Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1296
'n echten, zwsar onder fjliaLtjn gebukten; n
met lippen- van gramnuire, oigen van
psrkimentbakter.ën, ooren van bibliotheken-stof, kristal
lijn van glanzend lamplicht, grauwe handen vin
Faast-aehtige diepzinnige berin?, bril-lenzea van
zonlicht zelf. E;n Duitscher, een riirp
diepdiep-zinnigen, om dat rwezen", dat heerlijk, ru
iende, verrukkelijke woord, »»rezeu", dat //wezen
van de tooneelspeelkunui," ontleed o ;s te komen
aanbieden op de fonkelende schalen van zij a
sllerpuntigst vernuft, omgeard mst de heilige
olie van z;jn raadselachtige bovennatuurlijke
schouwing, e'ke porie van dat, ,wezen"... ach
het »wezen", het groo'e geheimvolle ,wezen"
indringend met z'n smachtende ana'yze-drift.
Maar kan het niet eenvoudiger? Gaef de
folianten 'n trap, de p'ychol^gen 'n draai, de
geleerde schouders 'n duw, raromel dat heele
atellet.je met z'n hoogwijze ana'yt,ifche alc' nie
van hst , wezen" o, het ,wezen"! door
elkaar. N em die heele tafel met
wijsheidsspullen b p, en slinger haar in het rijk djr ver
doemenis! We» die handen, die grauwe handen
van mumm e achtige geleerden. Wég die
loarbrillen, weg die folianten, die j°. aanstaren als
gewonde lijken-gezichten achter het glas van de
Morgue. Wè^ die gra-nmair:.nond, dor en on
vermurwbaar ais de rimpelige snuit vïn 'n olifant:.
Laten we den boel niet verluiiruchtigen! Er is
een anlere weg om dat ,we-.eu" evident te
beschouwep. Bjstaat er i a.-tist, die allesn
iets vermag m<;t bekwaamheid, techr.iak, hoe
groot die ook zij? N je, re;, nee, duizendmail
nee. Pasta!
(Slot volgt).
Is QtJERID").
IIIMIIIIIIIHIHIIIIII
Büyan Gogö.
Da firma Van G >gh heeft hst aardig denk
beeld gehad in een dar t w ja
tentooastellinsszaaltjas een serie prenten op te hangen. Wat
een kunsthandelaar >in ma?azyn" haeft buiten
het artikel schilderyen of aqiarellan, biyft
gewoonlijk opgeborgen in portefeuilles, en
hoewel er dikwijls veel dairo ider is, dat even
goed in aanrnsrking mag komau voor
bawondericg als da in lijsten gazetta warkan, kont
dit soort kunstproducten muar hoogst zelden
en maestal toavalligar#yja ouder het belang
stellend oog van dia kaast.-uiaaasr. Vraagden
eerste dea basta, die noait een
schildarijtentoonstetling ongazion zal laten, of in
musaam-eollsetia's vrij nauwkearig den weg
weet naar sijae kannis m<st de schatten uit
het P.-entönkabinet Hat publiek vraagt talaga.
Van Gigh ha.-ft thans eans in het licht gebracht
uit zyn verscholen voorraad, en als ik goed
verstaan hel>, is deza tentoonstelling een eerste
uit een ranks, dia zal volgen.
't I i na C >rnalis Troost zija werk
datgeexpasaard is W j Au'terdaTiafnH, k,mnen Troost
wal goal als da ssiildar van pDrtMttaa ea
oniïangrj'ka reganteastuk'can uit hat
Rjksmuiaaoi. H'j toDnt ziek daarin eaa vak
man van groote vaardigheid, maar van zija
waren kant, die hem aantrekkelijk doat zyn
als ean der wainig karakteristieke verschijnin
gen uit een zwak-levand kanstgeslacht, learan
we hem daar niet kennen. Daartoe kan deze
tentoonstelling van prenten naar zij ie luimiga
werken, die zijn als zoovele potsaa en schert
sen la spotternijen uit blijspelen, ons op den
weg brongen. W. S.
Ora et Libora, hat tooneelwerk van
H HeijsBMANs JR , een pleidooi voor
staatspansionnearing, doar PERIO,
De heer Pario, spreektrompat van da «party"
die als eenig punt alleaaaas-staatspansioan op
haar program he^ft, tracht uit te rekenen hoe
't er bij boer Watze uit zou zien als moeder
Sjouke een pensioantja van stel 3 gulden 's
weeks inbracht.
Man kent de geschiedenis. Sjsuke is de
>mansmoeder" en ligt voor een oortje thuis
by de kinderen, die 't ook arm hebben, lly
onverschillig, zij hard en ruw geworden door
tegenspoad, behandelen ze 't oude mansch
gel^'k men pleegt te onderstallen dat een hond
behandeld wordt, kykan de stakker 't broad
uit dan mond, de plaggen die ZG op 't vuur
werpt uit de verkleumde handen. Da koe sterft,
't is een ramp; grootje sterft, 't is een zegan.
De heer P^rio berekent, dat zoo groo ja
maar drie guldan per week had gehad, haar
sterven minstans even groote ontsteltenis zou
hebben verwekt als dit van de koa.
Da vergelyking heeft ethische waarda. Wy
menschen, die onze soort bo?enal stellen, mogea
er bescheidenheid uit leeren. S;er?en kan in
meer dan n zin gewin zijn. Esn koa bereikt
bij haar dood hat maximum van haar produc
tiviteit. Z3 geeft eerst renta, daarna allicht
kapitaalwinst. Ean grootmoeder produceert
niet, teert ia en haar sterven brengt da nood
zakelijkheid van begraven, wat een kostbaar
en omslachtig ceremonieel is.
Daaraan verandert zalfs een staatspansioen
niets. De materieele en productieve waarda
van grooties stoffelijke existentie vermeerdert
er niet mee. Het kan allesn tot zekere hoogte
dienen tot dekking van het tekort. Bj goed
koop onderhoud is zelfs een winstja niet uitge
sloten, maar een winstj 3 ter wille waarvan geen
betere behandeling geboden is. Hst staats
pensioen is niet een deel van grootjes zyn,
het komt niet voort uit bestaande misschien
uit vroegere, maar dan allicht vergeten
productiviteit, het vermeerdert niet bij goade,
vermindert niet bij slechte behandeling het
houdt alleen, als ergste straf, op by mishan
deling ten doode. Man kan zelf nagaan hoe
't by' de koe is: goede behandeling is veel
melk, gezonde kalveren, malsch vleesch. Slechte
behandeling het tegendeel. D a straf volgt ook
kort op de daad, niet eerst na zooveel tijd
dat men de oorzaak vergeten kan.
Grootje, alweer, had, van den staat
gepensionneerd, allicht by haar intree ia den huize
Watze een vriendelijke begroeting gevonden.
Haar boterhammetja zou minder zuur,haar kopja
troost minder slap geweest zyn in de beginne. Da
plaggan mochten misschien wat hooger hebben
gevlamd. Maar Watze was gean man van kalm
zaken-doen, geen béter-boerende boer, als zij ri
buurman. Watze ging achteruit zoo hard als
'n paard kon loopan; er was geen tegenhouden
aan. Z'n eenige zorg zou gaweast zyn het
pensioen van moeder, onvervreemdbaar, dat
niet te verhaasten of te realiseeren viel, om
te zetten in crediet. Er zou met groo;j a ge
speculeerd zyn, haar levenswaardy zou zyn
getaxeerd en omgezet in contanten.
Of grootje 't daarbij materieel beter gehad
zou hebben, staat te bezien. Winstmakerij is
van onds gepaard gegaan met bekrimping ep
de kosten, wanneer de opbrer.gatsom niet op
te voeren was En ook d ai. Deze tijd geeft
aan drie uitsluitingen te zien, hoever de zucht
naar winst menschen voeren kan op den weg
van wat wij onmecschelijkheid plegen te noe
men. Ea 't ry'pt er by hen die ik als voorbeel
den stel niet zoo hard als by Watze. Van
Watze tot Van Haek is ean niat onbelangrijke j
sprong.
Watze zou... en z'n vrouw zou... maar
ban ik daar niet geraakt op het pad van Pario ?
Ban ik daar niet bezig ook uit Ora et L-ibara
'n becijfering te maken, waartoe dit »ipel van
het land" geen aanleiding geeft ?
Ik heb den heer Pario nog op een andar
spoor te volgen. Hg haa't er ook schippertje
Hiddes en zijn vroaw by, en waarachtig ook
Heijermans zelf! 't Zyj. volgens Pario gaen
toeval zijn dat Hay'aronns Hiddes 70 en z'n
vrouw 65 jaar maakt. .65 en 70 de beide
leeftyden van pensioensingang, entre ces deHx
les coeurs balancant vaa de verschillende
schryvers over een wettelijke regeling der
oud.:rdomsverzorging". En zoo, wanneer de harten
niet meer gebalanceerd hadden, maar waren
overgeslagen naar dan eenen kant of den anderen,
dan zou H^yermans Hiddes en zyn vrouw
niet hebben kunnen bezigen voor z'n drama.
M'n beste Perio, hy had anderen genomen, ik
verzeker 't u!
Wanneer de oude Hiddes, wanneer zyn
vrouw, wanneer Sj mke by Watze. en laten
we zeggen wanneer Witze zalf staatspensioen
hadden gehad.... Wanneer de koa
staatspensioan zou hebben gehad ea wanneer het
koloniaal werfdepó; ta Harderwyk gean
handgeld uitloofde Wanneer de Friesche hei
niet zoo schraul en het winterseizoen niet zoo
hard was... Winnear een plaggenhut een
menschalyk verblijf en godsdienstzin ten allen ty'da
een waarborg voor «shristelyka en maatschap
pelijke deugden" ware dan, zeker dan
zou Hayermans' stak er anders hebben uit
gezien. Toegegeven Pario! Als ge uitgingt
021 dit te bewyzen, hebt ge 't bewezen. Ga
zoudt wellicht eaa verdienstelijk werk hebben
gedaan met Hayaraians, die dazen winter geen
gelukkige greep had, een ander terrein aan
te wijzen. Misschien had hy op de Drentsche
hei door uw bemiddeling gsvona^n wat hy op
de Friesche niet voad. Of hsbt ge misschien
lust, zelf als politiek raadael tot stoff i te dienen
voor een of ander »spal van het staatspansioen"?
E-- ligt in dit doorfantasearen van ean ver
zinsel (ook tooneelaf beelding van werkelijkheid
is vsrzinse') tot andara verzinselen iets van
don Q lichotterie Daze brochure van den heer
Paria is de schaduw van eenschaduw.
Staatspaasioen is een schoone zaak, maar moet niet
worden opgevat als uitsluitend vermaak van
hat menschdotn. 3- is buiten dat nog veel te
doen en op den bodem waar het
staatspansioan eenmaal groeien zal, groeien meer vruchten
die de moeita van het kwaekan loonen. Waarom
laat men die staan? Waarom dringt men zo
dood met dat eane gswas, dat bater tieren zou
in de schaduw van hooger gebooaita ?
Ei als de haar Pario dan gslooft in de kracht
van zya gswas waarom zat hy 't dan in
anlsrmans broeikaa ?
Wil 't niet op dan koudan grond ?
C. J. A. VAN BKUGGE.S.
'n Halo lülsclirift.
Aan de heeren H. C C. Ciockaner Brousson
en Abdul Rivai in Amterdaoi m'n groet!
Dan heer Brau^on, volbloed Holiander, die
als redakteur van dj B indera Wolanda get03nd
heeft dea inlandera van Hollands koloniëa, m'n
landgenooten, 'n goei hart toe te dragan, en
die nu binnenkort, mede in hun belang, naar
het zoaneland teruggaat. Dan heer AWul R'vai,
Maleier, die uit ladiënaar Nederland is getogen
om zich te ontwikkeien, z'n blik te verruimen,
z'n gee-iteshorizoat te varwy'den, en die z'n
landgeaooten niet vergaten is, hun z'n beschaving
wil doen deelachtig worden. Aan beiden, op
richters v»n de B ntang Ilmd.a, 'n
voertiendaagsch Mileisch ty hchrift, dat door d«n heer
N. J. Boon in Ainsterda a wordt uitgegeven,
aan beiden in'n groet. M'n grost ook aia
Badhen Mas A^'o K-jesoema Joedha in Nijmegen
en den heer J. E. Tehupeiory in Batavia,
mederedakteu s vaa dat blal.
Gjj wilt da nog te veil als plant leve:.da
Insulaners hïlpsn oph ffjn, ontw'kkelea en
lagisch leerea Je-:kyn." Oioa wilt gij uiv pen
doen zija 'n leidersstaf, wiit gij da wolken van
wanbegrip bij de inlan.lers doen wegdrijven,
wilt gy U-T licht dosn schijnen in hatlanivan
Oferzee. Dit is 'n schooae taik, o, broederen
mijtt! Maar 'n taak, tot het vervullen waarvan
veel overleg, veel baleid, veel geduM en vael
volhardingsrermogan nojdig zijn. W;mt m'n
landgenooten zyn eeuwen lang don gehouden,
en de Westorscha beschaming is er eene meer
van den geest dan van het nwt Ik tsvyfol niet,
of gy weet dat alles en zult ;i daarnaar ric'ite'i.
Ik hopa uit de diepte vai m'a gamoeJ dit gij
niet slechts zult werken aan de opp-srriakk'gc
bMch*ring, maar vooral ook aan de innerlijk?
opvoeding der inlandsrs. Dit geschiede ia na
tuurlijk^n eenvoud des harten, want eer-st (ïin
spre.:kt gy tot de ziel vaa den iniander.
Z.&1:, haarea relakteurs, u v tij! cirift is
geïllustreerd iets nieuws en heeriyks voor
dan inlaidjr en in haïmij gezonden
proefnumaier zie Ik onder meer de portretten vaa
A'jas II, khsdive van K?y jte, Shsïq el-Bakry
ea Li-Hung Caang, een en ander met bijschr tt.
Sjartgelyke dingen moeten, vooral in den
baginne, niet te veel plaats innemen ; ze zijn
te o..belangrijk. Tracht He/er den iv.Under x'n
eigen land te doen zien met u i ruimsren blik.
Wie doa is, ia zieade b'tnd. M'n landg -.uootea
eeuwen lang dom gehbiulin, herhale ;k?zi«-n
«leerendeels slecht. Aan u ora hun de oogen
te opsnen, voor de g'-ootsche placht der Indi
sche natuur, voor de poëzie vaa het dèia-leven,
voor da deugdelijkheid van sjrn-aige hunner
zeden, gewoonten en gebiuiken en da slecht
heid van andere hunner gebruiken, gewoonten
en zeden. Dat zij in de eerste plaats uw
arbeidsveld. Zóó arbeidende, zoudt gij allicht
ook de Hollandscha lezers kunnen brengen tot
betere begrippen omtrent de koloniën. Nietwaar,
dit zouit gij ook wel wenschjn ? Is het niet
waar, dat de HoiKnders over hst algemeen
even wain'g van Hollands koloniën weten als
'n kerkuil van aUnmuae?... Vergunt my even
'n zysprongeijs, leiders van de Bintang Htndia,
dat is de ster van Iidië. H^el even maar:
Ik gi-o')t u, Nederlandars, overhearschers
mijaer natio; Ik groet u met gebaar vaa 't
lydzaam volk van Insulinda, Zioals een
onderdaan zich buigt voor zijnen vorst in
statH 'k Heb tam* gezworen aan usv
koningin, de veelbeminde Gaen onvertogen
woord zal vloeien van my'n zachten veder,
Maar spreken wil ik u als tot een oud'ren
wyz'ren broeder: Mijn volk, myn arme land
genooten lijden hongsr weder l De nood is
hoog gestegen, stijgt nog hooger steeds; de
moeder Verkoopt haar kind tot redding van
! haar telg en van zichzelve. Dat is een daad
van wanhoop, niet van gruw'bre liefdeloosheid.
| De sawahs zija zwaar overstroomd ; gebrek loopt
om te zwerve' Waar vroeger vrede en welvaart
! waren. Gadoemd tot werkeloosheid, Tot
hon; gerlyden, tot ontzaggelijke ellende, zwy'ken
i Bij honderdtallen mijne broeders daar, uw
raedemenschan. Vernietigd is de veldoogst en ver
laten jzyn de wy'ïea Vaa tallooze Javanen,
wier bescheiden, kleine wenschen Slechts
reiken tot wat voedsel en een werkzaam, vredig
leven. Vesl erven, tuinen zyn thans om
geschapen in moerassen. Da ramp is groot:
geen voedssl ea geen woon, 'k verneem 't met
beven, Ei de eerste tyden zal geen welig
graan op sawahs wassen. De ramp duutt
lang. Ling zal da ellend' wis om zich henen
grypen. Hoort, Naderlanders, dat gebeurt
in Nederlands kolonie! Hoort, Hollanders,
en wilt mijn wsegaklaag geheel begry'pan:
U ff bruine broaders lyden zwaar in 't land van
overzee. Wie,?Wie u ver blijft thans doof voor
da opgeperste jammerbeden? Waarom, vrage
ik u droef, hoe zwijgen uwe groote bladen?
Waarom...
Nou j», dat komt allei wal terecht. Vertel
me liever, hoe hoog da aindeelen van de
DeliTabak-Maatschappij cou staan en of er 'n mooi
telegram over de Baere is gekomoie".
Ziet, geachte heerea Brousson en Rivai,
vertelt den inlanders ook veel van het goede
in het land tus-chen Djllart en Schelde. En
schroomt niet, af en toe van 'n mensonge inno
cent gebruik te maken, iadien gy eigenlyk
zoudt moeten vertellen, dat er in het land,
dat door de bewoners zoo ferm der zee is
ontrukt", zoo bitter weinig voor Indiëwordt
gfyjeld, voor zoover ladiëer zien niet toe
bepaalt de rol vaa malkgevende koe te vervullen.
Ziet my niet aan, dat ik zwartachtig ben,
omdat my de zon h-seft beschenen" s'aat er ia
het eerste hoofdstuk van het Hooglied van
Salomo. De redakteurs van da Bintang Hiniia
hebben er toe bij te d-agen, dat de inlandec
dat eerlang den Hollanders niet meer zal be
hoeven toe te roapan. Ki ik biJia, datAUah's
zegen moge ruaten op hua arbeid.
SASTIIO PBA.WIRO.
Versailles, 31 Maart 1902.
K(--ine lic'ite-i, dvir A. W. SANDERS VAN
Loo Da Njd. Bjek- ea Staaudrukkery,
Dan H-iag.
Hit boak van een diereavriend ! We
gc'.ooven en begrypen dat da saaryvnr, wiei,s eerste
stap, naar wy maenea, dit boak is naar de
heiliga hallan van dun roem, hierin zyn geheele
zial haeft gelegd. II )t is gsaa buitengewoon
natuurverschgnsal, die ziel vai dan heer San
ders van, Loo, zooals za daar in ean
oraijaachtio; omsla;ja voor ons ligt. De geluidjes,
die ze afgadtt (hst is een ziel, en zoo iets
W)et zich in dan tegaowjordigen tyd uiten)
zijn niet bapiald onaaigiraacn om
aantehooraa. Alleen op hat eind begint zo wat raar te
doen, vermo-ïdeSyk schjr door h"t l.inge ge
bruiken van de keel, die, voor het eerst in
functie, te*en al ta grooto inspanning niet
bestand is. Zj zet zich op; da oolijka, wat
sentimaateele kikker dia 200 bladzijden laag
gekwaikt haeft op een zonaravondoiiniar, dia
erbij door ka.', wordt een 01, die mat oan
placbtstat'g »toea loste baider ziel zich op in
de zial van hua beidar Gad" dea geest geeft.
Oyer dit droevig einde zullen we dus liever
niet praten; hat zy genoeg nu we hebban ver
teld, dat hat eaa doodanik was. Maar goed by
haar positieve an mat da volle frischheid van het
nog niet g^sleïea \ovan, laat de ziel vaa dan
haer Saadars van Lio zich best genieten Hst
is, zooals we zaidon, een diersnüefaabbende
ziel, wier evaporatios natuurlijkarwys vooral
door mada-diaie.: jjïfhabbandti.i in da eerste
plaats zullen wor-i<in gewaardeerd X>j zijn het
dia, door dea t-chnjver dasrin voorgegaan,
gaarne o/arai wonderen ziun. IIJt is eaa
logisch, althans tain of raa-ir verklaarbaar
versebynsi-l en het spreekt ióór den mansch,
dat hy een zekaro voiirliefle heeft voor het
zoeken van hut groota of middalaiatige in het
klaina; da haar Sindars van Lio is onder dat
soort menschan, iaaani tiij wiea dat zoeken
nogal eena mes een vicden wordt beloond Zijn
vijfden schet-jas zyn het een na het ander
welgelukte avontuurtjes in het land der fantasie,
van waar hij t«lkons wear met een klein wonder
terggkeer je »Jaapje" is een woadar, en »Gy-j j"
is eaa woüdar, de «moasvala'' is een wonder,
het »muisje'' van Lie ja is een wondar, en het
»azel:ja Jafke" is een wonder, wonderen van
dieren zya hat allen, wiarin da schrijvor ean
bijna manschaiyk verstand, menschalijke liefje,
menschffiyk plic'itga^oal, telkens weer eoa
of ander menschalij'ihaidje fantaseert. Daarby
komt, dat da schrijver zioh hij dien arbaid
althans min of meer ha^ft weten te raatigan
sn xijn f ii tasian waerga^ft in woorden, die
zich annganaam laten iezen ; h\j dankt dat aan
4-jn eenvoud, waarmea hij zijn verhaa'.'jas doet
in de klaarblijkelijke afwezigheid van de mee
ning, dat hy gewichtig werk deed en »3chet-.-.en"
laverde. Gelukkig, dat dit niet het g«','al was,
en da schrijver begresp dat zijn roeping....
eigenlyk geen roeping was. Wat hem tot schrij
ven dreef was waarschynly'k niet meer dan de
gedachta, dat het wal aardig is zija fawtasiën
gnirukt an door anderea gelezen to zien ;
misschien oak da hoop aan e ,k«l wreodaard
wat zachter te stommen jagans da dieran, wat
een kleine hoop gswaast is, want, gelukkig
altveer, komen in zyn boekjj gsen directe
wanksn in dien zin voor. 6330 bepaalde pro
paganda voor dierenbescherming, gaan literair
woninkji met hat bord »behandeit de dieren
met zachtheid"; maar slecht-t een vriendelijk
medeburger, dia met zijn horii'ja aan ean
touwtja uit wandelen gaat en zich verkneukelt
aan de süaünighei^jos, waarmee, hij is er
o/ertuigd van, het dier'ja, ook nog wel anderen
dan den eigenaar zelf, vermaakt.
Tn. P.
BOEKAANKONDIGING.
Jlet Il-mdelsreckt, ten diensta van het
handelsonderwijs en de praktijk, door
mr. J. G SCUÜHMANN, Uitgevers. G. Dalwei
& C >, Rotterdam.
Mr. Sahü-mann haoft zich fan doel gastald
een werk ta le?erea, dat als Ren vraagbaak
dienen kan in da praktyk, en dat tavens juist
voldoende goeft ?oor de candidaten der examens
van «Marcurius", van den «Nationalen Bond
van Handalsbediendan", en voor het examen
middelbaar boekhouden
Er behoorde moet toa om naast Ja populaire
»Schets van hat Nederlandsen Handelsrecht"
van mr. T. M. C. Asser, waarvaa reeds eeu
Oa druk verscheen, ean nieuw werk van dezelfde
strekking uit te gaven. Gieda wijn behoeft
gesn kracs, zoo behoeft het werk van mr. Asser
geene aanbeveling. Zyne schets heeft da groote
verdienste van in een zeer vlotte styl een
duidelijk overzicht te gesren van het wetboek
van koophandel. Hat ontmoet echter voor den
koopman, die geene juridische studiën hesft
gemaakt wel bezwaar, dat mr. Asser zich be
paalt tot de behandeling van het wetboek van
koophandel, terwijl het burgerlijk wetboek voor
dea koopman zeer belangrijke hoofdstukken
bevat. Voor handelszakea geldt toch niet uit
sluitend het wetboek van koophandel. In alle
gevallen, waar dit wetboek zwygt, gelden ook
voor den koopman de regelen van het burgerlijk
recht Hat is dus voor dan handelsman niet
voldoende het wetboek van koophandel alleen
te kennen.
E m verdienste van mr. Schürmann's werk
is dat by alle onderwerpen meer in verband
met het burgerlijk recht behandelt, dan door
mr. Asser gedaan wordt. Eenige hoofdstakken
van het burgerlijk recht, die voor kooplieden
en examencandidaten in het bizonder belang
hebben als: pand, hypotheek, koop, huur,
lastgeving, borgtocht, bruikleen, enz. zullen
door den heer Schürnwnn nog uitvoeriger wor
den behandeld, en a'.s bijvoegsel tot het thans
verschenen werk worden uirgcgeven.
Is dit bijvoegsel verschenen, dan zal de
koopman een handboek hebben, dat geheel
aan zyne eischen voldoet, terwyl de
f-xamencandidaat tevens by zijne studie voldoende
leiddraad heeft. Voegen wy hieraan toe,
dat het werk wel is waar mr. Asser's heldere
etrjl niet evenaart, doch hat voordeel biedt de
studie aan de hand van de wetboeken te ver
gemakkelijken, daar steeds naar de artikelen der
wetboeken verwezen wordt; ook de druk en
inrichting van het boek komen ons zeer practisch
voor.
Moge mr. Sohürmann's werk van de zyde van
den handel het gunstig onthaal vindan, dat
zyne ernstige arbeid verdient. A. D.
iuiiiiiiiiiiiiuHiluimHiiiiiiiiiiitmiiiiiiHiiiiiiimmiiitiiiiiiiHiiiiiin
iminuiiutUHiiHuinituiauHii
In de Groene" van 3 Maart komt onder
dit opscbrjft een artikel voor, gcterkend D.,
waarin aan bovenstaard wo-ird da beteekenis
wordt toegekend van: aanvaarding win het
denkbeeld, dat by' voïkarengeschillen de
eiganraacat ba-list''.
Ia de ecrrte p'a&ts sil hot my voorkomen,
dat ecne scb.eifling vaa leg.ir en politiemacht,
zooala die daarin verder w-irdt gern-akt, w
'ekeurig is, in. a. w dat on-ier militairisme moet
worden verstaan elk btelsid, dat ten doel heeft,
meu^chen te onraniseeren tot een ko?ps, waar
van de Iftden worden bekwaam gfmaakt s*oor
de taak, cp de macst Miella en doeltr ff,;nde
wyze, met geweld tegenover andere menschen
op te ireden en hen eien'.urel te dooden.
Het verschil tu-.;-chen een leger, dat optrekt
tegen een ar.der leger, en een politiekorps, dat
eei.e vol'-ameuigtötegemoet gaat, bestant alleen
hierin, dat in het eerste geval de tegenpartij
op deze', f de wy'»,e is georganiseerd, t»r*ijl in
het tweede geval de tegenpartij óf niet of
anders is georganiseerd.
T<;n tweede bai ik zoo vrij. voor
hetooger.blik met do terz;,,d3»tel!ing der pnlitie genoegan
ne;ue:ide, op da «l* fi jitie van den bchrijver van
bedoeld artikel eeno aiumsrkir.g te maken. Er
wordt daarin gesproken van föferewgeschillen
en na rijst bij my de vraag: Hoovele oor
logen zijn een uitvloeisel vat; vul'cerengeschille.n T'
Zgn de onenigheden, die leidan tot eeaen
oorlog yo/fojrcngeschillen?
Ik bedoel hierin -i ie gftene letterziftery ; geen
vittea op deze uitdrukking om er eene voor
in de plaats te stellen, die hetzelfd s bedoelt,
al is zij eenigszins juister. Ik tapt de^e uitdruk
king aan, omdat alleen daardoor eene zuivere
vcrgdijk-ng mogelijk is tuïschen da ideeën van
don hoer D. en de mijne.
Ia dit volkeren zie ik een bewijs, dat ook
de heer D. aan vaaEili: eene machtig heerschecde
opvattiiig, die alleen door tien sleur kan stand
houden, maar die verdwijnt, als m n zich grondig
rekenschap geeft van hat wezen der verhou
dingen tusschen staat en volk. Wy' zijn nu
eenmaal gewoon, te spreken van
volkfrengcschillen", strijd der volkeren' erz. Maar
is dat juist?
Ik geloof, dat niemand my zal willen betwisten,
dat in oude tij dun, in de middeleeuwen, ds
oorlogen niet voortvloeiden uit g»s.c!iilien tus
schen volkeren, maar uit twisten tusschen vorsten,
ro-pecüeveiyk uit hunne zucht raar inacht,
lijkdom, grondgebied. Op het terrein dar ge
schiedenis gevoel ik mij niat in die mate thuh,
dat ik zoa durven beweren, dut Looit ten oor
log is uitgebroken, ten gevo'ge van een geschil
tusschen volkeren, naties; naar mocht dit al
a of meerdere ma'.ea z\jn voorgsval!en] als
regel gt-ldt toch zoader twy'fel, dat niet de twee
volkeren in q taestie hadden te baslissen; sij
haddan slechts zorg te dwgea, dat uit hun
midden de noodigi manechappsn gereed waren
om hun leven in de waagschaal te stallen, als
de fwee vorsten besloten, elkander aan te vallen.
Da tyMen zija veranderd, de regeeringsvormen
hebban zich gewijzigd, maar het prii.cipe is
hetzelfde gnbleven.
Wilde hat Fransche volk den oorlog van
1870? Man wil hut zoo voorstellen, maar het
staat thans zelfs in schoolboeken over geschie
denis te lezan, dat Napoleon slechts in een
buiten'andichen oorlog het middel zag om de
aandacht af te leiden van de biunenlandsche
ontevredenen, die zijn troon dreigden omver
te werpen.
Het volk werd kunstma'ig opgeschroefd tot
haat, de troon candidatuur van Leopold van
Hoheozollern in Spirj -, mosst dianst doen als
roode lap, dia den stier wordt -oorgehouden.
Wilde het Nedorlandsche volk den
A'jjhoorlog, w-ldan de inlandsche v dkeren de
tallooza oorlogin, in onzen Archipel gpvoerd ?
De brochure van Kol, getiteld: Het imperia
lisme van Nederland'' geeft hierop voldoende
antwoord aan hen, die zelf het antwoord niet
kunnen vinden.
Wat zou het Nedarlandsche volk tegen zyne
donker gekleurde broeders hebben; het kent
hen niet!
Wilde het Engelsche volk den oorlog tegen
de Boereij ? Voor wia niat doordringt tot het
wezen der dingen schijnt een volmondig, ja'
hierop het onmiddellijk antwoord. En onze
groote dagbladen, in hun y'ver om de liefde
voor onza Zuidafrikaansche stamgenooten"
warm te doen voortbrandon, hebben de menigte
langzainerha-.d verblind met een jicgoïjme, dat
slechts gradueel verschilt van dat, waarom de
Engelschen worden gehekeld. Maar vormen de
kap'talisten, bankiers en beursspeculanten, de
leveranciers van oorlogsmateriëel enz. de
Caambf.rlain-kliek het Engelsche volk?
Het volk, wordt verblind door hen, die hat
moesten voorlichter, deels doordat zij, die de
voorgangers zijn, zelf verblind zijn, diels doordat
vuig egü-ime de drijfveer hunner hardelirgen
is! Het volk wordt opgehitst door redevoerirgen,
door manifesten, door de pers, en het verbeo'dt
zich het vo!k, waartegen het zal gaaa oorlog
voeren, te haten. Maar alles is al voorbereid,
ds staten, de regeeringen willen den oorlof,
de natie moet velgen. En EU moge men al
spreken van het regerren3e volk"; wy hebben
immers onze volksvertegenwoordiging" enz ;
gesteld dat dit alles beantwoordt aan de idealen,
die men daaromtrent heeft, dan i ^ is het niet
het volk, de natie, die een geschil heeft met
een andere, maar de staat.
Wie nu, vormen in dit opzicht de beslissende
macht, wie vormen den staat".
Vraagt het den bankiers, den bsursipeculanten
in mynaaadeelen, den aandeelhouders van kolo
niale maatschappijen. Wat anders aan hebzucht
is de aanleiding tot oorlog, vroeger van vorsten
die de opbrengst van landen in hunne schatkist
wilden zian vloeien, thans van 1-apitalisten, dia
in Transvaal: che geudmynen en diamantvelden
of in Cubaansche tabak- en suiker-plantages
bronnen van ryke i; komsten zien, of wel voor
de producten der nij verheid afzetgebiedon zoeken.
Het Eaüor.aUteitsgevoel wordt kunstmatig
aangehitst, maar meent nier, dat men te doen
haeft met een «otterengeschil.
Wat t.u besreft het denkbeeld van een
statenbond, een Hof van Arbitrage, ik ben niet zóó
sceptisch gezind, dat ik eene dergelijke instel
ling allen invloed zou ontzeggen, maar zoolang
de oorzaak: hebzucht, verwant met heerscuzucht,
niet wordt weggenomen, zal oorlog blyven
dreig»n. Want eenmaal verblind door deze
neigingen, ontziet men geene middelen. De
oorzakea moeten worden aangetast en waar
men dit doet, daar zal ook de grens tusechen
leger en politie niet worden getrokken. Ddar
zal gestreefd worden, in steeds grooter kringen
het besef zich te doen verbreiden, dat militai
risme (in den ruimen zin, zooals ik het opvat)
voortspruit uit hebzucht, heerschzucht, geweld,
dat de strijd tegen dit militair,sme moet zyn
een zich verheffen der menschheid van het
standpunt vaa egoïsme tot eer, waarop altruitme
en een streven naar deugd van elk individu,
vrij en onbelemmerd, niet gekneld in het dwang
buis onztr tegenwoordige maatschappij, niet
terneergedrukt door dwang of geweld, daar
voor ia de plaats treden.
S atenboudan en Hoven van Arbitrage mogen
een punt zijn in onze ontwikkeling ; het moga
waar pyn, dat op dea geleidelijkfn weg van
vcoiuitgaiig dit tusschetstation niet kan worden
overgealager; het oog vaa hen, die niet
meevloeica met den grootea strooai, maar t!ie wel
bewust voorwaartsstreren, is gericht op het
wezen der dingen. Zij trachten n:et de
tiitwerkingon van een kwsad w?g te icmen, (het
zou op andere wyze uitbreken.'); het kwaad
ze'va tast n zy aan. H.
***
REPLIEK.
De historisch-analytischa beschouwing van
het woord «volkerer.gesch'llen" in hot stuk
van H. gegeven, be^at meest vanzelf sprokenda
zaken. Wie zou hat niet weten
volkerengfschillen, letterlijk opgevat, komen uiterst
zelden voor. Bg het propageeren eehter van
hst inzicht, dat doodslaan een slechte
argumqrititie is en dat den regaeringen dit
arguia»nt hoe eerder hoe Haver raoct worden
uit de haid genomen komt het er niet meer
op aan hoe man de gaschiilan dier
regaeringen noemt.
Onder militarisme ook de instelling, die
politia heet, te willen betrekken is, dunkt
mij, gaweld plpgen aan het woord, binnen den
iühoud van dit begrip iets wringen dat er nu
eenmaal buiten valt Bjj het militarisme behoort
ds militair en het is de aar gewezen, door elk
erkende levenstaak der militairen altyd gereed
ta staan om tegenover militairen van andera
nationaliteit zekera bewering van hun respectieve
lastgevers met <ïb vuist te gaan bewijsen.
II. schrijft: »IIet verschil tusschen eec legar,
dat optrekt tegea een ander leger en eea
politiekorps, dat een volksmenigte tegemoet
gaat bestaat alloen hierin, dat in het eersta
geval de tegenpartij op dezelfde wy'za is ge
organiseerd terwijl in het tweede geval de
tegenparty of r.ict <jf anders is georganiseerd."
Die gelijkstellir g van leger en politie, op
iiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiniiiiiiimtiiiMiinimiiiiitimiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiHii*
40 cents per regel.
?mtimminiMiiniiiHliiiiiiumulimilliiiiiiiimiiiiiimmiilltilllll
tot II 3.O5 p Met. Franco e» vt'U
v»n t n veei rechten toegezonden l Stalen
ommegaand; evenzoo van zwarte, witte en
gekleurde ,,IIenneberg-ZUde" vai: CO
cent tot (l l i.«VS per Me'er.
G. Henneberg, Zijde-Fabr. ik. & k. Hofl.), Zürich.
K A MS TRA's Matrassen-, Bedden- en
Slaapkamer-Meubelfabriek, Snsek.
BED DER TOEKOMST ni?t 10 jaar garan
tie. Lev?r3e sedert 1S3Öpi. ra. 7OOQ
stellen. Gfïllustreerde Prijscourant gratis.
Honderden bewijzen vaa tevredenheid.
Specialiteit ir. ENGELSCHE LEDIKANTEN.
Piano- en Muziekbandel
ttRAHR, te Utrecht.
Opgericht 1835. Telcphoon No. 443.
Amerikaan olia, Duitseïiöen
PIANINO'3 en' ORGELS.
(iroots keuze ir :
S3 U SJ *& 3P I .l 3T » ' SI.
Ou'.le iris!.rr!."aerite.>. worden ing-iruilil.
Reparatiëa worden in ila Fab'iek ten spoedige' a
nitgevoar-1. - GeU^er;hȟtot stammen in en
buiien abonnement.
" UU
Arnhem, Koniagsplein.
VLEUGELS en PIANINO'S in Koop en in Huw.
Bepareerea Stemmen Ruilen.
(ïrcdnrende de maand Mei O
pr ii i m i n g van Photographien en
Photo gravures.
J. H. DE WIT.
Algemeene Boek- en Kunsthandel.
Utrechtschestraat 54, Amst.
(Telefoon No. 304Tj.