Historisch Archief 1877-1940
DE A M STERDAM M EK WEEKBLAD YOOR NEDERLAND.
No. 1294
komen meer hebben. Vóór alle dingen
verzamelt zij geld; zij brandschat de bour
geoisie evengoed als de aristocratie en de
orden ondersteunen haar uit vrije bewe
ging. Republikeinse^ gezinde kooplieden
'worden gedwongen tot bijdragen door de
bedreiging met het verlies hunner klanten,
en te Parijs zoowel als in de provincie
.bezoeken aristocratische dames hutten en
zolderkamers om geld uit te deelen en
stemmen te winnen. O/er het bedrag van
het nationalistisch verkiezingsfonds kan
men natuurlijk geen bepaalde opgaven
doen; toevallig weet ik echter uit betrouw
bare bron, dat de liga in een departement
van Cdntraal-Frankrijk, waar slechts drie
van haar candidaten in aanmerking komen,
100,000 francs heeft beschikbaar gesteld.
De QoMlois heeft het dezer dagen rond
weg erkend: »aan geld hebben wij geen
gebrek, maar wel aan candidaten." "
De socialisten hebben hun voordeel
fradaan met het feit, dat hunne party,
door de opneming van den heer Mi lier and
in net ministerie, gestempeld is al» een
deel van de regeeringspartü. DJ tijden,
waarin zij bij het stuivertje wisselen van
»radicalen" en »gernatigden" steeds buiten
gesloten bleven, zijn voorbij. Doch slechts
zoolang Waldeck-Rousseau heer en meester
was. Als vermoedelijk opvolger van den
premier wordt, in de onderstelling dat de
tegenwoordige richting der
regeeringspolitiek gehandhaafd blijft, Léon Bourgeois
genoemd. Een eerlijk, bekwaam en
do<>rtaetend man, zonder twijfel, maar misschien
meer dan de tegenwoordige premier ge
neigd om '?des noods het zwaartepunt
der regeeringspartij een weinig naar de
zijde der zoogenoemde «gematigden" te
verplaatsen, al behoort hij zelf tot de
»geavanceerden". Het staat te bezien of de
socialisten, met eene zoo onzekere par
lementaire toekomst voor oog»n, bareid
zullen zijn om de regeering ook gedurende
den kritieken tijd der verkiezingen te
steunen.
Op den avond, toen Waldeck-Rousseau'a
rijtuig op zoo ongelukkige wijze met een
omnibus in botsing kwam, had de premier
juist eene philippica gehouden tegen de
valsche broeders, die zich slechts voor de
leuze onder de banier der republiek scha
ren. Hij herinnerde, hoe het aantal der
monarchistische candidaten, dat wil zeggen
van hen, die openlijk voor hunne monar
chistische gevoelens uitkwamen, was ge
daald van 351 in 1894 tot 191 in 1898,
en meende, dat er nu waarschijnlijk geen
drie dozijn zouden te vinden zij n. «Natuur
lijk" zeide hij »is men conservatief,
onafhankelijk, nationalistisch republikein;
spoedig zullen er wel monarchistische, impe
rialistische, wellicht zelfs caesariaansche
republikeinen komen. Dat hangt klaar
blijkelijk samen met den vastenavond,
waarin het masker is veroorloofd. Maar
het land zal de maskers oplichten, en het
is de taak der pers, aan de nieuwsgierig
heid van het algemeen stemrecht uitdruk
king te geven." Verdef constateerde de
spreker, dat veel geld werd verzameld,
maar bij sprak tevens de hoop uit, dat
Frankrijk zich onotnkoopbaar zou toonen.
Aardig was de manier, waarop hij de
knoeierij in de aristocratische salons
schetste. «Tusschen 5 en G uur worden
berekeningen gemaakt; dan doet men aan
diplomatie en voert de grojte
verleidingsEcè.^e op. Verschillende republikeinen
worden op den berg gebracht en vandaar
toont men hun de heuvelen en dalen der
kiesdistricten.. .. «Dat alles behoort u toe,
gij behoeft u slechts te laten beschermen."
Enkelen zetten met trillende hand hunne
^onderteekening op het perkament en heb
ben er mogelijk nu al berouw van. An
deren waren voorzichtiger en zeiden : »Wij
nemen uwe protectie gaarne aan, maar
onder de voorwaarde, dat wij er niets van
weten.1' Het ia niet de zonde, die de
ergernis wekt, maar de publ.citeit."
Thiers heeft indertijd gezegd: Li r
publique sera conservative ou elle ne sera
pas." Dei tig jaar later zal men, voor
conservatief, progessief moeten lezen.
Signalementen nit UtKcht,
door JAN VAN 'T STICHT.
JOliANNES CORNELIS VAN EELDE,
L i Secretaris van het Munt-college (flcn len
J januari 1902 opgeh ven).
Voor ieder, die den heer Van B->lde kent,
is het gaen gehaim dat bij is fhaal vry' van
sociaal -democratische neigingen en zijn schou
ders optrekt voor een goed deel van hun
.onafwijsbare" eischen. En dit van zijn
standpunt met volkomen recht. Z>o men
hem byv. aan boord komt met den achturigen
arbeidsdag, mag hij er met voldoening op
wy'jen dat hy' in zijn bezig leren meer
twaalfurige, dan achturige werkdagen heeft gekend.
Ziehier weder een dier mam,en, die al wat het
beste in hem was en is, steeds heeft aangewend
t m behoeve van zy'n naasten. Er zy'n weinig
zaken van beteekenis in de laatste veertigjaren in
Utre ;ht tot stand gekomen waaraan by niet naar
de mate van zijn groote krachten heeft medege
werkt en byna immer in de voorste gelederen.
En wat verwonderlyk is, de dingen, waaron
der hy zy'n schouderen heeft gezat, zy'n by'ia
altijd geslaagd.
Hoe duidelijk herinneren wy ons nog de
ny pende behoefte aan arbeiders woningen hier ter
stede, en de schromelijke, menschonteerende
toestanden, die op het gebied van woningen
voor de behoeftige volksklasse, Utrecht tot
schandi strekten. En wie anders dan de heer
Van Eslde, op initiatief en met medewerking
van dr Broers, mr. H. Waller en eanige trouwe
medestanders, sloeg de hand aan den ploeg
tot stichting van de Maatsehappyen tot
verbatering van woningen voor arbeidenden en
minvermogenden. Honderde en honderde wo
ningen zy'n door die maatschappijen gebouwd,
welke te mogen huren door den fatsoenleken
werkman nog alty'd een voorrecht wordt geacht.
Ei wat is in den loop der tijden gebleken?
Dat deze stichting, wel verre van t<> zy'n eene,
walke most leven van giften en gaven, in zich
zelve eene groote levensvatbaarheid bezit, en
niet alleen zich zelve bedruipt, doch ook nog
winsten afwerpt. Natuurlyk is dit by' de
stichters allerminst het doel geweest, maar
pleit het feit niet voor de kerngezonde en
prsctische filantropie, die by den heer Van
E )lde voorzit ?
Iets dergelijks is het gaval gavreest met de
Utrechtsche B3grafeni"-Vareeniging.
Em jaar of dertig geleden, kon ja niet dood
gaan of j 4 nagelaten betrekkingen huilden twee
keer, eens omdat jq dood waa en dan en
niet het minst om de biddersrekening.
Hat was eenvoudig schandelijk zoo als die
kerkhof-piraten de lui afzetten en stuitend
het brutale cynisme en geldb»>jig, dat by zulke
gelegenheden werd aai den dag gelegd. Ver
ontwaardigd over deze ergerlijke toestanden,
vatte de hoogleeraar Fruin bijgestaan door
eenige stadgenooten, waaronder de heer Van
Eülde, het besluit er een eindd aan te maken,
en hy heeft het gedaan ook. Door het op
richten der voornoemde B jgrafanis-Vereeniging
ia paal en perk gesteld aan de laaghartige
roofzucht der voormalige bidders en zoo wel
het doode als het levende publiek een groote
dienst bewezen.
Zoo als wy' reeds gezegd hebben is de heer
Van Eslde op allerlei sociaal gebied voort
durend met nosste vlyt aan het werk geweest.
Da eholeracommissie heeft hem onder hare
leden geteld ; van Fioralia was hy' een op
richter. En dan de Mlatschappij tot Nut van
't A'gemeen, in hst bijionder haar spaarbank
en hulpbank l Mat hoeveel hart en toewy'ling
heeft hy' voor haar gewerkt!
Van alle inrichtingen echter, waaraan hy
zy'ne trouwe zorgen heeft besteed, ligt hem
gewis geen nader aan het hart dan het
Gsneesknndig gasticht voor Krankzinnigen, in
den volksmond »de Lange Nieuwstraat"
geheeten. R^eds op ruim 25 jarigen leefty'd den
len Januari 1858 nam hy' de betrekking
van regent van dit gesticht op zich en belastte
zich tot Juli 18,72 geheel belangeloos met het
geldelyk beheer er van. Tot op heden bleef
hy onafgebroken de.sl uitmaken van het bestuur
en het is verklaarbaar dat dit gesticht, wel zy'n
troetelkind, onder zy'n verlicht bestuur in den
loop der tijden een omvang heeft verkregen en
een vlucht genomen, die van des heeren Van
E-)lde's beleid eene gunstige getuigenis afl sggan.
Indien ik u moest opnoemen welke betrek
kingen hy' heeft bekleed, welke bedieningen
vervuld, van hoevele commissies lid geweest,
aan de totstandkoming van hoevele zaken hij
hesft medegewarkt, ik zoude werkelyk tijd en
plaats te kort komen. In zeker niet minder
dan een veertigtal commissies, Vergaderingen,
Miatschappvjen, enz. heeft hij zitting gehad en
nog zitting Ei in vele is hij de warkkrach',
by uitnemendheid geweest. II ;t is verbazend
hoe de man den 1y'i heeft gevonden zoo veel
en zoo velerlei af te doen. Ei nu moet men
niet meenen dat de heer van Eslde is, wat
men noemt een vlugge werker. liet tegesdeel
is waar. H\j stalt zich zalven en zy'n wark
imm«r zeer hooge eischen en arbeidt tn"t
pynJy'ke nauwgezetheid en ^etheid, en zal liever
dubbelen arbeid doen, dan te gadoog m dat
ander dan minder goal werk zy'n handan veiUit.
O.itbreekt hier ook de gelegenheid al zy'n
werkzaamheden te gedenken, vermeld dient
toch te worden, in de eerste rij, de plaats, die
by' heeft ingenomen in verschillende rangen
by het beheer van 'sRjks munt, waarvan hy
nu den la Jtnuari 1.1. als lid van het
Mintcollege heeft afscheid genomen. Zijne ver
diensten in dia bitrekking en in zijne vele
andere functien zy'n door de R -geering dank
baar erkend door zijnn benoeming tot ridder
in de orde van den X jderlandschen L^euw.
Taen de behoefte zich deed gevoelen aan
een waardig Universiteitsgebouw, spande de
heer Van E-flde met eenigs vrienden zich voor
het tot werkelijkheid maken van deze gedachte.
Aan de oprichting van het standbeeld van
Graaf Jan van Nassau heeft hij een werkzaam
aandeel gehad en de aristocratische Sjcieteit
Sic Samper de O ra' j «sociëteit zoo genaamd
verkreeg onder zy'n presidium hare nieuwe
woning.
Biy'kt uit het bojenstaando eenigszins welk
aandeel de heer Van E-^lde heeft genomen aan
het maatschappalijk leven va«i U'.recht, hij was
ook in zekere mate een politiek man en wel van
de onvervalschta oa-le, liberale garde van
Taorbecke en hij heeft immer als lid en
voorzitter van de creohttche
Kiez^rsvereeniging voor zijne richting propaganda gemaakt.
Het behoeft geen betoog dat iamand v»n den
aanleg en de werkkracht van der. heer V-in
E"lde, niet vreemd kon blijven aan de Ver
tegenwoordiging der U'.rEchtscbe burgerij, en
zoo is hij dan ook, eenige ty'J nadat zijn
broeder het lidmaatschap van den gemeenteraad
had neergelegd tot lid van dat college gekozen,
waarin hij ook thans neg de tradities zyner
fitnilie bestendigt. IIj is ook gedurende eenigen
tijd lid geweest van de Provinciale Staten, doch
heeft uit dat lichaam bij pfiriodieke aftreding
zijn ontslag ganomen. Da reden, dij den heer
Van Ejlde tot dit ontslag nemen noopte: de
vrees dat hij als Rjgent van het Krankzinnigen
gesticht in moailykhsden zou kunnen komen
als medebestuurder van het Gawest, strekt hem
ongetwijfeld ook tot groote eere.
Ei >nu do stroom met schaarscher kruinen,
op zijn golfps zeswaarts spoedt", mogen we
hopen dat dit spoeden zeer, zeer langzaam zy,
en dat hij oog vele jaren in ons midden moge
zijn een welbekende en velbeminde li ;uur, esn
mens sar a in corpora sar.o De heer Vin Eulda
bereikt den l>;n September van dit jaar den
69 jirigen leeftjjd, maar zy'n werkzame geest
vergunt hè01 nog alty'd onvermoeid in het
belang zy'ner medeburgers bezig te zy'n en
verzekert hem de onverminderde achting van
alle kringen onzer stal.
MiiitiiiiiiimiiiliifimiiiiiKiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiMiM
Sociale,
iinniiimnmimimiiiiiintiiniitniiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiii
Uitmren ?an Eemeöntewuiten in eigen beheer.
II. (Slot).
Voor zoover der Kamer bekend, is het nog
niet bewezen, da* uitvoering van nieuwe
werken in eigen beheer voordeeliger uitkomt
dan pub ieke uitbesteding, terwyl het werk
door aannemers uitgevoerd in geenen deele
achterstaat by het anlere. Daargelaten dat hier
nu niet bepaald sprake is van onderwerpen, die
de bela"gei va i den arbeid raken, zoodit twyfel
j mag geopperd worden of het «reisartikel, waarop
l da Kamer zich beroept, hier wel vin
toepas, sing is, kan hst eerste deel van die uitspraak
niet alleen zonder voorbehoud worden aanvaard,
doch behoort het zelfs tot da':s jort waarheden,
die wel eens met den nasm van een herkauwend
zoogdier warden aangeduid. Het is niet alleen
onbewezen doch onbewijsbaar en wat nog meer
zegt ook niet beweerd. Het i* van algemeene
bekendheid dat inschry'vingen by openbare aan
besteding dikwyls zeer belangryk beneden de
raming b'ij 'en, terwy'l deze bij eigen beheer
herhaaldelijk w>rdt overschreden, doch de zeer
voor de hand liggende verklaring van d:t feit,
dat nu weer wel de belangen van dea arbeid
raakt, had daarby ook wel eens onder de oogen
mogen worden gezien. Daarentegen is de tweede
bswering met het oordeel van alle deskundigen in
strijd Wie ever bekwa-ne leiders en goe Ie werk
krachten kan beschikken, wat bij groote lichamen,
voor wie uitvoaring in eigen beheer alleen moge
lijk ia, wel bij a altijd het geval zal zy'n, be
hoeft nimmer bevreesd te zy'n dat het opgeleverde
werk in q'ialiteit achter zal staan by dat van
den beiten aannemer, terwijl het scherpste
toezicht niet kan verhoeden, dat onvoldoend
geschoold personeel minderwaardig werk ver
richt. Waar nu het feit wel eens voorkomt, dat
die lagere inschry'vingen ter deele hieraan zy'n
toe te schrijven, dat lager loonen worden uit
gekeerd, dan waarop by de begrooting is ge
rekend, wat weer alleen te bereiken is door
van mindsr goede werkkrachten gebruik te
maken, zal het voordeel, dat gelegen is in
besparing van kosten, zeer dikwijls nauwelyks
opwegen tegen het nadeel, dat geleden wordt,
wanneer tengevolge der oplevering van minder
waardig werk de onderhoudskosten zich in
sterker mate doen gevoelen. De beweging, om
in de bestekken voorschriften oo te nemen ten
opzicht* van loon en arbeidsduur, die zoowel
in werkliedenkringen als bij den souden aan
nemerstand steun vindt, doch die in hoofdtaak
wordt bestreden door kleinere werkbasen en
aannemers van lageren rang, legert hiervoor bat
beste beivy's en de nog versch in hst geheugen
liggende stry'd, die hier over dit onderwerp is
gevoerd, mag in dit opzicht leerryk wolden
genoemd. Nu wenscht da Kamer wel te breken
met de gewoonte, om het werk als regel aan
den laagsten insc^jver te gunnen wiardoor
echter in m*a» j^n»! de besparing -weder ver
loren zou gaan doch zonderling genoeg voor
eei lichaam, dat de belangen van den arbeid
heeft te dienen, zy wordt daarbij geleid door
overwegingen, die uitsluitend betrekkii.g hebben
op het commercieele belang van enkele by het
bouwvak botrok'<en werkge/ers. Hoe trouwens
de beweri-ig, dat tal van werkbazen en kleine.'e
fabrikanten aan de aannemers een bestaan
danken dit de bouwheer hun nie: zou kun
nen verschaff-n, te rijmen is met het ieit,
dat juwt in het belang dier 01 laraannein'-rs
fiiia cieele wa\rborgen van den hoofdaannemer
moeten worden ge/orderd, is minder duidelijk.
Het is toch n'et voor tegensp aak vatbaar, dat
door de ui besteding geea werk geschapen wordt,
zoodat noch de ond'.r-ainnemer, noch de werk
lieden, r.och het opzicht-'oerend personeel van
de wijze, wiarop het werk wordt uitgevoerd,
vermeerdering of vermindering vin arbeid hebban
te wachten. Al zal o "gp-twyftsld bij uitvoering in
eigen beheer hït. corps opz'cht rs en
weiklieden in dienst der gemeente me r in getalsterkte
wisselen en daa door v.x>r velen hunner de
dienstbetrekking nv.mier vast zijn, Ha i wanneer
slechts een kleine kern voor o ivermij lelijk i
diensten ain;esteli worlt, dat losse personeel
is in ieler geval nog in vrij wat gunstiger
c<>ndiUe dan wannee.r het bij aannemers ten toe
vlucht moest zoeken, daïr deze gewoonlijk
bij het afl jopen van hun w-rk a'len eenvoudig
op korten termijn ontslaan. Men hoeft blijkbaar
de zwakte van'dit betoog gevoeld door er op
te wijzen, dat wanneer arbeiders van particu
liere patroons in gemeentedienst overgaan, zij
dikwijls vervangen worden door personen van bui
ten de g meente en dus, wanneer zij later ontsla
gen w.trden, het aaital werkloozen si chts ver
meerderen. Van daar de wensch om den
vroegeren patroon te raadplegen, alvorens
werklie' den in g ??.meente lienst aan. te stellen. Dit laagste
raakt echter meer de sub B en C voorgestelde
maatregelen ter bestrijding van werkloosheid,
die bui'en het zooveel mog'dijk doen uitvoeren
van werken in tijden van slapte, voon amelijk
berusten op het weren van vreemde werkkrach
ten. Uit een zuiver lokaal oogpunt beschouwd
zoa dit laatste natuurlijk wei eenigszins doel
kunnen treft'-n, a! werd f r in geeu eijkel op
zicht algenieene verbetering door verkregen,
terwijl toch ook weer niet uit het o >g dient te
word-n verloren, dat werd een d -rgeüjke han
delwijze a'gemeen gevolgd, voor vela werkioozen
hier ter s'tede dan ook den weg zon wo-den
afgesnolen, el Iers werk te vinden. M->n nadert
hier eo-ig-zias het vraagstuk d-r bescherming
eu komt in botsing met da leer, dit wie den
invoer wil trachten te verhir.deren, dikwijls ook
den uitvoer belet. Doch dit daa~>; laten zou
het van een gemeentebestuur toch <en zeer
zonderlinge handelwijs zijn, indien zij Iwt in
dienst nemen van werklieden afhankelijk wilde
stellen van overwegingen.ontleend aan het belang
van hun vroegeren werkgever. Iieze Isatsten,
als wiiT woordvoerder de K*ra.?r hiir eige. lijk
optreedt, hebben het immers toch in hun
macht de gevreesde inuaigraiie van vreemde
werkkrachten te voorkomen, door zich te wenden
tot de reserve van h»t arbeid-legrr, dat helaas
ook hier ter plaatse maar al te laliijk is.
Welk een scherpe tegenstelling er l;gt iu het
fi'it, dat men eencrzijJs beweert, werklieden ia
dienst van particulieren h :bben het dikwijis beter,
dan in dierst der gemeente, ander ij !s, parti
culiere werkgever.- word-en h-?rhaaUoly'k in hun
z .ken gi«c'mïd door ;>!ots?ti:igi-ii ovcrgargvan
hun werklieden in geniaini-eiïien&t, schijnt inea
niet te bevroeden. Dat eerste is trouwens met
de feiten in zoo flagrante tegenspraak, dat men
het recht heeft zich te ergeren over zulk een
enormiteit in een stuk, dat dan toch een min
of meer officieel karakter heeft. Toegegeven,
dat niet alle arbeidsvoorwaarden bij gemeente
instellingen, ook hier ter plaatse, den toets der
kritiek kunnen doorstaan, zoo wyken zy toch
als norm zeer gunstig af van die der
sjortgelyke particuliere dienstbetrekkingen en de
wensch, om het korps der g meente werklieden
zoo klein mogely'k te houden, vindt mogel^k
voor een deel zijn grond hierin, dat anders
de daar geldende ar beidsvoc r maarden een te
grooten invloed zou Jen kunnen uitoefenen op
de loon toestanden in het algemeen.
Da*renboven zijn de meerdere waarborgen tegen wille
keur, de ondersteuning by ziekte, het vooruit
zicht op eigen en weduwenpensioen, de zeker
heid, dat minder gunstige conjunctuur niet
dadelijk loonsverlaging tengevolge heeft en meer
dergelijke voordeelen, van zoo groote beteekenis,
dat het niet te verwonderen is, dat eene ge
meentebetrekking zelfs op oogenschynlyk minder
gunstige voorwaarden, algemeen als begeerlyk
wordt beschouwd. Toen dezer dagen een voor
stel werd inge tiend, om een onlangs in eigen
beheer opgerichte veerdienst weder te
verpschten, wendde dan ook het geheele personeel
z'ch per adres tot den Raad, er op wijzende,
dat velen hunner beter bezoldigde betrekkingen
hadden prijsgegeven, met het oog op de
vo~rdeelen, aan gemeentedienst verbanden.
Mag bet dus verwondering wekken dat een
lichaam, geroepen om de belangen van den
arbeid te dienen, een maatregel a»nbaveelt,
die voor de werklieden in het algemeen niets
zal baten en die voor een deel hunner bepaald
schadely'k moet werken, nog vreemder is het,
dat hierby' met volkomen stilzwygen wordt
voorby gegaan het eenige middel, dat a'thans
eenigszins die naieelen zou kunnen verza -hten,
het geven van voor; chriften omtrent minimum
loon en maximum arbeidsduur. Al kan het der
Ktmer bekend zy'n, dat de Gemeenteraad, ge
leid door doctrinaire overwegingen, van een
dergely'ken maatregel niets wil weten, toch had
dit haar niet behoeven te weerhouden er op te
wyzet, dat alleen langs dien weg de nadeelen
kunnen worden verminderd, die uit den doar
haar gewenschten maatregel noodzakelijk moeten
voortspruiten. Zy hal, in aansluiting met het
boven weergegeven in den Gemeenteraad o/er
dit onderwerp verhandelde, kunnen aaitoonen,
dat de wensen tot inkrimping van eigen beheer
niet ia vervuil ng kan gaan, zonder de belan
gen der werklieden te schaden, zoolang deze,
waar zij indirect in dienst der gemeente arbeid
verrichten, niet door bepalingen omtrent de
arbeidsvoorwaarden worden beschermd. Had zy
op deze wy'je d^ noodzake'yke conseq lentie
aangetoond, waartoe, met het oog op de be
langen van den arbeid de eenige die zij
heeft te verdedigen een dergelyke maat
regel zou moeten voeren, dan had zij althans
recht gehad zich te beroepen niet alleen op
de letter, maar ook op den ge:st van het wets
artikel, dat d enst moet do;n om haar ee agszins
zonderlinge inmenging in een eigenlijk buiten
haar sfeer liggende gemeentelijke aangelegen
heid te rechtvaardigen. Thans bestaat er wel
eenige vrees, dat h ar optreden er niet toe zal
bydragen, om het aanz'en te verhoogen eener
instelling, die tot duwer nog zeer weinig be
antwoord heeft aan de bedoeling, waarmede
zij in het leven geroepen is. Werd deze by de
jongste discussie over de staatsbegrooting ver
geleken bij een jeugdigen patiënt, die zal moeten
doorzieken, dan «al het toch zeker gewenscht zijn
het herstel niet te vertragen, door handelingen,
die de gezondheid kunnen schaden. Recon
valescenten moeten dubbel voorzichtig zyn.
Rotterdam. C. v. D.
Ongeyallenwet,
Dr. J. E Alberts, alhier, brak, in twee
artikelen, ->Da O ;gevallenwet"_
(ILimhlsblid 5 Maart j l.) en «Internationale
vereeniging van medische experts bij verzeke
ringen" (De Mentor, Miart 1902), een lans
voor staatsbescherming ook bij verzekering.
Dd Staat verzekert den werkman in de bij
art. 10 der O igevallenwet genoemde
bedrijveu tegen de geldelijke gevolgen van
een ongeval, zonder daarbij den
pathologischen toestand van den verzekerde of
de gevaarlijkheid van zijn bedrijf als reden
tot uitsluiting te doen gelden, terwijl de
particuliere maatschappijen heele categorieën
van werklieden buiten hunne verzekeringen
sluiten. Dr. A. steldj daarom in zijn eerste
artikel de staatsyerzekering als een zegen
voor onze arbeiders tegenover de parti
culiere maatschappijen, die er in de eerste
plaats op zijn ingericht om winst^ te maken
en hij opperde de wenschelijkheid, dat er
van staatswege maatregelen werden getroffen
om de verzekering van een ieder tegen de
geldelijke gevolgen van ongevallen te doen
schoeien op de leest van het thans nog niet
voor iednr-die-wbeidt vigeerende Aty'&sstelsel.
Iii zijn tweede artikel betoogt, hij analoge
dingen ten opzichte van de aw/ere verzeke
ringen. Hoe gunstig l. een groot kapitaal
en uitgestrekte bezittingen van eene
verzekerings maatschappij op het publiek aan
vankelijk werkten, zoo zal toch d i staats
burger van dex eeuw zich' meer voelen
aangetrokken tot die instellingen,_die niet
uitsluitend hooge dividenden, majestueuze
gebouwen en dergelijke verlangen. De socio
logische begrippen van onzen tijd brengen
mede, dat het orodeel daarvan worde
omgez<-t in verhoogd risico met minimale
premieveiliooging voor invaliden en
nietgozor.deu. Dat geschiede niet »:n 't wilde",
a!s bij sommige"
Amerikaan8che»business_"_maatschappijen, cl e alle risico's maar grif
weg, door elkander, aannemen, tot gevaar
van aandeelhouders e.i verzekerden zelf
oogensch'y'nlijk, doch rationeel, door het
btrcven om de verhoogde en vermeerderende
risico's in ici*k<tii<ii<je inidinut in
rekeningte brengen. Tot dut doel echter dient zich
de medische verzekering!» exoertise _ IJO.T;
verder te ontwikkelen, daar de statistiek
van het ziekte risico nog verre van vol
maakt is. Reeds hebben verschillende
experts zich vertenig'l tot een internationale
sociëteit, ten einde de uitkomsten van hun
onderzoek in d ft betre fl-jiicie^ de landen
In jngticnd o/fk'iccl te maken. Wanneer dun
de particuliere maatschappijen hare statuten
zóó hebben vervormd naar den geest des
tijds, dat het zeker eens komend
staatsverzekeririgstoeaïeht haar niet deren kan,
zal het dragen van particuHer risico ten
overslaan van een toekomstige
staatsverzekeringsbank betrekkelijk even gemakke
lijk ziin als hetzelfde -voor ongevallen
ten aanzien van de hiervoor thans
reeds opgerichte rijksverzekeritigsbank. De
verzekering is een kostelijke gave, der
gemeei.schap teu goede gekomen; zij gaat
hand aan hand met verbeterde openbare
en arbeids-hygiëne, begunstigt het welzijn
en het spoedig herstel, bij ziekten en acci
denten van de enkelen, verhoogt daardoor
de totaal-validiteit en den welstand der
gansche gemeenschap- Daarbij wekt zij op
tot spaarzaamheid, regelmaat, zelfbewust
zijn,krachtsontwikkeling en wijstden burger
op de ware waarde van eerlijk verdiend,
aan den arbeid evenredig geld.
Wanneer men dus met mr. N. G. Pierson,
in zijn recensie van mr. Levy's
Kathedersocia'isme, vraagt ? ?»Hoeveel moet de koopman
cadeau gev.n ?'' dan dient die vraag beant
woord te worden met de wedervraag: »Is
het grondbeginsel dei verzekering geen staats
belang ?''
* *
Derde Internationaal Congres.
Het derde Internationaal Congres voor dea
handeldrijvenden middenstand zal te Amster
dam gehouden worden Augustus 1902.
Z 10 lezen wy in de circulaire, waarin tot
deelneming wordt opgewekt:
>Het is voor de Nsderlanders een plicht, te
bewyzen, dat zy niet minder dan hunne naburen
het belang gevoelen van het behoud van een
krachtigen middenstand. Wij hopen en vertrou
wen daarom vast, dat tot dit 31 Internationale
Congres, evenals tot de beide voorgaande,
mannen uit alle standen, doch voornamelijk
uit den middenstand, van alle godsdienstige en
politieke richtingen, zullen toetreden, en deel
nemen aan de besprekingen.
Van nu af wolden de toetreding en inschrij
ving voor het congres gaarne aangenomen by'
den secretaris van het Inrichtings-Comité, den
hser G. H. van der Velden, bureau 15>
Kalverstraat, Amsterdam.
De inschry vicg-tpry's is vastgesteld op / 2.50
per persoon recht gevende op het bijwonen
van al de byaenkomsten van het congres en
op al de te veracby'nen verslagen, rapporten,
studies en andere btukken, vóór het congres
te verschynen, evenals op de Btenographigche
verslagen van al het behandelde op beide
Congresdagen.
Het congres zal gehouden worden op den
12a en 13n Augustus 1902 te Amsterdam.
Da taal van het congres zal zy'n »de
Naderlandsche", evenwel met toelating van andera
talen."
Beleefd worden besturen van
"Winkeliersen Ny'ïerheids-Vereenigingen en particuliere
belanghebbenden verzocht, hunne adressen aan
het bureau Kalverstraat 155 te Amsterdam, op
te geven, ten einde ofmcieele uitnoodiging te
ontvangen.
iilitiittiiiiHimtimHlifiitmniimiiiinn
Inziet in de Hüofistail.
Het was een bijzonder sympathieke daad van
Caarlotte Huhn, om Donderdag 3 dezer de
concert-aria Iphigeiee auf Tauria" van den
onlangs ontslapen nederlandschen componist
C. H, Goster, als hoofdaummer te kiezen van
haar programma, op het laatste abonnements
concert in hét Concertgebouw. Hst is my on
bekend of de zangeres daartoe geleid is door
overwegingen van persoonleken aard jegens den
overledene. Dit doet echter niets ter zak); da
plëteit dezer daad is even groot en het werk
was ten volU waard door een zangeres als
Charlotte Huhn te worden uitgevoerd. Het ia
rijper dai de ballade Ritter Oiuf" welke op
het mu 'iekfeest is uitgevoerd. De instrumentatie
is smaakvol en kleurrijk, zoowel in het reci
tatief als in de aria en tegen het slot der aria
verheft zich de inspiratie van den toondichter
tot een belangrijke hoogte; zoodat elk zangeres
van beteekeriib ten opzichte van zich zelve en van
het stuk verzekerd mag zijn van een respectabel
succes. Charlotte Huhn oogstte dan ook
daverenden bijval in met de voordracht dezer aria. De
andere nummers harer keuze waren Niels Fïnn"
uit Bjö.-nson's drama Hul'da" van P.üid mann,
Triiime" van Wagner en T)ie Allmacht" van
Sjhubert. In het stuk van Plu Idemann zijn de
woorden een beetje simpel weergegeven; de
muziek is een zwakke Löne; zij kan niet halen
bij de hoogst interessante compositie van
Crrnelie van jsterzee op deielfde woorden. De
beide andere stukken zy'n bekend genoeg. Zou
nu de indruk dien mejuffrouw Hnhn gemaakt
heeft, wel beantwoord hebben aan de verwachting
van h^t publiek'? Ik geloof dat zi;, die haar
in de Wagnervereeniging als Ortrud" in
Lohengrin, of als B.-an; a ie in Tristan und Isolde"
gèho:rd hebben, wel ietwat teleurgesteld zullen
zijn. Eéa keer te mear is het thans weer be
wezen, dat men geboren operajangen-( -ssen)
niet raar de concertzaal kan doen verhuizen,
zoader riat een aanmerkelyk deel van hun talent
daarmede wordt opgecffsrd
De tweede solist van den avond was Chr.
Timmner, onze bekende sfalgecoot, vroeger
tot tweamalen toe concertmeester aan het
Concsrtgcbouworchest. De heer Timmner heeft, na
een tijd lang minder vaak te zijn opgetreden
als uitoefenend kunstenaar, dit seizoen weder
in hooge mate de aandacht tot zich getrokken
als Primgeiger' van het door hem gevormde,
uitstekende srrijkq lartet. Ik hoorde van Timmrer
Bsethoven's vioolconcert, Bach's Ciaccona en als
toegift een stulfje uit diens E dur suite. Ik
zou over Tiinmner's voordrzc'it van Beetho
ven's c >ncert veel kunnen zeggen, indien het
mij vergund ware in de kolommen van het
Weekblad eens uitweiding te honden over
stijl". Daar ik echter meen clat zulks eer thu'a
behoort in een vakblad en daar men in den
laatsten tijd de meening schijnt toegedaan te
zijn, dat ieder kunstenaar het recht heef t li
.'ethoven op eijne manier te vertolken, desnoods
met terzijdestelling van allo traditiën, zoo wil
ik a'loen verklaren dst ik mij BeeÜven denk
zonder gli-sando's en hei eerste Ailegrüin
een mamy'k, vast tempo, doorgaans me'grooten
to:m gespeeld; dat ik mij het Rondu thema,
ook ais tegenstelling met het La-ghe'.to,
\oorstd in een levendig, opgewekt rby'amus,
zoodat de schoone ver jeeling van karakter die
Beethoven in zyu concert voor vio l, gelijk ook
in zy'ne concerten voor pi&no aanwendt, n 1. errst,
innigheid, vreugde en gs'.uk g,:ha~c!haafj
büjtt. De heer Timmner bezit voortnfi iy'ke
eigenschappen als violist; voor alles een
schoonen, zangvollen en nuancerijksn loon;
rtaarmeda heeft hy' dan ook giwock'rd; doch ik
vond in zijn voordracht het tegendeel van wat
ik hierboven h"b opgesomd. Ds heer Timrnr.er
deelt dus blykbaar mijne meening niet over de
opvatting van Beethoven's vicol c ncert.