De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 30 maart pagina 10

30 maart 1902 – pagina 10

Dit is een ingescande tekst.

r 10 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. Nó. 1292 Verleden Zater dag wasén goede <lag voor me. De huidebetuiging in Artis heb IK over geslagen, ik kan niet meer tegen volle zalen en " lange speechen.,. maar hetdineetje in het Amstelhótel, daar heb ik mij aan gewaagd, en ik moet zeggen, de spijzen zijn me niet tegen ge vallen. EL fin, als ieta waarin Hubrecht de hand had, en waar hij wel niet als gast heer, maar dan toch als huisprelaat optrad, kon dat moeilijk groote teleurstelling geven. Het menu was, zooals ik dat het liefst begeer: eenvoudig, heel wat beter dan toen Hendrichs ter zelfder plaatse Li Hu»g Chang gevaar liet loopen zijn maag te overladen of zich te bersten te eten. Alleen het had iets toepasselijker kunnen zijn. Het was nu: Huitres de Texel Polage chatelaine Turbot, Sce, Crevettes. Cöte de boeuf a la broche. Pommes cha'eau-haricote princesse, Céleris a la Moëlle. Poularde farcie truffée. Compöte assortie & salade de laitues. Terrine de foie gras a la gelee. Pouding Royal. Sce. Sabayonne. Desserts variés. Caféet liqueurs. Waarom niet iets meer Indisch ? Met mijn vriesnd Charles zou ik hebben kunnen zeggen: »wij bleven dien dag in lodië; een feest maal vereenigde ons in het Amstelhótel, dat bijzonder geschikt is voor een Indisch feest, want de beleefde goedgemanierde bedienden doen denken aan zacntglijdende Javanen" maar waarom nu dien oosterschen indruk, zoo echt gevoeld, en naar alle waarheid beschreven, niet een weinig versterkt door althans iets echt Indisch op het menu, als Hachis d'Atjeh, Bombe de Djambi, Róti a la Papoea? In plaats van Potage cbatelaine had dan toch Potage coloniale a la mère hollandaise genoemd kunnen worden, en in elk geval zou Pou larde farcie truffée vervangen kunnen zijn door Poule plumée. Daar zijn zoo van die kleine attenties, haast onmerkbare aan duidingen in klanken en kleuren, die bij zulk een gelegenheid de fantasie voor het exotische' opscherpen, zoodat je compleet het gevoel krijgt alsof je onder de tropen leeft? Nu, ik had het persoonlijk nietnoodig; het is hier voor 't eerst dat ik er over spreek en te minder hinderde het my, daar de wijnen goed waren, zooals Charles reeds zei: niet te veel merkeu; maar die je kreeg, uitstekend en in abondantie. Wa* mij den feestdisch nog aangenamer maakte was de aanwezigheid van zooveel handelsvrienden en van nij veren »die in Indien gewerkt, gehoopt en geleden heb ben" en den Indiër een beter lot bezorgden. Daar had je, b.v. de mannen van de Kon. Paketvaart, »die welvaart brengt in alle deelen van den Archipel"; mijn vriend Balt Hei dring van de gezegende Hac delta aatschappü; Van Optenoort en Tegelberg van de «Nederland"; Calkoen van de Kol. Bank; Lambrechtsen van de Dordsche als ver tegenwoordigers van de Petroleum en de Stoopen enz eafin, een gezelschap, waarmee je kunt aanzitten zonder je te schamen, ook al ware het menu beneden het kapitaalsbesef en de liefde tot Indi fbleveo, waarmee wrj allen bedeeld zijn. ant dat we hkrin, de een voor den ander, niet behoefden onder te doen, heeft Charles zeer juist aangetoond, toen hij de opmerking maakte, dat v. d. Wrjck, Nieuwenhuis had toegesproken, temidden vaneen Honderdtal mannen »die Indiëliefhebben». En al wil ik nu niet beweren dat de liefde en een goed glas wijn nooit of nimmer iets met elkaar hadden of zullen hebben uittestaan ik weet toch zeker, dat we in 't Amstelhötel alle van liefde voor Indi blaakten en zouden zijn blijven blaken... ook als op dien avond al de aandeelen van de Indische ondernemingen, waarbij we rechtstreeks of zijdelings geïnteresseerd zijn, vijftig percent gedaald waren. Juist daarom greep de speech van Balt namens de Handelsmaatschappij me zoo aan. Wat die maatschappij al zoo voor Indiëis, hoef ik nu niet te zeggen maar het was mij een voldoening des harten, dat het nu eens, - en dat in mijn tegenwoor digheid uit Heldringa toespraak bleek, hoe van allen handel, net zoo goed door de de Handelmaatschappij als door mij zelf in Indische producten gedreven, alsmede van hare kassierderij liefde tot Indiëeen der drijfveeren is geweest. Want na Multatuli, die zoo lawaaiierig en oproerig Saidja en Adinda op het tapijt heeft ge bracht, dreigende met bet zingen van klewangkletterendestrijdzangen, is nu eindelijk het woord, waarop het rillend Nederland nog wachtte, door Balt gesproken. »Saidja en Adinda: hoe is het nu met u?" zoo vroeg hij ironisch want hij wist wel, dat al ware Multatuli zelf op het diner geweest om voor dat Javaansche paartje te antwoorden, hij niet anders had kunnen getuigen dan : «Het uitpersingsstelsel van vroeger jaren heeft afgedaan. Nederlanders hebben leeren be grijpen welke taak hun in Indiëis toe vertrouwd. Zij kwijten thans een eereschuld; Nederland doet thans aan Indië, wat het Indiëschuldig is en tracht goed te maken het verleden. Het geweten van het Nederlandsche volk is ontwaakt; wij leerden inzien hoe de bevolking te besturen in haar eigen belang, niet in het onze. Er is nog veel goed te maken, maar met Coen zeg ik, desespereert niet. Aan dien voor spoed van Indiëwil ik een dronk wijden". Ach, je had eens moeten zien met welk een enthousiasme wij handelslui en nijveren op den voorspoed van Indiëdronken, zonder dien in een enkel opzicht met onzeneigen voorspoed te verwarren. Ik wil ten minste wel erkennen, dat ik het geheel eens was met, en dua ook geheel voelde als Charles, toen hij tegen mij zei: »Hetonveranderlijk Oosten bleef in al die jaren hetzelfde, maar liegen ontmoet ik wat hoogere noteering voor de Algemeene consignatie Bank, voor de Amsterdamsche Bank, voor de Amsterdamsche liquidatie kas, voer de BurtenlandEche Bank, voor de Ned-Bau-k en credietvereeniging voor Zuid Afrika- De aandeel houders van de kasvereeniging zullen dit jaar, even als het vorige, 6.65 pCt. dividend ontvangen. Den bezitters van aandeelen in de Twentsche Bank zal voor 1901 7a/4 pCt. uitbetaald worden. In het vorige dienstjaar was het dividend 73/s pCt. Het ontvangen jaarverslag van de Alge meene Consignatie Bank bevat een balans en winstrekening, door een Instituut-Accountant Ie klas nagezien en accoord be vonden. Voor dividend is 9 pCt. beschikbaar eii voor de oprichtersbewijzen ? 12000. Volgens het verslag van de Wissel en Effectenbank te Rotterdam ontvangen, nemen hare zaken geleidelijk in omvang toe zoodat tot kapitaaluitbreiding spoedig zal worden overgegaan. De netto-winst laat een uitkeering van 1% pCt. dividend toe. Van verschillende hypotheekbanken ont ving ik wederom het verslag over het afgeloopen jaar. Dat vaii de Oranje Nassau-HypotheekBank te 's Gravenhage meldt dat in het afgeloopen jaar zeven malen gebruik is gemaakt van de onherroepelijke volmacht tot verkoop van het verbonden onderpand. De opbrengst was telkens meer dan vol doende, om de vordering der Bank met rente en kosten te innen. Voor dividend uitkesring is \2}4 pCt. beschikbaar, zoodat no. 8 der dividend bewijzen betaalbaar "is met / 12.50. Dividend bewijs no. 7 der oprichters aandeelen wordt met ? 1175 voldaan. De oud-Minister van Waterstaat H. en N. C. Lely is tot commissaris der Bank benoemd. Een andere Haagsche Crediet-instelling, de eerste Ned. Hyp-brief Bank, heeft voor hare aandeelhouders verdiend 71A pCt. Com missarissen hebben evenwel voorgesteld slechts 6 pCt. dividend uit te keeren. Het rapport van het Algemeen Administratie en Trust-kantoor geeft de afdoende ver klaring dat het bedragder Algemeer-e Hypo theek-brieven 5 M millioen bedraagt tegen 5.6 millioen hypothecaire leeningen. Het verslag van de Zuider HypotheekBank te Breda gaat vergezeld van een rapport van een instituut acountant 1ste klasse. Voor aandeelhouders kan 4 pCt. dividend beschikbaar gesteld worden. De executie, die vijf keeren in het dienstjaar is voorgekomen, is zonder verlies voor de mpij afgeloopen. Het beknopte verslag der Dordrechtsche Hypotheek-Bank meldt de netto winst van 11 duizend gulden. De Bank bestaat nog slechts twee jaren. Da concurrentie is groot en de geldmarkt was voor de uitgifte van Pandbrieven der verschillende hypotheek banken niet bizonder guustig. Dat zal vermoedelijk dit jaar beter zijn. De eerste tabaksinschrijving heeft aan de hooge verwachting van velen niet geheel voldaan. Daarom vind ik de noteering in het algemeen wat verzwakt. De Deli-mpij verkocht 3760 pakkea tegen 210 cent; in 't vorige jaar bij de eerste inschrijving 3157 pakken tegen 220. Me dunkt deze cijfers geven toch reden tot tevredenheid wanneer men bedenkt dat de kosten der productie wellicht heel wat lager zullen zijn. De nipij toch beplantte in 1901 slechts 7498 velden tegen 8442 in 1900 en brengt 53 700 pakken onder het kleine volk in het Westen begon een nieuwe lente, gewetens ontwaakten, edele mannen gaven het voorbeeld, er kwam licht er kwam verteedering des harten" en in mijn roes van geestdrift, zonder te weten dat ik het deed, heb ik opstaande Heldring's hand gegrepen en geknepen ... zoo dat hij heel luid au!! riep, en mij tot bezinning bracht. De toosten waren gelukkig, even als het menu, niet al te lang in zooverre erken ik graag, het Arustelhoteldiner was in elk opzicht een «beschaafd" diner. Wat Van Lseuwea opmerkte, dat er voor ons Amsterdammers nog wel wat in Borneo te halen kon zijn, het was een woordje op zijn pas en had mijn vol komen sympathie. Daarop kwamen nog Pijnacker en de twee Hubrechten, over de (xpeditiemannen en dus ojk over de wetenschap redeneeren ; een «artikel" dat mij tamelijk koud laat, vooral op mijn ouden dag, omdat de weg, die van de weten schap tot de praktijk en van de praktijk naar je brandkast leidt, in den regel over je graf loopt.... Maar zoo eindigde het diner niet al te laat en, natuurlijk, opge staan was ik, gevolgd door Charles, weer dadelijk met Balt in gesprek. Ik kan je niet zeggen kerel, hoe opportuun en hoe raak ik je toost heb gevonden; jij hebt geheel uit mijn hart gesproken, en voor goed een eind gemaakt aan al die misvattingen, die er over ocs en Indiëbestaan, omdat de nijd raaar altijd doorlastert en jou en mij, en ieder die met Indiëzaken doet, voorstelt als zouden we ons vetmesten met het zweet en het bloed van den Javaan.... Jij hebt terecht in het licht gesteld, dat het hier en ook daar een goeie boel is een weergaasche goeie boel, door onze generositeit, onze moraliteit, onze humani teit.... en Balc zag mij aan met nog altijd een kleurtje van opgewondenheid op zijn gezicht, en met die fonkelende o gen, die hem zoo goed staan. Ach, mijnheer Brommeijer, zoo begon hij: van wiens medegevoel en hartelijke instemming kan ik zekerder zijn dan van de uwe, en welke zou voor mij hqoger waarde kunnen hebben, want hoe weinigen begrijpen werkelijk den toestand! Zooals u gehoord heeft, sprak ik van de »eereschuld" die wij moeten afdoen... dat is alleen al de teruggaaf van eenige honderden millioecen, die wij den Javanen oiitkaapt hebben, door batige sloten en leeninggelden te annexeeren, ? dan de kosten van den Atjeh-oorlog en wie weet van hoeveel oorlogen meer, die wij uit hun zak hebben betaald, en ala onze lieve Heer ons niet leert onze handen thuis te hou den, hen verder zullen laten betalen ... ver volgens de legers en vloten, die wij opzijn kosten, in ons belang onderhouden; de defensiewerken die wij aanleggen om het bezit van Indië... zoo als wij dat noemen hun en ons te verzekeren. En dan hebben wij nog cultuurrekeningen aan te zuiveren ; en hoe groot zou alleen de opium-boete wel moeten zijn, al zou 't niet meer dan een kleine schadeloosstelling wezen voor al het wee, dat wij als beschaafde natie ten onzen ' tegen 48,300 in het vorige jaar ter markt. 1 M.a.w. hoewel duizend velden minder be plant werden, was de opbrengst toch 5400 pakken meer. Zou ook de middenprijs van de Mexicaansche dollar niet voordeeliger zijn geweest. Voor de Medan Tabak-Mpij was de uit komst voorloopig minder goed. De prijs was ditmaal 148 tegen 180 in het vorige jaar. De groep der scheepvaart m pijen wijst slechts onbeduidende veranderingen aan. De Nederland keert TA pCt. dividend uit. De Zuid Atnerika-lijn echter heeft een saldoverlies van 93 duizend gulden geboekt. Bij de buitenlandsche diversen zie ik een koersverheffing voor de aandeelen Banque Aux de La Bouree van 48 tot 511A. Misschien niet ten onrechte toch wellicht; is nu de becijfering der activa geheel in over eenstemming met de werkelijkheid; het kwaadste zal dan vermoedelijk geleden zijn. Ook degroep der Yankee Rails geeft weinig j stof tot bespreking. Noch naar de linker roch naar de rechterzijde gelukte het aan de speculanten om hun tegenpartij beduidecde verliezen toe te brengen. Een af wachtende houding, in verband met het proces der Securities Compaiï3r werd rog vrij algemeen aangenomen. Tot den 15s April wordt door de Sociëteit tot bevordering van Nationalen Handel en Industrie, gevestigd te Amsterdam, de inschrijving op hare aandeelen opengesteld tegen 101 pCt. De werkkring dezer maat schappij is voor Nederland nieuw. De 01 dervinding zal ook hier de beste leer meesteres worden. De Disconto en Efiectenbank teA'dam, wier balans en winstrekening steeds door Instituut accountants onderzocht en on derteekend wordt, bericht dat ze van Dinsdag l April af, door de firma Bon & Fritz, aan de markt zal doen brengen, de tweede kapitaalserie groot ? 500.000.?tegen 110 pCs. De nieuwe aandeelen zullen het volle dividend over 1902 genieten. ".STATER. .HIlmilMlttllH iiimiMMHiiiiiiiiiiuimmiiumimiii! NIEUWE UITGAVEN. Tfaorie en practtfk van het TSriticlie vakvereeniging&wezen, door SIDNET en BKATKICE WEBB, vertaling van HENKI POLAK, Ie deel. Amster dam, A. B. Soep. Heen en weder. Opgeraapte schetsen door mevr. MAC LEOD geb. SOPHIE FREUEIUCI,! A.ntwerpen, De Nederlandsche Boekhandel. tt epintisme. Een studie door l1'. L. ORTT. Tweede druk. Blaricum, Drukkerij »Vrede." Histoire des Pays BM. Choix d'ouvrages importants. Catalogue a prix marqués. Amster dam, Frederik Muller & Cie. Gids voor werkgevers, door mr. J. H. VAN ZANTEN, Zwolle, W. E. J. Tjeenk Willink. Uit de verfpreide geschriften van ALLARD PIBKSON, 's Graverihage, Martinus Nijhoff. Pedagogische Bibliotheek van liet Nederl. Onderwijzersgenootschap Aanwinsten 1900;1Ü01. Amsterdam, Stadsdrukkerij. Geestelijke voorouders. Studiën over onze beschaving, door A. PIERSON. IV. Byzantium, door D. C. HESSELING. Haarlem, H. D. Tjeenk Willink & Zoon. Slaan op selwol,' door K. F. CKOES. Een weord aan ouders en onderwyz«rs. Arnhem, Stenfert Kroese & Van der Zande. «Sociaaldemocratische Studieclub". Happart omtrent de verhouding van school, kerk en »mii>iMimiiliUHiniiimiintmniiininiiMi4iimiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiii»iii» stoffelijken bate, over hen hebben gebracht. Ook Heidring werd onder't spreken steeds ernstiger en vuriger van toon. Och Heere, die eeresqhuld van benadeeling, kwelling, diefstal en roof?wie zal het cijfer daar van vaststellen ? Hoe menigmaal hebben wij er nog last van op de Heerengracht, als wij bij de behandeling onzer zaken aan het verleden van Indiëdenkende, een heete blos zich over onze kakea voelen versprei den, soms zoo waar, tot zelfs de toppen van je vingers er rood van worden ! Gelukkig is het nu een goeie boel., zooals ik geconstateerd heb, maar het kan en moet t:ö*beter worden, daarom zei ik ook met Koen : deaespereert niet! En juist dezer dagen ben ik in zoo'n hoopvolle stemming gekomen. Want daar heeft u nu als nieuw bewijs die Java ChinaJapan lijn, waarvcor c'e Nederland: che Staat dan toch maar de helft der subsidie op zich neemt en dus van Indiëniet rneer vraagt dan een paar millioen .... Nietwaar, als we wilden, konden wij Java niet alleen voor de heele subsidie laten opkomen, maar nog een kleinigheid daarenboven vorderen, nu wij het zegenen zullen rnet een onderneming van zoo enorm groot Indisch belang.... en dat in een tijd, nu het er juist zoo'n goeie boel is en ze dat geld best kunnen rnifsen ! Ik zelf vond Fleldring's toelichting tot zijn toost nu toch een beetje al te warm kom, zei ik, als je zoo doorgaat jij en de Handelsmaatschappij met haar invloed op regeering en volk ... dan kleeden we ons nog eens voor Indiëheelemaal uit en zoo liet ik er zachtkens op volgen : is je liefde niet wat al te harts'echtelijk ? Maar (kar kwam Charles tusschenbeide en hij riep: Een liefde voor Indië, die al te hartstochte lijk zou .zijn, wat hoor ik ! Zou er dan in de lente te veel zon kunnen wezen; waaien de wieden te zwoel; zouden de lieve bloempjes te sterk het afgebeden nieuwe leven kunnen doorgeuren ? Zeker, mijnheer Brommeijer, Heldiing heeft gelijk: de eereschuld moet worden at betaald al zou 't, pok onze laatste stuiver kosten ! Alleen wie zijn schulden voldoet heeft recht zich zelf een lentebouquet te ver eeren, en lente is het hier in dit kleine i land geworden, ik herhaal het u, bij de ver; teedering des harte .... dank zij de geleerden en handelaars die weten te waardeeren en ; te bewonderen ...! Geen woorden maar daden hebben wij noodig, en bij de groot, eche daad, voorgesteld door onze Regeering , orn Indiëniet meer dan achttien ton voor ? eene nieuwe Nederlandsche stoomvaartlijn : te laten bijpassen, voeg ik nu de vurige bede, dat op die manier de heele eereschuld nog eens mag worden afgelost. Op die manier, zeg ik, want ik acht dit de meest kiesche wijs, om iemand te bevoordeelen zonder dat hij 't zelf' merkt, zoodat hij er i dus geen dankje voor behoeft te zeggen. i Ik maakte de opmerking dat ik hem vroeger toch wel eens minder edelmoedig ' had gekend. Doch dit vond dadelijk een gezonde verklaring. Ah, mijnheer Brommeijer, ik zou zelf niet durven zeggen, dat ik altijd zoo weggeverig voor den Javaan ben ge staat in het buitenland, (rapport No 15, 24 Maart 1902). Amsterdam Masereeuw & Bouten. «Conservatorium der afdeeling Amsterdam yan de Maatschappij tot bevordering der Toon kunst". Bericht van het Zeventiende Schooljaar, 1900-1901. Inhoud van Tijdschriften. Hygiënische Bladen. No. 3: Dr. G. W. Bruinsma, Gazondheidszorg by inenting tegen pokken. Dr. A. J. C. Snüders, De aard appel als voedingsmiddel. Het microbenvraagstuk. (Vervolg.) J. van der Bruggen, De invloed der bodemgesteldheid op de open bare gezondheid in het buitenland. Sanitaire kroniek. « Kunst en Leven. Ie jaarg., Ie afl.: Zuid en Noord-Neierlandsche kunstenaars. Theo van Rgsselberghe, Onze musea. In 't museum van Brussel. Letterkunde. Van maand tot maand. Tentoonstellingen. Eigen Haard. No. 13: Gelijkvloers, door Lotfisse B. B., XIII. Mr. Jacob van Lennep en zyn Geslacht, door J. H. Rössing, met por tretten en af b. van eene gravure van J. B. Tétar van Elven, naar de teekening van F. J. Pfeiffer. (Slot.) Da Linoleumfabriek te Krommenie, door D. v. V., met afb. (Slot.) Vóór honderd jaren, door Jei°. de Vries. Huize «Bollenburgh" te Amersfoort, door A. J. V., met afb. naar eene fotogr. opname van den schrijver. Voor onze Amateur-fotografen: Fotografeeren b\j kunstlicht, door Dr. J. E. Rombouts. (Slot.) Verscheidenheid. Feuilleton. tllllHHIItllttHIMI ALLERLEI. Nederlandschen Bond voor Zieken verpleging. Het bestuur van de afdeeling Amsterdam en Omstreken van den »Nederlandschen Bond voor Ziekenverpleging" heeft voor den luttelen pirjs van 25 cent een Gids verkrijgbaar gesteld, een allereuttigst boebje. Terecht wijst het bestuur er op dat ondanks de talrijke krankeninrichtingen te Amsterdam, den gemeentelyken ontsmettingsdienst, de krarkzinnigenverpleging en zoo veel meer nog, menig stadgenoot niet weet hoe in verschil lende gevallen te handelen, omdat een betrouw bare gids, geschreven ten bate van de hulp zoekenden, tot heden ontbrak. In het hier bedoelde boekje nu wordt alles goed in deze leemte voorzien en, door de hulpzoekenden in nauwere verbinding met de hulpbiedenden te brengen, tevens de belangen van beide categoriën bevorderd. Kort en duidelyk wordt in den Gids aan gegeven, o.a. waar zieken, krankzinnigen enz. worden verpleegd, hoe zij vervoerd kunnen worden, hoe men deskundige verplegers en verpleegsters kan bekomen, goederen laat ontsmetten, eerste hulp bij ongelukken is te ver krijgen enz. Een verdere aanbeveling is overbodig. Bond van Ned. Onderwijzers. Door 't hoofdbestuur van den Bond van Nederlandsche Onderwijzers wordt een onder zoek ingesteld naar 't aantal onderwijzers en onderwijzeressen, die op 15 Maart nog zonder betrekking waren. Hat noodigt hen uit, hun naam en adres tea spoedigste op te geven aan 't Algemeen S^kretariaat, Ceintuurbaan 286, Amsterdam, met vermelding van 't aantal tm»i IIMII mimi» minimin iiiiiHiiiiiiriniiniiMn' ff iin weest. Maar neem, bid ik u, de omstandighe den in aanmerking. Een zonnigen dag breng ik heden in Nederlandsch Indiëdoor, gevoelt u het niet: er is bezieling in de lucht, warmte in de harten .... en niet alleen in de harten al op de kaart in Artis was een gloeiende lijn ! Een feestmaal vereenigt ons ... in een Indisch Amstelhötel... een Indisch feest... kellners als gedruischlooze Javanen ... een menu als een Dajaksch meisje, getatoueerde randjes... ik voel mij in Indië. Ik zag daar juist de Saidja en Adinda van ... Held ing ; hoort u dan niet het kokosbqscbje ritselen ... den boom waar Si-Ocuel uitgevallen is... kijk, daar spriugt een badjing heen en weer, och kijk eens, hoe vlug, tegen den stam van een klapperboom, en luister: Haidja zingt,. merkt u niet hoe tropisch warm het hier is... de zon blakert me. .. zou u niet met mij u-,v jas uittrekken? Ah. Wat ik zeggen wou, ik ben zóó in Indië... dat ik nu Indisch gevoel met mijn mede Javaantjes ... op een dag als vandaag, mijnheer Brommeijer, zou uw hart al een droge pisang moeten zijn om niet te smelten of te druipen .... Wij spraken nog even in luide woordenwisselitii? voort en trokken de opmerk zaamheid van Hubrecht. Dadelijk kwam hij op ons af en vernemende wat Heidring even te voren had gesproken begon hij zijn hoofd te schudden en zette eerst een gezicht alsof hij niet wist wat hij zeggen moest. Maar hij wist het natuurlijk opperbest. Melieve menschen, maakt toch zoo'n dmkte niet; tot aan 't eind van de zaal heb ik Heidring hooren praten over de liefde tot den Javaan. Waarom hebben jelui 't op zoo'ii luiden toon over die liefde ? De Javaan vraagt geen liefde, hij is al tevreden als hij maar de centen krijgt, die hem toekomen ... de rest lapt hij aan zijn hiel. En al was dit zoo niet, over liefde tot den Javaan hebben wij hier niet te toosten of te preeken houdt je bij 't onderwerp dat aan de orde is dat is de kranige reis van Nieuwenhuis als wetenschappelijke reis, tevens voor ons land van groote beteekenis, om 's mans dipomatiek succes, zoodat hij ons een oorlog heeft uitgewonnen en een geschil met Engeland. Ja, die jonge man daar verdient de eer, die ook jij hem liibt willen geven, en veel meer dan die eer. Een eer die jou tegen woordigheid meer duldde, dan vroeg en zoo ze gevraagd werd dan eerst begeerd in de laatste plaats. Jij had (laar heel achter aan tafel moeten zitten hij zei dat tegen Balt en liet mij zooals hem dan ook paste er buiten, en lette in 't geheel niet op Charles, die hij blijkbaar meer beschouwde als »pers." Hoe zou ten echte handelsman op nog andere dan op de zelfzuchtige wijs belang kunnen stellen in hetgeen de eer en de glorie van wetenschap en kolonie raakt ? Jij en je consorten, die van Indiëlevert door handel, nijverheid, scheepvaart, en zoo voorts.... mogen niet den hoogsten toon aanslaan, en 't best is: in 't geheel seen toon. Bij de hulde aan een zoo malen, dat men gesolliciteerd heeft, de plaats waar men zijn opleiding genoten hiefr, en de mededeeling, of men al dan niet als tijdelijk onderwgzer(es) of als volontair werk saam is. VERBETERING. In 't artikel «Kunst en Samenleving" van den heer Quérido komen een paar zinstorende drukfouten voor: Regel 36 van onder, midden kolom staat: «zonder geheel levenskracht"; moet z\jn: «geheel zonder'', enz. Op regel 10 van boven (derde kolom) staat: »ook is gansch andere" ; moet zyn: «ook een ganfich andere'', enz. Marie Madcleine. Auf Kyproa (Berlin. Vits, Deutsches Yerlaghaui-). Zviölfte Auflage. Was het omdat ik juist het No. van 30 Nov. van het Humoristisch Album nit handen had gelegd waar in een kort tooneelspel «Narigheid'* naar «Noodlot' van Louis Couperus eece parodie geleverd wordt op de daarin voorkomende over spannen toestanden was het daarom, zeg ik, dat mjjne eerste gedachte was, bij de warme aanbeveling van onder bovenstaanden titel nieuw verschenen Duitsche verzen, aan fijne ironie ? van den heer Henri Barel, in de Groene van 16 Maart. Heel noodig vond ik het ook in dat geval zelfs niet, om er de aandacht op te vestiger, maar ze zgn gelukkig niet in het Hollaudsch geschreven, hetgeen het gevaar veel vermindert om hier te lande onheil aan te richten. Meent de schrijver echter wat hy zegt ? dan heb ik een paar opmerkingen. Er is hier sprake van een meisje van nog geen 16 jaar, wonende te Berhjn en van Slavi sche afkomst, vooral van haar «Fiere durf en Grandiose oprechtheid", in het zeggen van haar verzen ! Wonderkinderen komen meer voor zooy, el in den goeden als in den kwaden zin, maar Caarvan juist hangt het af hoe ze opgevat moeten worden. Bewondert men misschien ook een misdadi ger, die eerst met alles heeft durven breken wat hem zou hebben moeten tegenhouden, ooi tot een daad te komen die hem verachtelijk maakt in ieder's oogen ? In hoever dergel^k durven den mannen mooi staat laat ik liever aan hen zelf ter beoordeelirg over, maar eene vrouw maakt het tot een zedelijk onding. Een soort ziekteverschijnsel waar men, van wege gevaar voor besmetting1. rekenirg mede moet houden en haar dus liefct maatschappelijk in den ban most doen tot zij \an hare ylende koortsen tot bedaren geko men is. * De vrouw heeft eene hooge opdracht gekre gen en behoeft daar volstrekt niet ontrouw aan te worden, zelfs al dwingt den strijd om het bestaan haar tot werkzaamheden, die vroeger te zwaar voor hare schouders werden gerekend. Dat zij veel moed heeff, als het noodig is, toont zg daardoor... tevens echter kan het blyven : Abei1 durcli Amimth alluin bn-rs'-het umi hcrrsche das [Weib. Manche zwar habcu gelicrrscht durch dés Goistcs Macht [uud der Thiiten Aber daiin Laben sie dicli, büch&tc dei1 Kronen, entbehït." * SCHILLEB. E'.ne lezeres. exceptioneel man als Nieuwenliuis had de eerste toost moeten komen van de konin gin of van den Prin?-gemaal, die haar ver tegenwoordigde nu zij verhinderd was. Wie bewees het koninkrijk der Neder landen een belangrijker dienst dan deze eenvoudige jonge man ? En v. Leeuwen de burgemeester moge goed gesproken hebben, maar ISieuwenhuis is geen Amsterdammer, een Nederlandsch burger, en niemand min der dan 's lands eerste Minister, dr. Kuyper zelf, had daarvan behooren te getuigen. Gouverneurs-generaal in ruste en vooral v. d. Wijck zijn uitnemende menschen, edoch waar bleef de vertegenwoordiger van koloniën in dit geval, de minister ad interim? En waarom ontzei de Minis ter van Buitenlandsche Zaken, v. Lijnden, onze beroepsdiplomaat, zich het voorrecht een dag lang het gewaardeerd en aan moedigend gezelschap te genieten van Nieuwenhuis, Nederlands grootsten diplo maat ... de man die gedaan wist te krij gen, dat inlanders de schuldige hoofden wil den uitleveren ? .. Zij, die de eersten had den moeten zijn om Nieuwenhuis te hul digen, ontbraken, evenals bij de hulde aan de nagedachtenis van den beroemden Am sterdammer, Van Lennep, in den Stads schouwburg gebracht, het Amsterdamse!! gemeentebestuur ; nietwaar, dat zegt iett I bij het herinneringsfeest ter eere van den dichter en schrijver, die de hoofdstad de, Waterleiding schonk en daardoor duizen den voor een ontijdigen dood behoed heeft. Ah, het feest van heden hier moe-t er een van Regeering en volk zijn ... en dan niet met jou Heidring c.s. op den voorgrond, maar in de eerste plaats de mannen en vrouwen die hun leven heb ben gewaagd, die offers, werkelijk offers hebben gebracht aan de wetenschap ... aan het vaderland of aan Indï... Wat is het geval..? Dit Nieuwenhuis-diner was voor een deel weer, wat zooiets bij ons te lando altijd is een parade ... miste het echt vaderlandsch, daarbij het hoog weten schappelijk cachet. En dat zeg ik niet, Heidring, om je te declineerer, of uit jaloerschheid op jou en de rest, die van Intlie pre fiteeren ... ik kan de zon best in het water zien schijnen ... ik gun je een luchtige Kuh, desnoods een driedubbele met twaalf' spenen. Waarom zouden we ons niet vet lurken als we in de gelegen heid zijn - maar Hubrecht hoorde op dit moment juist zijn raam noemen, zag om en verdween .... zoodat wij de conclusie moesten missen. Balt maakte ook, zonder eenige plicht pleging jegens Charles, zich uit de voeten en ging naar Tegelberg.... zoodat ik niet beter wist te doen dan Charles een weinig op te monteren met de opmerking : wat zijn dat toch onpraktische lui die idealisten ! Maar dit speechje van hem, hoop ik, zet je nu niet in je blad laat het mij voor de Groene. En zoo hebben mijn lezeis er de primeur van.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl