De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 9 maart pagina 3

9 maart 1902 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

No. 1289 D E AMSTERDAMMER WEEKBLAD V 0 0 R NEDERLAN D. 3 ied«r, die in deze betrekking met ham in aanra king kwam ten hoogste werd gewaardeerd. Gedurende eenige jaren is de heer Basier ook lid geweest van den gemeenteraad; doch het lag te veel in zijn aard om nuttig, ook in het openbaar belang, werkzaam te zy'n zonder dat juist Jan en Alleman te koop liep met hetgeen hy verrichtte en zqn woorden en han delingen besprak en beoordeelde, dan dat bij lang behagen zon hebben geschept in deze betrekking, die hij dan ook na zijn eerste af treden niet meer ambieerde. Hy vergenoegde zich met de goedkeuring van de mér beperkte kringen, waarin zy'n werkzaam en nuttig leven gekend en bjj gewaardeerd werd als een man, die altijl het goede wilde en dat naar zijn vermogen bevorderde. De vry'e uren, die hem na zijne vele bezig heden restten, wy'dde hij aan den kring der zynen, in wier niiddenhy een groot huiselyk gelak smaakte. ?HHMIIIMIIHtHllttnHIMIIIMIIIIIIIIIIIIfMIIMIIIIIIHMIMIIUMIIIIIIII lopiaals: Louis Bonwieestcr te Rotterdam. Het geeft too'n zelfvoldaan idee, iemand ?eens ft u k den mantel te hebben uitgeveegd; het is zoo'n illusie van tevredenheid; wreed is het daarom zoo'n heerlijke illusie stuk voor stuk te ontzenuwen, maar de heer Robertsen boude 't mij ten goede zoo wreed ga ik thans zy'n. De lieer Rjbertson bly'kt een meer dapper, dan handig verdediger; hierdoor is het te verklaren, dat ZEd's ingezonden stuk in het no. van 3 Februari in dit weekblad, van A?Z er naa^t ie, wat ik in de volgende regelen zal aantoonen. Het is een bekend feit, dat de waarheid zeggen dikwy'ls «ongepast" wordt genoemd; de verdediging in zake de houding van de afd. Rotterdam van het Nederl. Tooneel verbond, is bepaald merkwaardig, om meer dan n reden. >Voor zoover my bekend is toch, beperkte het. bestuur der afd. (behoudens enkele uit zonderingen tegenover zeer populaire Kotterdamsche artisten) haar werkzaamheid, en my'ns inziens zeer terecht, tot het aanbieden van de gebruikelijke lauwerkrans of corbeille" zegt de heer Robertsen o. m. Dat gtbruïkelyke vooral is kenschetsend; (t-'jj abonnement voor zooveel kransen en zooveel corbeilles is het misschien rog te vereenvou digen ; een bonnetje naar den bloemist, en de artiest is .op gebruikelijke wyze gehuldigd ! !) Alzoo de hulde, den grooten, den algemeenerkend grootsten tooneelspeier van OLS land, en wellicht vér daarbuiten, aangeboden, bestond uit... den gtbruikelijken krans. Voor die enkele uitzondering bestond hier geen reden, omdat Bouwmeester wel-is-waar geer populair, maar geen Botttrdamsch artiest is!! (Datzelfde zei ik toch reeds in mijn vorig stukje; het wordt nu door den heer R. bevestigd!) Wat blijft er nu over van een hulde, die de buldebrengers zelf «gebruikelijk" noemen ? En waarin zit het minder gepaste ? Is het, omdat ik in mijn vorig stukje onder meer bedekte termen neerschreef, wat ik EU, op vereeren d verzoek van den heer RoberUon duidelijker zal herhalen, namelijk dat dit een ondubbelzinnig staalije is van kortzichtig chauvinisme! Immers de afd. R itterdam maakt een onder deel uit van het Ned. Tooneelverbond, waarvan Louis Bouwmeester ecrelid is; zy had als gastvrouw moeten furgeeren ; zy' had i die enkele uitzondering moeten maken, wai.t al was de jubilaris geen R itterdamsch artiest, hij is toch NEDEHLANDECU arttett, en eerelid van het verbond, waarvan de afdeeling hotterdam een ond.rdetl uitmaakt, en als zoodanig kwam bij m i. wel degelijk in aanmerking voor mér, dan »den gebruikelyken" lauweikratis ! Of is soms ongepast, mijn op waarheid be rustende bewering, dat het terrein van de «kunstbeschermers" door hen afgebakend wordt, tusschen de vier muren van Aan Schouwburg Aert van Nesstraat ? Ten bewijze hiervan hoewel geheel buiten deze kwestie slaande diene het volgende. De heer Wagemans, vierde verleden week zijn 30 jarige tooneelloopbaan, en niettegenflHlllttlllimitiMiiiiMlimiliiiiiiMMMMMmiimmmtiHHHiiiimiiMiiiiiiiii Is dat een portret van uw zoontje?" vroeg ik. Neen," antwoordde de vrouw, dat's miju zusters kind en hy' is niet dood ook. Wij heb ben nooit een portret van Wimpie gehad, daardoor lijkt het nog erger. Ik heb al tegen myn man gezegd dat ik geloof dat ik het beter zou kunnen dragen, als ik een portretje van hem had." Wel! ik heb een portretje van hem geno men l" ritp ik, onwillekeurig fpspringend en daarbij mijn ongelukkigen enkel verdraaiend, zoodat ik van de pijn bijta van mijzelven viel. U een portretje van myn Wimpie gei.omen!" uo -de ik haar uitroepen en toen ik de oogen weer opsloeg stond zy naast my. Ja, dat wil zeggen, van het huis en hij zat immers op het hekje." Goddatk!" zei de vrouw, met een aandoen lijke beweging van ha»r saamgeklemde handen. O, Goddank l Goddank!" Maar het is best mogelijk, dat het mislukt," zei ik, mijzelven verwenschetd omdat ik hoop bij haar gewekt had die mijn kodak wel eens niet zou kunnen verwezer, lijken. Het is nog niet ontwikkeld ziet u. Ik kan u zoo niet uitleggen..." O, u moet het laten lukken, mijnheer l Waar is het ?" De stroeve lippen trilden. Hier is het, in dit..." Ik wees op den kodak aan my'n zij. Zy' knielde er met gevou wen handen vcor neder, als een boeteling voor een heiligenbeeld. Mag ik het zien, mijnheer eventjes maar!" Dat kan niet 't is rog niet ontwikkeld." Alleen maar om te zien, of 't myn Wimpie is. Och toe, mijnheer! Als u wist.. " Zoodra het klaar is, zal ik het u geven," beloofde ik. Als ik het er nu uithaalde, zou het bederven." 'k Zal er heel voorzichtig mee wezen," hield de vrouw aan. Zij stond schielijk op en veegde instinktmatig baar ruwe handen aan haar boe zelaar af, Neen, het licht zou het laten bederven, het moet in het donker worden gehouden, ziet u," zei ik, trachtende het haar uit te leggen, maar zij luisterde blykbaar niet. Zij bleef met bijgeloovigen eerbied het toestel aanzien. Een schaduw die voorbij het raam trok deed haar opkyken. Ze zijn weerom l" riep zij, ademlocs en ylde naar de achterdeur. Zij liep staande Wagenmns neer populair is en boven dien nog Botterdumseh artiest, ontving hij van de afd. Rotterdam van het Ned. T. V zelfs den gebruikelijken krans niet! ! (De heer Wagemans behoort niet tot het gezelschap dat in de Aert van Nesstraat speelt, doch tot het Tivoii gezelschap I) Doch terzake; naief, inderdaad naïef, is de veronderstelling, neen deresol uut- uitgosproken bewering, dat ik zelf óó'-e niets deed. Wellicht heeft de heer R. gedacht, terwijl bij dit neer schreef: «Ziezoo, die kan-ie in z'n zak steken". Het is mij een waar genoegen, den heer Robertsen ook deze illusie te kunnen ontne men ; ik deel wél iet*, zij het ook niet veel! Ik huldigde Louis Bouwmeester volgens myn draagkracht; dat die draagkracht niet altijd gelijken tred houdt met het gekoesterd ver langen, om zijn symphathie-gevoel voldoende uiting te geven, is m.i. geen schande, enkel maar lastig ! De heer R, kan evenwel hieromtrent gerust zy'n: mijn hulde, hoe bescheiden ook, werd door den jubilaris dankbaar aanvaard; en wanneer iedere Rotterdammer, die Louis Bouwmeester mér toekent dan de gebi'mkelijke hulde van de afd. Rotterdam van het N. T. V., eveneens volgens zijn draagkracht had willen huldigen, dan ware Bouwmeester hier een mooie ontvangst bereid geweest l En nu nog een enkel woord over het par ticulier initiatief; da heer R beweert by ondervinding te hebben, dat een klein comit in een dergelijke zaak nog veel beter is dan zoo heel veel (commissie-leden) Nu, ondervinding is de beste leermeesteres, en ik heb bat recht niet, deze bewering tegen te spreken. Maar ... heeft de heer R wel eens zitting gehad in een comité, bestaande uit... n of twee commissie-leden ? ? Zük een comit had ten slotte hier tot stand kunnen komer. Eén oogenblik meende ik dat het getukt was, een comitésamen te stellen («el niet groot maar toch m.i. voldoende) doch toen het op hande'en aankwam, trokken zich de heeren successievelijk terug, omreden zy HET COMITÉTE KLEIN VONDEN l (Totdat ten slotte twee «comité-leden (!) overbleven, ondergeteekende inbegrepen). Ty'i om een geheel nieuw comitésamen te stellen was er riet meer, daar dit gebeurde, twee weken voor de komst van Bouwmeester, hier ter stede. Die «beschuldigingen en insinuaties" welke ik het Bastuur der Rott. Afd. van het N. T. V., naar het hoofd werp, zy'n eenvoudig waarheden, en als zoodanig noemt de heer R. ze misschien ongepast; eii wellicht om die ivaarlieden aenigszins te bemantelen tracht de heer R. mij te verwijten, dat ik het «by'lija te spoedig er by heb neergelegd". Ik kan den heer R niet alleen verzekerer, maar tevens bewy'zen en daar gaat de laatste illusie! dat ik tot het uiterste gepoogd heb nog iets tot stand te brengen; ik had als laatsta middel nog een plan gevormd, doch het andere «comitélid" zag hierin geen kans van slagen, zoodat ik ten slotte geheel alleen overbleef, en dit getal (?) comité-leden (!) zal zeifa den heer R. wel wat klein voorkomen! Ik wensch nu deze voor den heerBjuwmeester minder aangename polemiek inijnerzy'ds voor goed te sluiten, en vertrouw ook dat de heer Robertson nu niet meer in »zeer ge paste bewoordingen", minder gepaste onwaar heden zal komen verkondigen. Rott., 3 Maart 1902. A EN v. KAALTE JZN. InM in de Hoofdstad. j Min kan der Directie van de Nederïaudsc'ae j Opera zeker niet verwij en, dat zij dit seizoen i geen ijver aau den dag legt. Wederom is tr j een noviteit opgevoerd, ui. ,de Poolsche Jood" van Karl Weiss. De tekst hiervan is ontleend aan een der werken van Erckrnacn-Cbatriau. ; Het is voor liet tooneel bewerkt door V.ctor | Léon f n R>chard Bjtka en de vertalirg is van l A. E. D. Ontegenzeggelijk gt er in de stof dezer volksopera veel aantiekkelijks. Het is alsof het roniBntisme van de eeis'e helft der vorige eeuw nog eens begint te herleven, ecutsr in meer mcderneu vorm. lu de eeiste acte komen ook alleraardigste tooneeltjes voor, die een lossen, prttligen indruk maken. Het slot van de eerste, acte is ook in dramatisch oplicht goed 5elukt, want de verschijning van den Poalschen ocd (r.ummer twee) maakt werkelijk indruk. opgewonden over Wirapie's portret te praten, toen zij met twee mannen in de keuken terug keerde. Het waren haar man en haar jongere broedtr, die van da markt kwamen. Er was spoedig bepaald, dat ik i;a het eter, als het paard was uitgerust, do ar mijn gastheer Pe:er Shai), naar F.enton zou worden gereden en dat ik in dien tusscuentijd boven wat zou gaan liggen en juffrouw SiaÜeen koudwater-coinpres op mya voet zou laten leggen. Dép:jn was onhoudbaar gtwordtn. 't Wasén het-1 gezellig kamerlje, waar ze mij heen brachten en totn juffrouw Sbaüzei, dat mijn voet leeiijk was opgezwollen en dat zij mij geen betren raid ko;i geven dan een paar dagen rustig te b'y'ven waar ik was, vond iüdien larg riet verwerpelijk. Mag ik i,u van avond het portretj? zien?" vroe-g zij, zoodra ik er toe had btsloten. Er ging mij een licht op. /.Ongelukkig heb ik de ingrediënten niet bij mij ; ik zou er om moeden sturen," ant woordde ik. U kunt alles in Krenten L-ijgen. Shail zal er voor u heengaar," hield ij aan. Neen, ik zou er om raar Londen moeten zenaen." Suail zal er voor u heengaan," herhaalde zij. Neen, wat dat betreit kan de Eastman Comrany ze wel bezorgen. Maar ik heb alles thuis en zoodra ik terug b:n. . ." Och toe, mijnheer, stel het niet uit. Shail zal het telegram wegbrengen, als u het £chri,ft. Ik ... ik ... Lr zult me wel erg vreemd vinden, mijnheer, maar . . ." zij boog zied over het voe'eneinde van mijn bed heen en vervolgde llaisterend : ik btta bang, dat ik nog heeitmaal gek zal worden, als het zoo doorgaat, 't Is enkel om Wimpie, mijnheer. U mag het niet tegen Shail zeggen, maar 't is net of ik niet meer kan onthouden, hoe Wimpie er uitzag. Ik kan 's nachts r,ie: slapen van de moeite die ik doe, om mij hem weer voor den geest te halen en 't vale mij aldoor moeilijker. Hij is nog pas twaalf dagen dood en verleden nacht kon ik mij niets meer herinneren dan zijn haar. Ik voel dat ik op die manier nog krankzinnig word. Maar als ik een portret had ! Och toe, nsynheer ! stuur Shail maar met een telegram om die hoe heet bet ook weer . . ." Zy gii/g van het voeteneinde vandaan en ? De tweede acte vind ik echter dramatis eb mislukt. Ik wil niet eens releveeren hoe on waarschijnlijk het is, dat men een man, die 's avonds door een beroerte getr< ff;n is, alleen laat slapen; zijn vrouw had toeft zeker bij hem moeten blijven. Dat mocht hier echter n» t zijr, anders had men den droom niet kunnen ten tooneele voiren. Dit nu is echter juist het onware van de gehee Ie tweede acte. Indien het op zich zelf reeds aanvechtbaar is, dat een droom aanschouwelijk wordt voor gesteld, zocdat dan juist het eigenaardige van een droom, het imaginaire, prijs gegeven wordt, zooveel te meer is dat dan nog het peval wanneer dezelfde personen, eerst bij het spsltn van den droom zegaen: Verdoemd zijl gij voor eeunig U iel' zij de dood uw lot ! en later niet ontzetting btmerke-n dat die rsij" op zijn b'd gestorven is, terwijl zij Eatuurlijk geheel oiiknudig zijn van hun eigeu optreden in den bewusten droom. Vader iVia'.his hee:fc eeu moord gedaan eu ziju geweten laat hem niet met ius'. Hij ijlt en droomt, m zijn tkap. Ook door zijn puantaseeren in den slaap zou een aangrijpend, grie zelig tooueel unnen zijn onts'aan. Maar dan had meu. die scène in de gerechtszaal niet kunnen te pis brengen. Daar zit het hem ir. Elke onwaarheid op dramatisch gebied, ook ter wil'e van het een of ander tooneeltff.ct, is uit den booze ! Ik weet niet hoe het met de kal van het origineel is gesteld. De vertaling is echter niet gelukkig. Zinnen als : Het jmavd des Pools droeg btllen om dun lials, of: w'k Kan niet met woorden /c'^g'en Wat mij het hart bei'oert Pat wt-1 luid, doch blijde klopt Vervuld van duizend vragen. of: 'l Is slcehU lie-t blooil Dat in mijn ouren suist en klinkt en r;iast! of: "Mijn nlli-rliel'st Anneije Dat sluimerde reeds lan^- in 'c bedje, kaa men toch niet ardera bestempelen dan pure rii:nelarij. De muziek is verreweg het beste van liet geheel. Zij h.taat doorgaans op een hoog stand punt. Zoowel het oichest, dut met veel zorg en klankschooa is bfhanield, als de zangstemmen die danköair en melodieus zijn geschreven, leggen een allergunstigst getuigenis af van het talent des compon s'en. DJ korte liefdesscène in het begin van het eerste bedrijf, mtt violoncel sulo, het alleraar digste ee:ste optreden van Mathis en AiiEOtte bij hare woorden »Is dat voor mij r" htt motief van de bellen, rr.air vooral de iUeiding van c"ca droom met «edempte s'njkirjstrumtnter, dan Log het orchcst-tusscherspel bij den overgang tan den droom raar de wetkelijkhcid zijn uit stekend geslaagd. De uitvoer.ng mag men inderdaad voortn fHijk noemen. Vóór alles was het o: chest in het geheele stuk zóó mooi van klank en zóó vol van schakeering en distinctie, a's ik het d"zen winter Log niet gehoord heb. De klank van het koor was daaraan Liet geheel?giërfeniedigd Daarzcu meer «del vau toon een weldaad geweest zijl'. Wat de solisten aar gaat. niag men Orelio's creatie zeker wel bovenaan s'.'.Hen. Hetgeen O.-elio in dit werk als zanger en tooneelspeler praesteert, is eerste rangskunst. Daargelaten dus het werk zelf en dit nemende zoojh :iet i?, kan men niet anders dan bewondering hebben voor zijn knielen op de ruslbauk, het oma'men van het crue,(lx. ziju houdirg voor de rechters, bij den wroegingsvolltn lach, ziju smeekeu omgei;adc enzoovoorts. Ojk do grime van O'elio was, in het begin vau het stuk zoowel als lattr, uits'ekend. Men kau z;cb den burgemeester-herbtrg er inderdaad i,itt b"ter denkeu. Mejuffrouw L'jzin als de vrouw van den bur;cmecstcr heeft een meer beicheide'n rol te ver vuiler, X'j deed dit echter zeer contcifntitus en met schoone stem. Mevrouw ijssen speelde en zon» de doel ter, Annette. 7/j rtted dit met al de intell gentie en pcëzie, du; wij van haar kennen. Zeer schoon was haar scène mst Chris'iaan in het begin van het stuk; maur voora! haar optreden in deu drcom, als zij haar vader vrij wil pleiten. .behoudens ziju vlaamsch dialect, was ook de heer ljauwe!s bronst verJiens-telijk. Men weet bc', hij is een hke verschijning en de uniform stond hem goed. Waarom de heer i'auwclsin de MWHimiimiUHCMIMIMIIIIIIilllJlltllllllllllllllllll kwam naast mij staan. Ik keek naar het arme, wanhopende gezicht en aarzelde met lar.g. Geef maar een s'.ukji papier en potlood," zei ik. Shail werd na?r het ta'egraafkantoor gestuurd en den volgenden dag kwam het pitji van de Eastman C ompary. Mijn voet was erg pij'lijk. Juffrouw Shail wilde niet dat ik er op ging staan. Ik zal u wel aangeven wat u r.ooiig hebt," zei ze. N'i, waar is dan de kodak !'' vro-)g ik rond ziende, terwijl ik het pakket opende. 0, in mijri kamer,'' aut'voürdde zij met een min of me< r schuldig gczicb.% terwijl zij da deur uitsnelde. Ik h-op dat er niet aan gemorreld is," merkte ik aan, toen zij ermee terugkwa-n. Neen, heusch niet, mij-iiieer," uetuigde zij, maar toch kreeg zij een kleur toen ik baar aankeek. Het hielt alleen maar rp mijn latafel ge.:taan, waar ik het goed kon zie-n." Zoo,'' zei ik, haar maar hall vertrouwend, wat ik zeker we-1 getoond had ook, war.t zij weifelde een ooger.b'ik, en toen kwam er Lortei d en stootend uit: U weet niet, mijnheer, wat een rustighcid het me gaf, als ik naar da' kastje lag te kijken. Ik dacht aldoor maar: Daar zit myn Wimpie in. Misschien kijkt hij r u naar buiten door dat kle;ine, ronde glaasje. Shail zei van neen, en legde het raij uit; maar hoe het zit, 't kan me nu niet zoo erg meer schelen of ik van de wijs raak en me hem tiet herinner zijn portret zit veilig in dit kasije. 't la wonderlijk toch, ik heb me al zoo'n massa portretjes van Wimpie voor den geest gehaald, en geen een blijtt me bij, maar dat kijkertje in die doos vergeet hem geen seconde zeil', geen s:conde.. . zooals zijn eigen moeder nog wel..." Thomson schraapte zijn keel. Ik vroeg haar of zij een lamp met een roode ka^ had. O, j i, mijnheer." zei ze, naarde deur ijlend. En breng dan meteen een paar lage schaalt jes ot diepe borden mee, en een schaar," riep ik haar na. Ik onderzocht de camera maar kon er niets bijzonders aan ontdekken. Toch was ik niet gerust. Mijn voorgevoel dat er juist n.et die opname, die ik hebben moest, iets gebeurd zijn, steeg by'na tot overtuiging. liefdesscène bij de woorden: *Ik zie u aan de broune" opstoiid, tan zijn Annette wegliep en de zaal in gts'iculeerde, was mij mtt recht duidelijk. Me dutikt hier ware het bfter geweest, uit sluitend tot Annette het woord te richten. Gelukkig stond mevrouw Tijssen spoedig daarna ook op. De heer Van Duinen was een kranige hout vester; zoowel in houding, spel en grime, als in stem gaf lij op uitstekende wijze het type weder vau deu rondborstigen latuurmensch, in de bosschen oprevo^d. Zijn rol herinnert sterk aan de romantische, duitsche opera vau Weber, Kreutzer, Mur^c .ner, enz. O'e r de sttui des heeren Sctürmann heb ik vroeger rerds uiijue meeuiug gezegd. Gelukkig had de heer S luet veel in ensembles te zingen. Hij hal een niet on&ardigen kop gemaakt van deu noians raiik. De verulkn.jf van de heeren Poons, a's knecht en KosHr als Pcclsche jood (de litelparlij be staat slechts uit een paar volzmtet) geeft geen aanleidiiig tot bijzondere, opmerkingen. De heer Haarmau bleek als Küchtwacht over een goede stem te beschikken. Op nieuw bewees de heer Markus hoe onder ziju leiding aUe» kalm eu rust'g marcheert Voor een premiere viel er al zeer weinig te wenschen ovt-r ; bui'en tien, dat het orclu s1; zoo mooi was, hebben wij geheel ain hem te danken. De regie berustte in handen van den heer Dibbern. Van de eerechlszaal had hij een aardig tooueelije gemaakt. Zou bet niet beter zijn die gekleurde re f en in de herberg (-erste bedrijf) door iets andt-rs te vervangen? Htt is wel real:sti<ch-boereLkerm;sachtig ! Maar mag men op het tooneel n:et ietwat idealiseereu ? Den soi Hl ur zou ik in herinnerirg willen brengen dai hij niet voor het publiek in de zaal, maar u tsluiteid voor de artuteu cphet tooneel ziju taak !e vervullen hteft De hi eren Aud;éSpoor eu Joh. Wijsman gaven 11. Zaterdagavond den eersten van hunne aangt kondigde twee sonate-avonden, voor piano en viool. Zij La-lden daarvoor hun programma seamgesteM geheel uit Lieuwe werken; D), uit de sonate van Kor Kuiler, uit die -VBU Busoi.i opus 30i en uit die van Pieiné, opus 3ö. Gaarne breng ik beiden heeren hulde voor hun ijver om oubtktnd.j werken bij ons te introduceeren. Iltt is zeker gemakkelijker en daiikbaaider tekende en beminde werken uit te voeren; doch wanneer men algemeen zoo ging doen, hoe zoujtu dtn verdiers'elijke nieuwe werken van tiji;;etiooten bekend kunnen worden ? Kor Kuikr bezit een groo'e gt-mikkelijkheid en ongedwongenheid in Let schrijven. Vooral in zijn instrumeLtale muiiek komtn deze eigen schappen goed uit, Alles loopt glad en vlot, het huppelt maar steeds voott ; gesn oogenblik denkt men bij he-rn aan Giiulerei". Dat nu heeft ziju voordeelen, maar htt heeft ook zijn Ladeelen. De voordeeleu ziju zekere ongedwon genheid en ntïrcteit in de vicding ; maar de cadsjelen zijn gemis aan diepte, aau hartstocht en ook aan wijze gematigdheid bij verdeehug van licht en schaduw. Dat alles kan men in deze sonate op:uerken. Gaaine wil ik cc'iter erkennen dat bei Ie instrumenten briliant behandeld zijn. Oterigers is Kuilir LO0'jorg; het is mogelijk dat hij later zich meer in zijn kunst gaat verdiepen. In ieder geval was ik den hesren Spoor en Wijsman recht dankbaar dat zij dit werk, van onzen joi,gen landgenoot op hun programma geöico'it hebben. Het werk vau Busoni acht ik het sprekende tegenbeeld vau Kuiler's sonate. Ziet deze met onbezorgden blik het leven tegemoet, Busorii wikt en weegt. Zijn vorm is outstaau na laug en rijp nadenken. Zijn klaviersatz is met groote kennis van zaken geschreven ea ook de viool voegt zich mat ;c',ooiie el. gitche klanken naar den wil vau den componist; iiiaar toch zou men hiir en daar meer leven eu gloed willeu heb bes, meer natuurlijken me'ioditchen stroom, in plaats van eeuigszius bcrekuicnd.', academische reserve. I» lux ge mate voorLaani en ook mo dern is ec'.ter liusoni's :o.iate en als zoodanig een aanwinst in d- l.t'tratuur. Pierre's werk eindelijk is overmoedig schui mend en nieesl epei,d. liet etrste deel is glansrijk en virtuoos voor het klavier geschreven. De overige deelen staan voor mij niet op gelijke hoogte-, hoewel ze ook van een respe'ctatel kuuneu eu een frisch talent getuigen. De heer Wijsman bewees cpuieuw dat hij ernstig werkt. Zijn techniek is teeds sinds lang duchtig ontwikkeld, doch ook de artiitii ke zijde van zijn talent, komt thans hoe langer hoe meer tot haar recht. Eu de heer Spoor... het was Op my'n aanwijzing werden de buitenluiken gesloten en een. paar rieker.s binnen voor de ramen gehangen. De kleine lamp gaf een zwak rood schijiiteK Op een tar'e ijs naast inij stonden de bordtu en het bad. Nu kunt, u wel gaan, juffrouw Shail. Zoodra ik klaar ben zal ik u roepen," beloofde ik. Heergaan, mijnheer!" Ja, 't zal niet la.ng duren." Och, neen. stuur me niet weg, mijnheer. Laat mij hier blijven ; ik zal u helpen. Ik zou rust noch duur hei ben, als ik buiten stond," zij begon te Er.ikkor. ,lk wilde om een gted ding, dat ik niets had aangehaald. Maar, dacht ik, aïs het ding per ft-ot van rekening lukken wil entin ... ik begon weer wat boop te krijger. Het licht werd achter het bed geplaatst, en ik cper.de de kod^n. Waar is het V' vroeg de vrouw fluisterend, in het donker naar mijn handen starend. Ik gi loof het d-nlo op de rol. Giief de schaar even," antwoordde ik. Zij tastte op de tafel rond. Uier!" zei ze, heetch en met rtoeite. Het geluid van haar stem maakte mij zenuwachtig. Wat een idioot was ik geweest dat ik haar maar niet de kamer had uitgezet. Ik rolde het papier af en kripte het langs de verdeelingslijr.en door Waar is het portret':" klonk laar sttm op nieuw van den overkant der tafei. Uit den k'ank leidelo ik af, dat zij in de ledige camera stond te turen. Ik hoop hier,'' zei ik tlsuwijes, weer op eens ve4 duistere voorgevoelens. Waar V" Op :,it sfuisje pnpier." Ik legde het werktuigeli^k r.rer tn lorg de rol weer in de camera. De vrouw kwam naderbij. Toe, mijnheer, keer het even om V" Wat V" Dat papierij-." Bedoelt u tiit T' Ik hield het baar voor. Hij staat er niet op! Hij staat er i.iet op !" kieet de vrouw, in het donier terugdeinzci d. U moet even wachten," zei ik. Nog een paar minuten geduld, dan kunnen wij 't eerst weten. Blijf hier. De deur mag nu volslrekt niet open gedaan u orden." Maar cp dat oogen blik was ik er bijna blij om, dat zy nu op het ergste was voorbereid, want ik was ióó over een genot, naar den zielvollen toon van zijn fraai instrument te mogen luisteren. Bij zulk sameispel komen de werken zeker uitstekend tot hun recht. Als ik ói wecscli mocht uittn, dari zou het, zijn deze: nog meer werk te maken van de zachtere en -zachtste nuai ces. De kleine zaal ia er zoo dankbaar voor! A KT. AVEKKAMI'. C, H. Coster, t In den vollen bloei zy'cs levens, op 47jarigen leefly'd, werd Co-ter aan de kur.st en zijnen talloozen vrienden door den dood ontrukt. Reeds in den zomer van het vorige jaar begon een errstige kwaal aan zijne gezondheid te knagen. Wél herstelde hij later weder eenigszins en mocht men zelfs de hoop koes teren, dat hij nog eenmaal geheel er bovenop zou komen het mocht echter r.iet zoo zy'n. De ernstige ziekte, die hem toch nooit verlaten had, ondermyr.de largzamerhand zijn gestel en Maandagavond 3 Maart gaf by den geest. Coster werd in 1854 te Alkmaar geboren. GeJy'k zoovelen zou ook hij aanvankelijk geen toonkunstenaar worden, maar werd by' te Arnhem op een handelskantoor geplaatst. Aldaar was het Meyroos, die zy'n talent ve-or de viool opmerkte «n hem aanspoorde zich geheel aan de kunst te gaan wy'den. Zoo ge beurde dan ook. Na voorloopig zy'ne studiën onder leidirg van Meyroos te hebben voort gezet, girg bij nog eenigen ty'd raar het buitenland om zich onder leidirg van o. a. Heckmsnn te Keulen verder te bekwamen. Den 24 Januari 1877 trad bij voor het eerst te Bonn als solist op. .Met recht mocht hy dus 24 Januari 1.1. zy'n vi?f en twintig-jarig jubilee als kunstenaar herdenken, waarbij hij vele bly'keu van sympathie ontving. Na het voltooien zy'cer studiën keerde Coster terug naar Arnhem en rustte niet voordat hy zich, onder leidirg van zijn ouden leermeester Mtyroos, bekwaamd had in de compositie leer. Het pleit voor hem dat een succes als virtuoos alleen hem niet kon bevredigen, maar dat hij er prijs op stelde als algemeen musicus carrière te maken. Coster verdeelde zijne werkzaamheid tusschen Arnhem en Zutbpen. Trad bij in eerstgenoemde plaats aanvankelijk slechts als violist en paedagoog op, in Zutpben werd hem de leiding der zangvereeniging van Toonkurst toevertrouwd. Na den dood van Meyroos nam Coster de directie der Toonkunst afdoeling te Arnhem eveneens op zich. Als componist van verschillende recht sym pathieke liederen, eenige op oud-nederlandschen tekst, en door eei.ige werken voor viool heeft CjBter zich doen kennen als componist van een zeer beminnely'k talent. Op het l natste muziekfeest hier ter stede werd zijn »R;tter Oluf' met veel bijval opgevoerd. Coster was een veelzijdig ontwikkeld, door en door recht schapen kunstenaar. Zy'n nobel karakter en zijn echt hollandsche gulheid en gemoedelykheid hadden hem vele vrienden verworven. Zy'n aandenken zal zeker lang by hen blyven voortleven. ANT. AVERKAMP. in De Bratte Gronf. De door de firma Frerl. Muller & Co, den Hen Maart te houden veiling van schilderijen, aquarellen, teekeningen en beeldhouwwerken.'be loof t een zeer belangrijke te worden. Zij zal omvatten EcpareUen uit de collectie Ridenberg, benevens schilderijen, aquarellen enz. uit ver schillende nalatenschappen. Afgaande op de namen in de beile afzonderlyke catalogi en de fraaie reproducties in die vai eerstgemelde collectie al zy'n die gegevens ook niet alty'd volkomen betrouwbaar mogen we deze veiling toch met bizondere belang stelling te gemoet zien. Een eenig cachet zullen er echter aan geven een 43 tal nagelaten we;ken van J'c-tb Miris en een zestal van diens broeder Matthijs, alle werken uit hun vroegen tijd van vóór 1871. iiiiiiilimiiilllf tuigd, dat Wimp'e's portretje mislukken zcti, alsof ik er de beivijzen al van had gezien. Juffrouw Shail stond wanhopig in een hoek te schreien. Wat een ezel was ik geweest om een woord van dit kiekje te reppen ! Ik goot het bad in een der borden, legde de opname er in en spoelde het heen en weer. Zoo, breng nu het licht maar eens dich terbij," zei ik na een poosje. Juffrouw Siai! tral naar voren en zette de lamp op een hoek der tafel. Ik hield de photo in het licht. 't is beelemaal zwart geworden," zei de vrouw hopeloos. Ik stiet met mijn elleboog de schaar van de tafel. Zij grabbelde op den grond en raspte haar op. Ik had intusscuen het papier weer in het bad gelegd mst een onuitsprekelijk gevosl van dankbaarheid en opluchting Wimpie's portretje kwam mooi op. T rwijl ik de vloeistof heen en weer spoelde zag ik zijn doornetak zwart en duidelijk te voorochyn komen en daarboven .., Juffrouw Shail had de schaar weer neerge legd en keek over mijn schouder. Dat lijkt wel wat op ons huis,''zei ze treurig. Ky'k!" riep ik, het bord dichter bij de lamp houdend. Wat ziet u daar vooraan ?" Zij boog zich over de tafel heen en tuurde in het bord. Ja, ik zie een haag, en boschjes en een hek en een breeden kraag en een gezicht en ... O ! God! 't is myn Wimpie op het tuinhek l''.. Hier brak Thomson zijn verhaal af en begon de kamer op en neer te loopen. ,Ze sturen me ieder jaar eeu mand bloemen op den dag waarop ik hun ventje op het hek zag spelen," vervolgde hij na een lange pauze. Ik heb hen nog maar eens daarna weergezien, op een dag in datzelfde jaar toen ik er heen ging om juffrouw Shail een vergrooting van myn kiekje te brengen. Pi achtig mooi gelukt l" zei Thomson met rechtmatigen amateurstrots, 't Mooiste kinderportret dat ik ooit heb gezien! die schilderachtige achtergrond, de bloeiende doorntak in het handje over het hek, het op geheven kindergezichtje, bly lachend luiste rend ... alsof bij net op dat oogenblik zijn moeder hem hoorde roepen/' zei Shail. Neen, een engelenstem," zei zijn vrouw, heel zacht. Zij hadden allebei den koekoek vergeten."

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl