Historisch Archief 1877-1940
No 1288
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Geestelijke voorouders. Stndien over onze
beschaving, door A. PIBBSON. IV. Byzantium,
door D. C. HESSELING. Haarlem, H. D. Tjeenk
Willink.
Eóbert Fruin's verspreide geschriften. Afl. 29.
Den Haag, Martinus Nyhoff.
?Leidsche Vereeniging tot Bescherming van
Dieren". De Halasnede en het Schiet masker,
door D. VAN GEUTING. Lelden, Firma C.
Eooyker, (J. C. Huysman J r.).
PETEB KBOPOTKINB. Gedenkschriften van een
Revolutionair, met inleidend woord vanGEOKG
BEANDES, vertaald door F. DOMBLA
NIEUWENHUIS, verschijnt in 20 afleveringen en wordt
opgeluisterd met een drietal portretten. Bassum,
C. J. W. Grentzeboch en Gorinchem, P. M.
Wink.
lllllllllllllllllflIMIIIIIIIIIM
Inhoud van Tijdschriften.
Van Omen Tijd. No. V: Esn verhaal uit
de Middeleeuwen. Winterschemer. Te
laat, door Albertine Smulders. Avond, door
Marie Koenen David, door Arnold Lauters.
Verzen zeggen, door C. R de Klerk. Mariua
Bauer, met plaat, door Th. Molkenboer.
Muzikale Kroniek, door P. J. Jos. Vrancken.
Winterlied, gedicht van Albertine Smulders,
gecomponeerd door P. J. Jos. Vrancken.
Hoof A en Hart. No. 2 : Cjndottiéri, (aonnet),
J. H. de Veer. - Kuibbelspel, H. Kolk.
Sneeuwklokje, (gedicht), Hermanna.
Amaranzia, (eene Allegorie),. H. L. Bouman.
Venetië, A. W. Weissman, (vervolg.) Hooft
op het Muiderslot, V. J. E. ter Gouw. Uit
de residentie, Sylvia Regina.?Uzel, (sonnet
ten-cyclus) van J. H., de Veer. Zyn toe
komst, R. van Geenderen Stort. Zoeken,
J. Jac. Thomson. Afscheid, J. Weeuwtje,
Joh. W. Broedelet. Verzen, J. Winckler
Prins. Lsroche, Lied en Liefde. Da Nimf,
Bots en Baek, (sonnetten.) J. Reddingius,
De Ark. J. H. de Veer, (sonnet.)
De Lwende Natuur. 12 Afl.: De hondsdraf
(met 10 ill.) door Jac. P. Thy'sse. Merk
waardige vangsten (met 2 ill.) door G. J.
Klokman. De iep of olm (9 ill.), door S.
Ean Strand wandeling door U. W. Klerk de
Reus. Maagonderzoek op roofvogels in 1901,
door Mr. R Ba. Snouck&ert van Schauburg.
Het insectarinm in N. A. M. (met 2 ill.), door
R. A. Polak. Aan Drente's grenzen (met
7 ill.), door G. J. Tymstra. Verslag omtrent
voor Nederland nieuwe planten en omtrent
nieuwe vindplaatsen voor zeldzame planten,
gevonden in 1901, door H. Henkels. Amster
dam, W. Versluis.
Eigen Haard, No. 9: Gelijkvloers, door Louise
B. B., IX. Da Segara anakan of Kinderzee,
door C. Kim, met af b. Portret van een oud
man, naar de schilderij van Rembrandt, in het
museum te Gassel, met bijschrift door Jer
de Vries. By Van Bavel, door W. J. M.
Het Klooster Frenswegen, door C. N. Wybrands,
I, met af b. Een wel besteed leven: dr. A.
Kosters, door W. v. D., met portr. Feuilleton.
De Natuur. Afl. 2: Levende Barometers, door
dr. A. J. C. Snyders. De geschiedenis van
het fotografisch objectief, door dr. R. G.
Rykens. De mechanische vrye vlucht,
(Vliegmachines), (vervolg en slot), door H.
Vreedenberg. Da Okapi, een herrezen voorwereld
lijk dier, door dr. E. J. Rombouts. Da bonte
kraai en de ekster, door J. Daalder Dz.
Vleermuizen in gevangenschap, door J. Hendrik
van Balen. Korte mededeelingen.
Sterrekundige opgaven en mededeelingen. De
nevels om Nova Persei, door Ant. Pannekoek.
Illllllllltllllllllllll
FiiDÉele en oecoimisclie Mi
De pleiter was blykbaar tevens boekhoud
kundige. Dat bewees o. m. de opmerking om
trent het verband tusschen de balans en
dindend- uitkeering in onderscheiding ,van den
samenhang met de winstrekening. Een gelukkige
gunstige uitzondering die den regel van het
gemis van comptabiliteits-ontwikkeling be
vestigt.
By vernieuwing heeft de bekende strafzaak
5 dubb. Capsules
«oor . i,noPeri
Zwemmen in den Winter,
Na my'n jubelonverture in het nommer van
23 Februari of laat mjj liever zeggen het
trlomfgekraai over het wintergenot van zwem
men in het koude water, wil ik aan de vele
-vragen, die noodzakelijk by de lezers moeten
opkomen, nog eens met een enkel woord
tegemoet komen. Het ongewone zal dan niet
100 erg ongewoon blijken, en ik beveilig my
mogely'k tegen het verwijt van roekeloosheid,
dat ik wel weet, in dezen werkelijk niet te
verdienen.
In onze buurt wonen een paar lieve oude
dames, die toen ik een paar weken geleden
mijn wekelyksch praatje bij haar ging maken,
vriendelijk * waarschuwend tot my zeiden:
«Denk eraan, beste, je hebt toch ook maar
een menschelyk lichaam; je kunt zoo licht
wat krijgen!" Ik lachte toen maar eens en
beloofde, voorzichtig te zullen zijn er bij erg
slecht weer thuis te zullen blijven, maar,
buiten gekomen, bedacht ik met de
Treppenweisheit, die iemand altijd het geschikte ant
woord te laat in den zin brengt, dat ik had
moeten zeggen: >Ja juist, een menschelyk
lichaam l Om dat ik een menschelyk lichaam
heb, zóó doelmatig ingericht, zoo nauwlettend
en precies luisterend naar en opvolgend de
wenken, die van flinke, gezonde hygiënsche
maatregelen uitgaan, daarom ben ik zoo vol
komen gerust op dit myn heerlyk verkwikkend
wintergenot en op de uitwerking, die het nu
en later hebben zal".
Maar ik had er intusschen geen spijt van,
dit niet te hebben gezegd; het was toch al
soms als een pronken met verworven ry'kdom,
dat praten over de gezondheid, en ik sprak
soms gauw over het Berkelonderwerp heen
daar in dat huis, waar juist dezen winter
niet alles flenrigheid en gezondheid was.
Intusschen blijft het een waarheid, dat wie
innig doordrongen is van het besef, hoe ons
lichaam er uitstekend op is ingericht, prikkels
als door het zwemmen in den winter worden
gegeven, te verdragen niet alleen, maar er ook
krachtig op te reageeren in een zin, die voor
een gezond lichaam uiterst heilzaam zijn moet,
dat wie dit besef levendig in zich draagt, met
volle gerustheid het baden, dat hem of haar
in den zomer zoo aangenaam aandeed, ook in
?de andere seizoenen kan voorzetten.
Niet dat daar wel niet eens momenten van
zelf o ver winning by zijn te passeeren; ieder
weet, dat men zelfg in den zomer by een
zwem bassin door een aarzeling kan worden
overvallen; velen blijven er altijd tegen opzien,
den sprong in het water te wagen, hebben
Wasserfieber zooals anderen Sühnen- en
Kanonenfieber; maar zy weten ook, dat als even
het moeilijke oogenblik voorbij is, de beloo
ning van de prettige physieke gewaarwording
niet uitblijft. Welnu, die aarzeling bevangt mij
natuurlijk pok nu wel eens, thuis of in het koude
badkamertje of op weg langs het besneeuwde pad,
maar de zekerheid van den aangenamen huid
prikkel, die door een zoo allerweldadigst
warmtegevoel reeds onder het kleeden wordt gevolgd,
doet telkens de kortstondige aarzeling over
winnen en ook eiken dag weer herhalen zich
de aangename gevolgen van physieken en van
geestelijken aard.
Ook kleine, zoo men wil nietige bezwaren
doen zich voor, als daar zyn het moeilijk drogen
van de badpakjes, zoodat ik nu een half dozijn
van die costnmes in verschillende kamertjes
heb hangen, om, hun om de beurten de eer
van het gebruik gunnend, steeds een droog
beschikbaar te vinden. Dan is er de nood
zakelijkheid van wat extra bedekking op die
wandeling na het bad, om het aanvankelijke
warmtegevoel flink te blijven behouden, ook
bij de krachtige reactie in den bloedsomloop, j
en dan zy'n er slikkerige paden en soms is er
sneeuw en regen, die moeten worden getrot
seerd, als men eenmaal in het schuitje zit.
De wandeling niet te laten, volgen zou gelijk
staan met een poosje een onpleizierig rillerig
gevoel te hebben; die goed en wel te hebben
gedaan, met een warmtegevoel, dat bij de
strengste koude den heelen dag duurt en alle
idee aan een warmwaterstoof, vroeger een ge
wild artikel in wintersene dagen, geheel naar
den achtergrond te dringen.
Een ander, voor velen zeker ernstiger bezwaar
is de vermeerdering van geestelijke eenzaamheid
tegenover uwe medemenschen, die zulke door
anderen onzinnig geoordeelde daden u bezorgen.
Ik zou zoo graag anderen, die reeds het
zomerbad op hoogen prijs stellen, door mijn voorbeeld
winnen voor deze gezonde lichaamsoefening,
natuurlijk sltyd, zoo zy zich gezond voelen,
geen organisch lijden hebben en zich vast
voornemen, by pathologische verschijnselen, die
zich mochten voordoen, dadelijk met het zwem
men in den winter op te honden, maar dan beklaag
ik hen reeds in gedachten om wat zij van
vrienden en kennissen erover zullen moeten
hooren.
Het ongewone is nog altijd zoo afschrikkend
voor velen, en hun schrik kan zich niet anders
uiten dan in wat onaangenaam moet klinken
voor hem of haar, die hun den schrik bezorgde.
Ook om de adviezen en vooral de waarschu
wingen en de opgehangen schrikbeelden, die
hen wachten, houd ik myn hart voor hen vast,
want dat alles stemt onaangenaam, en het wil
my voorkomen, dat bij dezen hygiënischen
maatregel een prettige stemming uitstekend
moet werken op de gunstige resultaten. Ia dat
opzicht zy'n ten onzent de omstandigheden
exceptioneel gunstig, dat is waar, maar zonder
twijfel zullen er meer gezinnen zy'n, waar de
bezwaren tot een minimum zy'n te herleiden en
ook in dezen geldt het, dat zonder wat moeite
de goede gaven dezer wereld ons nu eenmaal
niet ten deel vallen.
Een voordeel by' 't verwerven van dit
wintergenot is de geleidelijke weg, die erheen leidt.
Gy neemt u maar rustig voor, 's zomers ge
regeld het baden en zwemmen vol te houden,
niet op iederen iets koeleren dag aan thuis
bly'ven te denken, maar dagelijks op den aan
gewezen tijd te gaan, dan bespeurt ge al gauw,
dat op de koelere dagen de uitwerking vooral
niet minder prettig is dan op de warme, en
ge weet dan natuurlijk in September ook niet
anders, of het behoort zoo, dat ge uwe
dagelijksche onderdompelingen krijgt en de be
wegingen in het water uitvoert.
Heel geleidelijk neemt dan de temperatuur
van het water af, en eigenlijk bespeurt ge van
de kleine verschillen niets, terwy'l in ons land
met zyn zeeklimaat en zy'n betrekkelijk weinige
dagen van uitersten in de temperatuur de
lichaamsbeweging, die ik u nu voorstel, al
bijzonder goed op haar plaats is. Voor de
aardigheid noteerden wy eens de dagen, waarop
de thermometer op eenig moment tusschen
6 uur 's morgens en 10 uur 's avonds 45o
Fahrenheit aanwees en vonden dien warmte
graad in Juni zoowel als in Januari; in Mei
en April, zoowel als in November en December,
waarlijk er kan in ons land geen reden zijn,
een strenge scheiding vol te houden tusschen
onze winter- en onze zomerbezigheden; daar
zijn dingen, die voor alle seizoenen passen, en
den hygiënischen maatregel van het zwembad
in de open lucht zal men daartoe mogen rekenen.
L o c h e m. F. J. VAN UILDKIKS.
Gezondheidsleer,
v.
De afkeer, dien de schrijver voor al die,
meest met koemelk bereide, moedermelk-
surrugaten gevoelt, is niet onverdiend. Hoe ook
trom en schel der reclame daarvoor geroerd
worden, de grondslag is fout, n.l. de koemelk,
en het oordeel over de resultaten bij bevoegden
is te uiteenloapend en veranderlijk. Voorts kan
niet afgegaan worden op het goed verdragen
worden", daar in de duistere schuilhoeken van
het kinderlijfje desniettemin toch de Engelsche
ziekte of die van Barlow etc. kunnen kiemen.
En wat geeft ons verder een dik kind, dat, bij
den minsten stoot van kouvatten, als een
kaartenhuis in een zakt P
De strijd voor de kinderen is dus een hoog
moreele strijd voor de moeders mede.
De melk van een koe is 1°melk van een
andere diersoort en kan 2" dua dingen bevatten,
schadelijke en andere stoffen, afkomstig uitliet
door de koe gevretene (ricinuskoeken. lupinen,
herfatt ij loos, monnikskap, aardappelspruiten,
koolrapen etc.). De melk is n.l. niet alleen een
tepretie doch een excretie
(verwijderingsprodukt) van het dierlijk organisme en verder
wordt, contra Biedert, het vee niet altijd ziek
en, contra Soxhlet( de melk wél veranderd van
samenstelling, bij al de bijzondere afwijkingen
in het koe-voedsel. Dan wordt, 3°, de koemelk
vaak- van zieke koeien met onzuivere handen
gemolken, in vuile vaten opgevangen en met
onzuiver water gewasschen; tegen ,dit laatste
echter bestaan middelen, steriliseeren,
pasteuriseeren, vet-contröle, die alle echter nog bij de
wet verplicht moeten worden vóór den verkoop,
daar niet alleen roodvonk en typhus voornamelijk
door zulke melk verspreid worden, doch
waterwasschen van melk vet-diefstal is ten nadeele
van den kooper en de gezondheid van diens gezin.
Doch zelfs wanneer de koemelk goed is en
naar behooren verdund, is de Ie a priori nog
geen goed kindervoedsel en kan ten 2e niet
geschikt zijn voor ieder kind en zijn gestel.
Het gestel (de constitutie) hangt af van allerlei
vitale, anatomische en atavistische (erfelijke)
factoren, zoodat zelfs van twee kinderen een
de melk eener zelfde min niet goed verdraagt.
Individualiseeren is vóór alles hier plicht.
Zagen wij dus dat de melk van eigen moeder
theoretisch en praktisch de beste voeding van
het kind oplevert en a priori reeds de voorkeur
verdient boven kunstvoeding, die toch altijd
*probeeren" blijft, zoo kunnen wij toch niet verhoeden
en zelfs niet wenschen te verhoeden, dat weten
schap en industrie eee kunstproduct leveren,
dat met zekere moedermelk op een gegeven
oogenblik gelijkwaardig schijnt. Maar dan nog,
zegt schrijver met een onverbiddelijke logica,
waarvoor ieder hem dankbaar moet zijn, is het
gein moedermelk, omdat »de samenstelling van
vrouwenmelk als het ware van oogenblik tot
oogenblik varieert, zelfs bij dezelfde vrouw,
zoodat in het aannemen van een gemiddelde
samenstelling van die melk iets principieel
foutiefs schuilt, waaraan men moeielijk of niet kan
ontkomen." Er bestaat zulk een mysterieuse
wisselwerking tusschen moeder en kind, dat
men die aan menschelijke schema's van zooveel
melk met zooveel water om de zooveel uur etc.
onmogelijk kan verbinden: de hoeveelheid en
de samenstelling van wat het kind aan de borst
zelf drinkt en hoeveel maal per dag dat
is met cijfers niet te bepalen vooralsnog. En,
ik zou er bij willen voegen, de manier waarop
het kind van de moeder drinkt, is door geen
glas-gummi-mechanisme na te bootsen ; ook de
psychologische momenten, het aandringen van het
snoetje, de moederlijke toeschietings-rtflex: wel
«> en blijft de natuur de leermeesteresse der kunst!
* *
#
De sterfte in 't Ie levensjaar wordt dus voor
2/3 bepaald door maagdarmziekten ; bij hooger
sterfte in 't algemeen, rijst dat cijfer evenredig
mede; 's zomer het hoogst. Ja! Virciow en
Finkelnburg merkten op, dat het in Juli ver
dubbelt, plotseling en dan, dalend, in September
de norma wtêr bereikt. Dat komt, wijl de
kunstvoedsels 's zomers 't lichtst bederven (Biedert).
In Praag, waar plm. alle kinderen borstkinderen
zijn, bestaat die kolossale zomersterfte niet. En,
hier komt voor Berlijn »de aap uit de mouw",
in de arme voorsteden in 't N. O. van Berlijn
is de zomersterfte 5 maal grooter dan de andere.
Ook in ons land is die algemeene zomersterfte
markant; statistieken vau
maagdarmziektensterfte voor kinderen afsonderlijk zijn moeielijk
te krijgen; het grootste contingent evenwel
wordt toch door de kinderen in het Ie levens
jaar geleverd. In Nederland sterven op 100,000
inwoners aan acute ziekten der
spijsverteringswerktuigen :
Van 1875?75 1880-'84188r>?'891890?'94
InFebr. 8.15 8.9S 842 9.04
, Aug. 17.32 19.02 17.40 1915
Opmerkelijk dat in Z.-Holland, waar zooveel
meer kinderen geboren worden dan in Friesland,
ook zooveel meer sterven, bijv. in Augustus :
1875?79 1880?'841885?'89 1890?'94
Friesland 6.99 5.65 382 6.07
Z.-Holl. 23.12 30.06 18.32 2532
Waar men van »arm Friesland" spreekt,
terecht bedroefd over het verval van dat eens
zoo rijke, trotsche koninkrijk, daar blijkt dus
Z.-Holland met zijn steden en fabrieksarbeiders,
zijn ziekenfoudjes en bussen, op de sociale schaal
nog lager te staan. Want ik zei reeds hetzelfde
voor tuberculose te hebben opgemerkt en be
schreven : voor jonge kinderen is een arme om
geving even furest. Geen lucht, licht, geen wel
varende moeder, geen goede verzorging ! Neder
land, wees toch voorzichtig; de sterfte van
kinderen van 0?15 jaar is bij ons 30 pCt. van
de geheele sterfte, d. i. volgens Oesterlen 5 pCt.
mér dan het gemiddelde in Europa.
Q.
Receüten.
Amsterdam, 10 Febr. 1902.
Mevrouw Caprwe,
De belangstelling waarmede ik alty'd uw
»Allerlei" in de damesrubriek van het Weekblad
De Amsterdammer lees, heeft my dikwyls doen
vragen, hoe het toch mogelyk is, dat een vrouw
zulke onnauwkeurige recepten kan opgeven ?
Om een voorbeeld te noemen : in het blad van
12 Januari komt een recept voor Veenco voor.
Daarby wordt opgegeven 2 bierglazen water,
en later nog een bierglas vol. Welke maat van
bierglas wordt hier bedoeld? Het bierglas van
myn man bevat een halven liter, het myne nog
geen kwart. Vervolgens 5 eetlepels cacao. Hoe
groot is de bedoelde eetlepel ? Moet hy opge
hoopt vol, of glad afgestreken zy'n ? Ik stel
my' voor, dat een heer zulke kleinigheden over
het hoofd kan zien, maar van een dame komt
het my vreemd voor.
Ik weet wel, dat achter een
damespseudonym ook soms een »man" verschuilt, maar hier
kan dit toch het geval niet zy'n. In haar eerste
artikeltje in het Weekblad over de meer intieme
dameskleeding was Caprice immers zeer bezorgd,
of wy (dames) wel sonder ons" waren.
In No. 1197 belooft zy ook de reformkleeding
te zullen gaan dragen, als de helft harer
zusteren het doet. In No. 1198 spreekt zy' van »wy
vrouwen, die zoo graag airtjes aannemen". In
No.1201 hoort zy zich liever »jaffrouw",desnoods
«jongejuffrouw" noemen dan het in de ooren
krakende >dame". Uit No. 1203 bly'kt zelfs, dat
Caprice gehuwd is, a propos van een twist met
een onhebbely'ken Paryschen koetsier die
tegenover baar «reis- en levensgezel met zyn
heldere, krachtige, duidelijke stem" de schuld
werpt op »Vot dame".
Bewyzen te over dus, dat Caprice een ge
huwde vrouw moet zy'n. Een »huisvrouw" durf
ik er niet bijvoegen, althans niet naar onze
Hollandsche begripper. Een Hollandsche huis
vrouw immers stelt er haar eer in, nooit op
goed vertrouwen recepten te geven, die zy niet
zelf beproefd heeft; en Caprice beweert in
haar antwoord aan teen huismoeder", in No.
1238 haar maag niet beschikbaar te stellen
voor culinarisch proeven, doch haar recepten
eenvoudig af te scbryven uit het Haagsche
Kookboek van mej. A. C. Manden, en het Kook
boek van mevr. Wilderink?Jansen, benevens
uit een kostelijke verzameling. (Zeker een
erfenis, want de schrijfster van zulke recepten
moet wel op het kerkhof zy'n !)
Daar beide bovengenoemde kookboeken in
mijn bezit zy'n, en ik er by de ijverigste studie
geen recept in heb kunnen vinden, waarvan
de hoeveelheden bepaald worden by' bierglazen
en eetlepels, is het recept van Veenco zeker
uit die «kostelijke verzameling" afkomstig. Van
harte hoop ik, waarde mevrouw Caprice, nog
menigmaal een recept van uwe hand in het
Weekblad te vinden, beproefd of onbeproefd.
Het moge u een aangename gedachte zy'n, dat
gy in dat geval vaak aan uwe lezeressen een
vrooly'k, uurtje bezorgt.
Ook een huismoeder.
Aan xOok een huismoeder'1.
Het door u gewraakte recept ter bereiding
van Veenco is afkomstig van de heeren J. Veen
en Co. te Sneek. ?
Indien de voorlichting ter bereiding van
Veenco u niet voldoet, geef ik u in overweging
eenige proeven te nemen.
Maak het voorgeschreven recept klaar, door
te gebruiken het bierglas van meneer uw echt
genoot, houdende /4 liter, of uw eigen meer
bescheiden tumbler, houdende een % liter.
Probeer het met «opgehoopte" en »afgestreken"
lepels cacao. Een der bereidingen zal u mis
schien voldoen.
Tenzy' u het beter mocht weten dan de heeren
Veen zélf er zijn menschen plus royalistes
que Ie roi, zou u zich ook kunnen wenden
tot de firmanten te Sneek. De heeren zullen
u zeker gaarne te woord staan, wanneer u zich
tot hen richt in wellevender termen, dan u
vermeende het tot mij te moeten doen.
CAPRICE.
Handschoenen,
(Ingezonden).
Dikwyls reeds kwam de vraag by my op,
waarom wy dames in concert- of schouwburg
zaal den geheelen avond onze handschoenen
aanhouden.
Om de handen voor koude lucht te vrij
waren, kan het toch niet zyn, de zalen zy'n
in den regel goed verwarmd; 't kan toch ook
de bedoeling niet zyn, deze lichaamsdeelen
aan anderer blikken te onttrekken; voor 't
gemak hoeft men 't ook al niet te doen;
kortom ik zie niet in waarom aan dit gebruik,
dat bovendien, niet onbelangrijke uitgaven
eiacht, zoo angstvallig wordt vastgehouden.
De heeren gaven reeds sedert lang in deze
een goed voorbeeld, waarom zouden w\j dat
niet navolgen.
Ik hoop dat velen het met me eens zyn en
met deze dwaze gewoonte willen breken.
BlMensticliting;.
Het bestuur van de vereeniging
Blindenstichting te Rotterdam heeft het plan opgevat,
om op 14, 15 en 16 Mei een bazar te houden in
de Groote Doelenzaal, ten voordeele van de kas
der vereeniging Blindenstichting.
Deze vereeniging Blindenstichting, een onder
deel van den Nederl. Blindenbond, otelt zich
ten doel, aan arme blinden, die niet meer
kunnen werken, onverschillig tot welk kerk
genootschap zy behooren, eene jaarlyksche
uitkeering te geven om gedeeltelijk in hunne
behoeften te voorzien en daardoor het bedelen
tegen te gaan, hetgeen maar al te dikwyls met
succes wordt gedaan.
Alle blinden, uit geheel Nederland, kunnen
in aanmerking komen; daarom hoopt en ver
wacht het bestuur, dat niet alleen in Rotterdam,
maar in het geheele land, medewerking zal
worden verleend.
Het verzoekt in de eerste plaats om een
by'drage, hetzy in geld, hetzy' in artikelen ten
verkoop en in de tweede plaats, den
bazar met een bezoek te willen vereeren.
Alles zal dankbaar worden aangeno
men, niet alleen kunstvoorwerpen en luxe
artikelen, maar ook, en niet minder gaarne,
practische zaken, zooals: kleederen, huishoude
lijke artikelen, glaswerk, porcelein, comestibles,
kruidenierswaren, enz. zoodat ook zy, die voor
weelde geen geld kunnen uitgeven, toch ge
legenheid vinden hun penningske te offeren.
Het bestuur bestaat uit de dames: mevr.
s' Jacob?Templeman van der Hoeven, eere
presidente, Westerstraat 3; mej. C. Cokart,
presidente, Avenue Concordia 115; mevr. J.
Zwartendy'k- Montyn, penningmeesteresse,
Couwenburghs Eiland 10; mevr. M. Goossens
Serruys, Witte de Withstraat 74; mevr. A. E.
Elia's?v. d. Bergh, Zuid blaak 6; mevr. C. J.
M. Binneveld?ylenberg, Eendrachtsweg 40
en mej. F. Cokart, Secretaresse. Avenue
Concordia 115
iimiiiiiilimiiiiitiiiuiiMiiiiliiiiiiiim
Lady Algernon Gordon Lennox
Maxime Gorki. Een titel te koop!
Max O'Eell's raadgevingen aan een ver
loofd meisje.
Lady Algernon Gordon Lennox wordt in
Engeland beschouwd, als de vrouw die zich
het best weet te kleeden. Geheimzinnig glim
lachend, laat zy zich die hulde stilletjes
aanleunen. Zy is vast besloten, zich niet in
de kaart te laten kijken, ondanks de voor
schriften die zy met welwillendheid geeft,
wanneer men haar Ladyship komt raadplegen
over de zeer ingewikkelde kwestie toilet.
Mevrouw Algernon gekleed in helroode zyde,
in een japon, die haar lichaam mouleert, die een
gedeelte van haar-zelf lijkt te zijn, een toilet
dat haar zit »wie angegossen", beweert met
het beminnelijkst glimlachje dat zy' zwart het
mooist vindt, dat wit-en-zwart feitelijk het
beste kleedt, want, dat helrood wel een beetje
opzichtig is! Wanneer zy' een reusachtigen
hoed op het hoofd heeft en men haar vraagt,
of zy de voorkeur geeft aan groote hoeden,
antwoordt zy: >Ja! en neen ! kleine hoedj os
staan heusch snoezig!"
«Draag geen enkel artikel, zegt mevrouw
Algernon, omdat het mode is. Bestudeer uw
eigen persoonlijkheid en kleed u dienover
eenkomstig. Houd rekening met de lijnen van
uw lichaam, met de uitdrukking van uw gelaat,
met de kleur van uw haar en oogen. Breng
la note personnelle in uw kleeding, copieer
niemand. Een. tikje oorspronkelijkheid kan
geen kwaad".
* *
De populariteit waarin de Russische schrijver
Maxime Gorki zich reeds verheugt, zal waar
schijnlijk grooter worden, nu hy in het bezit
is van den legendanschen «yzeren ring".
Volgens eene Zuid-Russische sage bezit deze
ring een wonderbare kracht en wordt reeds
sedert eeuwen hoogelyk in eere gehouden door
Russische schrijvers, die den talisman aan
elkander vermaken. Tourgenieff zond den ring
voor zy'n dood aan TolstoïDe auteur van
?Opstanding" die sedert geruimen ty'd zwaar
ziek is en zyn einde voelt naderen, heeft on
langs het kostbaar legaat aan Maxime Gorki
vermaakt.
* *
*
De »Daily Telegraph" bevat een advertentie,
die geen grap is, maar ernstig bedoeld wordt.
«Een markies van zeer ouden, deugdelyken
adel biedt aan, de vrouw te trouwen die hem
op den trouwdag 250,000 gulden uitbetaalt.
Leefty'd en uiterlijk schoon komen niet in
aanmerking. Men verlangt allén dat de dame
van onbesproken gedrag zy".
Een ryke Amerikaansche, met de vier
kruisjes achter den rug, zal het aanbod misschien
in bedenking houden! Tegen de kronings
feesten van den beminnelyken Eddy, pronken
met een gloednieuwen markiezinnentitel.....
ce n'est pas de la petite bière I
* *
*
Aldus luiden Max O'Rell's raadgevingen
aan een verloofd meipje:
>Zet uw aanstaanden man niet op een voet
stuk ; dicht hem geen groote zedelijke en ver
standelijke hoedanigheden toe; hy zou ze te
schande kunnen maken.
Schry'f hem geen overgevoelige brieven; hy
is in staat ze te laten slingeren.
Zeg hem, wat gy voor hem gevoelt, schrijf
het hem nooit.
Haspel zy'n naam niet door eiken volzin,
dien gy uitspreekt.
Speel niet voortdurend met uw verlovings
ring; vestig er niet de aandacht op.
Verhoovaardig u niet; zie niet minachtend
neer op jongemeisjes, die niet in denzelfden
zaligen toestand verkeeren als gy.
Vergeet niet, dat gi/j niet het nige ver
loofde jongemeisje in de wereld zijt. Het is niets
om op te bluffen. Er zy'n veel vrouwen, die het
betreuren dat zy ooit verloofd waren. Gy kunt
later tot die vrouwen behooren. Neen, bluf
niet op uw verloving. G\j zoudt even goed
kunnen bluffen, dat gy' een goed zeeman zy't,
wanneer uw boot op een spiegelglaide zee
ligt, by' heldere lucht. Wacht tot de zee on
stuimig en de lucht dreigend wordt. Diii en
d;ln alleen zult gy kunnen beoordeelen, of ge
al dan niet een goed zeeman zy't.
De verlovings-tyd is geen repetitie voor
het huwelijks-leven.
Maak uw aanstaanden man niet de zon van
uw leven, het middelpunt van al uwe daden;
hy is slechts een mensch en zon u zoo wreed
kunnen teleurstellen.
Wy'd niet al uwe aandacht uitsluitend aan
hem; verbreek voor hem niet al uw
familieen vriendschapsbanden.
Put den voorraad uwer liefdewoorden niet
uit. Bewaar nog iets tot rrl het huwely'k;
zeg hem dan nog iets, zóó lief, als hy het
nooit hoorde.
CArRIC'3.