Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMEK WEEKBLAD YOOR NEDERLAND.
No. 1289
Over de belangrijkheid van dit geleelte der
veiling behoeven we niet in twy'fel te
verkeerer, dank zy het gelukkig denkbeeld van
de firma Fred. Maller & Co. om den heer
Veth aan te zoeken een bescbry venden tekst
aan den catalogus toe te voegen.
In zy'n voorrede verrast Veth ons met de
mededeeling, dat hy' sedert eenige jaren alles
wat hem van de Marissen onder de oogen
komt, voor zichzelf bsschryft. Nu, we zouden
Veth's practischen geest tiet moeten kenner,
om niet te mogen verwachten dat dit bedrijf
te zy'ner t jd voeren zal tot een standaard
werk over deze meesters, dat vooral voor later
ty'd van het grootste belang kan wezer, ge
schreven als het zal zyn door den grondigsten
kenner en klaarsten beoordeelaar van de
weiken van zyn ty'd.
We kry'gen in dezen catalogus reeds een
voorproefje er van. S.ms bouwt Veth het schil
dery' voor ons op, inientariseerende, niet op
de notarisachtig-dtoge wy'ze van de gewone
catalogi, maar even zakelyk e; zeker smake
lijker; soms geeft hy' dan stukjes literaire
plastiek, die ons reeds in de stemming van het
gc'iildery brengen, daarby' de meest typeerende
dingen releveerende; toms voegt hy' er aan
toe een apprtcieericg van de hoedanigheden
van het werk in zyn geheel of van gedeelten
ervan, met zeer bepaalde aanwijzingen van den
aard vaa het mooi; dan weer wyat by op ver
band met de werken van andere meesters, of
op invloeden van baren, die hun stempel op
hun werk hebben gedrukt, of wel hy toont over
eenstemming of samenbang aan met hetgeen
zy vroeger of later maakten.
Mogen we deze welgeslaagde proef als een
navolgenswaardig voorbeeld voor beschrijvende
catalogi beschouwen, een enkele maal gaat hy
naar onze meeni. g wat te beredeneerd te
werk, of liever, dicbt hy Thy's Maris deze eigen
schap to», wsarby van d'ens teekenirg L'u anne
zegt; De bepaalde afwykingen van de natuur
hebben duidelyk de bedoeling een schoonere
compositie te maken. Het oud-Romainsche
kasteel uit de dei tiende eeuw, li^t hierhooger
boven de stad uit dan in werkelykheid, en meer
vry' van de omringende huizen. Ojk is het op
de teekening veel rij-er en edeler van bouw
en vergroot me' verscheide. e muren en torentjes.
De kathe braal vaa Liusanne, rechts op de
teekening, is eve. eeis gewy'zigd. De spitse
toren, hit r veel lager, is inderdaai hoogf r dan
de andere; waarschy'nli_k ia dit gedaan omdat
anders verscheidene torens ongeveer gely'k van
vorm en hoogte naakt elkander zouden staan,
en ook omdat, hy' de kathtdrail een minder
belangry'ke p'aats naast het slot wilde doen
innemen."
Zou de hser Veth hier in een zwak oogenblik
niet verdwaald zyn op het dorre terrein d*r
kunstgeleerden, die zoo gaarne hun weten te
pas brei gen en zou het niet. beter zyn geseest,
als zijn lokale kennis van LausanLe hem ni«t
tot deze rede' eering verleid had? Hoe anders
te verklaren, dat hy' tot Matthys Mari* moest
opiiimmen om de opmerking Ie mak n, dat hy
van de natuur aiwy'kc mst de duiilelyke be
doeling eene schoont! e compositie te maken,
als of niet elk doodgewoon bchilder of tefkenaar
dat als van zelf do'et, tei/zy hy in opdrachtheeft
authentieke ansichten" te leveren.
Maar ook de zon vertoont wel eens vlekken,
en het licht dat deze beschrijvingen in ^de
catalognslectuur doen schijten, is er geenszins
door veriusterd. R leveeren we nog even wat
Veth in zyn voorrede van dit werk van
Jacob zegt:
,'ie meeste rummers zyn van de hand van
Jacob Maris, en waar deze kui.8terjaar, in wat
hy' ons by zyn lev<m zien liet, door zulk een
rustig heheerschte voordracht imponeerde, is
het ian belang in deze collectie na te gaan,
wat een zoeken en strijd en een s'udie er
achter dat meesterschap verborgen lag".
We dwalm wellicht niet, als we V.-th's
gedachtengang completeeren met te zegggen, wat
hy' om het commercieele wellicht niet in den
catalogus wilde schry'ven, n.', dat, wil men de
bewering om,rent Ai vormende en opvoeder.de
kracht der musea tot daad maker, men toch
deze gelegenheid niet moet laten voorbijgaan
om u t dezen tchat van werken uif een periode
van dezen meester, waarvan niets in een open
bare verzameling bewaard wordt, een passé» de
keuze te doen tot aanvulling van hetgeen we
uit later tijd van hem bezitten. ILt zyn werk
de geleidelijke ontwikkeling te kunnen nagaan,
zooals dit in Saasso voor Israëls mogelyk is
Btelt de grootheid van Jscob Maris' figuur tot
gebiedenden eisch, en zal nu en later v.ioral,
meer tut, waardeering en kennis van zy n werken
kunnen bydragen, dan al wat er ovtr hem
geschreven is of worden zal.
J. W. N.
PM, Barend Wjjiiveld t
B. Wy'nveld Deze kunstenaar in de laatste
vyf-an twintig j iir als zoodanig vergeten, en dus
niet by' het Mederlandsch publiek bekend, was
van af 1859 tot 1891 hoogleeraar in de schil
derkunst en anatomie aan de Rijksacademie
te Amsterdam geweest. In die 32 jaren vormde
bij tal van verdienstelijke leerlingen, waar onder
verscheidene die tegenwoordig goede reputatie
als kunstenaars verworven hebben.
Als kunstschilder behoorde Wy'nveld tot de
periode tusschen 1847 en 1870. Iidien ty'd
schilderde hy' verscheidene omvangry'ke doeken
waarvan het onderwerp meest aan de heilige
schrift was ontleend o a. Rjddicg van Mozes
(1847) Petrus en Johannes by' het ledige graf
van Jezus (1850). «Wie van u zonder zonde
is" (1860) aangekocht door prinses Marianne,
Angelus Meruia (1862) Rsbeccaen Eliezar etc.
en Wiinveld was enn uitstekend lesrmeester
en om zij a eenvoudig karakter door zy' n leerlingen
zeer buuiiud. Zyu uuirekking aan de academie
was zoo ty'droorend en bindend, dat de kunste
naar op^moest gaan in den onderwijzer zoodat
ca 1870 er geen schildery meer door hem is
gemaakt.
Toen hy' in 1881 zijn 25-jarig jubileum als
hoogleeraar vierde werd hem door zy'ne
oudleerlingen en leerlingen zoowel als door collega's
en vrienden een schitterende ovatie gebracht
gevolgd door een feestavond in de zalen van
Artis, daartoe welwillend beschikbaar gesteld
door den directeur Westerman, een van
Wyrrvelds oude vrienden.
In 1891 trad Wy'nveld als hoogleeraar af
en heeft sedert dien ty'd tot zy'n dood rustig
in Haarlem geleefd.
Hy' was een talentvol leeraar, een wonder
van ambtstrouw, een vader voor zijn leerlingen.
C. L. DAKE.
Zaterdag 22 Februari j.l. werd te Haarlem
in tegenwoordigheid van tal van
belargstellenden, waaronder zy'ne vrorgere collega's der
Rjjks-Acadamie v. Beeldende kutsten, benevers
verscheidene oud-leerlingen, begraven prof.
Een mertiaarfliïfi reets pnttMaarten.
Ofschoon de
prentbriefkaarten-verzamelwoede haar hoogtepunt schijnt bereikt te
hebben en men oppervlakkig zou zeggen, dat
er zachtjes aan de klad in moest komen, weet
de vindingrijkheid van speculeerende uitgevers
op dit gebied nog telkens wat nieuws te be
denken om de liefhebberij aan den gang te
houden.
De eigenlijk gezegde Ansichtkarten (met
stadsgezichten en landschappan) zyn al sinds
lang afgezaagd; sedert heeft men er al gehad
met reproducties van beroemde kunstwerken,
illustraties uit den Trompster von Sackïngen,
den roman Quo Vadis en dergelijke in de
mode zijnde belletristische werken, scèies uit
opera's en tooneelstukken, portretten van
kunstenaars, componisten, dichters en schrijver j,
politieke spotprenten vooral met betrekking
tot den Zuid Afrikaanschen oorlog en verder
alle mogelijke voorstellingen, die de fantasie
maar wist te bedenken, soms wezenly'k goeie
geestige teekeningen, veelal ook weerzinwek
kende caricatnren en lliuwiteiten van
zesderangs-artisten.
De nieuw uitgekomen reeks echter, waarop
ik hiar de aandacht wensch te vestigen, is,
dunkt me, de volle opmerkzaamheid van ver
zamelaars en... ook van niet-verzamelaars
waard.
't Is een uitgave, waarvoor zoowel kunste
naars als geleerden, beoefenaars van oudheid
kunde, heraldiek en kunsthistorie zich zullen
interesseeren
Men moet weten, dat zekere G Boncompagni
te Rome op het vernuftig denkbeeld is ge
komen, een reeks briefkaarten in bet licht te
geven, die de heele geschiedenis der Roomsche
pausen zal illustreeren, te beginnen met Petrus,
den eersten bisschop van Rome, tot den
tegenwoordigen Paus Lso XIII toe, of liever om
gekeerd van L?o tot Patrus; want de uitgave
geschiedt in averechts-chronologische volgorde.
Telkens verschijnt een serie van twaalf
kaarten en tot dusver hebben vier zulke series
het licht gezien, te zamen omvattende
achten-veertig Pausen, !van Leo XIII, den 263 m
Paus, tot Callixtus III, dan 216jn, die op St.
Pdtrus' stoel zetelde van het jaar 1455 tot 1458.
Elke kaart prijkt vooreerst met het portret
van den betrokken Paus, wat op zich zelf al
heel interessant is, vooral daar de koppen met
groote zorg zijn uitgevoerd, al is natuurlijk
de eene wat beter uitgevallen dan de andere.
Naar alle waarschijnlykheid zijn het repro
ducties van de beroemde mozaïeken in de
basiliek van St. Paulus buiten de muren (Sm
Paolo fuori Ie miire) te Rome. die in lange
rijen medaillons, als rondloopend fries aange
bracht, de beeltenissen van al de Pausen te
zien geven. O.ider de 48 portretten, die ik
voor me heb liggen, komen al verscheiden
karakteristieke koppen voor: om van Leo XIII
en Pms IX niet te spreken, dio door tal van
afbeeldingen bekend zyn, wijs ik op de
conteifeitsels van hun voorgangers, die een bij
zondere historische rol gespeeld hebban: Pius
VII met hit f-ynpathiek, eerbiedwaardig,
lijdend gelaat, Gregorius XIII den hervormer
van den kalender,met hst schrandere
geleerdenhoaf.l, S xtus V met de forache,
wilskrachtuitdrukkende trekken
Behalve het portret, dat in sepia-toon is uit
gevoerd, bevat elke kaart het wapen van don
betrokken Paus, keurig in kleuren en goud
gedrukt, een buite. kansjt! voor de heraldici,
die hier een verschaidenheid van merkwaar
dige blazoenen te bewonderen vinden, zooals
zij ztlden zullen hy'eentrt ff.:n, wapenschilden
van historische geslachten als de Madici's,
Borgheses, Piccolomini'», Bjrgia's enz.
Van eiken Paus worden verder eecige korte
biographische bijzonderheden gegeven, hun
familienaam, het jaar van hun geboorte, dat
van hun pauskeuze en dat van hun overlijden,
met een korte aanstipping van het een of ander
merkwaardig feit, dat or.der hun regeering
heeft plaats gehad en dat tevens door een
plaa'j) wordt '>tïlustreerd.
Z )0 vinden we bij L^o XIII een zinne
beeldige voorstelling (-nonumentale groop) van
het scheidsgerecht, door dezen P.ius uitge
oefend in hat bekende geschil tusschen
Duitschlacd en Sparja omtrent de
Carolineneilanden.
By Pius VII is afgebeeld da kroning van
Napoleon I in de P-irysche Notre-Dame; bij
Akxajder VII het St.-Pietersplein te Rjme,
dat by' met de beroemde zuilengangen deed
omringen; by S^xïus V de oprichting der
\ er .naarde Egyptische obelisk op genoemd plein;
by Gregorius XIII een al'e.jorisch9 voorstel
ling der kalender hervorming; bij Pius V de
slag van Lepanto; by' P.us IV het door hem
gebouwde paleis van het Cipitool; by' Paulus
III de intocht van Karel V binnen R jme, enz.
Soms ook, waarschy'nlijk wanneer de
jeschiedenis geen stof bood tot dergelijk tafereel,
krijgt men het grafmonument van een paus,
misschien ook wanneer dit een buitengewoon
kunstwerk is: zoo bijvoorbeeld het zinrijke
praalgraf van Ciemens XIII in de Vaticaansche
basiliek of de beroemde Mozes van Michel
Angelo op het graf van Julius II. Ia elk geval
is het steeds een voorstelling, die uit cultuur
historisch of artistiek oogpunt belangrijk is.
Ojk deze voorstellingen, waarvan sommige be
paald aardig geteekende tafereeltjes zyn, wer
den meest in sepia-toon gehouden, soms met
een bytintja voor de luchten of, waar het
landschappen zyn, voor het geboomte. E;n
enkele maal zyn ze ook als chromo's in ver
schillende kleuren behandeld.
Portret, wapen, tafereel en korte toelichtende
tekst eindelijk zyn g-ivat in een versiering,
die op zich zelf alleen wear de moeite waard
is om aandachtig te bekyken.
Die versieringen namelijk, rijk in goud en
kleuren nitgevoerd, zij a alle ontleend aan de
beroamda Italiaansche cidias of handschriften,
die men in menigte bewondert in da schat
kamers der Vaticaansche boekerij of der
bibliotheek San Lorenzo te Fiorence.
Ia da verrassendste verscheidenheid krygen
we de meest uiteenloopende motieven uit de
middeleenwen en de renaissance, ry'k verluchte
initialen in rood, groen, blauw, purper en
goud, grillige arabesken en kronkelende
meanders, doorslingend met fantastische bloe
men, dieren en grotesken, alles in wonder
mooie kleurschakeering zoodat het blauw af
steekt tegen het zilver, het rood en purper
tegen mat goud.
S immige kaarten zou men houden voor
bladen uit een schitterend geëalumineerd
Iwre d'heures of gety'denboek, zooals we die
kennen uit de vitrines van musea Men weet
niet wat meer te bewonderen, of de vinding
ry'kheid en bet vernuft van den teekenaar,
professor L Fdrloni te Rome, die da motieven,
door ham aan de oude codias ontleend, zoo
geestig wist te schikken en samen te voegen
tot een telkens afwisselend, harmonisch geheel
of den onberispelijken kleurendruk van
Armanino te G;nua, die de fijne en ingewikkelde
teekeningen in bewonderenswaardige zuiver
heid van lynen en verrassende frisshheid van
kleurschakeering zóó keurig door den druk
wist weer te geven dat men tevergeefs een
plekje zal zoeken, waar b.v. een opgebrachte
kleur dan gestelden omtrek zou hebben over
schreden of waar de eene kleurpartij ook
maar het minst door de andere zou gesmet zyn.
In haar ontwerpan ware meesterstukjes van
miniatuurkunst, zyn de kaarten in haar uit
voering juweeltjes van kleurendruk. Als men
de acht en veertig stuks, die tot dusver
ververschenen, naast elkaar leg', vindt man er
geen twee, die op elkaar lijken, terwijl toch
alle in gelyken geest zyn ontworpen en vol
gens hetzelfde procédéuitgavoerd.
Hat zal voor professor tVrloni een heele
toer zyn, die verscheidenheid ook door te
zetten in de 200 kaarten, die nog volgen
moeten, eer hy aan Petrus toe is; maar tot
dusver moet gezegd worden, dat hy nog nergens
in herhaling is gevallen.
Ik heb gameend, den lezers van dit blid,
die omtrent al wat er op kunstgebied merk
waardigs het licht ziat, op de hoogte plegen
gehouden te worden, goen ondienst te doen
mat hun aandacht op daza curieuze en be
langwekkende aitgave te vestigen.
Nijmegen. J. R VAN DER LAKS.
iimitiHitiiiiniiHniiiiiniiiirtiiiiiiiiitiMMtnimniiiiiiMtiiiimHtMi
Tentoonstelling van fotografieën.
Da directeur van het Museum voor
Kunstny'verheil te Haarlem heeft gedurende eenigen
tijd de Rotonde van het Masaum voor
Kunstrij verheid beschikbaar gesteld voor het houden
eaner tentoonstelling van fotografieën, bijeenge
bracht door hat bestuur der
amateur-fotografenvereeniging te Amsterdam. Daze verzameling
is bestemd om te worden gezonden naar de
speciale tentoonstelling van fytografisëa, dia te
Turijn in hat park Valentin zal geopend zyn,
gedurende den tijd, dat de Esrste Internationale
van decoratieve kunst aldaar zal gehouden
worden.
Eene nieuwe Medaille
Door den heer J A. A Gjrritsen wordt in
den handel gebracht eene medaille ter herin
nering aan het 20 j eeuwfeest der
roomachkaïholieke kerk. Da voorzijde dazer medaille
geeft weer, de naar links gewende buste van
Z. H. den Paus Leo XIII met het randschrift:
super hane petran aed'ftvabo e.elesiim imam.
(>0p deze steenrots zal ik mijne kerk bouwen1').
Da keerzijde s elt voor een nederdalenden
engel, in da linkerhand het hemelsch brood en
de kelk naar de aarde brengend, in de rech
terhand den scepter des geloofs. Op de rotsen
is het latijnsche kruis geplant met de woorden :
lloma in memoriam saeculi XX imu/itiss
ecclesiae romanae cttholcie. (>Ter gedachtenis
aan 't begin der 20; eeuw der II
roomschkatholieke kerk") Het mods'ó, het werk van
den artist Aug- Filisa, te Wagen i n gen, is, in
zeer laag relief, karakteristiek uitgevoerd.
gaans als naturalisme wordt voorgehouden, is
dit in de meerderheid dar gevallen niet, of
slechts ten deele; namelyk in enkele details.
Da geheela opzet der tooneel werken is niet
naar waarheid, niet naturalistisch, in hoofdzaak
ook niet, omdat alle personen en toestanden
zich groeceeren om en in verband gebracht
worden of handelen met de intrige. In de
werkelijkheid komt dit nimmer voor; hoe
ernstig en gewichtig ook sommige handelingen
mogen zyn; daaromheen gaan andere menschen
hun gewonen gang en spelen zich tooneelen
af, die met deze handeling niets te maken
hebben."
S'.erker vergissing is wel niet mogelyk: het
naturalisme als doel. In z'n opzet beschouwde
men 't als een middel om deugdelijker effakt
te krygen. Het publiek, meende men, werd in
den schouwburg wel ontroerd door het geziene,
maar wischte by' 't naar huis gaan den indruk
spoedig weer uit mat de gedachte: >'t is maar
komediespal". Men zou den menschea dat wapen
uit de hand slaan door het leven zelf voor het
tooneel pasklaar te maken.
Inderdaad was deze redeneering juist, mits
men maar niet uit het oog verloor, dat er toch
altijd iets by dat leven gevoegd moest worden,
dat de voorstelling ervan tot kunst maakte.
Man mocht de eischen der tooneelkunst niet
opofferen aandeehehen der realiteit.
De formule, die ik hierboven aanhaalde, is
wel het sterkste bewijs, hoe ver men in dat
opzicht van 't pad geraakt is Hat naturalisme
als doel. On terug te komen op Hauptmann,
geloof ik, dat de oorzaak van zijn latere checs
ligt in zyn «knapheid". Hy en anderen, hebben
zich beijt-erd in het maken van »rake" dingen,
in het geven van »goede typen", het in scène
brengen van »ware" toestanden, en naarmate
ze bij al deze knapheden hun beetje jeugdige
romantiek verloren, ward hun werk dooder en
dooder, om ten slotte nog enkel interessant
te zgn als talentvol maakwerk, dat het hoofd
in werking zat, maar hat hart koud laat
Teganover dit duf realisme, deze moord aan
fantasie en gevoel, is het werk van Oito Ernst
het eerste teaken eener krachtige reactie, waar
van da waarda op het oogenblik nog niet te
bepalen valt.
't Is jong werk, dat van den Himburgschen
onderwyzer S-ihtnidt. Jong werk met veel ge
breken in techniek en veel plekken zoetige
sentimentaliteit Maar er ziedt een zonnetje
o?er en er speelt een opwekkend briesja door.
Een voorjaarsgeur komt er uit 't Zyn dingen
van een groote belofte.
Ik zou ze, »Fiaclnmann als Erzieher'' en
»Die grofste Süide" op .i ly'n willen plaatsen.
Ze zija uit dezelfde levensperiode van den
schryver, het laatsta biykbaar eer geschreven
dan het eerste, later omgewerkt. Beide behan
delen het geval van een jongen man, die door
zyn nieuwere denkbeelden in botsing komt
met oude; beide dus kunnen niet bogan op
absolute nieuwheid van opzet. Hat belichamen
van een frisch fy.npathiek idee in een
fyJipathieken jorgen man en het organiseeren
van het verzet daartegen in een clubje duffe
alledagsmenschen ligt te veel bij den w^g om
niet vaak te zyn opgeraapt en zelfs met onver
schilligheid voorbij gegaan. Maar Oito Ernst
is toch wel met zyn taak een eindje hoogerop
geklommen en heeft er toch wel van gemaakt
wat anderen niet vermochten.
Da historie van sFiachsmann" kant men. Het
R )tterJaoisck TooneeJgezelschap is er het land
mee doorgegaan en het f t het in een zeer goede
vertooning laten zien Ein zoo goede vertooning,
dat weinig van de zwakheden meer hinderlijk
werd en de zoetigheden minder kleefden op
den tong.
't Is het verhaal van een j ing onderwy'zer,
Fiemming, die door zyn moderne begrippen
o»er opvoeding in botsing komt met zijn hoofd
onderwijzer Ftachsmann, een vrijwel ongunstig
(ype, en daarby' dreigt het onderspit te delven,
als een weldoende inspecteur van het lager
onder*ijs den stand van zaken opmerkt en
hem, Fiemming, tot hoofd verheft, om
Flachsmann, die nog bovendien het praedicaat van
hoofd niet blijkt te bezitten, mat schade en
schande uit z'n postje te zetten.
Wat dit stuk z'n byzondere bekoring geeft,
is de poëtisch bewerkte liefdesverhouding tus
schen Fiemming en de j inga onderwijzeres
G sa, maar vooral de liefde voor het onder
wijzersberoep, die Fiemming-Oito Ernst aan
den dag legt. Ik zal niet herhalen wat naar
aanleiding van de Nederlandsche vertooning
de dagbladen van »Fiachsmann" hebben gezegd.
Liever wil ik wat uitvoeriger zijl over »Die
giöjste Simde", het nieuwe stuk, waarin de
schryver komt getuigen van z'n jeugd, z'n
dichterlyke ziel en z'n dramatisch kunnen.
(Slot volgt) C. J. A. VAN BKUGQEN.
man,
OTTO EUSST. «Fiachsmann als Erzieher,"
»Dio giö-ste Sinds".
Da dichter Otto Ernst is liet D uitsche tooneel
wat komen opfrisschen. Tarryl »Ddr rote Ilahu"
van llanptmann alweer geen koning kraaien
kon, behaalde de schrijf er van »Fiaeiismann"
een mooi succes mat »Die giöjste Stilde", een
succep, dat te dankon was aan zekere kwali
teiten, die bij Hauptmann en de zijnen wel
allengs verloren gegaan zijn.
Hit naturalisme op de planken heeft in
Duitschland zijn beste dagen gehad. 't Is
gestorven aan zijn eigen volmaking Want het
moét uitloopsn op een achteruitgang van
literatuur 0.1 tooneelspeelkunst beide, wanneer
als hoogste doel gesteld wordt het nauwgezet
nabootsen van een ergens- geziene werkelijk
heid, met alle details en overbodigheden erbij,
en zonder het surplus, dat de scheppende
geest geeft aan het bestaande, daardoor in
waarheid kunst voortbrengend. Zoolang de
naturalist z'n stof zoodanig kan kiezen, dat
hy door een aantal uiterlykheden, eigenaardig
heden in taal, volksgebruiken, kleeding,
tooneelsti ft'iering enz. z'n stuk vullen kan, houdt hy'
zijri publiek nog bezig; is echter zyn voorraad
uitgeput, en dat gebeurt al heel spoedig, dan
komt de leegte, het ziellooze van z'n gedoe
aan het licht, en uit is 't.
Ik zeg niets nieuws. Maar vooral aan
nakomers kan men oude dingen niet vaak genoeg
zeggen. Onlangs werd me in een brief de
volgende formule van naturalistische tooneel
kunst aan de hand gedaan. «Hetgeen ons
doorDe weggelaten tnrrede ?an Vosmaer.
Da strijd in de laatste maanden gevoerd
over de gedichten en het leven van Jacques
Perij deed mij naar de gelukkig in mijn
bezit zijnde eerste uitgave grijpen. En ik
heb dieveelbestreden voorrede van Vosmaer
noch eens herlezen. Ea wat leert mij die
nu? Waarin ben ik nu gelukkiger dan
degenen die die Ie uitgave (of de 2ie of
310 missen? Ili krijg uit tal van brieven
kijkjes pp het denken van de jonge man,
die schrijft (blz. Il: »;k geloof aan de macht
van het woord"; die blij is dat z'n lelike
verzen, worden teruggestuurd, die zelf ook
»vies" is «van den poespas"; die in opge
wonden briefwisseling is met de heer Vos
maer redakteur van de Spectator, »om wiens
kolommen de bloemen der jonge H'jllandache
poëzie worden geslingerd". Hij is zo inge
nomen met de antwoorden van de heer V!
»Uw brief heeft mij een paar dagen bedwelmd.
Ik heb er mij een vroolijken roes aan ge
dronken. Z'jo belangstellend schreef mij nog
niemand, allhans over 't geen mij zoo ter
harte (/nat als mijn knnsl enz.
(X.B. I't kursieveer hier in verband met
de twee strijdende partijen, mej. 13. Perk
en de heer W. Kloos). Ilij schrijft over de
sonettenvorm en wat hij al las van Neder
landse en vreemde letteren; hoe hij in
z'n regel :
Wanneer ik roerloos waclit op d' GcLtenclBtonil.
'en beeld van Homerus (Ilias IX, 002)
voor ogen heeft; hoe hij tegenover het
sonnet den kt, 'en vijand is van de stoplap enz.
Verder vertelt Vosmaer hoe hij er uitzag,
feiten uit z'n leven, waaronder toch zeker
wel belangrijk voor de dichter is, dat hij
«vooral gevoed werd door het letterkundig
onderwijs van dr. W. Doorenbos". Ook
de reeks jongensgedichten en -stukken
worden aangehaald met voorbeelden. Vos
maer zegt daarbij: »Ik haal deze gedicl/en
niet aan als buitengewoon, maar orridat
zij de aangeboren gave toonen van met
het zangerig woord (e spelen". AVe'nH> ?m
dezelfde reden zouden bij ^en uitbreiding
van de voorrede de nu riït opgenomen
gedichten, die Kloos indertijd in de N O.
riekend maakte, kunnen geplaatst worden.
Hu toch schrijft mij nagenoeg hetzelfde :
»Wat ik daar gaf (in de N. G.), buiten de
Mathilde verzen, gaf ik niet als goede
kunst, maar alleen als bouwstof voor een
lateren literair-peyciiologigcheiistulieschrij
ver en biograaf enz. Er schijnt toch «goede
kunst" bij geweest te zijn naar 'en later
oordeel. Wie oordeelt altijd gelijk ? Ten
minste er zijn wel van de
ȣenvoudignuchter gezegde beschouwingen en invallen
op rijm" (aanhaling uit de zelfde brief van
Kloos aan mij van 10 Dec. 1901) onderde
gedichten van de 41e druk, opgenomen.
Was nu de rest maar voor de voorrede
gebruikt!
Verder krijgen wij al weer brieven, ook met
de bewuste woorden .,als onrijp verwerp ik
alles wat tot het vorig jaar door mij werd
gesteld" (brief van 1880); hij heeft het
over z'n gevoel van kracht, van hoogheid
door z'n gave; hoe hy streeft naar ruimte
en onbekrompenheid. Eo _Vosmaer geeft
ons de prikkelende aanduiding over brieven
aan z'n zusje op de kostschool te Diekirch,
«beurtlings met angstvallige zorg vermanend
als een vader, dan weer zoo teeder of
speelsch als een minnaar. Deze laatste
brieven heb ik niet zonder aandoening
kunnen lezen; kon ik ze mededeelen, zij
zouden een van de liefste trekken voegen
bij het beeld dat ik boots". Waarom deze
ik stem het toe »vage" aanduiding nu
na 20 jaar noch niet uitgebreid worden
iiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiuiii
40 cents per regel.
tiiiiiiMiiaiiitiiiiijiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinMiiiiimuiiiniimiiiimiiiiiiii
TRADEMARK
MARTELL'S COGNAC,
Dit beroemde merk is
verkrjjgbaar bg alle Wijnhandelaars em
bg de vertegenwoordigers
KOOl'MAXS & Buil INIKR,
Wijnhandelaars te Amsterdam.
K AM ST R A's Matrassen-, Bedden-, eo
Slaapkamer-Meubelfabriek, Sneek.
BED DEH TOEKOMST mat 10 jaar garan
tie. Leverde seiert 1896 pi. ia. 7OOO
stellen, (geïllustreerde Prijscourant grati**
Honderden bewijzen van tevredenheid. ?
Specialiteit in ENGELSCHE LEDIKANTEN.
Piano- en Muziekhandel
H. EAHR, te Utrecht.
Opgericht 1835. Telephoon No. 443.
Amerikaansclia, Duitsche en
Fransch
PIANINO'S en ORGELS.
Groote keuze in:
n u u i* P i A w o' s.
Oude instrumenten worden ingeruild.
Reparatiën worden in da Fabriek ten spoedigst»
uitgevoerd. Gelegenheid tot stemmen in ea
buiten abonnement.
Zeker en zonder pijl werkt het e«'hte
RadlauerEksteroogenniUlttel
d. i. 10 Gr. 25 put. Salicyl collodium met 5
Cjntigr. Hennepcxtract 5 ) Cents.Alleen echt met
de firma Kronen-Apotheke, Berlijn. Depot
in Amsterdam, by' Cll'^AN & Co., Apotheek
POLAK, PHARMACIE FRl>giI3E.
Hoofd-Oepöt
VAN
Dr. iAEGEh'S QRIG,
4$£&
K. F. DEUSCIILE-BENGER,
Amsterdam, Kalverstr. 157.
Eenig specialiteit in deze
artikelen in geheel NederL
GRAflD MiBIMM.
Cordon Jauiic & Rouge,
LIQUEUK ROYALE.
Agents-Genaraux B. A. RIPPING &Go., Amsterd.
Piano-, Jlriel- ei Jteta
MEYUOOS «fc KALSIIOVEIT,
Arnhem, Koningsplein.
VLEUGELS en PIANINO'S in Koep en in Huur.
Repareeren Stemmen Ruilen.
~ J. H. DE WIT.
^Igemeoiie lioekhandel
TJtrecntschestraat 54, Amst.
V'ugge levering van:
Binnen- en Buitenlandsche Tijd
schriften, Boekwerken CIUR.