Historisch Archief 1877-1940
r
10
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
Nó. 1292
Verleden Zater
dag wasén goede
<lag voor me. De
huidebetuiging in
Artis heb IK over
geslagen, ik kan
niet meer tegen
volle zalen en
" lange speechen.,.
maar hetdineetje
in het
Amstelhótel, daar heb ik
mij aan gewaagd,
en ik moet zeggen,
de spijzen zijn
me niet tegen ge
vallen. EL fin, als
ieta waarin
Hubrecht de hand
had, en waar hij
wel niet als gast
heer, maar dan
toch als
huisprelaat optrad, kon
dat moeilijk
groote teleurstelling geven. Het menu was,
zooals ik dat het liefst begeer: eenvoudig,
heel wat beter dan toen Hendrichs ter
zelfder plaatse Li Hu»g Chang gevaar
liet loopen zijn maag te overladen of zich
te bersten te eten. Alleen het had iets
toepasselijker kunnen zijn. Het was nu:
Huitres de Texel
Polage chatelaine
Turbot, Sce, Crevettes.
Cöte de boeuf a la broche.
Pommes cha'eau-haricote princesse,
Céleris a la Moëlle.
Poularde farcie truffée.
Compöte assortie & salade de laitues.
Terrine de foie gras a la gelee.
Pouding Royal. Sce. Sabayonne.
Desserts variés.
Caféet liqueurs.
Waarom niet iets meer Indisch ? Met mijn
vriesnd Charles zou ik hebben kunnen zeggen:
»wij bleven dien dag in lodië; een feest
maal vereenigde ons in het Amstelhótel,
dat bijzonder geschikt is voor een Indisch
feest, want de beleefde goedgemanierde
bedienden doen denken aan zacntglijdende
Javanen" maar waarom nu dien
oosterschen indruk, zoo echt gevoeld, en naar
alle waarheid beschreven, niet een weinig
versterkt door althans iets echt Indisch
op het menu, als Hachis d'Atjeh, Bombe
de Djambi, Róti a la Papoea? In plaats
van Potage cbatelaine had dan toch Potage
coloniale a la mère hollandaise genoemd
kunnen worden, en in elk geval zou Pou
larde farcie truffée vervangen kunnen zijn
door Poule plumée. Daar zijn zoo van
die kleine attenties, haast onmerkbare aan
duidingen in klanken en kleuren, die bij
zulk een gelegenheid de fantasie voor het
exotische' opscherpen, zoodat je compleet
het gevoel krijgt alsof je onder de tropen
leeft? Nu, ik had het persoonlijk
nietnoodig; het is hier voor 't eerst dat ik er over
spreek en te minder hinderde het my, daar
de wijnen goed waren, zooals Charles reeds
zei: niet te veel merkeu; maar die je kreeg,
uitstekend en in abondantie.
Wa* mij den feestdisch nog aangenamer
maakte was de aanwezigheid van zooveel
handelsvrienden en van nij veren »die in
Indien gewerkt, gehoopt en geleden heb
ben" en den Indiër een beter lot bezorgden.
Daar had je, b.v. de mannen van de Kon.
Paketvaart, »die welvaart brengt in alle
deelen van den Archipel"; mijn vriend Balt Hei
dring van de gezegende Hac delta
aatschappü; Van Optenoort en Tegelberg van de
«Nederland"; Calkoen van de Kol. Bank;
Lambrechtsen van de Dordsche als ver
tegenwoordigers van de Petroleum en de
Stoopen enz eafin, een gezelschap,
waarmee je kunt aanzitten zonder je te
schamen, ook al ware het menu beneden
het kapitaalsbesef en de liefde tot Indi
fbleveo, waarmee wrj allen bedeeld zijn.
ant dat we hkrin, de een voor den
ander, niet behoefden onder te doen, heeft
Charles zeer juist aangetoond, toen hij de
opmerking maakte, dat v. d. Wrjck,
Nieuwenhuis had toegesproken, temidden vaneen
Honderdtal mannen »die Indiëliefhebben».
En al wil ik nu niet beweren dat de liefde
en een goed glas wijn nooit of nimmer iets
met elkaar hadden of zullen hebben
uittestaan ik weet toch zeker, dat we in 't
Amstelhötel alle van liefde voor Indi
blaakten en zouden zijn blijven blaken...
ook als op dien avond al de aandeelen van
de Indische ondernemingen, waarbij we
rechtstreeks of zijdelings geïnteresseerd
zijn, vijftig percent gedaald waren.
Juist daarom greep de speech van Balt
namens de Handelsmaatschappij me zoo
aan. Wat die maatschappij al zoo voor
Indiëis, hoef ik nu niet te zeggen
maar het was mij een voldoening des harten,
dat het nu eens, - en dat in mijn tegenwoor
digheid uit Heldringa toespraak bleek,
hoe van allen handel, net zoo goed door de
de Handelmaatschappij als door mij zelf
in Indische producten gedreven, alsmede
van hare kassierderij liefde tot Indiëeen
der drijfveeren is geweest. Want na
Multatuli, die zoo lawaaiierig en oproerig
Saidja en Adinda op het tapijt heeft ge
bracht, dreigende met bet zingen van
klewangkletterendestrijdzangen, is nu eindelijk
het woord, waarop het rillend Nederland nog
wachtte, door Balt gesproken. »Saidja en
Adinda: hoe is het nu met u?" zoo vroeg
hij ironisch want hij wist wel, dat al ware
Multatuli zelf op het diner geweest om voor
dat Javaansche paartje te antwoorden, hij
niet anders had kunnen getuigen dan : «Het
uitpersingsstelsel van vroeger jaren heeft
afgedaan. Nederlanders hebben leeren be
grijpen welke taak hun in Indiëis toe
vertrouwd. Zij kwijten thans een eereschuld;
Nederland doet thans aan Indië, wat het
Indiëschuldig is en tracht goed te maken
het verleden. Het geweten van het
Nederlandsche volk is ontwaakt; wij leerden
inzien hoe de bevolking te besturen in
haar eigen belang, niet in het onze. Er
is nog veel goed te maken, maar met Coen
zeg ik, desespereert niet. Aan dien voor
spoed van Indiëwil ik een dronk wijden".
Ach, je had eens moeten zien met welk
een enthousiasme wij handelslui en nijveren
op den voorspoed van Indiëdronken, zonder
dien in een enkel opzicht met onzeneigen
voorspoed te verwarren. Ik wil ten minste
wel erkennen, dat ik het geheel eens was
met, en dua ook geheel voelde als Charles,
toen hij tegen mij zei: »Hetonveranderlijk
Oosten bleef in al die jaren hetzelfde, maar
liegen ontmoet ik wat hoogere noteering
voor de Algemeene consignatie Bank, voor
de Amsterdamsche Bank, voor de
Amsterdamsche liquidatie kas, voer de
BurtenlandEche Bank, voor de Ned-Bau-k en
credietvereeniging voor Zuid Afrika- De aandeel
houders van de kasvereeniging zullen dit
jaar, even als het vorige, 6.65 pCt. dividend
ontvangen. Den bezitters van aandeelen in
de Twentsche Bank zal voor 1901 7a/4 pCt.
uitbetaald worden. In het vorige dienstjaar
was het dividend 73/s pCt.
Het ontvangen jaarverslag van de Alge
meene Consignatie Bank bevat een balans
en winstrekening, door een
Instituut-Accountant Ie klas nagezien en accoord be
vonden. Voor dividend is 9 pCt. beschikbaar
eii voor de oprichtersbewijzen ? 12000.
Volgens het verslag van de Wissel en
Effectenbank te Rotterdam ontvangen,
nemen hare zaken geleidelijk in omvang
toe zoodat tot kapitaaluitbreiding spoedig
zal worden overgegaan. De netto-winst laat
een uitkeering van 1% pCt. dividend toe.
Van verschillende hypotheekbanken ont
ving ik wederom het verslag over het
afgeloopen jaar.
Dat vaii de Oranje
Nassau-HypotheekBank te 's Gravenhage meldt dat in het
afgeloopen jaar zeven malen gebruik is
gemaakt van de onherroepelijke volmacht
tot verkoop van het verbonden onderpand.
De opbrengst was telkens meer dan vol
doende, om de vordering der Bank met
rente en kosten te innen. Voor dividend
uitkesring is \2}4 pCt. beschikbaar, zoodat
no. 8 der dividend bewijzen betaalbaar "is
met / 12.50. Dividend bewijs no. 7 der
oprichters aandeelen wordt met ? 1175
voldaan. De oud-Minister van Waterstaat
H. en N. C. Lely is tot commissaris der
Bank benoemd.
Een andere Haagsche Crediet-instelling,
de eerste Ned. Hyp-brief Bank, heeft voor
hare aandeelhouders verdiend 71A pCt. Com
missarissen hebben evenwel voorgesteld
slechts 6 pCt. dividend uit te keeren. Het
rapport van het Algemeen Administratie
en Trust-kantoor geeft de afdoende ver
klaring dat het bedragder Algemeer-e Hypo
theek-brieven 5 M millioen bedraagt tegen
5.6 millioen hypothecaire leeningen.
Het verslag van de Zuider
HypotheekBank te Breda gaat vergezeld van een
rapport van een instituut acountant 1ste
klasse. Voor aandeelhouders kan 4 pCt.
dividend beschikbaar gesteld worden. De
executie, die vijf keeren in het dienstjaar
is voorgekomen, is zonder verlies voor de
mpij afgeloopen.
Het beknopte verslag der Dordrechtsche
Hypotheek-Bank meldt de netto winst van
11 duizend gulden. De Bank bestaat nog
slechts twee jaren. Da concurrentie is groot
en de geldmarkt was voor de uitgifte van
Pandbrieven der verschillende hypotheek
banken niet bizonder guustig. Dat zal
vermoedelijk dit jaar beter zijn.
De eerste tabaksinschrijving heeft aan
de hooge verwachting van velen niet geheel
voldaan. Daarom vind ik de noteering in
het algemeen wat verzwakt. De Deli-mpij
verkocht 3760 pakkea tegen 210 cent; in
't vorige jaar bij de eerste inschrijving 3157
pakken tegen 220. Me dunkt deze cijfers
geven toch reden tot tevredenheid wanneer
men bedenkt dat de kosten der productie
wellicht heel wat lager zullen zijn. De nipij
toch beplantte in 1901 slechts 7498 velden
tegen 8442 in 1900 en brengt 53 700 pakken
onder het kleine volk in het Westen begon
een nieuwe lente, gewetens ontwaakten, edele
mannen gaven het voorbeeld, er kwam licht
er kwam verteedering des harten" en
in mijn roes van geestdrift, zonder te weten
dat ik het deed, heb ik opstaande
Heldring's hand gegrepen en geknepen ...
zoo dat hij heel luid au!! riep, en mij tot
bezinning bracht.
De toosten waren gelukkig, even als
het menu, niet al te lang in
zooverre erken ik graag, het
Arustelhoteldiner was in elk opzicht een «beschaafd"
diner. Wat Van Lseuwea opmerkte, dat
er voor ons Amsterdammers nog wel wat in
Borneo te halen kon zijn, het was een
woordje op zijn pas en had mijn vol
komen sympathie. Daarop kwamen nog
Pijnacker en de twee Hubrechten, over
de (xpeditiemannen en dus ojk over
de wetenschap redeneeren ; een «artikel"
dat mij tamelijk koud laat, vooral op mijn
ouden dag, omdat de weg, die van de weten
schap tot de praktijk en van de praktijk
naar je brandkast leidt, in den regel over
je graf loopt.... Maar zoo eindigde het
diner niet al te laat en, natuurlijk, opge
staan was ik, gevolgd door Charles, weer
dadelijk met Balt in gesprek. Ik kan
je niet zeggen kerel, hoe opportuun en hoe
raak ik je toost heb gevonden; jij hebt
geheel uit mijn hart gesproken, en voor goed
een eind gemaakt aan al die misvattingen,
die er over ocs en Indiëbestaan, omdat de
nijd raaar altijd doorlastert en jou en mij,
en ieder die met Indiëzaken doet, voorstelt
als zouden we ons vetmesten met het
zweet en het bloed van den Javaan....
Jij hebt terecht in het licht gesteld, dat
het hier en ook daar een goeie boel is
een weergaasche goeie boel, door onze
generositeit, onze moraliteit, onze humani
teit.... en Balc zag mij aan met nog
altijd een kleurtje van opgewondenheid op
zijn gezicht, en met die fonkelende o gen,
die hem zoo goed staan. Ach, mijnheer
Brommeijer, zoo begon hij: van wiens
medegevoel en hartelijke instemming kan
ik zekerder zijn dan van de uwe, en welke
zou voor mij hqoger waarde kunnen hebben,
want hoe weinigen begrijpen werkelijk den
toestand! Zooals u gehoord heeft, sprak
ik van de »eereschuld" die wij moeten
afdoen... dat is alleen al de teruggaaf
van eenige honderden millioecen, die wij
den Javanen oiitkaapt hebben, door batige
sloten en leeninggelden te annexeeren, ?
dan de kosten van den Atjeh-oorlog en wie
weet van hoeveel oorlogen meer, die wij uit
hun zak hebben betaald, en ala onze lieve
Heer ons niet leert onze handen thuis te hou
den, hen verder zullen laten betalen ... ver
volgens de legers en vloten, die wij opzijn
kosten, in ons belang onderhouden; de
defensiewerken die wij aanleggen om het
bezit van Indië... zoo als wij dat noemen
hun en ons te verzekeren. En dan hebben
wij nog cultuurrekeningen aan te zuiveren ;
en hoe groot zou alleen de opium-boete wel
moeten zijn, al zou 't niet meer dan een
kleine schadeloosstelling wezen voor al het
wee, dat wij als beschaafde natie ten onzen
' tegen 48,300 in het vorige jaar ter markt.
1 M.a.w. hoewel duizend velden minder be
plant werden, was de opbrengst toch 5400
pakken meer.
Zou ook de middenprijs van de
Mexicaansche dollar niet voordeeliger zijn geweest.
Voor de Medan Tabak-Mpij was de uit
komst voorloopig minder goed. De prijs was
ditmaal 148 tegen 180 in het vorige jaar.
De groep der scheepvaart m pijen wijst
slechts onbeduidende veranderingen aan. De
Nederland keert TA pCt. dividend uit. De
Zuid Atnerika-lijn echter heeft een
saldoverlies van 93 duizend gulden geboekt.
Bij de buitenlandsche diversen zie ik een
koersverheffing voor de aandeelen Banque
Aux de La Bouree van 48 tot 511A.
Misschien niet ten onrechte toch wellicht;
is nu de becijfering der activa geheel in over
eenstemming met de werkelijkheid; het
kwaadste zal dan vermoedelijk geleden zijn.
Ook degroep der Yankee Rails geeft weinig
j stof tot bespreking. Noch naar de linker
roch naar de rechterzijde gelukte het aan
de speculanten om hun tegenpartij
beduidecde verliezen toe te brengen. Een af
wachtende houding, in verband met het
proces der Securities Compaiï3r werd rog
vrij algemeen aangenomen.
Tot den 15s April wordt door de Sociëteit
tot bevordering van Nationalen Handel
en Industrie, gevestigd te Amsterdam, de
inschrijving op hare aandeelen opengesteld
tegen 101 pCt. De werkkring dezer maat
schappij is voor Nederland nieuw. De
01 dervinding zal ook hier de beste leer
meesteres worden.
De Disconto en Efiectenbank teA'dam,
wier balans en winstrekening steeds door
Instituut accountants onderzocht en on
derteekend wordt, bericht dat ze van Dinsdag
l April af, door de firma Bon & Fritz,
aan de markt zal doen brengen, de tweede
kapitaalserie groot ? 500.000.?tegen 110
pCs. De nieuwe aandeelen zullen het volle
dividend over 1902 genieten.
".STATER.
.HIlmilMlttllH
iiimiMMHiiiiiiiiiiuimmiiumimiii!
NIEUWE UITGAVEN.
Tfaorie en practtfk van het TSriticlie
vakvereeniging&wezen, door SIDNET en BKATKICE WEBB,
vertaling van HENKI POLAK, Ie deel. Amster
dam, A. B. Soep.
Heen en weder. Opgeraapte schetsen door
mevr. MAC LEOD geb. SOPHIE FREUEIUCI,!
A.ntwerpen, De Nederlandsche Boekhandel.
tt epintisme. Een studie door l1'. L. ORTT.
Tweede druk. Blaricum, Drukkerij »Vrede."
Histoire des Pays BM. Choix d'ouvrages
importants. Catalogue a prix marqués. Amster
dam, Frederik Muller & Cie.
Gids voor werkgevers, door mr. J. H. VAN
ZANTEN, Zwolle, W. E. J. Tjeenk Willink.
Uit de verfpreide geschriften van ALLARD
PIBKSON, 's Graverihage, Martinus Nijhoff.
Pedagogische Bibliotheek van liet Nederl.
Onderwijzersgenootschap Aanwinsten 1900;1Ü01.
Amsterdam, Stadsdrukkerij.
Geestelijke voorouders. Studiën over onze
beschaving, door A. PIERSON. IV. Byzantium,
door D. C. HESSELING. Haarlem, H. D. Tjeenk
Willink & Zoon.
Slaan op selwol,' door K. F. CKOES. Een
weord aan ouders en onderwyz«rs. Arnhem,
Stenfert Kroese & Van der Zande.
«Sociaaldemocratische Studieclub". Happart
omtrent de verhouding van school, kerk en
»mii>iMimiiliUHiniiimiintmniiininiiMi4iimiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiii»iii»
stoffelijken bate, over hen hebben gebracht.
Ook Heidring werd onder't spreken steeds
ernstiger en vuriger van toon. Och Heere,
die eeresqhuld van benadeeling, kwelling,
diefstal en roof?wie zal het cijfer daar
van vaststellen ? Hoe menigmaal hebben
wij er nog last van op de Heerengracht,
als wij bij de behandeling onzer zaken aan
het verleden van Indiëdenkende, een heete
blos zich over onze kakea voelen versprei
den, soms zoo waar, tot zelfs de toppen van
je vingers er rood van worden ! Gelukkig is
het nu een goeie boel., zooals ik geconstateerd
heb, maar het kan en moet t:ö*beter worden,
daarom zei ik ook met Koen : deaespereert
niet! En juist dezer dagen ben ik in zoo'n
hoopvolle stemming gekomen. Want daar
heeft u nu als nieuw bewijs die Java
ChinaJapan lijn, waarvcor c'e Nederland: che Staat
dan toch maar de helft der subsidie op zich
neemt en dus van Indiëniet rneer vraagt
dan een paar millioen .... Nietwaar, als we
wilden, konden wij Java niet alleen
voor de heele subsidie laten opkomen,
maar nog een kleinigheid daarenboven
vorderen, nu wij het zegenen zullen rnet
een onderneming van zoo enorm groot
Indisch belang.... en dat in een tijd,
nu het er juist zoo'n goeie boel is en ze
dat geld best kunnen rnifsen !
Ik zelf vond Fleldring's toelichting tot zijn
toost nu toch een beetje al te warm kom,
zei ik, als je zoo doorgaat jij en de
Handelsmaatschappij met haar invloed op
regeering en volk ... dan kleeden we ons
nog eens voor Indiëheelemaal uit en zoo
liet ik er zachtkens op volgen : is je liefde
niet wat al te harts'echtelijk ? Maar (kar
kwam Charles tusschenbeide en hij riep:
Een liefde voor Indië, die al te hartstochte
lijk zou .zijn, wat hoor ik ! Zou er dan
in de lente te veel zon kunnen wezen;
waaien de wieden te zwoel; zouden de
lieve bloempjes te sterk het afgebeden
nieuwe leven kunnen doorgeuren ? Zeker,
mijnheer Brommeijer, Heldiing heeft gelijk:
de eereschuld moet worden at betaald
al zou 't, pok onze laatste stuiver kosten !
Alleen wie zijn schulden voldoet heeft
recht zich zelf een lentebouquet te ver
eeren, en lente is het hier in dit kleine
i land geworden, ik herhaal het u, bij de
ver; teedering des harte .... dank zij de geleerden
en handelaars die weten te waardeeren en
; te bewonderen ...! Geen woorden maar
daden hebben wij noodig, en bij de
groot, eche daad, voorgesteld door onze Regeering
, orn Indiëniet meer dan achttien ton voor
? eene nieuwe Nederlandsche stoomvaartlijn
: te laten bijpassen, voeg ik nu de vurige
bede, dat op die manier de heele eereschuld
nog eens mag worden afgelost. Op die
manier, zeg ik, want ik acht dit de meest
kiesche wijs, om iemand te bevoordeelen
zonder dat hij 't zelf' merkt, zoodat hij er
i dus geen dankje voor behoeft te zeggen.
i Ik maakte de opmerking dat ik hem
vroeger toch wel eens minder edelmoedig
' had gekend. Doch dit vond dadelijk een
gezonde verklaring. Ah, mijnheer
Brommeijer, ik zou zelf niet durven zeggen, dat ik
altijd zoo weggeverig voor den Javaan ben ge
staat in het buitenland, (rapport No 15, 24
Maart 1902). Amsterdam Masereeuw & Bouten.
«Conservatorium der afdeeling Amsterdam
yan de Maatschappij tot bevordering der Toon
kunst". Bericht van het Zeventiende Schooljaar,
1900-1901.
Inhoud van Tijdschriften.
Hygiënische Bladen. No. 3: Dr. G. W.
Bruinsma, Gazondheidszorg by inenting tegen
pokken. Dr. A. J. C. Snüders, De aard
appel als voedingsmiddel. Het
microbenvraagstuk. (Vervolg.) J. van der Bruggen,
De invloed der bodemgesteldheid op de open
bare gezondheid in het buitenland. Sanitaire
kroniek. «
Kunst en Leven. Ie jaarg., Ie afl.: Zuid
en Noord-Neierlandsche kunstenaars. Theo
van Rgsselberghe, Onze musea. In 't museum
van Brussel. Letterkunde. Van maand
tot maand. Tentoonstellingen.
Eigen Haard. No. 13: Gelijkvloers, door
Lotfisse B. B., XIII. Mr. Jacob van Lennep
en zyn Geslacht, door J. H. Rössing, met por
tretten en af b. van eene gravure van J. B.
Tétar van Elven, naar de teekening van F. J.
Pfeiffer. (Slot.) Da Linoleumfabriek te
Krommenie, door D. v. V., met afb. (Slot.)
Vóór honderd jaren, door Jei°. de Vries.
Huize «Bollenburgh" te Amersfoort, door A.
J. V., met afb. naar eene fotogr. opname van
den schrijver. Voor onze Amateur-fotografen:
Fotografeeren b\j kunstlicht, door Dr. J. E.
Rombouts. (Slot.) Verscheidenheid.
Feuilleton.
tllllHHIItllttHIMI
ALLERLEI.
Nederlandschen Bond voor Zieken
verpleging.
Het bestuur van de afdeeling Amsterdam
en Omstreken van den »Nederlandschen Bond
voor Ziekenverpleging" heeft voor den luttelen
pirjs van 25 cent een Gids verkrijgbaar gesteld,
een allereuttigst boebje.
Terecht wijst het bestuur er op dat ondanks
de talrijke krankeninrichtingen te Amsterdam,
den gemeentelyken ontsmettingsdienst, de
krarkzinnigenverpleging en zoo veel meer nog,
menig stadgenoot niet weet hoe in verschil
lende gevallen te handelen, omdat een betrouw
bare gids, geschreven ten bate van de hulp
zoekenden, tot heden ontbrak. In het hier
bedoelde boekje nu wordt alles goed in deze
leemte voorzien en, door de hulpzoekenden
in nauwere verbinding met de hulpbiedenden
te brengen, tevens de belangen van beide
categoriën bevorderd.
Kort en duidelyk wordt in den Gids aan
gegeven, o.a. waar zieken, krankzinnigen enz.
worden verpleegd, hoe zij vervoerd kunnen
worden, hoe men deskundige verplegers en
verpleegsters kan bekomen, goederen laat
ontsmetten, eerste hulp bij ongelukken is te ver
krijgen enz.
Een verdere aanbeveling is overbodig.
Bond van Ned. Onderwijzers.
Door 't hoofdbestuur van den Bond van
Nederlandsche Onderwijzers wordt een onder
zoek ingesteld naar 't aantal onderwijzers en
onderwijzeressen, die op 15 Maart nog zonder
betrekking waren. Hat noodigt hen uit, hun
naam en adres tea spoedigste op te geven
aan 't Algemeen S^kretariaat, Ceintuurbaan
286, Amsterdam, met vermelding van 't aantal
tm»i IIMII mimi» minimin iiiiiHiiiiiiriniiniiMn' ff iin
weest. Maar neem, bid ik u, de omstandighe
den in aanmerking. Een zonnigen dag breng
ik heden in Nederlandsch Indiëdoor, gevoelt
u het niet: er is bezieling in de lucht,
warmte in de harten .... en niet alleen in
de harten al op de kaart in Artis was
een gloeiende lijn ! Een feestmaal vereenigt
ons ... in een Indisch Amstelhötel... een
Indisch feest... kellners als gedruischlooze
Javanen ... een menu als een Dajaksch
meisje, getatoueerde randjes... ik voel
mij in Indië. Ik zag daar juist de Saidja
en Adinda van ... Held ing ; hoort u dan
niet het kokosbqscbje ritselen ... den boom
waar Si-Ocuel uitgevallen is... kijk, daar
spriugt een badjing heen en weer, och
kijk eens, hoe vlug, tegen den stam van
een klapperboom, en luister: Haidja zingt,.
merkt u niet hoe tropisch warm het hier
is... de zon blakert me. .. zou u niet met
mij u-,v jas uittrekken? Ah. Wat ik zeggen
wou, ik ben zóó in Indië... dat ik nu Indisch
gevoel met mijn mede Javaantjes ... op een
dag als vandaag, mijnheer Brommeijer, zou
uw hart al een droge pisang moeten zijn
om niet te smelten of te druipen ....
Wij spraken nog even in luide
woordenwisselitii? voort en trokken de opmerk
zaamheid van Hubrecht. Dadelijk kwam
hij op ons af en vernemende wat Heidring
even te voren had gesproken begon hij
zijn hoofd te schudden en zette eerst een
gezicht alsof hij niet wist wat hij zeggen
moest. Maar hij wist het natuurlijk
opperbest. Melieve menschen, maakt toch
zoo'n dmkte niet; tot aan 't eind van
de zaal heb ik Heidring hooren praten
over de liefde tot den Javaan. Waarom
hebben jelui 't op zoo'ii luiden toon over
die liefde ? De Javaan vraagt geen liefde,
hij is al tevreden als hij maar de centen
krijgt, die hem toekomen ... de rest lapt
hij aan zijn hiel. En al was dit
zoo niet, over liefde tot den Javaan hebben
wij hier niet te toosten of te preeken
houdt je bij 't onderwerp dat aan de orde
is dat is de kranige reis van Nieuwenhuis
als wetenschappelijke reis, tevens voor ons
land van groote beteekenis, om 's mans
dipomatiek succes, zoodat hij ons een oorlog
heeft uitgewonnen en een geschil met
Engeland.
Ja, die jonge man daar verdient de eer,
die ook jij hem liibt willen geven, en
veel meer dan die eer. Een eer die jou tegen
woordigheid meer duldde, dan vroeg en
zoo ze gevraagd werd dan eerst begeerd
in de laatste plaats.
Jij had (laar heel achter aan tafel moeten
zitten hij zei dat tegen Balt en liet mij
zooals hem dan ook paste er buiten, en
lette in 't geheel niet op Charles, die hij
blijkbaar meer beschouwde als »pers." Hoe
zou ten echte handelsman op nog andere
dan op de zelfzuchtige wijs belang kunnen
stellen in hetgeen de eer en de glorie van
wetenschap en kolonie raakt ? Jij en je
consorten, die van Indiëlevert door
handel, nijverheid, scheepvaart, en zoo
voorts.... mogen niet den hoogsten toon
aanslaan, en 't best is: in 't geheel
seen toon. Bij de hulde aan een zoo
malen, dat men gesolliciteerd heeft, de plaats
waar men zijn opleiding genoten hiefr, en de
mededeeling, of men al dan niet als tijdelijk
onderwgzer(es) of als volontair werk saam is.
VERBETERING.
In 't artikel «Kunst en Samenleving" van
den heer Quérido komen een paar zinstorende
drukfouten voor:
Regel 36 van onder, midden kolom staat:
«zonder geheel levenskracht"; moet z\jn:
«geheel zonder'', enz.
Op regel 10 van boven (derde kolom) staat:
»ook is gansch andere" ; moet zyn: «ook een
ganfich andere'', enz.
Marie Madcleine. Auf Kyproa (Berlin. Vits,
Deutsches Yerlaghaui-). Zviölfte Auflage.
Was het omdat ik juist het No. van 30 Nov.
van het Humoristisch Album nit handen had
gelegd waar in een kort tooneelspel «Narigheid'*
naar «Noodlot' van Louis Couperus eece parodie
geleverd wordt op de daarin voorkomende over
spannen toestanden was het daarom, zeg ik,
dat mjjne eerste gedachte was, bij de warme
aanbeveling van onder bovenstaanden titel nieuw
verschenen Duitsche verzen, aan fijne ironie ?
van den heer Henri Barel, in de Groene van
16 Maart.
Heel noodig vond ik het ook in dat geval
zelfs niet, om er de aandacht op te vestiger,
maar ze zgn gelukkig niet in het Hollaudsch
geschreven, hetgeen het gevaar veel vermindert
om hier te lande onheil aan te richten.
Meent de schrijver echter wat hy zegt ? dan
heb ik een paar opmerkingen.
Er is hier sprake van een meisje van nog
geen 16 jaar, wonende te Berhjn en van Slavi
sche afkomst, vooral van haar «Fiere durf en
Grandiose oprechtheid", in het zeggen van haar
verzen ! Wonderkinderen komen meer voor
zooy, el in den goeden als in den kwaden zin,
maar Caarvan juist hangt het af hoe ze opgevat
moeten worden.
Bewondert men misschien ook een misdadi
ger, die eerst met alles heeft durven breken
wat hem zou hebben moeten tegenhouden, ooi
tot een daad te komen die hem verachtelijk
maakt in ieder's oogen ?
In hoever dergel^k durven den mannen mooi
staat laat ik liever aan hen zelf ter
beoordeelirg over, maar eene vrouw maakt het tot een
zedelijk onding. Een soort ziekteverschijnsel
waar men, van wege gevaar voor besmetting1.
rekenirg mede moet houden en haar dus liefct
maatschappelijk in den ban most doen tot zij
\an hare ylende koortsen tot bedaren geko
men is. *
De vrouw heeft eene hooge opdracht gekre
gen en behoeft daar volstrekt niet ontrouw aan
te worden, zelfs al dwingt den strijd om het
bestaan haar tot werkzaamheden, die vroeger
te zwaar voor hare schouders werden gerekend.
Dat zij veel moed heeff, als het noodig is, toont
zg daardoor... tevens echter kan het blyven :
Abei1 durcli Amimth alluin bn-rs'-het umi hcrrsche das
[Weib.
Manche zwar habcu gelicrrscht durch dés Goistcs Macht
[uud der Thiiten
Aber daiin Laben sie dicli, büch&tc dei1 Kronen, entbehït."
* SCHILLEB.
E'.ne lezeres.
exceptioneel man als Nieuwenliuis had
de eerste toost moeten komen van de konin
gin of van den Prin?-gemaal, die haar ver
tegenwoordigde nu zij verhinderd was.
Wie bewees het koninkrijk der Neder
landen een belangrijker dienst dan deze
eenvoudige jonge man ? En v. Leeuwen de
burgemeester moge goed gesproken hebben,
maar ISieuwenhuis is geen Amsterdammer,
een Nederlandsch burger, en niemand min
der dan 's lands eerste Minister, dr. Kuyper
zelf, had daarvan behooren te getuigen.
Gouverneurs-generaal in ruste en vooral
v. d. Wijck zijn uitnemende menschen,
edoch waar bleef de vertegenwoordiger
van koloniën in dit geval, de minister
ad interim? En waarom ontzei de Minis
ter van Buitenlandsche Zaken, v. Lijnden,
onze beroepsdiplomaat, zich het voorrecht
een dag lang het gewaardeerd en aan
moedigend gezelschap te genieten van
Nieuwenhuis, Nederlands grootsten diplo
maat ... de man die gedaan wist te krij
gen, dat inlanders de schuldige hoofden wil
den uitleveren ? .. Zij, die de eersten had
den moeten zijn om Nieuwenhuis te hul
digen, ontbraken, evenals bij de hulde aan
de nagedachtenis van den beroemden Am
sterdammer, Van Lennep, in den Stads
schouwburg gebracht, het Amsterdamse!!
gemeentebestuur ; nietwaar, dat zegt iett I
bij het herinneringsfeest ter eere van den
dichter en schrijver, die de hoofdstad de,
Waterleiding schonk en daardoor duizen
den voor een ontijdigen dood behoed
heeft. Ah, het feest van heden hier
moe-t er een van Regeering en volk
zijn ... en dan niet met jou Heidring c.s. op
den voorgrond, maar in de eerste plaats de
mannen en vrouwen die hun leven heb
ben gewaagd, die offers, werkelijk offers
hebben gebracht aan de wetenschap ... aan
het vaderland of aan Indï... Wat is het
geval..? Dit Nieuwenhuis-diner was voor
een deel weer, wat zooiets bij ons te lando
altijd is een parade ... miste het echt
vaderlandsch, daarbij het hoog weten
schappelijk cachet. En dat zeg ik niet,
Heidring, om je te declineerer, of uit
jaloerschheid op jou en de rest, die van
Intlie pre fiteeren ... ik kan de zon best in
het water zien schijnen ... ik gun je een
luchtige Kuh, desnoods een driedubbele
met twaalf' spenen. Waarom zouden we
ons niet vet lurken als we in de gelegen
heid zijn - maar Hubrecht hoorde op dit
moment juist zijn raam noemen, zag om
en verdween .... zoodat wij de conclusie
moesten missen.
Balt maakte ook, zonder eenige plicht
pleging jegens Charles, zich uit de voeten
en ging naar Tegelberg.... zoodat ik niet
beter wist te doen dan Charles een weinig
op te monteren met de opmerking : wat
zijn dat toch onpraktische lui die idealisten !
Maar dit speechje van hem, hoop ik, zet
je nu niet in je blad laat het mij voor de
Groene. En zoo hebben mijn lezeis er
de primeur van.