De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 24 november pagina 8

24 november 1901 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1274 BOEKAANKONDIGING 'M Grepken ?, van J. L. KETELAAR Jz. Amsterdam, Cohen Zonen. 'n Grepken ? is eene treffende geschiedenis ?van een armen boerenknecht, eenvoudig, zonder onnoodigen omhaal, half verteld, half hande lend voorgesteld, en geschreven in geweste lijke taal, zooals die aan den .leselt" gesproken wordt. De boerenknecht ia een misvormd wezen. Bochel-Harm noemen ze hem. Om zy'ne misvormdheid meenen anderen recht te hebben, hem, den misdeelde, voor den gek te houden, wanneer het hun goeddunkt. Een der knechts van het hooiland zal ook eens een grapja met hem uithalen, 't Is in den hooitijd ep de kermis op handen. Hij haalt z'n eigen vrijster over te doen alsof ze een goed oogje op Harmen heeft, en, om met de kermis aardig tegen hem te wezen, zoo dat Bochel-Harm denken kan, dat ze verliefd op hem is. Rij zelf schrijft met verdraaide hand Bjehel-Haim een brief, waaiin hij zy'n meisje voorzichtig laat zeggen dat ze Bochel-Harm lief heeft. De ongelukkige gelooft het. De kermis nadert. Harm wascht zich als nooit te voren, doet z'n beste spulletjes aan, zonder, ondanks z'n extrauitgaven, z'n oude moeder te vergeten en gaat naar de kermis. HU zoekt naar z'n vermeende vrijster, vindt haar eindelijk in de herberg, in gezelschap van haar waren vrijer. Het spelletje begint nn eerst recht, tot BDchel-Harm begrijpt dat men hem leely'k beet neemt. Dan drinkt hij het eene jenevertje na het andere hy, die nooit dronk, en iedere cent voor z'n arme, oude moeder uitspaarde, kortom hij wordt baloorig en zet er een borrel op. Als mirakel loopt hy door het dorp, gaat in een draaiachuitje, valt van het houten paard, gaat verder, drinkt nog meer, loopt dan al maar meer, vallende en opstaande. H\j wordt half gek, het schuim staat op z'n mond. Op het land valt hu neer. Hoe lang h\j daar ligt, wie weet het! Maar de drank spookt hem nog in 't hoofd. Het is nog donker, en hij moet weer loopen, alty'd loopen, zelf niet wetend wat hij doet, tot eensklaps... uit het water, uit den leselt, een plomp komt. B ochel - H arm verdrinkt. Den volgenden dag miste de boer Harmen. Hy zou wel terugkomen, dacht de boer, 't is kermis, hij zal een beeije te veel zijn uitgegaan. Maar toen er eenige dagen voorbijgingen en Harmen niet terugkwam, dacht men aan een ongeluk en ging men aan 't zoeken. Sommigen dachten, dat Harm zich verhuurd had aan den baas van 't kiekspul en met hem »de wiede wereld in was egoan, om zicht te loaten kieken." Eindelijk werd Harm Leuaveld, bif jegenoamd Harm-Bochel as liek uut den leselt ehoald. Nou mos 't noa zu'n mooder ebracht worden. Langzaam ging 't noe de Zandweg in en veur de deure van 't olde msnsche heel 't rietuug stille. De koetsier ging noa binnen. Of hier vrouw Lsusveld woont ? Joa, man, joa, moar praot neet zoo hard, 't arme stumperd lig plat op bedde. Is der tiedinge van Harm ? ... Gefluuster ... Groote God in den hoogen hemel... Stille toch, man, stille toch ... ze is wak ker, 't arme stakkerd... och, Heere, och Heere... stille, dat ze 't niet heurt. Uut de kleine bedstee kwam 'n vremd geluud, efkes, heel efkes, soo wier 't der stille. Vrouw Leusveld, bi 'j wakker? Geen antwoord. Vrouw Leusveld, hier is 'n man met tiedinge van Harm. ~chrik noe moar neet. Haur iij wel, vrouw Lausveld ? 't Bleef nog stiller in de bedstee. Buurvrouw, wat God dut, is welgedaan, dat leert domenie en de biebel ons. Stille, doodstille bleef 't. Da vrouwe, die 't olde mensche op had epast, keek noe is in de bedde. Vrouw Lsusveld was dood. Heur olde ooren hadden 't bericht nog kun nen opvangen, moar 't olde, arma harte had de schok niet meer kunnen doorstaan. De slag was te zwaar, 't lesd te groot, urn te dragen; 't zwakke dreüijen was ebrokken. Den anderen dag werden de olde moeder en beur kind teglieke en biej makandar begraven in 'n heuksken van 't karkhof. Dit was 't ende van 'i grepken. 'n Grepken ? J. L. Ketelaar heeft zich zelf buiten 't ver haal gelaten. Dat is goed gezien ! Dan gang der handeling bewerken de personen zelf. tiet karakter van ieder is goed volgehouden. Ver haal en gesprek, alles blijft in 't dialect, zeer gemakkelyk te begrijpen. Het dialect geeft aan 't verhaal bekoring, 'n Grepken is wel niet zoo «rnalsch" en dichterlijk als eene Batusche novelle van Cremer, maar 't kan er gerust naast worden gelegd. Het heeft ook de zeer bizondere verdienste, dat de natuur deel neemt aan het voorval. Indien de heer Herman Lïmberts, die zoo onnavolgbaar goed Batuwsche novellen van Cremer voordraagt, 'n G e.\ilxn van J L Katnlaar Jz. doelmatig verkort het boek is 173 bladzijden groot en dan voordraagt iri het dialect, waarin het geschreven en hij meester is, zal hij de hoorders en hoorleressen in alle plaatsen van het land, waar hij optreadt, een avond van bizonder groot genot bezorgen, en hen bekend maken mat een auteur, van wien in dit genre, nog veel verwacht kan wordan. J. II. R. Sinterklaas - Boeken voor jonge kinderen. De uitgever W. de Haan te Utrecht ontpopt zich weer als Sinterklaas. In z'n grooten zak heeft hij prachtige prenten boeken voor jongens en meisjes. De omslagen zy'n verlokkend mooi, en de plaatjas binnen-in, nog mooier. Prentenboeken voor kinderen van iederen leeftijd. * De verhalen en verhaaltjes, de bijschriften en versjes zy'n aardig, geestig en boeiend, en.... dit zegt voor een goed kinderboek zeer veel, geschreven in zuiver en beschaafd Hollandsch, door de dames Beata en Christinie Doorman. Nu bevelen zich weer aan voor jonga kinderen: Speelgoed en «pilletjes, Voor elk wat loils, waarin kinderen met hun vrindjes, de dieren, verkeeren, In en om den Vijver, wêsr kinderen en huisdieren, evenals Fox, de bnece>ditxte/ler. Al deze prentenboeken bevatten allerliefste, kinderlijke versjes van Beata. Juffrouw Cttristine Doorman schrijft in proza en voor oudere jongens en meisjas, van om en bij de 10 en 12 jaar, als: Gezonde bijljes op de hei. Hoe prettig juffrouw Christine Doorman schrijft, bewijst iedere bladzij B v. het begin al dadelijk van: Op Vlinderjacht, op blz. 19 van de Gezonde bi/jtjes: «Tornheeft nog nooit op een Zaterdagmiddag zoo naar de klok van twaalven verlangi als nu. Het is hem niet mogelijk om op school goed op te letten; telkens moet hij maar kijken naar de zonnestralen, die .zoo heerlijk door het raam schynen, en hij verkneutert zich echt op dezen zonnigen dag", enz. E a dan al weer zoo'n aardig begin in een ander boek van juflV. Christine Doorman, in Vleugeltjes die ruischen door de lucht, by de vertelling «Hanneke" uit het leven van een pop: »0, dat was een heerlijk gevoel, toen ik op een avond door mijn moedertje in een lekker, zacht wiegje werd gelegd, en toegedekt door een mollig, donzig dekentje. Tot nog toe had ik altijd maar met niets anders dan een hempje aan in een speelgoedwinkel gelegen. Niemand weet wat een rugpijn ik daar gehad heb en wat een verlichting het was, toen ik op zekeren dag door de winkeljufirouw te voorschijn gehaald, en verkocht werd aan mijn moedertje Nettie", enz. Dat zelfde: Vleugeltjes die niifchen door de lucht, voor meifjas tusschen 10 en 14 jaar heeft een groot verhaal: Op Dtnnenheuvel, waarin allerliefst een kerstvacantie wordt beschreven, en verteld van »de verwende Paula, die woonde in een der allermooiste huizen van het Voorhout in den Haag". Voor jongere kinderen heeft Christine Doorman ook een lief boek gemaakt: Kvjkjis over den muur, met mooie plaatjes, en waarin verteld wordt van meisjes en jongens, van vogels en vlinders, van grauwtjas, enz. Voor groote jongens en meisjes heeft de uitgever de Haan niet minder mooie boeken, als: Andersen's Sprookjes, naar het Deensch, door Ciristine Doorman. De tekst is kinderlijk gehouden en de mooie platen zijn vervaardigd op het vermaarde atelier van Frans Nister. Een heel mooi gedenkboek in vier talen, prachtig uitgevoerd, en wederom van Christine Doorman, is: Vredeklanken. Mat Baata saam heeft Christine Doorman saamgesteld een boek voir kinderen tusschen 5 en 10 jaar: Dninrootjes en Meibloempjes, artistiek uitgevoerd. Verder muntten onder de kinderboeken uit: Op de Noordzee, Drie Vrienden, beiden door Juhan van Loenen, en voor jorgens van 10?15 jaar; Paul ti tnderson's Dochter, door Clare; Op Rozenhof, door Clement; De Jongens en ik, door Molesworth, voor meisjes van 9?14 jaar; Klokjes luiden, door Doorman; Hop, door Salverda de Grave; Aap Grijsaard, door Junius, en Madeliefjes, door Tadema, alle mooie geïllustreerde boeken voor jongens en meisjes van G?10 j aar. Voor oudere meisjes, voor aankomende dames wordt de aandacht gevestigd op Haur Hooglied door Christine Doorman, eene novelle, waarvan terecht getuigd kan worden, dat ze is »zeer rein en teer, alle stemmingen hoog ge houden, bescheiden gesteld en toch krachtig van opvatting. Er spreekt uit JLtar Hooglied eene hooge opvatting van de roeping der kunst." J. H. R Boekverkooping te Leiden. Bibliotheek?»Tüs B HINK''. Wy ontvingen den catalogus van eene uit gebreide boekenveiling, welke op 2 tot 10 December by de n'rma Burgarsdy'k & Niermans te Laiden zal gehouden worden. Da boek.verken en tijdschriften bestaan ditmaal voor een deel uit de bibliotheek van wijlen dr. Jan ten Brink, hoogleeraar in da Nederlandsche letteren aan de Laidsche U/ii/ersiteit. Da rubriek l .tteren en wetenschappen neemt derhalve eene eerste plaats in. Daze afdeeling omvat werken over bibliographie, Fransche taal-en letteren. Italiaansch, Spaansch, Portugeesch, Nederlandsche taal- en letterkunde, lloogduitsch, Engelsen, Slaviesch, Oostersche talen enz. Verder de rubriek geschiedenis, waarbij wij vooral de aandacht vestigen op de Fransche geschiedenis met eene uitgezochte collectie werken over de Fransche omwenteling. B;j deza veiling zijn gevoegd eenige kleinere, doen naar het ons voorkomt niet minder balangryke bibliotheken over rechts- en staitswetenschappen, god geleerdheid en philosophie. Da slotafdealing bevat werken over kunst en eene verzameling pracht- en plaatwerken. Da catalogus is zorgvuldig bewerkt en net uitgevoerd. Hit portret van prof. Ten Brink prijkt op het omslag. Deze omvangrijke en interessante verzameling is op 20 en 30 November a. s. te bezichtigen. Men zie de uitvoerige annonce in dit blad. Annie Foore. Van het bekende werk van Annie Foore Vlorence's droom, is thans bij den uitgever D. Bjlle een zegende druk verschenen. Daze uitgive is geïllustreerd door Wm. Steelink. NIEUWE UITGAVEN. Uit Zunneland, Lund- en volkenkundige schetsen voor de jeugd in sprookjes en ver tellingen, door TH J A. HILCHKS. Deventer, A. E. Kluiver. Eerste werk, door J. EVKKÏS Ju Haarlem, De Ervan F. Bjhn. De Vrouwe can llniz', Si. Innocentiti*, door JOIIANNA STKKI.IKIÏAmsterdam, Wilms it Co. Kindi'.nmarc. N lar da 4.">! Duitsche uitgave van Euxsi' vos Wii.iiKNr.iu en, door E. J. T. Uitgave van H. Honig te Utrecht. E-:n Natuurkind, l" t het Russisch van MAXIM GoitivY, door J. II. F. Umi:ri. Uitgave van 11. Honig te Utrecht. liirtcn van goud. Sjhatsan uit Schotland, door JAN MACLAKUN. Vartaling van. W. TIKII. Geïllustreerd. 5j druk. Uitgave van J. M. Bredée te ll-itterdam. Di Uorpvipoitel. lliman naar het Duitsch van L GANOIIOI.'KU. door W. /AAI.I;I:Ü(; 2 deelen. Uitgave van II. J. W. B scht te Amsterdam. Etn Meisje uit Duizend. Naar h«t Engalsch van Ei.i.iNOK DAVK.NIMIKT, door M C Roo^ VAX DKN BKIII: Met 4 platen. Uitgave van boek handel en drukkerij, voorheen L. J. Bril), Leiden. Ned. spreekwoorden, weekwijzen, uitdruk kingen en ges yden. door F. A S'IOETT. Xutphen, W. J. Taieine it Cte. Gedichten van J.\rvrKs l'j-:ui; met voorrede van WILLEM KLOOS en viarsiering van J. G. Vi'.i.niiEi.i: 4? druk. Amsterdam, S. L. van Looy. Hiv.Mii BoitKi^ Van de Enijtleii. Arnsterdaui, L. J. V«en. Doe Tolxtuij letfl en werkt, door P. SEI:M-:JKNKO. Den Haag, drukkeiij »Vr«(f«". Lr.o TOI.STOY, Mijn !?'?: nu;elie. Vt;rtaling van L. S A M VO.N UÜMKK Den Haag, drukkerij DJ'f Olicicr. Historisch verhaal uit den tachtigjarigen oorlog, door EIUMIÜI C. HOCÜOLT met oorspronkel.vke teekerdrigen. Lsiden, A. H. Adriani. Spectatoriale vertoogen van dr. L. KSVM-ERT. Tweede druk. Haarlem, H. D. Tj?enk Willink & Zoon. Verzamelde opstellen, door L. VAN DEYSSEL. Tweede bundel, tweede druk. Amsterdam, ] Sshelteina & Holkema's Boekhandel. Eobert Fruin's verspreide geschriften. Afl 25. Dan Haag, Martinus Nijhoff. Verweqhe en zijn vrouw, door C. P. BRANDT VAN DOORNE. Amsterdam, II. J W. Bacht. Lzvensgang. Roman uit de Diamantwerkers wereld, door Is. QUERIDO. 2 deelan. Amster dam, E. L L. van Dantzig. Lientje en andere, verhaaltjes, door TJTJNE DE Kuurt']?-Gonurs. Amsterdam, C A. J. van Dishoeck. Hollandsdie Belletrie win den Dag. Kronieken van CHARLES M. VAK DEVENTER. Haarlem, H. D. Tjeenk Willink & Zoon, Alleen in een zeilboot de wereld rond, door kapitein JOSIIUA SLOCU.M. door C. CRAANDIJK met 03 penteekeningen. Haarlem, H. D. Tjeenk Willink & Zoon. Het sexneele leven van den mensch, van het standpunt der natuurlijke ontwikkelingsgeschie denis. Voordracht van prof ALB HEIM vertaald door dr. G. VAN BRAKEL Laiden, A. H Airiani. De Gedenkschriften van den woudtchoolmeester, uitgegeven door PETER ROSEGGER, be werkt door W. ZAALBERG. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf. Frits Wardland, door C Joa KIEVIT, met illustraties van Jon. BRAAKENSIEK. Alkmaar, P. Kluitman. Donkere M'ichten, door GERARD VAN ECKEREN. Amsterdam, C. L. G. Veldt. Princessen van Oranje en hare dochters in Frankrijk, door Jou. W. A. NAUEB. Haarlem, H. D. Tjaenk Willink & Zoon. »Nederlandsche Bibliotheek". Connie, door NKTTY SPANJAARD. Utrecht, H. Honig. »De goede Riadgever". Almanak van de Nederlandsche Vereeniging tot Afschaffing van Alcoholhoudende Dranken, voor het jaar 1902. St. Anna Parochie, J. Kuiken Jz. »DöBaeken der K>eine Zielen". De Kleine Zielen, door Louis COUPERUS. 2 deelen. Amster dam, L. J. Veen. »Da Liefde Sticht". Almanak voor het jaar 1902. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf. Kleine Liuh en, door A. W. SANDERS VAN LOÜ. 's Gravenhage, de Ned. boek- en steeudrukkerij v/h. H. L. Smits. Inhoud van Tijdschriften. Jfygiënische B'u'len. No. 11: Dr. J. W. Jeni.y' \VeiJerman, Het laatste rapport over de proefiistallatie voor biologische zuivering te Manchester. Dr. Pli. Kooperberg, De ge meentelijke gezondheidstoestand te Amster dam. Veritas; de toekomst der pharmacie in Nederland. Dr. G W. S Lingbeek, Da gezondhoudende en geicoridmakende krachten in de r.atuur. Dr. G. W. Bruit sma, Bescher ming der openbare gezondheid, in het bui tenland De Xatuur. Afl. 11: Het gebruik van auto mobielen in den oorlog, door H. Het ver zonken bosch van Da Haar, door dr. J. Lorié. Menschapen en aaumenschen, door dr. A. J. Snijders. Twee gevallen van monstrueusen aard Appelknollen, door dr. J. C. Costerus. Wisselstroommotoren, (vervolg en slot), door J. Sarrurier. Da sterilisatie van water, door Ozon, (vervolg en slot), door J. van der Bruggen. lïts over de kina, door J. W de Waal. K >rta mededeeling. Sterrekundige opgaven en mededeelingen, door Ant. Pannekoek. l'Autn Haard. Xo. 47. Bob Fonfécn, door J. F.' de Witt, (slot). Mr. 11. L. M. Luden, door Togatus, met portret. Naar Simalanga, door <J. A'ieuwenhuis, met aft>. naar toto's van den schrijver, (slot). Voor onze Amateur fotografen: het copieeren, door dr. J. E. Rombouts, met afh. naar eene opname van lifn amateur-fotograaf notaris II. Molenport. Da kleine kerk te Bolswarrl, met afh. Met recht van Silouio, door A. L T. Verscheiden heid. ? Feuilleton. MuimiiiMiiniiittiiitiiiiiiitttiiMtiiiiHiimiHHttimimiimmiHtHimMB Twee oorloE'ieraiöe predikanten, In MR! 1901 verscheen te Haarlem bij da Erven Bohn, de eerste EU wering van het Maandschrift Onze Eeuw onder reilactie van da L3idsche hoogleeraren Blok, Chantepie de la Saussaye en Van der Vlugt, den Utrechtachen hoogleeraar Van der Wyck, en de hoeren E B. Kielstra, jhr. mr. H. Smissaert, en G. F. Haspels. Laatstgenoemde is predikant bij de Nedsrlandsche Hervormde gemeente te Rotterdam, en schrijver van het boelij?: Dj Weerloosheid. K:n liodfdxink van Lereimleer. Amsterdam. l'. N. run Kumjisn en Znun 1001 200 pag. In dit geschrift treedt hij op als verdediger van den oorlog iiiet alleen, maar bedient zich daarhij van argumenten 7.00 Jaag en materialis tisch dat de meest haulensche geweldenaar hem in dezen niet kan overtreffen. Op pag. 179 leest men: .... »de oorlog is «niet alleen gruwelijk. Immers reeds uit »ooconomisch oogpunt is de oorlog best te «verdedigen, daar een ontwapening een massa »ma;inen in hare besta arbeidsjaren op de ?>arb3!dsiiarkt zou brengen en de werkeloosheid xbojcrmate zou do?n toenemen, terwijl nu het >leger en alles wat daaraan annex is, een ?groote industrie in het leven houdt." Da oorlo;; niet alleen gruwelijk !! Ik twijfel geen oo^enblik om er tegenover te stellen: de oorlog altijd en in alle opzichten eenprtticel, in geen enkel opzicht goed te keuren, zelfs niet als men denkt aan de zelfopoffering van hen die de gewonden behulpzaam zijn. Immers nooit is bet geoorloofd het kwade te doen, omdat er ter beteugeling van dit kwada wei iets goeds te verrichten is, opdat het goede er uit voortkome. Wie zal zoo mal zijn om de gezonden ziek te maken, ten einde werk te verschalen aan da gei:eesheeren, of eerlijke menschen tot diefstal aan te moedigen opdat de rechtbanken wat te doen krijgen ! O irlog is en blijft menschenmoord, en als zoodanig een gruwel. De redeneering van dan heer Haspels dat ontwapening de werkeloosheid zou doen toe nemen en eene bepaalde industrie zou banadeelen, houdt ook geen steek daar lo van Eioree! standpunt bij iedere industrie niet de eerste vraag mag zijn: wordt er aan verdiend ? maar: wordt er een goed doel mee beoogd V en 2o juist de dienstplicht de jonge menschen, sis zij wat beginnen te verdienen of bezig zijn zich voor een beroep te bekwamen, in dut goede werk komt storen, om ze les te latttii nemen in dfi kunst om hunne medemenschea dood te schieten, en de werken door menschenhanden gewrocht te vernielen. De moord-industrie behoeft niet in het leven te worden gehouden. Waar ze op kleine schaal wordt gedreven, wordt ze dan ook verboden en bestraft enkelvoudige moord toch is niet; meervoudige moord of oorlog wél geoor loofd. Da heer Haspels acht den oorlogeven nuttig als een examen. Hij schrijft toch: »De oorlog »is vaak voor een natie een examen waarbij »zy' de proeven van haar bestaansrecht heeft »af te leggen, waarbij zy heef c ta bewyzen, »dat zy recht heeft op een eigen bodem, een »eigen taal, een eigen regeering, ean eigen kul»tuur, kortom op alles wat een natie tot een »natie maakt." Ik laat de vergelijking voor rekening van hem die haar maakte, alleen dit: examina die zich voortdurend herhalen zonder tot het gewenschte doel te leiden examina die zich zelf niet overbodig maken, zy'n be wijzen hoe treurig het er met de examinandi uitziet... voor de volken is het dan ook zeker wenschely'k dat het examineeren in de kunst van oorlog voeren eindelijk ophoudt. Het fraaist van alles is echter dat de hesr Haspels de oorlogen als iets godsdiensligs, ja zelfs als iets christely'ks wil voorstellen. Hij schryft nota bene »dat, zoo goed als «vroeger de Israëlieten, nog heden de Christen«naties hun ernstige oorlogan, in zekeren zin »voeren als »oorlogen des Heeren" ". Oorlog is altijd een ernstige zaak, ik kan mij het tegendeel niet anders voorstellen dan als spiegelgevecht, dat oorlog in schy'n is, of als oorlog op het tooneel, dat oorlog spelen is. Waar weikelijk gevochten wordt gaat het ernstig toe. Dat het er echter «godsdienstig" toegaat, ook al zijn er veldkapelaans en veldpredikers aanwezig geef ik niet en nooit toe. Oorlog toch is geen godsdienstig werk maar duivelsch werk, de oorlogfgod, is kort en goed een duivel. Dat een chnstenleeraar, en nog wel een man die doorgaat voor rechtzin nig christenleeraar, oorlogvoerende naties als christennaties durft voort te stellen, bewijst wel hoe niets beteekenend het woord »christelijk" in onze dagen geworden is. Do heer Haspels staat in dezen volkomen gelijk met het e1 gelsche dagblad The 'L imf.it dat verleden jaar Karstmia de vermakelijke mededpRlinggif van de Engelschen en Transvalers: Wij heblien elkander gedood, zoo/ds christenen elkaar behooren te dooiltn. Christelijke moordenaars, 't nieuwste i-ojrt Christenen dat er is ! ! !) November j 1. hield te 's Gravenhage de Nationale Lhristcn Officieren- fareenigwg haar eerste jaarvergadering. Voor de pers was deze vergadering niet toe gankelijk maar wel voor den leger- en oorloglievenden predikant G. F. Haspels. Hij sprak over: »het goede recht van bestaan onzer krijgsmacht." Ter gelegenheid dezer eerste jaarvergadering werd 's avonds een dank- en bidstond gehouden welke geleid werd door den haagschen predikant J. A. Cramsr. Hij uitte zijne vreugde dat door de Nationale (.'lirteten-Offteierenvereeniging »geloof" in mili taire kringen werd aangekweekt. Wat hier onder «geloof te verstaan is, is onduidelijk. Ciristelijk geloof toch is contra bande in militaire kringen. Da soldaat die zich houden wil aan het gebod dat zijn pastoor of domine hem in zijl jeugd geleerd heeft, aan het bekende: »gij zult iiifit dooden'', is in den oorlog onbruikbaar. En evenzo i de officier die zijn vijanden wil liefhebben, noch terugslaan die hem siaan. O/n':ieren raoetpn in Jesus Christus wel een dweeper en dwaas zien, zoodra de oorlog hen roept. In vredestijd kunnen ze hem nog van verre volgen gelijk weleer da apostel Pdtrus?maar als 't op vechten aankomt moeten zij wel Patrus in plaats van Caiistus volgen, die lustig het oor van Malchus afhakte. Met het apostolische en kerkelijke christendom laat zich de oorlog dan ook wel vereenigen, niet echter en nooit met het oorspronkelijke en werkelijke Caristendotn van Jjzus Christus. Gunsten in den zin van volgeling van Christus en soldaat sluiten eikander volkomen uit. Verstaat men onder christendom, naaoi- christen dom, dan is er natuurlijk geen reden om wien ook uit te sluiten, als hij maar »IIaere, Ile^re'' zegt, en eenige geloofsartikelen van welke christelijke keik dan ook. uit het hoofd heeft gbleer:!, als bij in n woord, een christelijk praaij1* over zich heeft. HOH christelijk de predikanten ILispels en Cramer nu ook zijn rnogpn in het oog van velen, ik acht ze op het gebied van believen anti-christelijke mannen. W»e toch den oor log verdedigt en het opneemt voor de manr.en van den oorlog, hij zij predikant of wat dan ook, hij is in geen geval een volgeling van Christus. J. A. IIüLI'ER SESmU'GGKR. Amst., 11 Nov. l'JOl. IIIIIIIIIIIIIIIIMIUIIIIIIIIIIIIIIIMIIIMUllllllllllllllllMIIIIMIIIIIIIItlMB Opgeofferd. Commissarissen van Naamlooze Vennoot schappen, in het algemeen gesproken, heb ben niet den naam van hun taak heel consciëntieus op te vatten. Zij hebben terecht of ten onrechte vertrouwen in de directie en indien dat, gedurende langeren tijd niet misplaatst blijkt, wordt hun toedicht een wassen neus. Het valt ook niet te ont kennen dat hun positie, als w, optreden willen, een heel moeielijke is. Verstand van de onderneming, vooral technisch, hebben ze doorgaans niet; daarin zeilen ze gehtel op den directeur. Ze bepalen zich dan ook tot een oppervlakkigen blik in de uittreksels der administratie die hun worden voorge legd, en teekenen maar. Het is mogelijk dat ik een' enkelen onrecht doe door deze voorstelling, maar die commissaris is dan een uitzondering die den regel bevestigt. Het zou verkeerd zijn eetie convnissie voor de Plaatselijke Werken te willen gelijkstellen met de commissarissen, van een N. V. Daarvoor zijn de verschilpunten te talrijk. Vooreerst zijn die commissieleden geen groo'e aandeelhouders of belangheb benden, ten tweede kan de zaak geen verlies opleveren in plaats van verwachte divi denden. En ten derde, hoewel ze hun man daat van den gemeenteraad ontvangen en aan dien verantwoordelijk zijn, staat achter dien raad de 'oreede schaar der burgerij, de kiezers, die met belangstelling volgen op welke wijze de mannen, wien ze hun vertrouwen schonken, zich van de hun op gelegde taak kwijten. Punten van overeenkomst zijn er echter ook. Vooreerst het vertrouwen in het beleid en de eerlijkheid der directie; ten tweede gebrek aan kennis van het technische, en ten derde gebrek aan tijd, die door eigen zaken grootendeels in beslag genomen wordt. I< nu de directeur een bekwaan?, i,verig en volhardend man, dan is zijn overwicht op zulk een commissie groot. Is hij echter in zijn vak een kraan, een capaciteit van beteekenis en is hij bovendien een persoon lijkheid, een man van groote energie, dan moet dfi invloed door de commissie voor de P. W. uitgeoefend al heel klein worden. E^n toestand als in deze laatste woorden aangeduid, heerscht sedert jaren in Rotter dam. Daar is de directeur der Gemeente werken een man wiens buitengewone be kwaamheden bekend zijn, en zelfs in het buitenland erkend worden. Daarbij een man van initiatief en van energie. Van hem is de kracht uitgegaan, door hem zijn de achtereenvolgende Burgemeester?, Wethou ders eu Gemeenteraden geinspireeid tot, het indienen en voteeren van de belangrijke werken die K Hterdaru tot een der groote havens van het continent gemaakt hebben. Voorwaar geen kleine verdienste. Die dan ook dankbaar duor alle ingezetenen wordt erkend. liet kan niet uitblijven dat zulk een man zich vijanden maakt. Waar de belangen der gemeente sedert tal van jaren worden be hartigd r,aar het persoonlijk inzicht van n man (immers B. en W., de commissie en de Eiad hebban leeren zien door zijn oogen) daar moet de schade, die de plannen dyr gemeente vaak onvermijdelijk aan par ticuliere bslangen toebrengt, ook steeds aan dien man geweten worden. Omgekeerd zal echter ook zijn lof het Juidst gezongen worden door degenen die hun particulier belang bevorderd zagen door de plannen der gemeente. Deze laatste categorie is uit der aard de talrijkste en daarbij schaart zich dan de overgroote meerderheid der ingezetenen, wier persoonlijk belang niet in t spel is, doch die waarnemen dat de leiding in een krachtige hand beiu-t en er met de belastingpenningen ook wat tot siand wordt gebracht. Hun is het tamelijk onverschillig of de commissie voor de P. W. al of niet- eenstemmig ja en amen gezegd heeft op do voorstellen van den directeur. Jarenlang liet dit unisono niets te wenschen over. Maar er was ook geen enkel des-kundige in de commissie. Eindelijk bracht de (Jhrist. Hist. partij haar candidaat in den Raad. Het was de heer Jacobus van Vessem, bouwkundige, een man die goed lag< r onderwijs genoten en zijn vak goed geleerd heeft, geen breede ontwikkeling maar veel gezond verstand bezit, die achtenswaardig en eerlijk is en het, vertrouwen geniet van zijne partijgeiiooten en van vele anderen. Een godsdienstig man, geen f'emelaar. Nadat hij eenigeri tijd in den raad zitting had en wat georiënteerd was, werd hij tot lid van de commissie voor de P. W. ver kozen. \Vij zouden hem natuurlijk niet bij voorkeur in de onderwijs-commissie genomen hebben. Maar in de P. W. was hij O. i. volkomen op zijn plaats. Hij was deskundige. En wat hij niet begreep zou de directeur, zijn meerdere in leeftijd, opvoeding, kennis, ontwikkeling, ervaring en stand, hem wel uitleggen. Kwam er later dan weder eens iemand, na de gebruikelijke hulde aan des directeurs bekwaamheid, diens zuinigheid in 't beheer in twijfel trekken, dan konden we immers zeggen: Zie. een verstandig en eeilijk man als Van Vessem, hoewel nooh in 't maatschappelijke, noch in liet, keikelijke, noch in het vriendschappelijke tot de onzen behoorend, heeft daarmee inge stemd, daartoe meegewerkt. Daarmede was dan immers aan eiken tegenstander het zwijgen opgelegd! Het is wel jammer dat dit niet zoo heef r mogen zijn. Er is wrijving ontstaan en de Raad moest een der kampi oenen dé.-avoueeren. Xaluuiiijk weid toen liet, commissielid opgeofferd. Jacs. van Vessem had bij de laatste verkiezing meer stemmen dan eenig ander jaadslid. Zijn zetel zal er na dit echec niet minder vast om siaan. Rotterdam. v. D. BLAAK. CORRESPONDENTIE. Esnige stukken moesten wegens plaatsgebrek tot een volgend nummer blijven liggen. . «miimiiiniiiiiiiiiiiiui»initiiiiiiiiiiiutiitiniiiiii"ii"Hnit mi.iiiM a Haarlefflscfie De heer A. W. Weissman is in No. 127.'_i van dit weekblad zoo vriendelijk een pluim op onzen Haarlemschen hoed te steken, alüot wij hier, in de stad van St. Bavo, ons voor goed hebben heengezet over alle denkbeeldige bezwaren, die het verkeer van trams, en speciaal van electrische, in nauwe straten heet ineda te brengen. Was het maar waar dat men er algemeen zoo over dacht ! Maar helaas ! Ik vrees dat te eeniger tijd ook hier zal worden toegegeven aai degenen, die da Jansstraat bijvoorbeeld tn nauw vinden voor het tramverkeer, en dit als een der reder.en opgeven om de Bakenessergrachf, de mooie, oude schilderachtige Bakenessergracht tfl dempen, teneinde naar die gedempte gracht het electrisch-tramverkeer over te brengen. Wat de heer Wflissman van de Amsterdamsche Reguliorsgracht zegt, herhaal ik voor ons mooie grachtje: »Het ware toch al te dwaas, om de mooie Bakenessergracht zonder nood zaak te gaan vernietigen !" Zonder noodzaak ! Want al beteekent zij voor het verkeer nift veel, uit een aesthetisch oogpunt zal elk, die eenig gevoel voor oud-stedenmooi heeft, de demping van dit grachtje ten zeerste afkeuren. De Jansstraat is niet breed, dat is waar, maar zij heeft een dubbele electrische baan en toch kan het rijtuigverkeer daar ongehinderd plaats hebben. Wat wil men meer 'i Kn wat zou men hier aan grachten overhouder, indien die dempingsplannen eens door gingen. Men heeft het Spaarne en de Nieuwe gracht, beiden van niet te betwisten mooiheid. Maar is dat te veel ? Ik hoop dus dat men hier de woorden van den heer Weissman zal ter haite nemen in dubbelen zin, ??dat men niet zal aarzelen aan de eisenen van het verkeer tegemoet te komen, ook al lijken de straten wat nauw, en dat men niet pogen zal breedere wegen ta formeeren ten koste van historische en artistieke stadsgedeelter. Wat de in 't stuk des heeren Weissman genoemde Damstraat betreft, dient juistheidshalve opgemerkt, dat daar slechts enkel spoor ligt. Haarlem, 18 Nov. 1901. * G. v. A.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl