De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1901 29 december pagina 8

29 december 1901 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

8 D E AMSTERDAMMER WEEKBLAD V 0 0 R NEDERLAN D. No. 1279 slechts geringe koersvariatie constateeren. Portugeezen wat zwakker. Volgens een bericht in de Revue Economique zou het, de vorige week besproken conversie-ontwerp wel in hoofdzaken juist zijn, hoewel het niet volledig kan worden genoemd. De openbaarmaking tegen den weiisoh der Porttigeesche regeerin», zou gedaan zijn om de meening van het publiek te leeren kennen. M. a. w. het ontwerp zou slechts het eerste aanbod vdn Portugals regeering bevatten, dat als grondslag voor verdere onderhandelingen zou kunnen dienen. Voor de Brazilianen van '89, voor de Fundingleening en voor de Minas Geraes was de stemming bijzonder zwak. In 't algemeen is dit in de laatste dagen van e'ken jaarkring bet geval. DJ nieuwe wordt afgewacht voor de vrij gekomen coupongelden en voor het ondernemen van nieuwe zaken. In IJ- en Amstelstad, aan de Tlieems en te New-York deed het beursverloop ook nu weder om deze mededeelingen, al was de geldmarkt over het algemeen normaal. Aan beschikbaar geld voor solide belegging ontbreekt het evenwel niet. Wilt ge bewijs ? Dit wordt op ondubbelzinnige wijze gegeven door het succes van de inschrijving op de nieuwe Fransche leening van 205.000 000 francs. Het vroolijke Parijs alleen bood ruim 23 maal maar dan de gevraagde 265 millioeo. De Venezuelanen, om de btkeidi gespannen buitenlandsche verhouding, zwakker. Onder de groote groep der pandbrieven ont moet ik een bij/.onder aangename koersverbetering. Ze ' betreft de 5 puts. van de Ne d. Z. Afrik. hypotheekbank. De verbetering was van 75 tot 77. Deze was voor de 4 K pCts. pundbrieven van de Pretoria-byp. Maatij. van 081A tot 73. Nog altijd blijven de Boeren zich dapper weren. Hun dapperheid, beter gezegd hun volhardingsvermogen, gesteund, gesterkt, gestaald door hun onvergankelijk geloof in de eindelijke overwinning van het recht, ook tegenover de machtigste willekeur, is naar ik meen zonder weerga in oude, middel, nieuwe en nieuwste geschiedenis. Over den toestand van de scheepvaart in het algemeen gif ik, enkele weken geleden, eenige uitvoerige beschouwingen in verband met de grillen van vraag en aanbod van de onbetrouwbare anarchistische wereldmarkt. De koersen hielden zich sedert dien lijd vrij goed. Voor de Ned. Amer. Stoomv. Maatschij. aand. retireerde de noteering evenwel van 977A tot 92. Het voortbestaan van de Zeeland" is vol gens den minister de Marez Oyens nog steeds verzekerd. Is dan hoogere staatssubsidie voor deze degelijke, echt nationale lijn te wachten ? Keen, dat niet. Als de rente op de 3 pCts. obligatiën niet meer betaald kan worden, dan is er nog geen nood. De obligatiehouders wor den dan heel eenvoudig aandeelhouders !" Maar de bestaande aandeelhouders dan? Misschien geeft het applaus van de Tweede Kamer op het betoog voor de wenschelijkheid van Staatssubsidie, hoop voor succes in het volgend jaar. Da Staat mag niet toestaan dat deze Nederl. stoomv. lijn zou worden opgeheven. Vreemde maatschappijen zouden worden bevoordeeld, omdat de Staat den maildienst van de »Zeeland" onvoldoende b -loont. Ouder de petroleum-papieren vind ik wat hooger de 4 K pCt. obligatiën Dordt, de G aboesaandeelen en de Enim. De algemeene vergadering van de Gaboes, ?waarin de ontbinding en de liquidate aan de orde zouden worden gesteld, is tot 30 dezer verdaagd. De Moeara Enim zou in den laatsten tijd bijzonder gelukkige uitkomsten hebben van de opbrengst der bestaande putten, terwijl op het nieuwe terrein reeds twee veelbelovende putten zouden zijn aangeboord. Ten slotte, met het oog op de beschikbare ruimte, ditmaal slechts een enkel woord over de sp.w.mpijen ia de door Columbus ontdekte landen. De kosrsvariaties zijn om bovenge noemde algemeene redenen weinig in aantal. Hooger, van 40 tot 48 staan de 4 pCts. 2de hyp. Ync. Grand Trunk; wat hooger ook de Erie commons, de preferente Miss. Kans. Texas, de commons Ontario en laatst, maar niet 't minst, de certificaten der Aand. Rsading en dito 2de preferente. De basis voor de Amerk. spw. waarden blijven nog altijd de ontvangstcijfers. En deze blijven nog steeds, zelfs tot het einde des jaars goed, be>t. De Financial Chrouical toch becijfert dat 110 Spw. Maatsch. geiureride de wijnmaand 10/i pCt. van de ontvangsten gedurende de zelfde maand in het vorige jaar, meer ontvingen, terwijl de netto's ia de zelfde periode met 21 pCt. vermeerderden. O.ik de gewone wekelijksche tabellen wijzen voir de loopsnde winter maand nog steeds verhooging aan. Zou men niet mogen zeggen, mat het ODg op deze afdeeling: eind goed, all' goed. Bussum, 2de Kerstd. 1901. D. STIGTER. niiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMnMii iiiiiiittiiiiiiHiiiiiniiitiiiHi Jiilins rrulk'liiiaii Brommdjer. Ik heb over 't algemeen een aan genaam Kerst feest gevierd. Het Kerstfeest is ei genlijk: het feest, waarop ik mij n ziel verkwik. Die don kere dagen vóór Kersttijd berei» den dan zoo voor ter bespiegeling en overpeinzing, en toen nu juist op den eersten dag het zonlicht door brak, kwam er onwillekeurig iets van dat optimis me over me, dat volgens mijn vriend Charles het deel moet zijn van ieder die ge looft. Trouwens de omstandighe den waren in 't algemeen gunstig. Ik was met mijn vrouw zoo geheel intiem alleen ; Thérèse was uit, en al spijt het mij dat te moeten erkennen,indien er van vrede op aarde sprake zal zijn, denk ik allereerst aan vrede in huis, en deze vrede is wel het stevigst gefundeerd als mijn eenige dochter zich op een afstand bevindt. Vervolgens had een. paar dagen vóór den 2ötteu mij een invitatie bereikt, om met mijn vrouw te Baarn bij een ouden vriend eenvoudig en gezellig te komen dineereu, den eenigen vriend dien ik het voorrecht gun mij op die wijs te ontvangen; want eerlijk gezegd, ten gevolge van een langdurige en zachte leiding door mijn vrouw a_au haar keuken personeel gegeven, eet ik nergens lekkerder dan thuis, en hoe hoog ik vriendseb.appeli.jken omgang moge aanschrijven, ook dezeedele plant tiert niet wel op een schralen bodem. De enkele malen dat ik vaii mijn regel ben afgeweken en het leven der vriendschap gezocht heb te smaken bij een wel lang maar mager menu, heb ik maar zelden den indruk kunnen ontgaan, dat zulk een genot gelijk was aan een gewas op n wortel, waar uit twee stengels opgroeiden niet, minder ver scheiden dan een teleurgestelde maag en een warm gemoed; een beeld, bij mij al lang in gebruik vóór mijn vriend Kuyper het toepaste op zijn niet-homogeen kabinet. Maar dit gevaar dreigde uu niet. De lieve gastvrouw, even vaardig als schrijfster, bloemenkweekster en huismoeder, had het mijn «gade haast verbeterd, en bij eiken schotel, MiiiiiiimiiininiiiiiiiiimiiHiimiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiniiiiHMi Hofmnzieï, Op den eersten Kerstdag is bij de kerst viering voor de kinderen van het hofpersoneel voor 't eerst gezongen; op zich zelf een verblydend teeken van oplevende belangstelling in de muziek maar hoe werd die uitge voerd ? Niet door de hofhouding, die schynt ook al weinig muzikaal, niet door de kinderen maar door een saamgeraapt damefkoortje, dat een paar liederen met Iranschen tekst ten beste gaf! Zeer tot stichting der klein an die er geen woord van verstonden. Als verontschuldiging werd door degenen, die door II. M. de Koningin waren belast met de leiding van dit kunst genot, aangevoerd de zér korte voorbereidings tijd. Door dit excuus blijkt hunne totale onbekendheid met de talrijke Hollandacho liederen die voor zoo'n gelegenheid geschikt zyn (ze hadden bij de eerste de beste wijkvereeniging of christ. school kunnen informeeren). Zou men in Frankrijk Engelsche liederen zingen of in Duitschla'.d Eransche chansons den volkskinderen ten beste geven V neen, 't is echt, onvervalscht Haagsch oüils n'ont pas même Ie sens du ridicule. Een Hagenaar. iiiiiiiitiiiiitiiiiniiiiiiiiiiHiiMitiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiitiiiiiiiniH (K^QHILTSJES fe' " " ' Een Kerstmaal. Tweede Kerstdag, 's namiddags half twee, in de groote concertzaal van het Paleis voor Volksvlijt. Acht lange, met witte vellen papier, netjes gedekte tafels met aan weerszijden stoelen, deelen de zaal als in gelijke deelen tot aan den koepel, waaronder drie dwarstafels zijn aange richt. Op verschillende, punten in de zaal en bij de tafels staan officieren en soldaten van het Leger dts lletls, bedaard en vriendelijk orde houdend onder de reeds aanwezige gasten zoo vroeg mogelijk gekomen om vooral een goede plaats te krijgen en de binnenkomenden, die bij kleine troepjes achtereenvoïgens worden ingelaten, teneinde gedrang eu wanorde te vuorkoinen. Jonge meisjes, netjes ia 't zwart met groote witte boezelaars voor, vrijwillige helpsters voor het opbrengen van den kerst maaltijd, staan in groepjes van drie en vier, opgeruimd pratend bij de tafels op haar post. Op het podium, waar straks het volle orchest van 't Heilsieger al de schetterende kracht van het koper en de groote troin zal doen hooren, probeeren e;,kele muzikanten even hun instrumenten; 't geluid, zwak en onbepaald, zweeft een paar seconden lang de zaal in en sterft onmiddelijk in die groote holle ruimte Op de verhooging zitten reeds enkele dames en heeren, genoodigden,belangstellende vrienden van het Leger". Langzaam aan vult zich de zaal, de gasten RÏMUimitlMllllllllltlll iiliitiMcitmiiittttiiiMmiitiitmi!:ini{iii!ini die werd rondgaliend, lachte Julia mij zoo ter sluiks toe, alsof zij zeggen wou: zie je nu wel man, net zooals jij 't lust. \Vat mij echter ook nu trof, het was de volstrekte afwezigheid van eenige toespeling op mijn ; bezit van een dochter. Gelijk ik't al meer ! had opgemerkt, ook uu weer hielden zij zich alsof Théiè-e heelemaal niet bestond. Het is zoover gekomen, dat de lui gelooven mij genoegen te doen met dit pand mijner echtelijke liefde te negeeren ; en vooral in dezen kring smartte mij dat, wijl er aan tafel niet minder dan drie model zonen waren gezeten^ die mij tot een gelukkig schoonvader hadden kunnen ma ken, indien een hunner de leiding naar het huwelijksaltaar op zich had willen nemen van dit ietwat weerbarstig perceel. Juist in den trein hadden wij nog in dien geest ge sproken, na lezing van een briefkaart, die mijn vrouw uit den Haag van haar mocht ontvangen, waarin zij schreef: 't ld hier allerchermantst vervelend. Je struikelt over freules, artisten, olik:ieien en ambieuaanjes. die zoo Haegseh zijn als een hopje, en lachte Adèle niet, met mij dat dull'.i en nuffige wereldje uil, i:< zou in staat wezen, terug te komen om papa's kers t-stemming te bederven. Die zee officier, waarmee ik op het paleis, U weet wel, zoo lekker heb gedanst, zag ik gearmd met een juffertje loopen; dat is dus ook alweer mix! £üi zou een zeeofiieier wel het laatste zijn, waarvoor ik miin niillioentjfs bewaard wou hebben, maar allijd nog beter zuo'n opgetuigde doodeter dan heelemaal niets. Ei,fin, dit kleine intermezzo was een wolkje dat mijn feestvreugde voor een moment verduisterde, en dan is er nog iets geweest. Woensdag 's morgens kwam Sjoerd eens vertrouwelijk bij mij pralen. Toen hij ging ziiten merkte ik. al dat er iets uit zijn zak puilde, en e^-en la'cr, want, het veroorzaakte hem ongemak, haalde hij een pakket: daaruit te voorschijn en lei het op tafel neer. Op mijn vraag, of hij voor niijn vrouw een ker-t^cbdienk had mee gebracht, een bolus of' een borstplaat, gaf' hij een kras-ontkennenden knik, en daar hij wel wist. dat een U- lang op de proef ge stelde nieuwsgierigheid ons mannen van zaken het humeur kan bederven, wikkelde hij al spoedig het papier at en toonde mij een groote doos, die hij met, kalme be weging opende o ai n.ij te verrassen met de reuzen medaille, die vóór enkele dagen, Lv.don, uit naam van hel aanzienlijk Am sterdam, hem overhandigd had ; en al zei hij het niet ronduit, hij liet toch door zijn houding en zijn toon van spreken blijken, dat hij wel begreep hoe van die klomp edel metaal een betrekkelijk zeer groot deel uit mijn brandkast was gelicht. komen nu in onafgebroken reien binnen, ordelijk bedaard, netjes. De officieren wijzen ieder z\jn plaats de arme drommels, in 't vooruitzicht een lekker maal warm eten te krijgen, voor een oogenblik hun ellende en nood vergetend, zien met ver langende blikken de zaal in, staan als be sluiteloos, niet wetend naar welke tafel zich te wenden, totdat offi sieren of soldaten hen terecht helpen. Zij weten met óie luidjes om te gaan; zy kennen die armsten onder de armen, zij weten hoe goed een harte lijk, vriendelijk woord hun doet, hoe eenvoudige taal voor die stumperds veel beter geschikt is dan gekuischte nederbuigende heeren- en dames-vriendelykheid, die veelal kwetst, hin dert en pijn doet, zonder dat het zóó bedoeld is. De Heilsoldaten kennen het zwak vaa htm volkje, ze begroeten ze als goede vrienden, als eigen, en ze hebben geduld met hun eigen aardige ruwheid. Onder de gasten zijn menschen, die een oogenblik bedeesd en verwonderd blijven staan, de groote zaal, die ze waarschijnlijk nog nooit zagen, met ronde, verwonderde.oogen instarend. Dan na een oogenblik van rondzien ontblooten ze onwillekeurig het hoofd, hun kroost aan manend: Jongens neem je gassie (pet) af." Maar er komen ook bekende straatfiguren, schurkend uit gewoonte, luien vadzig. Ze kunnen nu eten krijgen, zelfs zonder de moeite van 't bedelen. Enkele mannen en jongelingen met drankroode, gezwollen gezichten, waterige oogen en verslapte trekken zien onverschillig om zich heen. Zs zullen een opknapper" krijgen. Zoo'n bord snyboonen en aardappelen met worst is geen slechte afwisseling, en als ze gegeten hebben kunnen ze weer beter een borrel ver dragen. Niemand maakt er hun een verwijt van dat zij komen. Ze zijn welkom" evenals alle an deren, want ze zijn arm, doodarm, al is 't dan ook door eigen schuld. Met liefderijken ernst wordt hun een plaats gewezen, omdat ze ten minste nu nuchter zijn. Huisvaders en moeders, soms met vier, vijf kinderen, heele families, treden de zaal binnen. Zij durven met hun allen komen, omdat op een der voorafgaande samenkomsten van het Leger" gezegd is: Komt gerust met zoovelen als ge wilt. Ge zijt van harte welkom ! We zullen door Gods goedheid genoeg hebben voor allen." Een paar oudjes strompelen gearmd de vestibule binnen; de deur wordt voor hen open gedaan. Een oogenblik blijven ze besluite loos staan: zouden ze wel terecht zijn? Hij is de type van een ouden scheepstimmer man, wit van baard en haren; zij een gebogen, krom gewerkte, goedige sloof. Zij is slecht ter been en zwak van gezicht. Waarom sta je stil, vader, vraagt zij zachtjes. 't Ia zoo groot, vrouw! . ... eerbiedig rondziende zegt hij bijna fluisterend: Er is een orgel ook, een groot orgel... Zoo! neem dan j9 hoed af, vader. Veel vrouwen, alleen of met een kind op den arm, soms met een paar aan de rokken, vinden haastig voortschommelend met drukke bewegingen, zonder nadere aanwijzing een goede plaats; 't zijn blijkbaar vaste klautjis, meer malen bij het Heilsleger te gast gaande, zij wijzen zelfs een paar opgeschoten jongens, die met open monden en verbaasde gezichten de zaal inkijken den weg met een luid : Geneer je maar niet, jochies, je galt maar sitte en je schaft maar mee, we binne allemaal burgermensen en sondaren onder mekaar." De tafels zijn eindelijk geheel bezet; in lange rijen zitten de gasten, afwachtend water nu ko men zal - de hoofden wenden zich plotseling naar het orchest want een groote bjl wordt daar geluid; die metalen stem roept allen toe: we gaan beginnen ' Een Brigadier neemt het woord, hij zet zijn stem zooveel mogelijk uit, maar ze is niet b\j machte de ontzachelijke zaal te beheerechcn, alleen de vlak vooraan zittendcn verstaan zijn Ik schelde even om mijn vrouw, en toen hebben, wij met ons drieën dat kleinood, een echt kleinood in zijn grootheid, bewon derd. De schaal van mijn brievenweger reikte zoo ver niet om de waarde aan goud daarmee te kunnen bepalen ; maar mijn vrouw minder aan kapitaal in specie ge woon dan Sjoerd en ik, schatte het eere metaal op vele duizenden guldens, terwijl het en hierin oordeelde zij natuurlijk veel juister haars inziens, Haarkleuren vorm nog al iets had van een stijfgebakkcu oaielet, Ojh. zei Sjoerd, je moet bsdcnken dat, je niet voor minder dan een tientje in het, album kon worden opgenomen, en zoo mocht ik uitrekenen dat de heele afluiie ver scheidene honderden guldens moet hebben gekost. J .immer, liet ik daarop volgen, dat je er niets anders nu c kunt doen, dan hef, ding Ie laten kijken, want welbeschouwd ligt d;U armeluis-forluintjünu in je kabinet als kapitaal in de doode hand ; waarop Sjoerd, gevoeliger dan ik In-tn ooit had hooren spreken, antwo >rdde : ja ISrommeijer, maar zulk een doode hand verwarmt ons toch somtijds het hart. Toen mijn vrouw weg was, vervolgden wij ons gesprek en de eerste opmerking die ik in.'takiüwas: Jij bent dus ook niet van morgen naar kerk gegaan. Neen, zei Sjoerd, dat was niet noodnr. Gisterenavond heb ik de preek van (..'narist 15 tissevain gelezen, die hij tusschen hel, Sehwarzwald en de Zuiderzee heeft geschreven ; ik heb haa" i wee, driemaal herlezen, en nu gevoelde ik dat een domino me toch niets beters zessesi kon en om nu manr eens eerlijk op te biechten... ik ben door hem, op dit Kerstfeest brkccrd. Zoo zo:>, zei ik ; nu je h:id wel -enige correctie noodig. geloof' ik; m::ar Sjoerd's waank.;'i"g van Charles' leerrede was ook de mijne. Mijn redeneering was geweest: je kunt van 't goede ook te veel krijgen, namelijk als t IK l eene goede het: andere verdringt ; 7,00 wordt-n vaak dr) bo.slo irdrukk.M) uitg>.'wi>c'it en juirt wat mijn vriend Charles nu; nu op 't hart, heeft gedrukt, haast, even goed ais Böliringer het. bul kunnen doen, wil i K hij rne b sc honden, daar breng ik mijn Kersttijd m<: door. Diiaroni wa~ ook ; uit;! onder den preekstoel gH.ni zitten. \Vant, jongen, wat is da! go:1-! gt'/t-gd: He', evangelie nog opmillioene'! l!pp-..-n, maar waai' vinden wij het evangelie va'i d ideu. en 7, >H verzaking, en a!gemcc-iif>na;tMt':diei'de?.... Iv' is slechts n hervorming n" oiinven'Hnür die baat. en vevjoiig!. en dat is do .,?</<7<;/,-<?> hervorming.... D,-) lijdende myn-chheid heeft een gods dienst noodig, die niet om woorden maar om iladiii vraagt Sjoerd gaf teekenen vau instemming en vulde mijn aanhalingen nog aan met wat hem blijkbaar'l meest getrof fen had: Te veel beschaving, weelde, gemakwelkomstgroet"; de eenvoudige hartelij'te woor- i den gaan verder verloren in de ruimte en toch is het stil, verwonderlijk rustig. ! Er zijn ruim zestienhonderd hongerige menschen en kinderen bijeen, die geduldig hun halzen uitrekken, hun ooren wijd openzetten om iets te hooren van 't geen de Brigadier meedeelt. ; Hun geduld wordt niet lang op de proef gesteld want de spreker zegt slechts zeer weinig, allén wijst hij er op dat de Heer" dezen disch vojr de vrienden heeft aangericht en noodig' allen nit eerbiedig het hoofd te buigen en dankbaar don Giaden Gever te gedenken. Een oogenblik van groote stilte. Als by ingeving begrijpen alen wat zij doen m .eten, alleen een zuigeling zet met kracht een solo in. Dan valt het orgel in met de mooie eenvoudige melodie van: ; ,,E;- ruiecht langs de wolken" i Machtig zwellen de tonen van het orgel. De vox angelica houdt de melodie de zware > diepe, rijke tonen van het volli; register be- , geleiden. De offbier roept en wenkt uiet de , hand en de vooraan zittenden, dia zijn s em ! niet verstaan d.ior de orgeltouei;, begrijpen '? echter zijn gebaar. Zij rijzen op van hun zit- : plaats, de verder af zittenden volgen na, en in een oogwenk staan al de gasten voor bun ; stoelen en uit bijna zeventienaonderd monden < klinkt het schoone lied: Er ruiseht largs de wolken Een lieflijke naam Die aarde en hemel Vereeriigt te saam." Dat oogenblik is tieffend, 't p;rst tranen uit de oogen van velen die toeschouwers zijn j 't geeft een weemoedig dankoaar gevoel aan ] den bater bedeelde inaar ook eer, ontzachlijk i medelijden voor zoaveel arnien-der-armen, die van heinde en verre zijn sarue : gestroomd ona ten miiiite op Kerstdag eens lekker warm, goed eten te krijgen. Het gezang is geëindigd, de gasten zijn zonder eenig rumoer, voorbeeldig stil en bedaard weer gaan zitten. De groote bel wordt nog eens geluid ais sein dat het eten zal worden opgedragen. Eere aan hen, die het feest, den maaltijd hebben georganiseerd; een woord van lof a»n de meisjes, die met vlu^e handen de borden vol dampende, lekker ruikende snijboonen met aardappelen en wor-t rondbrengen. In lietrekkelijk korten tijd zijn, door de uit muntende maatregelen, alle aauzittenden voor zien, en de koks in witte buisj ;s brengen steeds nog inecr snijboonen in reusachtig groote bakken. lederegast kan nog een twtede, zdfs een derde portie krijgen, maar .... dan zonder worst. Er zijn er ui-i hun bord reeds leeg hebben vóór de anderen nog voorzien zijn, en zonder bipaali te vragen alleen naar de bedienende meisjes kijken, glimlachend met een ik zou nog wel wat lusten" in de oogen. Wou je nog wat 'l klinkt het dan vrien clelijk Asjeblieft, juffrouw ! Dadelijk, hoor ! Wat een weelde ! Dat woard dadelijk" is voor hen iets ongeloofelijks, voor han, die meer dan te dikwijls op huu vraag aan bet laven" : geef my brood" 'i gean antwoord krijgen. Tus-chcn twee oude luidjis in, naist een paar menschen, die reeds huu voile bekomst" h< bben zit een broodmagere jongen mei hoile oogen en een haviksneus. Hij eet, na zijn eigen portie, om de oudjes, die te veel hadden, pleizier te doen, | wat zij overlieten op en ontfermt zich dan over het restant van de anderen, totdat hij schuins ovCx zich een vrouw ziet, die nog een groote portie op haar bord heeft: Kan je 't niet op moeder, g.:ef dan maar hier, ik virid 't zonde dat 't overblijft." Hij speelt ook dat restantje naar binnen en verschalkt daarna nog een paar andere klickjes, maar dan moot hij toch zijn vest losknoopen; met de mouw vati zijn jisje veegt hij de droppels van zijn voorhoofd, 't is een heel werk ge .veest! Aan een andere tafel pakt een oud, erg zucht en meer op zee de zee maakt godsdienstig betere toestanden eu een loutering van het leven zijn noodig Ja wel, zei ik, ook ik heb dat niet voorbijge zien. En, begon Sjoerd weer wat zal daar een kracht van die woorden uilgaan, ook in het »Keizerrijk" zelf, waar de persen van het JlandrlaMad' staan. Zooals u weet, ook ik ben in die s t* eg als journalist mijn poli tieke loopbaan begonnen maarubegnjpt niet welk een impulsie het geefi,als men zuiKe zielswaarhedeii laat drukten op eigen pers. Ik gevoel liet, hernam ik, de Satan mag in 1902 wel vast op zijn bokspooU-n slaan, want nooit nog heb ik iemand ontmoet by wieu zoo korte afstand is waartenemen tusschen een woord en een daad ; wat Sjoerd weer ten volle beaamde, met de opmerking: U moet nu maar eens opletten wat Boissevam van dezen kersttijd lot de volgenden mtt zijn krant gaat ondernemen. .Dat wil zeggen ? vroeg ik. Begrijpt u dat niet, Mijnheer BioVümeijer':'.... Hij'zal van hu af aan het maantje, liet zonnetje, de bloemen, de vogelt jes, bet Gooien het Vondelpark mitsgaders zijn eigen persoon, met inbegrip van alle ijilt-lt g'rooteu woorden zij'i Dag-lichl ont houden, en als een die z.chzölf hervormd heeft tot een Christen in daden ai zijn oveiredingsisracnt gebruiken om een beteren toestand voor de armen te kiijgen; om de hongerige schoolkinderen van _ voedsel en kl. tdiiig' Ie voorzien, om de misdeelde Ar beiders "en de loondiunaren een genoeglijker beöiaan te vt'ivcludlen; aan nieis anders den ken dan aan de ->;ijde!,do mensclibeid'" om haar te troosten met de »dt<<lcn van goilsditnst/'.U zal zien, dat hij ook Indiëontlasten wil door .Nederland alle uitgaven voor eige,n rekening &? doen nemen, die nu op ludie's oorlogsljtgrooting worden gebracht, ooüzijn nieuwe vloot, die hij hei wu paar weken gele den nog zoo graag op den hals had gescho ven Ja,, iekenc-rop.de heer Boissevain is mei d-zeii Kersttijd, missctiien wei door dat reisje naar Frankfort, geheel veranderd, eu wat'hij als een C/irinif.it in daden uit ue milliotnaiVsstad voor ons heeft meegebracht hetzal zijn een bdlu^iiigvüriiooging zonder etude... want het spreekt van_zeit, dat is de du'id, die resulteert uit al die 'iroordcn. Tot zoo Vi.r had ik mij kaim gehouden. .. maar ciaav werd het me tocti wat te machtig. \Vut -cbeelt je, Sjoerd! rie.p ik uil. JJegrijp jij zoo weinig van de dMd'Kcrktbjke^ gods vrucht; en zie je Cnarles voor zoo'n ezel aan? Z'jn de belastingen uitgevonden door Onzen iWen Heer of door dea duivel, wat zou ji; denken.... en kan verhoogiug van belasting ooit iets anders zijn dan een ver lokking voor den Staat om langs den brteden weg te wandelen, terwijl de enge ons allen is aangewezen! Je bent er niet op vooruitgegaan, sinds je je ambt hebt zindelijk uitziend man, netjes, de worst, die hij eerst aan alle kanten heeft schoongelikt, in een papier om ze méte kunnen nemen. En schuins achter hem zit een vrouw, die, na even te hebben roudgezien of er ook iemand op haar let, uit den witten zak onder haar japon een doek haalt, die op haar schoot uitspreidt, een paar stukken papier van de tafel neemt en er behoorlijk haar portie inpakt. Haar man, naast haar, deelt met ha»r zijn bordvol een buurvrouw laat wat over zij pakt het bij hst andere .. . wie weet ook hoereel kinderen zoo'n vrouw t'huis heeft.... 't Gerikketik van de vorken op de borden houdt op de maaltijd is geëindigd, en het dessert begint. De Brigadier verheft weer zijn stem ze is als die eens roependen in de wosstijn, niemand .luistert naar hem, niemand verstaat hem, want achter in de zaal gaat een oorverdoovend gejuich op, een gejuich dat heerlijk klinkt dat weldadig aandoet, 't Over stemt zelfs de krachtige tonen van 't orgel en 't orehest, die zeer verdienstelijk eenige muziekstukken uitvoeren. De broodkarrea van de firma de Wed, de Jonge zijn in de zaal ge'eien en de dienende meisjes ledigen ze. Hoe glinsteren de oogen, hoe vroolijk lachen de gasten als hun een groot, heerlijk kerstbroud wordt toegereikt, netjes in papier verpakt om 't mee te kunnen nemen. Vaa allen kanten worden de brooden aan gedragen. In een betrekkelyk kort oogenblik zitten allen met het witte bultige pak voor zich en strekken nu weder de handen uit naar de sinaasappel, die het slot van den feest maaltij i vormt. Inmiddels heeft op het podium een dertigtal zingende kinderen, in blauwe, roode en gele pakjes gestoken, voorzien van stokken in de kleur van hun kleed, onder begeleiding der muziek een aantal gy-nnastiscbe oefer.ingen en evolutiën ten beste gegeven. Zeer verdienstelijk, mooi geoefend, keurig netjes is hun optreden, maar het publiek neemt er weinig notitie van. De kerstbrooden, de sinaas-appel zijn machtiger dan de mooiste, kunstigst uitgevoerde passen en figuren der jonge knapen en meisjes. Orgel en orchest wisselen elkander af de Bjerenhyane trekt nog een oogenblik de aandacht, velen zingen me Ie, maar dan begint de uittocot. De meeste gasten verlangen naar hun 'thuis want... ze brengen wat mee,. . . een extraatje; ze willen er van msedeelen. Ordelijk, buitengewoon ordelijk verlaat de menigte de gastvrije ruimte van het Paleis de officieren en heilsolJaten, de belangstellenden blijven over. Wat een treurig iets, zegt een Heüsoldaat, een vriendelijke vrouw, tot een ander te weten dat er in Arasterdam zóóreel menschen zijn die honger hebben want 't is toch niet alles om zoo in 'c publiek te gaan eten, aangegaapt door nieuwsgierigen, wel is waar niet velen, want we hebhen maar weinig uitnoodigingen gege?en 't is zóó al hard ge noeg voor die arme tobbers .... Toch was het jammer dat er niet meer dames en heeren waren om te zien, hoenetjas al die arme drommels zich gedroegen, hoe ze er allen, zonder onderscheid wel schamel en arm, maar niet smerig of verwaarloosd uitzagen. Misschien zou menig oog vochtig zijn geworden en zou menig beurs zich hebben geopend om reeds nu een Kerstma'dtijd voor 't volgend jaar te helpen mogelijk maken. Ean eere saluut aan het Lsger des Heus dat met goede daden toont, dat het eenjvriend wil. zijn van kiereen, die arm en ongelukkig is, zouder aanzien van persoon of geloof. De uiterlijke vorm van zijn eeredienst, de wijze van optreden in zijn vergaderingen moge zonderling, bedwelmen:!, vreemd, op de zinnen werkend, voor sommigen aanstootelyk zijn, het wuiiK, DK DADEN van het Leger des Heils ver dienen van ieder weldenkende, steun en waar deering. 25 . 1901. JüSTCS VAN MA UB IK. neergelegd ; nu je de verantwoordelijk heid hebt afgeschud, zou je Charles w-el naar 't socialisme durven drijven en hem meteen quasi-christelijke prediking belasten, waarbij jou en mijn brandkast geopend wor den voor al die grijpklauwen. Sjoerd werd rood van kleur en stotterde iets, maar ik liet hem niet aan 't woord komen. Keen ... het zuiverste geloof is dat wat Charles ons nu beleed, en de zuiverste geloofsdaad was ten allen tijde zelibnthouding. De schoonste daad van het woord is bet heilaan brengend woord zelf' tot zijn bojgsle schittering te bren gen. Daarom, zeker de daad... maai de daad zóó, dat zij ruimte overlaat voor de heerlijke ontplooiing van het woord, hetwelk het verleden beheerscht heeft en de toekomst eveiuoo zal blijven regeeren... opdat tot in eeuwigheid den meiioch ge legenheid zal worden geboden zich in die daden te oefenen. JSTeem me niet: kwalijk. maar zooals je daar staat, belaster je Cnarles en mij; eu alle zedelijke her vormers ; versta je, alle zedelijke hervor mers, die Goddank veel te hoog zicli ge voelen om denatuuihjke orde in de geestelijke wereld orn te keeren en allereerst, m plaats van zcdclijL'c, sluffdijke hervormers te zijn. Sjoeid nam haasug zijn medaille op en stople haar weer in zijn zak. .. hij was blijkbaar boos geworden. Ik zeg je, ver vet volgde ik, van de diepste beteekenis van Charles artikel heb je geen snars begrepen. Het, Christendom te omhelzen is iets geheel anders dan in ij en de Jiochtlui te plunderen; ik ben er zeker van dat Ch:.rles zijn artikeltje rdet geschreven zou hebben, als hij had kunnen vermoeden, dat zelfs een oud-burge meester van Amsterdam daaiuit zou afleiden, (iat hij i;u vooilaau iets minder zorg wou dia gen voor de welvaart van den gezeten man... Sjoeid was reeds de deur genaderd_en ik giisg voort: 't Is een tchande zoo iets te insinueeren en ii-mands reputatie te willen bederven. Dat getuigt van ^en akelige kleinheid van ziel. Sjoerd trok de deur achter zich dicht. En ik ik uurkte dat ik ook esn beetje warm was geworden. Er was iets be--cüaniends in mijn gevoel. Zuo'n opgewomL'nli:;id en dat op den_ dag van Vrede op Aarde naar aanleiding nog wel van mijn geioof. Maar ik kon niet velen, diit een vriend van me weid aai!ge vallen op zoo'n perfide manier; en als nu zelfs wij B.ichtiuanneii elkaar de hand niet boven het hoofd houden, wat komt er dan hier beneden van den door Charles opgemerkten »overal opwellenden hartstocht voor gerechtigheid en godsdienst" terecht ? Ook dit incident uitgezonderd, heb ik de beide Kerstdagen niets anders dan vrede op aarde gesmaakt,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl