Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1289
f. een rustdag per week;
g ter mij a van opzegging;
h arbitrage bij geschillen, arbiter een kamer
van arbeid ter plaatse of bij ontstentenis
in een nahijorele.en plaats,
2. Pentiotnregeliag (voorloopig de vraag bij
,wet" of .verzekering" in bet midden ladend).
3. Wettelijk vastgestelde eischen betrtffinde
de kaniourlokaliteiteu eu toezicht van staats
wege voor da handhaving daarvan door de
msptctf urs van den arbeid of w e daartoe worden
aangewezen.
4 Kamer van Arbeid worde met meer b ndend
g*zag bekleed. Er worde verd°r gestreefd naar
eene wetswijziging waarbij een Kimer van Arbeid
roor het, geheele administratiewezen mogelijk
wordt, waarbij dus onze stand als ,i geneel
en een af .ouderlijk beroep wordt bjscaouwd.
6. Regeling der Rechtspositie van den
kantoorbediende.
M u zal gaarne toegeven, dat de wensehen
dezer kantoorbedienden niets buitengewoons
bevatten. Hunne Duitsche collega's hebben het
meerendeel dezer bepalingen reeds lang in een
afzonderlijk wetboek vetkregen.
Het hoofdbestuur van rMercurius" negeerde
elf weken larg het oppositieorgaan. Of het
hoopte, dat du uit gebrek aan fondsen zou
komen te overlijden en dus deze stemmen, die
hervorming eischten, weder zouien worden ge
smoord, of het de kracht der argumenten der
tegenpartij te zeer gevoelde om een debat aan
te durven, wij weten het niet. Genoeg, het
zweeg een geruimen tijd. Eindelijk, toen de
aanhang der oppositie van beteekenis was ge
worden, verbrak het het stilzwijgen.
Het verklaarde zich ten langen leste bereid met
de oppositie" tot reorganisatie van ,Mercurius"
tot eene nationale vereeniging en tot verwezen
lijking van het program van actie mede te
werken. DJ oppisitie staakte daarop de uitgifte
van haar orgaan.
De afdeeling Amsterdam van «?Mercurius"
had imniddels een vooistel ingediend tot reor
ganisatie der Vereeniging tot eene nationale.
Tot. toelishting van dit voorstel bat volgende :
Dd Vereen:g'np was indertijd te R>tterdam
voor Rotterdammers opgericht. Eerst vier jaren
geleden gi"g mep over tot de oprichting van
«fdeehngen buiten R )tter Jam. In plaats van nu de
reglementen radicaal te wijsigen en geschikt te
maken voar eene nationale Vereeniging, liet men
de bestaande reglementen, gemaakt voor de
p'aatselijke vereenigicg »Mercunus" van kracht.
De afieelingen buiten Rotterdam kregen afzon
derlijk-e besturen. De R Sterdammers behielden
hun bestuur, maar dit werd tegelijkertijd het
hoofdbestuur der geheele vereeniging. Dit be
stuur had, alzoo de blondere Rotterdamsche
en de algemeene belangen der vereeniging te
behartigen. Dat van eene behoorlijke beharti
ging dier algemeane belangen onder deze omstan
digheden geen sprake w»", behoeft, geen betoog.
O der de thans van kracht zijnde reglementen
is het noodzakelijk, dat ieder lid, die prijs stelt
op het u t'orengen van zijn stem, te Rotterdam
de ledenvergadering bijwoont. Beatond er eene
afdeelin» van »M',rcurius" te Groningen, de
Groningers zouien bij belangrijke kwesties a'len
naar R >tterdam motten reizen.
Dat, deze regeling eene dwa*e is, behoeven
wij zeker niet nader aau te duiden. Het
kensc'ietst alleen de uiterst gebrekkige organisatie
van ,Mercurius".
De afdeeliag Amsterdam wensc^te aan dezen
on'ioudbaren toestand een einde te ma'ien. Zij
Wensc'ite eene nitionale vereeniging bestaande
uit de afdeelingen RitlerJam, Amsterdam, den
Haag, Ddlfr, Dirdrecht en Haarlem met afde
lingsbesturen. Daarboven een afzonderlij Is
hiofdbe-luur gekozen uit de leden op de
jiarrergaderi,g, een hoofdbestuur dus, dat zich alleen
met de algemtene belangen der vereeaiging zou
hebbeu bezig te houden Amterdam stelde dus
voor eene organisatie,zooals elke andere nationale
Yereeii'irg in dtn lande dis heeft.
Op den 16'en December j.l. te Rotterdam
ge'.ouden akem-ene vergadering, waarheen vele
leden vaa Amterdam, den Htag en Delft
wareu gereisd, werd dit voorstel aangenomen.
Nu bleek het hoe weinig het den leden van
het Rotterdamsch bestuur ernst was met hunne
belofte van samenwerking, la plaats van op
grond van de genomen beslissing reglements
wijzigingen te cntwerpsn met b'hulp van de
daartoe aangewezen commissie uit de
VerteB , -???-?t,-r"- """" -Ühunne teleurstelling
in aller'ei klaagllederen lucht.
Ten slotte namen zij het besluit met ingang
van l Februari a s. hun mandaat neder te leggen.
In een artikel »Ten Afscheid" leggen zij de
nniHiiin iiiKiiitiiiiimi iniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii IHH
gronden van hun heengaan bloot. Er zijn twee
redenen: , De eerste was de houding van de
oppositie in de vergadering van den 16 ia De
cember en daarna."
»Da tweede was de houding dar niet-oppo
santen."
Eu dan wordt uiteengezet, dat de oppositie
het genoemde voorstel omtrent nationalisatie
had bchooren in te trekken, omdit het Hoofd
bestuur een federatieven bond van aangeslo'en
vereen g rgin wensc'ite, wat dus op groote
versnippering van krachten neerkomt. Ea verder,
dat de niet opposanten het bestuur in den
steek lieten.
Eene uiting van het scheidende bestuur schijnt
ons de moeite van het overnemen waard. - Hrt
is deze: »Men zal ons via^en, waarom het
bestuur dan toch met de oppositie meeging, als
het zoo weinig heil verwachtte van wat de
oppositie -voorstond."
»0.is antwoord daarop is, dat wij bij de
manieren ec de onstuimigheid der Oppositie
geen kans zagen haar te overreden, en dat wij,
bij de gebleken onthouding der groote meerder
heid, oak geen, kans zagen die oppositie te
dirineen."
«Wij garen das toe, eu hoopten door mede
te gaan voor zoover het ons mogelijk was, den
strijd te laten uitsterven, faute de combattants."
Het is alsof wij het bestuur hooreu zeggen:
Du strijd nam te groote afmetingen aan. Wij
paaiden dus de oppositie met mooie beloften
van samenwerking in de hoop, dat zij het hoofd
in den schoot zon leggen en haar aanhang zou
verloopen. Dan was van toepassing harer ideen
geen sprake meer geweest. Dan was ons ge
liefd Mercurius', zonals het twintig jiren geble
ven is, gered. Nu de oppositie zicii niet met
een kluitje in het riet laat sturen, nu gaan
wij heen.
Er bestaat gevaar, dat het bestuur toe1! zal
worden herkosen. Eenige Rotterdammers zetten
daartoe eene beweging op touw. Men spreekt van
een ontredderd wrak, dat door ds stuurlieden in
veilige haven moet worden binneng&loodst.
Wij hopen ter wille vau dca vooruitgang, dat
deze pogingen zullen falen. »M;icaiiub" heeft
bahoefte aaa leider», die niet tevreden met de
verkregen resul'aten, de oogen geopsnd houden
voor de eischen van dezen tijd.
F. TH.
Amsterdam, Februari 1902.
Prins Heinrich in de Vereenigde
Staten.
Bij een der eerste diners, door president
Roosevelt ter eere van zijn vorstelijken
gast gegeven, heeft zich een aardig inci
dent voorgedaan. Men was, betrekkelijk,
en peiit comité; er waren geen andere
dames aanwezig dan de vrouw en de
dochter van president Roosevelt. Daaraan
ontleende een der intimen van het Wit:e
Huis de vrijheid, om op het dessert de
jongste kinderen van den president binnen
te brengen. Enkele daarvan waren klaar
blijkelijk onder den indruk van het geval,
maar de jongste, een kereltje van vier of
vijf jaren, zeide met kinderlijke vrijmoe
digheid : »I? dat nu een prins '/ Ik dacht,
dat die altijd kwam in een mooie koets
met vier witte paarden er voor."
Wijselijk heeft prins Heinrich die
attribulen van zijn waardigheid te huis gelaten.
Hij is overal opgetreden op de allereen
voudigste manier, en heeft nooit uit het
oog verloren, dat hij de gast was van eene
groote democratische natie. De eerste
plichtplegingen, tusschen hem en dn
Amerikaansche regeering gewisseld, maakten wel
een eenigszins zonderlingen indruk. De
toon, door den prins aangeslagen, was
hartelijk en vriendelijk. Het antwoord van
den president was in het oog loopend koel;
het was alsof hij bang was, zich zelf in
zijn medeburgers te compromitteeren door
gebruik te maken van de holle frasen,
die in de oude wereld bij dergelijke gele
genheden als doodgewone beleeflheden
worden beschouwd, maar die in den mond
van het hoof! eener burgerlijke republiek
allicht iets kruipends zouden hebben gehad.
De hartelijke loon is echter spoedig
geimiMiiiiiiiiiliiiililimiiiiiiiimiiHiiii iiniiiiiiiiiiiiniliillilllliliHiiii
EEN KINDERPORTRET.
Naar het Engelsch,
VAN
C. E. R UMON D.
-**»>
Thom;on was een dier messenen, niet jong,
niet oud, die gedurende den onbepaalden ty'd,
meest als jïren en jiren" aangeduid,
oruerand-rlyk dezelfde twee of drie vrienden hebben,
dezelfde kamers bewonen, er dezelfde twee of
drie liefhebbeiyen op nahouden. Niemand kon
zich den ty'd herinneren, dat hy geen kamers
in Jermyn S reet had, dat hij zijn vrienden
by sommige gelegenheden niet op zyi keurige
dineetjss onthaalde of dat hy niet lustig zy'n
stokpaardje van amateur-fotographie bereed.
Wy gingen er min ot meer prat op onzen
Thomson door en door te kennen. Hy was een
dier zeldzame en prettige menschen, die jong
hebben opgehouden op het onverwachte te
fperuléeren. Da enkele gedachte aan Thomson
gaf ons, die nog op en neer wipten op de
wip,=lank der a-nbitie, rust. Het kwam nooit
in onze verbeelding op dat Thomson promotie
maakte of een beroemd man werd, of trouwen
ging, of iets overylls deed. Toch kwam er een
tij l, dat Thonnoa ons eerige zorg baarde Twee
jiren achtereen, op 4 Juni vroeg hij ons
ten e'en en vonden wy zyn kamer in een
lustpriëel van rozen herschapen Overal bloe
men, in verbazingwekkendea overvloed geen
zeldzame of kostbare planten, maar blykbaar
het pu.kje van een goedonderhouien Eagelschen
tuin. In antwoord op onze verwonderde uitroe
pen, merkte bij eenvoudig op, dat hij een mand
bloemen van bui'en had gekregen hy, Thomson,
die geen nabestaanden, gaen andere vrienden
dan wy, bezat, en daar liet by' het by'. Het
derde j»ar en het vierde was htt evenzoo en
wij nnakten stilzwy'^end da gevolgtrekking dat
die fia'um den eea of anderen romantischer
mijlpaal op Thomson's prozaiichen levensweg
markeerde.
Wy lachten om de ongerijmdheid, maar in
komen, niet volgens de regelen van »le
protocole", maar geheel vaa zelf, onder
den indruk dien het eenvoudige, vaa alle
diplomatieke mooi-doenerij afkeerige optre
den van den prina op zijne gastheeren
maakte.
Inderdaad, keizer Wilhelm had geen
beter vertegenwoordiger naar de Ver
eenigde Staten kunnen zenden dan zijn
broeder. En het is interessant te zien, hoe
de prins in de Vereenigde Staten niet
slechts voor Duitgchland, maar ook voor
zijn »keizerlijken broeder en souverein"
propaganda heeft gemaakt. IQ de eerste
dagen, het kan niet ontkend worden, ver
meden de Amerikaansche redenaars, zich
over den keizer uit te laten. Zij hadden
het druk over de Duitsche wetenschap en
den Duitschen geest, waaraan ook hun
land zooveel te danken had. Maar als door
hen een vorst uit het huis der
Hohenzollern met eere werd genoemd, dan was het
niet keizer Wilhelm, maar zijn voorzaat,
Frederik de Groote.
Met veel tact heeft prins Heinrich hierin
de gewenschte wijziging gebracht, door
er telkens op te wijzen, dat hij, zeker in
overeenstemming met zijn eigen wensehen,
maar toch allereerst op uitdrukkelijke
uitnoodiging van keizer Wilhelm de reis
naar de Vereenigde Staten had onder
nomen. Ea dientengevolge is ook in de
officieele redevoeringen van Amerikaansche
zijde de persoonlijkheid van
denregeerenden keizer meer en meer op den voorgrond
gekomen. Allereerst als vredesvorst. Tal
van redenaars hebben dosn uitkomen, hoe
keizer Wilhelm, al is hij het hoofd van
een der grootste militaire staten van Europa,
toch, van den aanvang zijner regeering,
onverpoosd en onvermoeid heeft gewerkt
voor het behoud van den vrede. Een goed
voorbeeld voor de machtige republiek aan
de overzijde van den Atlantischen Oceaan,
vooral nu zij sedert eenige jaren er ook
op uit is, in de wereldpolitiek eene zeer
invloedrijke rol te vervullen.
Het toppunt van stoeschietelijkheid'1
heeft de Hohenzollernprins bereikt op het
diner, hem door de Amerikaansche pers
aangeboden. Zijn eerste toespeling op de
rol dier pers, welke hij, de admiraal der
Duitsche vloot, met onderzeesche mijnen
vergeleek, was wel een beetje stekelig,
maar hij maakte dit twijfelachtig compli
ment mér dan goed, door te vertellen,
hoe keizer Wilhetn hem, vóór zijn vertrek,
had gezegd: »Gij zult vele persmannen
ontmoeten, en gij zult, hoop ik, niet uit
het oog verliezen, dat deze in de Ver
eenigde Staten in rang bijna gelijk staan
met mijn commandeerende generaals". Met
een stille verzuchting merken enkele
Duitsche bladen op, dat daar te lande de
leiders van de hooMorganen der pers door
de regeering nog niet eens met onderoffi
cieren gelijk gesteld worden. Zoo ziet men
al weer, d'.tt de'?» Strammheit" geen uitvoer
artikel is, en dat onze teekenaar een paar
?weken geleden het bij het rechte eind had,
toen hij aanduidde, dat bij deze reis de
gepantserde vuist niet te pas zou komsn,
en de glacéhandschoenen dienst zouden
doen. Soms zijn ook die vreedzame
handbeklesdingen in den ban gedaan om een
echt-Amerikaansche sliake hands toe te
laten.' Althans in fi^uurlijken zin. Te
Chicago heeft prins Heinrich zelfs een
compliment gemaakt aan de varkens, de
«?interessante dieren", die zooveel tot den
bloei der metropolis van Illinois hadden
bijgedragen.
Hoe de reis van prins Heinrich in
Europa wordt opgevat buiten
Duitschland, wel te verstaan kan blijken uit
een artikel van het »Journal des Debals'',
waarvan wij hier een gedeelte overnemen.
Het blad dost allereerst uitkomen, dat
van alle Europeesche mogendheden alleen
lltllltltlllllllMlllllllllllllllllllllllllllllllllllllMIIIIIIIIIIIIMIIIIIIIIMinllllIIII
wendig waren wij er een beetj? geraakt over.
Den volgenden 4 m Juni plaagden wij Thomson
met zijn bloemen en verbeeldden ons dat hij
ernstig keek. Wy lieten het onderwerp rusten.
Een paar j mr later roerde ik het heel toevallig
weder aan en vertelde hem toen welk een
romantiifhi uitlegging wij er aanhadden gegeven.
Tosn ik de veranöeiing zag, die zya gelaat
onderging, begon ik hem waarachtig, by'na
zander dat ik 't zelf wist, te bezweren, dat
wy ham in weerwil van alles zouden bijstaan
en dat ik, voor mij, h»t beste erfan hoopte!
Ik weet eigenlijk niet, waarom ik 't jelui
rooit verteld heb," zei hij. Ik denk omdat 't
zoo'n bagatel was. Maar neen voor die vrouw
was het geen bagatel."
Dat is het nooit," merkte ik diepzinnig aan.
Nu, otn de waarheid te zeggen voor mij
ook niet. Het h mij, alsof het gisteren pas
gebeurde en da enkele gedachte er aan maakt
me ... maakt me ..." Hij stokte en wendde
zich af. O, ja, het had hem geducht aange
pakt. Ik had Thomson nog rooit zóó gezien.
M^t een tympathieken zucht luisterde ik verder.
Het was juist zes jaar geleden dat ik mijn
eerste voetreisje met mijn kodak maakte je
herinnert 't je wel. Ik had op een beerlijken
Juniochtend Pinley doorgewandeld en kwam
in een der buitenlanen vcor een der schilder
achtigste optrekjes, die ik ooit ik mijn leven
had gezien, sierlijke gevel, spits, zie je en een
portiek heelemaal begroeid met kamperfoelie, en
langs de glooiing van den heuvel achter het
huis een tuin om van te watertanden !"
Ja, ja, dacht ik, 't eerste bedryf speelt alty'd
in een. tuin.
Een kleine jmgen zat op het hek," ver
volgde Thomson, 'n aardig kereltje van een
jiar of zes. Zijn zweep was een hagedoorntak,
waarmee hij lustig op het hek lossloeg, terwijl
hij onder het heen en weer zwaaien met de
tong klapte, om zijn ros aan te sporen. Hij
keek over den weg heen naar mij en begon te
lachen. Als je j^ heel stil houdt, totdat ik
tot zes heb geteW, krijg je een mooien, nieuwen
shilling van me," zei ik. Hij keek onderzoe
kend toe, terwijl ik mijn kodak richtte. 5k zag
dat de tuin en de kamperfoelieportis'k nog
binnen de lens vielen, maar ik wenschte dat
het kind riet op eens zoo ernstig w-as gaan
kijken. Wat zit er in die doos?" vroeg bij.
Engeland zich kan ergeren aan de ontvangst, !
die dea Duitschen prins in de Vereenigde
Staten is ten deel gevallen. »Daar de
Engeleche regeering en de Engelsche pers
zich hebben uitgesloofd, om de sympathieën
van de Amerikanen uitsluitend voor zich
in beslag te nemen, door te trachten hun,
met allerlei kinderachtige manoeuvres, te
beduiden, dat zij alleen door de
tusscnenkomst der Britsche staatslieden voor eene
Europeesche coalitie zijn behoed, moest
het volkomen mislukken dier manoeuvres
duidelijk worden bij het zien der ontvangst,
welke de Amerikanen bereid hebben voor
prins Heinrich, die een der voornaamste
staten van deze voorgewende coalitie ver- (
tegen wofirdigt. i
»De Engelsche pers is dan ook met hare ;
houding tamelijk verlegen. Daar zij de
feiten niet kan ontkennen, tracht zij die
op hare wijs te interpreteeren, door aan
het optreden van Engeland en aan de
gemeenschap van ras met de Vereenigde
Sta'en de eer toe te schrijven van een ,
deel der beleefdrieden, die den Duitschen
prins in Amerika te beurt vielen. Wat
ons betreft, wij ziju van die beleefdheden
getuige in alle gemoedsrust en zonder
eenige kleingeestige jaloerschheid. Wij
kunnen herhalen, wat de Duitsche bladen
zelven schreven, toen zij de ontvangst van
keizer Wilhelm's broeder in verband
brachten metEogeland's laatste campagne."
(Bedoeld nordt natuurlijk de
verdachtmakings-campagne, waarover ook wij in ons
nummer van 22 Frfbr. schreven onder den
titel: »Eene mislukte hofmakerij.") Wij
wensehen in oprechte vriendschap met de
Vereenigde Staten te leven, maar
daarv or is het niet noodig, die Vereenigde
Stalen in onmin leven met onze Euro
peesche buren."
Ziedaar »een waar woord en aller aan
neming waardig.' John Buil heefc een
kolossalen blunder gemaakt, en keizer
Wilhelm heeft een handigen zet gedaan
op het internationale schaakbord. Wanneer
Fransche bladen zich daarover verheugen,
of althans beweren dat zij daarin »voor
Frankrijk niets onaangenaams vinden,"
dan zij het ons veroorloofd, daarbij beschei
denlijk te applaudisseeren.
Gasproten uit een Fransch geslacht, dat
reeds in het begin der 16) eeuw zich in ons
land vestigde, vertoont de he°r B nier in zqn
uiterlijk duidehj'c het type zgner afstamming,
Er is niets van den Germaan in zijne
rerSignalement uit Utreclit
door JAN VAN 'T STICHT.
Mr. L W. A. B E S I E R.
Voorzitter run hit den l.*1tn Januari. 1002
opc/fheren Muritcolltge.
Mr. Louis Willem Alfxander B?sier. Die
raam wordt niet dan met hooge acbtiiig ge
noemd.
EHIllMIIIIIIIHII'ltUMIIIIMtmlIllllmlIlllllllllllmHtll
Dat zal ik je dadelijk laten zien, als je je
even stil houdt," beloofde ik Nou, opgepast l"
Juist toen ik mijn vinger aan dtn knop bracht,
begon een koekoek in het kreupelhout te roepen.
Het kind hief zijn krullenbol op en luisterde
opgetogen. Dat's mijn vogel," zei hij, maar
j list voor dat hij zij i mond opendeed, had ik
'jp den knop gedrukt. Iemand in het huis riep
Wimpie l" en hij klom van bet hek af Hier
is je shilling," zei ik. Hij keerde zich om, stak
zyn handje door de stijlen en huppelde met
zij a buit weg.
Mijn. vacantie was dat jw,r niet lang en op
mijn terugweg, van Thorpa naar Fronton gaande,
sloeg ik een vsrkeerden weg in en kwam
opnieuw dicht bij Pinley uit. Veel kon het my
niet schelen, want ik had myn acht en veertig
kieljjs genomen en zocht vooreerst geen
nieuwe. Het was ondragelijk heet, dien morgen,
toen ik het optrekj 3 voor de tweede maal zag.
Ik naderde het nu van den heuvel aan de
achterzyde en ontdekte dat riet in werkelijkheid
een kleine boerderij was. Daar zal ik wel een
glas melk kunnen krygen," dacht ik, terwijl ik,
om een gedeelte van den weg af te snijden,
over een muur klom; maar aan den anderen
kant er af springende, kwam ik op een lossen
steen terecht, verloor mijn evenwicht, verzwikte
mijn enkel en bleei een paar minuten beurte
lings kermend en vloekend liegen Toen krab
belde ik op en hinkte naar het huis. Er was
niemand te zien en toch scheen het bewoor.d.
Ik 'klopte aan een zijdeur en luisterde tegen
den deurpost leunend, maar er kwa-n niemand.
Toen hinkte ik na »r de voordeur. Mijn vriendje
van den vorigen keer hing nu niet over het
hek. Ik ging in de portiek en klopte opnieuw.
De deur werd geopend ? een vrouw van
omstreeks vijf en dertig jaren en die er, naar
't mij voorkwam, erg slecht uitzag, stond mij
vragend aan te zien.
Is hier iernatd, die een ry tuig vorrrnij kan gaan
bestellen? Ik heb mijn voet v.'rstuikt en..."
Neen," antwoordde zij, onver:chiilig het
hoofd schuddend. Ik bad een geweldigen angst,
dat zij de deur voor mijn neus dicht zou doen.
Kun ik hitr dan soms een ula^ melk krijgen?"
vorrolgdc ik, op dat ogenblik nietH anders
j verlsnoend dan ev-en te kuinen gaan zitten.
Ja ! dat zal wel gaan," antwoordde zy.
Kom maar mee."
Ik volgde haar naar de kniken, zij gaf mij
een stoel fn ging hpen Ik zat mijn. pijnlijken
voet te wrijven tutiia* zij met demt.dk teruïkwam.
Ik hen bier een da< of tien geleden, op weg
van Frenton, ook vo'>ri>y gekomen," zei ik.
Zoo," zei de vrouw, afg"trokken. Zij wendde
zich naar het raam en g'ng op een lagen stoel
bij een groenti'nmand zitten. Ik zag dat zij aai
het erwten doppen was gewest, toen ik klopte.
Ji, er. toen is roe uw tuin zoo opgevallen.
'k II-b in den heelen omtrek geen mooieren
gfzien."
NTeer>, hij is r.iet onaardig,'' zeide zij, de
erwten in een emmer naast haar overgooiend.
Zij kletterden als hagelf-teenen.
Waar zou ik hier ergens een rijtuigkunnen
huren " vroeg ik.
A'l-en by Farner, zoover ik weet."
Waar woont die V'
K;n half uur ziowat hier vandaar."
Een ha:f uur. Ik kermde onwillekeurig. Ik
kon dien afstand onmogelyk loopen. Kr rnoast
iemand- worden gevon 'en ~rn met Farner voor
mij te oriderhwuiflen
Ik z»g oen j >n ge t j 3 op het hek spelen, toon
ik verleden hier langs kwam, zou ..."
De vrouw wendde het hoofd met zulk een
plotselingen ruk naar mij om dat ik opeens
stil hield. .. maar het duurde .--lechts een
oogenblik. Zij keerde het gelaat weer af en de
erwten begonnen weer tegen het zink te ratelen.
Is die kleuter niet thuis ?"
De vrouw tchuide het hoold. Het wat
stikker.d warm. II t zweet stond met droppels OL>
haar voorhoofd. Zij hiel haar ann op en yeegcla
met de mouw van haar kitoenen japon over
het gezicht. Ik zette het ledige glas op de tafel
en haaliie mijn beurs voor dmi dag. Ik merkte
c p dat de bedr.iv ge handen der vrouw weder
werkeloos in hüar schoot ruftten en haar hooid
gebogen was. Za is hard ziek,'1 dacht ik. Zij
zelf kan i.ist ; aar Ftrner gaai!, maar.. ."
Als er iemand is, die een rijtuig voor me
wil halen, zou ik er graag een halven kroon
vosr over hebben," ztïik hardop, Weet u
soms . . .V"
Zij hut het hoofd op en keek mij aan.
Was u bet, die nem dien .'hilling hebt
gegeven ?"
Wien bedoelt u ?"
Wiaipie, luijp. j mgen. U zei dat u hem op
Te Macasser den 22 M ai 1829 geboren
zy'n vader was gouverneur der M dukken
studeerde hy aan de hoogeschool te Utrecht,
waar hy in 1852 tot meester in de rechten
promoveerde.Eerst kortelings was toen het vorige
college van Raden en 6 meraal Meesteren van
'» Rijksmunt in het latere muntcollege ver
anderd. De Raden en Ganeraal Meesteren vorm
den een college van staat, dat naast en niet
onder den minister van flianciën arbeidde, en
rechtstreeks zijn rapporten en adviezen aan
de Kroon uitbracht. E m lichaam dus van
denzelfden rang als thans bijv. de Algemeene
Rekenkamer en de Raad van State. Deze
aureool van voornaamheid wierp haar glansen
by de herziening van het Muntbestuur ook
op het micder zelfstandige Munt- College en
het verschiet daarin ewmaal te «orden opge
nomen, had veel aamrekkelyks. Of dit zxjrie
keuze bepaald heeft, is onbekend, doch in 1855
trad de heer Besier in dienst bjj 's Rgks Munt
als Aljunct commies en by is die inrichting
verder zijn geheele leren trouw gebleven, tot
hy nu, op den 31 Dac. 11. in de h«og«te waar
digheid, Voorzitter van het M-int-Cjllege, uit
trad In dien langen diensttyi heeft hij alle
belangrijke tydperken van ons Muntwezen
medegemaakt. By zijne aankomst was de groote
hèrmunting in vollen gang, dra volgde de
herziening van het Indische muntstelsel en
later de invoering van den dobbelen standaard.
Ia zq'ne toenmalige qaaliteit als R ferendaris
by het Munt- College heefc bij aan de voor
bereiding ra n dit laatste een bijzonder werk
zaam aandeel genomen en menig doorwrocht
advies van zy'n e hand is in den Htag met
waardeering ontvangen. E^n, naar ik meen,
vierde graad van verwantschap met den
muntmeester, destijds b\j de wet verboden, belette
gedurende eenigen tijd zy'ne opname in het
Munt- College waartoe hy echter in 1894
benoemd werd doch de waardeering zyner
verdiensten, zoowel in die betrekking als ia
andere bedieningen, bleek uit zijne benoem! r g
tot H;dder in de orde van den Nederlandschen
De heer Bjsier heeft zich inzonderheid zeer
verdienstelijk gemaakt ten opzichte van het
ry'ke, by 's Rijks Munt berustende Penning
kabinet. Voor hij er zich aan wijdde, was de
toestand zoo al niet een chaotische, toch zeker
een zeer ongedefi lieerde, en het is zijne groote
verdienste daarin afdoende verandering te
hebben gebracht. Niet minder dan vier uitge
breide catalogi met zeer belangryke
aanteekeningen zy'n door hem vervaardigd voor de
verschillende onderdeelen van die verzameling
en wel voor de munten en penningen van de
Rapubliek der Vareenigde Nederlanden, ge
slagen sedert de Pacificatie van Gjnt tot aan
het einde der 18 ) eeuw; voor de gouden,
zilveren, koperen en bronzen speciën van hat
koninkrijk der Nederlanden 1813?1887 ; voor
de gouden, zilveren en koperen speciën, ge
slagen in de Nederlandsehe gewesten door de
Frankische en Duitsch- Nsderlandsche vorsten,
de hertogen en graven, heeren en steden van
de vroegste tyden af tot de Pacifiiatie van G?nt
en eindelijk voor de medaille-stempels van
's Hijks Munt.
Dat een man van de groote werkkracht van
mr. B isi er zy'ne gaven en tijd ook bereidwillig
beschikbaar stjlde voor de belangen zy'ner
medeburgers, ligt voor de hand. Vandaar dat
hij in verschillende betrekkingen zich aan die
belangen jarenlang heeft gewy'd. Zoo was bij
regent van het Burger Weeshuis, van het
Ambachts Kinderhuis en de fundalie van
Ranswoude, die heilryke stichting, waar zoo
menig burger zijne opleidirg tot een nuttigen
en eervollen werkkring in da maatschappij
genoten heeft; van de Gjds- en Gasthuizen ; h J
van het Provinciaal Utrechtsen Genootschap
voor Kunsten en Wetenschappen; lid van het
Ned Genootschap voor Munt; en Prfnningkunde ;
lid van de SiciétéR >y*le d'Archéilogie a
Bruxelles; A^sociétrangpr de la socié'éRoyale
de la Numismatiq ie welke laatste betrekkin
gen te beschouwen zijn als eene erkenning vaa
zijne verdier sten op numismatisch gebied, lil
van de Cimmissie van Toezicht op het Middel
baar Onderwijs en lest maar best lid en
voorzitter van de Commissie van Administratie
voor de Gavangenissen, in welke betrekking hij
zich zeer verdienstelijk heeft gemaakt, wat door
't hek zag spelen. Was u het, van wien hij
dijn nieuwen shilling had ?"
Ja, dat kan wel, 'k geloof het wel."
Een smartelijke trek gleed over het gebruinde
gelaat en het hoofd zonk op de gevouwen armen.
Wat is er gebeurd?" vroeg ik, na eeu
oogenblik zwijsrens.
^Üging rechtop zitten ei staarde naar buiten.
Ik heb hem altijd verboden buiten het hek
te gaan, of met de voorbijgangers te praten,"
antwoirddj zij, en toen ik dien ochtend stem
men hoorde riep ik hen binnen. Hg liet mij
den shülirg zien.. . ." Zy stokte eu wischte
met den rug hater band haar oogen.
1 Ea ?" vroeg ik.
Ik wilde niet dat hy geld van vreemde
menschen aannam. Ik was boos op hem en
hij... hij schreide." H»ar eigen oogen stonden
voi tranen. Ik probeerde uit hem te krijaen,
wair het geld voor was," vervolgde zy. Ner
gens voor," zei hij ; dan heb je er oia gevraagd,"
j zei ik, en je bent een ondeugende j ingeu,
maar hij begon hoe langer hoe harder te huilen
en hield vol dat hij 't iiiet gedaan had."
Maar dat was ook volkomen waar,'1 viel ik
baar in de rede.
O, maar ik wist het niet, ik wist het niet!"
' ke-tnde de vrouw. Ik dreigde, dat bij klappen
i zou krijgen, als hij niet vertelde waarom de
i vreemde heer hem dien shilling gegeven bad.
.Ik zou het misschien ook gedaan hebben, maar
j bij hi«ld optens op met huilen en zei: O,
i moetje, ik weet het a! mijn koekoek begon
| voor hem te zingen ziet u en ik hield me heel
] stil, zoo.dat hij het goed kon boornn. 't Was
nonsens, natuurlijk.net iets voor Wimpi3, maar
ik heb hem toch geen klappen gegeven oah !
ik hen blii, dat ik hem niat geslagen hen . .."
i Ik wacatte, totdat zij haar stem terug
kreeg," hervatte Thomson na een poos al» etu
excuus dat de zijne hem eensklaps had begeven.
De vrouw vertelde," ging hij voort, dat
Wiuipie dienzelfjen middag in den kastanje
boom was geklommen. Hy viel er uit en do
dokter zegt dat hij op zijn hoofdje moet zijn
terechtgekomen 's avond-i was hij d.vd."
Ik raomp?lde een banale con-ioleartie Zij
begon werktuigelyk weer crwten te doppun.
Doelloos rondziende viel mijn oog op eai kin
derportret in een lijstje aau den muur
logenover mij.