Historisch Archief 1877-1940
Na 1290
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Samedi et Dimanclie proohains
Exposition Générale
des HTouveantés d'Eté.
OUVERTURE DE L A S A IS O W.
IIIIIIIIIIIIIIIÜMIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIMMIIIIItllMIMIMIIIIIIMI
en staat wér minuten onbewegelijk, terwijl de
verkoopster zich ten uiterste inspant, om toch
eindelyk n der vele smaakvolle modellen
genade te doen vinden... O ja l het zesde
ist ja wunderachön, entzückend, en ik weet
al niet welke bewondering», byvoegelyke naam
woorden daaraan worden verkwist. Doch
eerst nadat het aangetrokken en van alle kanten
bewonderd is eerst nu informeert men naar
de prijs. Twee en vijftig mark, als
opruimingsprys; 't is van 75 geweest." Bedaure,
ist mir viel zu teuer". 3) En ze staan op,
prevelen iets van zich er op te zullen be
denken", groeten de verkoopster met een ge
maakt nonchalant hoofdknikje, nemen
hoegeraamd geen notitie van het levend-mannequin
en verlaten wér hier en daar stilstaand en
prq'zen vragend, het magazijn ....
Wat bent stil!" Zoo word ik, eindelijk op
straat zijnde, uit myn overpeinzing gewekt. Ik
ontken 't niet, neen, ik moét myn ergernis
lucht geven over de gevoellooze wyze waarop die
vrouwen mede-menschen plagen. Ik doe 't be
daard, met enkele woorden, hoe 't ook van
binnen kookt; maar ik had mijn opmerkingen
even goed in 't Latyn kunnen maken. Geen
van beiden begrepen iets van myn verontwaar
diging; zij kunnen niet inzien, dat zy het
recht niet hebben aldus te handelen, noodeloos
menschen last en moeite bezorgend. Ze vinden
my te puriteinsch", te zwaar op de hand".
Meine liebe Frau X, Sie sind eine
Ansnahme, alle Damen thun ja das gleiche, en
die Probirmamsells... ze worden er immers
voor betaald; 't is immers hun eigen wil, die
haar dat baanfje heett doen kiezen I ! l"
We gaan terug. Men ontdekt, dat men al
sinds lang zich een halsketting heeft willen
koopen. Vóór men zich dus in de K
nigJohann Straese wér naar costumes gaat
informeeren" een magazijn van bijouterieën betre'
den. Verscheidene kettingen worden getoond,
geen enkele valt in den smaakt. De lengte ver
langt men te zien. Een der keurig om een
der kanton-gewikkelde kettingen wordt los ge
maakt. Neen, deze bevalt niet; men verzoekt
een ander van het carton te wikkelen. De
juffrouw verzekert, dat deze dezelfde lengte
heeft. Het is niet om de lengte, d»t ik de
ketting los wensen te zien." En ... de ketting,
die blijkbaar zeer moeilijk even keurig weer
om 't karton te krygen is, wordt los gemaakt...
't Valt my niet mee."
Myn geduld raakt nu toch ten einde ...
Ik verzeker, dat 't hoog tijd is, om te gaan,
wil men tegen het luiden der etensbel thuis
zyn. Het helpt niet. Ik echter, neem de eerste
electrische", die juist voor het magazijn een
pleisterplaats heeft.
Later verneem ik, dat men E o ± een ketting,
nöih elders een toilet gekocht heeft.
Zyn 't alleen Oostenrijksche vrouwen, die
aldus handelen ? 1 ?
Het was hoogst aangenaam te vernemen, dat
men, in navolging van andere landen 5) nu
eindelyk ook in Holland het vaste sluitingsuur
voor de magazynen en winkels wil trachten in
te voeren. Ik hoop, waar men in ons land van
rykswege geen ingrijpen in deze verwachtenkan,
dat het publiek deze poging zoodanig moge
steunen, dat de vrome wensen van zoo velen,
om toch dok iets van den dag hun eigen te
mogen noemen, zonder dat dit ten koste van
nachtrust verkregen worde, een werkelijkheid
worde.
Maar daarbij zou ik dan willen voorstellen,
dat de Hollandsche vrouwen eens iede in eigen
boezem voelen en zich mochten afvragen, of
ook zy niet ten opzichte van haar lust tot
winkelen" zich wat te verwijten hebben. Zoo
ja, dat zy dan konden inzien dat haar tijd op
nuttiger, humaner en waarachtig-aangenamer
wyze kan besteed worden !
Dresden, Febr. '02. VBOUWKE.
1) Snoezig.
2) Ries is in Dresien de almachtige voor
den opkomenden kunstenaar.
3) Het spijt my, dat is my te duur.
4) De tweeds groote winkelstraat, viermaal
zoo breed als de Kalverstraat.
5) In geheel Duitschland geldt, met kleine
variaties, dezelfde wet voor 't openhouden van
magazijnen en winkels: op 9 uur is de sluitings
tijd gesteld, maar de winkels, die geen eetwa
ren verkoopen, zyn meestal om 8 uur gesloten.
Op Zon- en feestdagen mogen in Saxen slechts
bloemenwinkels, bakkers, groentewinkels, sla
gers en kruideniers eenige morgenuren hun
winkels openen. Een uitzondering maakt hierop
de Kersttijd. Drie weken vóór Kerstmis zyn
alle magazynen Zondags open.
GEZONDHEIDSLEER.
Professor Pel's Enbiotiefc of Leyenskist
iet den mond gehuldigd,
Het is merkwaardig, hoe verrukt het
menschdom is geweest o/er professor Pel's pok in
brochurevorm verschenen rede, die hy op 8
Januari uitsprak en die tot onderwerp had
De kunst om gezond en gelukkig te leven en
ziekte te voorkomen. Van alle zijden, in groote
en in kleine bladen, is den hoogleeraar lof
toegezwaaid en, in het Duitsch vertaald, zal
zyn rede zelfs worden opgenomen in het door
het Cultusministerium van Pruisen uitgegeven
Klinisches Jahrbuch.
Toch worden er alleen algemeen bekende
waarheden in verkondigd op een kalme, vrien
delijke manier, die niet eischt en niet dringt,
niet uitvaart tegen het verkeerde en niet in
vuur komt voor het goede, maar die vredig als
een rustige wegwijzer het pad, dat men te
volgen heeft aanduidt, zonder eenige dreigende
versperring te plaatsen vóór de verkeerde paden
of zonder op het juiste pad den wandelaar ver
genoeg te leiden naar de punten, waar eerst
werkelijk het heil voor hem te vinden is.
Maar intusschen is het zeer beslist waar, dat
wie deze Eubiotiek" werkelijk trouw naleefde
het in de Levenskunst vrij ver zou hebben
gebracht. Het naleven, dat is echter de quaestie.
Het succes van de brochure is groot, maar of
haar uitwerking groot genoeg zal zyn, om de
menschen tot een andere hulde, dan die met
den mond alleen, te bewegen ? Er is alle reden
om in dezen te twijfelen. Het is met de hygiëni
sche voorschriften als met de eischen der chris
telijke moraal. Hoe goed herinneren wij ons
dat kerkelijk gezang, zoo dikwyls met de innigste
overtuiging mee aangeheven,
Want wie zag ooit in scliooner licht
Volmaakter beeld voor zijn gezicht
Van menschelijke grootheid zweven,
Dan d' echte christen wezen zou,
Die, aan zijns Ileilands leer getrouw,
Haar met zijn woord en daïiii beleefde,
En daaglijks in die deugden won,
Die hij dooi' haar bereiken kou!
Met woord en daün beleven, daar komt het
ook in de hygiëne op aan, en men inoet zelf
verbazend vast van de dingen overtuigd zyn
en ze heel krachtig kunnen zeggen, om van
de belyiers met den mond belijders met de
daad te maken. Prof. Pel nu maakt den indruk
van in zyn brochure niet streng genoeg de
consequentie van de menschen te eischen; het
is niet onmogelijk, dat hij zelf ondanks zyn
hartgrondigen atkeer van 't alcoholgif en zyn
pleidooi voor ruime vrouwengewaden en ondanks
zyn inzicht in de beteekenis van zuivere lucht,
zyn vrouw haar glaasje wijn, zyn dochter haar
nauwsluitende kleeding en zijn dienstboden ge
sloten vensters in hun slaapvertrekken zal
gunnen.
En zoo wij niet op die punten een klein
weinig onverdraagzaam worden, zal het nooit
gelukken, verbeteringen op eenigszins algemeene
schaal ingevoerd te krygen. Het is geen vraag
meer van weten, 't is slechts een quaestie van
doen. Let eens op, hoe er, bij de praatjes
over den alcohol bijvoorbeeld, ook in de in
strengen zin beste kringen, waar van misbruik
absoluut nooit sprake is, door alle woorden
heen straalt de bewustheid van gevaar. Neen,
heusch ik moet niet meer hebben," heet het dan,
ik zou ervan op 't hoofd raken." En op't Nog
eentje op de valreep," of Kom, kom, op n
been kan men niet gaan" luidt het, Nu, uw
schuld, als ik morgen hoofdpijn heb," of 't Is
glad buiten en ik moet zorgen vast op mijn
beenen te blijven" of Nu toe dan maar, een
klein beetje doet een klein beetje kwaad," alles
van die uitdrukkingen, waaruit blykt, dat men
't gevaar van het gif uitstekend kent, maar
niet sterk genoeg is, om het eenvoudig geheel
te verbannen uit zijn leven.
Hoe kunnen nu zulke weifelaars steun vinden
in een brochure, waarin op blz. 28 gezegd wordt,
dat de hoogleeraar niet twijfelt aan het on
schadelijke van een matig gebruik?
En zooais met den alcohol is het min of
meer met alle hygiënische adviezen, op de 47
bladzijden der rede gegeven, allemaal zoo heel
best, zoo in-verstandig, zoo klaar als glas, maar
reeds in zooveel wetenschappelijke en populaire
lectuur gezegd, en och, nog zoo bitter weinig
betracht.
Vóór een kwarteeuw kon men nog op die
manier werken, nu zal dit kort begrip van
veel goede wenken instemmende knibjes ver
werven maar meer niet. De groote menigte laat
de hygiënisten praten, en de kleine schare van
ontwikkelden, die weet, hoe men zou moeten
leven, en 't ook heel goed kan zeggec, moet
magen en levers en harten en nieren en longen
ter kureering voeren naar Kaflsbad en
Marienbad en Gastein en Nauheim en Vichy en Da vos
en Godesberg en de hemel weet, waar meer
heen, en heeft de klokjes der gezondheid wel
hooren luiden, zonder te weten, waar de klepel
hangt.
Het is niet vleiend voor de menschen, maar
waar is het, dat ze gezond zouden willen zyn,
zonder te doen en te laten, wat daarvoor
nooriig is.
Zoo wil men wél een normaal en gezond
werkend lichaam hebben, maar niet het gif,
dat storing te weeg brengt, hoe gering ook de
quantiteit is, waarin men het tot zich neemt,
den alcohol, geheel laten staan.
Men wil wei rustig en verkwikkend slapan
en niet na welbestede dagen 't heele jaar door
om tien uur gaan slapen en om zes uur opstaan.
Men wil wél altijd smakelijk en met graagte
eten en een goede spijsvertering hebben, maar
niet steeds met mate alleen dfttgene gebruiken,
wat men by ervaring kent als passend by eigen
organisme.
Men wil we' tegen weersverandering bestand
zijn, maar niet door dagelyksche beweging in
de buitenlucht zich dat weerstandsvermogen
verzekeren.
Men wil wél een frissche gelaatskleur bezitten,
maar niet het geheele lichaam dagelijks in
den zegen van de huidversterking door koud
water doen deelen.
Vrouwen willen wél niet lijden door de
func(iën, aan hun vrouwzyn verbonden, maar niet
zich onthouden van de schadelijk ingerichte
kleeding, door een dwaze mode van haar geëischt.
Mannen willen wél ruim en vry ademen,
maar niet nalaten de atmosfeer in hun ver
trekken op de akeligste manier te verontreinigen
door verbrandingsproducten van tabak.
Men wil wél vroolijk en gelukkig zyn, maar
niet het geluk zoeken daar, waar 't alleen te
vinden is, midden in 't blijde betrachten van
den dagelykschen plicht.
Men wil wél van alle kwalen en kwaaltjes
bevrijd blijven, maar niet voortdurend, nacht
en dag, de gemeenschap onderhouden tusschen
zyn longen en het levenselixer der frissche
buitenlucht.
Men wil wél als gelukkige kinderen des
lichts hier op aarde wandelen, maar niet weg
doen uit de huizen, wat het licht onderschept
en de levenwekkende zon belet diep in de
vertrekken binnen te dringen.
Men wil wél vry blijven van teleurstellingen,
maar niet door eenvoud van leefwyze, beper
king van kennissenkring en onafhankelijkheid
van oordeel zich vrijwaren tegen de decepties.
die de dingen en de menschen ons bereiden,
Men wil wél,... maar waar zouden wy'
eindigen'(
Eén tegenwerping zy nog even ondervangen.
Zoovelen zyn te onvrij, om te doen, wat zij
weten, dat goed is, zal men zeggen. Toegegeven,
maar laten zij hun onvryheid niet grooter zich
denken, dan deze werkelijk is. En verder, al
moesten dergelyke raadgevingen^ enkel gelden
voor hen, die hun leven mogen en kunnen
inrichten, zooals ze dat willen, dan rog zou
het werken op die kleinere groep van 't
menschdom de moeite waard zyn ... omdat de anderen
zich in hun ge Iragingen en hun meeningen
die kleinere groep, die zij voornamer achten,
ten voorbeeld stellen.
L o c h e m.
F. J. VAN UlLDKIKS.
?lUIIIIIIiniHIIIIIUIUIIIIIIHflllll
iiiiiimiiiiiniinimmiiiuMmimi
Louise Faure-Favier over »het toilet der
vrouw in den hedendaagschen roman".
Een mooi vteint". Ratharine Ray
ment. ? Een tactvolle vrouw.
»IIet toilet der vrouw in den hedendaagschen
roman" iaat volgens Louise Faure-Favier, heel
wat te wenschen over.
Zelfs de veel bereisde en in goede kringen
verkeerende Paul Bourget heeft, volgens haar,
geen flauw besef, wat hij zyn heldinnen om
en aan- moet hangen, om haar schoonheid
zoo gunstig mogelijk te doen uitkomen.
Mevrouw Morainea, de heldin uit «Mensonges'
is in baltoilet. »131oote schouders, haar slank
figuur gevat in een rood toilet. Zy had een
fijn profiel, een lichtelijk gebogen neus, een
geestigen mond. Diamanten schitterden in haar
zacht blonde haren".
Mevrouw Moraines had »hel-blauwe pogen
en het verrukkelijk rose teint der blondines".
Louise Faure-Favier zegt: «Neen, maar!
wat komt er terecht van dat zacht rose teint,
als zy' een roode japon aan heeft? en haar
hel-blauwe oogen zullen flets, akelig flets lijken.
Van die blonde schoonheid blyft niets over!
Zy zon tot haar recht zyn gekomen, in blauw,
rose, wit of zwart, maar nooit in rood.
Anatole France hangt om de schouders der
blonde gravin Martin, »een rood- flaweelen met
goud geborduurde cape''.
»Nooit zal een blonde Parisience een cape
dragen, die de schoonheid een er brunette tot
haar recht zou doen komen" oppert de schrijfster
der geestige boutade.
Dezelfde mevrouw Martin wordt, tot niet
geringe ontsteltenis van Louise Faure, door
Anatole France gehuld in een maïs-kleurig
toilet. Het verschijnen der gravin in haar
theater-loge" in 't wit met mouwen als vleugels
en een groote lelie van robijnen, flonkerend
op haar linker-boezem, wordt zér terecht, als
een »comble" aangeduid.
Guy de Maupassant wordt ons voorgesteld
als voorzichtig, zich niet wagend op glad y's.
Zyn beschrijvingen der toiletten blijven meestal
vaag. Om aan te duiden dat zyn dames goed
gekleed zyn, laat hy haar complimenten
oogsten over smaak, harmonie van lynen en
tinten.
Paul Hervieu wordt op den man af, «pedant en
onbegry'pelyk" genoemd. In toilet-besprekingen
spedanter en onbegrijpelijker dan ooit".
Georges Ohnet, die den grooten Paryschen
dames-kleedermaker Worth dikwijls aanhaalt,
komt er goed af: >Georges Ohnet beschrijft de
toiletten beter dan Bourget en Hervieu en met
vrij wat minder pretentie."
Louise Faure voegt hier nog aan toe:
»0m het parvenu-achtige van Athénais in
»le Maïtre de Forges" te kenschetsen, zegt
Ohnet dat >haar met veel ringen versierde hand
een vuurrood zonnescherm omklemt".
Het is niet de schuld van den romancier,
dat heden ten dage, het dragen van veel kostbare
ringen en een scharlaken parasol aanwijzingen
zouden zyn van personen die er zich snel
bovenop gewerkt hebben.
De mode is a-en-al grilligheid.
Mevrouw Faure beweert: »Balzac heeft een
manier van zyn dames uit te dosschen, dat
men het uitproest, wanneer men bedenkt, dat
die vreeselyk-toegetakelde vrouwen, zulke
hevige liefdevuren wisten te doen ontbranden"!
Théophile Gautier krygt een kleine coup de
patte, omdat hy een amazone »een hemels
blauw rykleed met een groenen sluier" laat
dragen.
Einile Zola weet ook geen geschikte baltoi
letten voor zyn personnages te bedenken.
Mevrouw Josserand gaat in Pot Bouille aldus
ten dans: »Zy droeg een zeer laag gedecolle
teerd, vuurrood kleed, met zwart satijn
gegarneerd: »Wanneer men een dikke matrone zoo
iets aantrekt, dan maakt men een karikatuur
van het arme menach" aldus Louise Faure.
«Leve Gyp! die weet toiletten te bedenken
en te beschrijven, maar die romancier is ook
een vrouw". Zy staaft haar bewering door het
baltoilet van Chiffon, uit »Le mariage de Chiffon
aan-te-halen." Zulke baltoiletjes zullen over
vijftig jaar rog door jonge meisjes gedragen
worden. In doodeenvoudig wit mousseline de
soie, met fijn geplisseerd corsage, zullen zy
er alty'd snoezig uitzien".
Welke vrouw waagt zich eens aan het
kritiseeren van toiletten, geleverd door onze roman
schrijvers?
Zou ook zy niet met een staalkaart van
merkwaardigheden voor den dag komen ?
* *
*
Aan haar, die in het bezit wenschen te
blijven, óf te geraken van een zeldzaam schoon
teint, geeft een Engelsch specialist de volgende
wenken:
Drink geen koffie of thee.
Drink frisch water.
Eet appelen, kersen, druiven en vygen.
Eet dagelyks een paar zoute olyven.
Gebruik geen dierlyk voedsel
Gebruik in plaats van vleesch, twee zacht
gekookte eieren per dag. Eet eiken dag een
sina'sappel. Loop twee of drie uur per dag.
Neem 'iederen dag een lauw bad. Maak u niet
knorrig. Tob niet. Wees rustig en kalm.
* *
*
Mejuffrouw Katherine Rayment, Bond Street,
Londen, legt gunstige proeven af, van haar
bedrevenheid als decorateur en behanger.
Zy genoot haar opleiding aan de Female
School of Art, Queen Square, Bloomsbury.
Zy heeft een aangeboren en zorgvuldig
gekweekt teeken-talent, gepaard aan een bui
tengewone gave tot het vinden van kleuren
combinaties. Met goed vertrouwen kan men
aan Katherine Rayment de meubileering van
een huis overlaten. De motieven der behangsel
papieren teekent zy zelf en zorgt dat er
harmonie van lijnen en tinten bestaat tusschen
muurbekleeding, gordijnen, draperieën, tapijten
en meubels. Zy beoefent sedert vier jaar haar
afwisselend en interessant bedrijf en had het
geluk in dien tijd mooie bestellingen te kry
gen, die haar als stoffeerder en behanger be
kend maakten.
?»*
Een tactvolle vrouw, doet u geen
mededeelingen, die uwe gevoelens kunnen kwetsen.
Een tactvolle vrouw maakt haar >goeien
morgen" l tot een blijde begroeting; zy maakt
van haar bezoek, een lichtpuntje van uw dag;
by haar afscheid doet zy' het verlangen ont
staan naar een spoedig weerzien.
Een tactvolle vrouw bepaalt de waarde der
menschen niet, naar hun kleedje g of bezit
tingen.
Een tactvolle vrouw veroordeelt slechte
manieren.
Een tactvolle vrouw is beleefd onder alle
omstandigheden. |
Een tactvolle vrouw begroet den gast die
ongelegen komt, met een glimlach en een
handdruk, zoodat hy de door hem aangebrachte
stoornis niet gevoelt.
Een tactvolle vrouw berispt haar echtgenoot
nimmer in 't byzy'n van anderen.
Een tactvolle vrouw vermoeit u niet, met
de eindelooze opsomming harer voortreffelijke
eigenschappen als huisvrouw.
De echte vrouw denkt eerst aan anderen,
dan aan zich zelf.
CAPBICE.
IHIIIIIIIIIUIIIII iiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiiiiminiiimim
Handschoenen.
Geachte Redactie.
In De Amsterdammer van 2 Maart wordtin
de rubriek »Voor Dames", de vraag gesteld
waarom de dames in schouwburgen en concert
zalen hare handschoenen aanhouden. De
vraagster weet blijkbaar niet uit welk beginsel zy
handschoenen, liefst glacé, draagt. My dunkt,
het is maar eene quaestie van deftigheid, zy
wil daarmede toonen: >ik behoef geene han
denarbeid te verrichten."
Het gebruik is alzoo afkomstig van het oude
vooroordeel dat handenarbeid schande is.
Krachtens dat beginsel moet zy de handschoe
nen aanhouden zoolang zy onder vreeman is.
Sommigen, vooral Oostersche volken, toonen
hunne deftigheid door het dragen van zeer
lange nagels, die eveneens handenarbeid be
lemmeren, maar het idee is 't zelfde.
Hoe hardnekkig dergelyke vooroordeelen
zyn kan men zien aan de moeielykheid (byv.
in ziekenhuizen) om minder ontwikkelden hun
haar te laten knippen. By het volk leeft nog,
onbewust, de meening dat kort haar het symbool
is van onvryheid, slavernij.
Achtend,
Uw dw.,
W. A. C.
*
* *
Geachte Eedactie.
Mag ik u beleefd verzoeke om opname van
't volgende, naar aanleiding van 'tingezonden
stukje van over de Handschoenen-quaestie.
Aan de inzendster van «Handschoenen".
Even een enkel woordje als bewijs van in
stemming met uw opvatting, 't Dragen van
handschoened, zoowel in zalen, als buiten by
mooi, warm weer, lykt me, zoodra 't ons ook
maar den minsten last veroorzaakt, een vast
houden aan sleur. Laten we dat tooh niet
langer doen, laten we toch »vrij" durven zyn,
ook in onze kleeding. Gelukkig zyn er, ten
minste in onze frissche stad Groningen onder
de jonge meisjes reeds verscheidene die onze
meening deelen. 'k Hoop dat er nog velen zul
len volgen, die 't juk van die dwaze mode
tiiannie durven afschudden.
R. DB VKIES.