Historisch Archief 1877-1940
1275
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Frit* Wttrdland, door C. JOH. KIEVIET.
Met illustraties van Jon. BRAAKENSIEK.
P. Kluitman, Alkmaar^
Nu met de nadering van 't Sint-Nieolaasfeest
de geschreven verlanglijstjes veer worden klaar
gelegd, zie ik op menig jongenskladje van min
of meer net model prijken: een boek. En vooral
als die jongen niet zoo klein meer is, da-i vooral,
wordt zoo'n begeerte nogal eens gauw in 't oor
geknoopt, maar dan volgt de vraag: welk boek
zal 't zijn?
't Is sinds een paar dagen, nadat ik Frilt
Wardlanif las, met toenemend genot las, voor mij
geen open vraag meer en ik hoop dat de
keuze van velen vallen zal op dit echt prettige,
met het hart geschreven jongensboek. Wees er
gerust op, dat het uw zoontje, broertje, neefje of
vrindje bevallen zal! Me dunkt, het kan niet
anders : eerst reeds zoo'n heerlijk dik boek met
xoo'n echte jongen op den netten omslag in
bezit te krijgen, zal de oogen doen tintelen, en
dan de inhoud met die verrukkelijke teekeningen
van Braakensiek. Die Frits met al z'n deugden
en gebreken trekt eiken joegen aan, en z'n be
langstelling zal toenemen naarmate de geschiede
nis vordert. En behalve die Trits, waarom alles
wat er in deze 226 groote bladzijden verhaald
wordt, draait, komen er nog meer zulke aan
trekkelijke personen en persoontjes in voor. Dat
leuke Pommetje de jongen heet eigenlijk
Gexard, maat van af den burgemeester van het
dorp tot z'n eigen vader toe noemt ieder hem
bij voorkeur Pommetje (Frits geeft er in een
tijner brieven eene aaidige verklaring van) dat
tilllllHlllllliiiiifitiiiliiiliilliillltiiiiiiiiiiiiiiliiMiiiHliMitmiiiiiiiiiiiiiiin
flinke manneke vol guitenstreken: geen enkele
jongen zal hem vervelend vindens maar eerder
wenscben hem tot z'n vriend te mogen hebben.
Nu, als dat kon, dan was hij goed af!
Trouwhartiger, guller jongen kan men zich al niet
denkeu. Zijn zusje Anna is ook een lieve meid
en toch een heel natuurlijk, goed kind. 't Boek
zal ook wel in handen van zusjes" komen die
even aardig zijn, maar we vreezen er niets voor
of ook deze zullen haar sympathiek vinden, al
roemen ze de jongens die hier geteekend wor
den misschien luider, omdat deze meer op den
voorgrond treden in de spaunenste passages als
de adem even wordt ingehouden en het oog
alleen vraagt: hoe zal dat ailoopen?!
De reden waarom Frits van huis en onder
vreemden moet, is zeer treurig; toch schuilt er
geen de minste overdrijving in. Kwamen al
zulke knapen dan maar bij «vreemden" terecht
als mijnheer en mevrouw Cramer! Dat zeggen
wij, groote menschen, maar groote jongens zullen
het beamen, daar ben ik zeker van. Voor op
voeders zijn ze als geknip': ferm en doorzet
tend als dit noodig blijkt te zijn, warm ge
voelend, meelevend bet jonge leven, zich in
denken kunnend in het jongensgemoed dat
kennis maakt en strijd voert met goed en kwaad,
onmerkbaar steunend en leidend terwijl bij dit
boek leest, ook uw soms weerbarstig zoontje,
mevrouw, dat ook uwe bezorgdheid zoo groot
doet zijn, waardoor u begrijpen kunt het grie
vend leed van de mama van Frits, haren tranen
vloed bij het ziekbed van haar zoon's slacht
offer Gerrit Vonk, haar vreugde bij het
wedervinden van de liefde van haar Frits, haar eenige
schat" na den te vroegen dood, &(n heldendaad,
van haar man.
Niet alleen aan jongens en meisjes, ook moeders
en vaders bevelen we dit boek ter lezing aan.
De al te toegevende mama is zeker niet ter
navolging geteekend; haar wanhoop als 't te
laat blijkt om zelve de taak der opvoeding
alleen op zich te nemen en er goede resultaten
van te verwachten, is goed geschetst om een
jongen te treffen; zij heeft echter ook menige
moeder of al even zwakken vader iets te zeggen.
Toch leert Frits te Tulpoord haar liefdevol
streven om hem gelukkig te maken waardeeren,
zonder het oude verlangen om daarvan misbruik
te maken. De feestdag waarop hem dit alles
recht duidelijk wordt, hem met heimwee ver
langen doet naar de vrouw die l/ij tamelijk
koud verliet, dat huiselijk feest is op blz. 212
en v. v. goed geschetst. We doorleven het al
voortiezende mee en begrijpen bett dat Frits
toen iets voelde van het ^eenzaam zijn te midden
van velen."
Ernstige oogenblikken komen er in deze blad
zijden voor, zeker! en dat is juist het mooie van
dit boek, wijl ook aan scherts en jokkernij zooveel
ruimte werd gegund. Pommetje aan het klokke
touw vaa den dorpstoren pymnastische toeren
makend; Teunissen, de oud-gediende, nu veld
wachter en stipt gehoorzaam aan 's burgemees
ters bevelen; zijn collega Haven, die zoo hard
loopea kan, maar in z'n ijver een boom omhelst;
Pommetje, die mooie kroppers koopen wil; zijn
vriend Sam, die over een strooper heenspringt
en het arme, gewonde konijn liever aan Langjas
present wil geven; de »zware visch".... O,
er is overvloed lachensstof om er eens recht
pret te hebben; maar tusschen dat alles door
wordt telkens iets geleerd, al lijkt het alles
behalve op een les!
Inderdaad, dat leven te Tulpoord trekt ons
aan. Wij vilden het daarom ook zoo heel goed,
dat mevrouw Wardland besluit, daar te gaan
wonen. Haar beschermeling, die te lepenhoven
blijven moest, zal zij wel niet geheel vergeten
hebben, want zij heeft veel goeds, heel veel
liefs; doch kinderopvoeden met zuchten en
schreien gaat minder goed, en daarom vinden
wij 't zoo heerlijk, dat onze jonge vriend Frits
onder den iuvloed van menschen als de familie
Cramer en zijn vader's vriend, te Tulpoord blijft.
Nu kan er een man van groeien, een brave man
a's z'n vader, kapitein Wardland, was.
Er komen nog meer aantrekkelijke figuren in
dit boek voor, te veel om ze alle te noemen;
wie echter met Frits mee een afkeer heeft van
brave Hendrikken", behoeft de lectuur niet te
schromen. Alles is natuur en leven; slechts
nmaal vroegen we ons zelf af, of de schrijver
wel ooit een echt vlot had zien maken, of hos
groot een jongenszak moet zijn, waarin die hoe
veelheid daarvoor geschikt zijnd touw geborgen
worden kan.
Maar dat is ook het eenige, dat ons een
beetje hinderde in dit alleszins menseh- en
kinderkundig, met zooveel gloed geschreven boek. j
L e-e u w ar de n, G. C. STELLINGWERF?}
23 Nov. 1901. JENTINK l
Facetten, door B. STICHTEB. Amsterdam,
Van Holkema & Warendorf.
Mits de schrijver zelf toegeve, dat zijne
Jacetten geen facetten van brillanten, maar van
geslepen glas zijn, kan men met den titel vrede
hebben.
Deze schetsjes reiken niet hooger dan het
hoofddeksel van een' zooveelsterangs journalist,
wiens arbeid in het eene of andere dagblad
nog wel eenig vertoon kan maken naast
reeensiën over tooneeluitvoeringen, waarin de schrij
ver hoofdzakelijk den korten inhoud van het
opgevoerde stuk weergeeft, en naast muzikale
verslagen, waarin de loisprakigste gemeen
plaatsen worden verkocht. Maar in het kleed
van een boek voelen die schetsjes zich niet
goed thuis. Ze zijn alle onder bovengenoemd
hoedje te vangen en als het is leêggeschud,
'ziet men eene dosis journalistieke routine, de
ervaring van een' vacantie-reiziger, de levens
wijsheid van een' ijverig krantenlezer en het
beetje gevoel van eeti'minzamen heer. Daar zou
ik haast de vijfde eigenschap vergeten: de altijd
falende pogingen om geestig of zelfs maar
grappig te zijn.
De meeste dier vertellinkjes omkleeden de
eene of andere gemoedsovertuiging van den
mededeelzamen schrijver, doch geene van die
overtuigingen is diep genoeg om den eisch
overbodig te maken, dat het kleed fraai van
snit zij. En dat kleed is hier zeer gewoon.
Het geheel is oudbakken moraal, opgedischt
in weinig behagelijken vorm. »Het vrije huwelijk
Barend, heeft in theorie een ideale zijde. Maar
IMIIIIItlMIIIIIIIIIIIUMMIIIIIIIMIHIIIIJIIIIIIIIIIIIIItllllllllllllllllltlllllllllllllll
niiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiii
mini iniiii l illliiiiiiiin min miiiii UMI
DAMEjg.
Uit de herinneringen van ElizatethCaily Stanton.
de groote strijdster yoor yronwenrecliten.
Ad rem!
Nadat ik de vergadering toegesproken had,
traden eenige leden met mij in debat. Alle
heeren waren beleefd en gedroegen zich als
ernstige mannen met uitzondering van een.
Iemand met een buitengewoon klein hoofd, een
nietig mannetje met kromme beenen, wilde ten
mijnen koste grappig en guitig zijn. Gedurende
een korte pauze in het gesprek ging hij met
zijn stoel vlak voor me zitten en zei spottend :
«Gelooft u niet, dat het beste wat een vrouw
doen kan is haar rol van huisvrouw en moeder
goed te vervullen? M\jn vrouw heeft my acht
flinke kinderen geschonken; is dat niet een
betere levenstaak dan het kiesrecht uit te
oefenen ?"
Ik had myn oogen gedurende het heele
onderhoud strak op dezen man gevestigd en
merkte dat de anderen over zijn gedrag het
land hadden. Ik besloot hem op 't eerste 't
beste geschikte oogenblik een antwoord te
geven, dat hem heugen zou; dus antwoordde
ik hem direct op zijn vraag, terwijl ik hem
langzaam van het hoofd tot de voeten opnam :
»Ik heb maar weinig mannen ontmoet die 't
waard zijn achtmaal gereproduceerd te worden."
Een homerisch gelach barstte los en een
der leden tikte hem op den schouder en zei:
»Zeg, ventje, je hebt je lesje gehad, ik zou nu
maar opstappen." Deze scène werd ruchtbaar
gemaakt door alle kranten van Nebraska en
waar ons mannetje kwam, overal vroeg men
hem, waarom mevr. Stanton toch gezegd had,
dat hij niet waard was 8 maal gereproduceerd
te worden.
*
* *
Een bezoek in de gevangenis.
Ik bezocht de staatsgevangenis te Jackson,
en hield een toespraak tot zevenhonderd man
nen en jongens, van zeventien tot zeventig
jaar oud. Met den gevangenisprediker gezeten
op de verhooging aan 't boveneind van de
eetzaal zag ik hen in een lange rij binnen
komen voor den maaltijd en terwijl zij aten,
had ik de gelegenheid de droevige, wanhopige
gezichten te bestu deeren. Nooit zal ik de
hopelooze uitdrukking vergeten van een jong
man, die juist tot 20 jaar was veroordeeld,
noch hoe beschaamd ik mij voelde, dat een
van m\jn eigen sexe met twee haar spel
dryvend, den nijd van den een tegen den ander
had aangewakkerd, tot de tragedie eindigde
met den dood van den een en de bijna levens
lange gevangenisstraf van den ander.
Indien meisjes oprecht en kristalhelder
moeten zijn in eenige levensverhouding, dan
zeker in die der liefde, daar deze de sterkste
menschelijke hartstochten in beweging brengt.
Toen de geestelyke mij deze droevige ge
schiedenis vertelde en ik lette op de fijne
gelaatstrekken en het welgevormde hoofd van
den gevangene, gevoelde ik, dat de jonge man
hier niet zou vinden, wat hij noodig had.
Vrees, dwang, straf zijn de door mannen aan
gewende geneesmiddelen voor zedelijke zwak
heid, doch de statistiek toont aan hoe deze
reeds sinds eeuwen faalden. Waarom het systeem
niet veranderd en getracht de zedelijke en
verstandelijke vermogens te leiden en te ont
wikkelen, waarom geen opgeruimde omgeving,
geen bezielende invloed ? Alles in ons tegen
woordig systeem strekt er toe de pbysieke
levenskracht, de zelfachting, de zedelijke veer
kracht te verzwakken en den misdadiger te
verharden in .plaats van hem te verbeteren.
Myn hart was zoo zwaar dat ik niet wist
wat te zeggen tot een gehoor van zooveel
rampzaligen. Ik vroeg aan den geestelijke
waarover ik spreken zou. «Waarover u wilt",
zei hij. Ik vermoedde, dat zij al genoeg ge
hoord hadden over hun zonden, hun zielen,
en het reddingsplan, daarom besloot ik hen de
nieuwtjes van den dag te geven. Dua vertelde
ik hun over het amendement voor vrouwen
kiesrecht, over mijn werkzaamheden in den
staat, over amusante ontmoetingen met tegen
standers, hun argumenten, mijn antwoorden.
Ik vertelde van de groote veranderingen, die
het gevangeuisleven zou ondergaan, wanneer
de moeders van het volk een stem hadden in
bet gevangeniswezen. Ook vertelde ik hun wat
gouverneur Bagley zeide, en sprak ik van den
goeden tijd die komen zal, wanneer gevan
genissen niet langer strafplaatsen maar
verbeteringscholen zullen zijn. Om hun te toonen
wat vrouwen zouden doen om dezen schoonen
droom te verwezenlijken, verhaalde ik van
Blizabeth Fry en Dorothea L. Dix. van Mrs
Tarnham's proefneming te Sing-Sing en van
die van Louise Michel in Nieuw- Caledonia;
ten slotte zei ik: »Nu verzoek ik al diegenen
uwer, die voor het amendement zijn uw rechter
hand op te steken," zij deden het als n man
en lachten hartelijk toen ik zei: »Ik wou, dat
gij allen met November naar de stembureaus
kondt gaan en dat wij onze tegenstanders hier
konden opsluiten tot na de verkiezing." Ik
gevoelde mij voldaan in de .overtuiging, dat ik
hen n gelukkig uur bezorgd en niets gezegd
had, wat het gevoel van deze
beklagenswaardigen kwetsen kon.
(Een voorstander
van vrouwenkiesrecht).
indiening eener wet, regelende de aanstelling
van vroedvrouwen. Vooral de arme moeders
worden dikwijls door onbevoegden en
onbekwamen bijgestaan.
Den tweeden dag was de zitting uitsluitend
aan de bespreking der woningkwestie gewijl.
Uit de belangryke voorlezingen van miss
Cochrane en mevrouw Cadbury, gevolgd door
uitvoerige debatten, waaraan ook enkele heeren
deelnamen, bleek overtuigend, dat de vrouwen
zich, eveneens op dat onderdeel van de sociale
kwestie, een wel overwogen oordeel hadden ge
vormd. En terecht werd opgemerkt, dat zij, als
gezondheids-inspectrice aangesteld, belangrijk
konden bedragen om den werkelijken toestand
van den woningnood te leeren kennen en door
de aanwijzing van wegen en middelen de op
lossing van dat diepgaande probleem konden
bevorderen. Ongerekënd nog de opvoedende
kracht die van haar kan uitgaan onder oner
varene huismoeders.
V. D. V.
De yronweilief eging in Engeland,
De vorige week werd in de Morley Hall te
Londen, de jaarlijksche.büeenkomst der Natio
naal Union of Women Workers gehouden.
Mevrouw Lyttelton presideerde. Ea onder
bekende figuren in de Britscbe vrouwenbewe
ging ter vergadering aanwezig, behoorden lady
Battersea, mevr. Creighton, mevr. Cadbury
(echtgenoote van den bekenden cacaofabrikant),
miss Jon es, miss Anna H. Salton e. a.
In haar openingsspeech getuigde de presi
dente, dat allerwege het groote belang begint
erkend te worden van der vrouwen deelname
aan de groote beweging naar meer bescha
ving en vooruitgang.
W\j vermelden slechts enkele van de vele
belangrijke moties, na uitvoerige
gedachtenwisseling aangenomen.
Miss Leigh Browne diende er eene in met de
verklaring, dat bij den arbeid der
provincialeen gemeenteraden, de samenwerking van de
vrouw met den man een vereischte is, waarbij
mevr. Dockerell opmerkte, dat de weinige
vrouwen die thans in lokale besturen zitting
hebben bereids een humaniseerenden invloed
uitoefenden.
Een volgende motie sprak de wenachelijkheid
uit, dat in de voorgestelde nieuwe
onderwijsbesturen ook vrouwen zitting zullen kunnen
nemen.
Een daarop volgende drorg aan op de be
noeming van vrouwelijke dienders en wachters
in de politiebureaux, ten einde vrouwelijke
gearresteerden niet aan de zorg van mannen
over te laten.
Ook werd de aandacht gevestigd op de
schrikbarende toename der dronkenschap onder
de vrouwen, waarbij de noodzakelijkheid werd
uitgesproken, om meer Homes overeenkomstig
de Inebriate Act te stichten. Lady Battersea was
van oordeel, dat het ontslag uit die Homes
dikwijls te vroeg geschiedde. De ongelukkigen
gaven zich spoedig weor aan de verleiding
over, waardoor de zucht tot drinken dieper
wortel schoot. Dat verklaart wellicht het onge
wone groote aantal vrouwen onder de
crimineele drankzuchtigen. Dronkenschap en mis
daad gaan hand aan hand.
Ook werd met klem aangedrongen op de
Ons Asyl.
(De bewaarplaats voor noodlijdende dieren,
Wiegelstraat 27a).
Na de laatste jaarvergadering der
SofiaVereenigirg tot bescherming van dieren te
Amsterdam, waar een voorstel van een der
leden, tot oprichting en instandhouding van
een agyl door en op kosten van die
vereeniI ging, om financiëele bezwaren werd verworpen,
l werd gevormd de vereeniging Asyl, in geenerlei
| verband staande met de Sofia-Vereeniging, die
' zich ten doel stelde, een bewaarplaats voor
l zwervende dieren, zooals die reeds in vele
groote steden bestond, ook hier tot stand te
brengen. Toen het ledental dier vereeniging
van Februari?Juli van 40 tot ruim 400 was
gestegen, kon met Juli 11. het asyl geopend
worden, op dezelfde plaats waar 17 jaar geleden
een dergelijk asyl werd opgericht.
Waar al deze dieren blijven? De ongeluk
kigste worden door een der bestuursleden,
rijksveearts, op de zachtste wijze afgemaakt;
de overige worden, als ze geheel gezond zijn
afgestaan aan dierenvrienden. Dat de inrichting
voorziet in eene bestaande behoefte, bewyst
het drukke gebruik dat er van gemaakt wordt;
ongeveer 425 dieren werden er sinds de opening
verpleegd. Dat zij, zooals de zaken nu staan;
nooit geheel aan die behoefte kan voldoen,
zal ieder duidelijk worden, die van de gelegen
heid gebruik maakt om de inrichting 's middags
tusschen 2 en 4 uur kosteloos te bezichtigen.
Men vindt er op dat uur steeds een bestuurslid,
die gaarne alle inlichtingen verstrekt.
De contributie bedraagt als minimum voor
leden / l, voor begunstigers f O..r>0 per jaar.
Giften worden gaarne in ontvangst genomen
door Maria Garcia, penningmeesteresse, Prinsen
gracht 862. Nieuwen leden wordt verzocht,
zich aan te melden aan den secretaris Joh. E. A.
van Pellecom, Sarphatipark GG. Aan het laatste
adres zijn prospectussen op aanvrage gratis
verkrijgbaar.
iiiiiMimmiiiiMimiimmimiiuiiliiii
Talitha Kiimi. Japansche vrouwen.
Tuhtoïs meening ovtr ziekte en dood.
Velours nacré.?Van weedom en van weelde.
In de ISode der J feldring-gestichten, Nr. van
15 November jl. richt de directrice van het
gesticht Talitha Kiïmi (Dochterke sta op) mej.
A. Olivier, het volgend uiterst bescheiden
verzoek tot de dames :
»Het zjj mij vergund bij den aanvang van
den winter, en dus van de lange avonden, de
dames opmerkzaam te mogen maken, dat indien
z\j eenige wol, of gaas, of zyjde hebben voor
haar van geen waarde, dat alles nog waarde
heeft in de oogen van de kinderen van Talitha."
Opruimen is zoo goed en noodig. Als wij
allemaal even snuffelen in onze kasten,
werktafels en doozen, vinden w\j wel eenig materiaal
dat wij gaarne voor dit goede doel willen
afstaan, nietwaar ?
Ean postpakketje is zoo gauw gemaakt en
zoo makkelek verzonden.
Onmiddellijk onder dit verzoek, staat het
door den tegenwoordigen directeur der
Heldring-gestichter, dr. H. Pierson gestelde, wee
moedig bericht van »een jonge doode".
Een verpleegde van Talitaa, een meisje van
14 jaar, bezweek na een kortstondig hevig
lijden en werd den 5 No?ember jl. door haar
mede-verpleegden en vriendinnetjes van het
gesticht naar haar graf begeleid op het kerkhof
der Vluchtheuvelkerk, te Zetten. De ziekte en
het sterven van het kind bracht ontsteltenis
teweeg onder al de meisjes, zoo groote als
kleine.
Het is dus zeer gewenscht, juist KM aan die
kinderen een afleiding te geven, door ze s'avonds
aangenaam en nuttig bezig te houden meteen
kleurig handwerkje, wat voor hen zoo'n heer
lijke afwisseling is op het verplichtend stoppen
en mazen der zwarte wollen kousen.
De Japansche vrouwen bezoeken in een
groot aantal de nieuwe universiteit in Tokio.
Ook hebben zij een vereeniging opgericht om
verbetering te brengen in hun onpractische
kleederdracht. Wel jammer voor hun sierlyke
kleeren, die ons Europeesche dames tot voor
beeld van goeden smaak kon strekken.
(Belang en Recht.)
* ?
*
sLaven is goed, doch sterven is ook goed.
Men is zoo wél, als men ziek ligt. Men voelt
zich ontheven van al het lichamelijke, men
leeft niet meer dan het geestelijk leven, het
leven der ziel! En de dood heeft niets
verschikkelijks!
Ean afgrond zegt men. Onjuiste vergelijking!
Als men ziek is, is hat of men een heuvel
afgaat, een zeer zachte helling, die op zeker
punt, door een gordijn wordt afgesloten, een
licht gordijn van doorschijnende stof; aan deze
zyde van het gordijn is nog het leven, aan
gene zijde is de dood. En hoeveel meer ver
hoogd de ziekte-toestand niet de zedelijke
waarde boven dien der gezondheid. Spreek
me niet van menschen die nooit ziek zijn
geweest. Ze zyn schrikkelyk. Vooral de
vrouwen! Een welvarende vrouw, wel dat is
een wild dier!"
(Maandblad, gewijd aan Hygiëne en Industrie,
van Dr. van Hamel Roos en Harmens )
* *
*?
; Ongetwijfeld behoort Gisela Mirkovsky tot
de uitnemendste vrouwelyke vertegenwoordigers
i der Hongaarsehe kunst-industrie, tiisela Mir
kovsky paart aan een verrukkelijk teeken- en
schildertalent een onuitputtelijke fantasie. Alle
l ornamenten en versieringen die zij teekent,
ontwerpt zij zelf. Haar laatste vinding bestaat
in het overbrengen van haar teekeningen op
zij-fluweel. Het aldus bewerkte fluweel noemt
zij velours nacré. De effecten op die wijze
door haar bereikt, zijn zoo kunstvol en zoo
verrassend, dat het comitéder Kerstmis-ten
toonstelling te Budapest onmiddellijk aan de
nijvere kunstenares opdroeg een theatermantel
en een portière van velours nacréte
vervaar? digen om te exposeeren. Gisela Mirkovsky is
zoo verstandig geweest een patent te nemen
op haar nieuwste vinding. Binnenkort zal zij
een cursus openen om haar leerlingen in te
wijden in de techniek van deze nieuwe industrie.
***
Weelde ! met schroom betreden wij het terrein
der onbezorgde overdaad, plaatsen waar uit
alle hoeken dartele oogen-praal ons
tegenflonkert. Heilige Nicolaas I kinder- en
menschenviend, gij, wiens komst telken jare met
geheimzinnige griezeltjes, met popelende ver
wachtingen worjt begroet, u ter eere, zullen
wij melding maken van schoone, kunstvolle
voorwerpen, uitgestald bij uwe nadering. Santa
Claus! gij zijt in aantocht! Voor een wijle
ontworstelt zich ons denken aan de somber
heid in onze ziel gestort door afgrijselijke
verslagen van bloedvergieten, van ten hemel
klagend onrecht, van bovenmenschelijk leed,
van verwoesting van hetgeen stoere kracht en
stalen volharding opbouwden, van moeder-smart
in vunze omgeving uitjammerend haar leed
om het verlies harer lievelingen.
Droeve geruchten, tot ons gekomen van
verre....
Ook van nabij sooveel leed te stillen, zooveel
tranen te drogen, zooveel gretige handen te
vullen, zoo gij den moed hebt, achterbuurten,
glibberige stegen, donkere sloppen te door
kruisen tegen Sinf-Nicolaas, den tijd van geven,
van blij-maken, van vreugde-brengen bij uit
nemendheid.
Treedt daarna in de weelde-omgeving, waar
gij wenscht een geschenk te kiezen voor moe
der, echtgenoote, aanstaande levensgezellin,
zuster of vriendin, voor vader, echtgenoot,
aanstaanden levensmakker, broer, neef of vriend.
Die allen kunt gij gelukkig maken zoo gij een
kijkje gaat nemen in Rimmel's smaakvolle
etalage in de Kal verstraat. Uw oog is gestreeld,
gij gaat het magazijn binnen, waar u de eene
verrassing na de andere wacht.
De neiging tot het Empire genre in toilet
en ameublemen, openbaart zich sterker dan
ooit in de weelde-voorwerpen afkomstig uit
het toon-gevend lai;d van smaak en artistie
ker zin.
Zou de Fransche Republiek haar einde
naderen ? !
Gloort in het verschiet het scepter-zwaaien
van een nieuwen Cesar ? ...
Qui vivra, verra.
Smaaktolle portret-lijsten, papier standaards,
byouterie-kastjes, notitie-boeken,
sigarenkokers in glanzend rood leer, met incrustaties
van keurig beschilderde linnen appliques,
alles style empire.
Waaiers klein model, met exquise schil
deringen arabesquen, zijden borduursels,
paillettes-versieringen gevat in glanzend paarlmoer;
beeldig! men weet niet waaraan de voorkeur
te geven.
Toilet-artikelen in schildpad met zilveren
monogram, of in glanzend roomig ivoor.
Om binocle en zakdoekje op te-bergen,
réticules .... om te stelen ! Voor eiken leef
tijd, voor ieders smaak, voor ieders gading.
Luidruchtig hel-rood satijn, gevat in kostbaren
vergulden beugel met incrustaties van simili.
Stemmig zwart met versiering van zwart
chenille, zilverdraad en zilveren paillettes.
Zacht mauve met sierlijke, hoogst smaakvol
aangebrachte garneering van zwart application.
In alle tinten zijn de onmisbare en fraaie r
ticules voorhanden.
Men vindt er ook kleinere, altijd sierlijke,
maar minder kostbare geschenken, in den vorm
van snoezige, bronzen bibelots, sluitingen voor
boa's, verrukkelijke parfums.
En ... lest best !
l'osteer u voor de uitgestalde Ieder-artikelen
van den wereldberoemden Weener, Weidman
de porseleinen vasen en bonbonnières in Vieux
Vienne en Sèvres.
Men is niet uitgekeken.
Portefeuilles, notitieboeken, cigaretkokers,
portemonnaie's in prachtig leer, met zeldzaam
schoone schilderingen, een samensmelting van
tinten, een harmonie van lijnen, een rijkdom
van motieven, een volkomenheid van bewer
king die nig genoemd mogen worden.
CAPRICE.
Centrale Hypotheekbank
MOTTJKttDAltf.
Kantoor* Witte Huis.
De Bank sluit op billijke voorwaarden geldleenlngen
onder eerste hypothecair verband. Nadere inlichtingen
te bekomen ten kantore der Bank.
De Directie.
B. S. EDERSHEIirl.
M. G. F. LANGLOIS VAN DEN BERGH.
Verzekering-maatschappij HOLDA".
Amsterdam, Damrak 74.
Goedgekeurd by Kon. Besluit van 3 December 1895, No. 38.
Sluit alle soorten Verzekeringen op het Leven en
van Lijfrenten, met of zonder ophouden van premie»
betaling ingeval van Invaliditeit.
Werkkracht-Verzekering, al of niet in verband met
Levensverzekeringen of LUfrenten.
Vraagt de nieuwe Prospectussen.
THE GRESHAM.
Levensverzekering-Maatschappij te LONDEN.
OPGERICHT EN 1848.
Nederlandsche Afdeeling: AMSTERDAM SPUI 23?27.
Directeur: M. JU D E L L.
Stand 31 December 1900:
Actief ? 92,128,594,
Jaarlijksche Inkomsten . 15,584,243.
uitbetaald aan de verzekerden. t , 202,506,804