Historisch Archief 1877-1940
No.
1289
D
E
AMSTERDAMMER WEEKBLAD
V
0
0
R
NEDERLAN
D.
3
ied«r, die in deze betrekking met ham in aanra
king kwam ten hoogste werd gewaardeerd.
Gedurende eenige jaren is de heer Basier
ook lid geweest van den gemeenteraad; doch
het lag te veel in zijn aard om nuttig, ook in
het openbaar belang, werkzaam te zy'n zonder
dat juist Jan en Alleman te koop liep met
hetgeen hy verrichtte en zqn woorden en han
delingen besprak en beoordeelde, dan dat bij
lang behagen zon hebben geschept in deze
betrekking, die hij dan ook na zijn eerste af
treden niet meer ambieerde. Hy vergenoegde
zich met de goedkeuring van de mér beperkte
kringen, waarin zy'n werkzaam en nuttig leven
gekend en bjj gewaardeerd werd als een man,
die altijl het goede wilde en dat naar zijn
vermogen bevorderde.
De vry'e uren, die hem na zijne vele bezig
heden restten, wy'dde hij aan den kring der
zynen, in wier niiddenhy een groot huiselyk
gelak smaakte.
?HHMIIIMIIHtHllttnHIMIIIMIIIIIIIIIIIIfMIIMIIIIIIHMIMIIUMIIIIIIII
lopiaals: Louis Bonwieestcr te Rotterdam.
Het geeft too'n zelfvoldaan idee, iemand
?eens ft u k den mantel te hebben uitgeveegd;
het is zoo'n illusie van tevredenheid; wreed
is het daarom zoo'n heerlijke illusie stuk voor
stuk te ontzenuwen, maar de heer Robertsen
boude 't mij ten goede zoo wreed ga ik
thans zy'n.
De lieer Rjbertson bly'kt een meer dapper,
dan handig verdediger; hierdoor is het te
verklaren, dat ZEd's ingezonden stuk in het
no. van 3 Februari in dit weekblad, van A?Z
er naa^t ie, wat ik in de volgende regelen
zal aantoonen.
Het is een bekend feit, dat de waarheid
zeggen dikwy'ls «ongepast" wordt genoemd; de
verdediging in zake de houding van de afd.
Rotterdam van het Nederl. Tooneel verbond, is
bepaald merkwaardig, om meer dan n reden.
>Voor zoover my bekend is toch, beperkte
het. bestuur der afd. (behoudens enkele uit
zonderingen tegenover zeer populaire
Kotterdamsche artisten) haar werkzaamheid, en my'ns
inziens zeer terecht, tot het aanbieden van
de gebruikelijke lauwerkrans of corbeille"
zegt de heer Robertsen o. m.
Dat gtbruïkelyke vooral is kenschetsend; (t-'jj
abonnement voor zooveel kransen en zooveel
corbeilles is het misschien rog te vereenvou
digen ; een bonnetje naar den bloemist, en de
artiest is .op gebruikelijke wyze gehuldigd ! !)
Alzoo de hulde, den grooten, den
algemeenerkend grootsten tooneelspeier van OLS land,
en wellicht vér daarbuiten, aangeboden, bestond
uit... den gtbruikelijken krans.
Voor die enkele uitzondering bestond hier
geen reden, omdat Bouwmeester wel-is-waar
geer populair, maar geen Botttrdamsch artiest is!!
(Datzelfde zei ik toch reeds in mijn vorig
stukje; het wordt nu door den heer R. bevestigd!)
Wat blijft er nu over van een hulde, die
de buldebrengers zelf «gebruikelijk" noemen ?
En waarin zit het minder gepaste ? Is het,
omdat ik in mijn vorig stukje onder meer
bedekte termen neerschreef, wat ik EU, op
vereeren d verzoek van den heer RoberUon
duidelijker zal herhalen, namelijk dat dit een
ondubbelzinnig staalije is van kortzichtig
chauvinisme!
Immers de afd. R itterdam maakt een onder
deel uit van het Ned. Tooneelverbond, waarvan
Louis Bouwmeester ecrelid is; zy had als
gastvrouw moeten furgeeren ; zy' had i die
enkele uitzondering moeten maken, wai.t al
was de jubilaris geen R itterdamsch artiest,
hij is toch NEDEHLANDECU arttett, en eerelid
van het verbond, waarvan de afdeeling
hotterdam een ond.rdetl uitmaakt, en als zoodanig
kwam bij m i. wel degelijk in aanmerking voor
mér, dan »den gebruikelyken" lauweikratis !
Of is soms ongepast, mijn op waarheid be
rustende bewering, dat het terrein van de
«kunstbeschermers" door hen afgebakend wordt,
tusschen de vier muren van Aan Schouwburg
Aert van Nesstraat ? Ten bewijze hiervan
hoewel geheel buiten deze kwestie slaande
diene het volgende.
De heer Wagemans, vierde verleden week
zijn 30 jarige tooneelloopbaan, en
niettegenflHlllttlllimitiMiiiiMlimiliiiiiiMMMMMmiimmmtiHHHiiiimiiMiiiiiiiii
Is dat een portret van uw zoontje?" vroeg ik.
Neen," antwoordde de vrouw, dat's miju
zusters kind en hy' is niet dood ook. Wij heb
ben nooit een portret van Wimpie gehad,
daardoor lijkt het nog erger. Ik heb al tegen
myn man gezegd dat ik geloof dat ik het beter
zou kunnen dragen, als ik een portretje van
hem had."
Wel! ik heb een portretje van hem geno
men l" ritp ik, onwillekeurig fpspringend en
daarbij mijn ongelukkigen enkel verdraaiend,
zoodat ik van de pijn bijta van mijzelven viel.
U een portretje van myn Wimpie
gei.omen!" uo -de ik haar uitroepen en toen ik de
oogen weer opsloeg stond zy naast my.
Ja, dat wil zeggen, van het huis en hij zat
immers op het hekje."
Goddatk!" zei de vrouw, met een aandoen
lijke beweging van ha»r saamgeklemde handen.
O, Goddank l Goddank!"
Maar het is best mogelijk, dat het mislukt,"
zei ik, mijzelven verwenschetd omdat ik hoop
bij haar gewekt had die mijn kodak wel eens
niet zou kunnen verwezer, lijken. Het is nog
niet ontwikkeld ziet u. Ik kan u zoo niet
uitleggen..."
O, u moet het laten lukken, mijnheer l
Waar is het ?" De stroeve lippen trilden.
Hier is het, in dit..." Ik wees op den
kodak aan my'n zij. Zy' knielde er met gevou
wen handen vcor neder, als een boeteling voor
een heiligenbeeld.
Mag ik het zien, mijnheer eventjes maar!"
Dat kan niet 't is rog niet ontwikkeld."
Alleen maar om te zien, of 't myn Wimpie
is. Och toe, mijnheer! Als u wist.. "
Zoodra het klaar is, zal ik het u geven,"
beloofde ik. Als ik het er nu uithaalde, zou
het bederven."
'k Zal er heel voorzichtig mee wezen," hield
de vrouw aan. Zij stond schielijk op en veegde
instinktmatig baar ruwe handen aan haar boe
zelaar af,
Neen, het licht zou het laten bederven, het
moet in het donker worden gehouden, ziet u,"
zei ik, trachtende het haar uit te leggen, maar
zij luisterde blykbaar niet. Zij bleef met
bijgeloovigen eerbied het toestel aanzien.
Een schaduw die voorbij het raam trok deed
haar opkyken. Ze zijn weerom l" riep zij,
ademlocs en ylde naar de achterdeur. Zij liep
staande Wagenmns neer populair is en boven
dien nog Botterdumseh artiest, ontving hij van
de afd. Rotterdam van het Ned. T. V zelfs
den gebruikelijken krans niet! !
(De heer Wagemans behoort niet tot het
gezelschap dat in de Aert van Nesstraat speelt,
doch tot het Tivoii gezelschap I)
Doch terzake; naief, inderdaad naïef, is de
veronderstelling, neen deresol uut- uitgosproken
bewering, dat ik zelf óó'-e niets deed. Wellicht
heeft de heer R. gedacht, terwijl bij dit neer
schreef: «Ziezoo, die kan-ie in z'n zak steken".
Het is mij een waar genoegen, den heer
Robertsen ook deze illusie te kunnen ontne
men ; ik deel wél iet*, zij het ook niet veel!
Ik huldigde Louis Bouwmeester volgens myn
draagkracht; dat die draagkracht niet altijd
gelijken tred houdt met het gekoesterd ver
langen, om zijn symphathie-gevoel voldoende
uiting te geven, is m.i. geen schande, enkel
maar lastig !
De heer R, kan evenwel hieromtrent gerust
zy'n: mijn hulde, hoe bescheiden ook, werd
door den jubilaris dankbaar aanvaard; en
wanneer iedere Rotterdammer, die Louis
Bouwmeester mér toekent dan de gebi'mkelijke
hulde van de afd. Rotterdam van het N. T. V.,
eveneens volgens zijn draagkracht had willen
huldigen, dan ware Bouwmeester hier een mooie
ontvangst bereid geweest l
En nu nog een enkel woord over het par
ticulier initiatief; da heer R beweert by
ondervinding te hebben, dat een klein comit
in een dergelijke zaak nog veel beter is dan
zoo heel veel (commissie-leden)
Nu, ondervinding is de beste leermeesteres,
en ik heb bat recht niet, deze bewering tegen
te spreken.
Maar ... heeft de heer R wel eens zitting
gehad in een comité, bestaande uit... n
of twee commissie-leden ? ? Zük een comit
had ten slotte hier tot stand kunnen komer.
Eén oogenblik meende ik dat het getukt
was, een comitésamen te stellen («el niet
groot maar toch m.i. voldoende) doch toen
het op hande'en aankwam, trokken zich de
heeren successievelijk terug, omreden zy HET
COMITÉTE KLEIN VONDEN l (Totdat ten slotte
twee «comité-leden (!) overbleven,
ondergeteekende inbegrepen).
Ty'i om een geheel nieuw comitésamen te
stellen was er riet meer, daar dit gebeurde,
twee weken voor de komst van Bouwmeester,
hier ter stede.
Die «beschuldigingen en insinuaties" welke
ik het Bastuur der Rott. Afd. van het N. T. V.,
naar het hoofd werp, zy'n eenvoudig waarheden,
en als zoodanig noemt de heer R. ze misschien
ongepast; eii wellicht om die ivaarlieden
aenigszins te bemantelen tracht de heer R.
mij te verwijten, dat ik het «by'lija te spoedig
er by heb neergelegd".
Ik kan den heer R niet alleen verzekerer,
maar tevens bewy'zen en daar gaat de laatste
illusie! dat ik tot het uiterste gepoogd
heb nog iets tot stand te brengen; ik had als
laatsta middel nog een plan gevormd, doch
het andere «comitélid" zag hierin geen kans
van slagen, zoodat ik ten slotte geheel alleen
overbleef, en dit getal (?) comité-leden (!) zal
zeifa den heer R. wel wat klein voorkomen!
Ik wensch nu deze voor den
heerBjuwmeester minder aangename polemiek
inijnerzy'ds voor goed te sluiten, en vertrouw ook dat
de heer Robertson nu niet meer in »zeer ge
paste bewoordingen", minder gepaste onwaar
heden zal komen verkondigen.
Rott., 3 Maart 1902. A EN v. KAALTE JZN.
InM in de Hoofdstad.
j Min kan der Directie van de Nederïaudsc'ae
j Opera zeker niet verwij en, dat zij dit seizoen
i geen ijver aau den dag legt. Wederom is tr
j een noviteit opgevoerd, ui. ,de Poolsche Jood"
van Karl Weiss. De tekst hiervan is ontleend
aan een der werken van Erckrnacn-Cbatriau.
; Het is voor liet tooneel bewerkt door V.ctor
| Léon f n R>chard Bjtka en de vertalirg is van
l A. E. D.
Ontegenzeggelijk gt er in de stof dezer
volksopera veel aantiekkelijks. Het is alsof
het roniBntisme van de eeis'e helft der vorige
eeuw nog eens begint te herleven, ecutsr in
meer mcderneu vorm. lu de eeiste acte komen
ook alleraardigste tooneeltjes voor, die een
lossen, prttligen indruk maken. Het slot van
de eerste, acte is ook in dramatisch oplicht goed
5elukt, want de verschijning van den Poalschen
ocd (r.ummer twee) maakt werkelijk indruk.
opgewonden over Wirapie's portret te praten,
toen zij met twee mannen in de keuken terug
keerde. Het waren haar man en haar jongere
broedtr, die van da markt kwamen. Er was
spoedig bepaald, dat ik i;a het eter, als het
paard was uitgerust, do ar mijn gastheer Pe:er
Shai), naar F.enton zou worden gereden en
dat ik in dien tusscuentijd boven wat zou gaan
liggen en juffrouw SiaÜeen
koudwater-coinpres op mya voet zou laten leggen. Dép:jn
was onhoudbaar gtwordtn.
't Wasén het-1 gezellig kamerlje, waar ze
mij heen brachten en totn juffrouw Sbaüzei,
dat mijn voet leeiijk was opgezwollen en dat
zij mij geen betren raid ko;i geven dan een
paar dagen rustig te b'y'ven waar ik was, vond
iüdien larg riet verwerpelijk.
Mag ik i,u van avond het portretj? zien?"
vroe-g zij, zoodra ik er toe had btsloten.
Er ging mij een licht op.
/.Ongelukkig heb ik de ingrediënten niet bij
mij ; ik zou er om moeden sturen," ant
woordde ik.
U kunt alles in Krenten L-ijgen. Shail zal
er voor u heengaar," hield ij aan.
Neen, ik zou er om raar Londen moeten
zenaen."
Suail zal er voor u heengaan," herhaalde zij.
Neen, wat dat betreit kan de Eastman
Comrany ze wel bezorgen. Maar ik heb alles
thuis en zoodra ik terug b:n. . ."
Och toe, mijnheer, stel het niet uit. Shail
zal het telegram wegbrengen, als u het £chri,ft.
Ik ... ik ... Lr zult me wel erg vreemd vinden,
mijnheer, maar . . ." zij boog zied over het
voe'eneinde van mijn bed heen en vervolgde
llaisterend : ik btta bang, dat ik nog heeitmaal
gek zal worden, als het zoo doorgaat, 't Is
enkel om Wimpie, mijnheer. U mag het niet
tegen Shail zeggen, maar 't is net of ik niet
meer kan onthouden, hoe Wimpie er uitzag.
Ik kan 's nachts r,ie: slapen van de moeite die
ik doe, om mij hem weer voor den geest te
halen en 't vale mij aldoor moeilijker. Hij is
nog pas twaalf dagen dood en verleden nacht
kon ik mij niets meer herinneren dan zijn haar.
Ik voel dat ik op die manier nog krankzinnig
word. Maar als ik een portret had ! Och toe,
nsynheer ! stuur Shail maar met een telegram
om die hoe heet bet ook weer . . ."
Zy gii/g van het voeteneinde vandaan en
? De tweede acte vind ik echter dramatis eb
mislukt. Ik wil niet eens releveeren hoe on
waarschijnlijk het is, dat men een man, die
's avonds door een beroerte getr< ff;n is,
alleen laat slapen; zijn vrouw had toeft
zeker bij hem moeten blijven. Dat mocht hier
echter n» t zijr, anders had men den droom
niet kunnen ten tooneele voiren. Dit nu is
echter juist het onware van de gehee Ie tweede acte.
Indien het op zich zelf reeds aanvechtbaar
is, dat een droom aanschouwelijk wordt voor
gesteld, zocdat dan juist het eigenaardige van
een droom, het imaginaire, prijs gegeven wordt,
zooveel te meer is dat dan nog het peval
wanneer dezelfde personen, eerst bij het spsltn
van den droom zegaen:
Verdoemd zijl gij voor eeunig
U iel' zij de dood uw lot !
en later niet ontzetting btmerke-n dat die rsij"
op zijn b'd gestorven is, terwijl zij Eatuurlijk
geheel oiiknudig zijn van hun eigeu optreden
in den bewusten droom.
Vader iVia'.his hee:fc eeu moord gedaan eu
ziju geweten laat hem niet met ius'. Hij ijlt
en droomt, m zijn tkap. Ook door zijn
puantaseeren in den slaap zou een aangrijpend, grie
zelig tooueel unnen zijn onts'aan. Maar dan
had meu. die scène in de gerechtszaal niet
kunnen te pis brengen. Daar zit het hem ir.
Elke onwaarheid op dramatisch gebied, ook ter
wil'e van het een of ander tooneeltff.ct, is
uit den booze !
Ik weet niet hoe het met de kal van het
origineel is gesteld. De vertaling is echter niet
gelukkig. Zinnen als :
Het jmavd des Pools droeg btllen om dun lials,
of:
w'k Kan niet met woorden /c'^g'en
Wat mij het hart bei'oert
Pat wt-1 luid, doch blijde klopt
Vervuld van duizend vragen.
of:
'l Is slcehU lie-t blooil
Dat in mijn ouren suist en klinkt en r;iast!
of:
"Mijn nlli-rliel'st Anneije
Dat sluimerde reeds lan^- in 'c bedje,
kaa men toch niet ardera bestempelen dan pure
rii:nelarij.
De muziek is verreweg het beste van liet
geheel. Zij h.taat doorgaans op een hoog stand
punt. Zoowel het oichest, dut met veel zorg
en klankschooa is bfhanield, als de zangstemmen
die danköair en melodieus zijn geschreven,
leggen een allergunstigst getuigenis af van het
talent des compon s'en.
DJ korte liefdesscène in het begin van het
eerste bedrijf, mtt violoncel sulo, het alleraar
digste ee:ste optreden van Mathis en AiiEOtte
bij hare woorden »Is dat voor mij r" htt motief
van de bellen, rr.air vooral de iUeiding van c"ca
droom met «edempte s'njkirjstrumtnter, dan
Log het orchcst-tusscherspel bij den overgang
tan den droom raar de wetkelijkhcid zijn uit
stekend geslaagd.
De uitvoer.ng mag men inderdaad voortn fHijk
noemen. Vóór alles was het o: chest in het geheele
stuk zóó mooi van klank en zóó vol van
schakeering en distinctie, a's ik het d"zen winter
Log niet gehoord heb. De klank van het koor
was daaraan Liet geheel?giërfeniedigd Daarzcu
meer «del vau toon een weldaad geweest zijl'.
Wat de solisten aar gaat. niag men Orelio's
creatie zeker wel bovenaan s'.'.Hen. Hetgeen O.-elio
in dit werk als zanger en tooneelspeler praesteert,
is eerste rangskunst. Daargelaten dus het werk
zelf en dit nemende zoojh :iet i?, kan men niet
anders dan bewondering hebben voor zijn knielen
op de ruslbauk, het oma'men van het crue,(lx.
ziju houdirg voor de rechters, bij den
wroegingsvolltn lach, ziju smeekeu omgei;adc enzoovoorts.
Ojk do grime van O'elio was, in het begin
vau het stuk zoowel als lattr, uits'ekend. Men
kau z;cb den burgemeester-herbtrg er inderdaad
i,itt b"ter denkeu.
Mejuffrouw L'jzin als de vrouw van den
bur;cmecstcr heeft een meer beicheide'n rol te ver
vuiler, X'j deed dit echter zeer contcifntitus
en met schoone stem.
Mevrouw ijssen speelde en zon» de doel ter,
Annette. 7/j rtted dit met al de intell gentie en
pcëzie, du; wij van haar kennen. Zeer schoon
was haar scène mst Chris'iaan in het begin van
het stuk; maur voora! haar optreden in deu
drcom, als zij haar vader vrij wil pleiten.
.behoudens ziju vlaamsch dialect, was ook de
heer ljauwe!s bronst verJiens-telijk. Men weet
bc', hij is een hke verschijning en de uniform
stond hem goed. Waarom de heer i'auwclsin de
MWHimiimiUHCMIMIMIIIIIIilllJlltllllllllllllllllll
kwam naast mij staan. Ik keek naar het arme,
wanhopende gezicht en aarzelde met lar.g.
Geef maar een s'.ukji papier en potlood,"
zei ik.
Shail werd na?r het ta'egraafkantoor gestuurd
en den volgenden dag kwam het pitji van de
Eastman C ompary.
Mijn voet was erg pij'lijk. Juffrouw Shail
wilde niet dat ik er op ging staan.
Ik zal u wel aangeven wat u r.ooiig hebt,"
zei ze.
N'i, waar is dan de kodak !'' vro-)g ik rond
ziende, terwijl ik het pakket opende.
0, in mijri kamer,'' aut'voürdde zij met een
min of me< r schuldig gczicb.% terwijl zij da
deur uitsnelde.
Ik h-op dat er niet aan gemorreld is,"
merkte ik aan, toen zij ermee terugkwa-n.
Neen, heusch niet, mij-iiieer," uetuigde zij,
maar toch kreeg zij een kleur toen ik baar
aankeek. Het hielt alleen maar rp mijn
latafel ge.:taan, waar ik het goed kon zie-n."
Zoo,'' zei ik, haar maar hall vertrouwend,
wat ik zeker we-1 getoond had ook, war.t zij
weifelde een ooger.b'ik, en toen kwam er Lortei d
en stootend uit: U weet niet, mijnheer, wat
een rustighcid het me gaf, als ik naar da' kastje
lag te kijken. Ik dacht aldoor maar: Daar zit
myn Wimpie in. Misschien kijkt hij r u naar
buiten door dat kle;ine, ronde glaasje. Shail zei
van neen, en legde het raij uit; maar hoe het
zit, 't kan me nu niet zoo erg meer schelen of
ik van de wijs raak en me hem tiet herinner
zijn portret zit veilig in dit kasije. 't la
wonderlijk toch, ik heb me al zoo'n massa
portretjes van Wimpie voor den geest gehaald,
en geen een blijtt me bij, maar dat kijkertje
in die doos vergeet hem geen seconde zeil', geen
s:conde.. . zooals zijn eigen moeder nog wel..."
Thomson schraapte zijn keel.
Ik vroeg haar of zij een lamp met een roode
ka^ had.
O, j i, mijnheer." zei ze, naarde deur ijlend.
En breng dan meteen een paar lage schaalt
jes ot diepe borden mee, en een schaar," riep
ik haar na.
Ik onderzocht de camera maar kon er niets
bijzonders aan ontdekken. Toch was ik niet
gerust. Mijn voorgevoel dat er juist n.et die
opname, die ik hebben moest, iets gebeurd
zijn, steeg by'na tot overtuiging.
liefdesscène bij de woorden: *Ik zie u aan de
broune" opstoiid, tan zijn Annette wegliep en de
zaal in gts'iculeerde, was mij mtt recht duidelijk.
Me dutikt hier ware het bfter geweest, uit
sluitend tot Annette het woord te richten.
Gelukkig stond mevrouw Tijssen spoedig daarna
ook op.
De heer Van Duinen was een kranige hout
vester; zoowel in houding, spel en grime, als
in stem gaf lij op uitstekende wijze het type
weder vau deu rondborstigen latuurmensch, in
de bosschen oprevo^d. Zijn rol herinnert sterk
aan de romantische, duitsche opera vau Weber,
Kreutzer, Mur^c .ner, enz.
O'e r de sttui des heeren Sctürmann heb ik
vroeger rerds uiijue meeuiug gezegd. Gelukkig
had de heer S luet veel in ensembles te zingen.
Hij hal een niet on&ardigen kop gemaakt van
deu noians raiik.
De verulkn.jf van de heeren Poons, a's knecht
en KosHr als Pcclsche jood (de litelparlij be
staat slechts uit een paar volzmtet) geeft geen
aanleidiiig tot bijzondere, opmerkingen. De heer
Haarmau bleek als Küchtwacht over een goede
stem te beschikken.
Op nieuw bewees de heer Markus hoe onder
ziju leiding aUe» kalm eu rust'g marcheert Voor
een premiere viel er al zeer weinig te wenschen
ovt-r ; bui'en tien, dat het orclu s1; zoo mooi was,
hebben wij geheel ain hem te danken.
De regie berustte in handen van den heer
Dibbern. Van de eerechlszaal had hij een aardig
tooueelije gemaakt. Zou bet niet beter zijn die
gekleurde re f en in de herberg (-erste bedrijf)
door iets andt-rs te vervangen? Htt is wel
real:sti<ch-boereLkerm;sachtig ! Maar mag men op
het tooneel n:et ietwat idealiseereu ?
Den soi Hl ur zou ik in herinnerirg willen
brengen dai hij niet voor het publiek in de zaal,
maar u tsluiteid voor de artuteu cphet tooneel
ziju taak !e vervullen hteft
De hi eren Aud;éSpoor eu Joh. Wijsman
gaven 11. Zaterdagavond den eersten van hunne
aangt kondigde twee sonate-avonden, voor piano
en viool.
Zij La-lden daarvoor hun programma
seamgesteM geheel uit Lieuwe werken; D), uit de
sonate van Kor Kuiler, uit die -VBU Busoi.i
opus 30i en uit die van Pieiné, opus 3ö.
Gaarne breng ik beiden heeren hulde voor hun
ijver om oubtktnd.j werken bij ons te
introduceeren. Iltt is zeker gemakkelijker en
daiikbaaider tekende en beminde werken uit te
voeren; doch wanneer men algemeen zoo ging
doen, hoe zoujtu dtn verdiers'elijke nieuwe
werken van tiji;;etiooten bekend kunnen worden ?
Kor Kuikr bezit een groo'e gt-mikkelijkheid
en ongedwongenheid in Let schrijven. Vooral in
zijn instrumeLtale muiiek komtn deze eigen
schappen goed uit, Alles loopt glad en vlot,
het huppelt maar steeds voott ; gesn oogenblik
denkt men bij he-rn aan Giiulerei". Dat nu
heeft ziju voordeelen, maar htt heeft ook zijn
Ladeelen. De voordeeleu ziju zekere ongedwon
genheid en ntïrcteit in de vicding ; maar de
cadsjelen zijn gemis aan diepte, aau hartstocht en
ook aan wijze gematigdheid bij verdeehug van
licht en schaduw. Dat alles kan men in deze
sonate op:uerken. Gaaine wil ik cc'iter erkennen
dat bei Ie instrumenten briliant behandeld zijn.
Oterigers is Kuilir LO0'jorg; het is mogelijk
dat hij later zich meer in zijn kunst gaat
verdiepen. In ieder geval was ik den hesren
Spoor en Wijsman recht dankbaar dat zij dit
werk, van onzen joi,gen landgenoot op hun
programma geöico'it hebben.
Het werk vau Busoni acht ik het sprekende
tegenbeeld vau Kuiler's sonate. Ziet deze met
onbezorgden blik het leven tegemoet, Busorii
wikt en weegt. Zijn vorm is outstaau na laug
en rijp nadenken. Zijn klaviersatz is met groote
kennis van zaken geschreven ea ook de viool
voegt zich mat ;c',ooiie el. gitche klanken naar
den wil vau den componist; iiiaar toch zou men
hiir en daar meer leven eu gloed willeu heb
bes, meer natuurlijken me'ioditchen stroom, in
plaats van eeuigszius bcrekuicnd.', academische
reserve. I» lux ge mate voorLaani en ook mo
dern is ec'.ter liusoni's :o.iate en als zoodanig
een aanwinst in d- l.t'tratuur.
Pierre's werk eindelijk is overmoedig schui
mend en nieesl epei,d. liet etrste deel is glansrijk
en virtuoos voor het klavier geschreven. De
overige deelen staan voor mij niet op gelijke
hoogte-, hoewel ze ook van een respe'ctatel
kuuneu eu een frisch talent getuigen.
De heer Wijsman bewees cpuieuw dat hij
ernstig werkt. Zijn techniek is teeds sinds lang
duchtig ontwikkeld, doch ook de artiitii ke zijde
van zijn talent, komt thans hoe langer hoe meer
tot haar recht. Eu de heer Spoor... het was
Op my'n aanwijzing werden de buitenluiken
gesloten en een. paar rieker.s binnen voor de
ramen gehangen. De kleine lamp gaf een zwak
rood schijiiteK Op een tar'e ijs naast inij stonden
de bordtu en het bad.
Nu kunt, u wel gaan, juffrouw Shail. Zoodra
ik klaar ben zal ik u roepen," beloofde ik.
Heergaan, mijnheer!"
Ja, 't zal niet la.ng duren."
Och, neen. stuur me niet weg, mijnheer.
Laat mij hier blijven ; ik zal u helpen. Ik zou
rust noch duur hei ben, als ik buiten stond,"
zij begon te Er.ikkor.
,lk wilde om een gted ding, dat ik niets had
aangehaald. Maar, dacht ik, aïs het ding
per ft-ot van rekening lukken wil entin ...
ik begon weer wat boop te krijger.
Het licht werd achter het bed geplaatst, en
ik cper.de de kod^n.
Waar is het V' vroeg de vrouw fluisterend,
in het donker naar mijn handen starend.
Ik gi loof het d-nlo op de rol. Giief de
schaar even," antwoordde ik.
Zij tastte op de tafel rond. Uier!" zei ze,
heetch en met rtoeite. Het geluid van haar
stem maakte mij zenuwachtig. Wat een idioot
was ik geweest dat ik haar maar niet de kamer
had uitgezet.
Ik rolde het papier af en kripte het langs
de verdeelingslijr.en door Waar is het portret':"
klonk laar sttm op nieuw van den overkant
der tafei. Uit den k'ank leidelo ik af, dat zij
in de ledige camera stond te turen.
Ik hoop hier,'' zei ik tlsuwijes, weer op
eens ve4 duistere voorgevoelens.
Waar V"
Op :,it sfuisje pnpier." Ik legde het
werktuigeli^k r.rer tn lorg de rol weer in de camera.
De vrouw kwam naderbij.
Toe, mijnheer, keer het even om V"
Wat V"
Dat papierij-."
Bedoelt u tiit T' Ik hield het baar voor.
Hij staat er niet op! Hij staat er i.iet op !"
kieet de vrouw, in het donier terugdeinzci d.
U moet even wachten," zei ik. Nog een
paar minuten geduld, dan kunnen wij 't eerst
weten. Blijf hier. De deur mag nu volslrekt
niet open gedaan u orden." Maar cp dat oogen
blik was ik er bijna blij om, dat zy nu op het
ergste was voorbereid, want ik was ióó over
een genot, naar den zielvollen toon van zijn
fraai instrument te mogen luisteren. Bij zulk
sameispel komen de werken zeker uitstekend
tot hun recht. Als ik ói wecscli mocht uittn,
dari zou het, zijn deze: nog meer werk te
maken van de zachtere en -zachtste nuai ces.
De kleine zaal ia er zoo dankbaar voor!
A KT. AVEKKAMI'.
C, H. Coster, t
In den vollen bloei zy'cs levens, op 47jarigen
leefly'd, werd Co-ter aan de kur.st en zijnen
talloozen vrienden door den dood ontrukt.
Reeds in den zomer van het vorige jaar
begon een errstige kwaal aan zijne gezondheid
te knagen. Wél herstelde hij later weder
eenigszins en mocht men zelfs de hoop koes
teren, dat hij nog eenmaal geheel er bovenop
zou komen het mocht echter r.iet zoo zy'n.
De ernstige ziekte, die hem toch nooit verlaten
had, ondermyr.de largzamerhand zijn gestel en
Maandagavond 3 Maart gaf by den geest.
Coster werd in 1854 te Alkmaar geboren.
GeJy'k zoovelen zou ook hij aanvankelijk geen
toonkunstenaar worden, maar werd by' te
Arnhem op een handelskantoor geplaatst.
Aldaar was het Meyroos, die zy'n talent ve-or
de viool opmerkte «n hem aanspoorde zich
geheel aan de kunst te gaan wy'den. Zoo ge
beurde dan ook. Na voorloopig zy'ne studiën
onder leidirg van Meyroos te hebben voort
gezet, girg bij nog eenigen ty'd raar het
buitenland om zich onder leidirg van o. a.
Heckmsnn te Keulen verder te bekwamen.
Den 24 Januari 1877 trad bij voor het eerst
te Bonn als solist op. .Met recht mocht hy
dus 24 Januari 1.1. zy'n vi?f en twintig-jarig
jubilee als kunstenaar herdenken, waarbij hij
vele bly'keu van sympathie ontving.
Na het voltooien zy'cer studiën keerde Coster
terug naar Arnhem en rustte niet voordat hy
zich, onder leidirg van zijn ouden leermeester
Mtyroos, bekwaamd had in de compositie
leer. Het pleit voor hem dat een succes als
virtuoos alleen hem niet kon bevredigen, maar
dat hij er prijs op stelde als algemeen musicus
carrière te maken.
Coster verdeelde zijne werkzaamheid tusschen
Arnhem en Zutbpen. Trad bij in eerstgenoemde
plaats aanvankelijk slechts als violist en
paedagoog op, in Zutpben werd hem de leiding der
zangvereeniging van Toonkurst toevertrouwd.
Na den dood van Meyroos nam Coster de
directie der Toonkunst afdoeling te Arnhem
eveneens op zich.
Als componist van verschillende recht sym
pathieke liederen, eenige op
oud-nederlandschen tekst, en door eei.ige werken voor viool
heeft CjBter zich doen kennen als componist
van een zeer beminnely'k talent. Op het l natste
muziekfeest hier ter stede werd zijn »R;tter
Oluf' met veel bijval opgevoerd. Coster was
een veelzijdig ontwikkeld, door en door recht
schapen kunstenaar. Zy'n nobel karakter
en zijn echt hollandsche gulheid en
gemoedelykheid hadden hem vele vrienden verworven.
Zy'n aandenken zal zeker lang by hen blyven
voortleven.
ANT. AVERKAMP.
in De Bratte Gronf.
De door de firma Frerl. Muller & Co, den
Hen Maart te houden veiling van schilderijen,
aquarellen, teekeningen en beeldhouwwerken.'be
loof t een zeer belangrijke te worden. Zij zal
omvatten EcpareUen uit de collectie Ridenberg,
benevens schilderijen, aquarellen enz. uit ver
schillende nalatenschappen. Afgaande op de
namen in de beile afzonderlyke catalogi en
de fraaie reproducties in die vai
eerstgemelde collectie al zy'n die gegevens ook
niet alty'd volkomen betrouwbaar mogen
we deze veiling toch met bizondere belang
stelling te gemoet zien.
Een eenig cachet zullen er echter aan geven
een 43 tal nagelaten we;ken van J'c-tb Miris
en een zestal van diens broeder Matthijs, alle
werken uit hun vroegen tijd van vóór 1871.
iiiiiiilimiiilllf
tuigd, dat Wimp'e's portretje mislukken zcti,
alsof ik er de beivijzen al van had gezien.
Juffrouw Shail stond wanhopig in een hoek
te schreien. Wat een ezel was ik geweest om
een woord van dit kiekje te reppen ! Ik goot
het bad in een der borden, legde de opname
er in en spoelde het heen en weer.
Zoo, breng nu het licht maar eens dich
terbij," zei ik na een poosje. Juffrouw Siai!
tral naar voren en zette de lamp op een hoek
der tafel. Ik hield de photo in het licht.
't is beelemaal zwart geworden," zei de
vrouw hopeloos. Ik stiet met mijn elleboog de
schaar van de tafel. Zij grabbelde op den grond
en raspte haar op. Ik had intusscuen het papier
weer in het bad gelegd mst een onuitsprekelijk
gevosl van dankbaarheid en opluchting
Wimpie's portretje kwam mooi op. T rwijl ik de
vloeistof heen en weer spoelde zag ik zijn
doornetak zwart en duidelijk te voorochyn komen
en daarboven ..,
Juffrouw Shail had de schaar weer neerge
legd en keek over mijn schouder.
Dat lijkt wel wat op ons huis,''zei ze treurig.
Ky'k!" riep ik, het bord dichter bij de lamp
houdend. Wat ziet u daar vooraan ?"
Zij boog zich over de tafel heen en tuurde
in het bord.
Ja, ik zie een haag, en boschjes en een hek
en een breeden kraag en een gezicht en ... O !
God! 't is myn Wimpie op het tuinhek l''..
Hier brak Thomson zijn verhaal af en begon
de kamer op en neer te loopen.
,Ze sturen me ieder jaar eeu mand bloemen
op den dag waarop ik hun ventje op het hek
zag spelen," vervolgde hij na een lange pauze.
Ik heb hen nog maar eens daarna weergezien,
op een dag in datzelfde jaar toen ik er heen
ging om juffrouw Shail een vergrooting van
myn kiekje te brengen. Pi achtig mooi gelukt l"
zei Thomson met rechtmatigen amateurstrots,
't Mooiste kinderportret dat ik ooit heb gezien!
die schilderachtige achtergrond, de bloeiende
doorntak in het handje over het hek, het op
geheven kindergezichtje, bly lachend luiste
rend ... alsof bij net op dat oogenblik zijn
moeder hem hoorde roepen/' zei Shail.
Neen, een engelenstem," zei zijn vrouw,
heel zacht.
Zij hadden allebei den koekoek vergeten."