Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1292
jongere phllologen te Groningen samenkomende
eens het initiatief nemen tot het stichten van
een nieuw gcoot philologisch orgaan,
Nederlandsche geleerdheid waardig. Ik zeg:
Nederlandsche geleerdheid, want ofschoon de weten
schap meer dan iets andere internationaal is,
toch bestaat er tot zekere hoogte een
Nederlandsche geleerdheid. Men leze maar eens de
van geest tintelende brieven van Cobet, om
zich daarvan te overtuigen. Onze philologie
heeft zeer zeker een bepaald karakter,
vergelykenderwys gesproken. Let eens op de
Duitsche philologie met haar vaak zoo zwaar, zoo
duister, zoo gewrongen karakter, met haar
wolkerigheid. Vergelijk eens de wuftheid en de
sierlijke luchthartigheid van vele Fransche
eruditie. Zelfs van de Engjlsche philologie
onderscheiden wq ons, al zyn er bfl zonder veel
punten van overeenkomst. Het groot geheim
nu is,in de toekomst het goedevanden vreem
deling over te nemen, maar met behoud van
eigen karakter, 't Komt mg dikwijls voar alsof
wij in philologische zaken veal te veel koken
naar Duitschlaad, Duitschland navolgen, door
dik en dun. Dat moge ophouden. Wy moeten
ons zelf «ijn. Bovenal, omdat wij een klein
volkje zjjn, dat in werken des geestes zyn
kracht heeft te zoeken, niet in kanonnen n
bajonetten.
Een groot philologisch orgaan, zooals ik be
doel, moet uitmunten door de grootst mogelijke
verscheidenheid van inhoud. Het moet niet een
orgaan zqn van of voor professoren, alle leer
aren, alle onderwijzers (waarom hier te lande
en in onze taal altijd die splitsingen ?) moeten
er van hun gading in vinden. Ik wil hier geen
uitvoerig program aangeven. Toch mag ik er
ook niet over zwijgen.
In de eerste plaats dan groote verscheiden
heid van taal. k-HeWas" heeft daarin reeds 't
voorbeeld gegeven. Zoolang er nog niet n
algemeene wetenschappelijke taal bestaat (drin
gende eisen des tg is) schrikte men niet terug
voor de grootst mogelijke concurrentie l Of nog
beter: juist door die concurrentie toone men
ten slofte aan, welke taal wetenschappelijk het
geschikst is. Latijn ia niet meer voldoende. Het
Grieksch is veel te moeielyk. Duitsch niet een
voudig genoeg. Fransen wel wat arm. Engelsen
schijnt het allermeest te voldoen, maar de
orthographie moet hervormd. Natuurlijk zeg ik
dit alles niet als absolute machtspreuk. Men
denke over de zaak na, wikke en wege om 't
probleem op te lossen.
In de tweede plaats groote verscheidenheid
van inhoud. Derhalve: wat men gewoon is oude
en nieuwe philologie te noemen. Maar hierbij
heb ik een gewichtig amendement voor te
stellen. Men volge vooral den inhoud niet na
van zoo menig buitenlandsch philologisch
tylschrift, ontzettend geleerd maar ontzettend dor
en droog van inhoud. Men trachte de philologie
dienstbaar te maken aan het leven, men boude
voeling met onderwijs en opvoeding, met leven
en maatschappij. Hierover zouden geheele boek
werken te schrijven zijn, want het is niet
genoeg onderwerpen aan te geven, het ligt
bovenal ook aan den vorm, aan de wijze van
behandeling. Het is een vooroordeel alsof ge
leerdheid en eruditie meestal vervelend, droog
en ongenietbaar z\jn moet. Zijn Cobet's kritische
artikelen vervelend? En tintelen zijn Brieven
niet van geest? Genoten w\j indertijd niet van
zijne briefwisseling met Ruhnkenius, ex Orco?
Juist de groote philologen weten deze klip te
vermeden, de dii minores zyn, als altijd, daarop
maar al te vaak gestrand. Bentley is lang niet
iiiiliiiiiiiiitiiliiiiiiiHiiiiMiiniiiiiiiiiMiiiiitiiiiniiiiiiiiiiiilttiiiiiiitiiiiiii
altijd vervelend, soms amusant. Erasmus is niet
droog, h\j wist zijne geleerdheid tot in alle
kringen te verspreiden. Grotius sleept ons vaak
door zijn stijl mee. Om latere t g den te nemen,
denke men eens aan Winckelmann, aan
Humboldt, aan Bernhardy en Mommsen in Duitsch
land aan Geel, Pierson, Dporenbos, Yosmaer
ten onzent aan Rangabéin Griekenland
aan den geestigen schrijver der Promenades
Archaeologiques, Gaston Boissier, en zoovele
anderen in Frankrijk l Deze lijst is verre van
volledig. Alle groots philologen hebban stijl.
De spat vai Voltaire gold dan ook alleen de
mindere geesten, de navolgers.
Men vatte philologie op in den ruimst
mogelijken zin, dat is: taaistudie en literatuurstudie,
maar men geheide haar nooit ofte nimmer
van de kunst Trouwens onze splitsing tuaschen
wetenschap en kunst is een teeken van verval
een bewijs van ontaarding, een verschijnsel van
achteruitgang. Kunst en wetenschap zyn in
hoogeren zin n, en alle groote denkers en
dichters, alle groote geleerden en schrijvers,
dat zy'n de vorsten onder de philologen, weten
wetenschap aan kunst te huwen; de beste
philologen hebben dit alty'l duidelijk ingezien,
maar zy worden dikwijls, schijnbaar, over
stemd door de middelmatige meerderheid.
Zegt men dat er op zulk een manier slechts
weinig philologen kunnen zijn, dan antwoord
ik dat een groot gebouw weinig architecten
noodig heeft, maar vele, ja zeer talrijke
opperlui, metselaars en werklieden. Het werk van
die laatsteu is ook zeer nuttig, ja onmisbaar
Ik ben de laatste om er laag op neer te zien.
Maar en met die ernstige waarschuwing wil
ik besluiten philologie is nog iets meer dan
nauwkeurige verzemelary.
Ik moet hier weer verwijzen naar Nietzsche
den in zijn beste geschriften wel wat
duitschduister, maar toch ook zoo grondig-diepzinnig
optredenden hervormer. Als ik zijne nagelaten
werken bestudeer, althans die uit zyn gezonden
tijd, dan komt bet mij voor dat de idealen die
hem in de philologie steeds hebben
voorgezweefd ook altijd de mijne zyn geweest. Vooral
blijkt dit uit z ne biografie.
Zooals hij de Grieken voelde en verstond,
zoo ook ongeveer moeten wij doen. Misschien
is een Goethe, een Vosmaer, nog beter, nog
helderder voorbeeld, maar hun ontbreekt dan
weer vaak de. diepe en grondige philologische
kennis van Nietzsche. Maar Nietzsche was
filosoof l hoor ik roepan. Voor negentiende- en
twintigste-eeuwers, die alle menschen, geleerden
vooral, naar vakjes afdeelen, moge dit iets te
beteeken hebben, voor my niet, die dikwijls
liever leef met de oude Grieken, dan met de
moderne Nederlanders. Was Plato niet dichter
en filosoof tegelijk? Is niet Euripides een
filosoof als dramatisch dichter? Zyn niet alle
groote schrijvers, de koningen dus onder de
philologen, filosofen ? En moet niet de filosofie
het begin en het eindpunt zijn van alles?
Zoo schijn ik dan van de philologie afgedwaald
naar de philosophie. Maar die afdwaling is
slechts schgnbaar. Eigenlijk is het slechts een
spel van woorden, een verschil van letters,
althans voor een denker en dichter, die het
geheel der menschely'ke kennis tracht te over
zien en te beheerschen. Het is noodzakelijk,
zegt Flato, dat hetgeen zoowel de philoloog
als de philosoof prijst, volkomen waar is" (Staat,
IXe boek.) Ook elders heeft de groote Plato de
filosoof met den philoloig verbonden. Moge het
aanstaande Groningsche Philologencongres, door
het scheppen van een groot, een levend en
levenwekkend, een poëtisch orgaan, dat tevens
wysgeerig is aangelegd en opgezet, hulde brengen
aan de schim van den grooten Plato.
Utrecht H. C. MULLER.
Een Herrezen Koloniaal töWrifi.
In het inleidend woord der nieuwe,
achttallige redactie bestaande uit de heeren
mr. L. W. C. van dec Berg, mr. D. Fock,
mr. J. E. Heeres, A. W. F. Ideaburg, dr. H.
Kern, J. L. Koster, H. Pyttersen Tz. en R. A.
van Sandick van het Tijdschrift voor
Nederlandsch-Indiëvan wijlen dr. W. R. baron van
Hoëvell kondigt zy haar program aan. Hier
onder volge wat mij daaruit het belangrijkst
toeschijnt:
»In deze orde van denkbeelden wenscht de
nieuwe Redactie in de eerste plaats het tijd
schrift open te stellen voor de bespreking der
economische, politieke en sociale belangen van
Oost- en West-Indië. Daarnaast zal zij ook
gaarne stukken van wetenschappelyken aard
opnemen, vooral op het gebied van taal-, land
en volkenkunde en geschiedenis, voor zooverre
die stukken, wat inhoud en vorm betreft, kun
nen geacht worden op de algemeene belang
stelling aanspraak te maken. Stukken, alleen
voor deskundigen belangrijk, moet de redactie
uitsluiten, omdat die in andere tijdschriften
beter op hunne plaats zijn. Zoo ook zullen
opstellen over militaire onderwerpen of over
openbare werken welkom zijn, mits niet van
beslist technischen aard. Eindelijk zullen gaarne
worden opgenomen korte verdichte verhalen,
welke het leven in onze koloniën doen kennen,
gelijk mede reisbeschrijvingen, welke eene
zekere litteraire maar tevens wetenschappelijke
waarde vertegenwoordigen.
De Redactie wenscht voorts de belangrijkste
werken over Nederlandsen Oost- en West-Indi
te zien besproken, onverschillig of zij hier te
lande dan wel elders verschijnen. Daarentegen
wenscht zy werken over vreemde koloniën en
landen alleen aan te kondigen, indien die wer
ken aangelegenheden behandelen, ook voor de
Nederlandsche bezittingen van r echt s treek ach
belang. Maandelijks zal een overzicht worden
gegeven van de brochures, tijdschrift- en dag
bladartikelen de Nederlandsche koloniën be
treffende, voor zooverre een en ander kan geacht
worden eene meer dan voorbijgaande beteekenis
te hebben.
De samenstelling der Redactie geeft voldoende
aan, dat zij geene bepaalde staatkundige rich
ting op den voorgrond stelt. Zij wenscht het
tijdschrift te maken tot een spreekgestoelte,
van waar iedereen zeggen kan, wat hem of haar
op het hart ligt, onder de eenige voorwaarde,
dat hetgeen gezegd wordt van degelyken inhoud
zij, en in behoorlijken vorm wordt ingekleed.
Persoonlijke aanvallen, op wien of op welk
gebied ook, zijn uitgesloten. De Redactie ver
meent, dat het neutrale standpunt, hetwelk zij
hier als een beginsel vooropstelt, eene reden
te meer kan opleveren om aan het «Tijdschrift
voor Oost- en West-Indië" recht van voort
bestaan te geven, en dat het aldus eene eigen
aardige plaats kan innemen te midden van de
Nederlandsche periodieke litteratuur."
My is de beteekenis niet duidelijk van het
?neutrale standpunt", dat de redactie >als een
beginsel vooropstelt" een punt, dat tevens een
beginsel is, wekt ontzag , en onwillekeurig
denk ik aan hst Hjttpje van Maynard :
De peur d'endosser la cuirasse,
Ta sers avec fidélit
Une damóiselle de glacé,
Qu'on appelle neutralité.
Blijkt niet hoe langer zoo meer de noodza
kelijkheid, dat men zich voor Indiëin het
kuras steke en niet neutraal zij? De toename
van de bevolking, het verbroken economisch
evenwicht in den Indischen Archipe., et zich
uitbreidend pauperisme onder de Indo's, de
hongersnood onder de Javanen de werke
lijkheid is helaas niet neutraal!
De heer mr. D. Fock heeft het over den
nieuwen minister van koloniën. In dat artikel
poojt bij de goede lieden gerust te stellen, die
de vrees hebben uitgesproken voor te grooten
ijver ten opzichte van de kerstening van Indië.
«Een onverstandig drijven is dus buitengesloten;
een streven, om het aantal Christenen met alle
middelen en op alle wijzen uit te breiden,
wordt met nadruk veroordeeld." Wie na deze
verklaring nog iets tegen die kerstening heeft
in te brengen, is een kniesoor.
De heer J. L. Koster bespreekt de brochure
van den heer J. J. B. Fanoy over het drank
misbruik in het Nederlandsen-Indische leger.
Daarna komt de beste bijdrage van deze
aflevering: de beoordeeling van Pieyte's werk
over den Boroboedoer, door prof. dr. H. Kern.
De kritiek is zeer waardeerend, al wordt er
op eenige feilen gewezen.
Vervolgens bestrijdt de heer dr. J.
Groneman de meening van den heer J. F. Niermeyer,
dat de koning van Siam zich op Java aan
tempelroof heeft schuldig gemaakt.
Prof. mr. J. E. Heeres reproduceert eene
lezing, vroeger door hem te Delft en te
's Gravenhage gehouden en handelende over
l «Oost-Indische dames en heeren uit den tyd
der Compagnie". In het voorbijgaan wilde
ik heel bescheidenlijk vragen, of de heer
Heeres zyn stuk wel met de noodige aandacht
heeft herlezen. »En die grondslagen waren
stevig gefondamenteerd". Dat klinkt toch wel
wat gek, waar fundamenten niets anders
dan grondslagen zijn. »«Vrouwe" of «Mevrouw"
waren alleen de vrouwen (pardon; de «gema
linnen") van den G. G., van de leden van den
Raad van Indiëen van den president van
den Raad van Justitie". Beschuldigt de
schrijver daarin, door de herhaling van het
voorzetsel «van", voor het minst den
landvoogd en den rechterlyken ambtenaar niet van
veel wüverij ? En kent hij Italiaansch ? Ik vraag
dat naar aanleiding van het citaat: «lasciate
ogni speranza, voi qu' entrate", terwijl de
negende regel van Canto III uit Dante's
La Divina Commedia luidt: «Lasciate ogni
speranza voi, che 'ntrate". Is voorts >Nourri
dans Ie sérail, il en connüt les détours" niet
mede een jammerlijk verminkt citaat ?
De heer J. P. Schoemaker doet, onder den
titel >De Gedong Ingris", een verhaal uit den
opstand op Java 1825?1830.
De h@er R. A. van Sandick herkauwt een
in het Sataviaasch Nieuwsblad van 13 Dec.
1901 verschenen stuk over de examens in
lodiëvoor de Cadettenschool te Alkmaar en
de Koninklijke Militaire Academie te Breda,
van de hand van dr. J. G. van Deventer, dien
de reproducent noemt »den meest veelzydigen
man dien wy kennen, den begaafden letter
kundige." Het is duidelijk, dat de heer Van
Sandick de heeren dr. J. G. van Deventer en
dr. Ch. M. van Deventer met elkander verwart.
Dan komt eene maandelyksche revue van
brochures en van tijdschrift- en dagblad
artikelen.
Ten slotte eene soort van bibliographie.
Schitterend is deze eerste aflevering van de
nieuwe serie zeker niet. Noch aan den inhoud,
noch aan den vorm is veel werk besteed. De
redactie kondigde aan, dat >met bet tijdschrift
een nieuwen koers wordt ingeslagen"; van
harte hoop ik, dat uit de volgende afleveringen
moge blijken, dat die nieuwe koers een goede
zij, trots de geringe waarde van den »coup
d'essai."
OTTO KNAAP.
IIIIMIIItlllllllllllllllllllllll
lllllllimillllllllllHMIII
40 cents per regel.
?liiuiiiMiimiiiiiiiiiiHiiiiuMiiiiiiiiifiiiiiiiiiiimiiiimiiiiiMiiniiiiimiM
K AM ST R A's Matrassen-, Bedden- n
Slaapkamer-Meubelfabriek, S n eek.
BED DER TOEKOMST met 10 jaar garan
tie. Leverde sedert 1896 pi. m. 7OOO
stellen. Geïllustreerde Prijscourant gratit.
Honderden bewijzen van tevredenheid.
Specialiteit inENGELSCHE LEDIKANTEN.
Piano- en Muziekhandel
H. EAHR, te Utrecht.
Opgericht 1835. Telephoon No. 44&
Amerikaansche, Duitsche en
Fransche
PIANINO'S en ORGELS.
Groote keuze in:
HIJIJRPIANO'S.
Oude instrumenten worden ingeruild.
Reparatiën worden in de Fabriek ten spoedigst*
uitgevoerd. Gelegenheid tot stemmen in «a
buiten abonnement.
Zeker en zonder pijn werkt het ecbte
Radlauer Ekateroogenniiddel
d. i. 10 Gr. 25 pCt. Salicyl collodium met 5
Centigr. Hennepextract 5o Cents.Alleen echt met
de firma Kronen-Apotheke, Berlijn. Depot
in Amsterdam, bij CLÉBAN & Co., Apotheek
POLAK, PHARMACIE
MiimtniiiiiiMiMMiiMiiMiiimiMimiiiiiHimii
Piano-, Orjl- en Mnzieta
9IEYROOS *V KALttlIOVEUt
Arnhem, Koningsplein.
VLEUGELS en PIANINO'S in Koop en in Hun».
Bepareeren Stemmen Ruilen.
J. H. DE WIT.
Algemeene Boekhandel
Utrechtschestraat 54, Amst.
(Telefoon No. 3947).
Levering van Binnen- en Buitenlandsche
Tijdschriften en Boeken.
" ..... Hinffllti ..... in ....... MriiiiiiiiMiiiiiitiiniiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiiMiMi
Een nieuw katholiek liefdewerk tot
bescherming der jeugdige, en red
ding der gevallene vrouwen.
De Tyd schrijft als volgt:
'""?Ongetwijfeld zou men de katholieke Kerk,
ook|in ons Vaderland, onrecht doen indien men
beweerde, dat door baar tot dusver het werk
van:,bescherming en redding van jeugdige vrou
wen, wier deugd of ernstig gevaar liep of
jammerlijk schipbreuk leed, geheel werd ver
onachtzaamd. Wij hebben alleen maar te her
inneren aan de gestichten der Zusters van den
Goeden Herder, aan het hier ter stede opge
richte Doorgangshuis en meer andere inrich
tingen van soortgelyken aard, alsook aan de
veelzijdige bemoeiingen der onvolprezen
St-Vincentiug-Vereeniging in veel gezinnen, om de
onjuistheid van een dergelijke beschuldiging
aan te toonen. Evenwel valt het niet te ont
kennen, dat, toen, ook ten opzichte van deze
zaak, de veranderde tijdsomstandigheden nieuwe
eischen gingen stellen, er ne zijde van het
vraagstuk geweest is, (althans bier te Lande)
van katholieke zijde nog niet die aandacht
getrokken heeft welke haar in zóó hoogemate
toekomt.
Wij bedoelen den schandelyken interna
tionalen handel, welke met misdadige oogmer
ken gedreven wordt in vrouwen en meisjes.
O ider allerlei schijnbaar hoogst onschuldige
voorwendsels, door bedriegelyke aanbieding van
de meest uiteenloopende ruimbetaalde en eer
volle betrekkingen, enz. worden jonge dochters
uit schier alle Landen der wereld op listige
wijze naar de centra eener bedorven beschaving
gelokt, om haar, als zy alleen, onwetend van
het gevaar, dat haar dreigt, meestal zonder
middelen, om naar huis terug te keeren, daar
zijn aangekomen, over te leveren aan den
Moloch der prostitutie en van het zedenbederf
in zyn schandelijkste gedaanten. De toenemende
gemakkely'kheid van het wereldverkeer, niet
minder de harde noodzakelijkheid voor een
steeds aangroeiend getal jonge vrouwen, welke
een ouderlijken en eigen haard moeten ont
beren, om zelven haar weg door de wereld te
zoeken, dragen op werkelijk schrikbarende
wyze ertoe bij, het aantal slachtoffers van het
zedenbederf onzer groote steden te vermeerderen.
Het valt niet moeilijk te begrijpen, hoe
onder de vele christelijke liefdewerken, het
liefdewerk tot bescherming der onschuldigen,
die aan de hier geschetste gevaren zijn bloot
gesteld en tot redding en opheffing dergenen, die
mfii
DAMEjS.
miiiiiiiiiiiiitiiiiiiii
reeds als slachtoffer daarvan gevallen zijn, velen
wier ijver op het terrein van practische naasten
liefde zich overigens door geen moeilijkheden
liet terughouden met schrik deed terugdeinzen.
Dikwijls ook ontbrak den deugdzamen en braven
christenen, die bier tot helpen bekwaam en
bereid zouden geweest zyn, de kennis van den
omvang van het kwaad, welke tot helpen on
misbaar moest geacht worden. Voor individuen
trouwens is de taak te zwaar, moet die zelfs
onmogelijk worden geheeten : alleen een krach
tige Vereeniging kan haar ondernemen ....
Dit een en ander werd ingezien door den
Bijzonderen Raad der St. Vincentius-vereeniging
in onze hoofdstad. De ervaringen der
Vincentianen bij hunne veelvuldige aanraking met de
zedelyke en stoffelijke ellende welke in een
groote stad als Amsterdam geleden wordt,
schonken den Bijzonderen Raad de overtuiging,
dat ook op dit gebied de katholieke charitas
niet langer werkeloos mocht t'lyven. Zooals van
een katholiek bestuur mocht verwacht worden,
stelde hij zich, alvorens tot handelen ever te
gaan, in betrekking tot het Hoog-Eerw. Epis
copaat en mocht aanstonds onverdeelde
instemHing en krachtdadigen steun voor zy'n streven
ondervinden.
Erkend wordt (in de circulaire, welke De Tijd
bespreekt), dat, in verband met maatregelen
van regeeringswege en van particulier initiatief,
in verschillende landen, met name in Engeland
en in Zwitserland, van protestantsche zyde
gedurende de laatste helft der vorige eeuw de
strijd tegen het bedoelde kwaad met kracht is
aangebonden.
Ook in ons vaderland is die tweevoudige
beweging: a. tot bescherming der jeugdige, 6. tot
redding der gevallene vrouw, sedert meer dan
een kwart eeuw met bewonderenswaardigen ijver
en onverdroten toewijding op touw gezet en
volgehouden door onze andersdenkende
landgenooten, en wat zy tot stand brachten in hun
tehuizen" en wy'kplaatsen" kan slechts bij de
katholieken groote bewondering en navolging
opwekken.
Doch ook aan katholieke zyde werd in
andere landen niet stil gezeten.
Schier in alle landen der nieuwe en oude
wereld hebben onze geioofsgenooten, op aan
sporing van hunne bisschoppen, zich vereenigd
tot een internationalen katholieken bond, welke
te Freiburg (in Zwitserland) zyn hoofdzetel
heeft gevestigd, in alle groote steden van Frank
rijk, Spanje, Italië, Oostenrijk, Duitschland,
Scandinavië, Engeland en België, om van Amerika
niet te spreken, zijn goed georganiseerde
afdeelingen telt en welk ieder voor zich baar
nationaal comitébezitten.
Het was in de maand October van het vorig
jaar dat in onze stad door het Nationale Comit
tot bestrijding van den handel in vrouwen,
waarin tot dien dag uitsluitend niet-katholieken
zitting hadden, een pro-congres is
bamengeroepen, waarheen de verschillende regeeringen
en nationale comité's hunne vertegenwoordigers
hadden afgevaardigd.
Onder de 3 gedelegeerden der Duitsche
regeering behoorde ook dr. Müller-Siraonis,
kanunnik aan de kathedrale kerk van Straats
burg, een R. K. priester dus, wiens leven geheel
gewyd is aan de verschillende werken van barm
hartigheid en die, in onze stad enkele dagen
verblijvend, zyn verbazing te kennen gaf dat
de in werken der liefde zoo rijke en goed b
efaamde katholieke bevolking van Nederland,
tot dusverre ten deze de kracht in vereeniging
gelegen ongebruikt had gelaten en de bescherming
en redding harer geloofsgenooten grootendeels
aan de zorgen van andersdenkenden had toe
vertrouwd; een gevaar dat te luider spreekt,
omdat, zooals reeds in den aanhef dezes is
gezegd, buiten Amsterdam, en ook daiir nog
op zeer bescheiden voet, de zorg ter bewaring
en de gelegenheid tot redding hoofdzakelijk door
niet-katholieken wordt aangewend.
Dit mag niet langer zóó bly'ven meenen de
onderteekenaars der circulaire.
Zy vertrouwen dat ook de aanzienlijke katho
lieke vrouwen van ons vaderland het voorbeeld
harer zusteren in den vreemde zullen navolgen
en zoodoende een krachtigen stoot geven aan
den arbeid van enkelen, welke reeds in onze
stad in dien geest met groote vrucht werkzaam
zijn.
Wanneer daarna te Amsterdam de hoofdzetel
wordt gevestigd, gelyk het der hoofdstad betaamt
in alles het goede voorbeeld te geven, dan
kunnen in overleg met HH. DD. HH. de bis
schoppen der verschillende diocesen in de overige
steden correspondeerende afdeelingen worden
opgericht.''
Nationale Yronwenraad van NeflerM.
Op Woensdag en Donderdag, 2 en 3 April
1902, zal te Rotterdam in het gebouw »Tivoli",
Coolsingel aldaar, de derde algemeene verga
dering worden gehouden van den
Nederlandschen Vrouwenraad.
De eerste zitting Woensdagmorgen te tien uren
te openen, zal allereerst zyn gewijd aan de huis
houdelijke zaken : de notulen, het jaarverslag,
de financiën. Verder vermeldt de agenda: het
verslag der in da vorige vergadering benoemde
commissie voor het onderzoek naar de wetten,
die ambtenaarsvrouwen verbieden zaken te
drijven of betrekkingen te vervullen; een
voorstel van den Groningschen Vrouwenbond
om den toegang voor jongens en meisjes tot
alle door Rijk of Gemeente gesubsidieerde in
richtingen van onderwijs op gelijke voorwaarden
te bevorderen; een voorstel van de Vrije
Vrouwenvereeniging, de Nederlandsche Vrouwen
raad propageere voor de wettelijke afschaffing
van den nachtarbeid der bakkers; een voorstel
van den Alg. Ned. Bond Vrede door Becht
tot het houden eener jaarlyksche betooging
voor den !vrede op 18 Mei. Voorts zullen in
behandeling komen eenige voorstellen van het
dagelykscti bestuur van den Internationalen
Raad, waarvan het voornaamste wel is om
vredesbetoogingen op 18 Mei in alle landen
te doen uitgaan van de verschillende nationale
vrouwenraden en die universeele betooging
van vrouwen voor vrede en arbitrage te doen
dienen, om de aandacht van het publiek te
vestigen op het ideaal dier gevoelens van
algemeene broederschap, die alleen mogelijk
zyn by de staking van alle internationale
vijandelijkheden; om gegevens in te winnen
aangaande de materiëeele kosten van den
oorlog en zijne zedelyke zoowel als economi
sche gevolgen; om den zucht naar vrede te
wekken in ieders hart en daarby het geloof
aan de practische mogelijk daarvan; om te
streven ook de betrekkingen der volken onder
ling te doen beheerschen door de ideale be
trekking, die ligt opgesloten in de overtuiging,
»dat alle menschen kinderen zyn van den
hemelschen vader". Sedert 1897 zy'n wy' on
afgebroken getuigen geweest van den
SpaauschAmerikaanschen oorlog, van den kamp op de
Philippijnen," van den oorlog in Zuid-Afrika,
van den stryd op Atjeh, van de straf-expedi
ties in China. Verschillende natiën, aangesloten
b^ den Internationalen Raad, waren daarin
betrokken en deze internationale Raad zoude
zyn grondbeginsel ontrouw worden, als hy ook
maar eene poging waagde om te oordeelen
tusschen volk en volk, de grootte der
beleedigingerj te bepalen, en ieders maat van
verantwoordelijkheid af te meten. Maar hy
meent toch, dat het zyne roeping is, er op te
wyzen, dat de vrouwen thans moeten handelen
in tegenstelling met den ouden regel om in
vredestijd te wapenen tot den krijg; dat juist
het woeden van den oorlog en al zijne ver
schrikkingen een prikkel moet zijn om met
grooten ernst ons te bepalen bij het diep
ingrijpende vraagstuk der internationale be
trekkingen.
Het vervolg der zittingen zal worden gewy'i
aan de rapporten van afgevaardigden der
verschillende aangesloten vereenigingen. Har*
groote verscheidenheid waarborgt afwisseling.
De zittingen kunnen worden bijgewoond, be
halve door de afgevaardigden, door alle lede»
van alle vereenigingen, die zich aan den raad
hebben geaffilieerd.
Bovendien zal Woensdagavond, 2 April ta
8 uren, in het gebouw Tivoli eene openbare
vergadering worden gehouden ter bespreking
van het prostitutie-vraagstnk. Als sprekers
zullen daar optreden jonkvr. M. A. v. Hogendorp,
dr. A. Aletrino, mevr. M. W. H. Rutgerg
Hoitsema, mr. A. de Graaff, dr. Aletta Jacobi.
Voor hen, die officieel de vergaderingen
by'wonen, bestaat gelegenheid om te Rotterdam
te logeeren, terwy'l op l April in Tivoli een
receptie-avond zal worden gehouden ter onder
linge kennismaking van alle actieve krachten,
zoo mannen als vrouwen, Rotterdamsche en
van elders komende.
Als voorbereiding wenscht de presidente,
douairière Klerck van Hogendorp, de beide
dagen te d/4 uren zich in het gebed te ver
eenigen met degenen, die daaraan willen deel
nemen om zegen te vragen op de werkzaam
heden van den dag. Deze gebedssamenkomstea
zullen evenzeer in Tivoli plaats hebben.
JOHANNA W. A. NABBB,
Afgev. voor Nederland vjh pers comité.
van den int. Vrouwenraad.
Herinneringen van Snsan Antnony.
Op het congres voor vrouwenkiesrecht t«
Washington dat van 12 tot 18 Febr. gehouden
werd, was een avond gewyd aan de «pioniers".
Dat wil zeggen: al de nog levende mannen e»
vrouwen, die in den allereersten tyd van da
beweging op den voorgrond traden en voort
durend hun krachten aan de vrouwenzaak
bleven wijden, gaven op dien avond herinne
ringen uit het begin van hun optreden ten
beste De jongste der pioniers, miss Susan B.
Anthony, 76 jaar oud, presideerde de druk
bezochte vergadering. Geen plaats in de kerk