, zeer gewenscht; haar taak is dan ook niet veel meer, dan 't bedienen van, en schenken uit de samovarS) die een hoofdfiguur voor de huishouding vormt. Zyn er gasten dan is die bediening van thee nog nog al gecompliceerd en heeft de gastvrouw werkely'k een ietwat drukke bezigheid met de glazen te vullen, de verschillende confituren het onvermy'delyke toevoegsel by' de thee rond te dienen, de 1) Niet alleen werd nooit deze dame, maar evenmin een van de vele Frargaises, die zij in de plaatsen waar zy zich ophield, aantrof, om een acte gevraagd. 2) Al wat zich hoven 't klein-burgerschap vei heven acht, heeft een gouvernante. 8) Waterketel voor de thee. 4) Diezelfde formaliteit werd door hen tegen over de gouvernante in acht genomen. theeglazen weer te wasschen en op nieuw te vullen. Het is geen algemeene regel gebakjes bij de samovar te presenteeren; dezen komen alleen by' deftige gelegenheden ter tafel. Maar dat is al, wat de Russische vrouw te bezorgen heeft. Wat niet door de niania wordt geregeld, geschiedt door bemiddeling van den heer des huizes. Deze houdt het huishoudboek, de dagelijksche conferentie met de keukenmeid over de menu etc., bezorgt mevrouw's koffers, even als de zyn e, als er op reis wordt gegaan, kortom is de tweede zorgziel in den huize. Wat ontwikkeling betreft, wordt er van de Russische middenstands-dame niet al te veel gevergd; het vlot spreken van twee vreemde talen: Fransch en Duitach is reeds al wat; weet ze dan rtaarby' zich ietwat op de hoogte toonen vau de laat verschenen Fransche romans en wat piano te klimperen, dan voldoet zij aan al de eisenen, die haar gesteld worden. Zy is daarbij zeer religieus, en draagt zorg, dat haar kinderen geen enkelen godsdienstigen vorm verwaarloozen. Van jongs af worden dan ook de kleinen gewend, zich i e bekruisen voor het heiligebeeldje, dat in elke kamer hangt en waarvoor Zaterdags een lichtje brandt; alvorens zich aan tafel te zetten, moet het zelfde eerbiedsteeken gemaakt worden, terwijl na den maaltyd wederom het teeken dés kruises voor het heilige beeld wordt geslagen, waarna het kind, alvorens de kamer te verlaten de hand van vader en moeder, als bewijs van onder danigheid moet kussen. Datzelfde doen de dienstboden eiken morgen, ook by' het ont vangen van een geschenk, het hun betoonen van een of ander gunstbewys en met Paschen, vóór de dienstboden hun Hoogty'd ga»n houden, werpen zy' zich voor de voeten van hun heer evenals voor die van hun meesteres en vragen vergiffenis voor wat zy' misdreven hebben 4). In vele opzichten, ook behalve deze onderdanigheidsvormen, blykt het bestaan der inlandsche ondergeschikten nog sterk aan de lyfeigentchap te herinneren. Zoo b.v. heeft behalve de niania, die bij de kinderen slaapt, geen der vrouwelyke dienstboden een ander nachtverblyi dan ... de keuken, die zeer klein is; van ledekanten geen sprake en evenmin van ander beddegoed dan wat zy zelve aan kussens en overbedden meebrengen. De fiaancieëele waardigheid eener dienstoode zit in het getal kussens en van deze rus.-ische vrouwen kan men dus zeker by een manage de finance de vraag stellen: zit ze goed in haar veeren?" Dat beddegoed wordt vóór den uachttyd op de familiekist" gelegd; dat is een houten kist van grooten omvang, die in elke keuken, hoe klein die z\j, te vinden is, en waarin 's zomers het bont en 's winters de zomerkleeding der familie bewaard wordt. Om de beurt slaapt, zoo het vrouwelyk personeel meertallig is, een der dienstboden op die kist, de rest legt haar kussens op den grond. Na 't geen ik daar mededeelde van wat er in de russische keukens omgaat, zullen myn lezers zich wel geen groot denkbeeld omtrent russische zindelijkheid ge vormd hebben. Maar hóe weinig begrip Russen en Polen inderdaad van zindelyaheid hebben, daarvan kan men zich buiten de grenzen geen denkbeeld maken. Toevallig sprak ik, kort na myn onderhoud met gemelde gouvernante, een ons allen bekend musicus, nu in Rusland een hooge musicale positie innemend, en diens vrouw: deze beiden gaven my evenzoo merk waardige staaltjes van russische vuilheid en van russische indolentie. Wat de eerste betreft, zoo werd my o. a. gezegd, dat daar in 't begin van September alle vensters met een soort vet hermetisch gesloten en voor 't binnendringen der lucht gevry'waard worden, na dien tyd tot dat de zomer volkomen haar heerschappij begonnen heeft, denkt geen Rus er aan, een zijner kamers te luchten. Als staaltje van indolentie, werd mij door een familielid, aan wie zij dit geschreven hadden, 't volgende medegedeeld: In de door hen bewoonde apartementen, zou men, volgens gedane belofte vóór hun tijdelijk vertrek uit het Berenland, zeker zorg dragen dat bij hun terugkomst alles weer in goede orde en huiselyk ingericht zou zyn. Ten overvloede vroeg men toen de dag van terugkomst bepaald was, nog eens aan, of men nu werkelyk alles bewoonbaar zou vinden. Het antwoord liet zich wachten. Toen men aankwam was alles precies in den toestand, zooals men het verlaten had en mocht men zelve nu in alleryl de handen aan 't werk zetten en... daarbij zwijgen; want daaromtrent een of andere opmerking maken, zou tot eigen schade slechts dienen ! (Slot volgt). VKOIWKI:. Nettie Wilmers, door F. J. VAN UILDRJKS. Almelo, W. Ililarius Wzn. Als het der schryfster er om te doen is geweest, hare lezers en lezeressen eens op recht prettige wijze te verrassen, dan is zy m. i. daarin zoo goed geslaagd, dat we ons al aanstonds voor eene herhaling aanbevolen houden. Wat is toch haar Aan de lezers! sober: 't klinkt hier en daar by'na als esn veront schuldiging dat zij zoo »ter verpoozing van ande ren arbeid", dit boekwerk schreef, 't Zal eene aardige OLtspannirgslectuur zyn ! denkt men na zoo'n mededeeling, maar al spoedig gevoelt men, hoe hier by veel dat zich zoo aangenaam, zoo gemakkelyk lezen laat, ook menige bladzyde bevindt vol leerzame mededeelingen, vol lessen, gegeven op dien causerietoon die tot luisteren dwingt maar tegelyk ook aanspoort tot onthouden en toepassen. Hier een kijkje in verre landen, by medemenschen waarvan we gewoonlyk zoo weinig hooren ; daar eenige wetenswaardigheden uit bet dierenryk, van de beestjes waarop anders in een boek, bestemd voor ontspanning, zoo niet de aandacht van groote menschen gevestigd wordt en waarvan toch maar al te velen eigenlyk bitter weinig weten. Of wel, de personen die door de schryf ster sprekende worden ten tooneele gebracht, geven ons een interessant kykje in het plantenry'k. Wel lichten ze maar een heel klein tipje op van 't gordyn waarachter stellig heel veel meer zit verborgen, doch dat weinige te weten zal 't kan niet anders ! zoo menigeen begeerig doen vragen naar 't geen tante Mimi en tante Clotilde zoo gelukkig maakt op haar «buitentje, ver van alle stads drukte en stadsgewoel", die twee echt lieve dames die van kind af hadden gedweept met bosschen en groene weiden en met de bruine hei, te midden waarvan zy haar jeugd hadden gesleten in eene Oferyselsche pastorie. Zij waren er echter gaan wonen eerst nadat de opvoeding voltooid was van haar neef Karel Eyseler, een jonge man van buitengewonen aanleg, een flinke vent die evenals alle andere aardbewoners z'n eigenaardigheden heeft en o. a. op veertigjarigen leeftyd voor die hem niet kennen paradeert als een vrouwenhater, doch door z'n daden weerspreekt wat hy' soms ook zichzelven wil wysmaken te zyn. 't Is echter ook al te mal: een door de dames Ryzeler opgevoede man kan geen hater der vrouwen zyn ! Wel kunnen we ons best begry'pen dat hy niet voor alle vrouwen en meisjes eerbied en bewondering koestert, en dat een man als hij lang met zichzelven in tweestrijd leeft, er de aanraking met twee trouwstoelen in zekere Friesche raadzaal, waar van ook het gemeentewapen zoo heel noodig mocht worden opgefrischt, hem doet be sluiten, het »nu of nooit!" in toepassing te brengen en de sheldin" van dit werkelyk menscbkundig geschreven verhaal te vragen of hy óók op zoo'n stoel zitten mag, nu, heel eventjes, naast haar, Nettie Wilmers, die even rust zoekt, hebben we het goed gevoeld, rust zoekt voor lichaam, geest n hart, en deze rust voor alle drie erlangt, zoodat zy by de terug komst van burgemeester en opzichter weer rechtop staat voor 't venster en kykt ... in een nieuw verschiet, als een nieuw mensen. Dat waren we anders niet var. Nettie gewend dat zy moe was van 's levensstryd I Hoe prettig en toch flink voor haar klein nichtje Meta vonden we reeds Nettie's optreden in de leerkamer. Hoe rustig en kalm vervulde zy steeds haar plichten als onderwyzeres. Hoe best begry'pelyk is ons haar eerzucht om vooruit te komen en, waar haar veel talenten geschonken zyn, daarmee te woekeren zooveel zy kan, by'na te veel, zoodat het maar goed is dat het hoofdonderwyzeres-examen achter den rug is en niet minder goed dat de rijke (V) Nora Bremink niet nichtje Meta als reisgezellinne wenscht, maar tante Nettie kiest, eigenlyk om mama Bremink te contrariëeren, doch al spoedig bemerkend dat die »stüle, die niet veel pleizier heeft in uitgaan en pret, en dan een halve geleerde bovendien," heelemaal niet te koop loopt met wat ze weet, met heel andere oogen kykt als pa en ma Bremink, die ook op reis verveling en ergernis kennen en alleen zien dat waar ze als 't ware met den neus worden bygehaald, terwijl Nettie alle dagen opnieuw de aangenaamste herinneringen ver zamelt voor haar en Nora, op wie dit uitstapje »met Lissone naar Egypte" een onuitwischbaren indruk maakt. Zou de nadere kennismaking met de «verstandige en toch zoo prettige" reisgezellinne niet eene goede voorbereiding voor Nora's later leven zyn geweest? Trouwens, al hebben we ook nog zoo dikwyls van den goeden invloed van een helder verstand, geleid door een warm gemoed, ge hoord en er zelf het zegenryke ruimschoots van ondervonden, in Nettie Wtlmers ademt ons uit ieder hoofdstuk die heerlyke overheerschiDg, tydelyk en blyvend, verkwikkend toe. Broer Jan en Mina genieten er van, r.eef Willem leeft onder de bekoring er van voort in 't verre Atjeh, de kleintjes laven er zich mee, bewust en onbewust, vriendinnen kunnen haar niet best geheel ontberen, vrienden ook wenschen dien invloed, evenals de kleintjes zonder er zich rekenschap van te geven. En Meta, dat ijdele kind, dat alleen voor de strengrechtvaardige tante Nettie haar hart durft uitstorten als de nood op 't hoogst gestegen is, haar onrust alleen by haar hoopt te kunnen kwytraken als Nettie het haar zelve aange daan schandelyk onrecht met den mantel der vergevingsgezindheid voor aller oog verbergen wil, hoe spy't het ons half' voor dat ondeu gende nest, dat Nettie genade voor recht gelden laat, en toch.... Meta had een harde les noodig gehad, zeker! dat begreep Nettie in de eerste plaats, maar de straf zou zwaarder gevoeld worden door de ouders van het moedwillige kind, die altoos met werkzaamheden en zorgen als overladen Jan en Mina. Hadden zij nu maar niet ge twijfeld aan Nettie's goedwilligheid toen die brief kwam waarvan de lezing, zoo zus Net deze had toegestaan, alles in eens verraden hebben zou ... Die miskenning moet Nettit? zeer hebben gedaan; ook diiiïrom verheugt het ons dat Karel op biadzy 279 een beetje flinker gaat doorhakken de knoop waarvan de ontrafeling Meta alweer gemak en genoegen zou hebben bezorgd, al zou ze er misschien ook nog zoo'n mooien glimp aan hebben gegeven, om de be klagenswaardige te kunnen blyven ! Doch waar te eindigen als we op ieder trefl'end tooneelije wilden wy'zen zooals er in elk der 14 hoofdstukken minstens n wordt afgespeeld! We zagen en hoorden al die men schen ; geen engelen, onnavolgbaar schier in hun deugd, geen duivelen, al had er uit Meta in eene andere omgeving best een duiveltje kunnen groeien. Grootvader, de twee Henri's... maar neen, we zullen geen namen meer noemen; we eindigen liever met den wensch waarmee we begonnen zyn: dat het der schrijfster, mej. F. J. v. Uildriks, op hare villa »Labor Vincit" te Lochem nog vele malen moge geven zyn, tijd te vinden en lust te gevoelen tot bet schrijven van een prettig boek als Nettie Wümers is. Leeuwarden, G. C. STELLINGWERF ?2 October l'JOl. JENTIKK. Uit ptüipMen. Getuigenboeken van dienstmeisjes zyn in Duitschland volstrekt niet zoo'n weinig onder houdende lectuur, als men allicht zou meenen. Dikwyls kan men op n bladzy de tusschen de regels in meer romanstof vinden dan in menig lyvig boekdeel uit den tegenwoordigen tijd. Idyllen en drama's ontbreken evenmin, en de overvloed van vry'willige en onvrywillige humor, die op bijna elke bladzyde te vinden is, maken de lectuur soms be naald amusant. Onvrywillige humor is bijvoorbeeld te vinden in de volgende getuigen": By' een als kindermeid in dienst genomen meisje wordt, als aanleiding tot haar vertrek opgegeven: Wegens opheffing der zaak". By een keukenprinses staat als reden tot vertrek : Wegens het vele breken". Het volgende inschnft is waarschijnlijk afkom stig van een wel wat jaloersche huisvrouw: Ontslagen wegens te groote vriendelijkheid". Over het algemeen wordt gebrek aan vriendelykheid by' een dienstmei>je eerder als een ondeugd beschouwd. Eigenaardig is ook het volgende getuigschrift: Karoline M. voed, nadat zij ons vyf jaar lang trouw had gediend en altijd eerly'K, vlytig en gewillig was geweest, haar dienst niet meer voornaam genoeg, en wil daarom toogerop." De schryver van dit getuigschrift is een eerzame timmermansbaas, die zich blijkbaar gegiiefd voelt, dat Karoline hoogere aspiraties heeft en misschien wel van plan is, een dienst te zoekei in een officiersfimilie of in het gezin van een gestudeerd" persoon. IQ een ander boek staat te lezen: Anna is zeer y'verig in uitgaan, slapen en eten ; eerlyk, wanneer men haar op de vingers ziet, en netjes, wanneer zy toilet maakt, wat gewoon lyk een paar uur duurt." Dikwyls krygt men door n enkel woord inzicht in een geheele reeks van conflicten tusschen meesteres en dienstmaagd. Daarttaat byvoorbeeld opgegeven als reden van vertrek: Ontslagen, daar zy zoogenaamd ziek is." tiet woord zoogenaamd" zegt hier meer dan de langste verklaringen. De voorgewende ziekte is door het dienstmeisje zeer waarscnynl^k te baat genomen, om van een haar ocaangenamen dienst af te komen. Waarl k idyllische toestanden openbaart het volgende getuigschrift gegeven door een mees teres op het platteland: Geschikt voor de kinderen, maar onbetrouwbaar in de veeteelt." De zedebedervende" invloed van een wereld stad kon Franziska R. bewyzen, die van 1894 tot 1899 drie diensten" in kleine Silezische plaatsjes had gehad, vanwaar zy telkens uit stekende getuigen had meegekregen, docüdie sedert October 1899 in Berly'n werkzaam is en daar nu reeds haar elfden dienst zoekt. In de tien Berlijnsche getuigschriften wordt tweemaal aanmerking gemaakt op haar onwilligheid en even dikwyls op haar overdreven zucht tot uitgaan. Toch mag men niet al te veel op rekening der wereldstad schrijven. Bij Anna M. die kersversch uit een klein nest in. Saksen, komt, lezen wij als aanleiding tot haar vertrek uit haar vorigen dienst: Omdat zy herhaaldelijk zonder voorkennis en zonder verlof van haar meester of meesteres 's nachts het huis heeft verlaten." Emma Z. munt uit daor een groote mate van trouw zooal niet jegens haar meesteres, dan toch jegens den man harer keuze. Twee maal verliet zij namelijk haar dienst te Brieg en te Breslau om haar vry'er te volgen. Wegens vertrek van haar vrijer", staat in het getuigenboek, waarin overigens niet dan met grooten lof over haar wordt gesproken. De familie, die voornemens is, dit juweel in dienst te nemen, zou verstandig doen zich van te voren te verzekeren omtrent de verhuizingsplannen van den vry'er. De eigenaardigste getuigen, die een heelen roman vormen, niet van het dienstmeisje, maar van hen, bij wie zij in dienst was, heb ben wy eens gevonden in het boek van een Dresdener meisje Daarin stonden onder elkaar de volgende twee getuigschriften: Karoline Ernestine P.. . heeft van den len April 1891 tot den len Augustus 1893 in myn huis gediend; zij is eerlyk, trouw, vlijtig en volkomen betrouwbaar, zoodat ik haar in alle opzichten kan recommandeeren. Karoline ver laat mijn dienst, omdat zij het niet goedkeurt, dat ik mij van mijn vrouw wil laten scheiden. resden, l Augustus 1893. P... «ah." Het volgende getuigschrift is afkomstig van de gescheiden vrouw en luidt: Karoline Krnestine P. heeft van den l Augustus 1893 tot nu toe by mij gediend. Ik wil gaarne al het goede bevestigen, dat in bovenstaand attest over haar is gezegd, en kan het meisje ook in alle op zichten aanbevelen. Karoline verlaat mijn dienst, omdat ik weer ga trouwen, en zy dit niet goedkeurt." De feiten, die aanleiding gaven tot deze eigenaardige getuigschriften en een uitmuntend d.enstmeisje noodzaasten uit fijngevoeligheid haar dienst te verlaten, zyn de volgende: Op een goeden dag verklaarde de echtgenoote van een Dresdener schrijver aan haar man, dat zy' zich van hem wilde laten scheiden om zyn vriend, den dichter X. te huwen. De schryver bewilligde in de scheiding, doch slechts op voorwaarde, dat hy' in de villa, die X. juist liet bouwen een paar kamers zou kiijgen zoo dat hij in de nabijheid van zyn gescheiden vrouw kon blijven. Kort na het huwelyk van X. met de gescheiden vrouw, trad ook de afge dankte echtgenoot weer in het huwelyk, en nu wonen de beide echtparen in vrede en vriend schap te zamen in hetzelfde huis. Het is niet geheel onbegrijpelijk, dat Karoline zich in zulk een boveiimecschelyke verhouding i iet kon schikken, en dus liever haar dienst verliet. Arts and Crafts. Elizabeth Haribury. Multatuli. Matchtet. Huwetyksvoltrekking. Aan mevrouw A. Wegerif-Gravestein te Apeldoorn is door de commissie van de Studio International Competition of Decorative Art te Londen, de zilveren medaille als hoogste onderscheiding toegekend voor een inzending Batiks, vervaardigd in de ateliers te Apeldoorn van de firma Art and Crafts te 's Gravenhage. Voor de door deze firma vervaardigde en in gezonden meubelen werd de bronzen medaille toegekend. (N. B. C.) * * * Te Richmond, Surrey, is Donderdag mevr. Elizabeth Hanbury overleden, 108 jaar en 144 dagen oud. Zy verloor hare moeder den Sisten Januari 1795, en herinnerde zich George III zeer goed. Zy was yverig mede werkster van de beroemde mevr. Fry in haren arbeid onder de gevangenen, vooral aan boord van de schepen met vrouwelyke gedeporteerden, en niet minder y'xerde zy voor de afschaffing der slaverny'. Ook na haar huwelyk in 1826 bleef zy' op allerlei gebied van men&chenlieide werkzaam en was eane erkende spreekster in de byeenkomsten der Kwakers. Twee klein dochters van haar gingen als zendelingen naar China. Tot na haar honderdste jaar heeft zy kunnen lezen en schrijven en tot ongeveer de helft van haar honderd-zevende kleedde zy zich dagelyks om naar hare zitkamer te gaan. Tot het laatste toe is zy van ziekte en kwalen verschoond gebleven, at en sliep goed, maar werd hoe langer hoe zwakker en minder ge neigd tot spreken. Mevr. Hanbury laat nog een zoon en een groot aantal kleinkinderen en achterklein kinderen na. (O. H. C.) * * * By onze Duitsche naburen neemt de ver eering voor Multatuli steeda toe. IndeBibliothek der Gesammtliteratur vindt men nu weer de geschiedenis van Woutertje, (Walther in der Lehre) vertaald door K. Mittcttke. De uitmuntende Mulatuli-vertaler, Wilhelm Spohr, zal een reeks lezingen over onzen grooten schryver houden, m Duitschland, Oostenryk en Zwit»erland. * * * De in 1852 geboren Russische schryver G. A. Matchtet is vóór eenige weken overleden. Hy zal weldra als zyn landgenoot Max Gorki in onze letterkunde worden opgenomen. Matchtet werd op jeugdigen leeftijd martelaar zy'ner overtuigingen ; als gymnasiast werd hem de school ontzegd. Hij ging naar Amerika waar by' als werkman zyn broud verdiende. Tusschen 1870 en 75 keerde hy naar Rusland terug en sctireef zyn Amerikaausche ondervindingen. Spoedig werd hem van regeermgswege een verblyt te Archangelsk, later in Siberiëaan gewezen. Men moet vooral niet hardop denken in Rusland of de regeering beyvert zich een woonplaats voor u te kiezen by steenbok en y'sbeer. De aangrypende schets van Octava Mirbeau »Uit het Russisch leven" dezer dagen als feuilleton in de Alieuwe Botterdammer ver schenen gaf er ons weer een droevig staaltje van. Omstreeks 1885 werd den banneling den terugkeer naar Europa vergund. In dat tydperk valt zyne grootste littéraire werkzaamheid. Hy wordt een vurig stryder voor vryneid en menschenwaarde genoemd, die, schoon geen kunstvol schryver, door zyn vlammend pathos en zyn schrille contrasten geweldige effecten teweeg bracht. Tut zyn meest bekende verhalen behooren »de Jood", »In naam der Wet" en »Hy en Wy". * * * In Burmah is de voltrekking van het huwelyk dooi-eenvoudig. Omringd door familieleden en vrienden eten bruid en bruidegom ryst uit n schoteltje. (Dat eene schoteltje doet denken aan «les noces d'Auvergne"). Als de rijst verorberd is, zyn bruid-en-bruigom man-en-vrouw. Menschen die zich ergeren aan de formaliteiten verbonden aan onze huwelyken zullen deze hoogst naïve ceremonie zeker van harte toejuichen. In Burmah denkt men er anders over. ejoegelui vinden het samen-ryst-eten zoo ontdaan van poëzie en romantiek, dat zij er in den regel eerst toe besluiten, nadat een schaking der bruid aan den traditioneelen maaltyd is voor afgegaan. CAPEICE. * * * Zwezerik a la Supréme. Ingrediënten: 2 zwezerikken, 1/2 blik cnampignons, l liter kalfsbouillon, citroensap, nootmuskaat, 1/4 liter room, wortel, ui, teldery, gegarneerd bouquet, lacdeerspek of truffels. Bereiding. Plaats de zwezerikken gedurende een uur in koud water, blancheer ze en pers ze tnsschen twee borden. Verwyder de vellen en het vet zoodra de zwezerikken geheel koud zyn en lardeer ze met spek of met truffels. Wikkel de zwezerikken in een beboterd papier en kook ze in den bouillon, waarin de ver schillende groenten en kruiden gedurende s/4 uur. Zeef den bouillon en maak daarvan een saua met boter, bloem, den room, het citroensap en de champignons. Doe de saus om de zwe zerikken en presenteer ze met doperwten of sny boontjes.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl