De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 13 april pagina 2

13 april 1902 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE A M STERDAM M EK WEEKBLAD YOOR NEDERLAND. No. 1294 komen meer hebben. Vóór alle dingen verzamelt zij geld; zij brandschat de bour geoisie evengoed als de aristocratie en de orden ondersteunen haar uit vrije bewe ging. Republikeinse^ gezinde kooplieden 'worden gedwongen tot bijdragen door de bedreiging met het verlies hunner klanten, en te Parijs zoowel als in de provincie .bezoeken aristocratische dames hutten en zolderkamers om geld uit te deelen en stemmen te winnen. O/er het bedrag van het nationalistisch verkiezingsfonds kan men natuurlijk geen bepaalde opgaven doen; toevallig weet ik echter uit betrouw bare bron, dat de liga in een departement van Cdntraal-Frankrijk, waar slechts drie van haar candidaten in aanmerking komen, 100,000 francs heeft beschikbaar gesteld. De QoMlois heeft het dezer dagen rond weg erkend: »aan geld hebben wij geen gebrek, maar wel aan candidaten." " De socialisten hebben hun voordeel fradaan met het feit, dat hunne party, door de opneming van den heer Mi lier and in net ministerie, gestempeld is al» een deel van de regeeringspartü. DJ tijden, waarin zij bij het stuivertje wisselen van »radicalen" en »gernatigden" steeds buiten gesloten bleven, zijn voorbij. Doch slechts zoolang Waldeck-Rousseau heer en meester was. Als vermoedelijk opvolger van den premier wordt, in de onderstelling dat de tegenwoordige richting der regeeringspolitiek gehandhaafd blijft, Léon Bourgeois genoemd. Een eerlijk, bekwaam en do<>rtaetend man, zonder twijfel, maar misschien meer dan de tegenwoordige premier ge neigd om '?des noods het zwaartepunt der regeeringspartij een weinig naar de zijde der zoogenoemde «gematigden" te verplaatsen, al behoort hij zelf tot de »geavanceerden". Het staat te bezien of de socialisten, met eene zoo onzekere par lementaire toekomst voor oog»n, bareid zullen zijn om de regeering ook gedurende den kritieken tijd der verkiezingen te steunen. Op den avond, toen Waldeck-Rousseau'a rijtuig op zoo ongelukkige wijze met een omnibus in botsing kwam, had de premier juist eene philippica gehouden tegen de valsche broeders, die zich slechts voor de leuze onder de banier der republiek scha ren. Hij herinnerde, hoe het aantal der monarchistische candidaten, dat wil zeggen van hen, die openlijk voor hunne monar chistische gevoelens uitkwamen, was ge daald van 351 in 1894 tot 191 in 1898, en meende, dat er nu waarschijnlijk geen drie dozijn zouden te vinden zij n. «Natuur lijk" zeide hij »is men conservatief, onafhankelijk, nationalistisch republikein; spoedig zullen er wel monarchistische, impe rialistische, wellicht zelfs caesariaansche republikeinen komen. Dat hangt klaar blijkelijk samen met den vastenavond, waarin het masker is veroorloofd. Maar het land zal de maskers oplichten, en het is de taak der pers, aan de nieuwsgierig heid van het algemeen stemrecht uitdruk king te geven." Verdef constateerde de spreker, dat veel geld werd verzameld, maar bij sprak tevens de hoop uit, dat Frankrijk zich onotnkoopbaar zou toonen. Aardig was de manier, waarop hij de knoeierij in de aristocratische salons schetste. «Tusschen 5 en G uur worden berekeningen gemaakt; dan doet men aan diplomatie en voert de grojte verleidingsEcè.^e op. Verschillende republikeinen worden op den berg gebracht en vandaar toont men hun de heuvelen en dalen der kiesdistricten.. .. «Dat alles behoort u toe, gij behoeft u slechts te laten beschermen." Enkelen zetten met trillende hand hunne ^onderteekening op het perkament en heb ben er mogelijk nu al berouw van. An deren waren voorzichtiger en zeiden : »Wij nemen uwe protectie gaarne aan, maar onder de voorwaarde, dat wij er niets van weten.1' Het ia niet de zonde, die de ergernis wekt, maar de publ.citeit." Thiers heeft indertijd gezegd: Li r publique sera conservative ou elle ne sera pas." Dei tig jaar later zal men, voor conservatief, progessief moeten lezen. Signalementen nit UtKcht, door JAN VAN 'T STICHT. JOliANNES CORNELIS VAN EELDE, L i Secretaris van het Munt-college (flcn len J januari 1902 opgeh ven). Voor ieder, die den heer Van B->lde kent, is het gaen gehaim dat bij is fhaal vry' van sociaal -democratische neigingen en zijn schou ders optrekt voor een goed deel van hun .onafwijsbare" eischen. En dit van zijn standpunt met volkomen recht. Z>o men hem byv. aan boord komt met den achturigen arbeidsdag, mag hij er met voldoening op wy'jen dat hy' in zijn bezig leren meer twaalfurige, dan achturige werkdagen heeft gekend. Ziehier weder een dier mam,en, die al wat het beste in hem was en is, steeds heeft aangewend t m behoeve van zy'n naasten. Er zy'n weinig zaken van beteekenis in de laatste veertigjaren in Utre ;ht tot stand gekomen waaraan by niet naar de mate van zijn groote krachten heeft medege werkt en byna immer in de voorste gelederen. En wat verwonderlyk is, de dingen, waaron der hy zy'n schouderen heeft gezat, zy'n by'ia altijd geslaagd. Hoe duidelijk herinneren wy ons nog de ny pende behoefte aan arbeiders woningen hier ter stede, en de schromelijke, menschonteerende toestanden, die op het gebied van woningen voor de behoeftige volksklasse, Utrecht tot schandi strekten. En wie anders dan de heer Van Eslde, op initiatief en met medewerking van dr Broers, mr. H. Waller en eanige trouwe medestanders, sloeg de hand aan den ploeg tot stichting van de Maatsehappyen tot verbatering van woningen voor arbeidenden en minvermogenden. Honderde en honderde wo ningen zy'n door die maatschappijen gebouwd, welke te mogen huren door den fatsoenleken werkman nog alty'd een voorrecht wordt geacht. Ei wat is in den loop der tijden gebleken? Dat deze stichting, wel verre van t<> zy'n eene, walke most leven van giften en gaven, in zich zelve eene groote levensvatbaarheid bezit, en niet alleen zich zelve bedruipt, doch ook nog winsten afwerpt. Natuurlyk is dit by' de stichters allerminst het doel geweest, maar pleit het feit niet voor de kerngezonde en prsctische filantropie, die by den heer Van E )lde voorzit ? Iets dergelijks is het gaval gavreest met de Utrechtsche B3grafeni"-Vareeniging. Em jaar of dertig geleden, kon ja niet dood gaan of j 4 nagelaten betrekkingen huilden twee keer, eens omdat jq dood waa en dan en niet het minst om de biddersrekening. Hat was eenvoudig schandelijk zoo als die kerkhof-piraten de lui afzetten en stuitend het brutale cynisme en geldb»>jig, dat by zulke gelegenheden werd aai den dag gelegd. Ver ontwaardigd over deze ergerlijke toestanden, vatte de hoogleeraar Fruin bijgestaan door eenige stadgenooten, waaronder de heer Van Eülde, het besluit er een eindd aan te maken, en hy heeft het gedaan ook. Door het op richten der voornoemde B jgrafanis-Vereeniging ia paal en perk gesteld aan de laaghartige roofzucht der voormalige bidders en zoo wel het doode als het levende publiek een groote dienst bewezen. Zoo als wy' reeds gezegd hebben is de heer Van Eslde op allerlei sociaal gebied voort durend met nosste vlyt aan het werk geweest. Da eholeracommissie heeft hem onder hare leden geteld ; van Fioralia was hy' een op richter. En dan de Mlatschappij tot Nut van 't A'gemeen, in hst bijionder haar spaarbank en hulpbank l Mat hoeveel hart en toewy'ling heeft hy' voor haar gewerkt! Van alle inrichtingen echter, waaraan hy zy'ne trouwe zorgen heeft besteed, ligt hem gewis geen nader aan het hart dan het Gsneesknndig gasticht voor Krankzinnigen, in den volksmond »de Lange Nieuwstraat" geheeten. R^eds op ruim 25 jarigen leefty'd den len Januari 1858 nam hy' de betrekking van regent van dit gesticht op zich en belastte zich tot Juli 18,72 geheel belangeloos met het geldelyk beheer er van. Tot op heden bleef hy onafgebroken de.sl uitmaken van het bestuur en het is verklaarbaar dat dit gesticht, wel zy'n troetelkind, onder zy'n verlicht bestuur in den loop der tijden een omvang heeft verkregen en een vlucht genomen, die van des heeren Van E-)lde's beleid eene gunstige getuigenis afl sggan. Indien ik u moest opnoemen welke betrek kingen hy' heeft bekleed, welke bedieningen vervuld, van hoevele commissies lid geweest, aan de totstandkoming van hoevele zaken hij hesft medegewarkt, ik zoude werkelyk tijd en plaats te kort komen. In zeker niet minder dan een veertigtal commissies, Vergaderingen, Miatschappvjen, enz. heeft hij zitting gehad en nog zitting Ei in vele is hij de warkkrach', by uitnemendheid geweest. II ;t is verbazend hoe de man den 1y'i heeft gevonden zoo veel en zoo velerlei af te doen. Ei nu moet men niet meenen dat de heer van Eslde is, wat men noemt een vlugge werker. liet tegesdeel is waar. H\j stalt zich zalven en zy'n wark imm«r zeer hooge eischen en arbeidt tn"t pynJy'ke nauwgezetheid en ^etheid, en zal liever dubbelen arbeid doen, dan te gadoog m dat ander dan minder goal werk zy'n handan veiUit. O.itbreekt hier ook de gelegenheid al zy'n werkzaamheden te gedenken, vermeld dient toch te worden, in de eerste rij, de plaats, die by' heeft ingenomen in verschillende rangen by het beheer van 'sRjks munt, waarvan hy nu den la Jtnuari 1.1. als lid van het Mintcollege heeft afscheid genomen. Zijne ver diensten in dia bitrekking en in zijne vele andere functien zy'n door de R -geering dank baar erkend door zijnn benoeming tot ridder in de orde van den X jderlandschen L^euw. Taen de behoefte zich deed gevoelen aan een waardig Universiteitsgebouw, spande de heer Van E-flde met eenigs vrienden zich voor het tot werkelijkheid maken van deze gedachte. Aan de oprichting van het standbeeld van Graaf Jan van Nassau heeft hij een werkzaam aandeel gehad en de aristocratische Sjcieteit Sic Samper de O ra' j «sociëteit zoo genaamd verkreeg onder zy'n presidium hare nieuwe woning. Biy'kt uit het bojenstaando eenigszins welk aandeel de heer Van E-^lde heeft genomen aan het maatschappalijk leven va«i U'.recht, hij was ook in zekere mate een politiek man en wel van de onvervalschta oa-le, liberale garde van Taorbecke en hij heeft immer als lid en voorzitter van de creohttche Kiez^rsvereeniging voor zijne richting propaganda gemaakt. Het behoeft geen betoog dat iamand v»n den aanleg en de werkkracht van der. heer V-in E"lde, niet vreemd kon blijven aan de Ver tegenwoordiging der U'.rEchtscbe burgerij, en zoo is hij dan ook, eenige ty'J nadat zijn broeder het lidmaatschap van den gemeenteraad had neergelegd tot lid van dat college gekozen, waarin hij ook thans neg de tradities zyner fitnilie bestendigt. IIj is ook gedurende eenigen tijd lid geweest van de Provinciale Staten, doch heeft uit dat lichaam bij pfiriodieke aftreding zijn ontslag ganomen. Da reden, dij den heer Van Ejlde tot dit ontslag nemen noopte: de vrees dat hij als Rjgent van het Krankzinnigen gesticht in moailykhsden zou kunnen komen als medebestuurder van het Gawest, strekt hem ongetwijfeld ook tot groote eere. Ei >nu do stroom met schaarscher kruinen, op zijn golfps zeswaarts spoedt", mogen we hopen dat dit spoeden zeer, zeer langzaam zy, en dat hij oog vele jaren in ons midden moge zijn een welbekende en velbeminde li ;uur, esn mens sar a in corpora sar.o De heer Vin Eulda bereikt den l>;n September van dit jaar den 69 jirigen leeftjjd, maar zy'n werkzame geest vergunt hè01 nog alty'd onvermoeid in het belang zy'ner medeburgers bezig te zy'n en verzekert hem de onverminderde achting van alle kringen onzer stal. MiiitiiiiiiimiiiliifimiiiiiKiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiMiM Sociale, iinniiimnmimimiiiiiintiiniitniiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiii Uitmren ?an Eemeöntewuiten in eigen beheer. II. (Slot). Voor zoover der Kamer bekend, is het nog niet bewezen, da* uitvoering van nieuwe werken in eigen beheer voordeeliger uitkomt dan pub ieke uitbesteding, terwyl het werk door aannemers uitgevoerd in geenen deele achterstaat by het anlere. Daargelaten dat hier nu niet bepaald sprake is van onderwerpen, die de bela"gei va i den arbeid raken, zoodit twyfel j mag geopperd worden of het «reisartikel, waarop l da Kamer zich beroept, hier wel vin toepas, sing is, kan hst eerste deel van die uitspraak niet alleen zonder voorbehoud worden aanvaard, doch behoort het zelfs tot da':s jort waarheden, die wel eens met den nasm van een herkauwend zoogdier warden aangeduid. Het is niet alleen onbewezen doch onbewijsbaar en wat nog meer zegt ook niet beweerd. Het i* van algemeene bekendheid dat inschry'vingen by openbare aan besteding dikwyls zeer belangryk beneden de raming b'ij 'en, terwy'l deze bij eigen beheer herhaaldelijk w>rdt overschreden, doch de zeer voor de hand liggende verklaring van d:t feit, dat nu weer wel de belangen van dea arbeid raakt, had daarby ook wel eens onder de oogen mogen worden gezien. Daarentegen is de tweede bswering met het oordeel van alle deskundigen in strijd Wie ever bekwa-ne leiders en goe Ie werk krachten kan beschikken, wat bij groote lichamen, voor wie uitvoaring in eigen beheer alleen moge lijk ia, wel bij a altijd het geval zal zy'n, be hoeft nimmer bevreesd te zy'n dat het opgeleverde werk in q'ialiteit achter zal staan by dat van den beiten aannemer, terwijl het scherpste toezicht niet kan verhoeden, dat onvoldoend geschoold personeel minderwaardig werk ver richt. Waar nu het feit wel eens voorkomt, dat die lagere inschry'vingen ter deele hieraan zy'n toe te schrijven, dat lager loonen worden uit gekeerd, dan waarop by de begrooting is ge rekend, wat weer alleen te bereiken is door van mindsr goede werkkrachten gebruik te maken, zal het voordeel, dat gelegen is in besparing van kosten, zeer dikwijls nauwelyks opwegen tegen het nadeel, dat geleden wordt, wanneer tengevolge der oplevering van minder waardig werk de onderhoudskosten zich in sterker mate doen gevoelen. De beweging, om in de bestekken voorschriften oo te nemen ten opzicht* van loon en arbeidsduur, die zoowel in werkliedenkringen als bij den souden aan nemerstand steun vindt, doch die in hoofdtaak wordt bestreden door kleinere werkbasen en aannemers van lageren rang, legert hiervoor bat beste beivy's en de nog versch in hst geheugen liggende stry'd, die hier over dit onderwerp is gevoerd, mag in dit opzicht leerryk wolden genoemd. Nu wenscht da Kamer wel te breken met de gewoonte, om het werk als regel aan den laagsten insc^jver te gunnen wiardoor echter in m*a» j^n»! de besparing -weder ver loren zou gaan doch zonderling genoeg voor eei lichaam, dat de belangen van den arbeid heeft te dienen, zy wordt daarbij geleid door overwegingen, die uitsluitend betrekkii.g hebben op het commercieele belang van enkele by het bouwvak botrok'<en werkge/ers. Hoe trouwens de beweri-ig, dat tal van werkbazen en kleine.'e fabrikanten aan de aannemers een bestaan danken dit de bouwheer hun nie: zou kun nen verschaff-n, te rijmen is met het ieit, dat juwt in het belang dier 01 laraannein'-rs fiiia cieele wa\rborgen van den hoofdaannemer moeten worden ge/orderd, is minder duidelijk. Het is toch n'et voor tegensp aak vatbaar, dat door de ui besteding geea werk geschapen wordt, zoodat noch de ond'.r-ainnemer, noch de werk lieden, r.och het opzicht-'oerend personeel van de wijze, wiarop het werk wordt uitgevoerd, vermeerdering of vermindering vin arbeid hebban te wachten. Al zal o "gp-twyftsld bij uitvoering in eigen beheer hït. corps opz'cht rs en weiklieden in dienst der gemeente me r in getalsterkte wisselen en daa door v.x>r velen hunner de dienstbetrekking nv.mier vast zijn, Ha i wanneer slechts een kleine kern voor o ivermij lelijk i diensten ain;esteli worlt, dat losse personeel is in ieler geval nog in vrij wat gunstiger c<>ndiUe dan wannee.r het bij aannemers ten toe vlucht moest zoeken, daïr deze gewoonlijk bij het afl jopen van hun w-rk a'len eenvoudig op korten termijn ontslaan. Men hoeft blijkbaar de zwakte van'dit betoog gevoeld door er op te wijzen, dat wanneer arbeiders van particu liere patroons in gemeentedienst overgaan, zij dikwijls vervangen worden door personen van bui ten de g meente en dus, wanneer zij later ontsla gen w.trden, het aaital werkloozen si chts ver meerderen. Van daar de wensch om den vroegeren patroon te raadplegen, alvorens werklie' den in g ??.meente lienst aan. te stellen. Dit laagste raakt echter meer de sub B en C voorgestelde maatregelen ter bestrijding van werkloosheid, die bui'en het zooveel mog'dijk doen uitvoeren van werken in tijden van slapte, voon amelijk berusten op het weren van vreemde werkkrach ten. Uit een zuiver lokaal oogpunt beschouwd zoa dit laatste natuurlijk wei eenigszins doel kunnen treft'-n, a! werd f r in geeu eijkel op zicht algenieene verbetering door verkregen, terwijl toch ook weer niet uit het o >g dient te word-n verloren, dat werd een d -rgeüjke han delwijze a'gemeen gevolgd, voor vela werkioozen hier ter s'tede dan ook den weg zon wo-den afgesnolen, el Iers werk te vinden. M->n nadert hier eo-ig-zias het vraagstuk d-r bescherming eu komt in botsing met da leer, dit wie den invoer wil trachten te verhir.deren, dikwijls ook den uitvoer belet. Doch dit daa~>; laten zou het van een gemeentebestuur toch <en zeer zonderlinge handelwijs zijn, indien zij Iwt in dienst nemen van werklieden afhankelijk wilde stellen van overwegingen.ontleend aan het belang van hun vroegeren werkgever. Iieze Isatsten, als wiiT woordvoerder de K*ra.?r hiir eige. lijk optreedt, hebben het immers toch in hun macht de gevreesde inuaigraiie van vreemde werkkrachten te voorkomen, door zich te wenden tot de reserve van h»t arbeid-legrr, dat helaas ook hier ter plaatse maar al te laliijk is. Welk een scherpe tegenstelling er l;gt iu het fi'it, dat men eencrzijJs beweert, werklieden ia dienst van particulieren h :bben het dikwijis beter, dan in dierst der gemeente, ander ij !s, parti culiere werkgever.- word-en h-?rhaaUoly'k in hun z .ken gi«c'mïd door ;>!ots?ti:igi-ii ovcrgargvan hun werklieden in geniaini-eiïien&t, schijnt inea niet te bevroeden. Dat eerste is trouwens met de feiten in zoo flagrante tegenspraak, dat men het recht heeft zich te ergeren over zulk een enormiteit in een stuk, dat dan toch een min of meer officieel karakter heeft. Toegegeven, dat niet alle arbeidsvoorwaarden bij gemeente instellingen, ook hier ter plaatse, den toets der kritiek kunnen doorstaan, zoo wyken zy toch als norm zeer gunstig af van die der sjortgelyke particuliere dienstbetrekkingen en de wensch, om het korps der g meente werklieden zoo klein mogely'k te houden, vindt mogel^k voor een deel zijn grond hierin, dat anders de daar geldende ar beidsvoc r maarden een te grooten invloed zou Jen kunnen uitoefenen op de loon toestanden in het algemeen. Da*renboven zijn de meerdere waarborgen tegen wille keur, de ondersteuning by ziekte, het vooruit zicht op eigen en weduwenpensioen, de zeker heid, dat minder gunstige conjunctuur niet dadelijk loonsverlaging tengevolge heeft en meer dergelijke voordeelen, van zoo groote beteekenis, dat het niet te verwonderen is, dat eene ge meentebetrekking zelfs op oogenschynlyk minder gunstige voorwaarden, algemeen als begeerlyk wordt beschouwd. Toen dezer dagen een voor stel werd inge tiend, om een onlangs in eigen beheer opgerichte veerdienst weder te verpschten, wendde dan ook het geheele personeel z'ch per adres tot den Raad, er op wijzende, dat velen hunner beter bezoldigde betrekkingen hadden prijsgegeven, met het oog op de vo~rdeelen, aan gemeentedienst verbanden. Mag bet dus verwondering wekken dat een lichaam, geroepen om de belangen van den arbeid te dienen, een maatregel a»nbaveelt, die voor de werklieden in het algemeen niets zal baten en die voor een deel hunner bepaald schadely'k moet werken, nog vreemder is het, dat hierby' met volkomen stilzwygen wordt voorby gegaan het eenige middel, dat a'thans eenigszins die naieelen zou kunnen verza -hten, het geven van voor; chriften omtrent minimum loon en maximum arbeidsduur. Al kan het der Ktmer bekend zy'n, dat de Gemeenteraad, ge leid door doctrinaire overwegingen, van een dergely'ken maatregel niets wil weten, toch had dit haar niet behoeven te weerhouden er op te wyzet, dat alleen langs dien weg de nadeelen kunnen worden verminderd, die uit den doar haar gewenschten maatregel noodzakelijk moeten voortspruiten. Zy hal, in aansluiting met het boven weergegeven in den Gemeenteraad o/er dit onderwerp verhandelde, kunnen aaitoonen, dat de wensen tot inkrimping van eigen beheer niet ia vervuil ng kan gaan, zonder de belan gen der werklieden te schaden, zoolang deze, waar zij indirect in dienst der gemeente arbeid verrichten, niet door bepalingen omtrent de arbeidsvoorwaarden worden beschermd. Had zy op deze wy'je d^ noodzake'yke conseq lentie aangetoond, waartoe, met het oog op de be langen van den arbeid de eenige die zij heeft te verdedigen een dergelyke maat regel zou moeten voeren, dan had zij althans recht gehad zich te beroepen niet alleen op de letter, maar ook op den ge:st van het wets artikel, dat d enst moet do;n om haar ee agszins zonderlinge inmenging in een eigenlijk buiten haar sfeer liggende gemeentelijke aangelegen heid te rechtvaardigen. Thans bestaat er wel eenige vrees, dat h ar optreden er niet toe zal bydragen, om het aanz'en te verhoogen eener instelling, die tot duwer nog zeer weinig be antwoord heeft aan de bedoeling, waarmede zij in het leven geroepen is. Werd deze by de jongste discussie over de staatsbegrooting ver geleken bij een jeugdigen patiënt, die zal moeten doorzieken, dan «al het toch zeker gewenscht zijn het herstel niet te vertragen, door handelingen, die de gezondheid kunnen schaden. Recon valescenten moeten dubbel voorzichtig zyn. Rotterdam. C. v. D. Ongeyallenwet, Dr. J. E Alberts, alhier, brak, in twee artikelen, ->Da O ;gevallenwet"_ (ILimhlsblid 5 Maart j l.) en «Internationale vereeniging van medische experts bij verzeke ringen" (De Mentor, Miart 1902), een lans voor staatsbescherming ook bij verzekering. Dd Staat verzekert den werkman in de bij art. 10 der O igevallenwet genoemde bedrijveu tegen de geldelijke gevolgen van een ongeval, zonder daarbij den pathologischen toestand van den verzekerde of de gevaarlijkheid van zijn bedrijf als reden tot uitsluiting te doen gelden, terwijl de particuliere maatschappijen heele categorieën van werklieden buiten hunne verzekeringen sluiten. Dr. A. steldj daarom in zijn eerste artikel de staatsyerzekering als een zegen voor onze arbeiders tegenover de parti culiere maatschappijen, die er in de eerste plaats op zijn ingericht om winst^ te maken en hij opperde de wenschelijkheid, dat er van staatswege maatregelen werden getroffen om de verzekering van een ieder tegen de geldelijke gevolgen van ongevallen te doen schoeien op de leest van het thans nog niet voor iednr-die-wbeidt vigeerende Aty'&sstelsel. Iii zijn tweede artikel betoogt, hij analoge dingen ten opzichte van de aw/ere verzeke ringen. Hoe gunstig l. een groot kapitaal en uitgestrekte bezittingen van eene verzekerings maatschappij op het publiek aan vankelijk werkten, zoo zal toch d i staats burger van dex eeuw zich' meer voelen aangetrokken tot die instellingen,_die niet uitsluitend hooge dividenden, majestueuze gebouwen en dergelijke verlangen. De socio logische begrippen van onzen tijd brengen mede, dat het orodeel daarvan worde omgez<-t in verhoogd risico met minimale premieveiliooging voor invaliden en nietgozor.deu. Dat geschiede niet »:n 't wilde", a!s bij sommige" Amerikaan8che»business_"_maatschappijen, cl e alle risico's maar grif weg, door elkander, aannemen, tot gevaar van aandeelhouders e.i verzekerden zelf oogensch'y'nlijk, doch rationeel, door het btrcven om de verhoogde en vermeerderende risico's in ici*k<tii<ii<je inidinut in rekeningte brengen. Tot dut doel echter dient zich de medische verzekering!» exoertise _ IJO.T; verder te ontwikkelen, daar de statistiek van het ziekte risico nog verre van vol maakt is. Reeds hebben verschillende experts zich vertenig'l tot een internationale sociëteit, ten einde de uitkomsten van hun onderzoek in d ft betre fl-jiicie^ de landen In jngticnd o/fk'iccl te maken. Wanneer dun de particuliere maatschappijen hare statuten zóó hebben vervormd naar den geest des tijds, dat het zeker eens komend staatsverzekeririgstoeaïeht haar niet deren kan, zal het dragen van particuHer risico ten overslaan van een toekomstige staatsverzekeringsbank betrekkelijk even gemakke lijk ziin als hetzelfde -voor ongevallen ten aanzien van de hiervoor thans reeds opgerichte rijksverzekeritigsbank. De verzekering is een kostelijke gave, der gemeei.schap teu goede gekomen; zij gaat hand aan hand met verbeterde openbare en arbeids-hygiëne, begunstigt het welzijn en het spoedig herstel, bij ziekten en acci denten van de enkelen, verhoogt daardoor de totaal-validiteit en den welstand der gansche gemeenschap- Daarbij wekt zij op tot spaarzaamheid, regelmaat, zelfbewust zijn,krachtsontwikkeling en wijstden burger op de ware waarde van eerlijk verdiend, aan den arbeid evenredig geld. Wanneer men dus met mr. N. G. Pierson, in zijn recensie van mr. Levy's Kathedersocia'isme, vraagt ? ?»Hoeveel moet de koopman cadeau gev.n ?'' dan dient die vraag beant woord te worden met de wedervraag: »Is het grondbeginsel dei verzekering geen staats belang ?'' * * Derde Internationaal Congres. Het derde Internationaal Congres voor dea handeldrijvenden middenstand zal te Amster dam gehouden worden Augustus 1902. Z 10 lezen wy in de circulaire, waarin tot deelneming wordt opgewekt: >Het is voor de Nsderlanders een plicht, te bewyzen, dat zy niet minder dan hunne naburen het belang gevoelen van het behoud van een krachtigen middenstand. Wij hopen en vertrou wen daarom vast, dat tot dit 31 Internationale Congres, evenals tot de beide voorgaande, mannen uit alle standen, doch voornamelijk uit den middenstand, van alle godsdienstige en politieke richtingen, zullen toetreden, en deel nemen aan de besprekingen. Van nu af wolden de toetreding en inschrij ving voor het congres gaarne aangenomen by' den secretaris van het Inrichtings-Comité, den hser G. H. van der Velden, bureau 15> Kalverstraat, Amsterdam. De inschry vicg-tpry's is vastgesteld op / 2.50 per persoon recht gevende op het bijwonen van al de byaenkomsten van het congres en op al de te veracby'nen verslagen, rapporten, studies en andere btukken, vóór het congres te verschynen, evenals op de Btenographigche verslagen van al het behandelde op beide Congresdagen. Het congres zal gehouden worden op den 12a en 13n Augustus 1902 te Amsterdam. Da taal van het congres zal zy'n »de Naderlandsche", evenwel met toelating van andera talen." Beleefd worden besturen van "Winkeliersen Ny'ïerheids-Vereenigingen en particuliere belanghebbenden verzocht, hunne adressen aan het bureau Kalverstraat 155 te Amsterdam, op te geven, ten einde ofmcieele uitnoodiging te ontvangen. iilitiittiiiiHimtimHlifiitmniimiiiinn Inziet in de Hüofistail. Het was een bijzonder sympathieke daad van Caarlotte Huhn, om Donderdag 3 dezer de concert-aria Iphigeiee auf Tauria" van den onlangs ontslapen nederlandschen componist C. H, Goster, als hoofdaummer te kiezen van haar programma, op het laatste abonnements concert in hét Concertgebouw. Hst is my on bekend of de zangeres daartoe geleid is door overwegingen van persoonleken aard jegens den overledene. Dit doet echter niets ter zak); da plëteit dezer daad is even groot en het werk was ten volU waard door een zangeres als Charlotte Huhn te worden uitgevoerd. Het ia rijper dai de ballade Ritter Oiuf" welke op het mu 'iekfeest is uitgevoerd. De instrumentatie is smaakvol en kleurrijk, zoowel in het reci tatief als in de aria en tegen het slot der aria verheft zich de inspiratie van den toondichter tot een belangrijke hoogte; zoodat elk zangeres van beteekeriib ten opzichte van zich zelve en van het stuk verzekerd mag zijn van een respectabel succes. Charlotte Huhn oogstte dan ook daverenden bijval in met de voordracht dezer aria. De andere nummers harer keuze waren Niels Fïnn" uit Bjö.-nson's drama Hul'da" van P.üid mann, Triiime" van Wagner en T)ie Allmacht" van Sjhubert. In het stuk van Plu Idemann zijn de woorden een beetje simpel weergegeven; de muziek is een zwakke Löne; zij kan niet halen bij de hoogst interessante compositie van Crrnelie van jsterzee op deielfde woorden. De beide andere stukken zy'n bekend genoeg. Zou nu de indruk dien mejuffrouw Hnhn gemaakt heeft, wel beantwoord hebben aan de verwachting van h^t publiek'? Ik geloof dat zi;, die haar in de Wagnervereeniging als Ortrud" in Lohengrin, of als B.-an; a ie in Tristan und Isolde" gèho:rd hebben, wel ietwat teleurgesteld zullen zijn. Eéa keer te mear is het thans weer be wezen, dat men geboren operajangen-( -ssen) niet raar de concertzaal kan doen verhuizen, zoader riat een aanmerkelyk deel van hun talent daarmede wordt opgecffsrd De tweede solist van den avond was Chr. Timmner, onze bekende sfalgecoot, vroeger tot tweamalen toe concertmeester aan het Concsrtgcbouworchest. De heer Timmner heeft, na een tijd lang minder vaak te zijn opgetreden als uitoefenend kunstenaar, dit seizoen weder in hooge mate de aandacht tot zich getrokken als Primgeiger' van het door hem gevormde, uitstekende srrijkq lartet. Ik hoorde van Timmrer Bsethoven's vioolconcert, Bach's Ciaccona en als toegift een stulfje uit diens E dur suite. Ik zou over Tiinmner's voordrzc'it van Beetho ven's c >ncert veel kunnen zeggen, indien het mij vergund ware in de kolommen van het Weekblad eens uitweiding te honden over stijl". Daar ik echter meen clat zulks eer thu'a behoort in een vakblad en daar men in den laatsten tijd de meening schijnt toegedaan te zijn, dat ieder kunstenaar het recht heef t li .'ethoven op eijne manier te vertolken, desnoods met terzijdestelling van allo traditiën, zoo wil ik a'loen verklaren dst ik mij BeeÜven denk zonder gli-sando's en hei eerste Ailegrüin een mamy'k, vast tempo, doorgaans me'grooten to:m gespeeld; dat ik mij het Rondu thema, ook ais tegenstelling met het La-ghe'.to, \oorstd in een levendig, opgewekt rby'amus, zoodat de schoone ver jeeling van karakter die Beethoven in zyu concert voor vio l, gelijk ook in zy'ne concerten voor pi&no aanwendt, n 1. errst, innigheid, vreugde en gs'.uk g,:ha~c!haafj büjtt. De heer Timmner bezit voortnfi iy'ke eigenschappen als violist; voor alles een schoonen, zangvollen en nuancerijksn loon; rtaarmeda heeft hy' dan ook giwock'rd; doch ik vond in zijn voordracht het tegendeel van wat ik hierboven h"b opgesomd. Ds heer Timrnr.er deelt dus blykbaar mijne meening niet over de opvatting van Beethoven's vicol c ncert.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl