De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 23 februari pagina 3

23 februari 1902 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

i No. 1287 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD TOOR NEDERLAND. spreken, dat zij (man denke) op weten schappelijke vragen kunnen antwoorden. Ja, bet wordt nog mooier. Z>j bezitten den «wijden blik op alle wetenschappen." De losers va« de »Groene" kunnen gerust zijn, zegt de heer B. Laten wij even ernstig bliiven. »Wijde Mik op alle wetenschappen" is een vrij eldzfuire gaaf, die niet alleen Dr. Barger's kennissen onder de ingenieurs en chemici missen ; maar ook aan de meeste leeken en vakgeleerden ontbreekt. Het is echter een eerste eisch voor den bibliothecaris. Blijkens zijne mededeeling dat alle beambten aati de Amaterdamsche bibliotheek dien wijden blik zouden hebben, wat natuurlijk uit mand gelooft; begrijpt Dr. B. kennelijk zelfs niet, wat de uitdrukking beduidt. Of' de beambten in bibliographische kennis achterstaan bij een goeden boekhandelbediende weet ik niet te zeggen. Ik heb tooit een boekhandel bediende ont moet die zijn vak verstond. Moeten de beambten aan een bibliotheek met hen vergeleken worden, dan stelt men zijn idfeaal ook niet hoog. Hulp van die ambtenaren verwacht ik dau ook niet. Dd eepige, die ik zou wenschen, kunnen zij mjj niet geven: het aanreiken van do boeken die ik verlang en die er niet zijn. Mijn aanmerkingen op den catalogus betroffen verregaande slordighed-en in den alphabetischen, belachelijke indeeüng in deu isysteruatiechen. Ik ging er niet op in, omdat een catalogusbespreking te technisch is en te veel plaatsruimte vordert. Leem ten door tijdelijke verplaatsingen bedoelde ik natuurlijk niet. Het is opmarkeüjk hoe weinig dr. B. vau mijn stuk schijnt te begriipen. Wanneer romans aangevraagd worden, blijkt de behoefte van uitleeiiing te bestaan. Het dan toch niet te doen, vloeit voort uit het kleine clubjes-idee. Oppenheim, d.w.z. ?een boek, dat velen wenschen te gebruiken, dat slechts in a exemblaar aanwezig en in den boekhandel uitverkocht is, aan n .persoon ten gebruike af te staan, blijft belachelijk. De anderen kunnen zich 't boek zelf niei aanschaffen en nu zelfs niet taelaan op de bibliotheek (Qppenheim is in misschien nog sterkere mate een boek om na te slaan dan om te lezen); maar n mau heeft het en kan het in zijn boeken kast zetten en daar b.v. ongelezen laten staan. Heerlijke toestand! Het verheugt mij, dat er thans een tweede exemplaar aangeschaft is en dus het wanbegrip, dat de beambten in deze zaak toonden, hier althans geen schade meer doet. Naar de zolders vol ongecatalogiseerde boeken ben ik herhaaldelijk verwezen, toen ik tevergeefs in den catalogus boeken zocht, die naar ik met zekerheid wist in een aan de stad nagelaten boekerij te vinden waren Dat te midden vaneen partij werken, die ?moeielijk te raadplegen" aijn, een anti?quaar een boek spoediger vindt dan een beambte der bibliotheek in welke het boek thuis hoort, vindt de heer B. natuurlijk. Dit is de scherpste yeroordeeling, die nog over de bibliotheek is uitgesproken. Anti gua/en kunnen mogelijk, schijnt de heer . te denken, van boeken iets afweten; de aangestelde beambten weten in hunne ?eigene biöotheek va» heg uoch steg. Mee be&Oöft mij aog niet zeer aanddchtig gelesefl te h«bben,owi de holheid der laatste ?opmerkiag van den heer B te doorgronden «a te begrijpen, dat ik aanmerking maakte «rer het vele dat afwezig was; allerminst verwijdering: wensehte va» het weinige dat «r is. Dr. B. moge i a «ij n voorliefde beperkt «ijfi; zijne meening dat ieder ander het, zij het dati op andere wijze, ook moet wezen, zou doen denken dat de omgang met de beide hteren, over wie hij het in dezelfde alirea heeft, niet zeer ontwikkelend op hem heeft gewerkt. Van hst begin tot dit slot: n gemis aan ruimte van blik. Hoopt de heer B. ten slotle,' zooals hij Hog meedeelt, werkelijk dat het aantal be zoekers zal toenemen, d.w.z. wenscht hij den aankoop van boeken aan een grondige herziening te onderwerpen en is hij niet UlMMtlUIHIIIIllllllllmlIllllllllllllltMftllUmlllllllllIIIEIIIIHIl IN M MCHT VAN HET LEHTEFM, 'haar het Bii-,sisch, van K. KOEOLEKKO, DO>.-R A.NNIE BE GHAAFF. Het was ia de paaschweek va i hef jinr 1897. De donker* .avond was reeds lanx gedaald op de siillrf aarde. De grond, overdag verhit, tu zacht verkoeld door den nL-schen lucht stroom vaa een lentenacht, scheen uit volle borst te zuchten.; vaa deze zucate , spelend ia de s>traleu van den statigen tintelenden Hta.T6nL.enje) bleven witachtige nevels bang-ea, kronkelend ais d« rook vau een wierookvat, opstijgend, tegemoetgaand het Ie» tefees . Doodsche btilte. De kleine hoofdstad bewnaid door de nevelachtige koelte, wa"htte zwijgei/d tot de eerste slag zou weerklinken vau den boogen kerktoren. Ma*r in de tc:iaduw d.ir Btiliöontvolkte stralen wer.d in spanning ge luisterd. Van tijd tot tijd ging een werkman voorbij, die zich verlaat had, voor wien het f^est nauwelijks bestond na den z «ra-en afmatte den arbeid; nu en dan weerklonk het ratelen vau rütuigiFzelen dan opnieu» doodsche stilte... Het leven bad zich naar de huizen gebaast, naar de ryke paleizen en nederige stu fin ; de vensters ain dn straat waren veriich'. Boven de stad, boven de bergen, bo?en de gantche a»"de verkondigde hst tuizen van den w.nd het r-aierende leest der opstanding en weder geboorte .... De maan steeg niet aai den hemel; de stad lag in e breede schaduw van dan berg waa-op een groot, sombe? gebouw stond D : vreerade, rechte, strenge lijnen teekendan zich z^art af tegea het sterrenazuur; de zwarte deuren waren nauwelijks zichtbaar, gapend in de duister nis der donkere muren, vier hoekige torens dnorboardefl d.e lucht met hun scherpe spitsen. Da e ar* te galm M de slag weerklonk dour da fijne luc-ht v»o den drooaiangen nacht een tweede < een derde... Ds klokkentonen verepreidden zich zingendan golven i; de geluiden wonden zic'i samen in machtige, vreemde har monie:», licht wiege; d en kronkelend... In het awwte gabouw, in de donkere etad steeg in staat hierin op eigen krachten te bouwen : hij toone zijn goeden wil metterdaad en legge op een duidelijk zichtbare plaats een klachten boek neer. Dau zullen de bezoekers er wel in neer schrijven wat aan da inrichting, die onder zijn beheer staat, ontbreekt. CERTAMENTE. De Hoogsta Wet, i. O "schoon Mr. Levy niet min If-r dan zes lange artikelen heeft geschreven over de staatsrech telijke en ti ia-icieele verhouding tussciien Nsderland en laaie 1), is hè' mij no^ met duulehjk geworden, welke nu zijn practische conclusiëj zijn. De groote moeite die liij z.ch g :eft o<n de eereachuld-theorie te bestrijden zou doen deu ken, da het obj c!, dier theorie: herstel van het door Nedsrlaid's toadojn verbroken ecunjm sch evenw.C-it in N.-Ijdië, hem ongevallig l was. Maar tegen dé;e gevolgtrekking tcektnt bij bij voorbaat protest aan Zijn vijacd, zegt hij, is d-zelfJe als die der woordvoerders, di-> voor ladiëherstel vaa grieven eisc:ie,:i; er is al een verschil tusschen de tuijhu^.en, waaruit hij en zij huu wapens faaleu. Indië's recht mag mei worden geschonden, zoo luidt ook ziju co.uolus.i-, waarin alvast de van zijn zijde gew-chtige erkenning l gt opg«sloten, dat lud;C als zooianig, d. w. z. a!s een van IN ;derlaud oud;rscheideu gemeenschap, een euen recht hreft, | terwijl roarts uit de vooraf^«and3 erkonui-ig j van hjt bestaan van een vijand, tot witns b 1 strrjding zeker tu ghuis wapenen moet ver. sehaffjo, mag wordeu afgeleid dat, ook volgens hom, dit recht vau ladiëniet naar behooren ontzien wordt. Maar hoe stelt hij zich de zaak nu verder voor? Het moet uil ziju, zegt hij, met iedere politiek d e ladiëals vermogeLSObject vaa Nederland hanteert. Dach met die politiek is het al lang uit, om dj eenvoudige reden, dat de indiscae ci'.roen is uitgeperst en dus ais vermogttusobj :cl alle waarde verloren heeft. De vraag, waar het om gaat en waarover dewojrdvot-raers, wier nobele bedoel ng de heer L vy wel zoo goed is te erkennen en te waardeereij, zich warm maken is df ze: of, nu de groote meerderheid van het nedi-rlandsclie vo!k met, Mr. L?vy toageeft, dat de politiek, die In(: als <en vermogen-subject van lud hanteer ie, verwerp lijk, onrechtvaardig waf, Nederland niet zedelijk verplicht is om, met upoff.-niig zo'j uoodig van de teu koste van Lid u reeds verkregen voordeelen, den onvoldoenden ecouom sch';u toe stand die in Indi«, als gevolg van die onrecht vaardige toestand ontstaan motst en dan ook on'ste.an is, te verbeteren? 0;) die vraag geeft M-.. L'-vy geen antwoord en zoolang zijn stilzwijgen voortduurt missen de verzekeringen van zijn goede j^eziadlieid nop ns Indiëalle wezenlijke beteekeiiis. Ik pa verder en metn dat die gezindheid hem de f licht had opgelegd, om, naast zijn bestrijding der pogingen om voor JJederland's verplichting tegen over ludiëeen aannemelijke constructie te vinden, duidelijk aan te geven hoe dan nel, d. i. door welke daden zijns inziens van die gezindheid behooreu te blijken. Door dit, te verzuimen, speelde hij rechtstreeks in de kaart dergenet, die, minder go-d gezind dan hij, vau zijn argumenten tot wederlegging der eetescbuldtlieorie, gretig gebruik zullen maken om zich van ke veipiichting vrij te pl;iten. Het, beeft daarom zijn nut, de waarde d;er wederlegging te onderzoeken. Blijkt zij gering, dan kau, m afwachting van de wellicht betere constructie, die Mr. L^vy ongetwijfeld in p iio L et f t, de fe.-escbuld.-theorie iu lüdiö'a belang gehaLdhaafd blijven. H«t door Mr. Lfvy tegen die tltforie geopperd en breeii-Uitgemeten Deswaar is, dat zij m strijd zou zijn met de grotdwet. Deze tocS rak'rit de koloüiëa ea bsjsittingea tot deeldn van Let grondgebied des rijks, miar kent aan haar geen autonomie toe. Daarom kunnen zij ook geen autonomie bezitten, ergo geen vermo;'eiisobj'cten zijn. Eu daar Let. nu, voor het geldeud maken eeuer vordering 10 jctiakthjk is, dat er een VLI Vetgil. DJ Eereschuld" in De Amst'.rJamuier van i!) December 19 l, 5, 12, 19, 2G Januari en 5 Ftbruan 1902. mogenssu'iject zij, kan van een eisch tot. kwijting eener schuld, door een Nederlandscbe kolonie iu te stellen tegen het moederland, nimmer sprake wezen. Aldus, iüdif-n ik goed begrepen heb, de redeaeeniig vau M-\ Livy. I.< meeu te mogen vra;re), waw geschreden s'aat, dat de grondwet, voor Oüderdeele.n des rijks, de eenige bron is van autonomie. Ik kan de bepaling niet vinden, en, mocht zij bestaan, | dan zou de werkelijkheid mst haar iu den , hevigste» s'rijd zijn. A'leen op Java en Madoera ' treft men een dertig-duizend inlaud.-che gemeen ten aai,, vau welker autonomie de grondwet m t [r-rii woord rept en die nochtans se portent assez-bien. Had de heer CremcT beter op ziju tijd gepust, mist-c'iien dat, m?t de decetitraiisatie van h-1, bes'uur, ook de gewestelijke autonomie iu l 'd liaar blijden intoclit reeds gevierd had. l LI Surmame zetelen zelfs Koloniale Staten, rcclrsireeks eeko«u door stemg-RCitigde iugezeti'ueu, d-cliiemcud aan de wetgeving en invloed oefenend op het bestuur der kolonie. Zoo (Ji'nr als op Curtp-io en nabij gelejieu eilaiid :n wor den zelfstandige organisaties aangetroff-n, met ; uam n in de re^eeriogsr gleinen'.en geiio.ml: | WK'e schapp-u, wijken, gemeenten, districten, ge'ieele eilanden, en toegerust met zooveel autonomie als den kolonialen wetgavers goei ? dunkt haar te verleeuen. Waarlijk, indien ik i schuldig sta aan poging tot coup d'état, indien ik deswege, om met, Dr. Kuyjer te, spreken, op de bauk der zon Jam heb zitting te neinev, dan zal ik daar iiiet alleen zitten, maar mij in oppsrbest gezelschap bevinden! Ten ai.ileic: het verband tusschen autonomie en vermogensrecht -lijke zelfstal d,gheid ontsnapt mij. Stel dat oo'i in het, moederland alle auto nomie werd cpaeheven en zoowel bestuur als wetgeving gfcoi.centreerd iu do handen van een verlicht det-poat, zou dau daarin de de //burgerlijke rec'Jt,^('apac.te.t" van d.-n vaderlandschen staat komen te vervallen? Nie nand die dit ge;oo?en zd. Maar waarjm dan die capaciteit vastgekoppeld aan de autocomie ? Waarom niet erkend dat de wet aan elk onderdeel des rijks, dus ook aan de kolojiëj of aan geleelten van koloniën, de rechtspersoonlijkheid kau toekennen, noodig om vermogensrechten te schragen? Of de wet dit ten aanzien van N.-Indjë, hu-ten dj mlandsehe gememten, gedaan heeft, laat ik thans buiten be<ch -uwirg, ik vraag alleen: of zij het niet zou ki'unen doen? Ei ddijk: wat bet.ceker.en hier al deze juridisc ie hsaikloverijen ? Alle verwijtm, van mij aan staat.srechterlijke ketterij, aau misvatting, aan schromelijke vergissing, aan revolu'ie-prediking en staits0'reep-verdediging te hebbenschuldig gemaakt, moeten, hoe onverdund overigens, mij voorbij f;aan, omdat ik bij het ontwerpsn der ecretc'iu'd-theorie nitt aLtea mij niet op een staatsrechtelijk standpunt gesteld heb, maar ook uitdrukkelijk verklaarde, dat ik mij er niet op plaatste. Nitt op geschreven rechtstitels grondde ik Indië's eiscü, maar op die hoogere wet, die men de wet der eer en der eerlijkheid noemt. Het was g t-n juridisch prooleem dat, ik stelde, maar een ethiscli-iconomisch. Di', uit het oog te hebben verloren is Mr. L^y's //schromelijke vergissing" geweest. (Slot vo'gt). C. Tu VAN DEVENTER. een zacht ruischsn omhoog naar het krachtig akkoord in de etherische lucht. De tonen zwegen... De klanken smolten weg, al meer en meer heer.ichte nachtelijke stilte, lang nog weerkaatste de verwarde, verflauwende echo als de trilling va-i een onzichtbaar gespannen koord... la de huizen doofden de vuren uit. de kerkvei.sters straalden. Het land maik'e zich geread om weder te ver kondigen het ou'ie bondiwoord vau de over winning d.jr wereld, vaa liefje en broeder schap .. D: grendels knarsten in ds donkere deuren ven he.sonibjre geliouw. Een halt p loton soidatej, de wapens kletterend in de duisternis, kwam de wacht tfl > sen. Ze hiolden bij den look sul; uit de zwarte menschengioep k*am iemand te voorschijn; de vorige schildwacht verdween in da onbestemde, donkere ma?ea. .. flut peloton zette zich opnieuw in beweging langs den hoogen gevarigeijsmaur. lijn der h.cUildAachten was een jon g rekruut: zijn houiü.g verried nog zijn h lerecheaf koms'; op zijn gelaat lag dirf uitarukuiüg van groole inspanning van een nieuweling welke zich voor d.; eerste mail op oen verant-AMordelijken post vind. Hij ptotd met bet g*i;aa* naar d«n muur, liet zyn geweer zakken, deed twee passen, en een haNe wendi g makend raakte zijn schouder dien van deu af,,elo»ten .'chiliwacht aan. Deze keerde zich om en sprak op barschen toon. -? Van een hoek tut f en hotk... tijken.». niet slapen oi rlroomen ! Dd gryze oogen van den rekruut zagen hem angstig aan Begrepen ? Ja! ET pas op! h rnam de soldaat streng, toen t-prak hij vriendelijker: Wees maar niet hang, 'i'addeus ! Bang ? vroeg de recruut, daarna voegde hij er peinzend aan toe: Kameraad, hst is of ik een f-teek in 't hart voel... Deze openhartige bekentenis die bijna kin derlijk klonk uit een soldateiimond, deed den an;er glimlachen. Daar ligt j 3 moeders dorp ! zei hij minachtend en spijtig, toen kommandeerde hij op barschen toon : Orer, geweer ! Voorwaart*, marsen ! H 'gelnmtige Voetstappen weerklonken, de ' waodt verJween o» den boek. De schildwacht wierp het geweer op schouder en liep zacht langs den muur op en neer... Eeii mislukte hofmakerij. De reis van prins Heinneh, den broe der van den DuitsclieüKeizer, naar de Vereenigde Staten, heeft aanleiding gege ven tot diplomatieke onthullingen, die de Engelsche regeering een zeer treurige figuur laten maken. Sedert geruimen tijd vertoonde zich in de Engelsche pers, en niet het minst in die welke door de regeericg wordt geïnspireerd, het streven om den Amerikanen te doen gelooven, dat het de regeering van Groot Brittanniëis geweest, die hen' heef;, behoed voor eene uropeesche coalitie tijdens den oorlog op Cuba. Het paste natuurlijk geheel in de politiek vaa Engeland, dat zich thans bij gebrek aan beter een gelen bond genoot heeft moeten zoeken, den verren neven aan de overzijde van den AtlanBij den laatslen galmenden slag kwam er bew ging in de g-^van enis. Gewoonlijk veriiep n de lau»i« cachtöii daar sooibtr en droevig. O af<iienba;e rijen grijs gnkieede rr.entchen liepen twen aan twee door de la'ige gang, die raar de kerk voerde met de ver L:ute vensters. Ze sloegen rechts en links af ; enkelen gingen de trap op. arderen daa-Men ; van tijd tot tyd weerklonk h si kletteren van wapenen ea het rammelen van ketenen. In de ruiuie keik ver dween de gr.,ze ^rocp i-i getraliede hokken, toen werd a'les stil. Voor de laraen zag men ijzeren staven . .. Het gebouw was leeg TVch bevonden zich in de vier kleine ronde torenca'len vier eenzime gevarges.cn. Sjmber liepen zo heen en w-;er; nu «n d-i'i mijterden ze met het oor aan óe, deu'' o.a hegoerig klankon oji te vangen van het fcerk^ezang dat tot hen oj.s'eeg. .. In een dei- gemeenschappelijke zalen lag een zieke op een veldOeJ. Zijn b waker was hem genaderd toen de gevangenen zich raar de keik bagaven, en zich over hem hejn buigend, zag hij i,i du braiidüjide. vreemd glanzende oo^en die vooi zich uitstaw-ien. Ivan... l»ai: ! ik-p de bewaker tot den zieke. D: g van,iene wendde het hoofd om, mom pelde iets oivers'aar.bairs. D<; ste:m klor.k rauw; de droge lippen bewogen zich moeilijk. Mjrgen naar t hospitaal ! beval de man ; bij ging naar de deur en bleet «taan. Oplettend keek hij den koortslijder aati en schudde 't hoof J. Zoj'n vagebond ! De kerel heeft zich zeker t-i veel vermoeid ! Ei overtuig! den gevangene daar veilig te kunnen achterlaten, liep de be waker de gang d >or n^ar de kerk. B:j de geoperde diïur hield bij stil om naar den dienst te luisteren en knielde neer om te bidden. Van tijd tot tijd klonk de stem van den zieke door het verlaten vertrek De man was nog jor,g; bij scheen krachtig en forsch. Hij sprak verward, ijlend over hatgeen onlangs was gefcbied; een uitdrukking van onbeschrijflijk lijden misvormde zijn gelaat. Wree l had het lot hem bespot. Duizend wersten had hy afgelegd, door hosschen en bergketons dringend, ontberingen lij 'end en du:zen«len gevaren trotseerend. E -n vurig verlangen achtervolgde hem, bij werd bezield door de | hoop zijn geboortegrond terug te zien : over ' a maand... over a week ... zou bij leven , met de zijnen ... daar . .. daar was het wegje !'' Op honderd wersten afstand van zijn geliefd dorp ]«g bij in de gevangenis. tischen Oceaan aan het verstand te bren gen, dat John Buil en Jonathan, niette genstaande alle veeten en twisten, niette genstaande het zeer aanzienlijke contingent van Ieren, Duitschers en andere zeker niet-Anglophile elementen in de bevolking dei Vereenigde Staten, waren, of althans dienden te zijn als »twee zielen, gluêde aaneengesmeed, aaneengeschakeM en ver bonden." Een schoon onderwerp om op te fantaseeren : jammer alleen, voor Enge land, dat bij die fantasie de werkelijkneid wat al te veel is terzijde gestel-j. Op den lOden April 1898, toen de oorlog tustchen Spanje en de Vereenigde Staten onve. mijdelijk scheen, had de Spaansche ge/iant te Washington aau de Ainerikaansche Regeering eene nieuwe nota overhandigd, in w?lke Regeering te Madrid alle eischen, op J na inwilligde; men mocht verwachten, dat deze conciliante huud.ng niet zonder invloed zou blijven op den loop der zaken. Deze nota was ter kennis gebracht van de te Washington geaccrediteerde diplomaten, maar niet open baar gemaakt en ook niet aan het Con gres medegedeeld. Waarschijnlijk heeft de Amerikaansche Regeering gemeend, dat de hartstochten reeds te veel waren opge zweept om terug te gaan, of heeft zij den oorlog, ofschoon niet onvermijdelijk, toch noodzakelijk geacht. Hel, corps diplomatiqm te Washington gtond niet onder den invloed van dergelijke overwegingen en kon dus bescheidenlijk eene poging wagen om den vrede te behouden. Met dit doel werden de vertegenwoordigers der verschillende groote mogendheden op 14 April 1898 ten huue van den Britechen gezant, L rd Pauncefute, bijeengeroepen. Eyne loffelijke poging voorzeker, of schoon men zich, zelfs bij htt indienen der meest heft'-! ij ke en bezadigde nota, blootstelde aan et-ne hooghartige weigering van zulk eene «ongevraagde en ongewenschte inmenging." Maar met do be scheidenheid, die nu eenmaal het kenmerk der Engelsche politiek is, hebben de E-ifeischen z.ich, bij monde vau den New'orker Tunes correspondent, laten vrijplei ten van dergelijke edele, maar ietwat Don Quichotterige bedoelingen. LordPaunc 'b e ?o) veinemen wij, had de vergadering alleen bijeengeroepen als doyen van het corps diplomatigtie, en wel op verzoek van een vau zijn collega's (van wien, wordt niet gezegd) Hij had zich zelfs verzet tegen het op die bijeenkomst genomen besluit- waaraan trouwens geen gevolg is gegeven dat door de Europeesche mogendheden stappen zouden worden ge daan om eene oorlogsverklaring te voor komen, die in het door den Franschen gezant vertaalde stuk «ongerechtvaardigd" werd genoemd. De Tunes correspondent wil er niets van hooren, dat Lord Pauncefote de edele, maar ondankbare rol van OBgewe::scht bemiddelaar zou hebben ge speeld. Integendeel, de Engelsche gezant is persoonlijk altijd een voorstander geweest van non-interventie. Het zijn de verte genwoordigers van andere mogendheden geweest, die getracht hebben, der regeering te Washington den voet dwars te zetten. Conclusie: de Vc-reenigde Staten hebben reden tot groote dankbaarheid aan Enge land, dat door zijn' optreden eene uro peesche interventie heeft voorkomen. Het is wel bevieemdend, dat de Engelsche regeering deze aanspraken op de dankbaar heid der A merikaansche natie bijna vier jaren lang heeft, het verzwegen en ze eerst thans, door een onverantwoordelijk orgaan, doet gelden. Klaarblijkelijk zat haar de reis van prins Heinrich naar de Vereenigde De titem klonk duidelijk r u. De oogen van d-m vagebmd we-den grooter, de ademhaling kwam g~0ijk«r. Vertroostende visioenen ver koelden het brandende hoofd. . .. Het woud rutscht. Voor hem is dat ruischen een jubelend vryheidslied ... Hij kent de stem van eiken boom uit liet bosch. Het dichte, donkere loof der sta'.iga pynboomen fluistert hoog, heel hoog, sleepend en echoënd. De teere, vreesachtige blaren der populie; en ritselen, lang zaam p'ooien de buigzame takken ... De vogels jubelen, de beek stroomt wild door de steen achtige spleten en ongezien door de Tajka 1) be woners verborg hij zicb in 't dikst van het woud De zifke voelt den bergwind langs z'ch strijken. Hij richt zich diep zuchtend op. Ivjn heldere uitdrukking licht in zijn oogen Hij komt tot bezinnirg. De vsgjbond, gewend te zwerven ziet vcor hem een ongewoon ver schijnsel : de deur is gefloten . .. E^n hevige schok doet zijn gansch» organi-me schudden. Een heldere ttraal dripgt klaar door den cha s zijner gedachten : bij is alleen ! En de deur is ges'oten ! Eén oog«r,blik was hij weder vrij geweest. De oogen gloeiden rti koortsig: onafgebroken staarden z«. Een d.-ur werd geopend door iemand die de kerk verliet.. . Zacht en welluidend drongen de tonen van een gezang tot hem door, toen heerschtB opnieuw stilte. Een zachte uitdruk king g1 ij d t over hef bleek gelaat; de oogen worden beneveld Hij ziet weder zijn gelief koosd droombeeld, de pijnboomen met da donkere takken zich buigend over de oude kerk van zijn geliefd dorp ... de groep lands lieden, hij hoort dit zelfda gezang. . . bij hsast zich veort op dea weg om zich bij de zijnen te voegen .. Intus-chen li^t de bewaker bij de kerkdeur biddend gekribd. De j mge soldaat loopt met zijn geweer langs dn muur. De i:ren kruipen e?ntor,ig voorbij; ver strekt het veld z ch uit dat onlangs van onder de sneeuw (e voorschijn is gekomen De lichte wind strijkt langs he.n heen, de soldaat is droef te moede. De jonge schildwacht houdt stil bij den muur, zet zijn geweer op den grond en met het hoofd steunend op de handen die op den loop rusten, staat bij in diep gepeins verzonken. Hij kon zich niet goed voorstellen »aarom hij hier was in dezen plechtigen feestnacht met een geweer 1) Tajka Siberisch botch. Staten in den weg, en zocht zij naar een middel om den invloed daarvan te neutraliseeren. De bom is echter verkeerd gebarsten. Wel waren reeds in eenige Fransche en OostenrijKsche bladen pro testen opgegaan tegen de scheeve voor stelling van den Times correspondent, maar het officeele démenti ontbrak nog. E u dit is nu op afdoende wijze geleverd door de Duitsche regeering, die in den Reichs-Anxeigerde dépêche heeft, geplubliceerd, welke haar gezatil te Washington, de heer Von Holleben, onmiddellijk na de conferentie van 14 April, naar B.-rlijn heeft gezon den. De heer Von Holleben zegt daarin, dat de Engelsche gezant nn sehr auff-'ilhyer Weise' het initiatief heeft genuiuen tot den stap, die thans door de Times aan n of meer der andere ambassadeurs wordt toegeschreven, en dat hij zelf de heer von Holleben zich legende inmen ging of het protest had verzet. Het offi-jieele Duitsche orgaan deelt verder mede, dat keizer Wilhelm de houding van zijn ge zant volkomen had goedgekeurd, en ge weigerd had nieuwe stappen bij de regeering der Vereeuigde Staten te doen. In het Ltgerhuis heeft Lord Crariborne namens de regeering eene interpellatie over deze zaak beantwoord. Het was hem niet mogelijk, de officieele mededeelingen der Daitsclie regeering tegen te sproken. Hij heeft zich trachten te redden door de bewering, dat Lord Pauncefote op eigen gezag en niet volgens de instructie.! zijner regeering had gehandeld, met andere woorden, hij heeft den E 'gelechen gezant gedé-avoueerd op een wijze, die het voor dezen waarschijnlijk noodig zal maken, ziju koff-!is te pakken. De Times heefc de onbeschaamdheid thans aan de Duitsehe regeering een verwijt te maken van de openbaarmaking van «vertrouwelijke diplomatieke docu menten". Wie is hier onbeschaamd: degeen die willens en wetens leugens veiteh, of degeen die door die leugens uitge laagd en in een onjuist licht gesteld, de ware toedracht der zaken mededeelt, al maken anderen daardoor een pover figuur? Wij zullen natuurlijk de laatsten zijn om Lord Pauncefote, hetzij hij op eigen gezag of met medeweten van zijne regeering heeft gehandeld, er een verwijt van te maken, dat hij getracht heeft een oorlog te voorkomen, die zeker nitt onver mijdelijk was, en dus, bij de cucciliante gezindheid dei Spaansche regeering, ook niet gerechtvaardigd. Het incident werpt echter een schril licht op de dubbelhartigheid en onoprechtheid der Eogelsche staatkunde, die de benightcd foreiyners werkelijk voor wat te caï-.'f aanziet. Iu elk geval is door deze totaal mis lukte campagne het tegenovergestelde be reikt van wat zij bedoelde. Kleine mooi lijkheden, zooals die tusschen het Duitsche en Amerikaansche eskader in de wateren van Manilla, verzinken tegenover eene zoo grove verkrachting van de waarheid in het niet, erJ het eenige efTjct van dezen diplomatieker! flater zal zijn, den broeder van den Duitschen keizer eene nog warmere ontvangst te verzekeren, dan waarop hij reeds mocht rekenen. Oorlogszwendelarij in Engeland. Sometiiing in rotten the Slntf. . . ." HAMLET. Hat Engelsche publiek houdt zich thans bazig met nieuwe schandalen in betrekking tot den Zuid-Afrikaanschen Oorlog. Hoe dik wijls reeds hield het zich met zulke zaken bezig ! bij den muur en voor zich een verlaten veld. Hij was een echte- moej ;k ; ook was zijn bijnajm de dorpeling" niet onverdiend. Hij was grond bezitter, hai z'n eigen veld ... de voortdu rende onophoudelijke vrees bij eiken stap en elke beweging bele.ten den knatp den strengen dienst behoorlijk waar te nemer. Maar op dit oogenblik is hij alleen. . . Het verla'en landschap strekt zich voor hera uit en geliefde droombselden vertoonen zich aan z'n ) oog. Hjj ziet weder zijn dorp waardoor de ' wind suist en de kerk met de verlichte vensters en de donkere kruinen der pijnboomen wiegend over de kerk. Van tijd tot tjji ontwaakt hij even ; dan kornt er een verwarde vragende uitdrukking in j de grijze oogen. Waarom staat hij daar met i een geweer bij dien muur ... De werkelijkheid dringt tot hem door maar weldra voert de onrustige nachtwind hem in h:t droomouland terug en de soldaat peinst voortgelem.d op zijn gewf er . . . Dichtbij de plek waar de schildwacht staat verschijnt een zwart voorwerp : het is 't hoofd van een man... De vagebond ziet het u'tgestrekte veld en de nauwelijks zichtbare lijn van het verafgelegen woud ... De frissche Lac'jtlucht vergroot zijn leed ; bij smacht naar vryheid. Hij daalt en glijdt zacht langs den muur . . . De juichende echo van het klokgelui verstoort de nachtelijke stilte. De stcet verlaat de gevangeniskerk ; het welluidend gezang golft door de ruimte. De soldaat zuchf, richt zich op, licht de mats op om een kruis te slaan ; hij vouwt de handen voor het gebed... De vs>gebond heeft den grond bereikt en verdwijnt in 't lange gras. Halt, halt ! . . . schreeuwt de schildwacht ; van schrik zwaait hij met 't geweer. Wat hij vreesde, wat heat tegen de borst stuitte, waar voor bij sidderde wordt thans werkelijkheid, cu hij die grij&o gedaante ziet vluchten. Bet is je plicht, schiet l" suist het in den geest van den soldaat ; hij legt het geweer aan en de oogen sluitend, vnurt hjj . . . Boven de stad zweven opnieuw welluidende klanken, opnieuw slaan de klokken, vermengd met de zuchten van -een gewonden vogel. Achter den muur jubelt w\jd over het veld 't zegevierend gezang: Christus is opgea'aan l" Een tweede geweerschot weerklinkt ; droevig herhaalt de echo het o /er de verlaten vlakte ; dan sterft het weg . . .

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl