Historisch Archief 1877-1940
No. 1276
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOR NEDERLAND.
Hat is echter een onloochenbaar feit, dat
zoodra een meisje geheel op eigen beeiien
moet staan een loon van vyf gulden per week
voor haar niet voldoende is.
Wat niet te billyken is voor mannenarbeid
kan onmogelijk rechtvaardig voor vrouwen
arbeid wezen., Het is waar er zijn honderden,
die naar de betrekking dingen, die rog een
eigen thuis hebber, vele telefonisten veikeeren
in. dat geval en komen dan vaak haar ouders
financieel te gemoet, maar het komt ons voor
dat bij het betalen van geleverden arbeid deze
overwegingen by' een gemeenteraad niet mogen
galden.
Aangenomen dat een geoefende telefoniste
do jr elkander 300 werkdagen heeft zij heeft
er meer daar nachtdienst dubbel kan tellen
dan is een aanvangssalaris van een gulden per
werkdag, of zes gulden per week, zeker niet
te hoog. Wanneer dat dan telken j tre met
een gulden per week wordt verhoogd, totdat
een maximum van / 12.?per week is bereikt,
dan kan een meit-je, dat op achttie: jarigen
leeftijd in dienst treedt, na een j aar haar aan
stelling van telefoniste 2 ie klasse ontvangt,
op baar vijf en twintigste jaar een inkomen
hebben, dat haar een waarborg in de toekomst is
voor een onafhankelijk hoewel nederig bestaan.*)
Het t preek t van zelf, dat het gevaar aan
wezig blijft, dat jonge mannelijke krachten
zich kuncen aanbieden om voor hetzelfde
loon te werken, krachten, voorkomende uit
een klasse der maatschappij, waarin de gelegen
heid bestaat om meer kennis te vergaren en
waarin, door een betere opvoeding dan de
meeste telefonisten erlangen, ook hooger plicht
beaif wordt aangekweekt.
Brj het gebiuik maken van vrouwenarbeid
in ry'ks- en gemeentedienst en ook bij parti
culieren, doet zich vaak het verschijnsel voor,
dat, waar vele vrouwen of meisjes naast elkander
als ambtenaar of beambten dienst doen, ze
moeilijker te rcgeeren zy'n dan j mge mannen.
Hoewel zy ??en terecht bij gelyke
dienstprestatie dezelfde salarissen willen hebben als
de manrea, vergeten de vrouwen, vooral wan
neer zij jong zyn, toch nooit dat zij, aleer zij
naar mannelijke bezigheden dongen ... vrou
wen waren. Ea daar nu in den regel de chef j
of directeuren mannen zijn, verlangen zy vaak
van dezen, dat de wy'ze waarop zy behandeld
worden, een andere zal zy'n, dan die, welke
zulk een chef op mannen toepast.
Aangenomen dat «Veritas" iu zy'n
mededeelinger. volkomen ter goedertrouw is, dan blijkt
uit menig door hem vermeld feit, o. a omtrent
de straffen, dat het plichtbesef by' de Egeria,
die hem inspireerde, riitt erg hoog schijnt ge
weest te zijn, en dat hij zelf ook niet heeft
begrepen, dat, om een oud-Hjllandsch gezegde
te gebruiken »ar altijd orde in den engelenbak
moet zy'n".
'Plichtsbesef, zeggen wy, want indien het
waar is, dat er te klagen was wat het salaris
aanbelangt, erkennen wij dat volmondig dan
hadden de telefonisten zich eerst tot den
*) Te Arohem is door den directeur van de
gemeentetelefoon een vo >rstel ingediend tot wijziging
der jaarwedden. Iu zijn. toeliehting zegt hij, dat liet
geen betoog behoeft, dat vooral beschaafd personeel
hoogst weaschelijk is. B. en W. van Arnhem willen
nu de salarissen als volgt regelen :
Chef-telefoniste ? 800, welk bedrag door 3
dricjaarlijksche verho»giugen vau ? 100 kan worden ge
bracht tot/ 1100.
Ondcr-ehef-telet'oniste ? 600 (2 driejaarlijksrhe
vcrhojgingen van ?75 en een van ? 50. ilax. ? 800).
Telefonisten ? 350 (2 driejaarlij ksche verhoogingeu
van ? 75 en een van ? 100. Max. ? 000).
Leerling-telefonisten ? 150 (4 halfjaar!ijksehe
verhoogingen telkens van /' 25. .Max. ? 250).
sflcht-telefimisten f 550 (.'i driejaarlijksclie
vcrioogiugeu \an /' 50. Mux. ? 700).
Itiiiliuiiiiimiimiiiiii
IIIIIIIIIMIIIIItllllllllllMllllllllllltllHII
?UIMIIIHMIIIIIIIMIIMIIimilimitMIIIIIIIItHIM
De Heer van Chateau Noir.
DOOK ''
CONAN DÓYLE.
II. (Slot).
Kapitein Baumgarten was een Oud-gediende.
In de oostelijke provincies en nog vroeger in
Bohemen had hij de kunst geleerd hac zich
geriefelyk te maken ten koste van den vijand.
Terwijl de hofmeester zijn avondeten gereed
zstte, trof bij de noodige, toebeieidselen om
den nacht zoo gemakt e'ijk mogelijk door te
brengen. De candelaber met tien kaarsen op
de middentafel stak hij aan. Vroolijk begon
reeds het vuur te vlammen en te knetteren
en wolkjes blauwe prikkelende r>;ok het ver
trek binnen te zerden. De kapitein stapte cp
het venster toe en keek naar Duiten. De maan
was weer schuilgfgaan en de regen viel in
stroomen. Hij kon het geloei van den wind
hooren en de doiikere gedaanten d r boomen
zich in eenzelfde richting zien buigen voor den
storm. Dit was wel geschikt om hem ziju ge
makkelijk kwartier, zijn koude hoen en de
flesch wy'n dubbel cp pty's te d«en stellen. Hij
was moe en hongerig ia den langen marsen,
dus wierp hij helm, zwaard en p stooikoppel
op een stoel en viel gretig op zijn eten aan
Daarna, met een glas wijn voor zich en een
sigaar tusschen de lippen, wiple hij zijn stoel
achterover en keek om zich heen.
Hij zat binnen een kleii:ea krirg van helder
licht, dat zijn zilveren tcbou-lerbtdekkirg deed
glinsteren en zy'n teira-cotïa^claat, zijne zware
wenkbrauwen en gelen snor sch-rp deed
uitLomen. Maar buiten dien k.-ing waren de voor
werpen vaag en als schaduwen in de cude
eetzaal. Twee kanten hadden oude paneelen
en twee waren behangen met verschoten
tapy'en, waarop j igeis en honden en herten
zich nog onduidelijk af eeker den.
Boven den haard hingen lijen wapenschilden
met de blazoens der familieleden en van de
door huwelijk verwante geslach'en en op ieder
dezer wapenborden prykte het r,oodlottige
Andreaskruis.
Aan de overzijde waren vier schilderijen, de
portretten van voormalige heeren van Cna'eau
Noir; allen hadden ze den haviksneus en
dezelfde hooghartige, fiere trekken, waardoor
ze zoo sprekend op elkander geleken dat men
alleen door de k'eeding den kruisvaarder van
den Froude edelman kon onderscheiden.
Slaperig na zy'n maal zat kapitein Baum
garten achterover in zijn btoel geleurd raar
hen te kijken door den tabakswalin heen dit-n
hij uitblies en te peinzen over het vreemde
lot dat hem, een man der Oostzeekust, hier
heen had gezonden, ooi zy'n avondmaal te
nuttigen in de voorvaderlijke hal dezer trotsche
Normatdische edellieden. Maar het vuur was
heet en de oogleden van den kapitein waren
directeur kunnen wenden, daarna tot B. en W.
en als dat niet hielp tot den Raad en, zooals
de heer Heemskerk in de jongste raadszitting
mededeelde, dit is nooit geschiedt!
Zoodra men ambtenaar wordt, weet men,
zelfs al wordt men karig betaald, dat men zijn
plicht moet vervullen met ijver en nauwgezet
heid, dat schuldige nalatigheid wordt gestraft
en dat, wanneer men heeft te klagen, men
den hierarchieken weg dient te volgen, dat
zeker in Amsterdam niet moeilijk is, waar de
inferieure ambtenaren, indien de chtfs en
B. en W. soms voor hun klachten de schouders
mochten ophalen, alty'd weleen raadslid klaar
vinden staan om hen te helpen. Vonden nu de
telefonisten niet dadelijk, zoodra »Veritas"
gesproken had, steun en hulp bij een raadslid,
die zich zelfs nooit een vriend van gemeente
exploitatie heeft getoond ?
De heer Kimerlingh Onnes besluit als volgt:
Wilde de Raad onmiddellijk tot eene regeling
overgaan, d;m diende m. i. vastgesteld, dat liet loon
voor eene telefoniste, die volledige i dienst doet, moet
zijn minslens ? S per \veek; dat de diensttijd wordt
beperkt tot zes uren daags; dut de nachtdienst, gelijk
elders, aan mannen wordt o. ergelaten; dat niet het
oog op het spoedig verlaten van den dienst, voor
de telefonisten in hare vrije uren in het gebuuw
gelegenheid tot ontwikkel'iig voor de telefo.listen en
allereerst voor de leerling telefonisten openstaat; dat
van leerlingen geen veranlwoordelijke dienst niet de
schaduwzijden van straf enz. mag worden ge\ urderd;
dat de stralleu worden beperkt en geen straf de
aanleiding kan zijn om op Zundag personeel in d eust
te hebben, dt^anjers vrij zoude ziju".
B. en W. hebben op de nota van den heer
K. O. een praeadvies belooft, dat wel spoedig
zal inkomen. Wij zullen dus over alles,
wat liet de salariiq'iaestie raakt, zwy'gen.
Niemand liever dan wij zouden echter wil
len, dit B. en W. omtrent loonen en dienst
tijd voorstellen deden in den geest van
den heer Kaoierliugh Onnes, maar wij
wy'zen altijd op het gevaar, dat er dan ook
tevens een voorstel kan worden gedaan om de
eischen hooger te stellen en zoowel j jng^
mannen alsjonge vrouwen telatanmededingen
vooral ook omdat B en W. va.i de srouwely'ke
telefonisten niet een bijzonder gunstigen indruk
scby'nen te hebben ontvangen.
Er is zeker een nog grooter gevaar en wel
dat eenmaal het oogenblik zal aanbreien,
waarop telefonisten volkomen overbodig zullen
worden door de toepassing van de automatische
telefoon, systeem Strowger, waarop vermoedelyk
de wethouder Heemskerk in de zitting van
Woensdag 27 November j l. het oog had.
Met dat systeem heeft het »R.9ichspontamt"
te Berlijn van 20 Mei 1900 tot 7 Juli 1901 met
400 aboncé's proeven genomen en de uitslag was
zoo bevredigend, dat het besloten heeft het
Strowger-systeeminte voeren.Amerika is Europa
met deze nieuwe uitvinding reeds vooruit, want
te New Bedford in den S;aat Massachusets is
een automatisch telefoonbureau voor een maxi
mum van 10,000 aansluitingen ingericht.
Wy zullen trachten onze lezers daarvan
eenig denkbeeld te geven en misschien zal
dit de 150 onderteekenaars van het adres er toe
verlokken om aan den gemeenteraad te vragen
eens met hen een proef te nemen.
By het sys t e e m - S t r o wger kan
de abonnédoor eenige weinige
handgrepen zy'n eigen telefoon
automatisch met die van iederen
anderen abonnéverbinden, zon
der dat daarvoor een derde per
soon noodig is. Is het verlangde num
mer bezet, dan kan de abonré, die oproept,
het gesprek niet storen, maar wordt van het
bezetzijn van het nummer, dat men verlangt,
in kennis gesteld. II^t geheim van de tele
foon is volkomen verzekerd. Ook op het
eenzwaar. Langzaam zonk zijn kin op zijn borst
en het licht der tien kaaroen werd weerkaatst
door den breeden kalen knikker.
Eensklaps deed een licht geraas hem op
springen. E .'n oogenblik scheen het zijn bene
veld brein toe alsof een der figuren uit de
schilderijen teger.over hem uit de OTjlijtstirg
was getreden. Daar, raast, de tafel, op weinig
meer dan een armslengte ' an hem af, s*ond
een reus, zwy'gend, bewegingloos, met geen
ander teeken van leven dan de woeste, glins
terende oogen. Zijn haar was zwart, zijn huid
olijfkleurig en hij had een zwarte sik en een
grooten, scherp getekenden neus, waarheen alle
lijnen van het gelaat schenen te loepen. De
wangen waren gerimpeld als de schil van een
overjarigen appal, maa- de b mw der schouders
en de knokige, gespierde banden wezen op een
kracht, die niet door de jaren was ondermijnd.
De armen waren gekruist over de gewelfde
borst en een ironisc; e trek lag om den mond.
Bekommer u niet om uwe wapens, als ik
u verzoeken mag, zei hij, toen de Pruis een
haastigen b!ik wierp op den ledigen stoel
waarop hij ze gelegd had. Vergun my de
opmerkiiig dat het eenigszins vrijpostig van u was
't u zoo gemakkelijk te maken in een woning
zoo vol geheime gangen als deze. 't Zal u
plezier d>,en te vernomen dat veertig man u
bespiedden tijdens uw souper. Ah ! wat nu V
Kapitein Baung irten had een stap naar voren
gedaan icet gebalde vuisten.
De Franscbman hief dreigend de revolver
omhoog met de rechterha d, terwijl hij met de
linker d^n Diiitscher terugwierp in zijn stoel.
B'ijf zitten, wat ik u bidden mag, ging
hij voort. Kr is geen reden om u over uwe
manschappen te verontrusten. Er is reeds voor
hen gezorgd. Ver» ouderlijk is het boe weinig
deze steenen vloeren geluiden doorlaten. Van
uw commando is u ontheven en hebt nu slechts
aan u zelf te denken. Mag ilt u vragen hoe u heet V
Ik ben kapitein Baumgarten, van het
24-te l'osensche regiment.
U>v Frar.sch is uitstekend, hoewel u,
zoosls rfe mees'.e uwer landgenooten. neiging
hebt om de h"' in p" te veranderen, 't Was
vermakelijk om ze te hooren roepen syez bitid
sur mol! l Het zal u ongetwijfeld bekend zijn
wie tot u spreekt.
De graaf van Cta^eau Noir.
Juiat. H'jt zou mij zeer leed hebben
gedaan indien u mijn kasteel bezocht had
zonder dat ik in de gelegenheid ware geweest
u te woord te staan. Ik had reeds met menig
DuiUch soldaat, maar neg rooit te veren met
een Duitsch officier te doen. En ik heb u veel
te vertellen.
Kipitein Baumgarten bleef onbewegelijk in
zijn steel zitten. Hoe moedig hij ook »ezen
mocht, er was iets in de manieren ^an dezen
man dat hem met onbestemden angst vervulde.
Hij wierp een buk naar rechts, r.aar links,
maar ziji e wapens waren weg en in een worste
ling van mai tegen man was hij niet opgewassen
teg«>n dezen reusachtigen tegenstander. De
graaf had de flesch roeden wijn opgenomen en
bezag die tegen het licht.
TL t ! tut ! zei hij. En was dit het be;te
wat l ierre u kon geven ? Ik schaam me u aan
traal bureau kan niemand iets van het ge
sprokene afluisteren.
De kracht, om den automatischen toestel
op het bureau te doan werken en den wekker
in de telefoontoestellen in beweging te bren
gen wordt door op het bureau zich bevindende l
accumulatoren- batterijen en motorgenerators i
geleverd. j
Men stelle zich nu voor een gewoon telefoon
toestel, waarby' de microfoon, het mondstuk,
waardoor men spreekt, zich bovenaan den i
toestel bevindt; op de hoogte waar de telefoon,
de gehoorbuis, hangt, ziet men op den toestel
vlak voor zich op de buitenzijde, een ronde
schijf waarvan wy' hiernevens tie afbeelding
geven. Dit is de nummerschakelaar, welke
waar hij mcêhoort, weer inde daarvoor bestemde
vork. Vóór het draaien van de schijf moet dan
ook de telef jon van de vork worden genomen.
Is B. reeds met iemand anders, b.v. met C.
in gesprek, dan hoort A. dit door een "aan
houdend gonzen in de telefoon, waarvan de
oorzaak een inductietoestel is, dat zich op het
centraalbureau bevindt. Hy weet dan, dat hij
moet wachten, maar al vergist hy zich, toch
kan hij het gesprek tusschen B. en C niet
storen en evenmin iets daarvan hooren. Voor
het maken van een verbinding met een nummer
van vier cijfers heeft men hoogs'ens vy'f seconden
noodig, terwijl men met dit systeem elkander
even goed verstaat als met een multiple-tafel
en het daarbij bedienend personeel.
moet dienen om den toestel te doen werken,
die op het centraalbureau de verbinding
geeft.
Wil nu de abonnéA. spreker, met den
abonnéB. en heeft deze laatste het numrrer
912, dan steekt A zijn vinger in het gaatje,
dat zich in de schy'f by' 9 bevindt, en draait
haar in de richting van de wy'zers van een
horloge, totdat de vinger stuit, tegen het blokje,
dat men onder aan de schijf ziet; dan laat
hy deze los, waarop een veer haar weer
in haar vroegeren stand terugbrengt. Hetzelfde
doet A. vervolgens met de nummers l en '2,
en is de schijf voor de derde maal weer tot
hat r rustpunt teruggekeerd, dan is de verbinding
gemaakt en A. heeft dan niets anders te doen,
dan, door het in beweging brengen van de
schel, B. op te roepen.
Wil A. de verbinding weer afbreken, dan
hangt hy', zonder af te schellen, de telefoon
IIÉIIIItllllllUIIIIIIUUIIIKMIIIlUIUI
te zien, kapitein Baumgarten. We moeten iets
beters vinden.
Hij blies op het fla'ij1; dat op zijn jach'buis
hing. Onmiddellijk veneneen de oude knecht.
Chaoibertin uit mand No. 15 ! beval bij ;
en kort daarop werd een met stof en
spinragjen bedekte fL-sch binnengebracht met
de?eltde voorzorgen waarmee een zuigeling
door zijn min wordt gedragen. De graat vulde
twee glazen boordevol.
Driiik ! sprak hij. Dit is het beste uit
mijne kelders, geen beter merk zult. ge vinden
tusschen 11 maan en Parijs. Drink, mijnheer
en wees welgemoed ! Beneden staan er heele
stukken koud vleesch : ook twee kreeft» n van
Hoi fleur. Mag ik u niet een tweede en
smakelvker maal aanbieden ?
De Duitscher schudde ontkennend het hoofd.
Hij ledigrle evenwel zijn glas en de gastheer
vulde het i.ogmaals en drong er op aan ilat hij
toch ie!s r.oemtn zou waarin bij trek had'
Al wat ik in mijn huis heb is ter uwer
beschikking. Ge hebt s cchts te spreken. Wel,
sta mij dan toe u onder bet drinken van een
glas wijn een verhaal te doen. Ik heb er zoo
raar verlangd het den een of'ai deren Dnittchen
officier te kunnen meedeelen. Het betreft mijn
zoon, mijn eenig kir.d, Eustace, die gevangen
genomen werd en tijdens zijn vlucht stierf.
't Is een eigenaardig koit verbaal, in ik kan
u wel verzekeren dat u het nooit vergeten zal.
Weet dan dat mijn jorgen bij de artillerie
was, kapite'n Baum^aiter, een knappe jonge
man, de trots ziji er moeder. Zij stieif nog geen
week nadat de tijding van zijn dood ons bereikte.
Die werd or.s gebracht door een kameraad, die
tot bet laatste tof: bij hem is geweest en die
o.'.tsr.apte, ttrwijl mijn zoo.i Etieif. Ik zal het
u alles vertellen wat hij mij meedeelde.
Euslace we.'d d t n 4den Augustus te
Weissenburg gevangen genomen. De gevangenen
werden in vir.-chillende giocjen verdeeld en
langs verschillende wegen raar Duittchland
teruggevoerd. Den f den werd Enstace naar een
dorp, Ln.u erberg geheeten, gebracht, waar hij
vriendelijk door den commandcerenden tfh'cier
werd behandeld. De goede kolonel vroeg den
uitgehongerdtn knaap te soupeeren, bood bem
bet beste aan wat hij had, trok een liji.e flesch
voor hem open, zooals ik getracht heb het
voor u te doen, en gat' hem een sigaar uit zijn
eigen koker. Mag ik u dringend verdoeken er
een uit den mijnen te nemen
Weer schudde de Duitscher van neen. Zijn
aftchiiw voor dezen metgf-zel nam toe boe
langer bij de lachende li] pen en de gloeiende
oogen zat gade te slaan.
Zocals ik zei, de kolonel wai goed voor
mijn jongen. Ongelukkig werden de gevangenen
den volgenden dag over den Rijn naar
Ettlingen vervoerd Daar (riffen ze bet slechter. De
ollic'er met de bewakiig beJa^t was een ploert
en een schurk, kapitein liaumgarten. Hij schepte
er vermaak in de dappere mannen die in zijn
macht waren te vernederen en te mishandelen.
Dien avond, toen mijn zotn hem een tier ant
woord gaf op een beleediging, sloeg hij bem
cp het oog, zóó !
Dreurerid klonk het geiuid van den s'ag door
de eetzaal. De Du.tscher bad het hoofd gebogen,.
Dit alles klinkt nu zeer wonderlijk en fabel
achtig, maar het feit dat het Iliichspostamt, na
een proefnemir g van bijna 14 maanden het
geheele ty-tteem zal toepassen, dat het in New
Bedford reeds is ingevoerd, toont aan dat het
bruikbaar is. Duurder is het ook niet, want
de Automatic Telephore Comp. te New Bedford
neemt voor een onbeperkt aantal gesprekken
/ CO voor de aansluiting van een gewone woning
en f 90 voor de aansluiting van een kantoor,
handelszaak, enz.
Djar nu de gewone telefoon- toestellen, welke
bij de gemeente in gebruik zijn, voor het
systeem-Strowger kunnen worden ingericht,
zou een proefneming in Amsterdam, met behulp
van een paar honderd abonne's zoo moeilijk
niet zijn.
By' het Multiple-systeem komt op 60
abonréj in den regel ón telefoniste. Bij het
Strowger systeem is per duidend abonnéa n
«Hiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin
uiitiiiiiiiniiiiimiiminiliifEn
de hand voor 'i gelaat; blr.ed stroomde tusschen
de vinsers door. De graaf ging weer zitten.
Mijn kind was misvormd door den slag
en deze schurk maakte glossen op zijn voor
komen. A propos, kapitein, u ziet er zelf
eenigszins komiek uit up dit oogenblik en uw
kolonel zou zeker gefuigen dat ze uw leelijk
te pakken hebben gehad. Laat mij voortgaan ;
een goedhartig mij .or, ziende tioe j ing en
berooid mijn zoon was want zijne zakken
waren l eg werd door medelijden bewogen
en. schoot hem tien Napoleons voor uit zijn
eijen zak zonder eenig onderpand. In uwe
handen, kap tein Baumgarten, wensch ik deze
tien goudstukken terug te geven, daar de naam
van dcri gever mij niet bekend is. Van
ganscher harte ben ik dankbaar voor deze vrien
delijkheid mijn jongen betoond.
De laagbartige tiran die het commando
voerde o\er de escorte, vergezelde de gevan
genen naar Durlach en vandaar r.aar Carlsruhe.
Op mijn jongen s'apelde hij iederen dag nieuwe
beleedigingen, omdat de geest der Cha eau
Njirs zich niet leenen kon tot een geveinsde
onderwotpenbeid. Ja. deze laff's schurk, wiens
hartebloed nog eenmaal deze hand zal bezoe
delen, waagde het zelfs mijn zoon met de
vlakke band te slaan, bem te schoppen, de
haren uit zijn kne.el te trekken zóó en
zóó en zóó te mishandelen.
De Duitacber wrong z:ch en worstelde. Hul
peloos was bij in den greep van deztn reus,
wiens slagen op hem neervielen.
Ei toen bij eindelijk half verblind en schier
bewusteloos zich wankelend ophief, werd hij
nogmaals in den grooten eikenhouten stoel
teruggeworpen. Hij snikte het uit in machtelooze
woede en schaamte.
Mijn jongen beeft dikwijls tranen gestort
in zijr,e verr.ederirg, vervelgde de graaf. L zal
begrypen wat bet. zeggen wil weerloos te zijn
overgele>erd aan een onbeschoft en gewetenloos
vijand. Te Carl.-ruhe evenwel werd zijn gelaat,
zoo deerlijk verwond door de beestachtige be
handeling van den officier met het toezicht
belast, verbonden door r en jong Beierse h luite
nant, die begaan was met zijn toestand. Ik zie
tot mijn leedwezen dat uw oog blcedt; wil u
mij vergunnen het met mijn zijden zakdoek te
verbinden ?
Hij boog zich voorover, maar de Dultscuer
duwde ruw zijn band weg.
Ik ben in uwe macht, monster ! riep hij
Ik kan uwe onbeschoftheden verdragen, niet
uwe huichelarij.
De graat' haalde de schouders op. Ik veitel
de dingen in de volgorde waarin ze gebeurd
zijn, zei hij. Ik had de plechtige gelofte afge
legd dat ik het den eersten den besten Duit
schen officier zcu meedeelen, dien ik iu een
tée u töte zou ontmoeten. Laat eens zien, ik
was gekomen tot dtn jongen Be.er te Carlsrule.
Ik betreur het zeer dat u mij niet wil toestaan
u van dienst te zijn met de geringe heelkun
dige kennis die ik bezit. Te Carlsruhe werd
mijn zoon opgesloten in de oude kazerne, waar
hij een veertien dagen bleef. De ergste kwel
ling tijdens zijn gevangenschap was, dateLkele
laffe honden van het garnizoen hem kwamen
bespotten als hij 's avonds voor zijn venster
werktuigkundige noodig, die de batterijen en
toestellen naziet en onderhoudt!
Nu is het zeer wel mogely'k dat er onder de tele
fonisten, die volgens S 'lang en Hecht feitelijk val
len «onder de vertegenwoordigers der unzkdled
labowr," ontevredenheid bestaat, maar t« looche
nen valt het niet, dat bij hoogere eischen o ntrant
het loon en den arbeidsduur de voorwairden
van toelating ook scherper kunnen gesteld
worden ; dat dan van zelf de concurrentie van
den man optreedt en last not least . . ., dat de
reusachtige vorderingen der techniek wal eens
alle telefonisten overbodig kunnen maken
Dat dus vrouwely'ke ambtenaren aandringen
op verbetering van haar lot, niemand zal het
haar kwaly'k nemen. «Tevredenheid', zegt
Belang en Recht, »is een schoone deugd, maar
zelfs een Amsterdamsche telefoniste komt op
momenten tot de ontdekking, dat er aan haar
levensgeluk iets ontbreekt," een ontdekking,
welke wij trouwens'in den regel allen maken
maar men spiegele zich aan de kikvorschen
uit de fabel van A<ssopus, die aan Jupitereen
anderen koning vroegen en er eindelijk een
kregen,
qni dente aspero
Corripere eoepit singnlas..."
Dit monster zou wel eens Strowgar's auto
matische telefoon kunnen zy'n !
SECANS.
HIIIIIIIIIIIIIMflimilllllMMIIIIIIIIIIIIIEIIIIIimilMllllllllllllinHtllMtllMlUt
Art, 5 der Arbeidswet,
m. (Slot).
Ten slotte wil ik nog stilstaan hij de
wijze waarop de rechter meent art. 17 der
wet, inhoudende een strafbepaling, te
moeten toepassen. Wegens overtreding van
art. 5 kan een hechtenis van ten hoogste
14 dagen of' een geldboete van ten hoogste
? 75 worden opgelegd.
Welke boeten worden nu in werkelijkheid
opgelegd ?
Ten einde dit duidelijk aan te toonen,
heb ik uit de verschillende staten der
inspecteurs over 1900 den volgenden staat
getrokken :
Bedrag der boete. Aantal overtredingen.
? 050 138 ruim 10 pCt.
» 1.?28<i » 21 »
> 1.50 32
» 2.- 140 » 10 »
» 250 5
» 3?236 » 17 »
» 3 50 7
» 4.?138 » 10 »
» 5.?132 » 10 »
» G 3
» 7 . .
» 7,50 8
' 8- 2
» 10.?178 - »> 13 »
» 12.
» 15.- 8
» 20 10
» 25.- O
» 30-- G
» -10 O
» 50.?8
Totaal *Ï352
Uit het bovenstaande volgt dus, dat in
1900 het grootste percentage der boeten,
zijnde 2L pCc., heeft bedragen / 1. Hooger
piiiiiimiiiiHniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiHiiiittiiiHHitmi»
zat. Dat doet me denken, kapitein, dat u
zelf op dit oogenblik ook niet op een bed van
rozen ligt, niet waar ? Ge kwaamt om een wolf
te verschalken, mannetje en zie, het beest heeft
u by' den strot, Ge moet een familie vader
zy'n, te oordeelen naar die goed sluitende
uniform Wel, een weduwe meer of minder
maakt geen verschil en lang plegen ze in den
regel ook geen rouw te dragen. Terug iu
je stoel, jou hondsvot!
Wel, om verder te gaan na v.rlocp
van veertien dagen wisten mijn zoon en zijri
vriend te ontsnappen. Ik zal niet uitweiden
ever de gevaren die ze liepen, noch over de
ontberingen die ze leden. Genoeg, als ik u
zeg, dat ze zich vermomden in de kleeren van
een paar baeren, die ze in het bosch overvielen.
Overdag hielden ze zich schuil 'n nachts
trokken ze verder en reeds hadden ze Remilly
bereikt en bevonden zich op geen mijl afstands
geen mijl zeik, kapitein van de uiterste
Duittche voorposten, toen ze in handen vielen
van een uhlanenpatrouille. Ah ! dat was hard,
riet waar ? dat ze zóó ver waren gekomen en
de redding zóó nabij !
Tweemaal liet de graaf een schel gefluit
weerklinken, waarop drie boeren met hard-1
gelaatstrekken het vertrek binnenkwamen.
Deze hier moeten mijne uhlanen voor
stellen, sprak hy. Welnu, toen de aanvoerder
der patrouille bevond dat de beide gevangenen
Eransche militairen waren ia burgerkleeding
gestoken tinnen de Duitsche Knieën
aangetrcffm, besloot hij hen zonder vorm van proces
op te kntopen. Me dunkt, Jean, dat de mid
delste balk wel de sterk te is.
De ongelukkige krijgsman werd uit zijn stoel
gesleurd naar de plek waar een strop aan een
der stevige eikenhouten balken bevestigd was.
De strik werd hem over 't hoofd geworpen en
hij voelde reeds hoe het ruwe touw hem den
hals d,chtsnoerde. De drie boeren grepen het
andere einde en wachtten op verdere bevelen
van den graaf.
De kapitein, bleek, maw vastberaden, kruiste
de armen, en keek zijn beul uitdagend aan.
De dood grijnst u aan, kapitein, en ik
zie aan de beweging uwer lippen dat ge bid'.
Ook mijn zoon verkeerde in doodsgevaar en
ook hij bad. Toevallig kwam juist een generaal
aa^geiedcn, die mijn jongen voor zijne moeder
hoorde bidden en hij werd zoodanig ontroerd
- daar hij zelf vader was dat hij de
uhlsnen wegzond en alleen bleef bij de veroordeeldtn
met zijn aide-de camp.
En toen hij alles vernomen bad van mijn
jongen, hoe bij een eenig kind was, van eei.o
oude familie en hoe zijne moeder sukke'ende
was, sneed hij den strop door, zooals ik het
dezen doe en hij kuste hem op beide wangen,
zooals ik u thans kus en hij liet hem gaan
zooals ik u nu laat gaan en moge iedere
zegenwensch van dien edelen generaal hoe
wel hy' de koorts niet kon weren die mijn
zoon ten gra/e sleepte aan u worden vervuld.
En zoo kwam het, dat, bij het aanbreken
van dien kouden Decembermorgen, kapitein
Baumgarten, gekneusd, half blind en bloedend,
wankelend raar buiten trad in regen en wied'.