Historisch Archief 1877-1940
10
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND,
No. 1297
?HUtlliillllllllillllllllIlllllltllltlllIlinlIMIIIIlIlllllllKllflIlHlttltlllMII
tot en mat 30 Juni 1902 goudfl l.STtt te
urnen met goudfl. 102 37M, a kr. 238 10 voor
elke 100 goudgulden, das met kr. 243 75
tegen den koer» van 198.40 kr. per / 100
N«d. Crt, met ? 122 86.
? Da 5 pCt. obligatian tar afUwing dar
aandeelen van dan Hong. Oastarspoorweg van
bet jaar 1876, voor elke 100 goudgulden nom.
kapitaal met goodfl 10050, w*arby 4X pCt.
rente (5 pCt. minus 10 pCc. inkomstenbe
lasting) van l Januari 1902 tot ea met 30
Juni 1902 goadfl, 225, te uuuen met goudfl.
10275 a Kr. 23810 voor elke 100 goudgulden,
dos met Kr. 24465 tegen den koers van
19840 Kr. per f 100 Nsd. Ct., met ?12331.
Da 4>i pCt. Vereeniging Prioriteits-leening
van' Hongaarsche Spoorwegen van het jaar
1888, voor elk 100 Ms*k d. B W. nom.
kapitaal met M k. 100.?, waarop 4 M pOt.
Rsnte, van l Januari 1902 tot en met 30 .
Juni 1902 Mk. l 25, te zamen met Mk. 102 25.
a Kr. 11760 voor elke 100 Mark, dus Kr.
120.25 tegen den koers van 193.40 Kronen
per f 100 Nel Ct. met ? 60.61.
Da 4X pCt. Hingaarsche
Staatsspoorwegleening van het jaar 1889 in zilver. Voor elke
100 gulden nom. kapitaal met Kr 200 waarbij
4K pCc. rente ran l Januari 1902 tot en met
30 Juni 1902 Kr. 450, te zamen met Kr.
204.50 tegen den koers van 198.40 KT. per
/ 103 Ned. Crt., met ? 103-07.
Daartegen worden de nieuwe 4 pCt.
StaatsRente- ObligMien voor elke 100 Kr. nominaal
kapitaal met Kr. 96.62%, waarbij 4 pCt. rante
Van l Dec. 1901 tot en met 30 Juni 1902
Kr. 233 te zamen kr. 9395X, tegen den
koeu wn 19840 Kr. per f 100 Ned. Crt.
mat / 49 88 berekend.
Wat ik raden zou ? My' dunkt aan de con
versie deel nemen is wanschalyk, als ik let
ook op den steun, die in den eersten ty'd de
koers der nieuwe stukken zal genieten van
de groote geldmagnaten, by hst slagen der
conversie betrokken.
De koers vermindering voor de zilver-
Chinflezea en voor d« zilver-Mexicanen wordt
vwoorzaakt door den samenhang met die daling
in dan zilverpry,s, die lager was dan ooit te
voren. Voor Mexico is deze prijsverlaging
dubbel schadelijk. Di betaling toch van de
goud-rente vordert meer zilver en het uitge
voerde zilver Mexico levert een darde van
de geheele wereldproductie brengt minderop.
Da tabaksondernemingen wederom over 't
algemeen lager. Toch leveren de inschry vingen
goede uitkomsten op. Die taxatie en de verkoop
prijzen gisteren gemaakt, waren onderscheiden
lijk 95K en 150 voor de Dali-mpij, 79 en 91
voor de Smembah, 116% en 140 voor de
Medan, 82K en 117 voor de Amsterdam- Dali,
94 en 122 voor de Dali-Bitavia, 88 en 100
voor de nieuwe Asahan, 137X en 212 voorde
Langkat- tabak.
Da noteering ran de aandeelen Dali-mpij.,
van 464% tegen 490 in de vorige week moet
beschouwd worden in verband niet de
dividenduitkeering. Op de een dezer dagen gehouden
algemeene vergadering werd een winstcijfer van
27/io millioea vastgesteld ter verdeeling onder
de aandeelhouders. Daar in Ojtober reeds
15 pet. aan de aandeelhouders is uitgekeerd,
werd het slot-dividend na vastgesteld op/ 195,
zoodat de geheele dividend-uitkeering / 315
bedraagt. Da bekende heer P. J. Jansen werd
als commissaris herkozen en de oud-minister
Cretner werd weder als commissaris aangesteld.
Verrassend zy'a alle verkooppry'zen evenwel
niet. Da directie der A'dam-Deli was op de
laatste vergadering dan ook niet kwistig met
een bemoedigend woord.
Ea de amsterdamsche tabaksmannen gaan
eindelijk ook het voorbeeld volgen van het
eeuwenoude en beproefde zedekundig voor
schrift : eendracht maakt macht ? 'k Verneem
althans dat ter benrze het gerucht ging van
het voornemen der tabakmakelaars-firma's J.
H. A. Gsbirg, E. B. Hirkema en Henri Dantz
om een A'damsche tabaktrust te vormen. Zs
hebben groot gelijk. Tabak en oesters zijn
uitmuntend ge:chikt om sbetrust'' te worden.
Wanneer komt toch de noodige oestertrust?
H<e duurder de oester is, hoe lekkerder hij
den E^gelschen lord smaakt en dea te
vroolyker komen de anders zoo bedrukte
oestermannen bij moeder ds vrouw thuis.
IQ de groep der Sjheepvaartm.pyen liepen
de aaüdeelen Ned. Amer. stoomv.m.pij, zy
het ook op een sukkeldraf] i, achteruit. Da
verkoopers konden de koopera niet inhalen.
Redenen vroeger vermeld.
Aangenaam is 't me wederom te mogen wijzen
op da gerezen koars van 6'2 tot 66 voor de
aandeelen Bit que Aux de la Bours, die de
Groene eenige weken geleden reeds verwachtte.
Ten slotte de medadeeling, dat de hnga lyst
der Yaïkoerails over het algsmeen wat zwak
kere pi ijzen aanwy'st. Ejn by zonder gunstige
uitzondering maken de pref aandeelsn Chicago
en North Western, die van 256 tot 205
voornitsprongep, naar aanleiding van eene herhaling
van het vroegere gerucht van een te vormen
combinatie.
O ik was er sprake van een
anthracietkoolcotnbinatie, die nog steeds de Reading en de
Norfolk ten goede koait.
Voor de houders van aandeelen
Steelcorporation is een belangrijks circulaire verschenen,
die aanleiding kan geven tot eenige koersver
betering. Hierover de volgende week
D.STIGT.B.
Paul u iriiaie.
Naar hel Fransch.
-???j.\uar nee, r ransci
Van DE VILLIERS DE LISLK-ADAM
T ea uur slaat het in de verte, 'c Is een
nacht ia Mei, helder diep en blauw. Da sterren
schijnen van goud. De zoele wind komt
aangezweefd over pas oatloken rozen, het gebladerte
ritselt, het water der fontein, iu de acac.a'.aan
klatert za:bt.
Temidden der stilt», vrrheft zich de stem van
eeu nachtegaal, ziel van den nacht; de trillende
toufn vallen neer, als een regen van muziek.
Ea ge denkt terug aan den tij d, "toen ge
zestien jaren waart en met uw gausche ziel een
even jon;; meisje aanbadt. Herinnert ge u dtn
hand cijoen, dien ze vergat, naast haar stoel ?
De gelukkige verwarring die haar onverwachte
komst u bracht? Hebt ge vergeten, hoe uw
wangen brandden, wanneer ge bemerkt et, hoe
uw familie glimlachte om uw wederzijdsch
blozen? Hebt ge ze bewaard, de bloemer, die
ge samen pluktet?
Verborgen in het diepst van het hart, is die
herinnering als een droppel van een oostersche
essence, die nog na jaren, haar geur bewaart.
Een avond als deze, roept zulke herinneringen
te voorschijn.
Hel werk ie geëindigd, de geluiden zijn ver
stomd. Op goïd geluk af, ben ik hierheen
afgedwaald. Het oude gebouw, dat voor mij
ligt, was vrosger een. abdij, nu is het eei
kostschool voor jonge meisjes. Het maanlicht
doet mij dfn ouden, sleenea trap zier, achter
het traliehek eii verlicht grillig de steenen
heiligen, die wonderen hebbjn gedaan, en hier
geleefd hebben. Nu worden de grauwe muren
verlevendigd door groene jalouz'.ëa en daarbinnen
wonen vroolijke kinderen, als jonge vogels in
een ruïae. Ba onder haar, waaraan velen zeker
reeds slapen, is meer dan ae, die bij de eerst
volgende vacintie, het hart van een jeugdigen
makker sneller zal doen kloppen. Misschien
dat nu reeds .... Slil! ik' hoor een stem ....
Achter het hek heeft iemand zacht geroepen...
Paul! ... Paul!. .. E>)n oogenblik, zie ik, naast
eeu der steenen pilaren, een wit japinnetj', een
blauw ceintuur, de pjlerine van het pens.onant
en het zilveren kruis om den hals. Nu zie ik
haar gelaat, haar trekken vol poëzie, de blonde
haren, zoo jeugdig, zoo kinderlijk nog en den
glans der blauwe oogen.
Aan den anderen kant ean jonge man, een
knaap nog.
Virxinie, Virginie, hier ben ik!
Sit! spreek zachter, Paul.
ZJ zijn geen vaa bjiden ouder dan vijftien
jaar.
D.t is hun eerste rendez-vous. Een bladsijde
uit de eeuwige idylle ! Wat zullen ze beven,
van angst en geluk. Weest gegroet, heilige
onschuld. Herinnering! Opnieuw geurende
bloemen !
Geef mij j? hand, doar het Lek, V'rginie.
O, wat is ze i»cht l Hier is een bouquet, die
ik voor je geplukt heb in oazea tuin.
Dank je, Paul. M*ar wat hij^ je, je bent
buiten adem.
Dat komt, omdat ik hird heb moeten
loopen om op tijd te zijn. Papa had een goeien
dag gehad vandaag, een voordeelige zaak en ik
ben na het dinrr bij hem gebleven om nat geld
loa te krg'gsn.
Als je door je txïmens komt, Paul, kun
nen we over drie jaar trouwen.
Als ik alvocaat word ; mnar we mosten
eerst nog wachten tot ik bekend ben en ook
een beetje geld verdien.
Sommige advo3aten verdienen vél geld,
niet Paul?
Ja, sommigen. B3n j? gelukkig, hier op
kostschool, Virgmie ?
- E-;rst was het hier niet zio prettig. M»ar
nu zij a er veel ryke meisjes, van de kasteelen
in den omtrek. E i ik ben van allen de vriendin.
O, ze hebhen zulke mooie dingen.
Maar die grauwe muren zijn toch niet
vroolijt.
O, men went zich, er niet naar te kijken,
Z?g, Paul, ben je al naar onze oude tante ge
weest? Orer zes digeu is het haar naamdag.
Ik ga ha^r morgen een lieven brief schrijden.
Zs is zoo goed !
Ik houd niet van haar. Djn vorigen keer
heeft ze m? een zak oude dessertbonbons ge
geven, in pkats van een werkelijk cadeau. Ik
ga er niet heen.
O, Paul, Paul, dat zou niet goei zijn. Ji
moet van haar houden en liair niet beleedigep.
Zs is oui en ze la»1, ons zeker wat gild ca...
Dat is waar Hoor j 3 dia nachtegaal
Virginie ? Prachtig, hè!
Wel prachtig, maar j; kunt er soms niet
door slapen, dat is vervelend. Wat is de maan
helder !
Je houdt van pcëiie, n'et waar, Virginie?
Ja, Paul, en vaa pianospelen ook.
Ik heb mooie verzen uit het hoofd geleerd,
d:e zal ik j? op^eg^en, als we getrouwd zijn.
Dan zullen we veel naar buiten gaan, Lè?
O, j i, Paul. En van mima krijg ik, als
bruijs^ift, onze buitenplaats, met de boerderij.
Die boerderij levert nog heel wat geld op...
Des te beter. En msn leeft buiten
goedkoop^r, zegt papa, da i ia de stad. Ik houd
van de jacht en als men veel wild thuis brengt,
bespaart men geld.
Ik houd van het buiteul;ven; het is zoo
poëtisch !
H)urde je daar geen voetstap, Virginit ?
O, hemel, als bet madame was l Ik moet
we0'- Tot weerziens, Paul!
Ik zie j? bij tante, LèVir^inie? O/er
zes dagen, aau het diner. Ik ben ook bang,
dat papa merkt, dat ik weg bjti; hij zou me
geen geld meer geven.. .
Gauw, een hand!
Verrukt luisterde ik naar het gelu'd van een
kus, de kindereu vluchtten weg. Ea het wa< me,
of een verre echo tl'.een herhaalde: G .'ld! geld,
gel J, beetja geld ! ...
Als flote 't as zon.
Uit het Etgeic'i, door A. J. M.
Mr. Ciay hal nog noiit mat den spoortrein
gereisd, of-choon hij er dikwyh naar hal ver
langd Dus toen dr. E vans, die een jairlijfach
abonnement had op ds A. B. en C lijn, hem
voorstelde er eens gebruik vaa te maken, werd
dit aanbod gretig aingenoraen. Da kaart is
psrsooniijk/' zei dr. E-a'is, maar dat komt er
niet op aan. Je zegt mair dat je de. Evans
bent, als ds oudacteur ie!s vraagt, miai- dat
zal hy wel niet dosn." Mr. C ay nam den
nachttrein, die den volgenden morgen in Sc.
Louis moest aankomen, rlij wachtte de komst
van den conducteur eenig.-izins zenuwachtig af,
benieuwd wat hij voor uitvlucht zou aanvoeren
als deze een bijzonder consciëntieus type zou
blijken te zijn. Mr. C;ay hield er niet vin eene
onwaarheid te zeggen en hoopte dit de con
ducteur hem niet tot een leugen zou noodzaken.
Want, nu 'c eenmaal zoover was gekomen, zou
hy zich toch daardoor niet laten afschrikken,
om dat kosteloozs reis j te genieten. Daarbij
kon het abonnement van den dok er wel eens
verbeurd worden verklaard, als hij eejige wei
feling of verlegenheil verraïdde gedurende het
onderzoek. Maar toen de conducteur verscheer,
las hy' alleen den naam op het vertoonde biljet,
gaf het aan den heer Ciay terug en liet dezen
in een aangenamen stemming achter. Hij had
zich niet behoeven te bedienen van het kleinste,
onnoazelste leugentje, zoodat hij zich met een
voldaan gevoel vai oprechtheid en eerlijkheid
gemakkelyk r.eervlijde op de kussens van zy'n
slaapwaggon en toen de portier zijn ligplaats
in orde had gemaakt, kroop hij er op om te
slapen, zoo goed en zoo kivaid, als de schom
melende trein hem dit zou veroorloven.
Omstreeks middeinacht werJ hij gewekt door
een stem achter de gordijnen van zy'n rustbed :
Dokter," hoorde hy zeggen, dokter, word
wakker I Esn man, in 't compartiment hier
naast, is ziek geworden en heeft hulp noodig."
Het was de conducteu*, die gezien had dat
op het biljet M. D. stond.
Goed, ik kom dadely'k," antwoordde mr. Clay
met een aplomb, waarover hy'zelf verwonderd was.
, Drommels !" prevelde hij, toen de man
verdwenen was. Waarom heeft Evans me niet
verteld, dat dokters in 't midden ron den nacht
ook in slaapwaggons kunnen worden opgeroe
pen, zooals overal gebeurt? Ik zou hem zy'n
biljst hebben laten houden en my'n reis zelf
betaald, als ik het had geweten. Daar is nu
evenwel niets aan te doen, als naar den man
te gaan zien. Als hy' waarlyk ziek genoeg is,
om een dokter noodig te hebben, dan beklaag
ik hem."
Mr. Clay kleedde zich haastig aan, ging naar
den volgenden waggon en werd naar den patiënt
gebracht. Met de noodige dtftigheid voelde hij
zy'n pols, lag zy'n hand op zy'n borst, luisterde
naar zy'n ademhaling en liet hem zijn tong
uitsteken. Toen dit was afgeloopen, bleef hy
eenige oogenblikken den ongelukk'gen patiënt
gadeslaan. Da omstanders dachten, dat hy
ernstig over het geval nadacht; in werkelijk
heid vroeg hy' zich af, wat hy verder zou doen.
Toen het was als eene ingeving; hy' had
het dr. Evans ook wel eens zien doen?, nam
hy' de hand van den zieke en keek aandachtig
naar zy'n nagels.
Hebt gy' whiskey?" vroeg hy' aan den
conducteur.
Ja, mijnheer, die kan ik u bezorgen," was
het antwoord.
Heel goed.' Gaef hem dan twae thaelepels
in een half glas water en herhaal dit na verloop
van een uur. Ongelukkig heb ik myn
medicynkis'je niet by' me, en kan tot mijn spy't niet
de middelen voorachry'ren, die ik gewecscht
acht. Maar de whiakey zal wal werken als...
Wat voor uitwerking die zou blijken te hebben,
vond mr. C.ay minder noodz*kely'k zy'n toe
hoorders m«ête deelen, want hy' brak af en
zei, dat hy 't betreurde geen thermometer bij
zich te hebber; hy zou graag de temperatuur
van den patiënt hebben opgenomen. Maar geef
hem de whiskey, zooals ik heb voorgeschreven,"
eindigde -hij op besiisten toon, ea als de
verschy'nselen soms ongunstiger worden, kom me
dan roepen."
Terug op zy'n rustbed lachte hy' eenigirir.s
gedwongen en zuchte toen diep: Arme kerel,"
dacht by', ik hoop dat het niets erastig-s is."
Dokter," riep een stem, juist tosn hy' op
het punt was in te slapen. Da man schynt
erger te worden. Wilt u nog eens naar hem
komen zian?"
Wel zeker," antwoordde mr. Clay vriendelijk,
maar inwendig brommend. Ik wenschte," dat
dat verwecschte biljet vervallen en vernietigd
was, voor dat het my' in handen was geko nen !
Wat most ik in 's hemels naam beginnen ? De
man kan sterven bij gebrek aan geneeskundige
hulp. Mair ik kan moeilyk bekennen, dat ik
geen dokter ben j ik moec nu 't lied maar
uitzingen."
Daar is nog een dokter ie de roorste wagen,
mijnheer," zei de conducteur, tosn mr. Clay
verscheen. Da vrienden van den patiënt worden
wat zenuwachtig en dachten, dat u met hem
een consult zaudt willen hebban. Ik zal hem
roepen, als u het goed vindt."
Heel goed, als ds betrekkingen hst
verlanger," antwoordde mr. Clay, zoowel opgelucht
als bezwaard. Die dokter zal me ia etkele
oogenblikken door en door zien," zei hy' neer
slachtig by zichzelf. Ik zou wel eens willen
we;en, of y- er ja hacbje by inschiet, als je
uit den trein springt; hij gaat een aardig
gange'ja l"
Maar de pssi'/to-dokter beproefde niets van
dien aard. HO stond den patiënt kalm aan te
staren, tosn de consu'teerende dokter ven cheen.
Dr. Brown, dit is dr. Evans," zei de conduc
teur, onschuldig aan alle gepremiditeerde be
driegerij.
Da baide geneesheeren bo^en deftig tegen
elkaar. Dr. Brown hal een kleine me lecynkist
meegebracht, die hy by' zich neerzette.
Wel, dr. E.-aas, welke zy'n de symptomen ?"
vroeg hy.
Zie zelf eens, en maak dan uw eigen dia
gnose, dr. Br iwn," hernam mr. C ay mat merk
waardige zelfbeheersching.
Dr. B.-OWÜhaa'de een koorti thermometer uit
zijn zak, sloeg de vloeistof naar btr.eden met
een han iigle.d, aan mannen van het vak eigen,
en lag hst einde onder den tong vin den
pa'ient. Toen voelde hy zijn pols en mr. C:ay
merkte met leeia oogen op, dat hij niet op
zijn h irlo^e keek, zooals tuj ze'f hal gedaan.
Mr. Gay herinnerd j zich, dat dr. Evais zelden
op zijn horloge zag, als hij de polsslagen van
een patiënt controleerde.
Wa* hebt gij dan patiënt voor.-;escbrcva??,
dr. E/ans?" vroa» de consultearendt;
ger.eesheer, terwijl hij de thermometer wegnam, en
stilzwijgend de temperatuur c-rstateerde.
Mr. Ci»y vertelde h-et hem. Dokters waren het
wel ereis mser niet /is geweesr, en dat ;,on
nu m^t hen ook wel 't geval zijn, dacht do
ongelukkige Clay by' zichzelf. Er zat ook niets
aiders op, dan net hem te vertellen.
Dr. Brown replice.-rde niet; hij scheen het
geval zeer zorgvuldig te bsbandelen. En toer:
zei hij tot verbazing en verlichting van mr. Clsy .
Wel, ik gfloof dat gij 't juiste hebt aange
wezen. Ik zou aanraden om dfi,;e zelfde
behandelii'g gedurende den nacht voort te zettenen
a's de patiënt morgen' cbte;;d piet tm-tr i>,
kunncii we verder zien. Zijn temperatuur i
niet verontrustend."
Mr. Clay ging naar zijn sl-vipste") terug, in
de overiuigirg dat de Voorzienigheid hem
goedtjuns'iger behande'd lud, dan hij verdiende.
Als «y'-e opinie omtrent den toestand vanden
Kiek; al eiaig-ir,ins vaag wa<. omtrent een
a1 dar punt hai hij een zeer b-paalilo
oirertuiging : bij was besloten om nooit meer op de
kaart van een geneesheer to rei/ien.
Den vo'geid'vi morden was -Ie patiënt veel
beter en 't hart van mr. Clay vloeide over van
dankbaarheid.
TORII hij uit den trein stapfe, ontmoatte hij
dr. Bro ,vn. Zij liepen samen het station uit en
toen ze op straat bleven staan, om ieder zijns
weegs te gaar,, zeide mr. Ciay met een
vertrouwelyken glimlach: Oider ons gezegd, dok
ter, ik ben in 't geheel geen geneeshesr. Dat
kon ik evenwel niet aan den conduc'.eur ver
tellen, omdat ik op 't biljet van «en dokter reis".
De lippen van dr. B-own trokken zenuwachtig
samen en hij stak vriendschappelijk zijl hand
uit: Ik nam dat medecijn kistjïm: , om een
beetje bluf te slaan. Ik ben evenm-n een dokter
als gij; ik reis op 't bi:j ;t van dr. Brown.
?<HftiiuiiiH»Nu<HH«im«Hiiiiiimi niiiiiiiHiiiuiniiunuuina
Vaccinatie in Neierliil,"
Geachte Redactie,
Iüuw laatste nummer hebt u aan uwe lezers
medegedeeld wat destyds door dr. Bruinsma
in Hygiënische Bladen werd gazegl over
?Gezondheidszorg by inenting tegen pokken".
Tevens geeft u met een paar woorden weer,
wat ik in het volgend nummer daartegen
betoogde.
Wie myn stukje leest, zal zich moeten
sfyragen, of dit betoog wel juist is weergegeven.
Slechts i ding neemt u eruit, en dat eene
wordt nog scheef voorgesteld Immers hst was
niet alleen tegen de bewering omtrent België,
dat ik iets in het midden bracht (ik deed
daarbij alleen een vraag), maar ook deed ik
nog over andere punten een paar vragen, die
van veel belang zijn.
Het zij my' vergund tegen uw m. i. orjuist
weergeven van mijn vraag omtrent Belgiëop
te komen. Natuurlijk was mij uit
»Vaccir,evereering" bekend, hoe destijds de toestand
in Belgiëwas. Maar aangezien na 1892 er
verandering kon gekomen zyn, wat ik meende
te moeten afbiden uit de inlichtingen, die my
waren verstrekt, deed ik de vraag, of daar nu
dwang was. Ik was zelfs zoo voorzichtig te
zeggen: »Die persoon kan zich vergissen, doch
hij zei, hoe zy'n kind moest gevacc. worden".
(Ik mag hier wel mijn dank uitspreken voor
het vertrouwen, dat men stelt in de getuigen
der antivaccinateurp). Na begrijp ik niet, hos
zulk een heel eenvoudige vraag om inlichting
dr. Br. ertoe kan leidan uit te roepsn: er komt
nog een twffede voorbaeld voor van de licht
vaardige wyze, waarop alles voor een voorop
gezet doel wordt bruikbaar geacht enz. Ei dit
WJrdt door u nu overgezet in: Juist deze be
wering echter is voor de laatste weer een bewijs
mat welke ondengdely'ke wapenen de
antivaccinateurs hun strijd voeren tegen de vaccine.
Wie echter een klein weinig thuis is in de
wap'ankamer der anti-vaccinataurs zal toch
zoo iets niet zeggen. Nog altyd is
?Vaccinevereering" niet weerlegd, wel doodgezwegen.
Hat rapport van de minderheid der Eng.
commissie wacht nog steeds op een vernietigende
critiek. Wij stry ien niet voor een voorop
gezette meening, maar bestrijden juist, wat de
voorstanders ons geven. Wie zich daarvan wil
overtuigen, leze eens: Smlipox at Gloucester
van dr. Hadwen, en da.n zal hy' zien, hoe die
dr. Hadwen niet voor ean vooropgezette meenirg
strijdt, maar eenvoudig de hem gegevea feiten
laat spreken en aantoont, hoe ondeugdelijk
dr. Couplands rapport is. Men zal dan zien,
hoe een deugdely'k rapport van dr. Brooke
door de »Crty Cjnncil" werd weggemoffeld,
maar te voorschyn kwarn, toen in het najiar
van '96 nieuw bloed in den gemeenteraad
ward gebracht door de verkiezingen, om daarna
gepubliceerd te worden.
Indien dr. Br. aan het eene geval doorhem
genoemd het recht ontleent om de inenting te
noemen een voorbehoedmiddel tegen de pokkan,
hy neme dan anderen niet kwaly'k, zoo ze uit
gevallen van het tegendeel het recht ontleen en
daaraan te twijfelen, vooral waar by'na alry'd
de epidemieën beginnen by gevaccineerden,
of waar nu in Londen 75 pCt. der aangetasten
gevaccineerd zijn.
Dr. Br. acht het ongeoorloofd het eenige
onschuldige voorbehoedmiddel (dat volgens hem
gebruikt wordt bjj de meest ernstige en levens
gevaarlijke operatie 1) te bestry'den uit over
wegingen ontleend aan zoogenaamde statistiek
of gemaakte wetenschappelijke gronden. Voor
het ontvangen van een nitt zoogenaamde stati
stiek of niet gemaakte, maar dau»delyke weten
schappelijke gronden, waarop de leer der vaccine
berust, houd ik my zeer aanbevolen. Tot nu
toe heb ik ze nog niet gehoord of gelezen.
(M?n vergelijke o.a. dr. II de C ick, Verplichte
Vaccinatie en het in uw no. geannonceerde:
Madisehe Watenschap en Vivisectie door F.
L, Ortt).
U dankend voor het opnemen van deze
rectifhatie teaken ik my hoogachtend,
Uw D<v. Dr.,
Rassen, 27 Apr. '02 H. J. C. PIEBSOK.
1) Dr. Br. neme dit tweede citaat niet
kwalijk. Hrj zegt, dat ik oorzaak zou zy'n,
hoe een verzanelaar van citaten hem zou
kunr.en rekenen onder degenen, die de vacci
natie gevaarlijk en nadeelig achten, terwy'l hij
aantoonde, hoe die gevaren vermeden kunnen
en moeten worden. Maar dan vraag ik, hoe is
het mogelijk die te vermijden. In hetjiar 1892
waren er alleen in EigwUnd en Wales 13 278
kinderen, wier vaccinatie op een getuigschrift
van een dokter werd uitgesteld wegens hun
ziekelijke toestand (zie 103, Report c.f the
dissontient Comomsioners). Zeer benieuwd ben
ik, hoe men hier alle gevaar zal kunnen ver
mijden. Mij is een dokter bekend, die een
kind niet durft te vaecmeete-n, omdat het als
het koorts heeft terstond stuipen krijgt.
Geachte Redactie !
Tien ik in de Jfijjic,ii-clte Bladen nota
nam van dit eerste scürijven van den heer P.
zeide ik geen lu t te hebben om mij te laten
verlokken tot een hernieuwd debat over de
eigeniyke waarde der vaccinatie; ik blijf by
dit gevoelen.
Km citaat mag niemand ooit kwalijk nemen
mits het duidelijk en in zijn verband worde
aangehaald; ook hier, waar operatie toch zeker
ziekte zal moeien zijn.
Wie naast al die Kngelsshe lectuur eens
een eenvoudig geschreven Iloilandsch boekje
wil lezen, waaruit de heilzame werking der
vaccinatie als voorbehoedmiddel tegen pokken
daghelder te voorschijn springt, leze wat een
oud-onderwijzer in FriesUnd schrijft over een
pokken-epidemie, die hij in zijn dorp heeft
bijgewoond en waarvan hij den loop weergeeft
onder de gevaccineerde en r:kt-gevaccineerde
personen, die hy allen por name heeft gekend.
De titel is: Gcfchiedems der pokken-epidem>e
te Woudsend, van Aug. ISül tot einde Febr.
ISGï, door liet toenmalig hoofd, der school
aldaar, E. K. Vierkant en wordt na ontvangst
van een postwissel van 27 cent franco toe
gezonden door dsn schrijver te Woudsend.
G. W. B.
Mat niet geringe verwondering zag ik deze
; passage. Ik herinnerde my' toch in het minst
' niet iets dergely'ks beweerd te hebben.
Voor: zichtigheidéhalve heb ik nochtans de drukproef
i willen afwachten. Maar ook in deze is tittel
noch jota te vinden van wat de heer
Katner' liogh O .mes vertelt als door my gesproken.
| Zoo bly'kt dan uit dit stuk, evenals uit de
Nota van den heer Kamerlingh O jnes, dat zijne
mededeelingen soms meer stevig in den vorm
j zy'n dan in den grond.
Met dank voor de plaatsing.
Uw dw,
D. P. D. FABIUS.
Amsterdam, 28 April 1902.
* *
*
Telefoon-nersoneel,
Mvjnheer de Redacteur J
Ia uw nummer 1205 kwam een stak voor
van den heer Kamerlingh Onnes ovar de
salarissen van het telefoon-personeel. Daarin
kon men o. a. lezen: »Esn merkwaardig oneer
biedige stelling werd verdedigd door het raadslid
prof. mr. D. P. D. Fabius, n.l. deze: dat de
b3rmhartigheid het opvoeren van het onvol
doende looncy'fer tot de door my' gevraagde
(/ 8 als minimum) om daarvan alleen
f»tsoenlyk en onafhankely'k te kunnen leven,
verbood."
Aan de Redactie!
De heer prof. mr. Fabius aanmerking ma
kende op hetgeen ik schreef in uw weekblad
No. 1295, noemt mijne mededi eiingen »meer
stevig in den vorm dan in den gronii." Ik ben
(laarmes waarlyk gevleid. Ei niet weinig ook.
Want tot dusver had ik alom hooren zeggen,
dat juist de gebrekkige vorm de zaak bedorven
had. Ei nu komt een gezaghebbend man als
prof. F. zeggen «neen maar de vorm is
stevig." Jammer dat het niet eerder ge
zag d is.
Doch de lof daargelaten, het is om den blaam
te doen, dut ik ter verantwoording wordt ge
roepen.
Ik zon prof. Fabius hebben toegeschreven
wat hy niet in het minst bedoeld, veel minder
gezegd had. Da drukproef van het gemeente
raadverslag heeft prof. Fabinj er heden op
nagezien en ook die vermeldt niet van wat
ik schreef.
Ei j i, de drukproef, maar die zal tocli niet
als biwys gelden ; ik zou des hoogleeraars
verontrusting wal eens willen zien als hy op
een drukproef werd aangevallen. Welnu, dan
moet men zich ook daarop niet verdedigen.
Prof. Fabius heeft, omdat hy zich het ge
sprokene niet herinnerde, de drukproef willen
afwachten. Maar daar verschillen prof. F. en
ik. Ei my'n geheugen, n my'ne notities ty'dens
de zitting, maakten my, schrijvende voor uw blad,
01 afhaiikelyk van de gemeentelyke drukprotf.
Volgens de drukproef zeide prof. F. o.a.
»Man behoeft deze zaak [n.l. het voorstel
Onnes c.s. om, waar men beslag -legt op den
geheelen arbeidsdag der telefoniste, haar ten
minste zooveel loon toe te kennen, noodig om
onafhankely'k fatsoenlyk te kunren
rondkomei ] niet te gaan regelen, zóó dat al die
meisjes onafhankelijk kunnen gaan leven, dat
behoeft niet en zoo geschiedt elders ook niet".
Hst was bij die passage, dat prof. Fabias
den Kiad waarschuwde om toch vooral geen
loonsverhoogirg toe te staan, de barmhartig
heid verbood hst, want de jonge meüjss
zouden zich dan los kunr.en maken uit het
gezin en elders gaan wonen.
Ik heb dat tijdens de heer Fabius het woord
voerde genoteerd, gereed er in dezelfde zit
ting op te antwoorden. Maar hst woord was
na prof. Fabius aan andere sprekers en toen
ten slotte de qualifieatie van speldegeld door
den wethouder gebezigd zonder protest door
den Raad werd aangehoord, begreep ik, dat
het onnut was nogmaals het woord te vragen
en ward er zonder re- en dupl'eïges'emd.
Maar mijne aanteekeningen ty'dens de
vergadeiing gemaakt gingen diarom niet ver
loren.
De hoogleeraar, het voorstel Onnes
NoltirgWijnmalen, fcanvallende, pakte met zy'u beeld
der barmhartigheid, die leden van den R»ad
in, die in beginsel vóór behoorlijke bezo'diging,
toch niet fvilden meewerken om den familie
band te verstoren: die meisjes (de teltfonister )
door hst hoogere loon te verleiden, zich los
te maken van het gezin.
Hat begrip barmhartigheid was in dat ver
band oratorisch zeer goed aan te wendf-n,
maar wat my trof was, dat iemand als de
hoogleeraar mr. Fabius zulks deed.
Want nietwaar, oratische wendingen zy'n
lifflijk aan te hoorer, maar zy mogen niet
alleen schoon schijnend zy'n in den mond van
een man van gezag als de heer piot Fabias.
En daarom trof' mij de passage juist vau
die zijde als in den grond zoo meiktxaarditf
oneerbiedig en roteerde ik haar, teiwyl prof,
F. verder oreerende, het beeld blijkbaar, spoe
diger dan ik, zou vergeten.
Op het punt van gaheugan is in deze prof.
F. bh.kbaar micder stevig dan ik. Wat de
hoogleeraar tegenover mij echter nu nog tad
kunnen doen, dat is degelijk uiteenzetten, dat
wat ik merkwaardig oneerbiedig nouscde Eiet
als zoodanig moet gelJe.; Maar dat te
we<rleggen schijnt naar dit schrijven v(.n prof. F.
te oordeelen, allerminst mogelijk. De
hooi;leeraar schijnt het nu met mij eers te zijn.
dat het oneerbiedig is om te beweren: at
moreel de band, die het gezin baaienhotïdt
sterker zou zijn, waar armoede dwingt tot
samenwonen, m. a. w. dat de gceiit: g^est in
het familieleven afhankely'k zou zijn van etn
paar kwartjes.
Dat acht ik ean hoogst oneerbiedige stelling.
Maar dat acht ik ook de volkomen
cont.ekwentie van de waarschuwing der barmhartig
heid door Pruf. Fab;us dsn Riad voorgehou
den tegen het voorstel van loonsvcrtiuogi>.g.
Als de hoogleeraar die co:isekweirtie er r.;t-6
ingezien heeft en zy hem i u eerst trof, dan
spijt het mij, dat zulks het geval is, maar dan
zal de heer prof. Fdbius zich toch zeif moetau
verwijten, dat hij op 9 April lichtvaardiger
oreerde dan hem als wetenschappelijk man te
doen toekomt.
Maar dat duiveltje van oratorische
lichtvaardigheid dat den strijdbaren hocgieeiaar op !>
Apiil de onhoudbare zinswending mblu-a,
schijnt zolfs in bovenstaa :d epistulija den
hoogleeraar te hebben bezeten, waar het hoa
verleidde mijne vorige nota met twee woorden
te willen afmaken.
Elieve, professor, B en W. wijdden daar
aan 12 bladzijden druks en toen zij hunne
verdediging zoo triomfantely'k en glasheldtr
hadden uiteengezet, toen.... héj », torn
negoi.cen zy het gewraakte »sweatirg" loon te
vevhoogen, [natuurlyk niet zooveel ah ik gevraagd
had, en waar ik vroeg hooger minimumloon,.
verhoogden B. en W. begrijpelytcerwijs niet
dit, maar het maximum] erfii, dat weet mei
nu eenmaal, zoo wordt in ons lacd by voor
keur te werk gegaan; maar zal de hoogleer
aar, Mr. Fttbius, zich nu de vingers brande.i
en betoogend, diezelfde nota met 2 woordaT
kunnen vernie igea, dan heeft hy' toch
geen juiste van de onaantastbare waarde dur
feitan, die niet alleen in den vorm, maar ook
in des grond zoo stevig staan, dat geen gezag
allén, ze kan ontzenuwen.
O. KAMERLINGH