De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 2 maart pagina 2

2 maart 1902 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTEKDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.-1288 dingen voortgekomen onderscheiding, moest ook de wetgever geraken tot de onderscheiding van tweeërlei belastinggebied: een nederlandsch en een mdisch. , i De wetgaver Mr. Lsvy zal het niet kunnen tegenspreken is daartos geraakt. Hij heeft de consequentie dezer onderscheiding aanvaard en voor elk belastinggebied een afzonderlijke administratie ingevoerd. Het was zelfs de grond wetgever die hem daarbij den weg wees, door in art. 60 der grondwet van 1848 (thans art. 62) het bestaan te erkennen van koloniale geld middelen en wettelijke regeling der wij ie vaa beheer en verantwoording dier middelen voor te schrijven. Daarmede was het tnginsel vaa de scheiding der rao^derlanische en koloniale adinmistratiëa grondwettelijk gesanctioneerd. Welk nut kan het nu nog hebben, te philosopaeeren over de vraag of de administratief dan toch in elk geval gescheiden fiaaaciëa van moederland en koloniën al dan niet te zameu een hoogere eenheid vormen? Ik west het waarlijk niet. Ik^ geloof dat Dr. E. P. Mees volkomen gelijk had, toen hij in 1885 reeds zeide, dat het bestaan eener administratieve scheiding de ontkenning der fi lancieele eenhei i bijna tot een ijiel spel wet woorden maakt. Die B lancieele een hè. d toch is er dan een van de zelfde loutel-theoretische beteekenis als die der territoriale eenheid van moederland en koloniën: aardig speelgoed voor debaters en dialectici, Toor den practischen staatsman en econoom van nul. en geener waarde. Op de tuxe administratie j, die, afgescheiden vaa elke beslissing, ojitrent welk diepzinnig schijnend staatsrechtelijk vraagstuk ook, er zijn en er blijven, kom» het aan. Zij stellen ons in staat, na te gaan wat er mst de gelden der indische gemeenschap geschied is; zij maken het ons mogelijk, over de bestemming, aan die gelden gegeven, ons een oordeel te vormen en dit uit te spreken. Of ia de bewering van Mr. L^vy gegrond, dat die twee ad ministra'ie a geeu wezenlijke beteekenis hebben, omdat de winst of het ver lies met elke harer behaald, toch in i zak terecht komt? Zij is het zoo weinig, dat zij zelfs niet houdbaar is voor het door den schrijver t3r verduidelijking gestelde geval van in per soon die twee ondernemingen drijft: een fabriek en een hoeve en die met de winst der eene de andere boven water houd*. Want indien de winit der fabriek, waarmede de hoeve bevoor deeld wordt, verkregen is door het betalen van een oavoldoend loon aan de fabrieksarbeiders eu door het verwaarloozen der machineriën, dan wordt daardoor aan bet personeel der fabriek, zoowel dadelijk ah voor de toekomst, groot nadeel berokkend, een onrecht, dat de eigenaar, die op zijn ten koste der fabriek weeldirig ingerichte landhoeve een onbezorgd leven leidt, stellig en zeker verplicht is goed te maken. En ridien nu reeds voor twee onderdeelen van een privaat vermogen, zoodra daarbij de belan gen van anderen dan die van den eigenaar betrokken zijn, de door Mr. Lsvy vergoelijkte taktiek ten strengste most worden gelaakt, hoe moet dan wel het oordeel luiden over een soort gelijke tactiek, door het eene volk, krachtens geen ander recht dan dat van den sterkste, toe gepast op een ander volk? Om dus van de fabriek en de landhoeve weder te komen tot ladiëen Nederland, het duakt mij voor geea batwisiing vatbaar, dat de onttrekking van gelden aan de indischd gemeen schap, niet ter bestrijding van ten bshoeve van Indiëgedane uitgaven, maar louter en alleen ten voordeele der nederlandache gemeenschap, niet slechts een inhumaniteit was, maar ook een economische ketterij, die den thans in Indi waargenomen onbtvredigden toestand belasting boven draagkracht, naast tal van onvervulde en onvervulbare behoeften wel ten gevolge moest hebbep. G-lukkig nu, dat het, bestaan dier zelfde twee administratie», het middel tot herstel aan de Land dost. De eenige staatsrechtelijke vraag die zich daarbij kan voordoen is deze: verbiedt de grondwet dat herstel? Oadanks de voorlichting van Mr. Lêvy, vind ik niets da' naar een verbod ? zweemt. Ook de practijk doet al weder het nietbestaan van een verbod vermoeden. Jaarlijks worden uit de moederlandsche schatkist zekere sommen aan Suriname en Gure c w uitgekeerd. Hetzelfde zal dus ook we'ten aanzien van ladi kunrea geschieden. En waarom zou dan niet, met behulp der bestaande administratief!, de omvang, welken het totaal der uitkeeringen aan Ind , op grond van overwegingen van billijkheid ea gezonde economie, behoort te hebben, kunnen worden vastgesteld? liiilllHIIIIIllillllMIIMiftlllllttllllHIIIIIIIMUIItllltlllllllllUlHlHll )K9MIHMIIHI«nilMIIIIIIIIHIItlHIUUII uit den Zül-Afrit Oorlog. Waar te beginnen is de moeiehjkheid, want de heeren Eigelschen (officers and gentlemen) hebben my my'n dagboek, vele teekeniogen, horloge, geld, papieren enz. gestolen, toen ik verplicht was my aan hen over te geven en ik kan dus in deze schetsen niet meer juiste data geven, maar moet my bepalen tot herinnerin gen. Gelukkig is mya herinnerings/ermogen nog goed. D' Gerèchtéchkêt. i) D' Madam Justitia, Dat aa eng droleg Fra: Si stellen ons de allzeit fir Mat ngen Schnappech op der d'Stir Bis iwer d'Aen hin, . Dat Si nêischt soll gesin. An an der Hand eng Wo, So stèt si och naeli do Ma wan si neiseht gesèit wc kann Si emmer richteg weien daim? As 't duur fir dat bó licht Si irrt sèeh man Gewicht? Ja, ze vergist zicht in het gewicht en bly'ft zich voortdurend daarin vergissen, want als er gerechtigheid bestond of gerechtigheidsge roei bij de zoogenaamd" beschaaf te volkeren dan was Engeland al lang gedwongen om vrede te maken. Wij WWBE b\j Heilbron aangekomen, deEngelschen waren achter ons geweest tot 6 uur, maar Theron's verkenningscorps, dat nog op den roem leefde van. den kort te voren gesneu velden commandant (Daniël Taeron) vormde onze achterhoede en niemand dacht aan ge vaar 2) Generaal de Wet zat bij het wachtvuur met eerigen van zyne officieren en het hoofd 1) Hierschtbleumen, Liddercher u Gedichten. Frau Miehel Leltz. Luxemburgisclie dialect. 2) In den Inatsteu tijd heeft commandant Jan The ron zich een waardig opvolger van Baantje getoond. De grondwet verzet zich dus tegen een derge lijke regeling, die den vorm zou aannemen van een afrekening tusscien twee feitelijk van elkander gescheiden en dan ook afzoidjrlijk geadminis treerde gemeenschappen, niet, derhalve is de wetgever bevoegd die regeling tot stand te brengen. Zij behoort te b8rusten op het beginsel dat -i Nederland a Indiëin eigen behoeften moeten voorzien; dat dus de eene administratie niet behoort te w >rden belast, ter bevoordeeling van de andere. Reeds in November 1831 werd de juistheid van dit beginsel door de nederUndsche volksvertegenwoordiging erkeai. Toen toch verwierp de Tweede Kamer een voorstel van Ksucheums c. s. om, evenals vroeger, de indische overschatten zonder verrekening waren ganaast, nu ook zonder verrekening de mdiscbe tekorten bij te passen. De wetgevende macht want ook de Esrste Kam3r en de Rigeering legden zich bij d» beslissing neder-^maakte destijds uit dat, volgens de beginselen der indische compta biliteitswet, verrekening moest plaats hebben. Sedert heeft miu zich nair die beslissing ge dragen, door ladiëzorgvuldig te debiteeren voor alle aan de indische kas verstrekte voorschriften. Men verzuimde tot dasver echter haar ook toe te passen op de gelden, die Nederland vóór 1881 en sedert 1867 het jaar dat de Indische comptabiliteitswet in werking trad van Ind. had overgenomen. De verrekening had dus alleéi plaats ten aanzien der gelden voor Nederland aan Indië, inair niet ten aanzien der gelden voor Inctiëaan Nederland verstrekt. Wat dunkt Mr. Lavy van zalk een methode van verrekening: strijdt zij niet ten eenenmale met de leer der rekening-courant en is het te verwonderen dat een land, met welker fi aiciëa een zoo cynisch spel werd gespseld, niettegenstaande de aanwe zigheid van rijke hulpbronnen, noodlijdend werd ? Ik heb te veel vertrouwen in den rechtvaardigheidszin en h :t doorzicht van mijn geachten bestrijder, om ook maar ;n oogeublik aan de strekking van zijn antwoord te twijfelen. Welnn, dat hij dan eens ernstig overwege, of het zin zon hebben, de toepassing van et door mij aangeprezen middel tot herstel van onrecht en ter verzekering van Iiid.ë's toekomst, te wei geren op grond van staatsrechtelijke theoriën, die, ook al waren zij volkomen juist, met het door mij gestelde probleem, wel bsschouwd, niets hebbeu uit te staan. Den H a a R, C. TH. VAU DEVENTER, 15 Februari 1902. HeirormiDi yan liet tóliliotlieekwezen te Amsterdam door Dr. H. C. MULLER. II. (Slot). Na geloof ik voar mij, als oud-Amsterdammer en eenigszins de toestanden kennende, dat men veel beter zal dosn e«n afzonderlijke »public libra-y" jstadsbibliotbeek" «?volksbibliotheek1' te Amsterdam te stichten, dan door het uitbreiden, verbouwen, reorganiseeren of wat dies meer zij van de universiteitsbibliotheek rp bet Siagel ooit te bereiken is. Ik kaa mij niet voorstellen dat beide doeleinden, die msn in het oog heeft, door het laatste ooit zullen kunnen worden bereikt, men zal niets anders dan gebrekkig werk kun nen leveren, in de eerste plaats alreeds daarom, omd»t de plaatselijke gesteldüeiJ het geboa w, vóór de eigenlijke bibliotheek gelegen, de leeszaal, de studiezaal, de zaal waar boeken worden uitgegeven, enz. onvoldoende is en niet voldoende kan worden voor het gebruik n van den student n van den werkman, vooral wanneer men bet oog slaat op de toekomst, op de was sende uitbreiding van Amsterdam, op het toe nemend bezoek vooral van de arbeidende klasse (sooals zij met een gebrekkigen term wordt aangeduid). In het ongenoemde artikel, dat miju punt van uitgang was, wordt het Paleis voor Volksvlijt genoemd. Zóó iets ware altlians wen schelijk. In ieder geval, en wat de vroede vaderen ook mogen besluiten, voor twee afzonderlijke groote bibliotheken, de een ineer voor de studie, de andere voor de eerste ontwikkeliog des volks bestemd, is in Amsterdam wel rui nte, daarvoor is de hartader des lauds ciet te klein. Een groot deel vai de schatten der Amsterdamsche Ucivetsitci'sbibliothesk zal den werk man ah zoodanig voorloopig althans ten eenen male onverschillig laten bij mist den tijd om zich te verdiepen in zulke soort van studie! De BibliothecaR-isentlia'ianab.v. is een rijke mij n voorstudis van Semiotische taal en letterkunde t), maar vooreerst helaas! no^ niet voor werkman of arbeidster, nog niet eens helaas! voor onderilllllliiiiiHiiiiiiiimiiiiiiiiiMiiiiiiiMtiiiiiiiiMmi van den veiligheidsdienst, die hem even rapport gebracht had, dat hij zekerheid gekregen had, dat 4 personen (allen Afrikaners) zich door den Engelscaen generaal (ik meen dat hy Bruce heette) hadden laten omkoopen, om hem (gen. de Wet) in handen der Engelschen te leveren. Onmogelijk," meende de generaal, zóó ge meen is ons meinse niet!" Generaal, ik kan u niet alleen de namen geven van de menschen, die betaald zijn, om u in handen der Engelschen te leveren, maar de plaats, waar het verraad moet plaats heb ben, en de voorbereidingen voor uw verroer als gevangene naar Vredefort etc " Ik zal van der Westhuizen en Hawke lafen roepen," zegt de Wet. Neen, generaal, geen slapende honden wak ker gemaakt, als wij ze snappen willen, moeten wy' doea of wy' van niets weten, en dan moet een voorheeld gesteld worden, dat anderen den lust beneemt om met de rooinekken te onder handelen of zich door hun geld te laten koopen." Je hét reen," zegt de generaal en trekt een beetje meer aan zy'n py'p, terwijl hij mijmerend in het vuur zit te staren. Na een half uur komt een burger, em het hooid van den veiligheidsdienst te spreken. Na eenige minuten met elkander gefluisterd te heb ben, wendt deze zich tot den generaal, zeggende : Generaal n der jagers van der Westhuizen en Hawke maken zich klaar om op patrouille te gaan in de richting van de spoorwegj^neWon." Wie heeft hen gecommandeerd ?" Burger: Koiporaal van der Westhuizen zegt dat hy orders van den generaal heeft." Goed, laat hem eerst hier komen." Zeker, generaal." Na eenige minuten kwam van der West huizen, en vtaagt: Generaal het ver my laten roep?" Ja, je gaat op patrouille naar de kant van Harrismith, niet waar?" Neen' generaal, naar de Juncüon." Wie het jou gezegd om naar de Junction te gaan ?" Generaal." Ik ?" verwonderd. Ja, generaal." Nou dan het ik en mistake gcmaak, je,gaat met 10 man, onder een adjudant van de artil lerie, naar den kant van Harrismith, tot je op wijser of onderwijzeres. De verzameling-Pot gieter bsvat keur vau werken over na'.ionale en vreemde talen en let'erkunde, maar een deel daarvan is no,5 voor de bevatting vau velen te hoog, volstrekt niet alle boekwerken zijn popu laire gesc irifien in den goeden en eüeleu zin des woords. *) Dd kleine bibliotheek der vroe gere Püiiüelleensche Vereeuiging is slechts genaakbaar voor wie gedrenkt is met den geest en de laai der klassieken. De niet talrijke: maar (voor een deel!) tioogst belangrijke haudsctmften der bedoelde boakenj zijn ook geen studieveM i voor den onontwikkelde, ' Ik z)u nog veel maer kunnen noemea, want ik tieo indertijd ook in onze Ajisterd.insche [ boekerij veel rondgesnuffeld (en zy is ryker dan l menigeen denken zal !) maar het a ingehaalde is, dunkt mij, voldoeude. Men versta niij nu , wel. Ik hertiaal, in beginsel, in tbeorie zou er i alles vóór te zeggen zijn. een universiteitsbiblio theek tevens als volksoibliotheek in te richten, in princips ben ik ook voorstander van volks universiteiten (//un vsrsities of the future" zooals mijn Atnerikaansche vrienden dat noemen) Maar met theoriëalleen bereikt men niets. Met priuc.pes alleen kau men slecuts den hemel bestormen. De vraag is: wat is te Amsterdam bereikbaar ? Hoe kau men deu bestaanden toe stand 'c best hervormen F Ea evenals meu nu de universiteiten, die ook veel hervorming behoeven m. i. het best geleidelijk hervormt door naast de bestaande cursussen zoogen, uuiversityexteasion cursussen" (cursussen voor meer uit gebreid aooger onderwijs"; op te richten, en die allengs met de hoogescholen te laten samen smelten, waar dit mogelijk is, zoo kunnen «aast de universiteitsbibliotheken, m hoofdzaak voor studie bestemd, volksoibliotheken worden ge sticht, de-noods om te beginnen door het particuliire initiatief, liever nog door de gemeente raden, met het duidelijk omschreven doel om te dienen voor de allereerste letterkundige ontwifcjseling des volks. Kunnen hiertoe de verschillende partijen samenwerken ? Hierover nog een eukel'woord, immers alles wordt in OLS Klem landje gaarne tot »politiek" herleid, en niemand kaa daar buiten blijven; nog afgezien daarcau dat ik, met Arbtoteles en zoovele anderen, belangstel ling ia de staatkunde, in //pol tiek" in hoogeren zin, niet alleen ten recht maar een plicht acht »an iederen burger. Nu onderscheidt ons landje, zooals men helaas! wtet, vele en velerlei partijen. Ik voor mij zou za wenschen te herleiden tot twee : behoudenden eu vrijzinnigen; maar ook die indeeliüg is gebrekkig, en nooit moge partijzucht ons verblinden, ons blind maken voor h<it vele goede ook van hen, dia niet onze geestverwanten zijn. II ie 't zij, alle partijen en partijtjes hier te Jaade (ze zijn vaak erg klein !) willen «."iet volk" ontwikkelen, ieder op zijn minier wel is waar, maar volksontwikkeling staat toch nummer ój op bijna eik programma. Zou men dus niet voor volksbü/liot/teken kunnen samenwerken f Laat men 't althans beproeven ! Inat in^u daarvan eens het voorbeeld geven te Amsterdam ! Laat men zoeken naar hetgaen verteaigt, en zooveel mogelijk weren hetgeen verdeelt! Eea goede volksbibliütaeek verdischt de s-imenwerkiiig van velerlei elementen. Het vraagstuk van het bibliotheekwezen en van een volksbibliotheek heeft reeds hier te lande eu daarbuiten v Ie psuneii ia bewesriu^ gebracht; in de F ragen des Tijds, in De Gids en elders ziju daaraan goeüe artikelen gewijd. Ejn Duitscher lieeft ojlaugs een uitstekend werk over volksbialiot'iekeu geschreven, m;t beschrij ring en af beelding der voonmamste, in Duitse ilaod, Am lika eu elders. Eea geheel nieuw veld is hier nog te ontginnen, al erkeut msu dankbaar het vele dat, o. a. door Het Nut «au 't Algemsen" reeds voorlaug is tot stand gebracht. Ean geheel nijuw veld want voor de ontwikkeling des volks, voor de letteikuudi=;e en aestlietische be schaving van den werkeadea stand" is nog biji-a ailes te doen. Aliar dm dieut de zaak ook grondig te worJcu onderzee'it, eii van alle kanten te word H bskck^.n, men bezoeke de buiteulaijd<che inrichtingen, en bren^f alles zoo veel mogelijk op de huogie dea tijiis. M-nstichte in alle grootere steden Ci.rnaiissies voor volks bibliotheken. MJÜOüderzoeke in hoever de vi'f hier te lande bes'aaude umversiteitsbibhothekea VOÜoeuds f oiYo'.doende ziju, en we'lk Verband er tusschen deze twte soorten van bi ihotbtkeu moet bsbtaan. M ;u bevordere de stu lie der bibhograpaie, als wetenschap. Want op dit geheele uit gestrekte gebied heersch.ju vaak n o .5 de zouderliugste be^ripp-jn. Natuurlijk kan ik hier ter plaa'se skc:its aanstippen, maar hoe belangrijk het vraagstuk is, i'at althaus zal msn uit de^e weinige de Eugelschen stoot. AU de Engelbcbman niet al te banje ie, hkiet je op halle en d;n kom js terug, maar julle mot eers op hulle skiet. Je verstaan ?" Ja,... generaal," is het weifelend antwoord. De aangesprokene beseit dat er iets verkeerd is, vooral daar de generaal niet gemoedelijk spreekt, zooals anders. Zijn kleine oogen, die anders kunnen glinsterea, als of er licht achter brandde, zien dof, zy'ïi stem is koud, het vuur van zijn pijp schijnt al zijn aandacht te hebben ingenomen, maar nu is er iets in al wat hy doet en zegt, dat tegenspraak onmogelijk maakt en van der Westhuizen gaat naar de patrouille terug, wetende dit de generaal van alles op de hoogte is. Ditmaal is het verraad weer misgeloopen niet alleen, maar v. d. Westhuizen c.s. zijn by de Engelschen onmogely'k gemaakt, toch was het gevaar niet voorby, zooals later zal hly'ksn. Verraai woekerde voort, en had met wortel en tak uitgeroeid mosten worden, doch de Boeren zijn er niet de menschen naar, om uiterste maatregelen te nemen, en de zachtmoedigheid van generaal de Wet kostte bij Bjthaville aan menig dapper man het leven. Deu volgenden ochtend, een Dinsdag ia Sep tember 1900, zou eene vergadering van generaals en commandanten te Heilbron plaats hebben, maar de Eagelschsn attakeerden onze posten, die aan den spoorweg opgesteld waren en generaal de Wet zag zich verplicht, om in den avond, toen er versterkingen van alle zijden voor de Engelschen kwamen opdagen, zijn lager op te breken en tus-chen de E-igelscbe troepen door de richting naar Parijs in te slaan. Ik meen dat het hier, op de vlakte by Heilbron was, dat Christiaan den Engelschen ' een van de heerlijkite poetsen speelde, die hy ooit heeft uitgehaald. Verkenners en patrouilles kwamen van alle zijden berichten, dat Engelsche colonnes in aantocht waren van Lindley, van j Vredeiort, van Vrede, van Harrismith, van Krooristad etc., in het geheel 13 met 7 of 8 ; E»gelsche generaals, die zich verbonden hadden j de Wet levend of dood vóór den 3eu Oc ober i 1900 te leveren aan de militaire autoriteiten ' te Pretoria. Om 4 uur kwam een order van de Wet dat alle burgers vuren moesten aanleggen en zoo groot maken als maar mogelijk was. ! Generaal de Wet had spoedig het grootste regelen duidelijk kunnen opmaken. Men vergete daarbij niet dat bet vraagstuk van een volksbibliotheek ook gedeeltelijk tot het gebied der volksgezondheid behoort, dat de ordening, schoonhoud ing, ontsmstting enz., van duiienden boeken, gepaard aan het bszoek van hondarden en duizenden lezers, wier toes'aud vaak in botsing is geraakt met de allereerste voorschriften der gezondheidsleer, dat dit alles eveuzeer een bibliotbeekhygiëfle", sit veuia verbo, noodig maakt als het schoolwezen tot een »schoolbya;iëae" heeft, geleid Boekdeelen waren hierover te schrijven, want evenzeer als volksscholen en volkshaden .zijn ook volksbibliotbeken zaken der toekomst, en dingen va» het uiterste gewicht. Amsterdam geve eu dit b'ijve geen vrome weusch l nu eens waarlijk den stoot, to' het opricliten van een volksbibliotheek, der hoofdstad waard g, een boekerij die de vergelijking met het buitenland kan doorstaan. Daarvoor brenge m?n een fonds bijeen, en men bepale zich voor loopig tot de dr.e meest in het oog sprmgande kategoriëu: de dag- en weekbladen van allerlei richting, d; tijdschriften vau binnen- en (ge deeltelijk vau buitenland, en die boekwerken welke de bloem kunnen worden g:noemd der populaire literatuur. Fiat. Utrecht, Febr. 1902. ?f) Ooi dezen verkeerden term nog te gebrui ken, ik hoop elders duidelijk ain te tooaen dat de naam Semiotisch" (ras, taal, letterkunie, enz.) onhoudbaar is. *) Wie denkt hier niet aan Multatuli: Ziel en hart »Gaao onder, bij aanhoudend stofljk lijden, «?Da gloed van hooger geestdrift wordt gedoofd, //Als 't leven slechts a kamp is met het lage, *-Als niet te sterven 's levens eenig doel is; enz. enz. (Ideë, 43 Bundel, Amst. 187-1, blz. 17.) Op pensioen stellen van officieren. Het groot aantal officieren van alle rangen waaraan in de jongste jaren op aanvrage pensioen wordt verleend, trekt meer en meer de aandacht, vooral ook omdat van algemeene bekendheid is, dat de vettere jaren voor den officier eigenlijk pas beginnen op lateren leeftijd en in hoogeren rang. Toen wij naar de oorzaak daarvan infor meerden, werd ons het volgende mede gedeeld. Daar zoowei vaa de zijde der StatenGeneraal als in publieke geschriften her haaldelijk bij den minister van oorlog werd aangedrongen om het psnsionneeren van officieren te beperken met het oog op de groote uitgaven, welke daarvan voor het R'jk het gevolg zijn en de ministers zich aan die opmerkingen niet wenschten te storen, wordt sedert de volgende regel meer en meer toegepast. Zoodra de minister een officier wenscht te pensionneereo, doet hij hem een parti culier briefje toekomen, waarin wordt te kennen gegeven, dat het in het voornemen ligt hem voor pensioen in aanmerking te brengen, doch dat de minister hem in de gelegenheid wenscht te stellen »het pensioen op aanvrage Ie bekomen" wanneer een schriftelijk verzoek daartoe vóór (datum) zal zijn ingezonden. Bijna allen geven aan dien wenk gevolg omdat ze noodgedrongen het aan genaam vinden, dat het wereldkundig wordt, dat zij den dienst op aanvrage ver laten. Door genoemde handeling van het depar tement van oorlog zijn alle bezwaren op geheven. Wordt er van de zijde der StatenGeneraal gewezen op het groot aantal geperisionneerden, dan zegt de minister heel leuk: »OoA; mij doet het leed de uitgaven srfoor de ]>ensioeiten xoo sterk te xien stijgen^ »doeli ik kin er niets legen doen, aangezien »aan de aanvragen om pensioen gevolg ge»gci:en moet worden." Het departement van oorlog heeft al zoo de wetgevende macht ook op dit punt leelijk bij den neus. * , * rcraiMimiimmmiiimiiimmiiiiiiiiniitiiiiitniiniiiiiiin vuur voor zic'i en zat, in gedachten verzonken, zy'n pyp te rooken. Dat er iets gainde was, kon elk een zien, die hem ketde, zy'a oogen schitterden en hij sprak met korte woorden, doch met heldere en opgewekte item. Geen woord echter over zijne p annen. Commandant Steenkamp kwam hem bij zijn vuur opzoeken en zei: generaal, die Engelse is al te baoje en hulle kom van alle kante. Wat gaat ons inaak'r" Niks," zegt de Wet, ons gaat net nou trek." Maar waar gaat ons na toe ?"' O, waar die meeste roolnekke is, ik wil van aêid tusse hulle door trek.'s Je waag daarom al te banje, generaal." Ik gloo niet dat ik van nach ies zal waag, maar die Engelsman, zal altemet daarom vern .. k wees." O.n half 5 begint opzadelen en inspannen en om 5 uur is de geheele macht, pi. m. 2030 man en meer dan 200 wagens en karren met vrou wen, kinderen, vee en kaffers in beweging. Onze vuren brandden heerlijk. Wij trokken rustig voort, nu door het veld, dan over een weg, dan weer door de vlakte, en wij kwamen zoo dicht by een der Engelsche kampen langs, dat men duidelyk den rook hunner kampvuren ruiken ken. Nadat wrj een p»ar uur onder weg waren, kwam generaal de Wet, met zij n enorme sjambok" in de hand, eens bij de achterhoede kijken en zei tot mij: Nu, die rooinekkc zal toch nooit leer; hulle denk ons is nog daar, en hij wees op onze vuren, die nog helder brandden en duide lijk afstaken tegen een achtergrond van boomen (een zeldzaamheid in het noorden van den Vrijstaat). Wacht", viel hij zich zelf in de rede, hulle gaat nou die kanonne probeer". En werkelijk, op dat oogenblik brandden de kanonnen van drie zijden op het vermeende kamp der Boeren los. Kom laat ons die commando wê?r opzoek", zei de generaal, nadat hy zich verlustigd had aan het vermorsen van ammunitie door de khakh, die zonder ophouden op de vuren schoten, en waarschijnlijk reeds het aantal gesneuvelde Boeren berekenden naar het getal hunner granaten. Den gebeelen nacht werd door getrokken, de spoorweg werd overgestoken en even vernield, Sociale IIIIIIIHIIIHIIIIIIHnilllll IIIHIHIIIIIIIHIIIiyl telifiriiiiitëyan arbeidsters. Onlangs heb ik in dit Weekblad in een tweetal artikelen meegedeeld de resultaten van een onderzoek, op Tast van een Rijksdagbesluit ingesteld door de duitsche arbeids inspectie, naar den omvang en den aard van den arbeid van gehuwde arbeidsvrouwen. En uit de velerlei cijfers en conclusié'a bleek, dat, eersiens, in tal van, bedrijven de arbeid van gehuwde vrouwen vo >rkwam, deze zelfs door vele industrieelen zeer gezocht is, wijl zij Haai" en gedwee, en weinig eisenend zijn, en tweedens, dat die duizenden vrouwen tot dien fabrieks-of industrie-arbeid gedwongen zijn als het eenige middel om het te kort van des mans loon, noodig voor het onderhoud van het gezin, aan te vullen. Dat zeer ernstig statistisch onderzoek had ten doel, daardoor de wegen en middelen te leeren _kennen, welke er toe zouden kunnen leiden, deze gehuwde werksters, door wier bezigheid buitenshuis het gezins leven zoozeer geschaad, de opvoeding der kinderen verwaarloosd, en het kroegloopen der mannen bevorderd wordt, en die zelf geestelijk en lichamelijk onder den tegenwoordigen toestand lijden, te kunnen be schermen. Ea aan het slot hunner respec tieve rapporten komen dan ook de conclusiën voor, d. w. z. de middelen die elk hunner meent, dat aangegrepen moeten en kunnen worden, om die bescherming toe te passen. Nu is, sedert de Verslagen der Arbeids inspectie zijn verschen en daarin de aan dacht op den toestand der arbeidsters op de steenfabrieken is gevestigd, en sedert in December 1.1. deze zaak een onderwerp van bespreking heeft uitgemaakt in de Tweede Kamer, bij den titel: »Arbeid", deze kwestie ook ten onzent actueel geworden. Het is hier immers dezelfde toestand. Niet slechts op de steenfabrieken aan den IJssel, maar in tal van andere industrieën zijn gehuwde arbeidersvrouwen tegen lage loon en werkzaam, met dezelfde treurige gevolgen. En er gaan stemmen op om te helpen. Het Werkl verbond wil verbod van vrouwen arbeid, de heer Van Löben Sels meer recht voar de arbeiders vast leggen in het Arbeids contract, de heer Goeman Borgesius her ziening op dat punt van de Arbeidswet. Het kan daarom van belang zijn, dunkt mij, beknopt weer te geven de conclusiën, waartoe de duitsche inspecteurs komen na hun, speciaal naar deze zaak ingesteld onderzoek; immers wij beschikken over geen enkel stuk specifiek materiaal, en een speciaal onderzoek daarnaar nog is nimmer ten onzent ingesteld. Stellig kun nen ons gindsche resultaten van waarde zijn voor het vormen van een oordeel over deze, voor de arbeiders op vele plaatsen van ons land zoo belangrijke, en voor de werksters zelf zoo nijpende kwestie. Op een enkele uitzondering na, stemmen de arbeiders-inspecteurs hierin vrijwel alleen overeen: dat een algemeen verbod van arbaid der gehuwde vrouwen op fabrieken en werkplaatsen, voor zoover zij een gezin hebben te verzorgen, niet is aan te bevelen. Enkele inspecteurs achten dezen maatregel reeds hierom niet wenschelijk, wijl een aantal vrouwen de gelegenheid hebben, de zorg voor hun gezin aan andere handen over te dragen, zonder dat het gezin daar onder al te zeer lijdt. De meerderheid echter heeft bezwaar uit industrieel oog punt, en... bezwaren voor de werksters zelf. Da onttrekking van den arbeid aan de gehuwde vrouwen zal eerstens de tal rijke weduwen en die gezinnen die van den arbeid der vrouw moeten leven, broodeloos maken, en elders daar, waar die arbeid der vrouw een onmisbare aanvulling is van het weekloon, een moeilijk te dragen nadeel ten gevolge hebbeu. Dj massa der arbeiders zal dezen maatregel van uitsluiting der gehuwde vrouwen niet begrijpen, en, zoolang geea vergoeding voor te derven loon wordt geschonken, hem gevoelen als een onaan «etMtiituiiiifiimiiinniituiiiiimutiiiiiiiiMiiiiiiiitiimiiiiiHili daaina werd een blokhuis genomen, waarbij de schildwacht zat te slapen, ea om 9 a 10 uur werd Parijn bereikt, w&ar wij rust hielden, Theron's verkenners, onder commandant Jan Theron, hadden eenige gevangenen gemaakt, waaronder een kapitein, dis de heugelyke tijding bij zich droeg van generaal Bruce, dat DE WET nu beusch ingesloten was en niet meer ont komen kon, they are juat cooking their dinners, and have buge lires, whieh we are now bornbarding to help taem in digesting their food". De generaal was geestig, zooals men ziet. Maar wat stond de kapitein te kijken, die aan Jan Theron zijn berichc liet zien, en zei: Je hebt mij, maar wij hebben toJi de Wet'', toen deze hem antwoordde: Is bsn hier juist met generaal de Wet en zal u dadelyk aan hem voorstellen l" But, that must be a mistake". Certainly, but of your gei era', our general de Wet is safe and sound, about half an hour frone here". * * * Reeds 2 weken waren verloopen sedert het gevecht bij Heilbron, later gevolgd door de mislukte omsingeling van de Wet's commando en we trokken Potchefstroom binnen. De hoofd stad van Transvaal was weer in Boerenhanden, en de haat tegen Engeland en de Engelschen gaf zich lucht in een lied, op de wijze van het Engelsche volkslied, dat, hoewel sommigen er tegen bewaar maakten, als een vloekzang, toch, in het algemeen, veel opgang had, het was. Guil diiinn tlio Enu'lish Queeu, lirnobli: na'.ion's Quecn \ God dam 11 l lic Qnccti l GuJ daiiiii hei1 j>rui:eiiy, Pur all ctemity, Anil give IH libevtv, God dauin the Quern. God ilainn tlio Knglisli Quecu, lii'iioblc nuüoii's Qiu'on. Gud damn tlie Quoen ! llake «.i victoriuiis, Oom Paul anti all of us! Ncvcr may slic iviiiti over us', Gud dtmin the QiU'tu ! De menschen begonnen eir.delyk in te zien, dat het nonsens was om koningin Victoria vry te pleiten van alles wat met dea oorlog in

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl