De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 9 maart pagina 4

9 maart 1902 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMEK WEEKBLAD YOOR NEDERLAND. No. 1289 Over de belangrijkheid van dit geleelte der veiling behoeven we niet in twy'fel te verkeerer, dank zy het gelukkig denkbeeld van de firma Fred. Maller & Co. om den heer Veth aan te zoeken een bescbry venden tekst aan den catalogus toe te voegen. In zy'n voorrede verrast Veth ons met de mededeeling, dat hy' sedert eenige jaren alles wat hem van de Marissen onder de oogen komt, voor zichzelf bsschryft. Nu, we zouden Veth's practischen geest tiet moeten kenner, om niet te mogen verwachten dat dit bedrijf te zy'ner t jd voeren zal tot een standaard werk over deze meesters, dat vooral voor later ty'd van het grootste belang kan wezer, ge schreven als het zal zyn door den grondigsten kenner en klaarsten beoordeelaar van de weiken van zyn ty'd. We kry'gen in dezen catalogus reeds een voorproefje er van. S.ms bouwt Veth het schil dery' voor ons op, inientariseerende, niet op de notarisachtig-dtoge wy'ze van de gewone catalogi, maar even zakelyk e; zeker smake lijker; soms geeft hy' dan stukjes literaire plastiek, die ons reeds in de stemming van het gc'iildery brengen, daarby' de meest typeerende dingen releveerende; toms voegt hy' er aan toe een apprtcieericg van de hoedanigheden van het werk in zyn geheel of van gedeelten ervan, met zeer bepaalde aanwijzingen van den aard vaa het mooi; dan weer wyat by op ver band met de werken van andere meesters, of op invloeden van baren, die hun stempel op hun werk hebben gedrukt, of wel hy toont over eenstemming of samenbang aan met hetgeen zy vroeger of later maakten. Mogen we deze welgeslaagde proef als een navolgenswaardig voorbeeld voor beschrijvende catalogi beschouwen, een enkele maal gaat hy naar onze meeni. g wat te beredeneerd te werk, of liever, dicbt hy Thy's Maris deze eigen schap to», wsarby van d'ens teekenirg L'u anne zegt; De bepaalde afwykingen van de natuur hebben duidelyk de bedoeling een schoonere compositie te maken. Het oud-Romainsche kasteel uit de dei tiende eeuw, li^t hierhooger boven de stad uit dan in werkelykheid, en meer vry' van de omringende huizen. Ojk is het op de teekening veel rij-er en edeler van bouw en vergroot me' verscheide. e muren en torentjes. De kathe braal vaa Liusanne, rechts op de teekening, is eve. eeis gewy'zigd. De spitse toren, hit r veel lager, is inderdaai hoogf r dan de andere; waarschy'nli_k ia dit gedaan omdat anders verscheidene torens ongeveer gely'k van vorm en hoogte naakt elkander zouden staan, en ook omdat, hy' de kathtdrail een minder belangry'ke p'aats naast het slot wilde doen innemen." Zou de hser Veth hier in een zwak oogenblik niet verdwaald zyn op het dorre terrein d*r kunstgeleerden, die zoo gaarne hun weten te pas brei gen en zou het niet. beter zyn geseest, als zijn lokale kennis van LausanLe hem ni«t tot deze rede' eering verleid had? Hoe anders te verklaren, dat hy' tot Matthys Mari* moest opiiimmen om de opmerking Ie mak n, dat hy van de natuur aiwy'kc mst de duiilelyke be doeling eene schoont! e compositie te maken, als of niet elk doodgewoon bchilder of tefkenaar dat als van zelf do'et, tei/zy hy in opdrachtheeft authentieke ansichten" te leveren. Maar ook de zon vertoont wel eens vlekken, en het licht dat deze beschrijvingen in ^de catalognslectuur doen schijten, is er geenszins door veriusterd. R leveeren we nog even wat Veth in zyn voorrede van dit werk van Jacob zegt: ,'ie meeste rummers zyn van de hand van Jacob Maris, en waar deze kui.8terjaar, in wat hy' ons by zyn lev<m zien liet, door zulk een rustig heheerschte voordracht imponeerde, is het ian belang in deze collectie na te gaan, wat een zoeken en strijd en een s'udie er achter dat meesterschap verborgen lag". We dwalm wellicht niet, als we V.-th's gedachtengang completeeren met te zegggen, wat hy' om het commercieele wellicht niet in den catalogus wilde schry'ven, n.', dat, wil men de bewering om,rent Ai vormende en opvoeder.de kracht der musea tot daad maker, men toch deze gelegenheid niet moet laten voorbijgaan om u t dezen tchat van werken uif een periode van dezen meester, waarvan niets in een open bare verzameling bewaard wordt, een passé» de keuze te doen tot aanvulling van hetgeen we uit later tijd van hem bezitten. ILt zyn werk de geleidelijke ontwikkeling te kunnen nagaan, zooals dit in Saasso voor Israëls mogelyk is Btelt de grootheid van Jscob Maris' figuur tot gebiedenden eisch, en zal nu en later v.ioral, meer tut, waardeering en kennis van zy n werken kunnen bydragen, dan al wat er ovtr hem geschreven is of worden zal. J. W. N. PM, Barend Wjjiiveld t B. Wy'nveld Deze kunstenaar in de laatste vyf-an twintig j iir als zoodanig vergeten, en dus niet by' het Mederlandsch publiek bekend, was van af 1859 tot 1891 hoogleeraar in de schil derkunst en anatomie aan de Rijksacademie te Amsterdam geweest. In die 32 jaren vormde bij tal van verdienstelijke leerlingen, waar onder verscheidene die tegenwoordig goede reputatie als kunstenaars verworven hebben. Als kunstschilder behoorde Wy'nveld tot de periode tusschen 1847 en 1870. Iidien ty'd schilderde hy' verscheidene omvangry'ke doeken waarvan het onderwerp meest aan de heilige schrift was ontleend o a. Rjddicg van Mozes (1847) Petrus en Johannes by' het ledige graf van Jezus (1850). «Wie van u zonder zonde is" (1860) aangekocht door prinses Marianne, Angelus Meruia (1862) Rsbeccaen Eliezar etc. en Wiinveld was enn uitstekend lesrmeester en om zij a eenvoudig karakter door zy' n leerlingen zeer buuiiud. Zyu uuirekking aan de academie was zoo ty'droorend en bindend, dat de kunste naar op^moest gaan in den onderwijzer zoodat ca 1870 er geen schildery meer door hem is gemaakt. Toen hy' in 1881 zijn 25-jarig jubileum als hoogleeraar vierde werd hem door zy'ne oudleerlingen en leerlingen zoowel als door collega's en vrienden een schitterende ovatie gebracht gevolgd door een feestavond in de zalen van Artis, daartoe welwillend beschikbaar gesteld door den directeur Westerman, een van Wyrrvelds oude vrienden. In 1891 trad Wy'nveld als hoogleeraar af en heeft sedert dien ty'd tot zy'n dood rustig in Haarlem geleefd. Hy' was een talentvol leeraar, een wonder van ambtstrouw, een vader voor zijn leerlingen. C. L. DAKE. Zaterdag 22 Februari j.l. werd te Haarlem in tegenwoordigheid van tal van belargstellenden, waaronder zy'ne vrorgere collega's der Rjjks-Acadamie v. Beeldende kutsten, benevers verscheidene oud-leerlingen, begraven prof. Een mertiaarfliïfi reets pnttMaarten. Ofschoon de prentbriefkaarten-verzamelwoede haar hoogtepunt schijnt bereikt te hebben en men oppervlakkig zou zeggen, dat er zachtjes aan de klad in moest komen, weet de vindingrijkheid van speculeerende uitgevers op dit gebied nog telkens wat nieuws te be denken om de liefhebberij aan den gang te houden. De eigenlijk gezegde Ansichtkarten (met stadsgezichten en landschappan) zyn al sinds lang afgezaagd; sedert heeft men er al gehad met reproducties van beroemde kunstwerken, illustraties uit den Trompster von Sackïngen, den roman Quo Vadis en dergelijke in de mode zijnde belletristische werken, scèies uit opera's en tooneelstukken, portretten van kunstenaars, componisten, dichters en schrijver j, politieke spotprenten vooral met betrekking tot den Zuid Afrikaanschen oorlog en verder alle mogelijke voorstellingen, die de fantasie maar wist te bedenken, soms wezenly'k goeie geestige teekeningen, veelal ook weerzinwek kende caricatnren en lliuwiteiten van zesderangs-artisten. De nieuw uitgekomen reeks echter, waarop ik hiar de aandacht wensch te vestigen, is, dunkt me, de volle opmerkzaamheid van ver zamelaars en... ook van niet-verzamelaars waard. 't Is een uitgave, waarvoor zoowel kunste naars als geleerden, beoefenaars van oudheid kunde, heraldiek en kunsthistorie zich zullen interesseeren Men moet weten, dat zekere G Boncompagni te Rome op het vernuftig denkbeeld is ge komen, een reeks briefkaarten in bet licht te geven, die de heele geschiedenis der Roomsche pausen zal illustreeren, te beginnen met Petrus, den eersten bisschop van Rome, tot den tegenwoordigen Paus Lso XIII toe, of liever om gekeerd van L?o tot Patrus; want de uitgave geschiedt in averechts-chronologische volgorde. Telkens verschijnt een serie van twaalf kaarten en tot dusver hebben vier zulke series het licht gezien, te zamen omvattende achten-veertig Pausen, !van Leo XIII, den 263 m Paus, tot Callixtus III, dan 216jn, die op St. Pdtrus' stoel zetelde van het jaar 1455 tot 1458. Elke kaart prijkt vooreerst met het portret van den betrokken Paus, wat op zich zelf al heel interessant is, vooral daar de koppen met groote zorg zijn uitgevoerd, al is natuurlijk de eene wat beter uitgevallen dan de andere. Naar alle waarschijnlykheid zijn het repro ducties van de beroemde mozaïeken in de basiliek van St. Paulus buiten de muren (Sm Paolo fuori Ie miire) te Rome. die in lange rijen medaillons, als rondloopend fries aange bracht, de beeltenissen van al de Pausen te zien geven. O.ider de 48 portretten, die ik voor me heb liggen, komen al verscheiden karakteristieke koppen voor: om van Leo XIII en Pms IX niet te spreken, dio door tal van afbeeldingen bekend zyn, wijs ik op de conteifeitsels van hun voorgangers, die een bij zondere historische rol gespeeld hebban: Pius VII met hit f-ynpathiek, eerbiedwaardig, lijdend gelaat, Gregorius XIII den hervormer van den kalender,met hst schrandere geleerdenhoaf.l, S xtus V met de forache, wilskrachtuitdrukkende trekken Behalve het portret, dat in sepia-toon is uit gevoerd, bevat elke kaart het wapen van don betrokken Paus, keurig in kleuren en goud gedrukt, een buite. kansjt! voor de heraldici, die hier een verschaidenheid van merkwaar dige blazoenen te bewonderen vinden, zooals zij ztlden zullen hy'eentrt ff.:n, wapenschilden van historische geslachten als de Madici's, Borgheses, Piccolomini'», Bjrgia's enz. Van eiken Paus worden verder eecige korte biographische bijzonderheden gegeven, hun familienaam, het jaar van hun geboorte, dat van hun pauskeuze en dat van hun overlijden, met een korte aanstipping van het een of ander merkwaardig feit, dat or.der hun regeering heeft plaats gehad en dat tevens door een plaa'j) wordt '>tïlustreerd. Z )0 vinden we bij L^o XIII een zinne beeldige voorstelling (-nonumentale groop) van het scheidsgerecht, door dezen P.ius uitge oefend in hat bekende geschil tusschen Duitschlacd en Sparja omtrent de Carolineneilanden. By Pius VII is afgebeeld da kroning van Napoleon I in de P-irysche Notre-Dame; bij Akxajder VII het St.-Pietersplein te Rjme, dat by' met de beroemde zuilengangen deed omringen; by S^xïus V de oprichting der \ er .naarde Egyptische obelisk op genoemd plein; by Gregorius XIII een al'e.jorisch9 voorstel ling der kalender hervorming; bij Pius V de slag van Lepanto; by' P.us IV het door hem gebouwde paleis van het Cipitool; by' Paulus III de intocht van Karel V binnen R jme, enz. Soms ook, waarschy'nlijk wanneer de jeschiedenis geen stof bood tot dergelijk tafereel, krijgt men het grafmonument van een paus, misschien ook wanneer dit een buitengewoon kunstwerk is: zoo bijvoorbeeld het zinrijke praalgraf van Ciemens XIII in de Vaticaansche basiliek of de beroemde Mozes van Michel Angelo op het graf van Julius II. Ia elk geval is het steeds een voorstelling, die uit cultuur historisch of artistiek oogpunt belangrijk is. Ojk deze voorstellingen, waarvan sommige be paald aardig geteekende tafereeltjes zyn, wer den meest in sepia-toon gehouden, soms met een bytintja voor de luchten of, waar het landschappen zyn, voor het geboomte. E;n enkele maal zyn ze ook als chromo's in ver schillende kleuren behandeld. Portret, wapen, tafereel en korte toelichtende tekst eindelijk zyn g-ivat in een versiering, die op zich zelf alleen wear de moeite waard is om aandachtig te bekyken. Die versieringen namelijk, rijk in goud en kleuren nitgevoerd, zij a alle ontleend aan de beroamda Italiaansche cidias of handschriften, die men in menigte bewondert in da schat kamers der Vaticaansche boekerij of der bibliotheek San Lorenzo te Fiorence. Ia da verrassendste verscheidenheid krygen we de meest uiteenloopende motieven uit de middeleenwen en de renaissance, ry'k verluchte initialen in rood, groen, blauw, purper en goud, grillige arabesken en kronkelende meanders, doorslingend met fantastische bloe men, dieren en grotesken, alles in wonder mooie kleurschakeering zoodat het blauw af steekt tegen het zilver, het rood en purper tegen mat goud. S immige kaarten zou men houden voor bladen uit een schitterend geëalumineerd Iwre d'heures of gety'denboek, zooals we die kennen uit de vitrines van musea Men weet niet wat meer te bewonderen, of de vinding ry'kheid en bet vernuft van den teekenaar, professor L Fdrloni te Rome, die da motieven, door ham aan de oude codias ontleend, zoo geestig wist te schikken en samen te voegen tot een telkens afwisselend, harmonisch geheel of den onberispelijken kleurendruk van Armanino te G;nua, die de fijne en ingewikkelde teekeningen in bewonderenswaardige zuiver heid van lynen en verrassende frisshheid van kleurschakeering zóó keurig door den druk wist weer te geven dat men tevergeefs een plekje zal zoeken, waar b.v. een opgebrachte kleur dan gestelden omtrek zou hebben over schreden of waar de eene kleurpartij ook maar het minst door de andere zou gesmet zyn. In haar ontwerpan ware meesterstukjes van miniatuurkunst, zyn de kaarten in haar uit voering juweeltjes van kleurendruk. Als men de acht en veertig stuks, die tot dusver ververschenen, naast elkaar leg', vindt man er geen twee, die op elkaar lijken, terwijl toch alle in gelyken geest zyn ontworpen en vol gens hetzelfde procédéuitgavoerd. Hat zal voor professor tVrloni een heele toer zyn, die verscheidenheid ook door te zetten in de 200 kaarten, die nog volgen moeten, eer hy aan Petrus toe is; maar tot dusver moet gezegd worden, dat hy nog nergens in herhaling is gevallen. Ik heb gameend, den lezers van dit blid, die omtrent al wat er op kunstgebied merk waardigs het licht ziat, op de hoogte plegen gehouden te worden, goen ondienst te doen mat hun aandacht op daza curieuze en be langwekkende aitgave te vestigen. Nijmegen. J. R VAN DER LAKS. iimitiHitiiiiniiHniiiiiniiiirtiiiiiiiiitiMMtnimniiiiiiMtiiiimHtMi Tentoonstelling van fotografieën. Da directeur van het Museum voor Kunstny'verheil te Haarlem heeft gedurende eenigen tijd de Rotonde van het Masaum voor Kunstrij verheid beschikbaar gesteld voor het houden eaner tentoonstelling van fotografieën, bijeenge bracht door hat bestuur der amateur-fotografenvereeniging te Amsterdam. Daze verzameling is bestemd om te worden gezonden naar de speciale tentoonstelling van fytografisëa, dia te Turijn in hat park Valentin zal geopend zyn, gedurende den tijd, dat de Esrste Internationale van decoratieve kunst aldaar zal gehouden worden. Eene nieuwe Medaille Door den heer J A. A Gjrritsen wordt in den handel gebracht eene medaille ter herin nering aan het 20 j eeuwfeest der roomachkaïholieke kerk. Da voorzijde dazer medaille geeft weer, de naar links gewende buste van Z. H. den Paus Leo XIII met het randschrift: super hane petran aed'ftvabo e.elesiim imam. (>0p deze steenrots zal ik mijne kerk bouwen1'). Da keerzijde s elt voor een nederdalenden engel, in da linkerhand het hemelsch brood en de kelk naar de aarde brengend, in de rech terhand den scepter des geloofs. Op de rotsen is het latijnsche kruis geplant met de woorden : lloma in memoriam saeculi XX imu/itiss ecclesiae romanae cttholcie. (>Ter gedachtenis aan 't begin der 20; eeuw der II roomschkatholieke kerk") Het mods'ó, het werk van den artist Aug- Filisa, te Wagen i n gen, is, in zeer laag relief, karakteristiek uitgevoerd. gaans als naturalisme wordt voorgehouden, is dit in de meerderheid dar gevallen niet, of slechts ten deele; namelyk in enkele details. Da geheela opzet der tooneel werken is niet naar waarheid, niet naturalistisch, in hoofdzaak ook niet, omdat alle personen en toestanden zich groeceeren om en in verband gebracht worden of handelen met de intrige. In de werkelijkheid komt dit nimmer voor; hoe ernstig en gewichtig ook sommige handelingen mogen zyn; daaromheen gaan andere menschen hun gewonen gang en spelen zich tooneelen af, die met deze handeling niets te maken hebben." S'.erker vergissing is wel niet mogelyk: het naturalisme als doel. In z'n opzet beschouwde men 't als een middel om deugdelijker effakt te krygen. Het publiek, meende men, werd in den schouwburg wel ontroerd door het geziene, maar wischte by' 't naar huis gaan den indruk spoedig weer uit mat de gedachte: >'t is maar komediespal". Men zou den menschea dat wapen uit de hand slaan door het leven zelf voor het tooneel pasklaar te maken. Inderdaad was deze redeneering juist, mits men maar niet uit het oog verloor, dat er toch altijd iets by dat leven gevoegd moest worden, dat de voorstelling ervan tot kunst maakte. Man mocht de eischen der tooneelkunst niet opofferen aandeehehen der realiteit. De formule, die ik hierboven aanhaalde, is wel het sterkste bewijs, hoe ver men in dat opzicht van 't pad geraakt is Hat naturalisme als doel. On terug te komen op Hauptmann, geloof ik, dat de oorzaak van zijn latere checs ligt in zyn «knapheid". Hy en anderen, hebben zich beijt-erd in het maken van »rake" dingen, in het geven van »goede typen", het in scène brengen van »ware" toestanden, en naarmate ze bij al deze knapheden hun beetje jeugdige romantiek verloren, ward hun werk dooder en dooder, om ten slotte nog enkel interessant te zgn als talentvol maakwerk, dat het hoofd in werking zat, maar hat hart koud laat Teganover dit duf realisme, deze moord aan fantasie en gevoel, is het werk van Oito Ernst het eerste teaken eener krachtige reactie, waar van da waarda op het oogenblik nog niet te bepalen valt. 't Is jong werk, dat van den Himburgschen onderwyzer S-ihtnidt. Jong werk met veel ge breken in techniek en veel plekken zoetige sentimentaliteit Maar er ziedt een zonnetje o?er en er speelt een opwekkend briesja door. Een voorjaarsgeur komt er uit 't Zyn dingen van een groote belofte. Ik zou ze, »Fiaclnmann als Erzieher'' en »Die grofste Süide" op .i ly'n willen plaatsen. Ze zija uit dezelfde levensperiode van den schryver, het laatsta biykbaar eer geschreven dan het eerste, later omgewerkt. Beide behan delen het geval van een jongen man, die door zyn nieuwere denkbeelden in botsing komt met oude; beide dus kunnen niet bogan op absolute nieuwheid van opzet. Hat belichamen van een frisch fy.npathiek idee in een fyJipathieken jorgen man en het organiseeren van het verzet daartegen in een clubje duffe alledagsmenschen ligt te veel bij den w^g om niet vaak te zyn opgeraapt en zelfs met onver schilligheid voorbij gegaan. Maar Oito Ernst is toch wel met zyn taak een eindje hoogerop geklommen en heeft er toch wel van gemaakt wat anderen niet vermochten. Da historie van sFiachsmann" kant men. Het R )tterJaoisck TooneeJgezelschap is er het land mee doorgegaan en het f t het in een zeer goede vertooning laten zien Ein zoo goede vertooning, dat weinig van de zwakheden meer hinderlijk werd en de zoetigheden minder kleefden op den tong. 't Is het verhaal van een j ing onderwy'zer, Fiemming, die door zyn moderne begrippen o»er opvoeding in botsing komt met zijn hoofd onderwijzer Ftachsmann, een vrijwel ongunstig (ype, en daarby' dreigt het onderspit te delven, als een weldoende inspecteur van het lager onder*ijs den stand van zaken opmerkt en hem, Fiemming, tot hoofd verheft, om Flachsmann, die nog bovendien het praedicaat van hoofd niet blijkt te bezitten, mat schade en schande uit z'n postje te zetten. Wat dit stuk z'n byzondere bekoring geeft, is de poëtisch bewerkte liefdesverhouding tus schen Fiemming en de j inga onderwijzeres G sa, maar vooral de liefde voor het onder wijzersberoep, die Fiemming-Oito Ernst aan den dag legt. Ik zal niet herhalen wat naar aanleiding van de Nederlandsche vertooning de dagbladen van »Fiachsmann" hebben gezegd. Liever wil ik wat uitvoeriger zijl over »Die giöjste Simde", het nieuwe stuk, waarin de schryver komt getuigen van z'n jeugd, z'n dichterlyke ziel en z'n dramatisch kunnen. (Slot volgt) C. J. A. VAN BKUGQEN. man, OTTO EUSST. «Fiachsmann als Erzieher," »Dio giö-ste Sinds". Da dichter Otto Ernst is liet D uitsche tooneel wat komen opfrisschen. Tarryl »Ddr rote Ilahu" van llanptmann alweer geen koning kraaien kon, behaalde de schrijf er van »Fiaeiismann" een mooi succes mat »Die giöjste Stilde", een succep, dat te dankon was aan zekere kwali teiten, die bij Hauptmann en de zijnen wel allengs verloren gegaan zijn. Hit naturalisme op de planken heeft in Duitschland zijn beste dagen gehad. 't Is gestorven aan zijn eigen volmaking Want het moét uitloopsn op een achteruitgang van literatuur 0.1 tooneelspeelkunst beide, wanneer als hoogste doel gesteld wordt het nauwgezet nabootsen van een ergens- geziene werkelijk heid, met alle details en overbodigheden erbij, en zonder het surplus, dat de scheppende geest geeft aan het bestaande, daardoor in waarheid kunst voortbrengend. Zoolang de naturalist z'n stof zoodanig kan kiezen, dat hy door een aantal uiterlykheden, eigenaardig heden in taal, volksgebruiken, kleeding, tooneelsti ft'iering enz. z'n stuk vullen kan, houdt hy' zijri publiek nog bezig; is echter zyn voorraad uitgeput, en dat gebeurt al heel spoedig, dan komt de leegte, het ziellooze van z'n gedoe aan het licht, en uit is 't. Ik zeg niets nieuws. Maar vooral aan nakomers kan men oude dingen niet vaak genoeg zeggen. Onlangs werd me in een brief de volgende formule van naturalistische tooneel kunst aan de hand gedaan. «Hetgeen ons doorDe weggelaten tnrrede ?an Vosmaer. Da strijd in de laatste maanden gevoerd over de gedichten en het leven van Jacques Perij deed mij naar de gelukkig in mijn bezit zijnde eerste uitgave grijpen. En ik heb dieveelbestreden voorrede van Vosmaer noch eens herlezen. Ea wat leert mij die nu? Waarin ben ik nu gelukkiger dan degenen die die Ie uitgave (of de 2ie of 310 missen? Ili krijg uit tal van brieven kijkjes pp het denken van de jonge man, die schrijft (blz. Il: »;k geloof aan de macht van het woord"; die blij is dat z'n lelike verzen, worden teruggestuurd, die zelf ook »vies" is «van den poespas"; die in opge wonden briefwisseling is met de heer Vos maer redakteur van de Spectator, »om wiens kolommen de bloemen der jonge H'jllandache poëzie worden geslingerd". Hij is zo inge nomen met de antwoorden van de heer V! »Uw brief heeft mij een paar dagen bedwelmd. Ik heb er mij een vroolijken roes aan ge dronken. Z'jo belangstellend schreef mij nog niemand, allhans over 't geen mij zoo ter harte (/nat als mijn knnsl enz. (X.B. I't kursieveer hier in verband met de twee strijdende partijen, mej. 13. Perk en de heer W. Kloos). Ilij schrijft over de sonettenvorm en wat hij al las van Neder landse en vreemde letteren; hoe hij in z'n regel : Wanneer ik roerloos waclit op d' GcLtenclBtonil. 'en beeld van Homerus (Ilias IX, 002) voor ogen heeft; hoe hij tegenover het sonnet den kt, 'en vijand is van de stoplap enz. Verder vertelt Vosmaer hoe hij er uitzag, feiten uit z'n leven, waaronder toch zeker wel belangrijk voor de dichter is, dat hij «vooral gevoed werd door het letterkundig onderwijs van dr. W. Doorenbos". Ook de reeks jongensgedichten en -stukken worden aangehaald met voorbeelden. Vos maer zegt daarbij: »Ik haal deze gedicl/en niet aan als buitengewoon, maar orridat zij de aangeboren gave toonen van met het zangerig woord (e spelen". AVe'nH> ?m dezelfde reden zouden bij ^en uitbreiding van de voorrede de nu riït opgenomen gedichten, die Kloos indertijd in de N O. riekend maakte, kunnen geplaatst worden. Hu toch schrijft mij nagenoeg hetzelfde : »Wat ik daar gaf (in de N. G.), buiten de Mathilde verzen, gaf ik niet als goede kunst, maar alleen als bouwstof voor een lateren literair-peyciiologigcheiistulieschrij ver en biograaf enz. Er schijnt toch «goede kunst" bij geweest te zijn naar 'en later oordeel. Wie oordeelt altijd gelijk ? Ten minste er zijn wel van de »£envoudignuchter gezegde beschouwingen en invallen op rijm" (aanhaling uit de zelfde brief van Kloos aan mij van 10 Dec. 1901) onderde gedichten van de 41e druk, opgenomen. Was nu de rest maar voor de voorrede gebruikt! Verder krijgen wij al weer brieven, ook met de bewuste woorden .,als onrijp verwerp ik alles wat tot het vorig jaar door mij werd gesteld" (brief van 1880); hij heeft het over z'n gevoel van kracht, van hoogheid door z'n gave; hoe hy streeft naar ruimte en onbekrompenheid. Eo _Vosmaer geeft ons de prikkelende aanduiding over brieven aan z'n zusje op de kostschool te Diekirch, «beurtlings met angstvallige zorg vermanend als een vader, dan weer zoo teeder of speelsch als een minnaar. Deze laatste brieven heb ik niet zonder aandoening kunnen lezen; kon ik ze mededeelen, zij zouden een van de liefste trekken voegen bij het beeld dat ik boots". Waarom deze ik stem het toe »vage" aanduiding nu na 20 jaar noch niet uitgebreid worden iiiiiiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiMiiiiiiuiii 40 cents per regel. tiiiiiiMiiaiiitiiiiijiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiinMiiiiimuiiiniimiiiimiiiiiiii TRADEMARK MARTELL'S COGNAC, Dit beroemde merk is verkrjjgbaar bg alle Wijnhandelaars em bg de vertegenwoordigers KOOl'MAXS & Buil INIKR, Wijnhandelaars te Amsterdam. K AM ST R A's Matrassen-, Bedden-, eo Slaapkamer-Meubelfabriek, Sneek. BED DEH TOEKOMST mat 10 jaar garan tie. Leverde seiert 1896 pi. ia. 7OOO stellen, (geïllustreerde Prijscourant grati** Honderden bewijzen van tevredenheid. ? Specialiteit in ENGELSCHE LEDIKANTEN. Piano- en Muziekhandel H. EAHR, te Utrecht. Opgericht 1835. Telephoon No. 443. Amerikaansclia, Duitsche en Fransch PIANINO'S en ORGELS. Groote keuze in: n u u i* P i A w o' s. Oude instrumenten worden ingeruild. Reparatiën worden in da Fabriek ten spoedigst» uitgevoerd. Gelegenheid tot stemmen in ea buiten abonnement. Zeker en zonder pijl werkt het e«'hte RadlauerEksteroogenniUlttel d. i. 10 Gr. 25 put. Salicyl collodium met 5 Cjntigr. Hennepcxtract 5 ) Cents.Alleen echt met de firma Kronen-Apotheke, Berlijn. Depot in Amsterdam, by' Cll'^AN & Co., Apotheek POLAK, PHARMACIE FRl>giI3E. Hoofd-Oepöt VAN Dr. iAEGEh'S QRIG, 4$£& K. F. DEUSCIILE-BENGER, Amsterdam, Kalverstr. 157. Eenig specialiteit in deze artikelen in geheel NederL GRAflD MiBIMM. Cordon Jauiic & Rouge, LIQUEUK ROYALE. Agents-Genaraux B. A. RIPPING &Go., Amsterd. Piano-, Jlriel- ei Jteta MEYUOOS «fc KALSIIOVEIT, Arnhem, Koningsplein. VLEUGELS en PIANINO'S in Koep en in Huur. Repareeren Stemmen Ruilen. ~ J. H. DE WIT. ^Igemeoiie lioekhandel TJtrecntschestraat 54, Amst. V'ugge levering van: Binnen- en Buitenlandsche Tijd schriften, Boekwerken CIUR.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl