Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1274
BOEKAANKONDIGING
'M Grepken ?, van J. L. KETELAAR Jz.
Amsterdam, Cohen Zonen.
'n Grepken ? is eene treffende geschiedenis
?van een armen boerenknecht, eenvoudig, zonder
onnoodigen omhaal, half verteld, half hande
lend voorgesteld, en geschreven in geweste
lijke taal, zooals die aan den .leselt" gesproken
wordt.
De boerenknecht ia een misvormd wezen.
Bochel-Harm noemen ze hem. Om zy'ne
misvormdheid meenen anderen recht te hebben,
hem, den misdeelde, voor den gek te houden,
wanneer het hun goeddunkt.
Een der knechts van het hooiland zal ook
eens een grapja met hem uithalen, 't Is in den
hooitijd ep de kermis op handen. Hij haalt
z'n eigen vrijster over te doen alsof ze een
goed oogje op Harmen heeft, en, om met de
kermis aardig tegen hem te wezen, zoo dat
Bochel-Harm denken kan, dat ze verliefd op
hem is. Rij zelf schrijft met verdraaide hand
Bjehel-Haim een brief, waaiin hij zy'n meisje
voorzichtig laat zeggen dat ze Bochel-Harm
lief heeft.
De ongelukkige gelooft het. De kermis nadert.
Harm wascht zich als nooit te voren, doet z'n
beste spulletjes aan, zonder, ondanks z'n
extrauitgaven, z'n oude moeder te vergeten en gaat
naar de kermis.
HU zoekt naar z'n vermeende vrijster, vindt
haar eindelijk in de herberg, in gezelschap
van haar waren vrijer. Het spelletje begint
nn eerst recht, tot BDchel-Harm begrijpt dat
men hem leely'k beet neemt. Dan drinkt hij
het eene jenevertje na het andere hy, die
nooit dronk, en iedere cent voor z'n arme,
oude moeder uitspaarde, kortom hij wordt
baloorig en zet er een borrel op.
Als mirakel loopt hy door het dorp, gaat
in een draaiachuitje, valt van het houten paard,
gaat verder, drinkt nog meer, loopt dan al
maar meer, vallende en opstaande. H\j wordt
half gek, het schuim staat op z'n mond. Op het
land valt hu neer. Hoe lang h\j daar ligt, wie
weet het! Maar de drank spookt hem nog in
't hoofd. Het is nog donker, en hij moet weer
loopen, alty'd loopen, zelf niet wetend wat hij
doet, tot eensklaps... uit het water, uit den
leselt, een plomp komt.
B ochel - H arm verdrinkt.
Den volgenden dag miste de boer Harmen.
Hy zou wel terugkomen, dacht de boer, 't is
kermis, hij zal een beeije te veel zijn uitgegaan.
Maar toen er eenige dagen voorbijgingen en
Harmen niet terugkwam, dacht men aan een
ongeluk en ging men aan 't zoeken. Sommigen
dachten, dat Harm zich verhuurd had aan den
baas van 't kiekspul en met hem »de wiede
wereld in was egoan, om zicht te loaten
kieken."
Eindelijk werd Harm Leuaveld, bif jegenoamd
Harm-Bochel as liek uut den leselt ehoald.
Nou mos 't noa zu'n mooder ebracht worden.
Langzaam ging 't noe de Zandweg in en veur
de deure van 't olde msnsche heel 't rietuug
stille. De koetsier ging noa binnen.
Of hier vrouw Lsusveld woont ?
Joa, man, joa, moar praot neet zoo hard,
't arme stumperd lig plat op bedde. Is der
tiedinge van Harm ? ...
Gefluuster ...
Groote God in den hoogen hemel...
Stille toch, man, stille toch ... ze is wak
ker, 't arme stakkerd... och, Heere, och
Heere... stille, dat ze 't niet heurt.
Uut de kleine bedstee kwam 'n vremd
geluud, efkes, heel efkes, soo wier 't der stille.
Vrouw Leusveld, bi 'j wakker?
Geen antwoord.
Vrouw Leusveld, hier is 'n man met
tiedinge van Harm. ~chrik noe moar neet. Haur
iij wel, vrouw Lausveld ?
't Bleef nog stiller in de bedstee.
Buurvrouw, wat God dut, is welgedaan,
dat leert domenie en de biebel ons.
Stille, doodstille bleef 't. Da vrouwe, die 't
olde mensche op had epast, keek noe is in
de bedde.
Vrouw Lsusveld was dood.
Heur olde ooren hadden 't bericht nog kun
nen opvangen, moar 't olde, arma harte had
de schok niet meer kunnen doorstaan. De slag
was te zwaar, 't lesd te groot, urn te dragen;
't zwakke dreüijen was ebrokken.
Den anderen dag werden de olde moeder en
beur kind teglieke en biej makandar begraven
in 'n heuksken van 't karkhof.
Dit was 't ende van 'i grepken.
'n Grepken ?
J. L. Ketelaar heeft zich zelf buiten 't ver
haal gelaten. Dat is goed gezien ! Dan gang
der handeling bewerken de personen zelf. tiet
karakter van ieder is goed volgehouden. Ver
haal en gesprek, alles blijft in 't dialect, zeer
gemakkelyk te begrijpen. Het dialect geeft
aan 't verhaal bekoring, 'n Grepken is wel
niet zoo «rnalsch" en dichterlijk als eene
Batusche novelle van Cremer, maar 't kan er gerust
naast worden gelegd.
Het heeft ook de zeer bizondere verdienste,
dat de natuur deel neemt aan het voorval.
Indien de heer Herman Lïmberts, die zoo
onnavolgbaar goed Batuwsche novellen van
Cremer voordraagt, 'n G e.\ilxn van J L
Katnlaar Jz. doelmatig verkort het boek is 173
bladzijden groot en dan voordraagt iri het
dialect, waarin het geschreven en hij meester
is, zal hij de hoorders en hoorleressen in alle
plaatsen van het land, waar hij optreadt, een
avond van bizonder groot genot bezorgen, en
hen bekend maken mat een auteur, van wien
in dit genre, nog veel verwacht kan wordan.
J. II. R.
Sinterklaas - Boeken voor jonge kinderen.
De uitgever W. de Haan te Utrecht ontpopt
zich weer als Sinterklaas.
In z'n grooten zak heeft hij prachtige prenten
boeken voor jongens en meisjes. De omslagen
zy'n verlokkend mooi, en de plaatjas binnen-in,
nog mooier. Prentenboeken voor kinderen
van iederen leeftijd.
* De verhalen en verhaaltjes, de bijschriften
en versjes zy'n aardig, geestig en boeiend,
en.... dit zegt voor een goed kinderboek
zeer veel, geschreven in zuiver en beschaafd
Hollandsch, door de dames Beata en Christinie
Doorman.
Nu bevelen zich weer aan voor jonga kinderen:
Speelgoed en «pilletjes, Voor elk wat loils,
waarin kinderen met hun vrindjes, de dieren,
verkeeren, In en om den Vijver, wêsr kinderen
en huisdieren, evenals Fox, de bnece>ditxte/ler.
Al deze prentenboeken bevatten allerliefste,
kinderlijke versjes van Beata.
Juffrouw Cttristine Doorman schrijft in proza
en voor oudere jongens en meisjas, van om
en bij de 10 en 12 jaar, als: Gezonde bijljes
op de hei. Hoe prettig juffrouw Christine
Doorman schrijft, bewijst iedere bladzij B v.
het begin al dadelijk van: Op Vlinderjacht,
op blz. 19 van de Gezonde bi/jtjes: «Tornheeft
nog nooit op een Zaterdagmiddag zoo naar
de klok van twaalven verlangi als nu. Het
is hem niet mogelijk om op school goed op te
letten; telkens moet hij maar kijken naar de
zonnestralen, die .zoo heerlijk door het raam
schynen, en hij verkneutert zich echt op dezen
zonnigen dag", enz.
E a dan al weer zoo'n aardig begin in een
ander boek van juflV. Christine Doorman, in
Vleugeltjes die ruischen door de lucht, by de
vertelling «Hanneke" uit het leven van een
pop: »0, dat was een heerlijk gevoel, toen ik
op een avond door mijn moedertje in een
lekker, zacht wiegje werd gelegd, en toegedekt
door een mollig, donzig dekentje. Tot nog
toe had ik altijd maar met niets anders dan
een hempje aan in een speelgoedwinkel gelegen.
Niemand weet wat een rugpijn ik daar gehad
heb en wat een verlichting het was, toen ik
op zekeren dag door de winkeljufirouw te
voorschijn gehaald, en verkocht werd aan mijn
moedertje Nettie", enz.
Dat zelfde: Vleugeltjes die niifchen door de
lucht, voor meifjas tusschen 10 en 14 jaar
heeft een groot verhaal: Op Dtnnenheuvel,
waarin allerliefst een kerstvacantie wordt
beschreven, en verteld van »de verwende
Paula, die woonde in een der allermooiste
huizen van het Voorhout in den Haag".
Voor jongere kinderen heeft Christine
Doorman ook een lief boek gemaakt: Kvjkjis
over den muur, met mooie plaatjes, en waarin
verteld wordt van meisjes en jongens, van
vogels en vlinders, van grauwtjas, enz.
Voor groote jongens en meisjes heeft de
uitgever de Haan niet minder mooie boeken,
als: Andersen's Sprookjes, naar het Deensch,
door Ciristine Doorman. De tekst is kinderlijk
gehouden en de mooie platen zijn vervaardigd
op het vermaarde atelier van Frans Nister.
Een heel mooi gedenkboek in vier talen,
prachtig uitgevoerd, en wederom van Christine
Doorman, is: Vredeklanken.
Mat Baata saam heeft Christine Doorman
saamgesteld een boek voir kinderen tusschen
5 en 10 jaar: Dninrootjes en Meibloempjes,
artistiek uitgevoerd. Verder muntten onder
de kinderboeken uit: Op de Noordzee, Drie
Vrienden, beiden door Juhan van Loenen, en
voor jorgens van 10?15 jaar; Paul ti tnderson's
Dochter, door Clare; Op Rozenhof, door
Clement; De Jongens en ik, door Molesworth,
voor meisjes van 9?14 jaar; Klokjes luiden,
door Doorman; Hop, door Salverda de Grave;
Aap Grijsaard, door Junius, en Madeliefjes,
door Tadema, alle mooie geïllustreerde boeken
voor jongens en meisjes van G?10 j aar.
Voor oudere meisjes, voor aankomende
dames wordt de aandacht gevestigd op Haur
Hooglied door Christine Doorman, eene novelle,
waarvan terecht getuigd kan worden, dat ze is
»zeer rein en teer, alle stemmingen hoog ge
houden, bescheiden gesteld en toch krachtig
van opvatting. Er spreekt uit JLtar Hooglied
eene hooge opvatting van de roeping der kunst."
J. H. R
Boekverkooping te Leiden.
Bibliotheek?»Tüs B HINK''.
Wy ontvingen den catalogus van eene uit
gebreide boekenveiling, welke op 2 tot 10
December by de n'rma Burgarsdy'k & Niermans
te Laiden zal gehouden worden. Da boek.verken
en tijdschriften bestaan ditmaal voor een deel
uit de bibliotheek van wijlen dr. Jan ten Brink,
hoogleeraar in da Nederlandsche letteren aan
de Laidsche U/ii/ersiteit. Da rubriek l .tteren
en wetenschappen neemt derhalve eene eerste
plaats in. Daze afdeeling omvat werken over
bibliographie, Fransche taal-en letteren.
Italiaansch, Spaansch, Portugeesch, Nederlandsche
taal- en letterkunde, lloogduitsch, Engelsen,
Slaviesch, Oostersche talen enz. Verder de
rubriek geschiedenis, waarbij wij vooral de
aandacht vestigen op de Fransche geschiedenis
met eene uitgezochte collectie werken over de
Fransche omwenteling. B;j deza veiling zijn
gevoegd eenige kleinere, doen naar het ons
voorkomt niet minder balangryke bibliotheken
over rechts- en staitswetenschappen, god
geleerdheid en philosophie. Da slotafdealing
bevat werken over kunst en eene verzameling
pracht- en plaatwerken.
Da catalogus is zorgvuldig bewerkt en net
uitgevoerd. Hit portret van prof. Ten Brink
prijkt op het omslag.
Deze omvangrijke en interessante verzameling
is op 20 en 30 November a. s. te bezichtigen.
Men zie de uitvoerige annonce in dit blad.
Annie Foore.
Van het bekende werk van Annie Foore
Vlorence's droom, is thans bij den uitgever
D. Bjlle een zegende druk verschenen. Daze
uitgive is geïllustreerd door Wm. Steelink.
NIEUWE UITGAVEN.
Uit Zunneland, Lund- en volkenkundige
schetsen voor de jeugd in sprookjes en ver
tellingen, door TH J A. HILCHKS. Deventer,
A. E. Kluiver.
Eerste werk, door J. EVKKÏS Ju Haarlem,
De Ervan F. Bjhn.
De Vrouwe can llniz', Si. Innocentiti*, door
JOIIANNA STKKI.IKIÏAmsterdam, Wilms it Co.
Kindi'.nmarc. N lar da 4.">! Duitsche uitgave
van Euxsi' vos Wii.iiKNr.iu en, door E. J. T.
Uitgave van H. Honig te Utrecht.
E-:n Natuurkind, l" t het Russisch van
MAXIM GoitivY, door J. II. F. Umi:ri. Uitgave
van 11. Honig te Utrecht.
liirtcn van goud. Sjhatsan uit Schotland,
door JAN MACLAKUN. Vartaling van. W. TIKII.
Geïllustreerd. 5j druk. Uitgave van J. M. Bredée
te ll-itterdam.
Di Uorpvipoitel. lliman naar het Duitsch
van L GANOIIOI.'KU. door W. /AAI.I;I:Ü(; 2 deelen.
Uitgave van II. J. W. B scht te Amsterdam.
Etn Meisje uit Duizend. Naar h«t Engalsch
van Ei.i.iNOK DAVK.NIMIKT, door M C Roo^ VAX
DKN BKIII: Met 4 platen. Uitgave van boek
handel en drukkerij, voorheen L. J. Bril),
Leiden.
Ned. spreekwoorden, weekwijzen, uitdruk
kingen en ges yden. door F. A S'IOETT. Xutphen,
W. J. Taieine it Cte.
Gedichten van J.\rvrKs l'j-:ui; met voorrede
van WILLEM KLOOS en viarsiering van J. G.
Vi'.i.niiEi.i: 4? druk. Amsterdam, S. L. van Looy.
Hiv.Mii BoitKi^ Van de Enijtleii. Arnsterdaui,
L. J. V«en.
Doe Tolxtuij letfl en werkt, door P.
SEI:M-:JKNKO. Den Haag, drukkeiij »Vr«(f«".
Lr.o TOI.STOY, Mijn !?'?: nu;elie. Vt;rtaling van
L. S A M VO.N UÜMKK Den Haag, drukkerij
DJ'f Olicicr. Historisch verhaal uit den
tachtigjarigen oorlog, door EIUMIÜI C. HOCÜOLT
met oorspronkel.vke teekerdrigen. Lsiden, A. H.
Adriani.
Spectatoriale vertoogen van dr. L. KSVM-ERT.
Tweede druk. Haarlem, H. D. Tj?enk Willink
& Zoon.
Verzamelde opstellen, door L. VAN DEYSSEL.
Tweede bundel, tweede druk. Amsterdam, ]
Sshelteina & Holkema's Boekhandel.
Eobert Fruin's verspreide geschriften. Afl 25.
Dan Haag, Martinus Nijhoff.
Verweqhe en zijn vrouw, door C. P. BRANDT
VAN DOORNE. Amsterdam, II. J W. Bacht.
Lzvensgang. Roman uit de Diamantwerkers
wereld, door Is. QUERIDO. 2 deelan. Amster
dam, E. L L. van Dantzig.
Lientje en andere, verhaaltjes, door TJTJNE
DE Kuurt']?-Gonurs. Amsterdam, C A. J. van
Dishoeck.
Hollandsdie Belletrie win den Dag. Kronieken
van CHARLES M. VAK DEVENTER. Haarlem, H. D.
Tjeenk Willink & Zoon,
Alleen in een zeilboot de wereld rond, door
kapitein JOSIIUA SLOCU.M. door C. CRAANDIJK
met 03 penteekeningen. Haarlem, H. D. Tjeenk
Willink & Zoon.
Het sexneele leven van den mensch, van het
standpunt der natuurlijke ontwikkelingsgeschie
denis. Voordracht van prof ALB HEIM vertaald
door dr. G. VAN BRAKEL Laiden, A. H Airiani.
De Gedenkschriften van den
woudtchoolmeester, uitgegeven door PETER ROSEGGER, be
werkt door W. ZAALBERG. Amsterdam, Van
Holkema & Warendorf.
Frits Wardland, door C Joa KIEVIT, met
illustraties van Jon. BRAAKENSIEK. Alkmaar,
P. Kluitman.
Donkere M'ichten, door GERARD VAN ECKEREN.
Amsterdam, C. L. G. Veldt.
Princessen van Oranje en hare dochters in
Frankrijk, door Jou. W. A. NAUEB. Haarlem,
H. D. Tjaenk Willink & Zoon.
»Nederlandsche Bibliotheek". Connie, door
NKTTY SPANJAARD. Utrecht, H. Honig.
»De goede Riadgever". Almanak van de
Nederlandsche Vereeniging tot Afschaffing van
Alcoholhoudende Dranken, voor het jaar 1902.
St. Anna Parochie, J. Kuiken Jz.
»DöBaeken der K>eine Zielen". De Kleine
Zielen, door Louis COUPERUS. 2 deelen. Amster
dam, L. J. Veen.
»Da Liefde Sticht". Almanak voor het jaar
1902. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf.
Kleine Liuh en, door A. W. SANDERS VAN
LOÜ. 's Gravenhage, de Ned. boek- en
steeudrukkerij v/h. H. L. Smits.
Inhoud van Tijdschriften.
Jfygiënische B'u'len. No. 11: Dr. J. W.
Jeni.y' \VeiJerman, Het laatste rapport over de
proefiistallatie voor biologische zuivering te
Manchester. Dr. Pli. Kooperberg, De ge
meentelijke gezondheidstoestand te Amster
dam. Veritas; de toekomst der pharmacie
in Nederland. Dr. G W. S Lingbeek, Da
gezondhoudende en geicoridmakende krachten
in de r.atuur. Dr. G. W. Bruit sma, Bescher
ming der openbare gezondheid, in het bui
tenland
De Xatuur. Afl. 11: Het gebruik van auto
mobielen in den oorlog, door H. Het ver
zonken bosch van Da Haar, door dr. J. Lorié.
Menschapen en aaumenschen, door dr. A. J.
Snijders. Twee gevallen van monstrueusen
aard Appelknollen, door dr. J. C. Costerus.
Wisselstroommotoren, (vervolg en slot), door
J. Sarrurier. Da sterilisatie van water, door
Ozon, (vervolg en slot), door J. van der
Bruggen. lïts over de kina, door J. W de
Waal. K >rta mededeeling.
Sterrekundige opgaven en mededeelingen, door Ant.
Pannekoek.
l'Autn Haard. Xo. 47. Bob Fonfécn, door
J. F.' de Witt, (slot). Mr. 11. L. M. Luden,
door Togatus, met portret. Naar Simalanga,
door <J. A'ieuwenhuis, met aft>. naar toto's van
den schrijver, (slot). Voor onze Amateur
fotografen: het copieeren, door dr. J. E.
Rombouts, met afh. naar eene opname van lifn
amateur-fotograaf notaris II. Molenport. Da
kleine kerk te Bolswarrl, met afh. Met recht
van Silouio, door A. L T. Verscheiden
heid. ? Feuilleton.
MuimiiiMiiniiittiiitiiiiiiitttiiMtiiiiHiimiHHttimimiimmiHtHimMB
Twee oorloE'ieraiöe predikanten,
In MR! 1901 verscheen te Haarlem bij da
Erven Bohn, de eerste EU wering van het
Maandschrift Onze Eeuw onder reilactie van
da L3idsche hoogleeraren Blok, Chantepie de
la Saussaye en Van der Vlugt, den Utrechtachen
hoogleeraar Van der Wyck, en de hoeren
E B. Kielstra, jhr. mr. H. Smissaert, en G.
F. Haspels.
Laatstgenoemde is predikant bij de
Nedsrlandsche Hervormde gemeente te Rotterdam,
en schrijver van het boelij?: Dj Weerloosheid.
K:n liodfdxink van Lereimleer. Amsterdam.
l'. N. run Kumjisn en Znun 1001 200 pag.
In dit geschrift treedt hij op als verdediger
van den oorlog iiiet alleen, maar bedient zich
daarhij van argumenten 7.00 Jaag en materialis
tisch dat de meest haulensche geweldenaar hem
in dezen niet kan overtreffen.
Op pag. 179 leest men: .... »de oorlog is
«niet alleen gruwelijk. Immers reeds uit
»ooconomisch oogpunt is de oorlog best te
«verdedigen, daar een ontwapening een massa
»ma;inen in hare besta arbeidsjaren op de
?>arb3!dsiiarkt zou brengen en de werkeloosheid
xbojcrmate zou do?n toenemen, terwijl nu het
>leger en alles wat daaraan annex is, een
?groote industrie in het leven houdt."
Da oorlo;; niet alleen gruwelijk !! Ik twijfel
geen oo^enblik om er tegenover te stellen:
de oorlog altijd en in alle opzichten eenprtticel,
in geen enkel opzicht goed te keuren, zelfs
niet als men denkt aan de zelfopoffering van
hen die de gewonden behulpzaam zijn. Immers
nooit is bet geoorloofd het kwade te doen,
omdat er ter beteugeling van dit kwada wei
iets goeds te verrichten is, opdat het goede
er uit voortkome. Wie zal zoo mal zijn om
de gezonden ziek te maken, ten einde werk
te verschalen aan da gei:eesheeren, of eerlijke
menschen tot diefstal aan te moedigen opdat
de rechtbanken wat te doen krijgen ! O irlog
is en blijft menschenmoord, en als zoodanig
een gruwel.
De redeneering van dan heer Haspels dat
ontwapening de werkeloosheid zou doen toe
nemen en eene bepaalde industrie zou
banadeelen, houdt ook geen steek daar lo van
Eioree! standpunt bij iedere industrie niet de
eerste vraag mag zijn: wordt er aan verdiend ?
maar: wordt er een goed doel mee beoogd V
en 2o juist de dienstplicht de jonge menschen,
sis zij wat beginnen te verdienen of bezig
zijn zich voor een beroep te bekwamen, in
dut goede werk komt storen, om ze les te
latttii nemen in dfi kunst om hunne
medemenschea dood te schieten, en de werken door
menschenhanden gewrocht te vernielen.
De moord-industrie behoeft niet in het leven
te worden gehouden. Waar ze op kleine schaal
wordt gedreven, wordt ze dan ook verboden
en bestraft enkelvoudige moord toch is
niet; meervoudige moord of oorlog wél geoor
loofd.
Da heer Haspels acht den oorlogeven nuttig
als een examen. Hij schrijft toch: »De oorlog
»is vaak voor een natie een examen waarbij
»zy' de proeven van haar bestaansrecht heeft
»af te leggen, waarbij zy heef c ta bewyzen,
»dat zy recht heeft op een eigen bodem, een
»eigen taal, een eigen regeering, ean eigen
kul»tuur, kortom op alles wat een natie tot een
»natie maakt." Ik laat de vergelijking voor
rekening van hem die haar maakte, alleen dit:
examina die zich voortdurend herhalen zonder
tot het gewenschte doel te leiden examina
die zich zelf niet overbodig maken, zy'n be
wijzen hoe treurig het er met de examinandi
uitziet... voor de volken is het dan ook zeker
wenschely'k dat het examineeren in de kunst
van oorlog voeren eindelijk ophoudt.
Het fraaist van alles is echter dat de hesr
Haspels de oorlogen als iets godsdiensligs, ja
zelfs als iets christely'ks wil voorstellen.
Hij schryft nota bene »dat, zoo goed als
«vroeger de Israëlieten, nog heden de
Christen«naties hun ernstige oorlogan, in zekeren zin
»voeren als »oorlogen des Heeren" ".
Oorlog is altijd een ernstige zaak, ik kan
mij het tegendeel niet anders voorstellen dan
als spiegelgevecht, dat oorlog in schy'n is,
of als oorlog op het tooneel, dat oorlog spelen
is. Waar weikelijk gevochten wordt gaat het
ernstig toe. Dat het er echter «godsdienstig"
toegaat, ook al zijn er veldkapelaans en
veldpredikers aanwezig geef ik niet en nooit
toe. Oorlog toch is geen godsdienstig werk
maar duivelsch werk, de oorlogfgod, is kort en
goed een duivel. Dat een chnstenleeraar, en
nog wel een man die doorgaat voor rechtzin
nig christenleeraar, oorlogvoerende naties als
christennaties durft voort te stellen, bewijst
wel hoe niets beteekenend het woord
»christelijk" in onze dagen geworden is. Do heer
Haspels staat in dezen volkomen gelijk met
het e1 gelsche dagblad The 'L imf.it dat verleden
jaar Karstmia de vermakelijke mededpRlinggif
van de Engelschen en Transvalers: Wij
heblien elkander gedood, zoo/ds christenen elkaar
behooren te dooiltn.
Christelijke moordenaars, 't nieuwste i-ojrt
Christenen dat er is ! !
!) November j 1. hield te 's Gravenhage
de Nationale Lhristcn Officieren- fareenigwg
haar eerste jaarvergadering.
Voor de pers was deze vergadering niet toe
gankelijk maar wel voor den leger- en
oorloglievenden predikant G. F. Haspels. Hij sprak
over: »het goede recht van bestaan onzer
krijgsmacht." Ter gelegenheid dezer eerste
jaarvergadering werd 's avonds een dank- en
bidstond gehouden welke geleid werd door
den haagschen predikant J. A. Cramsr. Hij
uitte zijne vreugde dat door de Nationale
(.'lirteten-Offteierenvereeniging »geloof" in mili
taire kringen werd aangekweekt.
Wat hier onder «geloof te verstaan is, is
onduidelijk. Ciristelijk geloof toch is contra
bande in militaire kringen. Da soldaat die
zich houden wil aan het gebod dat zijn
pastoor of domine hem in zijl jeugd geleerd
heeft, aan het bekende: »gij zult iiifit dooden'',
is in den oorlog onbruikbaar. En evenzo i
de officier die zijn vijanden wil liefhebben,
noch terugslaan die hem siaan. O/n':ieren
raoetpn in Jesus Christus wel een dweeper
en dwaas zien, zoodra de oorlog hen roept.
In vredestijd kunnen ze hem nog van verre
volgen gelijk weleer da apostel Pdtrus?maar
als 't op vechten aankomt moeten zij wel
Patrus in plaats van Caiistus volgen, die lustig
het oor van Malchus afhakte. Met het
apostolische en kerkelijke christendom laat
zich de oorlog dan ook wel vereenigen, niet
echter en nooit met het oorspronkelijke en
werkelijke Caristendotn van Jjzus Christus.
Gunsten in den zin van volgeling van Christus
en soldaat sluiten eikander volkomen uit.
Verstaat men onder christendom, naaoi- christen
dom, dan is er natuurlijk geen reden om wien
ook uit te sluiten, als hij maar »IIaere, Ile^re''
zegt, en eenige geloofsartikelen van welke
christelijke keik dan ook. uit het hoofd heeft
gbleer:!, als bij in n woord, een christelijk
praaij1* over zich heeft.
HOH christelijk de predikanten ILispels en
Cramer nu ook zijn rnogpn in het oog van
velen, ik acht ze op het gebied van believen
anti-christelijke mannen. W»e toch den oor
log verdedigt en het opneemt voor de manr.en
van den oorlog, hij zij predikant of wat dan
ook, hij is in geen geval een volgeling van
Christus.
J. A. IIüLI'ER SESmU'GGKR.
Amst., 11 Nov. l'JOl.
IIIIIIIIIIIIIIIIMIUIIIIIIIIIIIIIIIMIIIMUllllllllllllllllMIIIIMIIIIIIIItlMB
Opgeofferd.
Commissarissen van Naamlooze Vennoot
schappen, in het algemeen gesproken, heb
ben niet den naam van hun taak heel
consciëntieus op te vatten. Zij hebben terecht
of ten onrechte vertrouwen in de directie
en indien dat, gedurende langeren tijd niet
misplaatst blijkt, wordt hun toedicht een
wassen neus. Het valt ook niet te ont
kennen dat hun positie, als w, optreden
willen, een heel moeielijke is. Verstand van
de onderneming, vooral technisch, hebben
ze doorgaans niet; daarin zeilen ze gehtel
op den directeur. Ze bepalen zich dan ook
tot een oppervlakkigen blik in de uittreksels
der administratie die hun worden voorge
legd, en teekenen maar. Het is mogelijk
dat ik een' enkelen onrecht doe door deze
voorstelling, maar die commissaris is dan
een uitzondering die den regel bevestigt.
Het zou verkeerd zijn eetie convnissie
voor de Plaatselijke Werken te willen
gelijkstellen met de commissarissen, van
een N. V. Daarvoor zijn de verschilpunten
te talrijk. Vooreerst zijn die commissieleden
geen groo'e aandeelhouders of belangheb
benden, ten tweede kan de zaak geen verlies
opleveren in plaats van verwachte divi
denden. En ten derde, hoewel ze hun man
daat van den gemeenteraad ontvangen en
aan dien verantwoordelijk zijn, staat achter
dien raad de 'oreede schaar der burgerij,
de kiezers, die met belangstelling volgen
op welke wijze de mannen, wien ze hun
vertrouwen schonken, zich van de hun op
gelegde taak kwijten.
Punten van overeenkomst zijn er echter
ook. Vooreerst het vertrouwen in het beleid
en de eerlijkheid der directie; ten tweede
gebrek aan kennis van het technische, en
ten derde gebrek aan tijd, die door eigen
zaken grootendeels in beslag genomen
wordt.
I< nu de directeur een bekwaan?, i,verig
en volhardend man, dan is zijn overwicht
op zulk een commissie groot. Is hij echter
in zijn vak een kraan, een capaciteit van
beteekenis en is hij bovendien een persoon
lijkheid, een man van groote energie, dan
moet dfi invloed door de commissie voor
de P. W. uitgeoefend al heel klein worden.
E^n toestand als in deze laatste woorden
aangeduid, heerscht sedert jaren in Rotter
dam. Daar is de directeur der Gemeente
werken een man wiens buitengewone be
kwaamheden bekend zijn, en zelfs in het
buitenland erkend worden. Daarbij een man
van initiatief en van energie. Van hem is
de kracht uitgegaan, door hem zijn de
achtereenvolgende Burgemeester?, Wethou
ders eu Gemeenteraden geinspireeid tot, het
indienen en voteeren van de belangrijke
werken die K Hterdaru tot een der groote
havens van het continent gemaakt hebben.
Voorwaar geen kleine verdienste. Die dan
ook dankbaar duor alle ingezetenen wordt
erkend.
liet kan niet uitblijven dat zulk een man
zich vijanden maakt. Waar de belangen der
gemeente sedert tal van jaren worden be
hartigd r,aar het persoonlijk inzicht van
n man (immers B. en W., de commissie
en de Eiad hebban leeren zien door zijn
oogen) daar moet de schade, die de plannen
dyr gemeente vaak onvermijdelijk aan par
ticuliere bslangen toebrengt, ook steeds
aan dien man geweten worden. Omgekeerd
zal echter ook zijn lof het Juidst gezongen
worden door degenen die hun particulier
belang bevorderd zagen door de plannen
der gemeente. Deze laatste categorie is uit
der aard de talrijkste en daarbij schaart
zich dan de overgroote meerderheid der
ingezetenen, wier persoonlijk belang niet
in t spel is, doch die waarnemen dat de
leiding in een krachtige hand beiu-t en er
met de belastingpenningen ook wat tot
siand wordt gebracht. Hun is het tamelijk
onverschillig of de commissie voor de P. W.
al of niet- eenstemmig ja en amen gezegd
heeft op do voorstellen van den directeur.
Jarenlang liet dit unisono niets te
wenschen over. Maar er was ook geen enkel
des-kundige in de commissie. Eindelijk
bracht de (Jhrist. Hist. partij haar candidaat
in den Raad. Het was de heer Jacobus
van Vessem, bouwkundige, een man die
goed lag< r onderwijs genoten en zijn vak
goed geleerd heeft, geen breede ontwikkeling
maar veel gezond verstand bezit, die
achtenswaardig en eerlijk is en het, vertrouwen
geniet van zijne partijgeiiooten en van vele
anderen. Een godsdienstig man, geen
f'emelaar.
Nadat hij eenigeri tijd in den raad zitting
had en wat georiënteerd was, werd hij tot
lid van de commissie voor de P. W. ver
kozen. \Vij zouden hem natuurlijk niet bij
voorkeur in de onderwijs-commissie genomen
hebben. Maar in de P. W. was hij O. i.
volkomen op zijn plaats. Hij was deskundige.
En wat hij niet begreep zou de directeur,
zijn meerdere in leeftijd, opvoeding, kennis,
ontwikkeling, ervaring en stand, hem wel
uitleggen. Kwam er later dan weder eens
iemand, na de gebruikelijke hulde aan des
directeurs bekwaamheid, diens zuinigheid
in 't beheer in twijfel trekken, dan konden
we immers zeggen: Zie. een verstandig en
eeilijk man als Van Vessem, hoewel nooh
in 't maatschappelijke, noch in liet,
keikelijke, noch in het vriendschappelijke tot
de onzen behoorend, heeft daarmee inge
stemd, daartoe meegewerkt. Daarmede was
dan immers aan eiken tegenstander het
zwijgen opgelegd! Het is wel jammer dat
dit niet zoo heef r mogen zijn. Er is wrijving
ontstaan en de Raad moest een der kampi
oenen dé.-avoueeren. Xaluuiiijk weid toen
liet, commissielid opgeofferd. Jacs. van
Vessem had bij de laatste verkiezing meer
stemmen dan eenig ander jaadslid. Zijn
zetel zal er na dit echec niet minder vast
om siaan.
Rotterdam. v. D. BLAAK.
CORRESPONDENTIE.
Esnige stukken moesten wegens plaatsgebrek
tot een volgend nummer blijven liggen. .
«miimiiiniiiiiiiiiiiiui»initiiiiiiiiiiiutiitiniiiiii"ii"Hnit mi.iiiM
a
Haarlefflscfie
De heer A. W. Weissman is in No. 127.'_i
van dit weekblad zoo vriendelijk een pluim
op onzen Haarlemschen hoed te steken, alüot
wij hier, in de stad van St. Bavo, ons voor
goed hebben heengezet over alle denkbeeldige
bezwaren, die het verkeer van trams, en speciaal
van electrische, in nauwe straten heet ineda
te brengen.
Was het maar waar dat men er algemeen
zoo over dacht ! Maar helaas ! Ik vrees dat
te eeniger tijd ook hier zal worden toegegeven
aai degenen, die da Jansstraat bijvoorbeeld tn
nauw vinden voor het tramverkeer, en dit als
een der reder.en opgeven om de
Bakenessergrachf, de mooie, oude schilderachtige
Bakenessergracht tfl dempen, teneinde naar die
gedempte gracht het electrisch-tramverkeer
over te brengen.
Wat de heer Wflissman van de
Amsterdamsche Reguliorsgracht zegt, herhaal ik voor ons
mooie grachtje: »Het ware toch al te dwaas,
om de mooie Bakenessergracht zonder nood
zaak te gaan vernietigen !" Zonder noodzaak !
Want al beteekent zij voor het verkeer nift
veel, uit een aesthetisch oogpunt zal elk, die
eenig gevoel voor oud-stedenmooi heeft, de
demping van dit grachtje ten zeerste afkeuren.
De Jansstraat is niet breed, dat is waar, maar
zij heeft een dubbele electrische baan en toch
kan het rijtuigverkeer daar ongehinderd plaats
hebben. Wat wil men meer 'i
Kn wat zou men hier aan grachten
overhouder, indien die dempingsplannen eens door
gingen. Men heeft het Spaarne en de Nieuwe
gracht, beiden van niet te betwisten mooiheid.
Maar is dat te veel ?
Ik hoop dus dat men hier de woorden van
den heer Weissman zal ter haite nemen in
dubbelen zin, ??dat men niet zal aarzelen
aan de eisenen van het verkeer tegemoet te
komen, ook al lijken de straten wat nauw,
en dat men niet pogen zal breedere wegen
ta formeeren ten koste van historische en
artistieke stadsgedeelter.
Wat de in 't stuk des heeren Weissman
genoemde Damstraat betreft, dient
juistheidshalve opgemerkt, dat daar slechts enkel spoor ligt.
Haarlem, 18 Nov. 1901. * G. v. A.