Historisch Archief 1877-1940
Noi 128&
D
E
AMSTERDAMMER WEEKBLAD
VOOR
N
E
D
E
RLAN
D.
3
s«nr, de heer W. in rok, witte das om en witte
ghteéhandschoenen aac, binnenkwam. Op mijne,
oog ietwat zenuwachtige vraag wat hij in dit
MDspiekerekogtüum doen kwam, antwoordde hij
gemoedelijk: Maar, myn beste roynheer Van
Lier, heeft n dan vergeten, dat Dawison u,
?we vrouw en mij van middag tegen vier uur
ten eten heeft gevraagd!
Heere God, dat is waar ook. Ik bad het
totaal vergeten. Maar, weet je nog niets van
wat er gebeurd is.
Geen stom woord.
Ik vertelde hem de geschiedenis, mij steeds
meer en meer opwinder.de.
De regisseur bleef by'mijn verhaal doodkalm.
Plotteling viel bij my' in de rede en zeide :
Maar, beste directeur, wat heeft die twist nu
met de uitnoodiging te meken. Of heeft Dawison
het laten afzeggen ?
Neen, volstrekt niet!
Nu dan l Hij zit ons te wachten ! Mis
schien wordt het eerste gerecht al
rondgediend l ... Het is al 4 uur, en ik heb een
honger l ... Met bet oog op het diner heb ik
niet getwalefuurd !
Ik kon my' niet houden van lachen ; mijue
TÏOUW was van dezelfde meening als regisseur
W. an oogenblik verdacht ik haar met
Dawison onder een deken te spelen. Zoo spoe
dig mogelijk stak ik my' in de rok, deed een
witte das om, en in zeer korten ly'd reden wij
naar het lö'.el Pdys-Bas in de Doelenstraat
Toen wy bjj Dawison kwamer, zagen we al
zy'n keffers gepakt, hoorden dat de
hótelrekening betaald was, en dat Dawison op het punt
was te vertrekken. In de kamers door hem
gehuurd, lag alles overhoop. Kruiers liepen
met bagage heen en w«er, en in de verte hoorden
we de krachtige stem van Dawison.
Daar stonden we nu: ik, mijne vrouw en
de regisseur, als »das liederlicbe Klteblatt".
Wat moet dat beteekenen ? riep Dawison,
die ons tusschen zyn rommel, in groot gala,
zwijgend zig staan. Ik, tenminste was verbluft,
ik kon gebn woord zeggen Regisseur W. ver
brak het zwy'gsn, en vroeg theatraal tf het
middagmaal iets met de oueenigheid te maken
had?
Deze weinige woorden waren genoeg om
Dawison in een ander mensch te verkeeren.
Half schreiend nam hij mijn hard, smeek'.e
m\j: alles te vergeten en te vergeven, en be
kende, nooit in zy'n leven zulk een let j a
ontvangen te hebben, als door deze feestelijke
tegemoetkoming.
Hij omhelsde mij verscheidene malen, en
mijne goede, lieve srouw wist van schaamte
niet, wat te doen.
Dat ons feestmaal niet bos t el d was, hadden
Wy' terstond gemerkt, al beweerde Dawison
dat in een neveneaal gedekt was.
Wij wachtten met den maaltijd tot zes uur.
In dien tnsschenty'd lieten wij on a de fijnste
middagwijnen recht goed smaken. Mijn
nuchteren regisseur steeg de wya naar het hoofd en
by'was in feeststemming nog u'or we aan tafel
gingen.
Nu als steeds, was de maaltijd in hotel
Pays-Bas uitstekend. Wy' aten, dronken en
werden vroolijk. Te middernacht zaten we nog
«on total, 7nnder eenige gedachte om vooreerst
Op te staan.
Den volgerden dag verzoende zich Dawison
met mevrouw G, en een maand lang speelde
bij met het grootste succes zijne gastrollen,
sloeg er niet n over, schonk my' zijn portret
voor de koffiekamer, en was en bleef de beste
en beminnelijkste mensch ter wereld.
Heeft voor tooneeldirecteurs het spreekwoord
geen gelijk: Aan een stokje met honig vangt
men meer vliegen dan met een vollen emmer
azjji, l
J. R. R.
Muziek ia de Hoofdstad.
Tot mijn groot genoegen bemerk ik dat
Schumann in den laatsten tijd wederom meer
de aandacht verkrygt in het Concertgebouw,
dan zulks in den laatsten tijd het geval was.
.Dit zal zeker wel aan toevallige oorzaken te
immuun iitinuiiiimmmiiiHtMiiiijimiHM
JDe vrouw van Emile.
Uit hit Fransch.
VAN
PAUL GINISTY.
Aki... sprak AndréGeslin, dat zou...
.?Jawel\... viel mevrouw Gislin hem inde
rede, we weten 't al: dat zou de vrouw van
Emile niet zóó hebben gedaan . ..
Wat zal ik zeggen? hervatte Gesl'n met
gebaar te k-ennen gevend dat hij, hoe ongaarne
ook, het wel moest toegeven.
Zenuwachtig troanulde Ilé'èie met de top
pen der ving ars op het tafaüaken, schoaf haar
bord op zij en zette een verdrietig gezich'j i,
dat haar trouwens allerliefst stond. Ea André,
die haar heimelijk gadesloeg en ook dit feit
mosst toegeven, glimlachte fijntjes.
Na een poo*jj -?want het mokken mocht
niet eeuwig duren, zei hij zach'jjs:
Hélènel
Wel ?
Ik kan j3 die gebakjes ten z:erste aan
bevelen ; ze zyn overheerlijk.
Helene hief het hoofd weer op en keek haar
man aan. De bui was overgedreven; nooit duurde
by haar het boadeeien lang. En Andréboog
zich naar baar toe om haar te kussen.
Bravo l sprak hij; mijn lief wy'fjïis weer
de oude en verstandig.
Omdat ze alty'd je zin wear doet...
Verstandig, lief en teer ...
Precies als de vrouw van E uil:, niet
waar ? vroeg Helene schalks met hare gewone
opgeruimdheid.
Piecies!
O, dat mansch ! ik kan haar niet uitstaan,
hoewel ik h»ar niet ken. Zeis me te volmaakt!
Dat is hael verkeerd, liefste ; ze is de
ideale levensgszellin ; oin een groot woard te
gebruiken: de echtganoote Dij uitnemendheid
in den edelsten zin van hot woord.
Een greiütjs spijt dat zs, ter wille vati
Andréhad afgezien vaa het gima kori bal,
deed Hé'èna nog even onwillekeurig de wenk
brauwen fronsen.
Waarom ben je niet liev r met laai' ge
tronwd vroeg ze plagend; daar ze toch zoo
buitengewoon volmaakt is.
Mw, lieveling, eerstens omdat Emile
reeds gekoren had; dan hield ik meer van
jon zóó, dat ik heelemaal geen berouw heb
over de gedane keis.
jwiMHiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiniiiriiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiimliiiiiiiii imiina»
Da vrede was gesloten. Andréstak een
cigarette op, terwijl de knecht de koffie bin
neiibra ht en een uitdrukking van groot wel
behagen verspre d Ie z ch over zijn gelaat.
Aid je nagaat, sprak Hé.èae weer, dat
wo zelfs haar portret niet bezitten, zoodat ik
de gelaatstrekken niet bestuleeren ka i van
haar, die ja me steeds als model voorhoudt.
O, dat krijgen we spoedig. Ia mija
laatsten brief aan Emile heb ik er weer om ge
vraagd ; maar zie ja, in den ui-hoek waar hij
zied bevindt, zy'n er stellig geen goeds foto
grafen en van zija kant wil hij r.atu irlijk o;.s
slechts e^n kunstproduct zendea.
Héie stond vaa tafel op en begaf zich naar
de piano, waarop ZP, tot i-.rlsidin^, langzaam
Boaeenische walsen begon te speler.
Andrévo gde baar strekte zicb uit in
een germ-kkelijke fauteuil bij het vuur, om
naa- de muziek te luiste?ea en blies
ond-.-rtus-.eaeu genoegelijk rookwolkjes uit.
Vin ja niet vioeg hy onder het
behagelijk digéreeren v .n ja nu niet, dat't heer.
lijk is hi r, zoo rustig eu kalm...
Voor jou, ja. Uj endien, J3 bent al tevre
den a!s j: maar naar het portret van Emile
kunt kijken.
Dat portret hing werkelijk aaa den muur van
het salon. Ean flink man, met eaergieken kop,
zwaren, bruinen b.<ard eu ia reiskostuum.
E nüa was do vriend bij uitnemendheid
de intieme van A.idiéde l'yla b s vaa
dezen v.-eedzamen Orestes. Aadrétrüendehoe,
nu twee ja-en geledan, er iets had outorokan
aaa zija geluk, omdat die vriend gean getuide
bij zija huwelijk had kup.aen zija. Wa.tEui'e
WAS juist vertrokken om dan post van consul
te gaau bekleedea ia de binnenlanden van
Zuid-Amerika en zou geruimaa tyd wegblijven
om zija valarland ia dan vreemde te dienen...
D!e goeie E nile ! zuchtte Audié, wiea
bat speet zijn makker niet aan zijn zijde te
bebbe i in dit vriendelijke, rustige hoelij i van
zija huis.
Hemel, wat had hij 't niet vaak over hem
gehad met zijne vrouw l als hij opsneed over
Enile's heldendaden ; als hij tracatte hare
sympathie voor hem op te wekken en hem bij
ielere gelegenheid te pas bracht. Deze afwe
zige althans kreeg nooit van iets de scuuld ;
hij leefde zoo gsneel met heoi mee .. . Wat
een feest zoa het zy'n als hij terugkeerde !
Maar om de waarheid te zeggen was Andr
niet zoo by'ster op dia terugkomst ge>te d als
hij wel voorgaf. Ea wel, omelat Enile, zonder
het zelf te weten, hem geholpen had in een
vroom bedrog Huiselijk van aard, ietwit egoïst
zooals ouie vrijers plegen te zy'n die eens
klaps de geneugten van het huwelyksieven leeren
kennen en er niets vaa willen missen kwam
wijten zijn geweest, want zeer zeker is Schu
mann een poëet, van zóó groote verdiensten
en van <.ÓJ groote originaliteit-, dat men hem
niet gaarne zou missen in h«t repe toire vaa
ons Concert gebouw-o chest. Was het onlang»
zya vierde symuhoni-, die in een nagenoeg
ideale uitvoering het publiek in vervoering
bracht, thans heeft de heer Mengelberg, blijk
baar met groote liefde, zi^n eerste rymphoijie,
opus 38, ingeitudeerd en uitgevoe et.
Uit de analyse, die het programma bevatte,
kon men zien dat S;huaaaun zyn werk meer
malen Früalingssymphoijie" g> noemd heeft. L>at
heeft bij vermoedelyk gedaan n»ar aanleiding
van een gejictit vau A.olt Bö'tiger Du G ist
der Wolke, tiüb uad schwer' en wei sp-c.aal
van eene zinsnede daaruit im Taaie z.ebt der
Fiühling aut". l
Uit een Widmurgstblatt" hetwelk zich op de j
Lsipziger stadsbibliottieek bevii.dt en dat djor
Sctiumann aan den dichter gericht is, kua men
bemerken dat Schumann door dit genicat is
opgewekt tot de compositie zijner syoiphonse en
eigenlijk daarmede du-, zy het* dan ouk
eenigszii.s vaag, een stus programma muziek heeft
gewrocht.
Hoewel deze tymphuuischa eersteli.g va.i
Schumann nog een jiav vroeger d gecompo
neerd dan Mendelssolm'» 8-:hou>che tyuiphome,
schyut zij van veel later dagte.kaui g te zyu.
Is het by Mendolssonu de gladde factuur en
de onberispelijke f yoiuietrie in deu vorm d:e den
toehoorder van pi m 1040 troffen, by Schuinaun
is het jui-.t dj koenheid en vryheidin Jea vorm,
de natuurlijke ongedweingenheid zijner mee
sleepende, bruisende pha?.ta-ie en het gedurfde
in da conceptie, die niet alleen ii druk maakten
op den toetto rder van '40, maar ook dien >au
tnans nog trcffan. Men weet het onder de com
ponisten van de romantische school is Scüutnann
n der maest sympathieke. Man is zeifs ge
neigd te beweren, dat Schuaiaun ziju. siempel
gedrukt heeft op de romantische periode in de
muzikale kunst, voor zoover zij zich openbaart
buiUn de dramatische muzieK. Zeker ij het
dat deze sympho..ie overal de spjren van een
zonnige jeugd draagt. Sie ut in teuriger S.unde
geboren" schrijft Schuinann aan Griepenke.l en
inderdaad in niet meer dan vier dagen is het
geheele werk ontworpen.
Meermalen en niet geheel tea onrechte, wordt
wel eecs beweerd fiat S hutnauii's ii.sti urnen
tatie niet de meesterhand kenmerkt, in tegen
stelling met Meaae,esobn, wiens werken op
schitterende wijze georibestreerd zy'n (Sjmmer
nachtstrauai, Walpurgisnacht. enz. OLZ.) Indien
het echter mog> lijk i.-, dat een met zorg voor
bereide en met geestdrift gedirigeerde uit
voering over de tesortkomingen der ins
rumefjiaue veraiag heen te zetten, dan heeft de
heer Mengelberg dat zeker bereikt, want ik
moet erkennen, ditmaal is mij geen oogenblik
da klank van het orchest te zwaar of te brutaal
voorgekomen.
De andere orchestwerken waren bat schoone
voorspel (2e aclc) van de opera G»eiidoliae"
van Chabrier en de ouverture Die Zaubeiilöie"
van Mozart Een heerlijk werk toch die ouver
ture een meesterworp! Maar hoe fijn ea
iicht werd zij ook gespeeld !
De heer Joseph Hoüman uit Parijs was de
solist van den avoad. Het was wel lang geleden
dat onzt) baroerade landgenoot hier ter stede
opgetreden Is; maar toch was man ui«t vergeten
hoe pracütvol een toon hij aaa zijn vioiü;;cai
weet te ontlokkeu l Als glanzende zij Ie straalt
hy en verkwikt hij het hart van dtm toehoorder.
Die eigenschap is Hollman bijgebleven. Z'jn toon
is nog even mooi eu zangerig en warm als vroe
ger. Maar het komt mij voor dat de intelligentie
van den virtuoos niet mat den tyd is mede
gegaan. Had de heer Hollman niet wat anders
kunnen vinden dan die onbeduidende stukjes
van zichzelven, d.e hij, wie weet voor de hoe
veelste maal reeds gespeeld heeft en waarvan
de pizzicati bovendien nog bijna allen zijn mis
lukt? Om een publiek heden ten dage te kun
nen bevredigen, rno.it men andere stukken kiezen.
Gaarne zjnder ik hiervan uit de Variations
syoaphoniques" van L. Boëiltnann, een werk
boeie.de door verscheidenheid en afffistelii g
en smaakvolle instrumentatie.
Dinsdag 11. hal de reeds vroeger aangekondigde
opvoering plaats van Da Afri-izt-.",
muziekblyspel in n bedrijf, woord-n vaa A. von
Steigentesch, voor het tooneel bewerkt door
den bekenden graaf Ferdinand von Sporck en
gecompaaeerd door Eugen d'Alherr.
d'Albert is hier ter stede minder bekend als
componist dan als pianist. Hij is hier vro»ger
herhaaldelijk opgetieden en heeft, behalve vele
andere piano compositiëa ook ee-s zijn eigen
klavier-concert voorge iragen en zijn ouverture
Esther gedirigeerd Zyu cello-concert is hier door
Becker, Htkking en Mossel ge^el.i en gunstig
oatvangen. Maar van zijn d;amatiscb.e
c,>mpositiën is w«inig of niets tot ons d lorgedrongen
en toch heeft hij behalve Der !<ubiü", een
opera die mij niet balangrijk ioe>chijnt en die
ook zijn eersteling is op dra-na'isch gebied, nog
drie ai.dere werkea voor het to.meel geschie
ven; nl. Gemot", een fraai,dankbaar werk van
boeienJea inhoud, Koïi", dat mij bela>s tot
heden onbekend is gebleven, ma-ir waarom; ik
mededeelingen ontving, die gewagen van een
diepen, aan grijpen d en indruk, dien he;t werk
gemaakt moet hebben en die Abroise'1, een
biijspel, een kleinen E-n-acter" waarin de
componist zich heeft willen verpozen van ern
stiger en zjvaarwichtiger arbeid.
Zal ik EU de haneteling vertellen ? Oen die
is zoo eenvoudig, zelfs cenigszins
philiitreusnaïf'; te zeer mieschier, d<.cht ik, voor eau
bollandsch publiek; oti'at mij, b;i liet vallen
van het seherm, bleek dat de Amsterdammer
toch niet minder goedlach-tcii is dan zija
duitsche broeder.
Liever wil ik den lezer aansporen het aardige
werkje te gaan ziea en <:an vooral goed te
luisteren naar het o. chest. d'Aiicrt he< ft een
blijspel m^t Ltiitinot;eveii'> g maakt en aan
het orcaest heeft hij het leeuwendeel. toegeket d
van de muaika'e bewerking. Reeds ae ouverture
brengt den toehoo der ia da rechio Meicmii.g.
Het eerste motief met zijn eei igszins gewild
hu'sbakker, humoristisch karakter en dan later
bet q-ia^i-pathetische van eie lief des- historie en
1,0.5 andere bykom-.-nde motieven vir.d;:ii in d-i
ouverture re.-ils hun geheele expositie,
tierbaaldelijk ontmoet men die rnotievui in hot
blijspel en dan illustreeien zij uitermate goed
den to-stand. d'Albert heeft zich inderdaad
hier vaa een gehe.l n euwe zijde doen kennen.
Op eiide op humori&t ib hij. Alleraardigst zij i
die kleine walsen of aanloopen aariof, die
hij in zijn werk heeft ingevlochten en steeds
klinkt het orchest pracbtvol.
Niet pjinder meesterlijk heeft d'Albert een
lossen ongedwongen dialoo; aangewend ia de
za g'temmen. Geen oogenblik wordt de vloed
der snel gesproken woorden gestremd on S'.eeds
blijft bij du al in het orcbist de rijk ni/lo
dittche st oom doorvlo-ien, zonder ecliterin het
minst de zangstemmen te bedekken. Ojk deze
zijn in de meer lyr^che gedeelten vaa bijzonder
melodisch gehalte. G.zociite eu moeilijke inter
vallen of uielodieweiidiiigen zoekt men er te
vergeefs.
De handeling f trekt zich uit over slechts
drie personen. Daarvan had mevrouw Tijssen
Bivmerkamp de vrouaerol op zich genomen.
Zij was in n woord voortreffelyk a's het
jonge vrouwije dat zich door den vriend, Trott
(allerleukst die naam) een beetje het hof Jaat
mak r, en daardoor baar man in he-t onzekere
brengt of zy hem in haar hart i.og wel trouw
blijft. DooU niet alleen hcetc mevrouw Tijssea
die rol mooi gespafió.^ij heeft baar oak
prachtig gezocgT.; voortl IE 101 was haar lied
aan de piano, (ïen ouae vü-rUair.e, dieneidoende
als ipinet), waarbij zij zich z::l-ve begeleidde, en
dat gavsche bekoorlijke scenetj-i met haar man,
als ze voor de tafel knielc en als zij elkander
hunne eerste liefdesbekeiitenistea in
heiinnerii g brergen.
De beeren de Bicker (GJfai ) en Pauwels
(Trotf), die de heerenrollen op zich genomen
hadden, waren evenals me rouw Trjs-en, zeker
van hunne partij. Het haperde r ooit eu da: is
veel waard, want zeer moeilijk nng man voor
zeker bet vocale gedeelte i oemea van de
Afreiae. Toch geloof ik niet dat deze heeren de
aangewezen zangers zija voor dit werk. De
dialoog is door d'Albert zoo licht en vlug
hij nu en dan wel eens even in botsing met de
levenslustige b-'g«crten zij er jonge vrouw.
Toen was bet geschied, toevall g als het ware
uit aardigheid eerst dat iuj die fabel
bedacht ha'1, d;e la'igzamerha; d steeds vaster
vorm bad aangenomen, om eii delijk eea
onomstootelijk his'orisch feit te wordan van
Enile's vrouw, de vrouw met alle mogelijke
deugden bedeeld, een to mbjeld van
ondo-rworp inheid en goedheid. Ze was gewor ien een
iype vaa mei schelyke volmaakih*'id En te
gemakkelijker was hem dit gevaller, omdat ze
geheel was bet pr< dukt vaa zya t igen fantasia.
Hij kende zijn vriend Eraile als een verstokt
celibatair, en berinn. nle zich duidelijk al diens
Iraaie theoriën aangaande bet geluk vaa een
vrij leven. Emile's vrouw gedroeg zica daarom
zoo ouberispeLjk, o.-ndat za eenvoudig niet
bestond.
Natuurlrk zin E.-nile op een goeden dag
teru^keeren en daa kwam de grooie moeilijk
heid voor Andrémet dit apocriefe wezen ; maar
komt tij i, komt riad. IJes r.ojd-! zou Eiriiie,
hulpvaardig als altijil, wel een uitweg weten te
vinden om de ri:!ie te doen voortduren. Hij zou
dea iijd dus maar niet vooruit loope.p.
Ea in allen ernst ging A'idrévoort met den
lof te verkondigen van K:uile's vrouw"; mooi
was ze en elegant; toch niet lichtzinnig; innig
gehecht aaa haar man ; over he.,i wakend en
voor hem zorgend met moederlijke teederheid,
niettegenstaande hare jeugd; ben
begrijpand, helpend en steunei.el met al de kracht
van haar hart en verstand. O, het kostte hem
niet de rnu.ste moeite om op deze wijze het
beeld te schetsen vaa de onoverin ffalijke
echtgenoote ! .. .
Hé.c.ie was goed en vol vertrouwen ; een
weimg schroomvallig was ze gebleven. Wel
werd ze baars ondanks door deje voortdurende
lof tuitingen geërgerd, maar in haar streven
Laar h«t goede, maakten die scbikleringen t ,ch
indruk op haar o .tvaukalijk gemoed.
Het was reeds voorgekomen dat, bij een klein
verschil vaa meening. Andréslechts behoefde
te zoggen: Die Einiie is toch een benijdens
waardige veat !" urn haar rladcL.k tot toegeven
ts nopen. De denkbseldige vergelijking bieek dus
ten slotte een gelukkige inval te zijn geweest !
Ea aldus uitgestrekt ia zijn leunstoel, luiste
rend naar Héuae's spel, genoot AndréGeslin
yaa zijn kalm geluk, van het genofgelyk
levenalot dat hem was beschoren, zonder den moed
te hebben zich te bekennen dat hij wel wat
gulz-'g was geweest bij de ve,deeling der rollen
in de buveiyks-comedie.
Het sloeg twee uur. Hij moest naar zijn werk.
Met tegenzin stond hij op, omhelsde Helene
ea vertrok.
en zwevend gehouden, dat de zanger over een
zeer gemakkelijn aansprekende stem moet
baschikken, wil hy aan de ei-xhen van den com
ponist voldoen.
Ik wil a*n de verdiensten van de heeren
Pauwels en de Backer niets te kort doen, maar
ditmaal klonken hun stemmen te zwaar en daar
om behooren deze rollen blijkbaar niet tot hun
emplooi Wat echter wél beter bij hen verzorgd
had moeten zijn, dat is de uitspraac. Als
mivrouw Ti-ssen niet ten tooceeiu was, kon men
zich in het hstrtja van Vlaanderenland ver
plaatst wanen. Onbegrijpelijk is het dat beide
heerea zich geen moeite geven oai onze taal
beter to beha delen ; doch bepaald onverklaar
baar vind ik het van de directie e;n het publiek
dat dia to.istand z 'O maar t,etolereerd wordt,
zonder dat men zeifs tracht daarin verande
ring te brengen.
Da beur LHbbern bad voor een passende
aauklee:ling en een goede *erl chting gezorgd ;
hem went daarvoor buide gebracht. Gaarne had
ik ec'Qtcr gezien eiat riy bew Marcus in da i
hulde van het publiek liai kuunen deelen ; j
want h«t orch, st speelde zeer goe^ en afge
scheiden van etm misluk; hoorntrekj*, toonde
het zicb van da meest intelligente zijde. Dat
nu de heer Marcus de ma i is gewees', die de
uitvoerenden in de voor hen zoo ongewone taak
heeft ingewijd, b boeit wel geen betoog.
' Het beminnelijke werkja bal eea groot
MIC; ces; er moest een pair malen gehaaU" wor
; dsu. Hartelijk heb ik mij verheu-d over de
! goede opratne vaa d'Alüert's L'i^fspiel"; ik
j hoop dat het zich moge haaelnavea op ons
repertoire.
j A>'T AvEBKAJIP
Dien dag werd hij langer dan gewoonlijk
opgehouden, zoodat hy eerst laat naar huig
tsiugkeerde. Nauwelijks had hij de voordeur
geopend of' Jtlé.'é.ie snelda hem tegemoet.
Zal ik je eens wat zeggen, sprak ze ge
jaagd, j o vriend Emile is hier .
tniile!
Met zijn vrouw !
Wat blief'(
~ Z'i hebben je wilien verrassen. Ze zijn
van m Tgen pas te Parijs gekomen. Ik heb ze
te dineeien gehouden. Ze zijn in het falon.
Andréstond a'.s vvrsteend. Wat ! zij a
herseuscbimmen waien vlee.seh en been geworden !
j ^ . .. Eraile ge'.rouwd, zonder dat bij 't wist .' ..
! En Eimie's vioiv. dat fabelachtige, mythische
? wezen, was werkelijkheid geworden ! . ..
Met de uiterste inspan-,ing trachtte hij zijn
ontroering meester te worden en op tamelijs
vasten toon vrof-g bij Ilé,e:
Wtl, en hoe vi'.dt je haar?
Helene hief de beide lianden omhoog en
actwoorddd slechts:
Je zult zeif zien l
_Andrévatte moed, trad het salon binnen en
wierp zich Emile in de armen. Deze stelde
| hera hierop een vreemdsoortig schepsel voor,
' een meer dan Creoolsche verschijning, die,
zoo de hdt'elijkheid het niet vtrbood, gerust
; met den naam van ncgtrin kon bestempeld
; worden.
Zij was op de vreemdste manier toegetakeld,
; en ook zonder dat men het gelaat zag, zou
: hare vojnielde voor !chelle kleuren reeds
vol! doende afstamming en ras hebben verraden.
Emile loonde zich eenig>zins verlegen.
j Ik heb- je geen mededeeling van mijn
; huwelijk gezonden, zei bij, omda'. ik toch spoedig
met verlof ging. Bovendien is alles zoo haastig
in zijn werk gegaan. Contbita is nog een echt
natuurkind en ik reken op mevrouw Geslin
om haar eene Parijsche opvoeding te geven.
. Ah l sigaande op je biievei, heb ik haar zoo
dikwijls als voorbeeld aangehaald ... De vrouw
van André! . .. Ik verbeter je dat ze vele
malen die woorden vernemen heeft I
At.dréstond als verslagen. Eicile trok hem
by den arm mee i aar bet venster.
Ach, ktrel, zuchtte hij, wat heb ik een
stommiteit begaan ! ... Zulke dwaaheden over
komen je alleen in die snik heete landen, l .. .
'n Avontuu'ij*, tot tijdverdrijf, met de nicht
van den president van dat «penland waar ik
geplaa! st w as ... En toen moest ik haar trouwen.
Ik ben 't rampzalig te schepsel ter wereld !
Mijn léven is bedorven l
| Wel verduiveld ! riep André.
En in dien uitrcep lag meer bezorgdheid
voor zicb zelf, dan medeiyden met zy'n ouden
kameraad.
»ln de liter J-e kroniek bespreekt Kloos den
bundel «Tonen en Tenten1' van EJw. B Koster
en de gedi;iiten van Gaido G.ïzelle. 't Zal
Natseher plezier doen nu te lezen, dat Kloos,
i die wat (ïirhtwerken bt'treft, toch wel wat
beI voegder van oordeel kan geacht worden dan
j zijn persoon, zooveel goeds wet t te
ontdekl ken in deu door hem als beklagenswaardig
uitgekreter.e dr. Elw. Koster.
Wie is hier nu di beklagenswaardige ?
We hopen het niet te vaak over den heer
i Netscher te hebben, wiens onbehouwen
bruI talitaiten wei eens te ergerlyk zyn, maar waar
het hier een sinaadzuiverirg betreft van anderen,
dienen we er melding van te maken. Toch
moeten we nog even van heui gewagen.
Jl'illanilf.dic Jievue. In de Hollandsche Itevue
; wordt ook ons tijdschrift de ter aangedaan van
r een b^zonder-hevige beschouwing. Tut goed
l begrip diene, dat de heer Xatectier aan den
; uitgever een zoogenaamd vertrouwelijke brief
j had gericht, waarin hy' zijn misr.oegen te
ken! nen gaf, dat wij een dergelijke rubriek als hij
l behandelt, r u gaan geven.
l Ken verscbtijving van de namen Huet en
| Pjtgioier moet daar! ij gdjerj. als bewijs van
mijn onbekwaamheid en ten slotte werd mede
gedeeld, dat ik (v. Ilulzer) congéaan »De
Groene" heb gekregen.
Zio men ziet, zeer fijn en nobel, zoo'n ver
trouwelijke brief l Maar ds hetr Netscher,
; bang geworden voor zijn eigen vies bedrijf,
j tracht zicb door een nog grooter
onbeschaamdi beid nu te redden. Hy relevsert wat hy ge
niepig schreef, en liet het ook in zijn Uivue
zoowaar drukken.
H-t geval bthoort dus nu aan de openbaar
heid. Eu dan wiileri wij zeggen niet voornemens
te zijn dat schoone voorbeeld te volgen. Wij
laten deze collegiale behandeling als is 't
geen eer collega van den heer Netscher te zyn
gaarne over aan den door ruwe sportmarderen
geheel vergroofden Rev.ue-redacteur Wy
wenscben van onze zijde niet mede te werken tot
het brengen van manieren in onze Petiodieker,
die er gelukkig tot nu toe niet in voorkomen,
en die in een ander land allicht onder de
straftermen van oneerlijke kor,kurrer,tiezouden
vallen.
Wie Netecher's strijdwijze kpnt, weet dat hy'
het hierby niet zal laten 't Zil ons een
byzonder genoegen bly'ven de feiten eenvoudig
weg te konstateerer.
Want och, de heer Netscher die in zijn
sluipbrief deze rubriek zelf als korkurrentie
van zijn tijdschrift aanmerkte, schijnt niet te
beseffen, dat, al is de geest ook tuk op vieze
dingen, het uiterlijk fatsoen nog medebrengt
zich ervan te onthouden."
Gi.ïH. MagusiJA.
Blaaskahrij,
Wy' ontvingen het volgend schrijden, dat wy'
van onze opmerkingen voorzien publice>erpp.
»Ik mag niet ontkennen, dit het met, een
zeker dégont is, dat ik de pen opneem om te
antwoorden op den persoonly'ken aanval op
mij gericht in het nummer van- 13 Januari,
want ik ken gpen moreele zaken, dio zulk
een stank verspreiden ais schijn-braafheid en
gesimuleerde ridderlijkheid. Miar het n.oet.
Ik zal inmiddels echter mijn neus boren dit
vuiligheidja van den heer De Ivoo duh;küypen.
Eerst echter een er.kel woord ter inleiding,
om het den lezers duidelijk te maken, uit
welke motieven de aanval van den heer De
K,'O is voortgesproten. Zonder dat zouden zij
niets begrijpen.
Verleden jiar liet de heer Da Koo mij in
de rubriek der Ingezonden Stukken dooreen,
op mij heel erg boozen mijnheer aanvallen, en
toen ik daarop met een ingezonden stuk ant
woordde, werd mij de plaatsing er van
^ewvigerd ! My werd dus een recht onthouden, dat
zeif-i den groot-ten misdadiger toekomt: het
recht der verdediging.
En waar was die weigering op gebaseerd ?
zal men mogelijk vragen. We zulien het
zeggen: bet antwoord was volgens den heer
Da Koo niet »fatsoer lijk ' genoe?.
En dat argument werd gebruikt door den
man die in de achting van bet publiek de
grenzen van het fatsoen zelf het slechtste kent;
die elke week zich in zijr »3r.uifj s" te buiten
gaat aan allerlei lakeien-fanrl inriteiten, in
een dienstboden-taaltja van »Gjs" T^nhoven
of een «Sjoerd" M»inesz spreekl ; en die met
een gevaarloozen moed telkens smakeloo; heden
tegen het hef en de hofomgevirg ten beste
geeft. Deze man zou nu ineens zeif juiy
vormen in een kwestie van fatsoeii !
Het spreeKi, dat we niet nalieten hem daar
dan ook op te wy'zefl.
Het karakter van dra beer DdKaoianonds
kennend, wisten we toen reeds, dat we deze
stoutigheid te eeniger tijd met een persoonlijke
wraakneming zijnerzyds zouden moeten boeten.
En dat is nu alzoo geschied. Dat hij die wraak
neming verborgen heeft achter de verdediging
van een zijner medewerkers, en dat bij met
beide handen de gelegenheid he< ft a*' ge
grepen, die de heer Van Hulzen hem aanbood,
om zijn booshei(!j ? achter het matker van ee
ridder der verdrukte onschuld te doen schuil
gaan (op die wyze in de ooger: van het publiek
»le beau röV' spelend en zich toch op niy'
wrekend) pleit slechts voor zijn geraffineerde
s'uwheiü. *
Maar het publiek weet dan nu, waaraan de
wraakneming van den heer De K ;o te da ,ken
is, en dat de blarke wapenrusting van dez«n
ridder niets anders dan een goor viesch
huisjai-ja is. EQ na dezen blik achter de schermen
gaan we verder".
Ten einde den lezer riet een te geringen
dunk te geven van het .fijne r.euf-ja" dat
hier wordt dichtgeknepen en het »t; ere
zieltje" waar het toe behoort, deelen wij
het volgende m,
In Mei 1901 had de heer Netscher, een
Zelfs jou, vervolgde Emile, heb ik dien
dwazen streek Liet durven meedeelen, dat
begrijp je. Ik schaam mo voor haar ze'com
promitteert me en zeil zal je wel siosdig
zien hoe onuitstaanbaar ze is.
Tot dusverre had Conchita vol wantrouwen
het zwegen bewaard. Men zette zich aan tafel
en langzamerhand werd ze vrijmoediger, niet
tegenstaande de malaise die er ond« r de
aanzittenden heerschte. L'spe end gaf ze de meest
fantastische ontboezemingen, de vreemdjte en
onmogelijkste vragen ten beste.
Te vergeefs beproefde Emile dien vermoeien
de a woordenstroom te stuiten. Conchita werd
boos, en met een behendigheid, dia het resul
taat was van langdurige oefening, greep ze een
bord en wierp dit haar man naar het hoofd.
Daarna, kreeg ze het op hare zenuwen.. Het
diner vond geen voortgang.
Zóó gaat het haast iederen dag . . sprak
Emile op droef geest igen toon... Ik vraag u
wel om vergeving, mevrouw, voor dit schan
daal bij onze eerste ontmoeting... Ik ben
wel te beklagen...
Met groote moeite bracht men Conchita tot
bedaren en overreedde haar om heen te gaan.
Vol onrust sloeg Andiédaarna zijn vrouw
gade, maar Helene Geslin bleef hardnekkig tot
den volgenden dag een volmaakt kalme, hoewel
dreigende houding bewaren. Gjen enkele maal
zinspeelde ze op het feit dat ze bedrogen was
door den man wien ze haar \olle vcrirouwen
had geschonken. Haar bespiegelingen hield ze
voor zich. Ze toonde zich zelfs buitengewoon
rustig en teruggetrokken. Geen klacht geen
bitter woord kwam over haar lippen.
Andrégevoelde zich geenszins r p zijn gemak
Hij had alles verwacht, behalve dit onheil
spellend zwijgen. Hy' raasde tegen het onver
wachte terugkomen van Emile, tegen het monster
dat hij by hen had binnengeleid, en bovenal
tegen het buitensporige zijr er fantasie, die htm
ditmaal zulke parten had gespeeld.
Helene bletf onverstoorbaar.
Maar den volgenden morgen, toen ze weer
samen zaten aan de lunch, zohdtr dat er eecite
emotie op haar gelaat was te b.speuren, zonder
de minste voorbereiding, greep ze plotseling
baar bord en wierp het kjelbloedighahr gemaal
naar het hoofd.
En als eenige afdoende verklaring, die tevens
dienen kon tot richtsnoer voor haar tcekomsti»
gedrag, zei ze eenvoudig: 3
Zooala de vrouw van Emüe!