De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 4 mei pagina 2

4 mei 1902 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1297 interview voor den dag komt, is gewoonlijk van geringe politieke bstejkenis, gewoonlijk werken gosde made we-kers van groote kraaten liever in stilte en hechten z\j er m?er waarin aan, werkely'k goede, vertrouwelijka betrek kingen ea gesprakkei met toangovende per sonages te hebben. Daarop wordt dai nee belangrijkste geieelte van het politieke krantenwerk opgebouvd. H:t psraoonlyke interview m(» niHtiaij,, n»rsoiaz3< gaat naar Duitscae opvatting meer door voor een ornament, dienend* UK je» jJig>ag van pöisoouiuköydelheid dat. uit diplomatieke voorzichtigheid, ia de meeste normale gevallen (»U ik mij zoo mag uitdruk ken) nauwe yks zaken bavat waartoe een onderlegd en verstandig lezer ook zonde. interview niet uit zic'izelf zou kunnea komen". Date houding van de Daitsche Pers ten opzichte van interviews is naar onze mee rling da juiste; zij kan ook in 't algemeen die der Naderianasehe pers genoemd wor den, en het is weascheljjk dat dit zoo biijve. Grjheel in overeenstemming mat Herolds woorden in de N. R. C. schreven wij in ons artikel ^Slechte Journalistiek". »Ia het bijzon dn zoa dit (Kiypers terugkeeren tot stille werkzaamheid) in het voordeel van de Pers wezen, die nu d «r den vroeger zoo ernstigen en degelijken betoogar en debater, almede verlokt worlt juist aan een der uitwassen der hsdeudaagsohe journalistiek, waarvan we tot dusver, althans in Nederland, maar zelden last nnchten hebban, de hoogste waarde toe te kennen. Imners wat is zulk een interview, op zaer enkele uitz jnderingen na, aiderj d in het inaen reclamsachtig middjl vaa dj toch reedi van natura op een oaverziiigbire nieuwsgierigheid spa culeerenda pars ?" (N.u) hu uit het incident, naar aanleiding van de buüenkmische interviews, zijn «profijt haeft getrokken" laat hem oik uit dit bimnenlanisoh interview hst profijt niet ontgaan; dat hij voar zoover 't vaa hem afhangt voor goei een eind mike aan dit opzichtig bedrijf. Als Kuyper of een ander man van bsteekeais, iets heeft mede te daalen is het toeb. bater, dat hij zalf een stukje pipier neemt en wat hij te zeggen heeft daarop schrijft, dan dat hij uit... madelijlen? daa »pers muskiet" 't woord is van hem >aiet mat wit papier wil afschepen." Hat interview k in den regel niet andere d*u de raclumaiucht, die de jjjdeLhaid ex ploiteert, tan ein la ean wimtje te behalen. DJ degelijke Pers biijve zichzelf daar te gjed voor ao'aten. Verbetering van eas Onderwas. i. Vrij algamaen wanscht men het onder wijs voor nat meer gegoada deal der burgerij te harvorman, niet om la t al wat tot nu toe geleverd werd, zoo buitengewoon slecht waa, maar wel wijl de tijd er is om tot iets beters te komn. Verruimd paadagogisch insicht, veranderde maatschappalijke verhoudingen doen ons naar een grondige reformatie verlangen. Ei nu het middel om hiertoe te ge raken? Organiseert de ouders en onderwijzers, langzamerhand vormt zich een welgeveatigde, een gedragen opinie, een daad kan volgen. O/erweegt vooral uwe organi satie, onderzoekt, voordat gij aan het spreken en maatregelen gaat, de wenschelijkheid e« de mogelijkheid van een krachtige beweging op vooraf vastgestelde grondslagen. Tracht dan verschillende groepen vaa ouders en opvoeders voor uw doel op te wekken, wendt u niet uitsluitend tot de individuen, zoakt uw steun niet al te veel bij parsonen van maatschappelijk aanzien, en vooral, begint niet met uw subjectieve meerlingen den menschen als objectieve waarheid voor te leggen, spreekt voorloopig niet van een u wenden tot autoriteiten. Het wordt hoog tijd, dat een en ander van dien aard verzameld en uitgewerkt wordt in een «practische handleiding voor ieder, die uit organiseeren wil gaan"'. Da oprichters van de Vereeniging tot Ver eenvoudiging van Examens en Oaderwijs, de stichters van een Amsterdamsche afdeeling dier vereeniging hadden met een dergelijk boekske hun voordeel kunnen d j 3». Hoe is men bij de oprichting dier ver eeniging te werk gegaan, wat is tot heden het resultaat van een o. i. onhandigen opzet. Dan 2ien Maart 1901 had te Arnhem een vergadering plaats van eenige ouders, daartoe saamgeroepen door den heer J. F. Banse. Een commissie gaat aan het werk, haar eerste arbaid is het opstellen van concept-statuten. In een 29 tal artikelen tracht zij den grondslag te leggen voor de organisatie, die verwacht wordt. Art. 4. VVie lid wenscht te worden, doet daarvan mededeeling aan het bastuur. Art. 5. Ieder lid ontvangt, zoo spielig mogelijk, een exemplaar van het reglement. Art. 17. Da voorzitter of de onder voorzitter leidt de vergadering. Art. 19. De voorzitter sluit het debat, wanneer hij meent, dat een voorstel vol doende is toegelicht en besproken en laat overgaan tot stemming. In een vergadering van 11 Mei 1901 worden al dergelijke voorschriften tot wet verheven en nu den boar op! In TJ:recht, Rotterdam en Amsterdam worden vergaderingen belegd, redenaars van verschillende kracht treden op, leden ofLren .i gulden, de heer B nse zal de leien om de veertien dagen in zijn orgaan V. E O toespreken en we hebben een organisatie van stavast. Tot verdere leering wenschen wij eenige grepen uit de wordingsgeschiedenis dier vereeniging te doen, om daarna een pa rallel Te trekken tusgchen deze vereeni ging, die algemaene belangstelling in zake onderwijs wil wekken, en een soortgelijke: het Onderwijs Congres. 31 Januari was voor Rotterdam3ch« opvoeders een belangrijke dag, een afdeeling van onze vereeniging werd daar op gericht. Na een rede van den heer G. B. Lilleman Jr. vertelt de heer von Ziegenweidt van allerlei ellende zoo al in de wereld te koop. Hij begint zijn speech: »Dat het aantal zeauwlijders steeds toe nemende is, mag als een vaststaand feit «orden aangenomen." In een lang verhaal geeft hij een min of meer gedetailleerde beschrijving van verschillende zenuwkwalen en besluit dan verder: »O.is onder wijsstelsel, dat onder de leus van algemeene ontwik keling, slechts algemeene opparvlakkigheid gaf, legde daarenboven bij een aantal jonge manschen de kiem voor een zenuw ?? lijden, dat hun leven ten deele of geheel verwoestte!" Eanigen tijd daarna zenden eenige Am sterdammers een circulaire rond, waarin wij lezen: »Hat is een niet te loochenen feit, dat het aantal zenuwlijders sterk toeneemt, dat lusteloosheid en gedruktheid, schijnbaar niet te vereenigen met jeugd, maar al te vaak bij jeugdige parsonen worden aan getroffen Psychiaters en paedagogen hebban in de richting van oas onderwijs een der groote oorzaken gevonden van de boven aangeduide, algemeen heerschende kwaal". In Haarlem en 's Gravenhage nu verkeeren afdeelingen in statu nascendi, de hier reeds tweemaal herhaalde phrase zij hun als aanloop voor hun hervormings plannen aangeboden. Aan die voorbareidings commissiön ware dan bovendien ter lezing aanbevolen het verslag van de com missie uit den Ganeeskundigan Riai van Zuid Holland, afgedrukt in Hygiënische Blaten 1900 Ni. 1. Op bl. 18 lezen we: »3tonden aan uwa commissie vele belang rijke hulpmiddelen tot het verkrijgen van eea inzicht in de overlaiings-q'iaastie ten dienste, zo3 valt toch niet te ontkennen, dat deze haar niet het recht gaven de stelling als baweïen te beschouwen, dat de tegenwoordige toestand v»n het onder wijs gevaar voor de volksgezond heil op levert". Instructief mat het oog op de weinig logische kracht der conclusies b'j dergelijke besprekingen zy'n de discu*sies in zake overlading in 1886 en 1887 gehouden in de »Académie de mélecine de P*ris" («e Bulletins de l'Academie de Me lecine, sé*nce du 27 avril 1836). Ligneau en DajardinBeaumetz brachten ean rapport uit; naar aanleiding van deze mededeelingan had in acht achtereenvolgende zittingen een leerrijk debat plaats. Al doende dwaalde men spoedig van het eigenlijk thema af, om de v-raag te bespreken of de natuurlij k-e historie als leerva& van de programma's moest verdwijnen. Anderen verdiepten zich in het vraagstuk van het Grieksch enz. »Nous ne comprenons pas tr s-exactement comment les très-honorables me lecins formant l'Academie de mélecine, avaient la compétence nêsassaire pour traacfeer ces quescions d'enseignenaent" zegt de ba kende Fransche psycholoog Binet, naar aanleiding van deze discussies. Lizenswaard is tijn bespreking van het vraagstuk der overlading in »Li fatigua intellectuelle", het eersta deal van de »Btbliothèque de pédagogie et de psycho logie", gepubliceerd in 1898. »Nous montrons qie la question du surmenage scolaire, tant tiéoattua, et par les pélagogues et par les me lecins, est loin d'êsre résolus. QJL se trouve en réilit bien plus loin da but q i'on ne croyait l'êire, il y a una dizaine d'année?,1' luidt het in de inleiding. Iets verder: «Gat aveu c'est qua les recherches sur les eff ;ts du travail intellectuel ne soat pa? encore assez avances pour qu'on puisse en tirer une conclusion pratique qui soit directement applicable aux ooles."' Binet constateert evenals de ganoamle commissie uit Z'iid-Hollaad, dat de arts meestentijds nog leak is op het gebied der overlading in haar aanvangsstadium. Dj psychiater Winkler spreakt op den zelfden toon, de vader Winkler laat zich anders hooren. In een vergadering op 5 April jl. breekt hij met »zijn ouiea vriend Jan Cjsterus, met wien hij door dik en dun placht te gaan, op wiens kompas hij tot nu toe gewoon was te zailen." Hj toonde zich niet heel tevreden nnt het onderwijs en de onderwijzers. Elke wensch nu naar verbeterde toestanden, niet alleen op onder wijs gebied, juichea wij vaa harte toe; maar er bestaat gevaar dat men de functies van den heer Winkler niet goed uit elkaar houdt, en... men gaat aan het paralogiseeren. Duidelijk ziet men da fouten van een verkeerden opzet uit de talrijke en verwarde meeningen den laitsten tijd verkondigd, ieder stelt zij a diagnose, ieder geeft zijn therapie. Da heer Blink constateert in den aanhef van een overigens in vele opzichten lezenswaard artikel, tot tweemaal toe op n pagina, dat het treurig, diep trearig is om te leven in een land, waar zoo tegen elk paedagogisch inzicht gehandeld moet worden. »Er is periculum in mora," decla meert hij verder. Kom, kom, waarde heer Blink, breng ons niet te veel vaa de wijs. Da heer Caarles Boissevain heeft zich sinds twee maanden opgeworpen als de bestrijder van al het onnatuurlijke in ons nationaal opvoedingsstelsel. Dan laatsten tijd gaat hij, evenals zijn ex-collega van den Standaard, op inspectie-reis. Ea opge wekt komt hij thuis en vertelt van allerlei fraaiigheden, die, met oordeel beschouwd, niet altijd even fraai blijken te zijn. Da heer Bensa reist van plaats tot plaats om aan de goêgemeente te ver halen van de liefdeloosheid van tal van onderwijzers, hij ontziet niemand en kapit telt hen over hun vuig gejaag naar gewin. De heer Fokker roept wanhopig uit: »Wijs m'j den jongen man van twintig, die werkelijk mensch is" (Tijdschr. Opv. en Onder w.) Iets verder in zijn opstel over school, huisgezin en maatschappij schuift hij het voor het grootste deel op rekening van die vermaledijde school, dit de jongeling, eenmaal man geworden, niet de waarde van het huiselijk leven beseft. ?«Huwelijken door jonge mannen gesloten bahooren dan ook in de hoogere standen meer en meer tot de uitzonderingen." Ginds staat een klompje te vechten, de heer Boissevain tracht dr. C >sterus in een hoek te duwen; een onderwijzer loopt kans onder den voet te geraken. Er is een algemean tumult. Tal van madicijnmeesters komen aanloopen. «Huiswerk is een aanmitiging, is roof. Zooals het tegenwoordig gaat doen veel leeraren voornamelijk lessen overhooren, de kleinste heKtdraagt werkelijk voor." Daze heer kan verder gaen goad hooren van da wiskunde, waartoe dit leervak op onze pro gramma's; man kan zeer goed een beschaafd mensch zijn zoadar het theorema vaa Pythajoras te kunnen bawijzen (niemand die het hem betwist). Da schrandere her vormer doat verder volgenda confessies: »Ik schaam mij er niet voor, dat ik de theorie van da warmte niet meer kan verklaren, maar ik zou mij in gezelschap er wel voor schamen, als ik niet wist, dat de Kaapkolonie oorspronkelijk een Hollandsche nederzetting was gawaast. Ojk vind ik het ean zaer oabaschaafden indruk maken als men niets vat van de afwisseling van dag en nacht," enz. Dit nu dient hem alles tot uitgangspunt voor het opstellen van zijn leerprogram. »Da nuttigste vakken zijn talen, aardrijkskunde, geschiedenis, wat kennis van wetten. Dan volgt natuurkunde: physiologie vaüden mansch en cosmographie vooraan; dan p'lysica, plant-, dier en delfstof kun ie ont maahinia en schei kunde eea li^el eind achteraan." Da haar G-inning richt ean aanval op den S'.aat. Ia een varslag van zijn rele, (zie Maatschappalijk Wark. 1901 Nx 12) gehouden te Uorecht, lezen wij onder meer: Da Ssa.at is het die oorspronkelijk, natuurlijk mat de baste bedoelingen, het kwaad gebrouwen heeft. Hij heeft aan hat onderwijs die consolidatie gegeven, die thans hervjrming zoo uiterst nmailijk maakt. Verderop: Vaa dan staat moet dus vooreerst minier positie7e daa nega tieve meiewerking worlen gevorderd. Hij moet hat keurslijf wat minder stijf aan halen en wat maar galegenhaid geven tot vrije beweging en verstandige proefnemin gen. H j ook moat leeren zich te verge noegen mat zijn baschaiden dael, en afstand doen van alle vermaande waarborgen". Eureka, juicht H., in een onderwijskroniek in Bdang en Reoht, en met sym pathie haalt zij een uitspraak van Lxcombe aan, »de measter moet er zoowat uitzien als een makker." Ean volgend maal lonkt zij den Amsterdamschen wethouler van Onderwijs toe en tracht »den Gids-Radacteur, die dichter bij ons modernen staat," voor da beweging te winnen. Ganoeg om te laten zien hoe hopeloos men aan het praten is geraakt, hos komt men verder? Da heer Banse weet al van succes te verhalen. In zijn orgaan (15 Jan. 1902) vertelt hij van een hoofd van een tweede overgangsschool te Arnhem, die het haiswerk, vooral voor de jonge ren, binnen redelijke grenzen gebracht heeft. Op de AmsterJamsche bijeenkomst vertelde hij opnieuw van dezen onderwij zer. Mat angste staren wij de toekomst in, als deze voorman der beweginging »te velde zal trekken tegen die koks, welke angstvallig hunne keukens gesloten hou den, of omdat zij veryalschte waar ge bruiken, of uit vrees voor afkeuring of ongewenschte inmenging, of wel omdat zij maenen, dat hunne gerechten voor geen verbetering vatbaar en voor ielere maag geschikt zijn". (V. E. O. Ie jrg. No. 1). Ziet naast dit optreden den weidoordachten op^et van het bovengenoemd O .ider«rijs- Congres, de landelijke organi satie tot het wekken van algemeene be langstelling voor de Onderwijs-zaak in arbeiderskringen. Hier geen gejaagd, zenuwachtig, verward bagin, geen groote woorden als »opyoedand element'', en »leeren wat voor het Laven absoluut noodig is1'. Min leze de Handelingen van het Onderwijs-Congres, gehoulen op 4 Juni en 21 Sap t. 1899. Afgevaardigden van een 75-tal vereenigingen in den lande komen in Amster dam bijeen. Ean baschrijvingsbrief telt een zestal vraagpunten, vaa te voren in de aangesloten vereenigingeu besproken; na een degelijke inleiding een opgewekt debat. Hier vormt zich lang-samerhand een weigevestigde publieke opinie. Ean ander maal hopen wij over het werken van dit congres nog een en ander mede te deelen. A'dam, 10 April 1902. B. DE GREVE. Jammer, dat daar niet worden: ,'ik bjn os, das Een dierenpraatje. H>it 2ij mij veroorloofd voor eea m'nder verkwikkelijk onderwerp eenige oo^enbUkken de aandacht, te vragen; ik hoop zoo kart moge lijk te zijn. De gepanaionneerde HoifJ-Iateniant v. Gendt beweegt zic'i nog op pioliek terrein, en tracht in dagbladen nuttige wenken te geven; dit juichen wij zeer toe; zijn laatste polimiek was er eyenwel op gerio'it, de regeeniig uit te nooligen aaa de ritu^ele slac'itwijse eene oMcieele sanctie te verle-nen. AU diereavriend betreuren wij dit streven, om lat nav onze maening, die methode het lijden van het slacht vee vermserdeit. Ik weet zeer goed, dat vele slagers, paardenartsen en intendanten, er anders over denken ; miar ik weet ook dat weteischïp en sleur soms dogma's doen voortleven, waarvan de juistheid niet ouomstootelijk vast staat. Men denke o.a. aan de ooerdreven toepassing der vivisïectie op dieren. Wanneer autoriteiten zeggen: »:k ben inten dant, ik ben paardanarts, dm ik weet het," daa is aan zoo'u betoog, de bewjskracht n'tt geheel te ontnemen. tegenovergesteld kan ik voel het." Intusschen begrijp ik, dat somin'ge lezers intage willen nemea vaa mijue geloofsbrieven, cLis voi a''. Ojge/eer 4 jaar gsleden werd bij gelegcn'ieid eener landbouwteatooastelling een prijsvnag u'tgeac'jrefen, over het slachten van dieren; bij welke gelegenheid aan mij de uitgeloofde medaille werd tosgekend. D.t bewijst alleen ZOD kaïmen zeggen dat zeven bestuurs leden, die wellic'it niet allen deskundigen waren, met dat antwoord instem len. M var man zil toch wel willen geboven, dat ik toen, alvorens naar da pan te grijpsn, getrac'it heb djor h :t inwinnen vaa inlichtingen, bij de;kiniigen, ook dior eigen aaisc'iouwen, een oordeel te kunnen vellen. Wanneer alle slagers, pxardenartsen, enz., die ik raadpleegt, mij to ;n hadden verzekerd, dat de ritueels slac'itmstaode de voorkeur verdient daa zou ik zeker g:en andsr stelsel hebben durven aanbevelen. Em piar jau later, a'.s kapiteii zitting nemende ia de eerste garn zodns-voedingseorcmissie ts 'dHag', wist ik, gesteund door mijn nnd^lid, de Intendant ILnricbs, te bewerken, dat alle bsest.en mat het slack'misker werden gedood,-waardoor nimmer een;g nadiel is onder vonden, en naar mijne aieening, veel lijden is bespaard. Zjn nu die geloofsbrieven zwak; van eenige ervaring m»g ik toch wel spreken. Ea uu ter zake komende, gelooven wij te mogen beweren, dit bij de vakkundigen hè' m;er of minier lijden der dieren ho^geniaoid geen gewicht in de schaal legt. Bij de ritusele slachtwijee, worden de dieren gekneveld, en door touwen, over katrollen loopende, omver getrokken, zoodat de dieren op den grond vallen. Dit heeft het voordeel, dat de slager i geen gevaar Ioop3n, hetgeen bij missteher, »f mis slaan, wel het geval kan zijn. Daar staat te^enove'', dat door de voorberei dende maatregelen, de angst en het lijden d;r dnreii vermeerderd wordt. Diar de belangen van den mensch voorgaan, ziude deze opmerking op zich zelve aanleiding moeten geven, om de ritueele wijze te verkiezen; doch het evea-bedoel je gavaar i« gemakkelijk te voorkomen. Vervolgens wordt, ritu ;el slac'itende, met een groot scherp m;s, de hals snede toegebracht, waarop het dier onder hevige stuiptrekkingen doodbloedt. DJ voorstanders bevrersn, dat hierdaor hst dier bster uitbloeit, d»n ua het toebrengen vao eee steek in het ruggemarg, of een slag op het hojfd. De tegenstanders bsweren, dat jnist door het toebrengen dier halssnede, zolder voorafgaand, onverwachts trtffjn niit steek of slag, de dieren m^er lij ien. DJ q taestie, of een d er gevoelloos wordt, door de steek in bet rug^emerg, hetgeen door een deskundige uit Ihrecht is ontkend, Iwten wij rusten. Z wveel is intusscasn zeker, dat het telegraafkantoor van elk zchep.el enkele iasecten wallicht uitgezonderd zetelt in de hersenen. Krijgt iemwd een schop tegen zija been, dan telegrafeeren de zenuwen, naar de hersens: t zeg es, ze hebben je bsen te pikken". «Wanneer na de opwatie begint, met een verdoovenden slag op de hersens, dan gelooven wij dat verder lijden buitengesloten wordt; maar anders is het verloop, wanneer die slag niet krachtig of op een verkeerde plaats treft. E;n bswijs van gavoslloisheid wordt geleverd door het varken, dat niet gewoon is, zijn onge noegen onder stoelen of banken te steken. WVlnu ; bij den leverancier der gamizoensvoedings Commissie: Schrijver zag ik herhaalde lijk varkens slachten, zon 'Ier dat zeeën kik gaven. Ni eea goed treff:nde slag op het hoofd, werdin ze gekeeld, doch het bewustzijn keerde niet, meer, al waren zij nog niet dadelijk dood. II 't bezwaar van niet goed uubloeden besc'iouw ik als een sprookje; maar de slagers hebben ve :lal dj gewoante, om, na steek, of slag, een kleine hals wond toe te brengen, ik galoof om de waarde vaa het v-1 nut een paar centen te verhoogen en dan duurt de verbloediag langer, dat is duidelijk. A'zoo heb ik geen bezwaar tegen de rituaele slachtmethode, voor zooveel betreft de groote halssnede; maar vraag alleen: voorafgaande verdooainff, door onverwacht to:gebrachten slag, op de hersens. O n nu gevaar voor de slagers, zoowel als het op den grond trekken der dieren, te voor komen ; had ik in dj reeds genoemde prijsvraag, voorgesteld, om de dieren in de aoattoirs te geleiden, onder een inrichting, met valhamer, eenigszins gelijkende op een guillotine. Daaronder zoodanig geplaatst zijnde, dat zij niet voor of achteruit kunnen gaan, denk aan de p'aatsen waar da paarden beslag.-n worden; verder zoo dat de hersens juist onder den valhamer komen, waarran de valhoogte geregeld wordt naar den aard van het diar, dan is er van m'.ssluan geen sprake meer. H-.t ligt nie' in mijae bedoeling, om ander maal propaganda te maken voor dit stelsel; met het slachtmasker of sc'.üetmasker heb ik ook vrede; maar teeken alleen protest aan, tegen de poging, om ds meer smartelijke slachtwijze, als het ware vai regeerinprswege wettelijk voor te schrijven. F. H. BOOGAARD. NASCHRIFT. Nadat bovsnstaand opstel aan de Ridactie was to-gezonden, vond ik gelegenheid kennis te nemen vaa een brochure, *le Halssnede en hè", Sjhietaaasker" door v. Gruting, plu tsoeroangenl Distrid-reearts te Leiden. Gaarne maak ik van de gelegenheid gebruik de volgenda woorden uit dat zeer lezenswaardig vlugschrift over te nemen. Bij proeven, genomen door den heer Sluijs te Amsterdam bleek dat het bloedverlies b droeg: bij halssnede 3 51 pO. 17.8 Kg. n schietmasker 3.44 /, 176 /, n nekken 3 11 n 172, Een verfo'iil dus van 0.07 pCt. 200 gram per koe + 03 gram op % Kg. vleesch. Proeven door Goltz, ia het abattoir te Keulen genomen gaven hetzelfde resultaat. De meerdere uitbloeding waarvan de heer v. Gendt c. s. spreken, is dus wel theoretisch aan te geven, doch heeft voor de praktijk geen waarde. DJ uitkomsten d .r proevna vaa GoHz en v. d. Sluijs, de ervaring van Qiadeker en de proefondervindelijke bewijzen vaa den Off. v. Alministratie bij de Marine Verboon, doen zien dat het vleesch, vaa dierea door schietmasker gedood, zich goed conserveert, ook il heete iuch*streken. Ev-en als in de vergadering der bascherming van dieren te Leiden is gezegd : komt de S. tot het besluit (lat de methode om dieren e slachten behoort te zijn, die waarbij belwelming aan de halsmede voorafgaat, waarbij door hem aan hat schietmasker de voorkeur wordt gegeven Bd. De Nederlaudsch-Duitsche Kabelverbinding met Oost-Iudië. In De Nieuwe Courant van Zaterdag 26 April 1902, Avondblad, komt een hoofd artikel voor getiteld: »Het Kabel ontwerp" waarin besproken worlt het wetsontwerp handelende overde met Daitschland gesloten overeenkomst betreffende den aanleg van een kabel in den .-Indischen Archipel. Hetzelfde onderwerp werd door mij be sproken in dit blad d.d 20 April No. 1295 en daarin betoosd dat de gesloten over eenkomst voir Nsderland in elk opzicht nadeelij? is, niet het minst omdat zij in werkelijkheid aan Duitachland de vol macht geeft om in onzen O.-I. Archipel een willekeurig telegraafnet aan te leggen, dat door Duitscb.3 ambtenaren zal worden be diend met toestemming van Nederland. Verder werd door mij aangetoond dat het meer voor de hand had gelegen, direct aan te sluiten op den Amerikaanschen kabel San Francisco?Manilla, met buitensluiting van elke vreemde mogendheid en dat die verbinding uit een Nederlandsen oogpunt de eenij deugdelijke is Eindelijk dat de volksvertegenwoordiging wijs zoude han delen door het ontwerp niet te aanvaarden, omdat in elk toegeven aan het sterk naar Nederland opdringende Duüschland een gevaar ligt voor onze onafhankelijkheid. Djze beschouwingen hebben blijkbaar instemming gevonden op het redactiebureau van De Nieuwe Courant, want in haar boven aangehaald nommer worden, hoewel minder duidelijk en scherp als door mij is gedaan, de gevaren opgesomd welke de bovengenoemde overeenkomst in zich sluit, en de redactie vraagt dan of eene specifiek Nederland.-sche aacsluiting aan de Amerikaa.nsche Pacific niet mogelijk zoude zijn ? »Esn aansluiting, die ons overigens zóó onafhankelijk maakte, als dat in tijden van oorlog voor ons mogelijk zou kunnen zijn."' E-m blik op het bij de Memorie van Toe lichting gevoegde kaartje maakt een der gelijk denkbeeld voor ons zoo aanlokkelijk." Waar de Redactie van De Nieuwe Courant de nadeelen van de aangeboden verbinding zoo duidelijk inziet en anderzijds een lans breekt voor een vrije Nederlandsche verbirrdlng waarom dan aan het slot van het artikel wederom gedraaid en gezegd: »Ojk overigens hebben wq geen principieele bezwaren. Niet tegen het verleenen van subsidie aan de te vormen maatschappij, niet tegen de verdeeling der fuiancieele lasten over de Nederlandsche en Neder landsen-Indische begrooting gezamenlijk." Waar men een Duitsch Nederlandsche verbinding vol gevaren acht, een zuiver Nederlandsche verbinding aanlokkelijk en deugdelijk, waarom dan toch de eerste aan bevolen en de laatste wederom in den doof pot geduwd? Of durft men de gevolgen zijner eigen overtuiging niet aan? Maar dan had men beter gezwegen, en eindelijk had journalis tieke welvoegelijkheid niet geeischt, dat men het blad had genoemd, waarin reeds vroeger hetzelfde denkbeeld was uitgesproken van een specifiek Naderlaadsche kabel ver binding ? Diplomaticus. Maartsto^men ia Rusland. Da moord op den U'issischen minister van binnenlandsche zaken Snpjagin is een symp toom, wel geschikt om ook de aandacht van het groote publiek weer eens op de gisting in het Czarenryk te vestigen. Zooals ook het vorige jaar zijn de berichten in de groote bladen bij ons te lande over de j in^ste voorvallen aldaar, uiterst kort en on voldoende Ei toüh zijn die gebeurtenissen van zoo groot gewicht voor de toekomst van U island en dientengevolge van de geheele Earopeesche, dat het voor een ieder, die iets verder wil kijken dan zyn neus lang is, zaak bl\jft ze nauwlettend gade te slaan. Da houding van onze groote pers tegenover Risland wordt, meen ik, bepaald door twee. groote drijfveeren: in de edrste plaats door den haat tegen E igeland, die zoover gaat, dat zij min of meer sympathie gevoalen voor alles, wat Eageland hinderlyk is of vyandig, en in de tweade plaats door het parmanente belang, dat de Naderlandscha fi mncieale wereld heeft bij het welzyn van den grooten schuldenaar te Patersburg, van wien zoovele roebels elk jaar als tribuut worden ontvangen. Man zal toegeven, dat deze houding zeer verklaarbaar mag genoemd worden, al getuigt ze niet van een eenigszins breederen kyk op de wereldpolitiek, maar des te meer is het dan ook de taak van degenen, die geen belang hebban b\j de operaties van den Russischen minister van financiën, tusschen twee haakjes, een van de handigste falsarisgen, die het schouwtooneel der wereld in langen tijd heeft opgevoerd, om er op te wijzen, dat Kuslands positie ia alle opzichten uitarat precair begint te worden. Ik zou om dit te bewyzen, kunnen aantoonen, dat de Russische landbevolking in een staat van permanenten hongersnood verkeert, dat dientengevolge uit die hongerende massa niets meer te halen is en de fiscale bronnen op onrustbarende wyza uitdrogen, dat een verschrikkelijke krisis da Russische industrie teistert, maar 't doel van dit stukje is de aan dacht ar weer eens op te vestigen, dat da revolutionnaire beweging, wel verre van dood te zyn, steeds in uitgebreidheid en kracht toeneemt, zóó, dat wat voor weinige j »ren in dat rijk nog een onmogelijkheid scheen, na werkelijkheid is geworden, namelijk, dat de regeering niet meer by machte k, de openlyke betoogingen voor verandering van den regeeringsvorm te onderdrukken. De volgende mededeelden zijn ontleend aan de Vorwdrts, die berichtgevers in R island heeft, en slechts een van de laatste, maar tevens meest samenvattende van de berichten van dit blad. Min zal er tevens uit zien, hoe daden als die van den student, die Sipjagin terechtstelde, veroorzaakt worden. »0jk Rusland," ZOD sehryft de Voricarti, «heeft nu zyn Maartstormen. Da 111 Maart van het vorige jaar en de IGs van 1902 z\jn grenssteenen in de geschiedenis van het socia lisme in Rusland. Da ideeëa zyn tot daden geworden, en daar, waar zich het Czarisme het best wist te verdedigen, in een stad, die meer spionnen en gendarmes herbergt dan menschap, daar ontplooide zich trotseh de vaan van den opstand. Het Newski Prospekt, waar anders slechts stastskoetsen rollen en de steunpilaren van den troon zich tehuis gevoelen, dreunde nu onder de y'zeren voetstappen van dan naderenden Nieuwen Tg'd. Duizenden waren het, die daar het vorige j >ar verschenen, en zich om het roode vaandel schaarden, tien

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl