De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 1 december pagina 5

1 december 1901 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

1275 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Frit* Wttrdland, door C. JOH. KIEVIET. Met illustraties van Jon. BRAAKENSIEK. P. Kluitman, Alkmaar^ Nu met de nadering van 't Sint-Nieolaasfeest de geschreven verlanglijstjes veer worden klaar gelegd, zie ik op menig jongenskladje van min of meer net model prijken: een boek. En vooral als die jongen niet zoo klein meer is, da-i vooral, wordt zoo'n begeerte nogal eens gauw in 't oor geknoopt, maar dan volgt de vraag: welk boek zal 't zijn? 't Is sinds een paar dagen, nadat ik Frilt Wardlanif las, met toenemend genot las, voor mij geen open vraag meer en ik hoop dat de keuze van velen vallen zal op dit echt prettige, met het hart geschreven jongensboek. Wees er gerust op, dat het uw zoontje, broertje, neefje of vrindje bevallen zal! Me dunkt, het kan niet anders : eerst reeds zoo'n heerlijk dik boek met xoo'n echte jongen op den netten omslag in bezit te krijgen, zal de oogen doen tintelen, en dan de inhoud met die verrukkelijke teekeningen van Braakensiek. Die Frits met al z'n deugden en gebreken trekt eiken joegen aan, en z'n be langstelling zal toenemen naarmate de geschiede nis vordert. En behalve die Trits, waarom alles wat er in deze 226 groote bladzijden verhaald wordt, draait, komen er nog meer zulke aan trekkelijke personen en persoontjes in voor. Dat leuke Pommetje de jongen heet eigenlijk Gexard, maat van af den burgemeester van het dorp tot z'n eigen vader toe noemt ieder hem bij voorkeur Pommetje (Frits geeft er in een tijner brieven eene aaidige verklaring van) dat tilllllHlllllliiiiifitiiiliiiliilliillltiiiiiiiiiiiiiiliiMiiiHliMitmiiiiiiiiiiiiiiin flinke manneke vol guitenstreken: geen enkele jongen zal hem vervelend vindens maar eerder wenscben hem tot z'n vriend te mogen hebben. Nu, als dat kon, dan was hij goed af! Trouwhartiger, guller jongen kan men zich al niet denkeu. Zijn zusje Anna is ook een lieve meid en toch een heel natuurlijk, goed kind. 't Boek zal ook wel in handen van zusjes" komen die even aardig zijn, maar we vreezen er niets voor of ook deze zullen haar sympathiek vinden, al roemen ze de jongens die hier geteekend wor den misschien luider, omdat deze meer op den voorgrond treden in de spaunenste passages als de adem even wordt ingehouden en het oog alleen vraagt: hoe zal dat ailoopen?! De reden waarom Frits van huis en onder vreemden moet, is zeer treurig; toch schuilt er geen de minste overdrijving in. Kwamen al zulke knapen dan maar bij «vreemden" terecht als mijnheer en mevrouw Cramer! Dat zeggen wij, groote menschen, maar groote jongens zullen het beamen, daar ben ik zeker van. Voor op voeders zijn ze als geknip': ferm en doorzet tend als dit noodig blijkt te zijn, warm ge voelend, meelevend bet jonge leven, zich in denken kunnend in het jongensgemoed dat kennis maakt en strijd voert met goed en kwaad, onmerkbaar steunend en leidend terwijl bij dit boek leest, ook uw soms weerbarstig zoontje, mevrouw, dat ook uwe bezorgdheid zoo groot doet zijn, waardoor u begrijpen kunt het grie vend leed van de mama van Frits, haren tranen vloed bij het ziekbed van haar zoon's slacht offer Gerrit Vonk, haar vreugde bij het wedervinden van de liefde van haar Frits, haar eenige schat" na den te vroegen dood, &(n heldendaad, van haar man. Niet alleen aan jongens en meisjes, ook moeders en vaders bevelen we dit boek ter lezing aan. De al te toegevende mama is zeker niet ter navolging geteekend; haar wanhoop als 't te laat blijkt om zelve de taak der opvoeding alleen op zich te nemen en er goede resultaten van te verwachten, is goed geschetst om een jongen te treffen; zij heeft echter ook menige moeder of al even zwakken vader iets te zeggen. Toch leert Frits te Tulpoord haar liefdevol streven om hem gelukkig te maken waardeeren, zonder het oude verlangen om daarvan misbruik te maken. De feestdag waarop hem dit alles recht duidelijk wordt, hem met heimwee ver langen doet naar de vrouw die l/ij tamelijk koud verliet, dat huiselijk feest is op blz. 212 en v. v. goed geschetst. We doorleven het al voortiezende mee en begrijpen bett dat Frits toen iets voelde van het ^eenzaam zijn te midden van velen." Ernstige oogenblikken komen er in deze blad zijden voor, zeker! en dat is juist het mooie van dit boek, wijl ook aan scherts en jokkernij zooveel ruimte werd gegund. Pommetje aan het klokke touw vaa den dorpstoren pymnastische toeren makend; Teunissen, de oud-gediende, nu veld wachter en stipt gehoorzaam aan 's burgemees ters bevelen; zijn collega Haven, die zoo hard loopea kan, maar in z'n ijver een boom omhelst; Pommetje, die mooie kroppers koopen wil; zijn vriend Sam, die over een strooper heenspringt en het arme, gewonde konijn liever aan Langjas present wil geven; de »zware visch".... O, er is overvloed lachensstof om er eens recht pret te hebben; maar tusschen dat alles door wordt telkens iets geleerd, al lijkt het alles behalve op een les! Inderdaad, dat leven te Tulpoord trekt ons aan. Wij vilden het daarom ook zoo heel goed, dat mevrouw Wardland besluit, daar te gaan wonen. Haar beschermeling, die te lepenhoven blijven moest, zal zij wel niet geheel vergeten hebben, want zij heeft veel goeds, heel veel liefs; doch kinderopvoeden met zuchten en schreien gaat minder goed, en daarom vinden wij 't zoo heerlijk, dat onze jonge vriend Frits onder den iuvloed van menschen als de familie Cramer en zijn vader's vriend, te Tulpoord blijft. Nu kan er een man van groeien, een brave man a's z'n vader, kapitein Wardland, was. Er komen nog meer aantrekkelijke figuren in dit boek voor, te veel om ze alle te noemen; wie echter met Frits mee een afkeer heeft van brave Hendrikken", behoeft de lectuur niet te schromen. Alles is natuur en leven; slechts nmaal vroegen we ons zelf af, of de schrijver wel ooit een echt vlot had zien maken, of hos groot een jongenszak moet zijn, waarin die hoe veelheid daarvoor geschikt zijnd touw geborgen worden kan. Maar dat is ook het eenige, dat ons een beetje hinderde in dit alleszins menseh- en kinderkundig, met zooveel gloed geschreven boek. j L e-e u w ar de n, G. C. STELLINGWERF?} 23 Nov. 1901. JENTINK l Facetten, door B. STICHTEB. Amsterdam, Van Holkema & Warendorf. Mits de schrijver zelf toegeve, dat zijne Jacetten geen facetten van brillanten, maar van geslepen glas zijn, kan men met den titel vrede hebben. Deze schetsjes reiken niet hooger dan het hoofddeksel van een' zooveelsterangs journalist, wiens arbeid in het eene of andere dagblad nog wel eenig vertoon kan maken naast reeensiën over tooneeluitvoeringen, waarin de schrij ver hoofdzakelijk den korten inhoud van het opgevoerde stuk weergeeft, en naast muzikale verslagen, waarin de loisprakigste gemeen plaatsen worden verkocht. Maar in het kleed van een boek voelen die schetsjes zich niet goed thuis. Ze zijn alle onder bovengenoemd hoedje te vangen en als het is leêggeschud, 'ziet men eene dosis journalistieke routine, de ervaring van een' vacantie-reiziger, de levens wijsheid van een' ijverig krantenlezer en het beetje gevoel van eeti'minzamen heer. Daar zou ik haast de vijfde eigenschap vergeten: de altijd falende pogingen om geestig of zelfs maar grappig te zijn. De meeste dier vertellinkjes omkleeden de eene of andere gemoedsovertuiging van den mededeelzamen schrijver, doch geene van die overtuigingen is diep genoeg om den eisch overbodig te maken, dat het kleed fraai van snit zij. En dat kleed is hier zeer gewoon. Het geheel is oudbakken moraal, opgedischt in weinig behagelijken vorm. »Het vrije huwelijk Barend, heeft in theorie een ideale zijde. Maar IMIIIIItlMIIIIIIIIIIIUMMIIIIIIIMIHIIIIJIIIIIIIIIIIIIItllllllllllllllllltlllllllllllllll niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiii mini iniiii l illliiiiiiiin min miiiii UMI DAMEjg. Uit de herinneringen van ElizatethCaily Stanton. de groote strijdster yoor yronwenrecliten. Ad rem! Nadat ik de vergadering toegesproken had, traden eenige leden met mij in debat. Alle heeren waren beleefd en gedroegen zich als ernstige mannen met uitzondering van een. Iemand met een buitengewoon klein hoofd, een nietig mannetje met kromme beenen, wilde ten mijnen koste grappig en guitig zijn. Gedurende een korte pauze in het gesprek ging hij met zijn stoel vlak voor me zitten en zei spottend : «Gelooft u niet, dat het beste wat een vrouw doen kan is haar rol van huisvrouw en moeder goed te vervullen? M\jn vrouw heeft my acht flinke kinderen geschonken; is dat niet een betere levenstaak dan het kiesrecht uit te oefenen ?" Ik had myn oogen gedurende het heele onderhoud strak op dezen man gevestigd en merkte dat de anderen over zijn gedrag het land hadden. Ik besloot hem op 't eerste 't beste geschikte oogenblik een antwoord te geven, dat hem heugen zou; dus antwoordde ik hem direct op zijn vraag, terwijl ik hem langzaam van het hoofd tot de voeten opnam : »Ik heb maar weinig mannen ontmoet die 't waard zijn achtmaal gereproduceerd te worden." Een homerisch gelach barstte los en een der leden tikte hem op den schouder en zei: »Zeg, ventje, je hebt je lesje gehad, ik zou nu maar opstappen." Deze scène werd ruchtbaar gemaakt door alle kranten van Nebraska en waar ons mannetje kwam, overal vroeg men hem, waarom mevr. Stanton toch gezegd had, dat hij niet waard was 8 maal gereproduceerd te worden. * * * Een bezoek in de gevangenis. Ik bezocht de staatsgevangenis te Jackson, en hield een toespraak tot zevenhonderd man nen en jongens, van zeventien tot zeventig jaar oud. Met den gevangenisprediker gezeten op de verhooging aan 't boveneind van de eetzaal zag ik hen in een lange rij binnen komen voor den maaltijd en terwijl zij aten, had ik de gelegenheid de droevige, wanhopige gezichten te bestu deeren. Nooit zal ik de hopelooze uitdrukking vergeten van een jong man, die juist tot 20 jaar was veroordeeld, noch hoe beschaamd ik mij voelde, dat een van m\jn eigen sexe met twee haar spel dryvend, den nijd van den een tegen den ander had aangewakkerd, tot de tragedie eindigde met den dood van den een en de bijna levens lange gevangenisstraf van den ander. Indien meisjes oprecht en kristalhelder moeten zijn in eenige levensverhouding, dan zeker in die der liefde, daar deze de sterkste menschelijke hartstochten in beweging brengt. Toen de geestelyke mij deze droevige ge schiedenis vertelde en ik lette op de fijne gelaatstrekken en het welgevormde hoofd van den gevangene, gevoelde ik, dat de jonge man hier niet zou vinden, wat hij noodig had. Vrees, dwang, straf zijn de door mannen aan gewende geneesmiddelen voor zedelijke zwak heid, doch de statistiek toont aan hoe deze reeds sinds eeuwen faalden. Waarom het systeem niet veranderd en getracht de zedelijke en verstandelijke vermogens te leiden en te ont wikkelen, waarom geen opgeruimde omgeving, geen bezielende invloed ? Alles in ons tegen woordig systeem strekt er toe de pbysieke levenskracht, de zelfachting, de zedelijke veer kracht te verzwakken en den misdadiger te verharden in .plaats van hem te verbeteren. Myn hart was zoo zwaar dat ik niet wist wat te zeggen tot een gehoor van zooveel rampzaligen. Ik vroeg aan den geestelijke waarover ik spreken zou. «Waarover u wilt", zei hij. Ik vermoedde, dat zij al genoeg ge hoord hadden over hun zonden, hun zielen, en het reddingsplan, daarom besloot ik hen de nieuwtjes van den dag te geven. Dua vertelde ik hun over het amendement voor vrouwen kiesrecht, over mijn werkzaamheden in den staat, over amusante ontmoetingen met tegen standers, hun argumenten, mijn antwoorden. Ik vertelde van de groote veranderingen, die het gevangeuisleven zou ondergaan, wanneer de moeders van het volk een stem hadden in bet gevangeniswezen. Ook vertelde ik hun wat gouverneur Bagley zeide, en sprak ik van den goeden tijd die komen zal, wanneer gevan genissen niet langer strafplaatsen maar verbeteringscholen zullen zijn. Om hun te toonen wat vrouwen zouden doen om dezen schoonen droom te verwezenlijken, verhaalde ik van Blizabeth Fry en Dorothea L. Dix. van Mrs Tarnham's proefneming te Sing-Sing en van die van Louise Michel in Nieuw- Caledonia; ten slotte zei ik: »Nu verzoek ik al diegenen uwer, die voor het amendement zijn uw rechter hand op te steken," zij deden het als n man en lachten hartelijk toen ik zei: »Ik wou, dat gij allen met November naar de stembureaus kondt gaan en dat wij onze tegenstanders hier konden opsluiten tot na de verkiezing." Ik gevoelde mij voldaan in de .overtuiging, dat ik hen n gelukkig uur bezorgd en niets gezegd had, wat het gevoel van deze beklagenswaardigen kwetsen kon. (Een voorstander van vrouwenkiesrecht). indiening eener wet, regelende de aanstelling van vroedvrouwen. Vooral de arme moeders worden dikwijls door onbevoegden en onbekwamen bijgestaan. Den tweeden dag was de zitting uitsluitend aan de bespreking der woningkwestie gewijl. Uit de belangryke voorlezingen van miss Cochrane en mevrouw Cadbury, gevolgd door uitvoerige debatten, waaraan ook enkele heeren deelnamen, bleek overtuigend, dat de vrouwen zich, eveneens op dat onderdeel van de sociale kwestie, een wel overwogen oordeel hadden ge vormd. En terecht werd opgemerkt, dat zij, als gezondheids-inspectrice aangesteld, belangrijk konden bedragen om den werkelijken toestand van den woningnood te leeren kennen en door de aanwijzing van wegen en middelen de op lossing van dat diepgaande probleem konden bevorderen. Ongerekënd nog de opvoedende kracht die van haar kan uitgaan onder oner varene huismoeders. V. D. V. De yronweilief eging in Engeland, De vorige week werd in de Morley Hall te Londen, de jaarlijksche.büeenkomst der Natio naal Union of Women Workers gehouden. Mevrouw Lyttelton presideerde. Ea onder bekende figuren in de Britscbe vrouwenbewe ging ter vergadering aanwezig, behoorden lady Battersea, mevr. Creighton, mevr. Cadbury (echtgenoote van den bekenden cacaofabrikant), miss Jon es, miss Anna H. Salton e. a. In haar openingsspeech getuigde de presi dente, dat allerwege het groote belang begint erkend te worden van der vrouwen deelname aan de groote beweging naar meer bescha ving en vooruitgang. W\j vermelden slechts enkele van de vele belangrijke moties, na uitvoerige gedachtenwisseling aangenomen. Miss Leigh Browne diende er eene in met de verklaring, dat bij den arbeid der provincialeen gemeenteraden, de samenwerking van de vrouw met den man een vereischte is, waarbij mevr. Dockerell opmerkte, dat de weinige vrouwen die thans in lokale besturen zitting hebben bereids een humaniseerenden invloed uitoefenden. Een volgende motie sprak de wenachelijkheid uit, dat in de voorgestelde nieuwe onderwijsbesturen ook vrouwen zitting zullen kunnen nemen. Een daarop volgende drorg aan op de be noeming van vrouwelijke dienders en wachters in de politiebureaux, ten einde vrouwelijke gearresteerden niet aan de zorg van mannen over te laten. Ook werd de aandacht gevestigd op de schrikbarende toename der dronkenschap onder de vrouwen, waarbij de noodzakelijkheid werd uitgesproken, om meer Homes overeenkomstig de Inebriate Act te stichten. Lady Battersea was van oordeel, dat het ontslag uit die Homes dikwijls te vroeg geschiedde. De ongelukkigen gaven zich spoedig weor aan de verleiding over, waardoor de zucht tot drinken dieper wortel schoot. Dat verklaart wellicht het onge wone groote aantal vrouwen onder de crimineele drankzuchtigen. Dronkenschap en mis daad gaan hand aan hand. Ook werd met klem aangedrongen op de Ons Asyl. (De bewaarplaats voor noodlijdende dieren, Wiegelstraat 27a). Na de laatste jaarvergadering der SofiaVereenigirg tot bescherming van dieren te Amsterdam, waar een voorstel van een der leden, tot oprichting en instandhouding van een agyl door en op kosten van die vereeniI ging, om financiëele bezwaren werd verworpen, l werd gevormd de vereeniging Asyl, in geenerlei | verband staande met de Sofia-Vereeniging, die ' zich ten doel stelde, een bewaarplaats voor l zwervende dieren, zooals die reeds in vele groote steden bestond, ook hier tot stand te brengen. Toen het ledental dier vereeniging van Februari?Juli van 40 tot ruim 400 was gestegen, kon met Juli 11. het asyl geopend worden, op dezelfde plaats waar 17 jaar geleden een dergelijk asyl werd opgericht. Waar al deze dieren blijven? De ongeluk kigste worden door een der bestuursleden, rijksveearts, op de zachtste wijze afgemaakt; de overige worden, als ze geheel gezond zijn afgestaan aan dierenvrienden. Dat de inrichting voorziet in eene bestaande behoefte, bewyst het drukke gebruik dat er van gemaakt wordt; ongeveer 425 dieren werden er sinds de opening verpleegd. Dat zij, zooals de zaken nu staan; nooit geheel aan die behoefte kan voldoen, zal ieder duidelijk worden, die van de gelegen heid gebruik maakt om de inrichting 's middags tusschen 2 en 4 uur kosteloos te bezichtigen. Men vindt er op dat uur steeds een bestuurslid, die gaarne alle inlichtingen verstrekt. De contributie bedraagt als minimum voor leden / l, voor begunstigers f O..r>0 per jaar. Giften worden gaarne in ontvangst genomen door Maria Garcia, penningmeesteresse, Prinsen gracht 862. Nieuwen leden wordt verzocht, zich aan te melden aan den secretaris Joh. E. A. van Pellecom, Sarphatipark GG. Aan het laatste adres zijn prospectussen op aanvrage gratis verkrijgbaar. iiiiiMimmiiiiMimiimmimiiuiiliiii Talitha Kiimi. Japansche vrouwen. Tuhtoïs meening ovtr ziekte en dood. Velours nacré.?Van weedom en van weelde. In de ISode der J feldring-gestichten, Nr. van 15 November jl. richt de directrice van het gesticht Talitha Kiïmi (Dochterke sta op) mej. A. Olivier, het volgend uiterst bescheiden verzoek tot de dames : »Het zjj mij vergund bij den aanvang van den winter, en dus van de lange avonden, de dames opmerkzaam te mogen maken, dat indien z\j eenige wol, of gaas, of zyjde hebben voor haar van geen waarde, dat alles nog waarde heeft in de oogen van de kinderen van Talitha." Opruimen is zoo goed en noodig. Als wij allemaal even snuffelen in onze kasten, werktafels en doozen, vinden w\j wel eenig materiaal dat wij gaarne voor dit goede doel willen afstaan, nietwaar ? Ean postpakketje is zoo gauw gemaakt en zoo makkelek verzonden. Onmiddellijk onder dit verzoek, staat het door den tegenwoordigen directeur der Heldring-gestichter, dr. H. Pierson gestelde, wee moedig bericht van »een jonge doode". Een verpleegde van Talitaa, een meisje van 14 jaar, bezweek na een kortstondig hevig lijden en werd den 5 No?ember jl. door haar mede-verpleegden en vriendinnetjes van het gesticht naar haar graf begeleid op het kerkhof der Vluchtheuvelkerk, te Zetten. De ziekte en het sterven van het kind bracht ontsteltenis teweeg onder al de meisjes, zoo groote als kleine. Het is dus zeer gewenscht, juist KM aan die kinderen een afleiding te geven, door ze s'avonds aangenaam en nuttig bezig te houden meteen kleurig handwerkje, wat voor hen zoo'n heer lijke afwisseling is op het verplichtend stoppen en mazen der zwarte wollen kousen. De Japansche vrouwen bezoeken in een groot aantal de nieuwe universiteit in Tokio. Ook hebben zij een vereeniging opgericht om verbetering te brengen in hun onpractische kleederdracht. Wel jammer voor hun sierlyke kleeren, die ons Europeesche dames tot voor beeld van goeden smaak kon strekken. (Belang en Recht.) * ? * sLaven is goed, doch sterven is ook goed. Men is zoo wél, als men ziek ligt. Men voelt zich ontheven van al het lichamelijke, men leeft niet meer dan het geestelijk leven, het leven der ziel! En de dood heeft niets verschikkelijks! Ean afgrond zegt men. Onjuiste vergelijking! Als men ziek is, is hat of men een heuvel afgaat, een zeer zachte helling, die op zeker punt, door een gordijn wordt afgesloten, een licht gordijn van doorschijnende stof; aan deze zyde van het gordijn is nog het leven, aan gene zijde is de dood. En hoeveel meer ver hoogd de ziekte-toestand niet de zedelijke waarde boven dien der gezondheid. Spreek me niet van menschen die nooit ziek zijn geweest. Ze zyn schrikkelyk. Vooral de vrouwen! Een welvarende vrouw, wel dat is een wild dier!" (Maandblad, gewijd aan Hygiëne en Industrie, van Dr. van Hamel Roos en Harmens ) * * *? ; Ongetwijfeld behoort Gisela Mirkovsky tot de uitnemendste vrouwelyke vertegenwoordigers i der Hongaarsehe kunst-industrie, tiisela Mir kovsky paart aan een verrukkelijk teeken- en schildertalent een onuitputtelijke fantasie. Alle l ornamenten en versieringen die zij teekent, ontwerpt zij zelf. Haar laatste vinding bestaat in het overbrengen van haar teekeningen op zij-fluweel. Het aldus bewerkte fluweel noemt zij velours nacré. De effecten op die wijze door haar bereikt, zijn zoo kunstvol en zoo verrassend, dat het comitéder Kerstmis-ten toonstelling te Budapest onmiddellijk aan de nijvere kunstenares opdroeg een theatermantel en een portière van velours nacréte vervaar? digen om te exposeeren. Gisela Mirkovsky is zoo verstandig geweest een patent te nemen op haar nieuwste vinding. Binnenkort zal zij een cursus openen om haar leerlingen in te wijden in de techniek van deze nieuwe industrie. *** Weelde ! met schroom betreden wij het terrein der onbezorgde overdaad, plaatsen waar uit alle hoeken dartele oogen-praal ons tegenflonkert. Heilige Nicolaas I kinder- en menschenviend, gij, wiens komst telken jare met geheimzinnige griezeltjes, met popelende ver wachtingen worjt begroet, u ter eere, zullen wij melding maken van schoone, kunstvolle voorwerpen, uitgestald bij uwe nadering. Santa Claus! gij zijt in aantocht! Voor een wijle ontworstelt zich ons denken aan de somber heid in onze ziel gestort door afgrijselijke verslagen van bloedvergieten, van ten hemel klagend onrecht, van bovenmenschelijk leed, van verwoesting van hetgeen stoere kracht en stalen volharding opbouwden, van moeder-smart in vunze omgeving uitjammerend haar leed om het verlies harer lievelingen. Droeve geruchten, tot ons gekomen van verre.... Ook van nabij sooveel leed te stillen, zooveel tranen te drogen, zooveel gretige handen te vullen, zoo gij den moed hebt, achterbuurten, glibberige stegen, donkere sloppen te door kruisen tegen Sinf-Nicolaas, den tijd van geven, van blij-maken, van vreugde-brengen bij uit nemendheid. Treedt daarna in de weelde-omgeving, waar gij wenscht een geschenk te kiezen voor moe der, echtgenoote, aanstaande levensgezellin, zuster of vriendin, voor vader, echtgenoot, aanstaanden levensmakker, broer, neef of vriend. Die allen kunt gij gelukkig maken zoo gij een kijkje gaat nemen in Rimmel's smaakvolle etalage in de Kal verstraat. Uw oog is gestreeld, gij gaat het magazijn binnen, waar u de eene verrassing na de andere wacht. De neiging tot het Empire genre in toilet en ameublemen, openbaart zich sterker dan ooit in de weelde-voorwerpen afkomstig uit het toon-gevend lai;d van smaak en artistie ker zin. Zou de Fransche Republiek haar einde naderen ? ! Gloort in het verschiet het scepter-zwaaien van een nieuwen Cesar ? ... Qui vivra, verra. Smaaktolle portret-lijsten, papier standaards, byouterie-kastjes, notitie-boeken, sigarenkokers in glanzend rood leer, met incrustaties van keurig beschilderde linnen appliques, alles style empire. Waaiers klein model, met exquise schil deringen arabesquen, zijden borduursels, paillettes-versieringen gevat in glanzend paarlmoer; beeldig! men weet niet waaraan de voorkeur te geven. Toilet-artikelen in schildpad met zilveren monogram, of in glanzend roomig ivoor. Om binocle en zakdoekje op te-bergen, réticules .... om te stelen ! Voor eiken leef tijd, voor ieders smaak, voor ieders gading. Luidruchtig hel-rood satijn, gevat in kostbaren vergulden beugel met incrustaties van simili. Stemmig zwart met versiering van zwart chenille, zilverdraad en zilveren paillettes. Zacht mauve met sierlijke, hoogst smaakvol aangebrachte garneering van zwart application. In alle tinten zijn de onmisbare en fraaie r ticules voorhanden. Men vindt er ook kleinere, altijd sierlijke, maar minder kostbare geschenken, in den vorm van snoezige, bronzen bibelots, sluitingen voor boa's, verrukkelijke parfums. En ... lest best ! l'osteer u voor de uitgestalde Ieder-artikelen van den wereldberoemden Weener, Weidman de porseleinen vasen en bonbonnières in Vieux Vienne en Sèvres. Men is niet uitgekeken. Portefeuilles, notitieboeken, cigaretkokers, portemonnaie's in prachtig leer, met zeldzaam schoone schilderingen, een samensmelting van tinten, een harmonie van lijnen, een rijkdom van motieven, een volkomenheid van bewer king die nig genoemd mogen worden. CAPRICE. Centrale Hypotheekbank MOTTJKttDAltf. Kantoor* Witte Huis. De Bank sluit op billijke voorwaarden geldleenlngen onder eerste hypothecair verband. Nadere inlichtingen te bekomen ten kantore der Bank. De Directie. B. S. EDERSHEIirl. M. G. F. LANGLOIS VAN DEN BERGH. Verzekering-maatschappij HOLDA". Amsterdam, Damrak 74. Goedgekeurd by Kon. Besluit van 3 December 1895, No. 38. Sluit alle soorten Verzekeringen op het Leven en van Lijfrenten, met of zonder ophouden van premie» betaling ingeval van Invaliditeit. Werkkracht-Verzekering, al of niet in verband met Levensverzekeringen of LUfrenten. Vraagt de nieuwe Prospectussen. THE GRESHAM. Levensverzekering-Maatschappij te LONDEN. OPGERICHT EN 1848. Nederlandsche Afdeeling: AMSTERDAM SPUI 23?27. Directeur: M. JU D E L L. Stand 31 December 1900: Actief ? 92,128,594, Jaarlijksche Inkomsten . 15,584,243. uitbetaald aan de verzekerden. t , 202,506,804

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl