De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 9 maart pagina 2

9 maart 1902 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1289 f. een rustdag per week; g ter mij a van opzegging; h arbitrage bij geschillen, arbiter een kamer van arbeid ter plaatse of bij ontstentenis in een nahijorele.en plaats, 2. Pentiotnregeliag (voorloopig de vraag bij ,wet" of .verzekering" in bet midden ladend). 3. Wettelijk vastgestelde eischen betrtffinde de kaniourlokaliteiteu eu toezicht van staats wege voor da handhaving daarvan door de msptctf urs van den arbeid of w e daartoe worden aangewezen. 4 Kamer van Arbeid worde met meer b ndend g*zag bekleed. Er worde verd°r gestreefd naar eene wetswijziging waarbij een Kimer van Arbeid roor het, geheele administratiewezen mogelijk wordt, waarbij dus onze stand als ,i geneel en een af .ouderlijk beroep wordt bjscaouwd. 6. Regeling der Rechtspositie van den kantoorbediende. M u zal gaarne toegeven, dat de wensehen dezer kantoorbedienden niets buitengewoons bevatten. Hunne Duitsche collega's hebben het meerendeel dezer bepalingen reeds lang in een afzonderlijk wetboek vetkregen. Het hoofdbestuur van rMercurius" negeerde elf weken larg het oppositieorgaan. Of het hoopte, dat du uit gebrek aan fondsen zou komen te overlijden en dus deze stemmen, die hervorming eischten, weder zouien worden ge smoord, of het de kracht der argumenten der tegenpartij te zeer gevoelde om een debat aan te durven, wij weten het niet. Genoeg, het zweeg een geruimen tijd. Eindelijk, toen de aanhang der oppositie van beteekenis was ge worden, verbrak het het stilzwijgen. Het verklaarde zich ten langen leste bereid met de oppositie" tot reorganisatie van ,Mercurius" tot eene nationale vereeniging en tot verwezen lijking van het program van actie mede te werken. DJ oppisitie staakte daarop de uitgifte van haar orgaan. De afdeeling Amsterdam van «?Mercurius" had imniddels een vooistel ingediend tot reor ganisatie der Vereeniging tot eene nationale. Tot. toelishting van dit voorstel bat volgende : Dd Vereen:g'np was indertijd te R>tterdam voor Rotterdammers opgericht. Eerst vier jaren geleden gi"g mep over tot de oprichting van «fdeehngen buiten R )tter Jam. In plaats van nu de reglementen radicaal te wijsigen en geschikt te maken voar eene nationale Vereeniging, liet men de bestaande reglementen, gemaakt voor de p'aatselijke vereenigicg »Mercunus" van kracht. De afieelingen buiten Rotterdam kregen afzon derlijk-e besturen. De R Sterdammers behielden hun bestuur, maar dit werd tegelijkertijd het hoofdbestuur der geheele vereeniging. Dit be stuur had, alzoo de blondere Rotterdamsche en de algemeene belangen der vereeniging te behartigen. Dat van eene behoorlijke beharti ging dier algemeane belangen onder deze omstan digheden geen sprake w»", behoeft, geen betoog. O der de thans van kracht zijnde reglementen is het noodzakelijk, dat ieder lid, die prijs stelt op het u t'orengen van zijn stem, te Rotterdam de ledenvergadering bijwoont. Beatond er eene afdeelin» van »M',rcurius" te Groningen, de Groningers zouien bij belangrijke kwesties a'len naar R >tterdam motten reizen. Dat, deze regeling eene dwa*e is, behoeven wij zeker niet nader aau te duiden. Het kensc'ietst alleen de uiterst gebrekkige organisatie van ,Mercurius". De afdeeliag Amsterdam wensc^te aan dezen on'ioudbaren toestand een einde te ma'ien. Zij Wensc'ite eene nitionale vereeniging bestaande uit de afdeelingen RitlerJam, Amsterdam, den Haag, Ddlfr, Dirdrecht en Haarlem met afde lingsbesturen. Daarboven een afzonderlij Is hiofdbe-luur gekozen uit de leden op de jiarrergaderi,g, een hoofdbestuur dus, dat zich alleen met de algemtene belangen der vereeaiging zou hebbeu bezig te houden Amterdam stelde dus voor eene organisatie,zooals elke andere nationale Yereeii'irg in dtn lande dis heeft. Op den 16'en December j.l. te Rotterdam ge'.ouden akem-ene vergadering, waarheen vele leden vaa Amterdam, den Htag en Delft wareu gereisd, werd dit voorstel aangenomen. Nu bleek het hoe weinig het den leden van het Rotterdamsch bestuur ernst was met hunne belofte van samenwerking, la plaats van op grond van de genomen beslissing reglements wijzigingen te cntwerpsn met b'hulp van de daartoe aangewezen commissie uit de VerteB , -???-?t,-r"- """" -Ühunne teleurstelling in aller'ei klaagllederen lucht. Ten slotte namen zij het besluit met ingang van l Februari a s. hun mandaat neder te leggen. In een artikel »Ten Afscheid" leggen zij de nniHiiin iiiKiiitiiiiimi iniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii IHH gronden van hun heengaan bloot. Er zijn twee redenen: , De eerste was de houding van de oppositie in de vergadering van den 16 ia De cember en daarna." »Da tweede was de houding dar niet-oppo santen." Eu dan wordt uiteengezet, dat de oppositie het genoemde voorstel omtrent nationalisatie had bchooren in te trekken, omdit het Hoofd bestuur een federatieven bond van aangeslo'en vereen g rgin wensc'ite, wat dus op groote versnippering van krachten neerkomt. Ea verder, dat de niet opposanten het bestuur in den steek lieten. Eene uiting van het scheidende bestuur schijnt ons de moeite van het overnemen waard. - Hrt is deze: »Men zal ons via^en, waarom het bestuur dan toch met de oppositie meeging, als het zoo weinig heil verwachtte van wat de oppositie -voorstond." »0.is antwoord daarop is, dat wij bij de manieren ec de onstuimigheid der Oppositie geen kans zagen haar te overreden, en dat wij, bij de gebleken onthouding der groote meerder heid, oak geen, kans zagen die oppositie te dirineen." «Wij garen das toe, eu hoopten door mede te gaan voor zoover het ons mogelijk was, den strijd te laten uitsterven, faute de combattants." Het is alsof wij het bestuur hooreu zeggen: Du strijd nam te groote afmetingen aan. Wij paaiden dus de oppositie met mooie beloften van samenwerking in de hoop, dat zij het hoofd in den schoot zon leggen en haar aanhang zou verloopen. Dan was van toepassing harer ideen geen sprake meer geweest. Dan was ons ge liefd Mercurius', zonals het twintig jiren geble ven is, gered. Nu de oppositie zicii niet met een kluitje in het riet laat sturen, nu gaan wij heen. Er bestaat gevaar, dat het bestuur toe1! zal worden herkosen. Eenige Rotterdammers zetten daartoe eene beweging op touw. Men spreekt van een ontredderd wrak, dat door ds stuurlieden in veilige haven moet worden binneng&loodst. Wij hopen ter wille vau dca vooruitgang, dat deze pogingen zullen falen. »M;icaiiub" heeft bahoefte aaa leider», die niet tevreden met de verkregen resul'aten, de oogen geopsnd houden voor de eischen van dezen tijd. F. TH. Amsterdam, Februari 1902. Prins Heinrich in de Vereenigde Staten. Bij een der eerste diners, door president Roosevelt ter eere van zijn vorstelijken gast gegeven, heeft zich een aardig inci dent voorgedaan. Men was, betrekkelijk, en peiit comité; er waren geen andere dames aanwezig dan de vrouw en de dochter van president Roosevelt. Daaraan ontleende een der intimen van het Wit:e Huis de vrijheid, om op het dessert de jongste kinderen van den president binnen te brengen. Enkele daarvan waren klaar blijkelijk onder den indruk van het geval, maar de jongste, een kereltje van vier of vijf jaren, zeide met kinderlijke vrijmoe digheid : »I? dat nu een prins '/ Ik dacht, dat die altijd kwam in een mooie koets met vier witte paarden er voor." Wijselijk heeft prins Heinrich die attribulen van zijn waardigheid te huis gelaten. Hij is overal opgetreden op de allereen voudigste manier, en heeft nooit uit het oog verloren, dat hij de gast was van eene groote democratische natie. De eerste plichtplegingen, tusschen hem en dn Amerikaansche regeering gewisseld, maakten wel een eenigszins zonderlingen indruk. De toon, door den prins aangeslagen, was hartelijk en vriendelijk. Het antwoord van den president was in het oog loopend koel; het was alsof hij bang was, zich zelf in zijn medeburgers te compromitteeren door gebruik te maken van de holle frasen, die in de oude wereld bij dergelijke gele genheden als doodgewone beleeflheden worden beschouwd, maar die in den mond van het hoof! eener burgerlijke republiek allicht iets kruipends zouden hebben gehad. De hartelijke loon is echter spoedig geimiMiiiiiiiiiliiiililimiiiiiiiimiiHiiii iiniiiiiiiiiiiiniliillilllliliHiiii EEN KINDERPORTRET. Naar het Engelsch, VAN C. E. R UMON D. -**»> Thom;on was een dier messenen, niet jong, niet oud, die gedurende den onbepaalden ty'd, meest als jïren en jiren" aangeduid, oruerand-rlyk dezelfde twee of drie vrienden hebben, dezelfde kamers bewonen, er dezelfde twee of drie liefhebbeiyen op nahouden. Niemand kon zich den ty'd herinneren, dat hy geen kamers in Jermyn S reet had, dat hij zijn vrienden by sommige gelegenheden niet op zyi keurige dineetjss onthaalde of dat hy niet lustig zy'n stokpaardje van amateur-fotographie bereed. Wy gingen er min ot meer prat op onzen Thomson door en door te kennen. Hy was een dier zeldzame en prettige menschen, die jong hebben opgehouden op het onverwachte te fperuléeren. Da enkele gedachte aan Thomson gaf ons, die nog op en neer wipten op de wip,=lank der a-nbitie, rust. Het kwam nooit in onze verbeelding op dat Thomson promotie maakte of een beroemd man werd, of trouwen ging, of iets overylls deed. Toch kwam er een tij l, dat Thonnoa ons eerige zorg baarde Twee jiren achtereen, op 4 Juni vroeg hij ons ten e'en en vonden wy zyn kamer in een lustpriëel van rozen herschapen Overal bloe men, in verbazingwekkendea overvloed geen zeldzame of kostbare planten, maar blykbaar het pu.kje van een goedonderhouien Eagelschen tuin. In antwoord op onze verwonderde uitroe pen, merkte bij eenvoudig op, dat hij een mand bloemen van bui'en had gekregen hy, Thomson, die geen nabestaanden, gaen andere vrienden dan wy, bezat, en daar liet by' het by'. Het derde j»ar en het vierde was htt evenzoo en wij nnakten stilzwy'^end da gevolgtrekking dat die fia'um den eea of anderen romantischer mijlpaal op Thomson's prozaiichen levensweg markeerde. Wy lachten om de ongerijmdheid, maar in komen, niet volgens de regelen van »le protocole", maar geheel vaa zelf, onder den indruk dien het eenvoudige, vaa alle diplomatieke mooi-doenerij afkeerige optre den van den prina op zijne gastheeren maakte. Inderdaad, keizer Wilhelm had geen beter vertegenwoordiger naar de Ver eenigde Staten kunnen zenden dan zijn broeder. En het is interessant te zien, hoe de prins in de Vereenigde Staten niet slechts voor Duitgchland, maar ook voor zijn »keizerlijken broeder en souverein" propaganda heeft gemaakt. IQ de eerste dagen, het kan niet ontkend worden, ver meden de Amerikaansche redenaars, zich over den keizer uit te laten. Zij hadden het druk over de Duitsche wetenschap en den Duitschen geest, waaraan ook hun land zooveel te danken had. Maar als door hen een vorst uit het huis der Hohenzollern met eere werd genoemd, dan was het niet keizer Wilhelm, maar zijn voorzaat, Frederik de Groote. Met veel tact heeft prins Heinrich hierin de gewenschte wijziging gebracht, door er telkens op te wijzen, dat hij, zeker in overeenstemming met zijn eigen wensehen, maar toch allereerst op uitdrukkelijke uitnoodiging van keizer Wilhelm de reis naar de Vereenigde Staten had onder nomen. Ea dientengevolge is ook in de officieele redevoeringen van Amerikaansche zijde de persoonlijkheid van denregeerenden keizer meer en meer op den voorgrond gekomen. Allereerst als vredesvorst. Tal van redenaars hebben dosn uitkomen, hoe keizer Wilhelm, al is hij het hoofd van een der grootste militaire staten van Europa, toch, van den aanvang zijner regeering, onverpoosd en onvermoeid heeft gewerkt voor het behoud van den vrede. Een goed voorbeeld voor de machtige republiek aan de overzijde van den Atlantischen Oceaan, vooral nu zij sedert eenige jaren er ook op uit is, in de wereldpolitiek eene zeer invloedrijke rol te vervullen. Het toppunt van stoeschietelijkheid'1 heeft de Hohenzollernprins bereikt op het diner, hem door de Amerikaansche pers aangeboden. Zijn eerste toespeling op de rol dier pers, welke hij, de admiraal der Duitsche vloot, met onderzeesche mijnen vergeleek, was wel een beetje stekelig, maar hij maakte dit twijfelachtig compli ment mér dan goed, door te vertellen, hoe keizer Wilhetn hem, vóór zijn vertrek, had gezegd: »Gij zult vele persmannen ontmoeten, en gij zult, hoop ik, niet uit het oog verliezen, dat deze in de Ver eenigde Staten in rang bijna gelijk staan met mijn commandeerende generaals". Met een stille verzuchting merken enkele Duitsche bladen op, dat daar te lande de leiders van de hooMorganen der pers door de regeering nog niet eens met onderoffi cieren gelijk gesteld worden. Zoo ziet men al weer, d'.tt de'?» Strammheit" geen uitvoer artikel is, en dat onze teekenaar een paar ?weken geleden het bij het rechte eind had, toen hij aanduidde, dat bij deze reis de gepantserde vuist niet te pas zou komsn, en de glacéhandschoenen dienst zouden doen. Soms zijn ook die vreedzame handbeklesdingen in den ban gedaan om een echt-Amerikaansche sliake hands toe te laten.' Althans in fi^uurlijken zin. Te Chicago heeft prins Heinrich zelfs een compliment gemaakt aan de varkens, de «?interessante dieren", die zooveel tot den bloei der metropolis van Illinois hadden bijgedragen. Hoe de reis van prins Heinrich in Europa wordt opgevat buiten Duitschland, wel te verstaan kan blijken uit een artikel van het »Journal des Debals'', waarvan wij hier een gedeelte overnemen. Het blad dost allereerst uitkomen, dat van alle Europeesche mogendheden alleen lltllltltlllllllMlllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIMinllllIIII wendig waren wij er een beetj? geraakt over. Den volgenden 4 m Juni plaagden wij Thomson met zijn bloemen en verbeeldden ons dat hij ernstig keek. Wy lieten het onderwerp rusten. Een paar j mr later roerde ik het heel toevallig weder aan en vertelde hem toen welk een romantiifhi uitlegging wij er aanhadden gegeven. Tosn ik de veranöeiing zag, die zya gelaat onderging, begon ik hem waarachtig, by'na zander dat ik 't zelf wist, te bezweren, dat wy ham in weerwil van alles zouden bijstaan en dat ik, voor mij, h»t beste erfan hoopte! Ik weet eigenlijk niet, waarom ik 't jelui rooit verteld heb," zei hij. Ik denk omdat 't zoo'n bagatel was. Maar neen voor die vrouw was het geen bagatel." Dat is het nooit," merkte ik diepzinnig aan. Nu, otn de waarheid te zeggen voor mij ook niet. Het h mij, alsof het gisteren pas gebeurde en da enkele gedachte er aan maakt me ... maakt me ..." Hij stokte en wendde zich af. O, ja, het had hem geducht aange pakt. Ik had Thomson nog rooit zóó gezien. M^t een tympathieken zucht luisterde ik verder. Het was juist zes jaar geleden dat ik mijn eerste voetreisje met mijn kodak maakte je herinnert 't je wel. Ik had op een beerlijken Juniochtend Pinley doorgewandeld en kwam in een der buitenlanen vcor een der schilder achtigste optrekjes, die ik ooit ik mijn leven had gezien, sierlijke gevel, spits, zie je en een portiek heelemaal begroeid met kamperfoelie, en langs de glooiing van den heuvel achter het huis een tuin om van te watertanden !" Ja, ja, dacht ik, 't eerste bedryf speelt alty'd in een. tuin. Een kleine jmgen zat op het hek," ver volgde Thomson, 'n aardig kereltje van een jiar of zes. Zijn zweep was een hagedoorntak, waarmee hij lustig op het hek lossloeg, terwijl hij onder het heen en weer zwaaien met de tong klapte, om zijn ros aan te sporen. Hij keek over den weg heen naar mij en begon te lachen. Als je j^ heel stil houdt, totdat ik tot zes heb geteW, krijg je een mooien, nieuwen shilling van me," zei ik. Hij keek onderzoe kend toe, terwijl ik mijn kodak richtte. 5k zag dat de tuin en de kamperfoelieportis'k nog binnen de lens vielen, maar ik wenschte dat het kind riet op eens zoo ernstig w-as gaan kijken. Wat zit er in die doos?" vroeg bij. Engeland zich kan ergeren aan de ontvangst, ! die dea Duitschen prins in de Vereenigde Staten is ten deel gevallen. »Daar de Engeleche regeering en de Engelsche pers zich hebben uitgesloofd, om de sympathieën van de Amerikanen uitsluitend voor zich in beslag te nemen, door te trachten hun, met allerlei kinderachtige manoeuvres, te beduiden, dat zij alleen door de tusscnenkomst der Britsche staatslieden voor eene Europeesche coalitie zijn behoed, moest het volkomen mislukken dier manoeuvres duidelijk worden bij het zien der ontvangst, welke de Amerikanen bereid hebben voor prins Heinrich, die een der voornaamste staten van deze voorgewende coalitie ver- ( tegen wofirdigt. i »De Engelsche pers is dan ook met hare ; houding tamelijk verlegen. Daar zij de feiten niet kan ontkennen, tracht zij die op hare wijs te interpreteeren, door aan het optreden van Engeland en aan de gemeenschap van ras met de Vereenigde Sta'en de eer toe te schrijven van een , deel der beleefdrieden, die den Duitschen prins in Amerika te beurt vielen. Wat ons betreft, wij ziju van die beleefdheden getuige in alle gemoedsrust en zonder eenige kleingeestige jaloerschheid. Wij kunnen herhalen, wat de Duitsche bladen zelven schreven, toen zij de ontvangst van keizer Wilhelm's broeder in verband brachten metEogeland's laatste campagne." (Bedoeld nordt natuurlijk de verdachtmakings-campagne, waarover ook wij in ons nummer van 22 Frfbr. schreven onder den titel: »Eene mislukte hofmakerij.") Wij wensehen in oprechte vriendschap met de Vereenigde Staten te leven, maar daarv or is het niet noodig, die Vereenigde Stalen in onmin leven met onze Euro peesche buren." Ziedaar »een waar woord en aller aan neming waardig.' John Buil heefc een kolossalen blunder gemaakt, en keizer Wilhelm heeft een handigen zet gedaan op het internationale schaakbord. Wanneer Fransche bladen zich daarover verheugen, of althans beweren dat zij daarin »voor Frankrijk niets onaangenaams vinden," dan zij het ons veroorloofd, daarbij beschei denlijk te applaudisseeren. Gasproten uit een Fransch geslacht, dat reeds in het begin der 16) eeuw zich in ons land vestigde, vertoont de he°r B nier in zqn uiterlijk duidehj'c het type zgner afstamming, Er is niets van den Germaan in zijne rerSignalement uit Utreclit door JAN VAN 'T STICHT. Mr. L W. A. B E S I E R. Voorzitter run hit den l.*1tn Januari. 1002 opc/fheren Muritcolltge. Mr. Louis Willem Alfxander B?sier. Die raam wordt niet dan met hooge acbtiiig ge noemd. EHIllMIIIIIIIHII'ltUMIIIIMtmlIllllmlIlllllllllllmHtll Dat zal ik je dadelijk laten zien, als je je even stil houdt," beloofde ik Nou, opgepast l" Juist toen ik mijn vinger aan dtn knop bracht, begon een koekoek in het kreupelhout te roepen. Het kind hief zijn krullenbol op en luisterde opgetogen. Dat's mijn vogel," zei hij, maar j list voor dat hij zij i mond opendeed, had ik 'jp den knop gedrukt. Iemand in het huis riep Wimpie l" en hij klom van bet hek af Hier is je shilling," zei ik. Hij keerde zich om, stak zyn handje door de stijlen en huppelde met zij a buit weg. Mijn. vacantie was dat jw,r niet lang en op mijn terugweg, van Thorpa naar Fronton gaande, sloeg ik een vsrkeerden weg in en kwam opnieuw dicht bij Pinley uit. Veel kon het my niet schelen, want ik had myn acht en veertig kieljjs genomen en zocht vooreerst geen nieuwe. Het was ondragelijk heet, dien morgen, toen ik het optrekj 3 voor de tweede maal zag. Ik naderde het nu van den heuvel aan de achterzyde en ontdekte dat riet in werkelijkheid een kleine boerderij was. Daar zal ik wel een glas melk kunnen krygen," dacht ik, terwijl ik, om een gedeelte van den weg af te snijden, over een muur klom; maar aan den anderen kant er af springende, kwam ik op een lossen steen terecht, verloor mijn evenwicht, verzwikte mijn enkel en bleei een paar minuten beurte lings kermend en vloekend liegen Toen krab belde ik op en hinkte naar het huis. Er was niemand te zien en toch scheen het bewoor.d. Ik 'klopte aan een zijdeur en luisterde tegen den deurpost leunend, maar er kwa-n niemand. Toen hinkte ik na »r de voordeur. Mijn vriendje van den vorigen keer hing nu niet over het hek. Ik ging in de portiek en klopte opnieuw. De deur werd geopend ? een vrouw van omstreeks vijf en dertig jaren en die er, naar 't mij voorkwam, erg slecht uitzag, stond mij vragend aan te zien. Is hier iernatd, die een ry tuig vorrrnij kan gaan bestellen? Ik heb mijn voet v.'rstuikt en..." Neen," antwoordde zij, onver:chiilig het hoofd schuddend. Ik bad een geweldigen angst, dat zij de deur voor mijn neus dicht zou doen. Kun ik hitr dan soms een ula^ melk krijgen?" vorrolgdc ik, op dat ogenblik nietH anders j verlsnoend dan ev-en te kuinen gaan zitten. Ja ! dat zal wel gaan," antwoordde zy. Kom maar mee." Ik volgde haar naar de kniken, zij gaf mij een stoel fn ging hpen Ik zat mijn. pijnlijken voet te wrijven tutiia* zij met demt.dk teruïkwam. Ik hen bier een da< of tien geleden, op weg van Frenton, ook vo'>ri>y gekomen," zei ik. Zoo," zei de vrouw, afg"trokken. Zij wendde zich naar het raam en g'ng op een lagen stoel bij een groenti'nmand zitten. Ik zag dat zij aai het erwten doppen was gewest, toen ik klopte. Ji, er. toen is roe uw tuin zoo opgevallen. 'k II-b in den heelen omtrek geen mooieren gfzien." NTeer>, hij is r.iet onaardig,'' zeide zij, de erwten in een emmer naast haar overgooiend. Zij kletterden als hagelf-teenen. Waar zou ik hier ergens een rijtuigkunnen huren " vroeg ik. A'l-en by Farner, zoover ik weet." Waar woont die V' K;n half uur ziowat hier vandaar." Een ha:f uur. Ik kermde onwillekeurig. Ik kon dien afstand onmogelyk loopen. Kr rnoast iemand- worden gevon 'en ~rn met Farner voor mij te oriderhwuiflen Ik z»g oen j >n ge t j 3 op het hek spelen, toon ik verleden hier langs kwam, zou ..." De vrouw wendde het hoofd met zulk een plotselingen ruk naar mij om dat ik opeens stil hield. .. maar het duurde .--lechts een oogenblik. Zij keerde het gelaat weer af en de erwten begonnen weer tegen het zink te ratelen. Is die kleuter niet thuis ?" De vrouw tchuide het hoold. Het wat stikker.d warm. II t zweet stond met droppels OL> haar voorhoofd. Zij hiel haar ann op en yeegcla met de mouw van haar kitoenen japon over het gezicht. Ik zette het ledige glas op de tafel en haaliie mijn beurs voor dmi dag. Ik merkte c p dat de bedr.iv ge handen der vrouw weder werkeloos in hüar schoot ruftten en haar hooid gebogen was. Za is hard ziek,'1 dacht ik. Zij zelf kan i.ist ; aar Ftrner gaai!, maar.. ." Als er iemand is, die een rijtuig voor me wil halen, zou ik er graag een halven kroon vosr over hebben," ztïik hardop, Weet u soms . . .V" Zij hut het hoofd op en keek mij aan. Was u bet, die nem dien .'hilling hebt gegeven ?" Wien bedoelt u ?" Wiaipie, luijp. j mgen. U zei dat u hem op Te Macasser den 22 M ai 1829 geboren zy'n vader was gouverneur der M dukken studeerde hy aan de hoogeschool te Utrecht, waar hy in 1852 tot meester in de rechten promoveerde.Eerst kortelings was toen het vorige college van Raden en 6 meraal Meesteren van '» Rijksmunt in het latere muntcollege ver anderd. De Raden en Ganeraal Meesteren vorm den een college van staat, dat naast en niet onder den minister van flianciën arbeidde, en rechtstreeks zijn rapporten en adviezen aan de Kroon uitbracht. E m lichaam dus van denzelfden rang als thans bijv. de Algemeene Rekenkamer en de Raad van State. Deze aureool van voornaamheid wierp haar glansen by de herziening van het Muntbestuur ook op het micder zelfstandige Munt- College en het verschiet daarin ewmaal te «orden opge nomen, had veel aamrekkelyks. Of dit zxjrie keuze bepaald heeft, is onbekend, doch in 1855 trad de heer Besier in dienst bjj 's Rgks Munt als Aljunct commies en by is die inrichting verder zijn geheele leren trouw gebleven, tot hy nu, op den 31 Dac. 11. in de h«og«te waar digheid, Voorzitter van het M-int-Cjllege, uit trad In dien langen diensttyi heeft hij alle belangrijke tydperken van ons Muntwezen medegemaakt. By zijne aankomst was de groote hèrmunting in vollen gang, dra volgde de herziening van het Indische muntstelsel en later de invoering van den dobbelen standaard. Ia zq'ne toenmalige qaaliteit als R ferendaris by het Munt- College heefc bij aan de voor bereiding ra n dit laatste een bijzonder werk zaam aandeel genomen en menig doorwrocht advies van zy'n e hand is in den Htag met waardeering ontvangen. E^n, naar ik meen, vierde graad van verwantschap met den muntmeester, destijds b\j de wet verboden, belette gedurende eenigen tijd zy'ne opname in het Munt- College waartoe hy echter in 1894 benoemd werd doch de waardeering zyner verdiensten, zoowel in die betrekking als ia andere bedieningen, bleek uit zijne benoem! r g tot H;dder in de orde van den Nederlandschen De heer Bjsier heeft zich inzonderheid zeer verdienstelijk gemaakt ten opzichte van het ry'ke, by 's Rijks Munt berustende Penning kabinet. Voor hij er zich aan wijdde, was de toestand zoo al niet een chaotische, toch zeker een zeer ongedefi lieerde, en het is zijne groote verdienste daarin afdoende verandering te hebben gebracht. Niet minder dan vier uitge breide catalogi met zeer belangryke aanteekeningen zy'n door hem vervaardigd voor de verschillende onderdeelen van die verzameling en wel voor de munten en penningen van de Rapubliek der Vareenigde Nederlanden, ge slagen sedert de Pacificatie van Gjnt tot aan het einde der 18 ) eeuw; voor de gouden, zilveren, koperen en bronzen speciën van hat koninkrijk der Nederlanden 1813?1887 ; voor de gouden, zilveren en koperen speciën, ge slagen in de Nederlandsehe gewesten door de Frankische en Duitsch- Nsderlandsche vorsten, de hertogen en graven, heeren en steden van de vroegste tyden af tot de Pacifiiatie van G?nt en eindelijk voor de medaille-stempels van 's Hijks Munt. Dat een man van de groote werkkracht van mr. B isi er zy'ne gaven en tijd ook bereidwillig beschikbaar stjlde voor de belangen zy'ner medeburgers, ligt voor de hand. Vandaar dat hij in verschillende betrekkingen zich aan die belangen jarenlang heeft gewy'd. Zoo was bij regent van het Burger Weeshuis, van het Ambachts Kinderhuis en de fundalie van Ranswoude, die heilryke stichting, waar zoo menig burger zijne opleidirg tot een nuttigen en eervollen werkkring in da maatschappij genoten heeft; van de Gjds- en Gasthuizen ; h J van het Provinciaal Utrechtsen Genootschap voor Kunsten en Wetenschappen; lid van het Ned Genootschap voor Munt; en Prfnningkunde ; lid van de SiciétéR >y*le d'Archéilogie a Bruxelles; A^sociétrangpr de la socié'éRoyale de la Numismatiq ie welke laatste betrekkin gen te beschouwen zijn als eene erkenning vaa zijne verdier sten op numismatisch gebied, lil van de Cimmissie van Toezicht op het Middel baar Onderwijs en lest maar best lid en voorzitter van de Commissie van Administratie voor de Gavangenissen, in welke betrekking hij zich zeer verdienstelijk heeft gemaakt, wat door 't hek zag spelen. Was u het, van wien hij dijn nieuwen shilling had ?" Ja, dat kan wel, 'k geloof het wel." Een smartelijke trek gleed over het gebruinde gelaat en het hoofd zonk op de gevouwen armen. Wat is er gebeurd?" vroeg ik, na eeu oogenblik zwijsrens. ^Üging rechtop zitten ei staarde naar buiten. Ik heb hem altijd verboden buiten het hek te gaan, of met de voorbijgangers te praten," antwoirddj zij, en toen ik dien ochtend stem men hoorde riep ik hen binnen. Hg liet mij den shülirg zien.. . ." Zy stokte eu wischte met den rug hater band haar oogen. 1 Ea ?" vroeg ik. Ik wilde niet dat hy geld van vreemde menschen aannam. Ik was boos op hem en hij... hij schreide." H»ar eigen oogen stonden voi tranen. Ik probeerde uit hem te krijaen, wair het geld voor was," vervolgde zy. Ner gens voor," zei hij ; dan heb je er oia gevraagd," j zei ik, en je bent een ondeugende j ingeu, maar hij begon hoe langer hoe harder te huilen en hield vol dat hij 't iiiet gedaan had." Maar dat was ook volkomen waar,'1 viel ik baar in de rede. O, maar ik wist het niet, ik wist het niet!" ' ke-tnde de vrouw. Ik dreigde, dat bij klappen i zou krijgen, als hij niet vertelde waarom de i vreemde heer hem dien shilling gegeven bad. .Ik zou het misschien ook gedaan hebben, maar j bij hi«ld optens op met huilen en zei: O, i moetje, ik weet het a! mijn koekoek begon | voor hem te zingen ziet u en ik hield me heel ] stil, zoo.dat hij het goed kon boornn. 't Was nonsens, natuurlijk.net iets voor Wimpi3, maar ik heb hem toch geen klappen gegeven oah ! ik hen blii, dat ik hem niat geslagen hen . .." i Ik wacatte, totdat zij haar stem terug kreeg," hervatte Thomson na een poos al» etu excuus dat de zijne hem eensklaps had begeven. De vrouw vertelde," ging hij voort, dat Wiuipie dienzelfjen middag in den kastanje boom was geklommen. Hy viel er uit en do dokter zegt dat hij op zijn hoofdje moet zijn terechtgekomen 's avond-i was hij d.vd." Ik raomp?lde een banale con-ioleartie Zij begon werktuigelyk weer crwten te doppun. Doelloos rondziende viel mijn oog op eai kin derportret in een lijstje aau den muur logenover mij.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl