Historisch Archief 1877-1940
i No. 1287
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD TOOR NEDERLAND.
spreken, dat zij (man denke) op weten
schappelijke vragen kunnen antwoorden.
Ja, bet wordt nog mooier. Z>j bezitten den
«wijden blik op alle wetenschappen." De
losers va« de »Groene" kunnen gerust zijn,
zegt de heer B.
Laten wij even ernstig bliiven. »Wijde
Mik op alle wetenschappen" is een vrij
eldzfuire gaaf, die niet alleen Dr. Barger's
kennissen onder de ingenieurs en chemici
missen ; maar ook aan de meeste leeken
en vakgeleerden ontbreekt. Het is echter
een eerste eisch voor den bibliothecaris.
Blijkens zijne mededeeling dat alle beambten
aati de Amaterdamsche bibliotheek dien
wijden blik zouden hebben, wat natuurlijk
uit mand gelooft; begrijpt Dr. B. kennelijk
zelfs niet, wat de uitdrukking beduidt.
Of' de beambten in bibliographische
kennis achterstaan bij een goeden
boekhandelbediende weet ik niet te zeggen.
Ik heb tooit een boekhandel bediende ont
moet die zijn vak verstond. Moeten de
beambten aan een bibliotheek met hen
vergeleken worden, dan stelt men zijn
idfeaal ook niet hoog.
Hulp van die ambtenaren verwacht ik
dau ook niet. Dd eepige, die ik zou wenschen,
kunnen zij mjj niet geven: het aanreiken
van do boeken die ik verlang en die er
niet zijn.
Mijn aanmerkingen op den catalogus
betroffen verregaande slordighed-en in den
alphabetischen, belachelijke indeeüng in
deu isysteruatiechen. Ik ging er niet op in,
omdat een catalogusbespreking te technisch
is en te veel plaatsruimte vordert. Leem
ten door tijdelijke verplaatsingen bedoelde
ik natuurlijk niet. Het is opmarkeüjk hoe
weinig dr. B. vau mijn stuk schijnt te
begriipen.
Wanneer romans aangevraagd worden,
blijkt de behoefte van uitleeiiing te bestaan.
Het dan toch niet te doen, vloeit voort uit
het kleine clubjes-idee. Oppenheim, d.w.z.
?een boek, dat velen wenschen te gebruiken,
dat slechts in a exemblaar aanwezig en
in den boekhandel uitverkocht is, aan n
.persoon ten gebruike af te staan, blijft
belachelijk. De anderen kunnen zich 't boek
zelf niei aanschaffen en nu zelfs niet
taelaan op de bibliotheek (Qppenheim is in
misschien nog sterkere mate een boek om
na te slaan dan om te lezen); maar n
mau heeft het en kan het in zijn boeken
kast zetten en daar b.v. ongelezen laten
staan. Heerlijke toestand! Het verheugt
mij, dat er thans een tweede exemplaar
aangeschaft is en dus het wanbegrip, dat
de beambten in deze zaak toonden, hier
althans geen schade meer doet.
Naar de zolders vol ongecatalogiseerde
boeken ben ik herhaaldelijk verwezen, toen
ik tevergeefs in den catalogus boeken zocht,
die naar ik met zekerheid wist in een aan
de stad nagelaten boekerij te vinden waren
Dat te midden vaneen partij werken, die
?moeielijk te raadplegen" aijn, een
anti?quaar een boek spoediger vindt dan een
beambte der bibliotheek in welke het boek
thuis hoort, vindt de heer B. natuurlijk.
Dit is de scherpste yeroordeeling, die nog
over de bibliotheek is uitgesproken. Anti
gua/en kunnen mogelijk, schijnt de heer
. te denken, van boeken iets afweten; de
aangestelde beambten weten in hunne
?eigene biöotheek va» heg uoch steg.
Mee be&Oöft mij aog niet zeer aanddchtig
gelesefl te h«bben,owi de holheid der laatste
?opmerkiag van den heer B te doorgronden
«a te begrijpen, dat ik aanmerking maakte
«rer het vele dat afwezig was; allerminst
verwijdering: wensehte va» het weinige dat
«r is. Dr. B. moge i a «ij n voorliefde beperkt
«ijfi; zijne meening dat ieder ander het, zij
het dati op andere wijze, ook moet wezen,
zou doen denken dat de omgang met de
beide hteren, over wie hij het in dezelfde
alirea heeft, niet zeer ontwikkelend op hem
heeft gewerkt. Van hst begin tot dit slot:
n gemis aan ruimte van blik.
Hoopt de heer B. ten slotle,' zooals hij
Hog meedeelt, werkelijk dat het aantal be
zoekers zal toenemen, d.w.z. wenscht hij
den aankoop van boeken aan een grondige
herziening te onderwerpen en is hij niet
UlMMtlUIHIIIIllllllllmlIllllllllllllltMftllUmlllllllllIIIEIIIIHIl
IN M MCHT VAN HET LEHTEFM,
'haar het Bii-,sisch, van K. KOEOLEKKO,
DO>.-R
A.NNIE BE GHAAFF.
Het was ia de paaschweek va i hef jinr 1897.
De donker* .avond was reeds lanx gedaald
op de siillrf aarde. De grond, overdag verhit,
tu zacht verkoeld door den nL-schen lucht
stroom vaa een lentenacht, scheen uit volle
borst te zuchten.; vaa deze zucate , spelend
ia de s>traleu van den statigen tintelenden
Hta.T6nL.enje) bleven witachtige nevels bang-ea,
kronkelend ais d« rook vau een wierookvat,
opstijgend, tegemoetgaand het Ie» tefees .
Doodsche btilte. De kleine hoofdstad bewnaid
door de nevelachtige koelte, wa"htte zwijgei/d
tot de eerste slag zou weerklinken vau den
boogen kerktoren. Ma*r in de tc:iaduw d.ir
Btiliöontvolkte stralen wer.d in spanning ge
luisterd. Van tijd tot tijd ging een werkman
voorbij, die zich verlaat had, voor wien het f^est
nauwelijks bestond na den z «ra-en afmatte den
arbeid; nu en dan weerklonk het ratelen vau
rütuigiFzelen dan opnieu» doodsche stilte...
Het leven bad zich naar de huizen gebaast,
naar de ryke paleizen en nederige stu fin ; de
vensters ain dn straat waren veriich'. Boven
de stad, boven de bergen, bo?en de gantche
a»"de verkondigde hst tuizen van den w.nd
het r-aierende leest der opstanding en weder
geboorte ....
De maan steeg niet aai den hemel; de stad
lag in e breede schaduw van dan berg waa-op
een groot, sombe? gebouw stond D : vreerade,
rechte, strenge lijnen teekendan zich z^art af
tegea het sterrenazuur; de zwarte deuren
waren nauwelijks zichtbaar, gapend in de duister
nis der donkere muren, vier hoekige torens
dnorboardefl d.e lucht met hun scherpe spitsen.
Da e ar* te galm M de slag weerklonk dour da
fijne luc-ht v»o den drooaiangen nacht een
tweede < een derde... Ds klokkentonen
verepreidden zich zingendan golven i; de geluiden
wonden zic'i samen in machtige, vreemde har
monie:», licht wiege; d en kronkelend... In
het awwte gabouw, in de donkere etad steeg
in staat hierin op eigen krachten te bouwen :
hij toone zijn goeden wil metterdaad en
legge op een duidelijk zichtbare plaats een
klachten boek neer.
Dau zullen de bezoekers er wel in neer
schrijven wat aan da inrichting, die onder
zijn beheer staat, ontbreekt.
CERTAMENTE.
De Hoogsta Wet,
i.
O "schoon Mr. Levy niet min If-r dan zes lange
artikelen heeft geschreven over de staatsrech
telijke en ti ia-icieele verhouding tussciien
Nsderland en laaie 1), is hè' mij no^ met duulehjk
geworden, welke nu zijn practische conclusiëj
zijn. De groote moeite die liij z.ch g :eft o<n de
eereachuld-theorie te bestrijden zou doen deu
ken, da het obj c!, dier theorie: herstel van
het door Nedsrlaid's toadojn verbroken
ecunjm sch evenw.C-it in N.-Ijdië, hem ongevallig
l was. Maar tegen dé;e gevolgtrekking tcektnt
bij bij voorbaat protest aan Zijn vijacd, zegt
hij, is d-zelfJe als die der woordvoerders, di->
voor ladiëherstel vaa grieven eisc:ie,:i; er is
al een verschil tusschen de tuijhu^.en, waaruit
hij en zij huu wapens faaleu. Indië's recht mag
mei worden geschonden, zoo luidt ook ziju
co.uolus.i-, waarin alvast de van zijn zijde
gew-chtige erkenning l gt opg«sloten, dat lud;C als
zooianig, d. w. z. a!s een van IN ;derlaud
oud;rscheideu gemeenschap, een euen recht hreft,
| terwijl roarts uit de vooraf^«and3 erkonui-ig
j van hjt bestaan van een vijand, tot witns b
1 strrjding zeker tu ghuis wapenen moet ver.
sehaffjo, mag wordeu afgeleid dat, ook volgens
hom, dit recht vau ladiëniet naar behooren
ontzien wordt.
Maar hoe stelt hij zich de zaak nu verder
voor? Het moet uil ziju, zegt hij, met iedere
politiek d e ladiëals vermogeLSObject vaa
Nederland hanteert. Dach met die politiek is
het al lang uit, om dj eenvoudige reden, dat
de indiscae ci'.roen is uitgeperst en dus ais
vermogttusobj :cl alle waarde verloren heeft. De
vraag, waar het om gaat en waarover
dewojrdvot-raers, wier nobele bedoel ng de heer L vy
wel zoo goed is te erkennen en te waardeereij,
zich warm maken is df ze: of, nu de groote
meerderheid van het nedi-rlandsclie vo!k met,
Mr. L?vy toageeft, dat de politiek, die In(:
als <en vermogen-subject van lud hanteer ie,
verwerp lijk, onrechtvaardig waf, Nederland niet
zedelijk verplicht is om, met upoff.-niig zo'j uoodig
van de teu koste van Lid u reeds verkregen
voordeelen, den onvoldoenden ecouom sch';u toe
stand die in Indi«, als gevolg van die onrecht
vaardige toestand ontstaan motst en dan ook
on'ste.an is, te verbeteren?
0;) die vraag geeft M-.. L'-vy geen antwoord
en zoolang zijn stilzwijgen voortduurt missen
de verzekeringen van zijn goede j^eziadlieid
nop ns Indiëalle wezenlijke beteekeiiis. Ik pa
verder en metn dat die gezindheid hem de f licht
had opgelegd, om, naast zijn bestrijding der
pogingen om voor JJederland's verplichting tegen
over ludiëeen aannemelijke constructie te
vinden, duidelijk aan te geven hoe dan nel,
d. i. door welke daden zijns inziens van die
gezindheid behooreu te blijken. Door dit, te
verzuimen, speelde hij rechtstreeks in de kaart
dergenet, die, minder go-d gezind dan hij, vau
zijn argumenten tot wederlegging der
eetescbuldtlieorie, gretig gebruik zullen maken om zich
van ke veipiichting vrij te pl;iten.
Het, beeft daarom zijn nut, de waarde d;er
wederlegging te onderzoeken. Blijkt zij gering,
dan kau, m afwachting van de wellicht betere
constructie, die Mr. L^vy ongetwijfeld in p iio
L et f t, de fe.-escbuld.-theorie iu lüdiö'a belang
gehaLdhaafd blijven.
H«t door Mr. Lfvy tegen die tltforie geopperd
en breeii-Uitgemeten Deswaar is, dat zij m strijd
zou zijn met de grotdwet. Deze tocS rak'rit
de koloüiëa ea bsjsittingea tot deeldn van Let
grondgebied des rijks, miar kent aan haar geen
autonomie toe. Daarom kunnen zij ook geen
autonomie bezitten, ergo geen vermo;'eiisobj'cten
zijn. Eu daar Let. nu, voor het geldeud maken
eeuer vordering 10 jctiakthjk is, dat er een
VLI
Vetgil. DJ Eereschuld" in De Amst'.rJamuier
van i!) December 19 l, 5, 12, 19, 2G Januari
en 5 Ftbruan 1902.
mogenssu'iject zij, kan van een eisch tot. kwijting
eener schuld, door een Nederlandscbe kolonie
iu te stellen tegen het moederland, nimmer
sprake wezen.
Aldus, iüdif-n ik goed begrepen heb, de
redeaeeniig vau M-\ Livy.
I.< meeu te mogen vra;re), waw geschreden
s'aat, dat de grondwet, voor Oüderdeele.n des
rijks, de eenige bron is van autonomie. Ik kan
de bepaling niet vinden, en, mocht zij bestaan,
| dan zou de werkelijkheid mst haar iu den
, hevigste» s'rijd zijn. A'leen op Java en Madoera
' treft men een dertig-duizend inlaud.-che gemeen
ten aai,, vau welker autonomie de grondwet
m t [r-rii woord rept en die nochtans se portent
assez-bien. Had de heer CremcT beter op ziju
tijd gepust, mist-c'iien dat, m?t de decetitraiisatie
van h-1, bes'uur, ook de gewestelijke autonomie
iu l 'd liaar blijden intoclit reeds gevierd had.
l LI Surmame zetelen zelfs Koloniale Staten,
rcclrsireeks eeko«u door stemg-RCitigde
iugezeti'ueu, d-cliiemcud aan de wetgeving en invloed
oefenend op het bestuur der kolonie. Zoo (Ji'nr
als op Curtp-io en nabij gelejieu eilaiid :n wor
den zelfstandige organisaties aangetroff-n, met
; uam n in de re^eeriogsr gleinen'.en geiio.ml:
| WK'e schapp-u, wijken, gemeenten, districten,
ge'ieele eilanden, en toegerust met zooveel
autonomie als den kolonialen wetgavers goei
? dunkt haar te verleeuen. Waarlijk, indien ik
i schuldig sta aan poging tot coup d'état, indien
ik deswege, om met, Dr. Kuyjer te, spreken, op
de bauk der zon Jam heb zitting te neinev, dan
zal ik daar iiiet alleen zitten, maar mij in
oppsrbest gezelschap bevinden!
Ten ai.ileic: het verband tusschen autonomie
en vermogensrecht -lijke zelfstal d,gheid ontsnapt
mij. Stel dat oo'i in het, moederland alle auto
nomie werd cpaeheven en zoowel bestuur als
wetgeving gfcoi.centreerd iu do handen van een
verlicht det-poat, zou dau daarin de de
//burgerlijke rec'Jt,^('apac.te.t" van d.-n vaderlandschen
staat komen te vervallen? Nie nand die dit
ge;oo?en zd. Maar waarjm dan die capaciteit
vastgekoppeld aan de autocomie ? Waarom niet
erkend dat de wet aan elk onderdeel des rijks,
dus ook aan de kolojiëj of aan geleelten van
koloniën, de rechtspersoonlijkheid kau toekennen,
noodig om vermogensrechten te schragen? Of
de wet dit ten aanzien van N.-Indjë, hu-ten dj
mlandsehe gememten, gedaan heeft, laat ik thans
buiten be<ch -uwirg, ik vraag alleen: of zij het
niet zou ki'unen doen?
Ei ddijk: wat bet.ceker.en hier al deze
juridisc ie hsaikloverijen ? Alle verwijtm, van mij
aan staat.srechterlijke ketterij, aau misvatting,
aan schromelijke vergissing, aan
revolu'ie-prediking en staits0'reep-verdediging te
hebbenschuldig gemaakt, moeten, hoe onverdund overigens,
mij voorbij f;aan, omdat ik bij het ontwerpsn
der ecretc'iu'd-theorie nitt aLtea mij niet op
een staatsrechtelijk standpunt gesteld heb, maar
ook uitdrukkelijk verklaarde, dat ik mij er niet op
plaatste. Nitt op geschreven rechtstitels grondde
ik Indië's eiscü, maar op die hoogere wet, die
men de wet der eer en der eerlijkheid noemt.
Het was g t-n juridisch prooleem dat, ik stelde,
maar een ethiscli-iconomisch. Di', uit het oog
te hebben verloren is Mr. L^y's //schromelijke
vergissing" geweest.
(Slot vo'gt). C. Tu VAN DEVENTER.
een zacht ruischsn omhoog naar het krachtig
akkoord in de etherische lucht.
De tonen zwegen... De klanken smolten
weg, al meer en meer heer.ichte nachtelijke
stilte, lang nog weerkaatste de verwarde,
verflauwende echo als de trilling va-i een
onzichtbaar gespannen koord... la de huizen
doofden de vuren uit. de kerkvei.sters straalden.
Het land maik'e zich geread om weder te ver
kondigen het ou'ie bondiwoord vau de over
winning d.jr wereld, vaa liefje en broeder
schap ..
D: grendels knarsten in ds donkere deuren
ven he.sonibjre geliouw. Een halt p loton
soidatej, de wapens kletterend in de duisternis, kwam
de wacht tfl > sen. Ze hiolden bij den look
sul; uit de zwarte menschengioep k*am iemand
te voorschijn; de vorige schildwacht verdween
in da onbestemde, donkere ma?ea. .. flut
peloton zette zich opnieuw in beweging langs
den hoogen gevarigeijsmaur.
lijn der h.cUildAachten was een jon g rekruut:
zijn houiü.g verried nog zijn h lerecheaf koms';
op zijn gelaat lag dirf uitarukuiüg van groole
inspanning van een nieuweling welke zich voor
d.; eerste mail op oen verant-AMordelijken post
vind. Hij ptotd met bet g*i;aa* naar d«n
muur, liet zyn geweer zakken, deed twee
passen, en een haNe wendi g makend raakte
zijn schouder dien van deu af,,elo»ten
.'chiliwacht aan. Deze keerde zich om en sprak op
barschen toon.
-? Van een hoek tut f en hotk... tijken.».
niet slapen oi rlroomen !
Dd gryze oogen van den rekruut zagen hem
angstig aan
Begrepen ?
Ja!
ET pas op! h rnam de soldaat streng,
toen t-prak hij vriendelijker: Wees maar niet
hang, 'i'addeus !
Bang ? vroeg de recruut, daarna voegde
hij er peinzend aan toe: Kameraad, hst is
of ik een f-teek in 't hart voel...
Deze openhartige bekentenis die bijna kin
derlijk klonk uit een soldateiimond, deed den
an;er glimlachen.
Daar ligt j 3 moeders dorp ! zei hij
minachtend en spijtig, toen kommandeerde hij
op barschen toon :
Orer, geweer ! Voorwaart*, marsen !
H 'gelnmtige Voetstappen weerklonken, de '
waodt verJween o» den boek. De schildwacht
wierp het geweer op schouder en liep zacht
langs den muur op en neer...
Eeii mislukte hofmakerij.
De reis van prins Heinneh, den broe
der van den DuitsclieüKeizer, naar de
Vereenigde Staten, heeft aanleiding gege
ven tot diplomatieke onthullingen, die de
Engelsche regeering een zeer treurige
figuur laten maken. Sedert geruimen tijd
vertoonde zich in de Engelsche pers, en
niet het minst in die welke door de
regeericg wordt geïnspireerd, het streven om
den Amerikanen te doen gelooven, dat
het de regeering van Groot Brittanniëis
geweest, die hen' heef;, behoed voor eene
uropeesche coalitie tijdens den oorlog op
Cuba. Het paste natuurlijk geheel in de
politiek vaa Engeland, dat zich thans
bij gebrek aan beter een gelen bond
genoot heeft moeten zoeken, den verren
neven aan de overzijde van den
AtlanBij den laatslen galmenden slag kwam er
bew ging in de g-^van enis. Gewoonlijk
veriiep n de lau»i« cachtöii daar sooibtr en droevig.
O af<iienba;e rijen grijs gnkieede rr.entchen
liepen twen aan twee door de la'ige gang, die
raar de kerk voerde met de ver L:ute vensters.
Ze sloegen rechts en links af ; enkelen gingen
de trap op. arderen daa-Men ; van tijd tot tyd
weerklonk h si kletteren van wapenen ea het
rammelen van ketenen. In de ruiuie keik ver
dween de gr.,ze ^rocp i-i getraliede hokken,
toen werd a'les stil. Voor de laraen zag men
ijzeren staven . ..
Het gebouw was leeg TVch bevonden zich
in de vier kleine ronde torenca'len vier
eenzime gevarges.cn. Sjmber liepen zo heen en
w-;er; nu «n d-i'i mijterden ze met het oor
aan óe, deu'' o.a hegoerig klankon oji te vangen
van het fcerk^ezang dat tot hen oj.s'eeg. ..
In een dei- gemeenschappelijke zalen lag een
zieke op een veldOeJ. Zijn b waker was hem
genaderd toen de gevangenen zich raar de
keik bagaven, en zich over hem hejn buigend,
zag hij i,i du braiidüjide. vreemd glanzende
oo^en die vooi zich uitstaw-ien.
Ivan... l»ai: ! ik-p de bewaker tot den
zieke.
D: g van,iene wendde het hoofd om, mom
pelde iets oivers'aar.bairs. D<; ste:m klor.k
rauw; de droge lippen bewogen zich moeilijk.
Mjrgen naar t hospitaal ! beval de man ;
bij ging naar de deur en bleet «taan. Oplettend
keek hij den koortslijder aati en schudde 't
hoof J.
Zoj'n vagebond ! De kerel heeft zich zeker
t-i veel vermoeid ! Ei overtuig! den gevangene
daar veilig te kunnen achterlaten, liep de be
waker de gang d >or n^ar de kerk. B:j de
geoperde diïur hield bij stil om naar den dienst
te luisteren en knielde neer om te bidden.
Van tijd tot tijd klonk de stem van den zieke
door het verlaten vertrek De man was nog
jor,g; bij scheen krachtig en forsch. Hij sprak
verward, ijlend over hatgeen onlangs was
gefcbied; een uitdrukking van onbeschrijflijk
lijden misvormde zijn gelaat.
Wree l had het lot hem bespot. Duizend
wersten had hy afgelegd, door hosschen en
bergketons dringend, ontberingen lij 'end en
du:zen«len gevaren trotseerend. E -n vurig verlangen
achtervolgde hem, bij werd bezield door de |
hoop zijn geboortegrond terug te zien : over '
a maand... over a week ... zou bij leven ,
met de zijnen ... daar . .. daar was het wegje !''
Op honderd wersten afstand van zijn geliefd
dorp ]«g bij in de gevangenis.
tischen Oceaan aan het verstand te bren
gen, dat John Buil en Jonathan, niette
genstaande alle veeten en twisten, niette
genstaande het zeer aanzienlijke contingent
van Ieren, Duitschers en andere zeker
niet-Anglophile elementen in de bevolking
dei Vereenigde Staten, waren, of althans
dienden te zijn als »twee zielen, gluêde
aaneengesmeed, aaneengeschakeM en ver
bonden." Een schoon onderwerp om op
te fantaseeren : jammer alleen, voor Enge
land, dat bij die fantasie de werkelijkneid
wat al te veel is terzijde gestel-j.
Op den lOden April 1898, toen de
oorlog tustchen Spanje en de Vereenigde
Staten onve. mijdelijk scheen, had de
Spaansche ge/iant te Washington aau de
Ainerikaansche Regeering eene nieuwe
nota overhandigd, in w?lke Regeering te
Madrid alle eischen, op J na inwilligde;
men mocht verwachten, dat deze
conciliante huud.ng niet zonder invloed zou blijven
op den loop der zaken. Deze nota was
ter kennis gebracht van de te Washington
geaccrediteerde diplomaten, maar niet open
baar gemaakt en ook niet aan het Con
gres medegedeeld. Waarschijnlijk heeft de
Amerikaansche Regeering gemeend, dat de
hartstochten reeds te veel waren opge
zweept om terug te gaan, of heeft zij den
oorlog, ofschoon niet onvermijdelijk, toch
noodzakelijk geacht. Hel, corps diplomatiqm
te Washington gtond niet onder den invloed
van dergelijke overwegingen en kon dus
bescheidenlijk eene poging wagen om den
vrede te behouden. Met dit doel werden
de vertegenwoordigers der verschillende
groote mogendheden op 14 April 1898 ten
huue van den Britechen gezant, L rd
Pauncefute, bijeengeroepen.
Eyne loffelijke poging voorzeker, of
schoon men zich, zelfs bij htt indienen
der meest heft'-! ij ke en bezadigde nota,
blootstelde aan et-ne hooghartige weigering
van zulk eene «ongevraagde en
ongewenschte inmenging." Maar met do be
scheidenheid, die nu eenmaal het kenmerk
der Engelsche politiek is, hebben de
E-ifeischen z.ich, bij monde vau den
New'orker Tunes correspondent, laten vrijplei
ten van dergelijke edele, maar ietwat
Don Quichotterige bedoelingen.
LordPaunc 'b e ?o) veinemen wij, had de vergadering
alleen bijeengeroepen als doyen van het
corps diplomatigtie, en wel op verzoek van
een vau zijn collega's (van wien, wordt
niet gezegd) Hij had zich zelfs verzet
tegen het op die bijeenkomst genomen
besluit- waaraan trouwens geen gevolg
is gegeven dat door de Europeesche
mogendheden stappen zouden worden ge
daan om eene oorlogsverklaring te voor
komen, die in het door den Franschen
gezant vertaalde stuk «ongerechtvaardigd"
werd genoemd. De Tunes correspondent
wil er niets van hooren, dat Lord
Pauncefote de edele, maar ondankbare rol van
OBgewe::scht bemiddelaar zou hebben ge
speeld. Integendeel, de Engelsche gezant
is persoonlijk altijd een voorstander geweest
van non-interventie. Het zijn de verte
genwoordigers van andere mogendheden
geweest, die getracht hebben, der regeering
te Washington den voet dwars te zetten.
Conclusie: de Vc-reenigde Staten hebben
reden tot groote dankbaarheid aan Enge
land, dat door zijn' optreden eene uro
peesche interventie heeft voorkomen.
Het is wel bevieemdend, dat de Engelsche
regeering deze aanspraken op de dankbaar
heid der A merikaansche natie bijna vier jaren
lang heeft, het verzwegen en ze eerst thans,
door een onverantwoordelijk orgaan, doet
gelden. Klaarblijkelijk zat haar de reis
van prins Heinrich naar de Vereenigde
De titem klonk duidelijk r u. De oogen van
d-m vagebmd we-den grooter, de ademhaling
kwam g~0ijk«r. Vertroostende visioenen ver
koelden het brandende hoofd.
. .. Het woud rutscht. Voor hem is dat ruischen
een jubelend vryheidslied ... Hij kent de stem
van eiken boom uit liet bosch. Het dichte,
donkere loof der sta'.iga pynboomen fluistert
hoog, heel hoog, sleepend en echoënd. De teere,
vreesachtige blaren der populie; en ritselen, lang
zaam p'ooien de buigzame takken ... De vogels
jubelen, de beek stroomt wild door de steen
achtige spleten en ongezien door de Tajka 1) be
woners verborg hij zicb in 't dikst van het woud
De zifke voelt den bergwind langs z'ch
strijken. Hij richt zich diep zuchtend op. Ivjn
heldere uitdrukking licht in zijn oogen Hij
komt tot bezinnirg. De vsgjbond, gewend te
zwerven ziet vcor hem een ongewoon ver
schijnsel : de deur is gefloten . ..
E^n hevige schok doet zijn gansch» organi-me
schudden. Een heldere ttraal dripgt klaar door
den cha s zijner gedachten : bij is alleen ! En
de deur is ges'oten !
Eén oog«r,blik was hij weder vrij geweest.
De oogen gloeiden rti koortsig: onafgebroken
staarden z«.
Een d.-ur werd geopend door iemand die de
kerk verliet.. . Zacht en welluidend drongen
de tonen van een gezang tot hem door, toen
heerschtB opnieuw stilte. Een zachte uitdruk
king g1 ij d t over hef bleek gelaat; de oogen
worden beneveld Hij ziet weder zijn gelief
koosd droombeeld, de pijnboomen met da
donkere takken zich buigend over de oude
kerk van zijn geliefd dorp ... de groep lands
lieden, hij hoort dit zelfda gezang. . . bij hsast
zich veort op dea weg om zich bij de zijnen
te voegen ..
Intus-chen li^t de bewaker bij de kerkdeur
biddend gekribd.
De j mge soldaat loopt met zijn geweer langs
dn muur. De i:ren kruipen e?ntor,ig voorbij;
ver strekt het veld z ch uit dat onlangs van
onder de sneeuw (e voorschijn is gekomen De
lichte wind strijkt langs he.n heen, de soldaat
is droef te moede.
De jonge schildwacht houdt stil bij den muur,
zet zijn geweer op den grond en met het hoofd
steunend op de handen die op den loop rusten,
staat bij in diep gepeins verzonken. Hij kon
zich niet goed voorstellen »aarom hij hier was
in dezen plechtigen feestnacht met een geweer
1) Tajka Siberisch botch.
Staten in den weg, en zocht zij naar een
middel om den invloed daarvan te
neutraliseeren. De bom is echter verkeerd
gebarsten. Wel waren reeds in eenige
Fransche en OostenrijKsche bladen pro
testen opgegaan tegen de scheeve voor
stelling van den Times correspondent, maar
het officeele démenti ontbrak nog. E u dit
is nu op afdoende wijze geleverd door de
Duitsche regeering, die in den
Reichs-Anxeigerde dépêche heeft, geplubliceerd, welke
haar gezatil te Washington, de heer Von
Holleben, onmiddellijk na de conferentie
van 14 April, naar B.-rlijn heeft gezon
den. De heer Von Holleben zegt daarin,
dat de Engelsche gezant nn sehr
auff-'ilhyer Weise' het initiatief heeft genuiuen
tot den stap, die thans door de Times aan
n of meer der andere ambassadeurs
wordt toegeschreven, en dat hij zelf de
heer von Holleben zich legende inmen
ging of het protest had verzet. Het offi-jieele
Duitsche orgaan deelt verder mede, dat
keizer Wilhelm de houding van zijn ge
zant volkomen had goedgekeurd, en ge
weigerd had nieuwe stappen bij de regeering
der Vereeuigde Staten te doen.
In het Ltgerhuis heeft Lord Crariborne
namens de regeering eene interpellatie
over deze zaak beantwoord. Het was hem
niet mogelijk, de officieele mededeelingen
der Daitsclie regeering tegen te sproken.
Hij heeft zich trachten te redden door
de bewering, dat Lord Pauncefote op
eigen gezag en niet volgens de instructie.!
zijner regeering had gehandeld, met andere
woorden, hij heeft den E 'gelechen gezant
gedé-avoueerd op een wijze, die het voor
dezen waarschijnlijk noodig zal maken,
ziju koff-!is te pakken.
De Times heefc de onbeschaamdheid
thans aan de Duitsehe regeering een
verwijt te maken van de openbaarmaking
van «vertrouwelijke diplomatieke docu
menten". Wie is hier onbeschaamd: degeen
die willens en wetens leugens veiteh, of
degeen die door die leugens uitge laagd
en in een onjuist licht gesteld, de ware
toedracht der zaken mededeelt, al maken
anderen daardoor een pover figuur?
Wij zullen natuurlijk de laatsten
zijn om Lord Pauncefote, hetzij hij op
eigen gezag of met medeweten van zijne
regeering heeft gehandeld, er een verwijt
van te maken, dat hij getracht heeft een
oorlog te voorkomen, die zeker nitt onver
mijdelijk was, en dus, bij de cucciliante
gezindheid dei Spaansche regeering, ook
niet gerechtvaardigd. Het incident werpt
echter een schril licht op de
dubbelhartigheid en onoprechtheid der Eogelsche
staatkunde, die de benightcd foreiyners
werkelijk voor wat te caï-.'f aanziet.
Iu elk geval is door deze totaal mis
lukte campagne het tegenovergestelde be
reikt van wat zij bedoelde. Kleine mooi
lijkheden, zooals die tusschen het Duitsche
en Amerikaansche eskader in de wateren
van Manilla, verzinken tegenover eene
zoo grove verkrachting van de waarheid
in het niet, erJ het eenige efTjct van
dezen diplomatieker! flater zal zijn, den
broeder van den Duitschen keizer eene
nog warmere ontvangst te verzekeren, dan
waarop hij reeds mocht rekenen.
Oorlogszwendelarij in Engeland.
Sometiiing in rotten the Slntf. . . ."
HAMLET.
Hat Engelsche publiek houdt zich thans
bazig met nieuwe schandalen in betrekking
tot den Zuid-Afrikaanschen Oorlog. Hoe dik
wijls reeds hield het zich met zulke zaken
bezig !
bij den muur en voor zich een verlaten veld.
Hij was een echte- moej ;k ; ook was zijn bijnajm
de dorpeling" niet onverdiend. Hij was grond
bezitter, hai z'n eigen veld ... de voortdu
rende onophoudelijke vrees bij eiken stap en
elke beweging bele.ten den knatp den strengen
dienst behoorlijk waar te nemer.
Maar op dit oogenblik is hij alleen. . . Het
verla'en landschap strekt zich voor hera uit en
geliefde droombselden vertoonen zich aan z'n
) oog. Hjj ziet weder zijn dorp waardoor de
' wind suist en de kerk met de verlichte vensters
en de donkere kruinen der pijnboomen wiegend
over de kerk.
Van tijd tot tjji ontwaakt hij even ; dan
kornt er een verwarde vragende uitdrukking in
j de grijze oogen. Waarom staat hij daar met
i een geweer bij dien muur ... De werkelijkheid
dringt tot hem door maar weldra voert de
onrustige nachtwind hem in h:t droomouland
terug en de soldaat peinst voortgelem.d op zijn
gewf er . . .
Dichtbij de plek waar de schildwacht staat
verschijnt een zwart voorwerp : het is 't hoofd
van een man... De vagebond ziet het
u'tgestrekte veld en de nauwelijks zichtbare lijn
van het verafgelegen woud ... De frissche
Lac'jtlucht vergroot zijn leed ; bij smacht naar
vryheid. Hij daalt en glijdt zacht langs den
muur . . .
De juichende echo van het klokgelui verstoort
de nachtelijke stilte. De stcet verlaat de
gevangeniskerk ; het welluidend gezang golft door
de ruimte. De soldaat zuchf, richt zich op,
licht de mats op om een kruis te slaan ; hij
vouwt de handen voor het gebed... De
vs>gebond heeft den grond bereikt en verdwijnt in
't lange gras.
Halt, halt ! . . . schreeuwt de schildwacht ;
van schrik zwaait hij met 't geweer. Wat hij
vreesde, wat heat tegen de borst stuitte, waar
voor bij sidderde wordt thans werkelijkheid,
cu hij die grij&o gedaante ziet vluchten.
Bet is je plicht, schiet l" suist het in den
geest van den soldaat ; hij legt het geweer aan
en de oogen sluitend, vnurt hjj . . .
Boven de stad zweven opnieuw welluidende
klanken, opnieuw slaan de klokken, vermengd
met de zuchten van -een gewonden vogel.
Achter den muur jubelt w\jd over het veld 't
zegevierend gezang: Christus is opgea'aan l"
Een tweede geweerschot weerklinkt ; droevig
herhaalt de echo het o /er de verlaten vlakte ;
dan sterft het weg . . .