Historisch Archief 1877-1940
r v
N°. 1278
DE AMSTERDAMMER
A°. 1901
WEEKBLAD VOOK NEDERLAND
Dit nummer bevat een' bijvoegsel.
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAURIK Jr.
Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig; de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden ? 1.50, fr. p. post f 1.65
Voor Indiëper jaar mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12l/
Dit bk'l is verkrijgbaar Kicsk 10 Boulevard des Cajmcines tegenover het Grand Café, te Parijs.
Zondag 22 December.
Advertentiën van 1?5 regels ? 1.10, elke regel meer f 0.20
Reclames per regel 0.40
Annonces uit Dnitschland, Oostenrijk eu Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door
de firma KUDOLF MOSSE te Keulen en door alle filialen dezer firma.
I N H O U Di
VERRE EN "VAN NABIJ: s het mogelijk
en wenschelijk, d it er voor den postpakketten-dienst
een laag uniform-port wordt ingevoerd ? II., l Slot.),
door D. B Mansholt. Oost-Indisch Islamisme
contra de Zending, door C. Gunst of Recht,
door Dixi Lord Rosebery's rede. Brief uit
utrecht, door Jan van 't Sticht SOCIALE
AANGELEGENHEDEN: Vrouwen-arbeid en huis
gezin, L, door S. KUNST EN LETTEREN:
Muziek in de Hoofdstad, door Aiit. Averkamp.
Siegfried" in de Wagner-vereeniging (Slot.), door
Antoon Molkenboer. > Kunst te Rotterdam, door
Henri Dekking. Zwart-en-wit-tentoonstelling in
Voor de Kunst1' te Utrecht, door J. W. N.
Nosokomosfonds. nBet Binnenhuis", door
B. W. P. Jr. Jan Holland", door A. J. Oostdam
De Ploerten, door Maurits Wagenvoort, beoordeeld
door Henri Borel. Twee nieuwe drama's van
Maeterlinek, door W. G. van Noaliuys, IL, (Slot.)
FEUILLETON: De Waterlelie, door T. T.,
II., (Slot.) RECLAMES. VOOR DAMES:
Het Pestalozzi-Fröbelhuis in Berlijn, II., (Slot.),
door B. N. Henry Labouchère's Kerstmisgave.
Allerlei, door Caprice. SCHAAKSPEL
FINANCIEELE EN OECONOMISCHE KRONIEK,
door D. Stigter. INGEZONDEN. PEN- EN
POTLOODKRASSEN. ADVERTENTIËN.
iminiMitiiiiiiiiiiiiiiitMiiitiiiiiiiiiHittiiiitiiiiiiiiiiiiiiiii
Is het mogelijk en wenschelijk,
dat er voor den
postpakkettendienst een laag uniform-port
wordt ingevoerd?
III. (Slot).
De vermoedelijke gevolgen van dezen
maatregel.
Gaan wij nu de vermoedelijke gevolgen
van dezen maatregel na ten opzichte van
het goederenverkeer en de daaruit voort
vloeiende sociale veranderingen, dan blijkt
ons spoedig, dat deze van veel ingrijpender
aard zijn, dan men oppervlakkig zou
denken.
De thans vigeerende postpakkettendienst
onderscheidt zich op drieërlei wijze van
het gewone goederenvervoer: hij werkt
sneller, correcter, maar is tevens duurder.
Tengevolge van de laatstgenoemde eigen
schap kunnen er over het algemeen slechts
gtederen met voordeel door vervoerd wor
den, die ten eerste wegens hun hooge
waarde een betrekkelijk hoog porto kunnen
dragen; ten tweede die goederen, welke
spoedig aan bederf onderhevig zijn en
waarbij dus spoed een eerste vereischte is,
en ten derde die goederen, welke over een
grooten afstand en naar meer afgelegen
plaatsen vervoerd moeten worden, waarbij
de passage langs verschillende expeditie
kantoren, besteldiensten, bodenloopen, berg
plaatsen enz. de vracht onevenredig doet
stijgen. Voor een pakket b.v. van beneden
l Kg. dat van Westpolder naar Breskens
of IJzendijke vervoerd wordt, zou de vracht
allicht 50 ets. of meer bedragen afge
zien nog van den veel langeren duur
terwijl de post dit alles bezorgt voor 15 ets.
en binnen den kortst mogelijken tijd. Maar
dit zijn uitzonderingen, waarmee geen
rekening gehouden behoeft te worden; het
goederenverkeer langs de spoor- en tram
wegen tusachen de verschillende plaatsen
van ons land wordt, wanneer wij boven
genoemde drie kategoriën uitzonderen, door
de gewone expeditiekantoren, tram- en
stoombootdiensten, bodeloopen enz. tot
dusver goedkooper bezorgd dan door den
pakkettendienst. Het is echter zoo goed
als zeker dat, zoodra de
postpakkettendienst de goederen niet alleen sneller en
correcter, maar ook even goedkoop of zelfs
goedkooper vervoert, binnenkort het goe
derenvervoer (in zoover het geen
vrachtgoederea zijn) zal geschieden door den
postdienst.
Vooral het goederenverkeer tusschen de
steden en het platte land zal, zoo wil het
ons voorkomen, een ongekende vlucht
nemen. In de steden, vooral in de groote,
is bijna alles even duur, terwijl vele
produkten van den land- en tuinbouw in de
dorpen en gehuchten dikwijls voor een
spotprijs verkocht moeten worden. Men
hoort dikwijls de meening verkondigen, dat
de hevige concurrentie in de steden er voor
zorgt, dat de prijzen der levensbehoeften
ten voordeele der consumenten op het laagst
mogelijke peil neergedrukt worden. Deze
meening berust op eene dwaling, gelijk
reeds in het begin dezer eeuw door den
Franschen socialist Fourier is aangetoond,
doch wat ook gemakkelijk uit de feiten
kan afgeleid worden. In de eerste plaats
wordt uit te groote concurrentie het
reclamewezen geboren, waardoor de winkeliers tot
groote uitgaven genoodzaakt worden, welke
uitgaven natuurlijk teruggevonden moeten
worden in den verhoogden prijs der winkel
waren. Wat de een in dit opzicht doet mag
de ander niet nalaten, op straffe van onder
gang; wederkeerig tracht men elkaar te
overtreffen: de winkelhuizen worden al
kostbaarder, de spiegelruiten grooter, de
verlichting intensiever, de advertentiën
talrijker; kortom, het geheele mechanisme
van het moderne reklamewezen moet in
beweging gezet worden, om den strijd om
het bestaan te kunnen volhouden. Dat is
n der factoren, waarom de goederen van
het dagelijksch verbruik in de steden duur
moeien zijn, doch het is lang nietdeeenige
en nog minder de belangrijkste.
Een zeer belangrijke factor is ook de
hooge grondrente in de steden, die minstens
in dezelfde evenredigheid aangroeit als het
bevolkingscijfer toeneemt. Hoe meer
menschen in een bepaald tijdsverloop op eene
bepaalde plaats passeeren, hoe voordeeli
ger schijnt de winkelstand te zijn, waar
door de prijzen van bestaande winkelhuizen,
of liever de plaats waar zulk een winkel-j
huis staat, tot in het fabelachtige worden
opgedreven. Kost op het. platteland een
vierkante meter goede bouwgrond 15 a 20
ets., in de steden is de prijs al spoedig
even zooveel guldens, op goede standen
5, 10, 20 maal hooger. Onlangs is o. a.
een hoekhuis in de Friedrichstrasse te
Berlijn verkocht voor 1,200,000 mark,
daarna afgebroken en met een nieuw en
kostbaar winkelhuis bebouwd. Zulke voor
beelden liggen er vooral in de groote ste
den voor het grijpen, en nu ligt het nog
al voor de hand, dat ook de renten van
de in deze winkelhuizen gestoken kapita
len, door de ondernemers betaald, en terug
gevonden moeten worden in den verhoogden
prijs der winkelwaren.
Kakadores heeft volkomen gelijk, wan
neer hij de goedkoopte zijner waren roemt
en daarbij wijst op de enorme uitgaven
die de groote winkelhuizen moeten doen
voor ze n cent verdienen.
Hierbij komt nog een factor, die de
winkelwaren in de steden duur maakt, welke
echter bijna altijd over het hoofd wordt
gezien. Ik zou dezen factor willen noe
men: cameraderie. »De eeue kraai pikt de
andere de oogen niet uit." De winkelier i
b.v. die koffie en thee verkoopt, weet zeer
goed, dat hij de winkelwaren, die hij zelf
niet houdt, b.v. wollen goederen, bij zijn
buurman 20 ;\ 50 pCt. te duur moet be
talen, doch hij doet dit om zoo gewilliger,
als hij dit ten opzichte van zijne waren
ook verwacht en verwachten kan van zijn
buurman. Zoo doet ook de handwerks
man. De schoenmaker neemt een zekere
som extra voor een paar schoenen van
zijne klanten, die er wederkeerig op reke
nen, dat hij, de schoenmaker, hun winkels
niet zal passeeren bij het inkoopen van
zijne behoeften. »De eene hand wascht
de andere," »Leven en laten leven" zijn
spreekwoorden, die men dikwijls hoort van
deze lieden, en daar een groot deel der
stedelijke bevolking leeft van den handel
in 't algemeen, worden de prijzen van alle
waren langzamerhand opgedreven tot ver
boven het normale peil. Ik spreek nu
niet van de tallooze knoeierijen en
vervalschingen, die vele handelaren te baat
nemen en te baat moeten nemen, om
hunne waren zoogenaamd goedkoop te kun
nen blijven verkoopen, waardoor de goed
koopste waren dikwijls de allerduurste
worden, ten koste van den reëelen hande
laar, die zich daartoe niet wil verlagen.
De arbeidende klassen worden daaraan
in de eerste plaats de dupe, omdat ze zóó- j
veel van hun inkomen voor de woning- ,
huur moeien afzonderen, dat zij in den
regel eerste soort levensmiddelen niet
kunnen koopen. Doch ook alle andere
burgers lijden er onder. Dat de trakte
menten der ambtenaren in de groote steden
zooveel hooger zijn dan in kleinere steden i
en op het platte land, is een noodzakelijk
uitvloeisel van dit verderfelijk stelsel,
waarbij enkele huisbezitters (niet de winke
liers!) steeds stijgende winsten in den zak
steken, terwijl het gros der bevolking zich
onderling vermoordt in een woedenden
concurrentiestrijd.
Van den anderen kant is het een feit,
dat vele land- en tuinbouwprodukten op
het platte land doorgaans niet alleen on
eindig goedkooper zijn dan in de steden,
maar dikwijls voor spotprijzen moeten
worden verkocht, of' zelfs als waardeloos
worden weggeworpen, omdat het vervoer
naar de steden te duur en te langzaam is.,
Ik herinner slechts aan de Betuwsche
meikersen, die in den afgeloopen zomer
aldaar voor n cent per pond werden ver
kocht, terwijl alleen voor het vervoer van 8
pond 25 ets., betaald moest worden. Geen
mensch die niet van deze heerlijke vrucht
houdt, maar aan slechts enkelen is het
vergund zich er aan te goed te doen. De
heele voorraad kersen der Betuwe zou in
een ommezien weg zijn, indien een mandje
van 5 kilo door het geheele land verzon
den zou kunnen worden voor 10 ets. De
boeren zouden er van profiteeren, maar
de kerseneters evenzeer. Zoo is het met
kersen, zoo is het met alle andere produc
ten van den land- en tuinbouw, die aan
spoedig bederf blootstaan: pruimen,
abrikozen, perziken, aardbeziën, frambozen,
appels, peren, stamboontjes, prei, bloem
en spruitkool, eenden, kippen, ganzen, wild,
paling, visch, eieren, boter, ja zelfs melk
en room. Onvervalschte melk kost in de
groote steden thans 10 a 12 cent, bij den
boer 4 a 5 cent per liter. Indien het
vervoer in luchtdicht gesloten bussen per
5 K.G. slechts 10 ets. kostte, zou de boer
de melk aan zijne klanten kunnen leveren
voor 7 a 8 cent, en daarbij nog een cent
per liter verdienen, enz.
Blijkens het j aar verslag der coöperatieve
winkelvereeniging Eigen Hulp te den Haag
over het jaar 1900 bedroeg de bruto
winst, die de vereeniging op de totale
inkoopsom der waren maakte, 28 7/10 pCt.,
waarvan 14 pCt. zuivere winst aan de
leden werd uitgekeerd. Deze groote en
goed bestuurde vereeniging werktnatuurlijk
oneindig voordeeliger dan de tallooze kleine
winkels, die bij kleine hoeveelheden en
dikwijls op krediet en dus veel duurder
moeten inkoopen. Men mag dus aanne
men, dat deze 40 a 50 pCt bruto winst
moeten maken, voor ze kunnen bestaan.
Op vele land- en tuinbouwproducten,
vooral die, welke spoedig bederven, moet
de brutowinst natuurlijk veel grooter zijn,
omdat deze de risico van het bederf' moeten
dragen.
Doch ook met andere produkten is dit
het geval, hoewel in mindere mate. Mij
zijn gevallen bekend, waarbij voor een
liter slechte en slechtkokende grauwe
erwten in een Amsterdamschen winkel 35 ets.
betaald moest worden terwijl puike en
puikkokende erwten bij den boer voor 8
a, 9 ets. per liter verkocht werden. De
eigenaardigheid van vele grootsteedsche
huisvrouwen om al hun dagelijksche be
hoeften bij minimale hoeveelheden uit den
naasten winkel te ha en, werkt het nemen
van zulke woekerwinsten in de hand. Wij
weten wel, dat velen zoo nauw behuisd
zijn, dat zij er niet aan kunnen denken
om eenigszins groote hoeveelheden in eens
op te slaan, maar een postpakket van
5 K.G. kan men toch op een klein plaatsje
bergen. Gesteld nu, dat zulk een post
pakket, d. i. ongeveer G liter, door het ge
heele land voor 10 ets. verzonden zou kun
nen worden, dan stelt zich de rekening
als volgt :
(i liter uit den winkel ;i 33 cte. = . . ?2.10
G liter vau den boer i 15 ets. = ? O 90
porto en verpakking . , . . , O 20
/Tiu
. 1.10
__
Winst voor de huisvrouw ..... /'l.
Stellen wij den verkoopsprijs, die de
boer thans kan bedingen op
9 ets. per liter.
Porto . . . . 'l ,
Verpakking. . . 2 ,/
13 cis.
dan maakt hij een zuivere winst van 2
ets. per liter, 12 ets. per postpakket of /"2.
per hectoliter.
Soortgelijk is het met alle dagelijksche
verbruiksartikelen en wanneer dan de
huisvrouw van dag tot dag, van week tot
week, van maand tot maand opteekent
'tgeen zij zooal bespaard heeft, dan zal na
afloop van het jaar blijken, dat het een
aardig sommetje geworden is.
Aanvankelijk zal het natuurlijk een
bezwaar opleveren om voortbrengers en
gebruikers saam te brengen, doch indien
er wederkeerig voordeel op zit, komt dit
van zelf terecht. Zooals er thans in de
steden reeds vele families zijn die van
een vasten boer haar melk, eieren en boter
ontvangen, zoo zulhn er weldra, hetzij
door middel van advertentiën, hetzij an
derszins, connecties aangeknoopt worden
met producentan, die andere produkten
kunnen leveren. En eenmaal aangeknoopt,
zijn de meeste boeren wel zoo verstandig
om den band door oneerlijke praktijken
niet weer te verbreken.
Doch ook de winkeliers in de steden
zouden wederkeerig van dezen maatregel
profiteeren. Waar zij thans hun waren bij
onsen of gedeelten van onsen moeten
afwegen en meteen er een talrijk winkel
personeel op na moetei houden, om deze
belangrijke werkzaamheden te verrichten,
daar zouden zij in het door ons veronder
stelde geval in eens 5 Kg. »den boer op"
kunnen zenden, waarbij beide profiteeren.
Want een feit is het, dat de meeste
zoogenaamde koloniale waren in de dorpen,
zoo niet duurder, dan toch in den regel
slechter zijn dan in de steden. Het zijn
de talrijke tusschenpersonen, van af den
groothandelaar tot den dorpswinkelier, die
de waren moeten passeeren, waardoor ze
duur en slecht worden. Thee b.v. kost in
den groothandel thans 25 a 40 ets. per
pond; wanneer men echter in de dorps
winkels beneden een gulden het pond
inkoopt, dan loopt men groot gevaar ellen
dig bocht te ontvangen.
Zoo is het met thee, zoo is het met de
meeste andere verbruiksartikelen en wan
neer nu de postpakkettendienst in den
door ons aangegeven zin gereorganiseerd
kan worden, dan lijdt het geen twijfel of
het goederenverkeer zal ontzachlijk toene
men, in het belang eerstens van de schat
kist, tweedens in het belang van de
producenten en eindelijk in het belang
van de consumenten. Er wordt alsdan
een groot aantal improductieve
tusschenpprsonen overbodig wat deze moeten
beginnen, daarover misschien in een vol
gend artikel.
D. R. MANSHOLT.
Westpolder (prov. Gron.).
Oost-Indisch Islamisme contra
de Zending.
Met bovenstaand onheilspellend opschrift
wordt niets anders bedoeld dan een
hoognoodige waarschuwing aan het adres van
allen, die zij 't ook met de beste be
doelingen en geheel te goeder trouw
aan onze bruine broeders in Indiëtoch
eerst en vooral willen toonen, dat zij leven
onder het regime van een ^christelijk"
kabinet. Wij voor ons zijn voorloopig
gerust gesteld wat betreft de
zendingspolitiek welke dit kabinet zal voeren.
Door zijn voortreffelijke Memorie van
Antwoord en zijn naar aanleiding der
begrootingsdebatten afgelegde verklaringen
heeft de Minister van Koloniën de vrees
voor een eventueele »Kersteningswoede"
weggevaagd. Zoo is het echter niet gesteld
in de inlandsche wereld in Indië.
Dit blijkt onder meer uit een
zeer ernstig bericht dat voorkomt in het
lataviaaseh Nieuwsblad en dat ons alles
zins betrouwbaar en gewichtig voorkomt.
Reden, waarom wij er bijzonder de aan
dacht op vestigen.
Volgens dal bericht heeft het bestuur
van Bantam waar meer dan elders veel
aandacht moet geschonken worden aan de
faiis et gestes der Mohammedaansche
fanatici beslag gelegd op een in het
Javaanseh gesteld rondschrijven, dat uit
Mekka zou afkomstig zijn. Het moet dus
het werk zijn van een dier hadjis of
bedevaartgangers, die zich niet alleen be
palen tot het bezoeken van de heilige
Kaüba, doch die aan dit bezoek een langer
verblijf dikwerf van eenige jaren ?
vastknoopen, om zich beter te doordringen
van de grondstellingen der Islamitische
»scholastici". Zulke menschen oefenen van
verre en nabij op de lichtgeloovige bevol
king een zeer grooten invloed uit. ledere
zij 't slechts schijnbaar aan het
Islamisme vijandelijke bestuurs- en
regeeringsmaatregel is dien lieden een dubbel
welkome aanleiding om de bevolking tegen
de Kafirs op te zetten.
Het onderschepte rondschrijven was aan
alle geloovigen gericht en voorspelt hun
den ondergang der wereld. Om deze ramp
te voorkomen moeten de geloovige volgers
van den Profeet weerstand bieden aan den
duivel der ongeloovigen, die vooral huist
in de Christelijke zendelingen. Ook worden
de geloovigen vermaand op de voorge
schreven tijden de gebruikelijke gebeden
uit te spreken en de overige religieuze
voorschriften nauwgezet te vervullen.
Circa een maand vóór de in-beslag-name
van dit opruiende stuk dus thans ruim
twee maanden geleden ? werd in
ZuidBantam onder enkele personen van
Europeesch en gemengd bloed een waarschuwing
verspreid. Hun werd de raad gegeven te
vluchten. Spoedig toch zou een opstand
uitbreken. Deze zou geweten moeten worden
aan de Kafirs, omdat dezen den Islamieten
hun godsdienst willen opdringen.
We wenschen niet, dat aan deze
mededeelingen zóó groot gewicht toegekend
worde alsof men reeds in Bantam of elders
ernstige onlusten broeien. Doch wat nog
niet is kan komen.
Dergelijk drijven toch mag beschouwd
worden als een weeromstuit op de
Gouvernements-circulaire van 11 Juni van dit
jaar, waarbij den gewestelijken
bestuurshoofden ten aanhoore van Christenen en
niet-Christenen werd toegeroepen, dat ze
met de Christelijke zendelingen welwillend
moesten samenwerken.
Waartoe diende dit?
Zoo er tot dergelijken maatregel aan
leiding bestond wat echter nergens
gebleken is had door het Opperbestuur
de waarschuwing in het diepste geheim
kunnen gegeven zijn. Doch zoo die aan
leiding niet eens bestond, dan had men
dienen te bedenken, dat deze onnoodige
vingerwijzing bij het corps bestuursambte
naren als een geringschatting moest gelden.
Wat er van zij het Opperbestuur had
zich om gewichtige redenen van staat
moeten spenen van het genoegen zich te
hooren prijzen door »Kersteningsijveraars".
Ditmaal, zeer terecht, kwamen dan ook
de Indische persorganen unaniem met
groote verontwaardiging op tegen de wijze
waarop de Buitenzorgsche bureaucratie
optrad tegen de ambtenaren van het
binnenlandsch bestuur. Officieus heeft het
Opperbestuur zich verdedigd en het doen
voorkomen alsof met de zendings circulaire
niets anders bedoeld werd dan de zending
voor eventueele knoeierij van betrokken
bestuursambtenaren te behoeden. Doch
men behoeft niet fijngevoelig te zijn om
in te zien, dat zoodoende een voor de
betrokkenen alles behalve aangename
en geheel onverdiende verdenking
werd geformuleerd.
'Wat echter het zwaarst moest wegen,
was het bewaren der rust in de gemoe
deren der Mohammedanen, die zesmaal
KOO talrijk zyn als de bevolking van
Nederland. Over welke machtmiddelen
beschikken wij indien zoo'n massa in be
roering komt ? ... Daarbij had meer
rekening dienen gehouden te worden met
artikel 119 van het Regeeringsreglement,
dat bepaalt:
»Ieder belijdt zijn godsdienstige meenin
gen met volkomen vrijheid, behoudens de
bescherming der maatschappij en harer
leden tegen de overtreding der algemeene
verordeningen op het strafrecht".
Bij deze volkomen gelijkstelling der
godsdienstige geloofbelijdenissen heeft de
Moslemin minstens evenveel recht tot het
maken van propaganda als de Caristen
Hoezeer die propaganda voor ons dan
ook minder gewenscht is.
Het spreekt vanzelf, dat publieke
regeeringsstukken vooral wanneer die
kort zijn en de besprekingen die daar
over gehouden worden, in de Maleische
en andere inlandsche bladen terecht komen
en daarin een kittelende werking op de
gemoederen uitoefenen. Het bleek reeds
ruim drie jaar geleden, toen de regeling
der rechtspositie van de inlacdsche Chris
tenen op het tapijt kwam en in die bladen
allesbehalve welwillend besproken werd.
Deze zaak was ten laatste zoo goed als
dood gebloed, doch nu is het vuurtje weer
aangewakkerd,*eerst door het uitvaardigen
der zendingscirculaire, niet lang daarna
door de onvoorzichtig gestelde passage in
de Troonrede.
Want ook bij de samenstelling van dat
stuk werd vergeten, dat niet alleen tot 5
millioen Christenen in Nederland, doch
bovendien tot 30 millioen Islamieten in
Indiëhet woord gericht werd. En deze
laatsten hechten aan de Troonrede veel
grooter beteekenis dan wij.
Van harte hopen wij dat Opperbestuur
en Regeering beide tot het inzicht zullen
komen dat zij groote fouten begaan en
gesanctioneerd hebben. Noodig is het dat
die royaal hersteld worden.
Dit kan alleen geschieden door de zen
dingscirculaire even formeel weer in te
trekken als ze uitgevaardigd is. Men zegge
niet, dat dit zou aangemerkt worden als
een bewijs van zwakheid. Er is nog niets
gebeurt om aan zulk bewijs te behoeven
te denken. Doch zoodra hier en daar voor
komende opstootjes die intrekking zouden
noodig maken, dun zou ze een duidelijk
bewijs van zwakheid zijn.
Verder worde in den vervolge angstvallig
de schijn vermeden alsof de Regeering of
het bestuur bijzonder gesteld zouden zijn
op het steunen of bevorderen der christe
lijke propaganda. De woorden in regeerings
stukken die daarop betrekking hebben
worden steeds als op een goudschaaltje
gewogen.
Als geloovig Christen mag men het
betreuren dat het Christendom zich in
Indiëvooralsnog bescheiden op den achter
grond moet houden dringend eischt het
gezond verstand ernstig rekening te houden
met de rechten en religieuse gevoeligheden
van 30 millioen onderdanen der Koningin.
Want om hierop ten slotte te wijzen
ook in de Preanger, in den omtrek van
Soekaboemie en Tjiandjoer, zelfs in het
Buitenzorgsche dus in de schaduw van
het paleis van den Toean Besaar! is,
en wel naar aanleiding der circulaire, een
beweging onder de Moslemin op het getouw
gezet.
In hoever de opruierijen der fanatici
daar ingeslagen zijn dit weten wij ge
woonlijk pas wanneer het te laat is.
Doch zelfs de bekende Maleische jour
nalist Dja Endar Moeda, alles behalve
een Mohammedaansche fanaticus, steekt
het in den laatsten tijd niet onder stoelen
en banken, dat zijns inziens de Regeering
veel te ver gaat in het op den voorgrond
plaatsen van haar Christendom. Hij zegt
het ronduit: »De Islamieten zijn de stief
kinderen geworden".
Weliswaar is hij bereids terecht ge
wezen in de Europeesche bladen; doch
dit verzwakt den indruk zijner woorden
bij de inlandsche lezers niet in het minst.
C.