De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 8 december pagina 3

8 december 1901 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1276 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOR NEDERLAND. Hat is echter een onloochenbaar feit, dat zoodra een meisje geheel op eigen beeiien moet staan een loon van vyf gulden per week voor haar niet voldoende is. Wat niet te billyken is voor mannenarbeid kan onmogelijk rechtvaardig voor vrouwen arbeid wezen., Het is waar er zijn honderden, die naar de betrekking dingen, die rog een eigen thuis hebber, vele telefonisten veikeeren in. dat geval en komen dan vaak haar ouders financieel te gemoet, maar het komt ons voor dat bij het betalen van geleverden arbeid deze overwegingen by' een gemeenteraad niet mogen galden. Aangenomen dat een geoefende telefoniste do jr elkander 300 werkdagen heeft zij heeft er meer daar nachtdienst dubbel kan tellen dan is een aanvangssalaris van een gulden per werkdag, of zes gulden per week, zeker niet te hoog. Wanneer dat dan telken j tre met een gulden per week wordt verhoogd, totdat een maximum van / 12.?per week is bereikt, dan kan een meit-je, dat op achttie: jarigen leeftijd in dienst treedt, na een j aar haar aan stelling van telefoniste 2 ie klasse ontvangt, op baar vijf en twintigste jaar een inkomen hebben, dat haar een waarborg in de toekomst is voor een onafhankelijk hoewel nederig bestaan.*) Het t preek t van zelf, dat het gevaar aan wezig blijft, dat jonge mannelijke krachten zich kuncen aanbieden om voor hetzelfde loon te werken, krachten, voorkomende uit een klasse der maatschappij, waarin de gelegen heid bestaat om meer kennis te vergaren en waarin, door een betere opvoeding dan de meeste telefonisten erlangen, ook hooger plicht beaif wordt aangekweekt. Brj het gebiuik maken van vrouwenarbeid in ry'ks- en gemeentedienst en ook bij parti culieren, doet zich vaak het verschijnsel voor, dat, waar vele vrouwen of meisjes naast elkander als ambtenaar of beambten dienst doen, ze moeilijker te rcgeeren zy'n dan j mge mannen. Hoewel zy ??en terecht bij gelyke dienstprestatie dezelfde salarissen willen hebben als de manrea, vergeten de vrouwen, vooral wan neer zij jong zyn, toch nooit dat zij, aleer zij naar mannelijke bezigheden dongen ... vrou wen waren. Ea daar nu in den regel de chef j of directeuren mannen zijn, verlangen zy vaak van dezen, dat de wy'ze waarop zy behandeld worden, een andere zal zy'n, dan die, welke zulk een chef op mannen toepast. Aangenomen dat «Veritas" iu zy'n mededeelinger. volkomen ter goedertrouw is, dan blijkt uit menig door hem vermeld feit, o. a omtrent de straffen, dat het plichtbesef by' de Egeria, die hem inspireerde, riitt erg hoog schijnt ge weest te zijn, en dat hij zelf ook niet heeft begrepen, dat, om een oud-Hjllandsch gezegde te gebruiken »ar altijd orde in den engelenbak moet zy'n". 'Plichtsbesef, zeggen wy, want indien het waar is, dat er te klagen was wat het salaris aanbelangt, erkennen wij dat volmondig dan hadden de telefonisten zich eerst tot den *) Te Arohem is door den directeur van de gemeentetelefoon een vo >rstel ingediend tot wijziging der jaarwedden. Iu zijn. toeliehting zegt hij, dat liet geen betoog behoeft, dat vooral beschaafd personeel hoogst weaschelijk is. B. en W. van Arnhem willen nu de salarissen als volgt regelen : Chef-telefoniste ? 800, welk bedrag door 3 dricjaarlijksche verho»giugen vau ? 100 kan worden ge bracht tot/ 1100. Ondcr-ehef-telet'oniste ? 600 (2 driejaarlijksrhe vcrhojgingen van ?75 en een van ? 50. ilax. ? 800). Telefonisten ? 350 (2 driejaarlij ksche verhoogingeu van ? 75 en een van ? 100. Max. ? 000). Leerling-telefonisten ? 150 (4 halfjaar!ijksehe verhoogingen telkens van /' 25. .Max. ? 250). sflcht-telefimisten f 550 (.'i driejaarlijksclie vcrioogiugeu \an /' 50. Mux. ? 700). Itiiiliuiiiiimiimiiiiii IIIIIIIIIMIIIIItllllllllllMllllllllllltllHII ?UIMIIIHMIIIIIIIMIIMIIimilimitMIIIIIIIItHIM De Heer van Chateau Noir. DOOK '' CONAN DÓYLE. II. (Slot). Kapitein Baumgarten was een Oud-gediende. In de oostelijke provincies en nog vroeger in Bohemen had hij de kunst geleerd hac zich geriefelyk te maken ten koste van den vijand. Terwijl de hofmeester zijn avondeten gereed zstte, trof bij de noodige, toebeieidselen om den nacht zoo gemakt e'ijk mogelijk door te brengen. De candelaber met tien kaarsen op de middentafel stak hij aan. Vroolijk begon reeds het vuur te vlammen en te knetteren en wolkjes blauwe prikkelende r>;ok het ver trek binnen te zerden. De kapitein stapte cp het venster toe en keek naar Duiten. De maan was weer schuilgfgaan en de regen viel in stroomen. Hij kon het geloei van den wind hooren en de doiikere gedaanten d r boomen zich in eenzelfde richting zien buigen voor den storm. Dit was wel geschikt om hem ziju ge makkelijk kwartier, zijn koude hoen en de flesch wy'n dubbel cp pty's te d«en stellen. Hij was moe en hongerig ia den langen marsen, dus wierp hij helm, zwaard en p stooikoppel op een stoel en viel gretig op zijn eten aan Daarna, met een glas wijn voor zich en een sigaar tusschen de lippen, wiple hij zijn stoel achterover en keek om zich heen. Hij zat binnen een kleii:ea krirg van helder licht, dat zijn zilveren tcbou-lerbtdekkirg deed glinsteren en zy'n teira-cotïa^claat, zijne zware wenkbrauwen en gelen snor sch-rp deed uitLomen. Maar buiten dien k.-ing waren de voor werpen vaag en als schaduwen in de cude eetzaal. Twee kanten hadden oude paneelen en twee waren behangen met verschoten tapy'en, waarop j igeis en honden en herten zich nog onduidelijk af eeker den. Boven den haard hingen lijen wapenschilden met de blazoens der familieleden en van de door huwelijk verwante geslach'en en op ieder dezer wapenborden prykte het r,oodlottige Andreaskruis. Aan de overzijde waren vier schilderijen, de portretten van voormalige heeren van Cna'eau Noir; allen hadden ze den haviksneus en dezelfde hooghartige, fiere trekken, waardoor ze zoo sprekend op elkander geleken dat men alleen door de k'eeding den kruisvaarder van den Froude edelman kon onderscheiden. Slaperig na zy'n maal zat kapitein Baum garten achterover in zijn btoel geleurd raar hen te kijken door den tabakswalin heen dit-n hij uitblies en te peinzen over het vreemde lot dat hem, een man der Oostzeekust, hier heen had gezonden, ooi zy'n avondmaal te nuttigen in de voorvaderlijke hal dezer trotsche Normatdische edellieden. Maar het vuur was heet en de oogleden van den kapitein waren directeur kunnen wenden, daarna tot B. en W. en als dat niet hielp tot den Raad en, zooals de heer Heemskerk in de jongste raadszitting mededeelde, dit is nooit geschiedt! Zoodra men ambtenaar wordt, weet men, zelfs al wordt men karig betaald, dat men zijn plicht moet vervullen met ijver en nauwgezet heid, dat schuldige nalatigheid wordt gestraft en dat, wanneer men heeft te klagen, men den hierarchieken weg dient te volgen, dat zeker in Amsterdam niet moeilijk is, waar de inferieure ambtenaren, indien de chtfs en B. en W. soms voor hun klachten de schouders mochten ophalen, alty'd weleen raadslid klaar vinden staan om hen te helpen. Vonden nu de telefonisten niet dadelijk, zoodra »Veritas" gesproken had, steun en hulp bij een raadslid, die zich zelfs nooit een vriend van gemeente exploitatie heeft getoond ? De heer Kimerlingh Onnes besluit als volgt: Wilde de Raad onmiddellijk tot eene regeling overgaan, d;m diende m. i. vastgesteld, dat liet loon voor eene telefoniste, die volledige i dienst doet, moet zijn minslens ? S per \veek; dat de diensttijd wordt beperkt tot zes uren daags; dut de nachtdienst, gelijk elders, aan mannen wordt o. ergelaten; dat niet het oog op het spoedig verlaten van den dienst, voor de telefonisten in hare vrije uren in het gebuuw gelegenheid tot ontwikkel'iig voor de telefo.listen en allereerst voor de leerling telefonisten openstaat; dat van leerlingen geen veranlwoordelijke dienst niet de schaduwzijden van straf enz. mag worden ge\ urderd; dat de stralleu worden beperkt en geen straf de aanleiding kan zijn om op Zundag personeel in d eust te hebben, dt^anjers vrij zoude ziju". B. en W. hebben op de nota van den heer K. O. een praeadvies belooft, dat wel spoedig zal inkomen. Wij zullen dus over alles, wat liet de salariiq'iaestie raakt, zwy'gen. Niemand liever dan wij zouden echter wil len, dit B. en W. omtrent loonen en dienst tijd voorstellen deden in den geest van den heer Kaoierliugh Onnes, maar wij wy'zen altijd op het gevaar, dat er dan ook tevens een voorstel kan worden gedaan om de eischen hooger te stellen en zoowel j jng^ mannen alsjonge vrouwen telatanmededingen vooral ook omdat B en W. va.i de srouwely'ke telefonisten niet een bijzonder gunstigen indruk scby'nen te hebben ontvangen. Er is zeker een nog grooter gevaar en wel dat eenmaal het oogenblik zal aanbreien, waarop telefonisten volkomen overbodig zullen worden door de toepassing van de automatische telefoon, systeem Strowger, waarop vermoedelyk de wethouder Heemskerk in de zitting van Woensdag 27 November j l. het oog had. Met dat systeem heeft het »R.9ichspontamt" te Berlijn van 20 Mei 1900 tot 7 Juli 1901 met 400 aboncé's proeven genomen en de uitslag was zoo bevredigend, dat het besloten heeft het Strowger-systeeminte voeren.Amerika is Europa met deze nieuwe uitvinding reeds vooruit, want te New Bedford in den S;aat Massachusets is een automatisch telefoonbureau voor een maxi mum van 10,000 aansluitingen ingericht. Wy zullen trachten onze lezers daarvan eenig denkbeeld te geven en misschien zal dit de 150 onderteekenaars van het adres er toe verlokken om aan den gemeenteraad te vragen eens met hen een proef te nemen. By het sys t e e m - S t r o wger kan de abonnédoor eenige weinige handgrepen zy'n eigen telefoon automatisch met die van iederen anderen abonnéverbinden, zon der dat daarvoor een derde per soon noodig is. Is het verlangde num mer bezet, dan kan de abonré, die oproept, het gesprek niet storen, maar wordt van het bezetzijn van het nummer, dat men verlangt, in kennis gesteld. II^t geheim van de tele foon is volkomen verzekerd. Ook op het eenzwaar. Langzaam zonk zijn kin op zijn borst en het licht der tien kaaroen werd weerkaatst door den breeden kalen knikker. Eensklaps deed een licht geraas hem op springen. E .'n oogenblik scheen het zijn bene veld brein toe alsof een der figuren uit de schilderijen teger.over hem uit de OTjlijtstirg was getreden. Daar, raast, de tafel, op weinig meer dan een armslengte ' an hem af, s*ond een reus, zwy'gend, bewegingloos, met geen ander teeken van leven dan de woeste, glins terende oogen. Zijn haar was zwart, zijn huid olijfkleurig en hij had een zwarte sik en een grooten, scherp getekenden neus, waarheen alle lijnen van het gelaat schenen te loepen. De wangen waren gerimpeld als de schil van een overjarigen appal, maa- de b mw der schouders en de knokige, gespierde banden wezen op een kracht, die niet door de jaren was ondermijnd. De armen waren gekruist over de gewelfde borst en een ironisc; e trek lag om den mond. Bekommer u niet om uwe wapens, als ik u verzoeken mag, zei hij, toen de Pruis een haastigen b!ik wierp op den ledigen stoel waarop hij ze gelegd had. Vergun my de opmerkiiig dat het eenigszins vrijpostig van u was 't u zoo gemakkelijk te maken in een woning zoo vol geheime gangen als deze. 't Zal u plezier d>,en te vernomen dat veertig man u bespiedden tijdens uw souper. Ah ! wat nu V Kapitein Baung irten had een stap naar voren gedaan icet gebalde vuisten. De Franscbman hief dreigend de revolver omhoog met de rechterha d, terwijl hij met de linker d^n Diiitscher terugwierp in zijn stoel. B'ijf zitten, wat ik u bidden mag, ging hij voort. Kr is geen reden om u over uwe manschappen te verontrusten. Er is reeds voor hen gezorgd. Ver» ouderlijk is het boe weinig deze steenen vloeren geluiden doorlaten. Van uw commando is u ontheven en hebt nu slechts aan u zelf te denken. Mag ilt u vragen hoe u heet V Ik ben kapitein Baumgarten, van het 24-te l'osensche regiment. U>v Frar.sch is uitstekend, hoewel u, zoosls rfe mees'.e uwer landgenooten. neiging hebt om de h"' in p" te veranderen, 't Was vermakelijk om ze te hooren roepen syez bitid sur mol! l Het zal u ongetwijfeld bekend zijn wie tot u spreekt. De graaf van Cta^eau Noir. Juiat. H'jt zou mij zeer leed hebben gedaan indien u mijn kasteel bezocht had zonder dat ik in de gelegenheid ware geweest u te woord te staan. Ik had reeds met menig DuiUch soldaat, maar neg rooit te veren met een Duitsch officier te doen. En ik heb u veel te vertellen. Kipitein Baumgarten bleef onbewegelijk in zijn steel zitten. Hoe moedig hij ook »ezen mocht, er was iets in de manieren ^an dezen man dat hem met onbestemden angst vervulde. Hij wierp een buk naar rechts, r.aar links, maar ziji e wapens waren weg en in een worste ling van mai tegen man was hij niet opgewassen teg«>n dezen reusachtigen tegenstander. De graaf had de flesch roeden wijn opgenomen en bezag die tegen het licht. TL t ! tut ! zei hij. En was dit het be;te wat l ierre u kon geven ? Ik schaam me u aan traal bureau kan niemand iets van het ge sprokene afluisteren. De kracht, om den automatischen toestel op het bureau te doan werken en den wekker in de telefoontoestellen in beweging te bren gen wordt door op het bureau zich bevindende l accumulatoren- batterijen en motorgenerators i geleverd. j Men stelle zich nu voor een gewoon telefoon toestel, waarby' de microfoon, het mondstuk, waardoor men spreekt, zich bovenaan den i toestel bevindt; op de hoogte waar de telefoon, de gehoorbuis, hangt, ziet men op den toestel vlak voor zich op de buitenzijde, een ronde schijf waarvan wy' hiernevens tie afbeelding geven. Dit is de nummerschakelaar, welke waar hij mcêhoort, weer inde daarvoor bestemde vork. Vóór het draaien van de schijf moet dan ook de telef jon van de vork worden genomen. Is B. reeds met iemand anders, b.v. met C. in gesprek, dan hoort A. dit door een "aan houdend gonzen in de telefoon, waarvan de oorzaak een inductietoestel is, dat zich op het centraalbureau bevindt. Hy weet dan, dat hij moet wachten, maar al vergist hy zich, toch kan hij het gesprek tusschen B. en C niet storen en evenmin iets daarvan hooren. Voor het maken van een verbinding met een nummer van vier cijfers heeft men hoogs'ens vy'f seconden noodig, terwijl men met dit systeem elkander even goed verstaat als met een multiple-tafel en het daarbij bedienend personeel. moet dienen om den toestel te doen werken, die op het centraalbureau de verbinding geeft. Wil nu de abonnéA. spreker, met den abonnéB. en heeft deze laatste het numrrer 912, dan steekt A zijn vinger in het gaatje, dat zich in de schy'f by' 9 bevindt, en draait haar in de richting van de wy'zers van een horloge, totdat de vinger stuit, tegen het blokje, dat men onder aan de schijf ziet; dan laat hy deze los, waarop een veer haar weer in haar vroegeren stand terugbrengt. Hetzelfde doet A. vervolgens met de nummers l en '2, en is de schijf voor de derde maal weer tot hat r rustpunt teruggekeerd, dan is de verbinding gemaakt en A. heeft dan niets anders te doen, dan, door het in beweging brengen van de schel, B. op te roepen. Wil A. de verbinding weer afbreken, dan hangt hy', zonder af te schellen, de telefoon IIÉIIIItllllllUIIIIIIUUIIIKMIIIlUIUI te zien, kapitein Baumgarten. We moeten iets beters vinden. Hij blies op het fla'ij1; dat op zijn jach'buis hing. Onmiddellijk veneneen de oude knecht. Chaoibertin uit mand No. 15 ! beval bij ; en kort daarop werd een met stof en spinragjen bedekte fL-sch binnengebracht met de?eltde voorzorgen waarmee een zuigeling door zijn min wordt gedragen. De graat vulde twee glazen boordevol. Driiik ! sprak hij. Dit is het beste uit mijne kelders, geen beter merk zult. ge vinden tusschen 11 maan en Parijs. Drink, mijnheer en wees welgemoed ! Beneden staan er heele stukken koud vleesch : ook twee kreeft» n van Hoi fleur. Mag ik u niet een tweede en smakelvker maal aanbieden ? De Duitscher schudde ontkennend het hoofd. Hij ledigrle evenwel zijn glas en de gastheer vulde het i.ogmaals en drong er op aan ilat hij toch ie!s r.oemtn zou waarin bij trek had' Al wat ik in mijn huis heb is ter uwer beschikking. Ge hebt s cchts te spreken. Wel, sta mij dan toe u onder bet drinken van een glas wijn een verhaal te doen. Ik heb er zoo raar verlangd het den een of'ai deren Dnittchen officier te kunnen meedeelen. Het betreft mijn zoon, mijn eenig kir.d, Eustace, die gevangen genomen werd en tijdens zijn vlucht stierf. 't Is een eigenaardig koit verbaal, in ik kan u wel verzekeren dat u het nooit vergeten zal. Weet dan dat mijn jorgen bij de artillerie was, kapite'n Baum^aiter, een knappe jonge man, de trots ziji er moeder. Zij stieif nog geen week nadat de tijding van zijn dood ons bereikte. Die werd or.s gebracht door een kameraad, die tot bet laatste tof: bij hem is geweest en die o.'.tsr.apte, ttrwijl mijn zoo.i Etieif. Ik zal het u alles vertellen wat hij mij meedeelde. Euslace we.'d d t n 4den Augustus te Weissenburg gevangen genomen. De gevangenen werden in vir.-chillende giocjen verdeeld en langs verschillende wegen raar Duittchland teruggevoerd. Den f den werd Enstace naar een dorp, Ln.u erberg geheeten, gebracht, waar hij vriendelijk door den commandcerenden tfh'cier werd behandeld. De goede kolonel vroeg den uitgehongerdtn knaap te soupeeren, bood bem bet beste aan wat hij had, trok een liji.e flesch voor hem open, zooals ik getracht heb het voor u te doen, en gat' hem een sigaar uit zijn eigen koker. Mag ik u dringend verdoeken er een uit den mijnen te nemen Weer schudde de Duitscher van neen. Zijn aftchiiw voor dezen metgf-zel nam toe boe langer bij de lachende li] pen en de gloeiende oogen zat gade te slaan. Zocals ik zei, de kolonel wai goed voor mijn jongen. Ongelukkig werden de gevangenen den volgenden dag over den Rijn naar Ettlingen vervoerd Daar (riffen ze bet slechter. De ollic'er met de bewakiig beJa^t was een ploert en een schurk, kapitein liaumgarten. Hij schepte er vermaak in de dappere mannen die in zijn macht waren te vernederen en te mishandelen. Dien avond, toen mijn zotn hem een tier ant woord gaf op een beleediging, sloeg hij bem cp het oog, zóó ! Dreurerid klonk het geiuid van den s'ag door de eetzaal. De Du.tscher bad het hoofd gebogen,. Dit alles klinkt nu zeer wonderlijk en fabel achtig, maar het feit dat het Iliichspostamt, na een proefnemir g van bijna 14 maanden het geheele ty-tteem zal toepassen, dat het in New Bedford reeds is ingevoerd, toont aan dat het bruikbaar is. Duurder is het ook niet, want de Automatic Telephore Comp. te New Bedford neemt voor een onbeperkt aantal gesprekken / CO voor de aansluiting van een gewone woning en f 90 voor de aansluiting van een kantoor, handelszaak, enz. Djar nu de gewone telefoon- toestellen, welke bij de gemeente in gebruik zijn, voor het systeem-Strowger kunnen worden ingericht, zou een proefneming in Amsterdam, met behulp van een paar honderd abonne's zoo moeilijk niet zijn. By' het Multiple-systeem komt op 60 abonréj in den regel ón telefoniste. Bij het Strowger systeem is per duidend abonnéa n «Hiiiiiiiiiiiiiiiiiiiin uiitiiiiiiiniiiiimiiminiliifEn de hand voor 'i gelaat; blr.ed stroomde tusschen de vinsers door. De graaf ging weer zitten. Mijn kind was misvormd door den slag en deze schurk maakte glossen op zijn voor komen. A propos, kapitein, u ziet er zelf eenigszins komiek uit up dit oogenblik en uw kolonel zou zeker gefuigen dat ze uw leelijk te pakken hebben gehad. Laat mij voortgaan ; een goedhartig mij .or, ziende tioe j ing en berooid mijn zoon was want zijne zakken waren l eg werd door medelijden bewogen en. schoot hem tien Napoleons voor uit zijn eijen zak zonder eenig onderpand. In uwe handen, kap tein Baumgarten, wensch ik deze tien goudstukken terug te geven, daar de naam van dcri gever mij niet bekend is. Van ganscher harte ben ik dankbaar voor deze vrien delijkheid mijn jongen betoond. De laagbartige tiran die het commando voerde o\er de escorte, vergezelde de gevan genen naar Durlach en vandaar r.aar Carlsruhe. Op mijn jongen s'apelde hij iederen dag nieuwe beleedigingen, omdat de geest der Cha eau Njirs zich niet leenen kon tot een geveinsde onderwotpenbeid. Ja. deze laff's schurk, wiens hartebloed nog eenmaal deze hand zal bezoe delen, waagde het zelfs mijn zoon met de vlakke band te slaan, bem te schoppen, de haren uit zijn kne.el te trekken zóó en zóó en zóó te mishandelen. De Duitacber wrong z:ch en worstelde. Hul peloos was bij in den greep van deztn reus, wiens slagen op hem neervielen. Ei toen bij eindelijk half verblind en schier bewusteloos zich wankelend ophief, werd hij nogmaals in den grooten eikenhouten stoel teruggeworpen. Hij snikte het uit in machtelooze woede en schaamte. Mijn jongen beeft dikwijls tranen gestort in zijr,e verr.ederirg, vervelgde de graaf. L zal begrypen wat bet. zeggen wil weerloos te zijn overgele>erd aan een onbeschoft en gewetenloos vijand. Te Carl.-ruhe evenwel werd zijn gelaat, zoo deerlijk verwond door de beestachtige be handeling van den officier met het toezicht belast, verbonden door r en jong Beierse h luite nant, die begaan was met zijn toestand. Ik zie tot mijn leedwezen dat uw oog blcedt; wil u mij vergunnen het met mijn zijden zakdoek te verbinden ? Hij boog zich voorover, maar de Dultscuer duwde ruw zijn band weg. Ik ben in uwe macht, monster ! riep hij Ik kan uwe onbeschoftheden verdragen, niet uwe huichelarij. De graat' haalde de schouders op. Ik veitel de dingen in de volgorde waarin ze gebeurd zijn, zei hij. Ik had de plechtige gelofte afge legd dat ik het den eersten den besten Duit schen officier zcu meedeelen, dien ik iu een tée u töte zou ontmoeten. Laat eens zien, ik was gekomen tot dtn jongen Be.er te Carlsrule. Ik betreur het zeer dat u mij niet wil toestaan u van dienst te zijn met de geringe heelkun dige kennis die ik bezit. Te Carlsruhe werd mijn zoon opgesloten in de oude kazerne, waar hij een veertien dagen bleef. De ergste kwel ling tijdens zijn gevangenschap was, dateLkele laffe honden van het garnizoen hem kwamen bespotten als hij 's avonds voor zijn venster werktuigkundige noodig, die de batterijen en toestellen naziet en onderhoudt! Nu is het zeer wel mogely'k dat er onder de tele fonisten, die volgens S 'lang en Hecht feitelijk val len «onder de vertegenwoordigers der unzkdled labowr," ontevredenheid bestaat, maar t« looche nen valt het niet, dat bij hoogere eischen o ntrant het loon en den arbeidsduur de voorwairden van toelating ook scherper kunnen gesteld worden ; dat dan van zelf de concurrentie van den man optreedt en last not least . . ., dat de reusachtige vorderingen der techniek wal eens alle telefonisten overbodig kunnen maken Dat dus vrouwely'ke ambtenaren aandringen op verbetering van haar lot, niemand zal het haar kwaly'k nemen. «Tevredenheid', zegt Belang en Recht, »is een schoone deugd, maar zelfs een Amsterdamsche telefoniste komt op momenten tot de ontdekking, dat er aan haar levensgeluk iets ontbreekt," een ontdekking, welke wij trouwens'in den regel allen maken maar men spiegele zich aan de kikvorschen uit de fabel van A<ssopus, die aan Jupitereen anderen koning vroegen en er eindelijk een kregen, qni dente aspero Corripere eoepit singnlas..." Dit monster zou wel eens Strowgar's auto matische telefoon kunnen zy'n ! SECANS. HIIIIIIIIIIIIIMflimilllllMMIIIIIIIIIIIIIEIIIIIimilMllllllllllllinHtllMtllMlUt Art, 5 der Arbeidswet, m. (Slot). Ten slotte wil ik nog stilstaan hij de wijze waarop de rechter meent art. 17 der wet, inhoudende een strafbepaling, te moeten toepassen. Wegens overtreding van art. 5 kan een hechtenis van ten hoogste 14 dagen of' een geldboete van ten hoogste ? 75 worden opgelegd. Welke boeten worden nu in werkelijkheid opgelegd ? Ten einde dit duidelijk aan te toonen, heb ik uit de verschillende staten der inspecteurs over 1900 den volgenden staat getrokken : Bedrag der boete. Aantal overtredingen. ? 050 138 ruim 10 pCt. » 1.?28<i » 21 » > 1.50 32 » 2.- 140 » 10 » » 250 5 » 3?236 » 17 » » 3 50 7 » 4.?138 » 10 » » 5.?132 » 10 » » G 3 » 7 . . » 7,50 8 ' 8- 2 » 10.?178 - »> 13 » » 12. » 15.- 8 » 20 10 » 25.- O » 30-- G » -10 O » 50.?8 Totaal *Ï352 Uit het bovenstaande volgt dus, dat in 1900 het grootste percentage der boeten, zijnde 2L pCc., heeft bedragen / 1. Hooger piiiiiimiiiiHniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiHiiiittiiiHHitmi» zat. Dat doet me denken, kapitein, dat u zelf op dit oogenblik ook niet op een bed van rozen ligt, niet waar ? Ge kwaamt om een wolf te verschalken, mannetje en zie, het beest heeft u by' den strot, Ge moet een familie vader zy'n, te oordeelen naar die goed sluitende uniform Wel, een weduwe meer of minder maakt geen verschil en lang plegen ze in den regel ook geen rouw te dragen. Terug iu je stoel, jou hondsvot! Wel, om verder te gaan na v.rlocp van veertien dagen wisten mijn zoon en zijri vriend te ontsnappen. Ik zal niet uitweiden ever de gevaren die ze liepen, noch over de ontberingen die ze leden. Genoeg, als ik u zeg, dat ze zich vermomden in de kleeren van een paar baeren, die ze in het bosch overvielen. Overdag hielden ze zich schuil 'n nachts trokken ze verder en reeds hadden ze Remilly bereikt en bevonden zich op geen mijl afstands geen mijl zeik, kapitein van de uiterste Duittche voorposten, toen ze in handen vielen van een uhlanenpatrouille. Ah ! dat was hard, riet waar ? dat ze zóó ver waren gekomen en de redding zóó nabij ! Tweemaal liet de graaf een schel gefluit weerklinken, waarop drie boeren met hard-1 gelaatstrekken het vertrek binnenkwamen. Deze hier moeten mijne uhlanen voor stellen, sprak hy. Welnu, toen de aanvoerder der patrouille bevond dat de beide gevangenen Eransche militairen waren ia burgerkleeding gestoken tinnen de Duitsche Knieën aangetrcffm, besloot hij hen zonder vorm van proces op te kntopen. Me dunkt, Jean, dat de mid delste balk wel de sterk te is. De ongelukkige krijgsman werd uit zijn stoel gesleurd naar de plek waar een strop aan een der stevige eikenhouten balken bevestigd was. De strik werd hem over 't hoofd geworpen en hij voelde reeds hoe het ruwe touw hem den hals d,chtsnoerde. De drie boeren grepen het andere einde en wachtten op verdere bevelen van den graaf. De kapitein, bleek, maw vastberaden, kruiste de armen, en keek zijn beul uitdagend aan. De dood grijnst u aan, kapitein, en ik zie aan de beweging uwer lippen dat ge bid'. Ook mijn zoon verkeerde in doodsgevaar en ook hij bad. Toevallig kwam juist een generaal aa^geiedcn, die mijn jongen voor zijne moeder hoorde bidden en hij werd zoodanig ontroerd - daar hij zelf vader was dat hij de uhlsnen wegzond en alleen bleef bij de veroordeeldtn met zijn aide-de camp. En toen hij alles vernomen bad van mijn jongen, hoe bij een eenig kind was, van eei.o oude familie en hoe zijne moeder sukke'ende was, sneed hij den strop door, zooals ik het dezen doe en hij kuste hem op beide wangen, zooals ik u thans kus en hij liet hem gaan zooals ik u nu laat gaan en moge iedere zegenwensch van dien edelen generaal hoe wel hy' de koorts niet kon weren die mijn zoon ten gra/e sleepte aan u worden vervuld. En zoo kwam het, dat, bij het aanbreken van dien kouden Decembermorgen, kapitein Baumgarten, gekneusd, half blind en bloedend, wankelend raar buiten trad in regen en wied'.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl