De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 22 december pagina 1

22 december 1901 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

r v N°. 1278 DE AMSTERDAMMER A°. 1901 WEEKBLAD VOOK NEDERLAND Dit nummer bevat een' bijvoegsel. Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAURIK Jr. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig; de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden ? 1.50, fr. p. post f 1.65 Voor Indiëper jaar mail 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12l/ Dit bk'l is verkrijgbaar Kicsk 10 Boulevard des Cajmcines tegenover het Grand Café, te Parijs. Zondag 22 December. Advertentiën van 1?5 regels ? 1.10, elke regel meer f 0.20 Reclames per regel 0.40 Annonces uit Dnitschland, Oostenrijk eu Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door de firma KUDOLF MOSSE te Keulen en door alle filialen dezer firma. I N H O U Di VERRE EN "VAN NABIJ: s het mogelijk en wenschelijk, d it er voor den postpakketten-dienst een laag uniform-port wordt ingevoerd ? II., l Slot.), door D. B Mansholt. Oost-Indisch Islamisme contra de Zending, door C. Gunst of Recht, door Dixi Lord Rosebery's rede. Brief uit utrecht, door Jan van 't Sticht SOCIALE AANGELEGENHEDEN: Vrouwen-arbeid en huis gezin, L, door S. KUNST EN LETTEREN: Muziek in de Hoofdstad, door Aiit. Averkamp. Siegfried" in de Wagner-vereeniging (Slot.), door Antoon Molkenboer. > Kunst te Rotterdam, door Henri Dekking. Zwart-en-wit-tentoonstelling in Voor de Kunst1' te Utrecht, door J. W. N. Nosokomosfonds. nBet Binnenhuis", door B. W. P. Jr. Jan Holland", door A. J. Oostdam De Ploerten, door Maurits Wagenvoort, beoordeeld door Henri Borel. Twee nieuwe drama's van Maeterlinek, door W. G. van Noaliuys, IL, (Slot.) FEUILLETON: De Waterlelie, door T. T., II., (Slot.) RECLAMES. VOOR DAMES: Het Pestalozzi-Fröbelhuis in Berlijn, II., (Slot.), door B. N. Henry Labouchère's Kerstmisgave. Allerlei, door Caprice. SCHAAKSPEL FINANCIEELE EN OECONOMISCHE KRONIEK, door D. Stigter. INGEZONDEN. PEN- EN POTLOODKRASSEN. ADVERTENTIËN. iminiMitiiiiiiiiiiiiiiitMiiitiiiiiiiiiHittiiiitiiiiiiiiiiiiiiiii Is het mogelijk en wenschelijk, dat er voor den postpakkettendienst een laag uniform-port wordt ingevoerd? III. (Slot). De vermoedelijke gevolgen van dezen maatregel. Gaan wij nu de vermoedelijke gevolgen van dezen maatregel na ten opzichte van het goederenverkeer en de daaruit voort vloeiende sociale veranderingen, dan blijkt ons spoedig, dat deze van veel ingrijpender aard zijn, dan men oppervlakkig zou denken. De thans vigeerende postpakkettendienst onderscheidt zich op drieërlei wijze van het gewone goederenvervoer: hij werkt sneller, correcter, maar is tevens duurder. Tengevolge van de laatstgenoemde eigen schap kunnen er over het algemeen slechts gtederen met voordeel door vervoerd wor den, die ten eerste wegens hun hooge waarde een betrekkelijk hoog porto kunnen dragen; ten tweede die goederen, welke spoedig aan bederf onderhevig zijn en waarbij dus spoed een eerste vereischte is, en ten derde die goederen, welke over een grooten afstand en naar meer afgelegen plaatsen vervoerd moeten worden, waarbij de passage langs verschillende expeditie kantoren, besteldiensten, bodenloopen, berg plaatsen enz. de vracht onevenredig doet stijgen. Voor een pakket b.v. van beneden l Kg. dat van Westpolder naar Breskens of IJzendijke vervoerd wordt, zou de vracht allicht 50 ets. of meer bedragen afge zien nog van den veel langeren duur terwijl de post dit alles bezorgt voor 15 ets. en binnen den kortst mogelijken tijd. Maar dit zijn uitzonderingen, waarmee geen rekening gehouden behoeft te worden; het goederenverkeer langs de spoor- en tram wegen tusachen de verschillende plaatsen van ons land wordt, wanneer wij boven genoemde drie kategoriën uitzonderen, door de gewone expeditiekantoren, tram- en stoombootdiensten, bodeloopen enz. tot dusver goedkooper bezorgd dan door den pakkettendienst. Het is echter zoo goed als zeker dat, zoodra de postpakkettendienst de goederen niet alleen sneller en correcter, maar ook even goedkoop of zelfs goedkooper vervoert, binnenkort het goe derenvervoer (in zoover het geen vrachtgoederea zijn) zal geschieden door den postdienst. Vooral het goederenverkeer tusschen de steden en het platte land zal, zoo wil het ons voorkomen, een ongekende vlucht nemen. In de steden, vooral in de groote, is bijna alles even duur, terwijl vele produkten van den land- en tuinbouw in de dorpen en gehuchten dikwijls voor een spotprijs verkocht moeten worden. Men hoort dikwijls de meening verkondigen, dat de hevige concurrentie in de steden er voor zorgt, dat de prijzen der levensbehoeften ten voordeele der consumenten op het laagst mogelijke peil neergedrukt worden. Deze meening berust op eene dwaling, gelijk reeds in het begin dezer eeuw door den Franschen socialist Fourier is aangetoond, doch wat ook gemakkelijk uit de feiten kan afgeleid worden. In de eerste plaats wordt uit te groote concurrentie het reclamewezen geboren, waardoor de winkeliers tot groote uitgaven genoodzaakt worden, welke uitgaven natuurlijk teruggevonden moeten worden in den verhoogden prijs der winkel waren. Wat de een in dit opzicht doet mag de ander niet nalaten, op straffe van onder gang; wederkeerig tracht men elkaar te overtreffen: de winkelhuizen worden al kostbaarder, de spiegelruiten grooter, de verlichting intensiever, de advertentiën talrijker; kortom, het geheele mechanisme van het moderne reklamewezen moet in beweging gezet worden, om den strijd om het bestaan te kunnen volhouden. Dat is n der factoren, waarom de goederen van het dagelijksch verbruik in de steden duur moeien zijn, doch het is lang nietdeeenige en nog minder de belangrijkste. Een zeer belangrijke factor is ook de hooge grondrente in de steden, die minstens in dezelfde evenredigheid aangroeit als het bevolkingscijfer toeneemt. Hoe meer menschen in een bepaald tijdsverloop op eene bepaalde plaats passeeren, hoe voordeeli ger schijnt de winkelstand te zijn, waar door de prijzen van bestaande winkelhuizen, of liever de plaats waar zulk een winkel-j huis staat, tot in het fabelachtige worden opgedreven. Kost op het. platteland een vierkante meter goede bouwgrond 15 a 20 ets., in de steden is de prijs al spoedig even zooveel guldens, op goede standen 5, 10, 20 maal hooger. Onlangs is o. a. een hoekhuis in de Friedrichstrasse te Berlijn verkocht voor 1,200,000 mark, daarna afgebroken en met een nieuw en kostbaar winkelhuis bebouwd. Zulke voor beelden liggen er vooral in de groote ste den voor het grijpen, en nu ligt het nog al voor de hand, dat ook de renten van de in deze winkelhuizen gestoken kapita len, door de ondernemers betaald, en terug gevonden moeten worden in den verhoogden prijs der winkelwaren. Kakadores heeft volkomen gelijk, wan neer hij de goedkoopte zijner waren roemt en daarbij wijst op de enorme uitgaven die de groote winkelhuizen moeten doen voor ze n cent verdienen. Hierbij komt nog een factor, die de winkelwaren in de steden duur maakt, welke echter bijna altijd over het hoofd wordt gezien. Ik zou dezen factor willen noe men: cameraderie. »De eeue kraai pikt de andere de oogen niet uit." De winkelier i b.v. die koffie en thee verkoopt, weet zeer goed, dat hij de winkelwaren, die hij zelf niet houdt, b.v. wollen goederen, bij zijn buurman 20 ;\ 50 pCt. te duur moet be talen, doch hij doet dit om zoo gewilliger, als hij dit ten opzichte van zijne waren ook verwacht en verwachten kan van zijn buurman. Zoo doet ook de handwerks man. De schoenmaker neemt een zekere som extra voor een paar schoenen van zijne klanten, die er wederkeerig op reke nen, dat hij, de schoenmaker, hun winkels niet zal passeeren bij het inkoopen van zijne behoeften. »De eene hand wascht de andere," »Leven en laten leven" zijn spreekwoorden, die men dikwijls hoort van deze lieden, en daar een groot deel der stedelijke bevolking leeft van den handel in 't algemeen, worden de prijzen van alle waren langzamerhand opgedreven tot ver boven het normale peil. Ik spreek nu niet van de tallooze knoeierijen en vervalschingen, die vele handelaren te baat nemen en te baat moeten nemen, om hunne waren zoogenaamd goedkoop te kun nen blijven verkoopen, waardoor de goed koopste waren dikwijls de allerduurste worden, ten koste van den reëelen hande laar, die zich daartoe niet wil verlagen. De arbeidende klassen worden daaraan in de eerste plaats de dupe, omdat ze zóó- j veel van hun inkomen voor de woning- , huur moeien afzonderen, dat zij in den regel eerste soort levensmiddelen niet kunnen koopen. Doch ook alle andere burgers lijden er onder. Dat de trakte menten der ambtenaren in de groote steden zooveel hooger zijn dan in kleinere steden i en op het platte land, is een noodzakelijk uitvloeisel van dit verderfelijk stelsel, waarbij enkele huisbezitters (niet de winke liers!) steeds stijgende winsten in den zak steken, terwijl het gros der bevolking zich onderling vermoordt in een woedenden concurrentiestrijd. Van den anderen kant is het een feit, dat vele land- en tuinbouwprodukten op het platte land doorgaans niet alleen on eindig goedkooper zijn dan in de steden, maar dikwijls voor spotprijzen moeten worden verkocht, of' zelfs als waardeloos worden weggeworpen, omdat het vervoer naar de steden te duur en te langzaam is., Ik herinner slechts aan de Betuwsche meikersen, die in den afgeloopen zomer aldaar voor n cent per pond werden ver kocht, terwijl alleen voor het vervoer van 8 pond 25 ets., betaald moest worden. Geen mensch die niet van deze heerlijke vrucht houdt, maar aan slechts enkelen is het vergund zich er aan te goed te doen. De heele voorraad kersen der Betuwe zou in een ommezien weg zijn, indien een mandje van 5 kilo door het geheele land verzon den zou kunnen worden voor 10 ets. De boeren zouden er van profiteeren, maar de kerseneters evenzeer. Zoo is het met kersen, zoo is het met alle andere produc ten van den land- en tuinbouw, die aan spoedig bederf blootstaan: pruimen, abrikozen, perziken, aardbeziën, frambozen, appels, peren, stamboontjes, prei, bloem en spruitkool, eenden, kippen, ganzen, wild, paling, visch, eieren, boter, ja zelfs melk en room. Onvervalschte melk kost in de groote steden thans 10 a 12 cent, bij den boer 4 a 5 cent per liter. Indien het vervoer in luchtdicht gesloten bussen per 5 K.G. slechts 10 ets. kostte, zou de boer de melk aan zijne klanten kunnen leveren voor 7 a 8 cent, en daarbij nog een cent per liter verdienen, enz. Blijkens het j aar verslag der coöperatieve winkelvereeniging Eigen Hulp te den Haag over het jaar 1900 bedroeg de bruto winst, die de vereeniging op de totale inkoopsom der waren maakte, 28 7/10 pCt., waarvan 14 pCt. zuivere winst aan de leden werd uitgekeerd. Deze groote en goed bestuurde vereeniging werktnatuurlijk oneindig voordeeliger dan de tallooze kleine winkels, die bij kleine hoeveelheden en dikwijls op krediet en dus veel duurder moeten inkoopen. Men mag dus aanne men, dat deze 40 a 50 pCt bruto winst moeten maken, voor ze kunnen bestaan. Op vele land- en tuinbouwproducten, vooral die, welke spoedig bederven, moet de brutowinst natuurlijk veel grooter zijn, omdat deze de risico van het bederf' moeten dragen. Doch ook met andere produkten is dit het geval, hoewel in mindere mate. Mij zijn gevallen bekend, waarbij voor een liter slechte en slechtkokende grauwe erwten in een Amsterdamschen winkel 35 ets. betaald moest worden terwijl puike en puikkokende erwten bij den boer voor 8 a, 9 ets. per liter verkocht werden. De eigenaardigheid van vele grootsteedsche huisvrouwen om al hun dagelijksche be hoeften bij minimale hoeveelheden uit den naasten winkel te ha en, werkt het nemen van zulke woekerwinsten in de hand. Wij weten wel, dat velen zoo nauw behuisd zijn, dat zij er niet aan kunnen denken om eenigszins groote hoeveelheden in eens op te slaan, maar een postpakket van 5 K.G. kan men toch op een klein plaatsje bergen. Gesteld nu, dat zulk een post pakket, d. i. ongeveer G liter, door het ge heele land voor 10 ets. verzonden zou kun nen worden, dan stelt zich de rekening als volgt : (i liter uit den winkel ;i 33 cte. = . . ?2.10 G liter vau den boer i 15 ets. = ? O 90 porto en verpakking . , . . , O 20 /Tiu . 1.10 __ Winst voor de huisvrouw ..... /'l. Stellen wij den verkoopsprijs, die de boer thans kan bedingen op 9 ets. per liter. Porto . . . . 'l , Verpakking. . . 2 ,/ 13 cis. dan maakt hij een zuivere winst van 2 ets. per liter, 12 ets. per postpakket of /"2. per hectoliter. Soortgelijk is het met alle dagelijksche verbruiksartikelen en wanneer dan de huisvrouw van dag tot dag, van week tot week, van maand tot maand opteekent 'tgeen zij zooal bespaard heeft, dan zal na afloop van het jaar blijken, dat het een aardig sommetje geworden is. Aanvankelijk zal het natuurlijk een bezwaar opleveren om voortbrengers en gebruikers saam te brengen, doch indien er wederkeerig voordeel op zit, komt dit van zelf terecht. Zooals er thans in de steden reeds vele families zijn die van een vasten boer haar melk, eieren en boter ontvangen, zoo zulhn er weldra, hetzij door middel van advertentiën, hetzij an derszins, connecties aangeknoopt worden met producentan, die andere produkten kunnen leveren. En eenmaal aangeknoopt, zijn de meeste boeren wel zoo verstandig om den band door oneerlijke praktijken niet weer te verbreken. Doch ook de winkeliers in de steden zouden wederkeerig van dezen maatregel profiteeren. Waar zij thans hun waren bij onsen of gedeelten van onsen moeten afwegen en meteen er een talrijk winkel personeel op na moetei houden, om deze belangrijke werkzaamheden te verrichten, daar zouden zij in het door ons veronder stelde geval in eens 5 Kg. »den boer op" kunnen zenden, waarbij beide profiteeren. Want een feit is het, dat de meeste zoogenaamde koloniale waren in de dorpen, zoo niet duurder, dan toch in den regel slechter zijn dan in de steden. Het zijn de talrijke tusschenpersonen, van af den groothandelaar tot den dorpswinkelier, die de waren moeten passeeren, waardoor ze duur en slecht worden. Thee b.v. kost in den groothandel thans 25 a 40 ets. per pond; wanneer men echter in de dorps winkels beneden een gulden het pond inkoopt, dan loopt men groot gevaar ellen dig bocht te ontvangen. Zoo is het met thee, zoo is het met de meeste andere verbruiksartikelen en wan neer nu de postpakkettendienst in den door ons aangegeven zin gereorganiseerd kan worden, dan lijdt het geen twijfel of het goederenverkeer zal ontzachlijk toene men, in het belang eerstens van de schat kist, tweedens in het belang van de producenten en eindelijk in het belang van de consumenten. Er wordt alsdan een groot aantal improductieve tusschenpprsonen overbodig wat deze moeten beginnen, daarover misschien in een vol gend artikel. D. R. MANSHOLT. Westpolder (prov. Gron.). Oost-Indisch Islamisme contra de Zending. Met bovenstaand onheilspellend opschrift wordt niets anders bedoeld dan een hoognoodige waarschuwing aan het adres van allen, die zij 't ook met de beste be doelingen en geheel te goeder trouw aan onze bruine broeders in Indiëtoch eerst en vooral willen toonen, dat zij leven onder het regime van een ^christelijk" kabinet. Wij voor ons zijn voorloopig gerust gesteld wat betreft de zendingspolitiek welke dit kabinet zal voeren. Door zijn voortreffelijke Memorie van Antwoord en zijn naar aanleiding der begrootingsdebatten afgelegde verklaringen heeft de Minister van Koloniën de vrees voor een eventueele »Kersteningswoede" weggevaagd. Zoo is het echter niet gesteld in de inlandsche wereld in Indië. Dit blijkt onder meer uit een zeer ernstig bericht dat voorkomt in het lataviaaseh Nieuwsblad en dat ons alles zins betrouwbaar en gewichtig voorkomt. Reden, waarom wij er bijzonder de aan dacht op vestigen. Volgens dal bericht heeft het bestuur van Bantam waar meer dan elders veel aandacht moet geschonken worden aan de faiis et gestes der Mohammedaansche fanatici beslag gelegd op een in het Javaanseh gesteld rondschrijven, dat uit Mekka zou afkomstig zijn. Het moet dus het werk zijn van een dier hadjis of bedevaartgangers, die zich niet alleen be palen tot het bezoeken van de heilige Kaüba, doch die aan dit bezoek een langer verblijf dikwerf van eenige jaren ? vastknoopen, om zich beter te doordringen van de grondstellingen der Islamitische »scholastici". Zulke menschen oefenen van verre en nabij op de lichtgeloovige bevol king een zeer grooten invloed uit. ledere zij 't slechts schijnbaar aan het Islamisme vijandelijke bestuurs- en regeeringsmaatregel is dien lieden een dubbel welkome aanleiding om de bevolking tegen de Kafirs op te zetten. Het onderschepte rondschrijven was aan alle geloovigen gericht en voorspelt hun den ondergang der wereld. Om deze ramp te voorkomen moeten de geloovige volgers van den Profeet weerstand bieden aan den duivel der ongeloovigen, die vooral huist in de Christelijke zendelingen. Ook worden de geloovigen vermaand op de voorge schreven tijden de gebruikelijke gebeden uit te spreken en de overige religieuze voorschriften nauwgezet te vervullen. Circa een maand vóór de in-beslag-name van dit opruiende stuk dus thans ruim twee maanden geleden ? werd in ZuidBantam onder enkele personen van Europeesch en gemengd bloed een waarschuwing verspreid. Hun werd de raad gegeven te vluchten. Spoedig toch zou een opstand uitbreken. Deze zou geweten moeten worden aan de Kafirs, omdat dezen den Islamieten hun godsdienst willen opdringen. We wenschen niet, dat aan deze mededeelingen zóó groot gewicht toegekend worde alsof men reeds in Bantam of elders ernstige onlusten broeien. Doch wat nog niet is kan komen. Dergelijk drijven toch mag beschouwd worden als een weeromstuit op de Gouvernements-circulaire van 11 Juni van dit jaar, waarbij den gewestelijken bestuurshoofden ten aanhoore van Christenen en niet-Christenen werd toegeroepen, dat ze met de Christelijke zendelingen welwillend moesten samenwerken. Waartoe diende dit? Zoo er tot dergelijken maatregel aan leiding bestond wat echter nergens gebleken is had door het Opperbestuur de waarschuwing in het diepste geheim kunnen gegeven zijn. Doch zoo die aan leiding niet eens bestond, dan had men dienen te bedenken, dat deze onnoodige vingerwijzing bij het corps bestuursambte naren als een geringschatting moest gelden. Wat er van zij het Opperbestuur had zich om gewichtige redenen van staat moeten spenen van het genoegen zich te hooren prijzen door »Kersteningsijveraars". Ditmaal, zeer terecht, kwamen dan ook de Indische persorganen unaniem met groote verontwaardiging op tegen de wijze waarop de Buitenzorgsche bureaucratie optrad tegen de ambtenaren van het binnenlandsch bestuur. Officieus heeft het Opperbestuur zich verdedigd en het doen voorkomen alsof met de zendings circulaire niets anders bedoeld werd dan de zending voor eventueele knoeierij van betrokken bestuursambtenaren te behoeden. Doch men behoeft niet fijngevoelig te zijn om in te zien, dat zoodoende een voor de betrokkenen alles behalve aangename en geheel onverdiende verdenking werd geformuleerd. 'Wat echter het zwaarst moest wegen, was het bewaren der rust in de gemoe deren der Mohammedanen, die zesmaal KOO talrijk zyn als de bevolking van Nederland. Over welke machtmiddelen beschikken wij indien zoo'n massa in be roering komt ? ... Daarbij had meer rekening dienen gehouden te worden met artikel 119 van het Regeeringsreglement, dat bepaalt: »Ieder belijdt zijn godsdienstige meenin gen met volkomen vrijheid, behoudens de bescherming der maatschappij en harer leden tegen de overtreding der algemeene verordeningen op het strafrecht". Bij deze volkomen gelijkstelling der godsdienstige geloofbelijdenissen heeft de Moslemin minstens evenveel recht tot het maken van propaganda als de Caristen Hoezeer die propaganda voor ons dan ook minder gewenscht is. Het spreekt vanzelf, dat publieke regeeringsstukken vooral wanneer die kort zijn en de besprekingen die daar over gehouden worden, in de Maleische en andere inlandsche bladen terecht komen en daarin een kittelende werking op de gemoederen uitoefenen. Het bleek reeds ruim drie jaar geleden, toen de regeling der rechtspositie van de inlacdsche Chris tenen op het tapijt kwam en in die bladen allesbehalve welwillend besproken werd. Deze zaak was ten laatste zoo goed als dood gebloed, doch nu is het vuurtje weer aangewakkerd,*eerst door het uitvaardigen der zendingscirculaire, niet lang daarna door de onvoorzichtig gestelde passage in de Troonrede. Want ook bij de samenstelling van dat stuk werd vergeten, dat niet alleen tot 5 millioen Christenen in Nederland, doch bovendien tot 30 millioen Islamieten in Indiëhet woord gericht werd. En deze laatsten hechten aan de Troonrede veel grooter beteekenis dan wij. Van harte hopen wij dat Opperbestuur en Regeering beide tot het inzicht zullen komen dat zij groote fouten begaan en gesanctioneerd hebben. Noodig is het dat die royaal hersteld worden. Dit kan alleen geschieden door de zen dingscirculaire even formeel weer in te trekken als ze uitgevaardigd is. Men zegge niet, dat dit zou aangemerkt worden als een bewijs van zwakheid. Er is nog niets gebeurt om aan zulk bewijs te behoeven te denken. Doch zoodra hier en daar voor komende opstootjes die intrekking zouden noodig maken, dun zou ze een duidelijk bewijs van zwakheid zijn. Verder worde in den vervolge angstvallig de schijn vermeden alsof de Regeering of het bestuur bijzonder gesteld zouden zijn op het steunen of bevorderen der christe lijke propaganda. De woorden in regeerings stukken die daarop betrekking hebben worden steeds als op een goudschaaltje gewogen. Als geloovig Christen mag men het betreuren dat het Christendom zich in Indiëvooralsnog bescheiden op den achter grond moet houden dringend eischt het gezond verstand ernstig rekening te houden met de rechten en religieuse gevoeligheden van 30 millioen onderdanen der Koningin. Want om hierop ten slotte te wijzen ook in de Preanger, in den omtrek van Soekaboemie en Tjiandjoer, zelfs in het Buitenzorgsche dus in de schaduw van het paleis van den Toean Besaar! is, en wel naar aanleiding der circulaire, een beweging onder de Moslemin op het getouw gezet. In hoever de opruierijen der fanatici daar ingeslagen zijn dit weten wij ge woonlijk pas wanneer het te laat is. Doch zelfs de bekende Maleische jour nalist Dja Endar Moeda, alles behalve een Mohammedaansche fanaticus, steekt het in den laatsten tijd niet onder stoelen en banken, dat zijns inziens de Regeering veel te ver gaat in het op den voorgrond plaatsen van haar Christendom. Hij zegt het ronduit: »De Islamieten zijn de stief kinderen geworden". Weliswaar is hij bereids terecht ge wezen in de Europeesche bladen; doch dit verzwakt den indruk zijner woorden bij de inlandsche lezers niet in het minst. C.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl