Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1297
interview voor den dag komt, is gewoonlijk
van geringe politieke bstejkenis, gewoonlijk
werken gosde made we-kers van groote kraaten
liever in stilte en hechten z\j er m?er waarin
aan, werkely'k goede, vertrouwelijka betrek
kingen ea gesprakkei met toangovende per
sonages te hebben. Daarop wordt dai nee
belangrijkste geieelte van het politieke
krantenwerk opgebouvd. H:t psraoonlyke interview
m(» niHtiaij,, n»rsoiaz3< gaat naar Duitscae
opvatting meer door voor een ornament, dienend*
UK je» jJig>ag van pöisoouiuköydelheid dat.
uit diplomatieke voorzichtigheid, ia de meeste
normale gevallen (»U ik mij zoo mag uitdruk
ken) nauwe yks zaken bavat waartoe een
onderlegd en verstandig lezer ook zonde.
interview niet uit zic'izelf zou kunnea komen".
Date houding van de Daitsche Pers ten
opzichte van interviews is naar onze mee
rling da juiste; zij kan ook in 't algemeen
die der Naderianasehe pers genoemd wor
den, en het is weascheljjk dat dit zoo biijve.
Grjheel in overeenstemming mat Herolds
woorden in de N. R. C. schreven wij in ons
artikel ^Slechte Journalistiek". »Ia het bijzon
dn zoa dit (Kiypers terugkeeren tot stille
werkzaamheid) in het voordeel van de Pers
wezen, die nu d «r den vroeger zoo ernstigen
en degelijken betoogar en debater, almede
verlokt worlt juist aan een der uitwassen
der hsdeudaagsohe journalistiek, waarvan
we tot dusver, althans in Nederland, maar
zelden last nnchten hebban, de hoogste
waarde toe te kennen. Imners wat is zulk
een interview, op zaer enkele uitz jnderingen
na, aiderj d in het inaen reclamsachtig
middjl vaa dj toch reedi van natura op
een oaverziiigbire nieuwsgierigheid spa
culeerenda pars ?"
(N.u) hu uit het incident, naar aanleiding
van de buüenkmische interviews, zijn «profijt
haeft getrokken" laat hem oik uit
dit bimnenlanisoh interview hst profijt niet
ontgaan; dat hij voar zoover 't vaa hem
afhangt voor goei een eind mike aan dit
opzichtig bedrijf. Als Kuyper of een ander
man van bsteekeais, iets heeft mede te
daalen is het toeb. bater, dat hij zalf een
stukje pipier neemt en wat hij te zeggen
heeft daarop schrijft, dan dat hij uit...
madelijlen? daa »pers muskiet" 't woord
is van hem >aiet mat wit papier wil
afschepen."
Hat interview k in den regel niet andere
d*u de raclumaiucht, die de jjjdeLhaid ex
ploiteert, tan ein la ean wimtje te behalen.
DJ degelijke Pers biijve zichzelf daar
te gjed voor ao'aten.
Verbetering van eas Onderwas.
i.
Vrij algamaen wanscht men het onder
wijs voor nat meer gegoada deal der burgerij
te harvorman, niet om la t al wat tot nu
toe geleverd werd, zoo buitengewoon slecht
waa, maar wel wijl de tijd er is om tot
iets beters te komn. Verruimd
paadagogisch insicht, veranderde maatschappalijke
verhoudingen doen ons naar een grondige
reformatie verlangen.
Ei nu het middel om hiertoe te ge
raken?
Organiseert de ouders en onderwijzers,
langzamerhand vormt zich een
welgeveatigde, een gedragen opinie, een daad
kan volgen. O/erweegt vooral uwe organi
satie, onderzoekt, voordat gij aan het
spreken en maatregelen gaat, de
wenschelijkheid e« de mogelijkheid van een krachtige
beweging op vooraf vastgestelde grondslagen.
Tracht dan verschillende groepen vaa
ouders en opvoeders voor uw doel op te
wekken, wendt u niet uitsluitend tot de
individuen, zoakt uw steun niet al te veel
bij parsonen van maatschappelijk aanzien,
en vooral, begint niet met uw subjectieve
meerlingen den menschen als objectieve
waarheid voor te leggen, spreekt voorloopig
niet van een u wenden tot autoriteiten.
Het wordt hoog tijd, dat een en ander
van dien aard verzameld en uitgewerkt
wordt in een «practische handleiding voor
ieder, die uit organiseeren wil gaan"'. Da
oprichters van de Vereeniging tot Ver
eenvoudiging van Examens en Oaderwijs,
de stichters van een Amsterdamsche
afdeeling dier vereeniging hadden met een
dergelijk boekske hun voordeel kunnen
d j 3».
Hoe is men bij de oprichting dier ver
eeniging te werk gegaan, wat is tot heden
het resultaat van een o. i. onhandigen
opzet.
Dan 2ien Maart 1901 had te Arnhem
een vergadering plaats van eenige ouders,
daartoe saamgeroepen door den heer J.
F. Banse. Een commissie gaat aan het
werk, haar eerste arbaid is het opstellen
van concept-statuten.
In een 29 tal artikelen tracht zij den
grondslag te leggen voor de organisatie,
die verwacht wordt.
Art. 4. VVie lid wenscht te worden, doet
daarvan mededeeling aan het bastuur.
Art. 5. Ieder lid ontvangt, zoo spielig
mogelijk, een exemplaar van het reglement.
Art. 17. Da voorzitter of de onder
voorzitter leidt de vergadering.
Art. 19. De voorzitter sluit het debat,
wanneer hij meent, dat een voorstel vol
doende is toegelicht en besproken en laat
overgaan tot stemming.
In een vergadering van 11 Mei 1901
worden al dergelijke voorschriften tot wet
verheven en nu den boar op!
In TJ:recht, Rotterdam en Amsterdam
worden vergaderingen belegd, redenaars
van verschillende kracht treden op, leden
ofLren .i gulden, de heer B nse zal de
leien om de veertien dagen in zijn orgaan
V. E O toespreken en we hebben een
organisatie van stavast.
Tot verdere leering wenschen wij eenige
grepen uit de wordingsgeschiedenis dier
vereeniging te doen, om daarna een pa
rallel Te trekken tusgchen deze vereeni
ging, die algemaene belangstelling in zake
onderwijs wil wekken, en een soortgelijke:
het Onderwijs Congres.
31 Januari was voor Rotterdam3ch«
opvoeders een belangrijke dag, een
afdeeling van onze vereeniging werd daar op
gericht. Na een rede van den heer G. B.
Lilleman Jr. vertelt de heer von
Ziegenweidt van allerlei ellende zoo al in de
wereld te koop. Hij begint zijn speech:
»Dat het aantal zeauwlijders steeds toe
nemende is, mag als een vaststaand feit
«orden aangenomen." In een lang verhaal
geeft hij een min of meer gedetailleerde
beschrijving van verschillende zenuwkwalen
en besluit dan verder: »O.is onder wijsstelsel,
dat onder de leus van algemeene ontwik
keling, slechts algemeene opparvlakkigheid
gaf, legde daarenboven bij een aantal
jonge manschen de kiem voor een zenuw ??
lijden, dat hun leven ten deele of geheel
verwoestte!"
Eanigen tijd daarna zenden eenige Am
sterdammers een circulaire rond, waarin
wij lezen:
»Hat is een niet te loochenen feit, dat
het aantal zenuwlijders sterk toeneemt,
dat lusteloosheid en gedruktheid, schijnbaar
niet te vereenigen met jeugd, maar al te
vaak bij jeugdige parsonen worden aan
getroffen
Psychiaters en paedagogen hebban in
de richting van oas onderwijs een der
groote oorzaken gevonden van de boven
aangeduide, algemeen heerschende kwaal".
In Haarlem en 's Gravenhage nu
verkeeren afdeelingen in statu nascendi, de
hier reeds tweemaal herhaalde phrase zij
hun als aanloop voor hun hervormings
plannen aangeboden. Aan die
voorbareidings commissiön ware dan bovendien ter
lezing aanbevolen het verslag van de com
missie uit den Ganeeskundigan Riai van
Zuid Holland, afgedrukt in Hygiënische
Blaten 1900 Ni. 1. Op bl. 18 lezen we:
»3tonden aan uwa commissie vele belang
rijke hulpmiddelen tot het verkrijgen van
eea inzicht in de overlaiings-q'iaastie ten
dienste, zo3 valt toch niet te ontkennen,
dat deze haar niet het recht gaven de
stelling als baweïen te beschouwen, dat
de tegenwoordige toestand v»n het onder
wijs gevaar voor de volksgezond heil op
levert".
Instructief mat het oog op de weinig
logische kracht der conclusies b'j dergelijke
besprekingen zy'n de discu*sies in zake
overlading in 1886 en 1887 gehouden in
de »Académie de mélecine de P*ris" («e
Bulletins de l'Academie de Me lecine, sé*nce
du 27 avril 1836). Ligneau en
DajardinBeaumetz brachten ean rapport uit; naar
aanleiding van deze mededeelingan had
in acht achtereenvolgende zittingen een
leerrijk debat plaats. Al doende dwaalde
men spoedig van het eigenlijk thema af,
om de v-raag te bespreken of de natuurlij k-e
historie als leerva& van de programma's
moest verdwijnen. Anderen verdiepten
zich in het vraagstuk van het Grieksch
enz. »Nous ne comprenons pas tr
s-exactement comment les très-honorables me lecins
formant l'Academie de mélecine, avaient
la compétence nêsassaire pour traacfeer
ces quescions d'enseignenaent" zegt de ba
kende Fransche psycholoog Binet, naar
aanleiding van deze discussies.
Lizenswaard is tijn bespreking van het
vraagstuk der overlading in »Li fatigua
intellectuelle", het eersta deal van de
»Btbliothèque de pédagogie et de psycho
logie", gepubliceerd in 1898.
»Nous montrons qie la question du
surmenage scolaire, tant tiéoattua, et par
les pélagogues et par les me lecins, est
loin d'êsre résolus. QJL se trouve en réilit
bien plus loin da but q i'on ne croyait
l'êire, il y a una dizaine d'année?,1' luidt
het in de inleiding. Iets verder: «Gat aveu
c'est qua les recherches sur les eff ;ts du
travail intellectuel ne soat pa? encore assez
avances pour qu'on puisse en tirer une
conclusion pratique qui soit directement
applicable aux ooles."'
Binet constateert evenals de ganoamle
commissie uit Z'iid-Hollaad, dat de arts
meestentijds nog leak is op het gebied der
overlading in haar aanvangsstadium. Dj
psychiater Winkler spreakt op den zelfden
toon, de vader Winkler laat zich anders
hooren. In een vergadering op 5 April jl.
breekt hij met »zijn ouiea vriend Jan
Cjsterus, met wien hij door dik en dun
placht te gaan, op wiens kompas hij tot
nu toe gewoon was te zailen." Hj toonde
zich niet heel tevreden nnt het onderwijs
en de onderwijzers. Elke wensch nu naar
verbeterde toestanden, niet alleen op onder
wijs gebied, juichea wij vaa harte toe;
maar er bestaat gevaar dat men de functies
van den heer Winkler niet goed uit elkaar
houdt, en... men gaat aan het
paralogiseeren.
Duidelijk ziet men da fouten van een
verkeerden opzet uit de talrijke en verwarde
meeningen den laitsten tijd verkondigd,
ieder stelt zij a diagnose, ieder geeft zijn
therapie.
Da heer Blink constateert in den
aanhef van een overigens in vele opzichten
lezenswaard artikel, tot tweemaal toe op
n pagina, dat het treurig, diep trearig is
om te leven in een land, waar zoo tegen
elk paedagogisch inzicht gehandeld moet
worden. »Er is periculum in mora," decla
meert hij verder. Kom, kom, waarde heer
Blink, breng ons niet te veel vaa de wijs.
Da heer Caarles Boissevain heeft zich
sinds twee maanden opgeworpen als de
bestrijder van al het onnatuurlijke in ons
nationaal opvoedingsstelsel. Dan laatsten
tijd gaat hij, evenals zijn ex-collega van
den Standaard, op inspectie-reis. Ea opge
wekt komt hij thuis en vertelt van allerlei
fraaiigheden, die, met oordeel beschouwd,
niet altijd even fraai blijken te zijn.
Da heer Bensa reist van plaats tot
plaats om aan de goêgemeente te ver
halen van de liefdeloosheid van tal van
onderwijzers, hij ontziet niemand en kapit
telt hen over hun vuig gejaag naar gewin.
De heer Fokker roept wanhopig uit:
»Wijs m'j den jongen man van twintig,
die werkelijk mensch is" (Tijdschr. Opv.
en Onder w.) Iets verder in zijn opstel
over school, huisgezin en maatschappij
schuift hij het voor het grootste deel op
rekening van die vermaledijde school, dit
de jongeling, eenmaal man geworden, niet
de waarde van het huiselijk leven beseft.
?«Huwelijken door jonge mannen gesloten
bahooren dan ook in de hoogere standen
meer en meer tot de uitzonderingen."
Ginds staat een klompje te vechten, de
heer Boissevain tracht dr. C >sterus in
een hoek te duwen; een onderwijzer loopt
kans onder den voet te geraken. Er is
een algemean tumult. Tal van
madicijnmeesters komen aanloopen.
«Huiswerk is een aanmitiging, is roof.
Zooals het tegenwoordig gaat doen veel
leeraren voornamelijk lessen overhooren,
de kleinste heKtdraagt werkelijk voor." Daze
heer kan verder gaen goad hooren van da
wiskunde, waartoe dit leervak op onze pro
gramma's; man kan zeer goed een beschaafd
mensch zijn zoadar het theorema vaa
Pythajoras te kunnen bawijzen (niemand
die het hem betwist). Da schrandere her
vormer doat verder volgenda confessies:
»Ik schaam mij er niet voor, dat ik de
theorie van da warmte niet meer kan
verklaren, maar ik zou mij in gezelschap
er wel voor schamen, als ik niet wist, dat
de Kaapkolonie oorspronkelijk een
Hollandsche nederzetting was gawaast. Ojk
vind ik het ean zaer oabaschaafden indruk
maken als men niets vat van de afwisseling
van dag en nacht," enz. Dit nu dient hem
alles tot uitgangspunt voor het opstellen
van zijn leerprogram. »Da nuttigste vakken
zijn talen, aardrijkskunde, geschiedenis, wat
kennis van wetten. Dan volgt natuurkunde:
physiologie vaüden mansch en
cosmographie vooraan; dan p'lysica, plant-, dier
en delfstof kun ie ont maahinia en schei
kunde eea li^el eind achteraan."
Da haar G-inning richt ean aanval op
den S'.aat. Ia een varslag van zijn rele,
(zie Maatschappalijk Wark. 1901 Nx 12)
gehouden te Uorecht, lezen wij onder
meer: Da Ssa.at is het die oorspronkelijk,
natuurlijk mat de baste bedoelingen, het
kwaad gebrouwen heeft. Hij heeft aan
hat onderwijs die consolidatie gegeven, die
thans hervjrming zoo uiterst nmailijk
maakt. Verderop: Vaa dan staat moet
dus vooreerst minier positie7e daa nega
tieve meiewerking worlen gevorderd. Hij
moet hat keurslijf wat minder stijf aan
halen en wat maar galegenhaid geven tot
vrije beweging en verstandige proefnemin
gen. H j ook moat leeren zich te verge
noegen mat zijn baschaiden dael, en afstand
doen van alle vermaande waarborgen".
Eureka, juicht H., in een
onderwijskroniek in Bdang en Reoht, en met sym
pathie haalt zij een uitspraak van Lxcombe
aan, »de measter moet er zoowat uitzien
als een makker." Ean volgend maal lonkt
zij den Amsterdamschen wethouler van
Onderwijs toe en tracht »den
Gids-Radacteur, die dichter bij ons modernen staat,"
voor da beweging te winnen.
Ganoeg om te laten zien hoe hopeloos
men aan het praten is geraakt, hos komt
men verder? Da heer Banse weet al van
succes te verhalen. In zijn orgaan (15
Jan. 1902) vertelt hij van een hoofd van
een tweede overgangsschool te Arnhem,
die het haiswerk, vooral voor de jonge
ren, binnen redelijke grenzen gebracht
heeft. Op de AmsterJamsche bijeenkomst
vertelde hij opnieuw van dezen onderwij
zer. Mat angste staren wij de toekomst in,
als deze voorman der beweginging »te
velde zal trekken tegen die koks, welke
angstvallig hunne keukens gesloten hou
den, of omdat zij veryalschte waar ge
bruiken, of uit vrees voor afkeuring of
ongewenschte inmenging, of wel omdat zij
maenen, dat hunne gerechten voor geen
verbetering vatbaar en voor ielere maag
geschikt zijn". (V. E. O. Ie jrg. No. 1).
Ziet naast dit optreden den
weidoordachten op^et van het bovengenoemd
O .ider«rijs- Congres, de landelijke organi
satie tot het wekken van algemeene be
langstelling voor de Onderwijs-zaak in
arbeiderskringen. Hier geen gejaagd,
zenuwachtig, verward bagin, geen groote
woorden als »opyoedand element'', en
»leeren wat voor het Laven absoluut
noodig is1'. Min leze de Handelingen van het
Onderwijs-Congres, gehoulen op 4 Juni
en 21 Sap t. 1899.
Afgevaardigden van een 75-tal
vereenigingen in den lande komen in Amster
dam bijeen. Ean baschrijvingsbrief telt een
zestal vraagpunten, vaa te voren in de
aangesloten vereenigingeu besproken; na
een degelijke inleiding een opgewekt debat.
Hier vormt zich lang-samerhand een
weigevestigde publieke opinie. Ean ander
maal hopen wij over het werken van dit
congres nog een en ander mede te deelen.
A'dam, 10 April 1902. B. DE GREVE.
Jammer, dat daar niet
worden: ,'ik bjn os, das
Een dierenpraatje.
H>it 2ij mij veroorloofd voor eea m'nder
verkwikkelijk onderwerp eenige oo^enbUkken
de aandacht, te vragen; ik hoop zoo kart moge
lijk te zijn.
De gepanaionneerde HoifJ-Iateniant v. Gendt
beweegt zic'i nog op pioliek terrein, en tracht
in dagbladen nuttige wenken te geven;
dit juichen wij zeer toe; zijn laatste polimiek
was er eyenwel op gerio'it, de regeeniig uit te
nooligen aaa de ritu^ele slac'itwijse eene
oMcieele sanctie te verle-nen. AU diereavriend
betreuren wij dit streven, om lat nav onze
maening, die methode het lijden van het slacht
vee vermserdeit.
Ik weet zeer goed, dat vele slagers,
paardenartsen en intendanten, er anders over denken ;
miar ik weet ook dat weteischïp en sleur
soms dogma's doen voortleven, waarvan de
juistheid niet ouomstootelijk vast staat.
Men denke o.a. aan de ooerdreven toepassing
der vivisïectie op dieren.
Wanneer autoriteiten zeggen: »:k ben inten
dant, ik ben paardanarts, dm ik weet het,"
daa is aan zoo'u betoog, de bewjskracht n'tt
geheel te ontnemen.
tegenovergesteld kan
ik voel het."
Intusschen begrijp ik, dat somin'ge lezers
intage willen nemea vaa mijue geloofsbrieven,
cLis voi a''.
Ojge/eer 4 jaar gsleden werd bij gelegcn'ieid
eener landbouwteatooastelling een prijsvnag
u'tgeac'jrefen, over het slachten van dieren;
bij welke gelegenheid aan mij de uitgeloofde
medaille werd tosgekend. D.t bewijst alleen
ZOD kaïmen zeggen dat zeven bestuurs
leden, die wellic'it niet allen deskundigen waren,
met dat antwoord instem len.
M var man zil toch wel willen geboven, dat
ik toen, alvorens naar da pan te grijpsn,
getrac'it heb djor h :t inwinnen vaa inlichtingen,
bij de;kiniigen, ook dior eigen aaisc'iouwen,
een oordeel te kunnen vellen.
Wanneer alle slagers, pxardenartsen, enz., die
ik raadpleegt, mij to ;n hadden verzekerd, dat
de ritueels slac'itmstaode de voorkeur verdient
daa zou ik zeker g:en andsr stelsel hebben
durven aanbevelen.
Em piar jau later, a'.s kapiteii zitting
nemende ia de eerste garn
zodns-voedingseorcmissie ts 'dHag', wist ik, gesteund door mijn
nnd^lid, de Intendant ILnricbs, te bewerken,
dat alle bsest.en mat het slack'misker werden
gedood,-waardoor nimmer een;g nadiel is onder
vonden, en naar mijne aieening, veel lijden is
bespaard. Zjn nu die geloofsbrieven zwak; van
eenige ervaring m»g ik toch wel spreken.
Ea uu ter zake komende, gelooven wij te
mogen beweren, dit bij de vakkundigen hè'
m;er of minier lijden der dieren ho^geniaoid
geen gewicht in de schaal legt.
Bij de ritusele slachtwijee, worden de dieren
gekneveld, en door touwen, over katrollen
loopende, omver getrokken, zoodat de dieren
op den grond vallen.
Dit heeft het voordeel, dat de slager i geen
gevaar Ioop3n, hetgeen bij missteher, »f mis
slaan, wel het geval kan zijn.
Daar staat te^enove'', dat door de voorberei
dende maatregelen, de angst en het lijden d;r
dnreii vermeerderd wordt.
Diar de belangen van den mensch voorgaan,
ziude deze opmerking op zich zelve aanleiding
moeten geven, om de ritueele wijze te verkiezen;
doch het evea-bedoel je gavaar i« gemakkelijk
te voorkomen.
Vervolgens wordt, ritu ;el slac'itende, met een
groot scherp m;s, de hals snede toegebracht,
waarop het dier onder hevige stuiptrekkingen
doodbloedt.
DJ voorstanders bevrersn, dat hierdaor hst
dier bster uitbloeit, d»n ua het toebrengen vao
eee steek in het ruggemarg, of een slag op
het hojfd.
De tegenstanders bsweren, dat jnist door het
toebrengen dier halssnede, zolder voorafgaand,
onverwachts trtffjn niit steek of slag, de dieren
m^er lij ien.
DJ q taestie, of een d er gevoelloos wordt,
door de steek in bet rug^emerg, hetgeen door
een deskundige uit Ihrecht is ontkend, Iwten
wij rusten.
Z wveel is intusscasn zeker, dat het
telegraafkantoor van elk zchep.el enkele iasecten
wallicht uitgezonderd zetelt in de hersenen.
Krijgt iemwd een schop tegen zija been, dan
telegrafeeren de zenuwen, naar de hersens: t zeg
es, ze hebben je bsen te pikken".
«Wanneer na de opwatie begint, met een
verdoovenden slag op de hersens, dan gelooven
wij dat verder lijden buitengesloten wordt; maar
anders is het verloop, wanneer die slag niet
krachtig of op een verkeerde plaats treft.
E;n bswijs van gavoslloisheid wordt geleverd
door het varken, dat niet gewoon is, zijn onge
noegen onder stoelen of banken te steken.
WVlnu ; bij den leverancier der
gamizoensvoedings Commissie: Schrijver zag ik herhaalde
lijk varkens slachten, zon 'Ier dat zeeën kik gaven.
Ni eea goed treff:nde slag op het hoofd,
werdin ze gekeeld, doch het bewustzijn keerde
niet, meer, al waren zij nog niet dadelijk dood.
II 't bezwaar van niet goed uubloeden
besc'iouw ik als een sprookje; maar de slagers
hebben ve :lal dj gewoante, om, na steek, of
slag, een kleine hals wond toe te brengen, ik
galoof om de waarde vaa het v-1 nut een paar
centen te verhoogen en dan duurt de
verbloediag langer, dat is duidelijk.
A'zoo heb ik geen bezwaar tegen de rituaele
slachtmethode, voor zooveel betreft de groote
halssnede; maar vraag alleen: voorafgaande
verdooainff, door onverwacht to:gebrachten slag,
op de hersens.
O n nu gevaar voor de slagers, zoowel als
het op den grond trekken der dieren, te voor
komen ; had ik in dj reeds genoemde prijsvraag,
voorgesteld, om de dieren in de aoattoirs te
geleiden, onder een inrichting, met valhamer,
eenigszins gelijkende op een guillotine.
Daaronder zoodanig geplaatst zijnde, dat zij
niet voor of achteruit kunnen gaan, denk
aan de p'aatsen waar da paarden beslag.-n
worden; verder zoo dat de hersens juist
onder den valhamer komen, waarran de valhoogte
geregeld wordt naar den aard van het diar, dan
is er van m'.ssluan geen sprake meer.
H-.t ligt nie' in mijae bedoeling, om ander
maal propaganda te maken voor dit stelsel;
met het slachtmasker of sc'.üetmasker heb ik
ook vrede; maar teeken alleen protest aan,
tegen de poging, om ds meer smartelijke
slachtwijze, als het ware vai regeerinprswege wettelijk
voor te schrijven. F. H. BOOGAARD.
NASCHRIFT. Nadat bovsnstaand opstel aan de
Ridactie was to-gezonden, vond ik gelegenheid
kennis te nemen vaa een brochure, *le
Halssnede en hè", Sjhietaaasker" door v. Gruting,
plu tsoeroangenl Distrid-reearts te Leiden.
Gaarne maak ik van de gelegenheid gebruik
de volgenda woorden uit dat zeer lezenswaardig
vlugschrift over te nemen.
Bij proeven, genomen door den heer Sluijs
te Amsterdam bleek dat het bloedverlies b droeg:
bij halssnede 3 51 pO. 17.8 Kg.
n schietmasker 3.44 /, 176 /,
n nekken 3 11 n 172,
Een verfo'iil dus van 0.07 pCt. 200 gram
per koe + 03 gram op % Kg. vleesch.
Proeven door Goltz, ia het abattoir te Keulen
genomen gaven hetzelfde resultaat. De meerdere
uitbloeding waarvan de heer v. Gendt c. s.
spreken, is dus wel theoretisch aan te geven,
doch heeft voor de praktijk geen waarde.
DJ uitkomsten d .r proevna vaa GoHz en
v. d. Sluijs, de ervaring van Qiadeker en de
proefondervindelijke bewijzen vaa den Off. v.
Alministratie bij de Marine Verboon, doen zien
dat het vleesch, vaa dierea door schietmasker
gedood, zich goed conserveert, ook il heete
iuch*streken.
Ev-en als in de vergadering der bascherming
van dieren te Leiden is gezegd : komt de S. tot
het besluit (lat de methode om dieren e slachten
behoort te zijn, die waarbij belwelming aan de
halsmede voorafgaat, waarbij door hem aan hat
schietmasker de voorkeur wordt gegeven
Bd.
De Nederlaudsch-Duitsche
Kabelverbinding met Oost-Iudië.
In De Nieuwe Courant van Zaterdag 26
April 1902, Avondblad, komt een hoofd
artikel voor getiteld: »Het Kabel ontwerp"
waarin besproken worlt het wetsontwerp
handelende overde met Daitschland gesloten
overeenkomst betreffende den aanleg van
een kabel in den .-Indischen Archipel.
Hetzelfde onderwerp werd door mij be
sproken in dit blad d.d 20 April No. 1295
en daarin betoosd dat de gesloten over
eenkomst voir Nsderland in elk opzicht
nadeelij? is, niet het minst omdat zij in
werkelijkheid aan Duitachland de vol
macht geeft om in onzen O.-I. Archipel een
willekeurig telegraafnet aan te leggen, dat
door Duitscb.3 ambtenaren zal worden be
diend met toestemming van Nederland.
Verder werd door mij aangetoond dat het
meer voor de hand had gelegen, direct aan
te sluiten op den Amerikaanschen kabel
San Francisco?Manilla, met buitensluiting
van elke vreemde mogendheid en dat die
verbinding uit een Nederlandsen oogpunt
de eenij deugdelijke is Eindelijk dat de
volksvertegenwoordiging wijs zoude han
delen door het ontwerp niet te aanvaarden,
omdat in elk toegeven aan het sterk naar
Nederland opdringende Duüschland een
gevaar ligt voor onze onafhankelijkheid.
Djze beschouwingen hebben blijkbaar
instemming gevonden op het redactiebureau
van De Nieuwe Courant, want in haar
boven aangehaald nommer worden, hoewel
minder duidelijk en scherp als door mij is
gedaan, de gevaren opgesomd welke de
bovengenoemde overeenkomst in zich sluit,
en de redactie vraagt dan of eene specifiek
Nederland.-sche aacsluiting aan de
Amerikaa.nsche Pacific niet mogelijk zoude zijn ?
»Esn aansluiting, die ons overigens zóó
onafhankelijk maakte, als dat in tijden van
oorlog voor ons mogelijk zou kunnen zijn."'
E-m blik op het bij de Memorie van Toe
lichting gevoegde kaartje maakt een der
gelijk denkbeeld voor ons zoo aanlokkelijk."
Waar de Redactie van De Nieuwe Courant
de nadeelen van de aangeboden verbinding
zoo duidelijk inziet en anderzijds een lans
breekt voor een vrije Nederlandsche
verbirrdlng waarom dan aan het slot van het
artikel wederom gedraaid en gezegd:
»Ojk overigens hebben wq geen
principieele bezwaren. Niet tegen het verleenen
van subsidie aan de te vormen maatschappij,
niet tegen de verdeeling der fuiancieele
lasten over de Nederlandsche en Neder
landsen-Indische begrooting gezamenlijk."
Waar men een Duitsch Nederlandsche
verbinding vol gevaren acht, een zuiver
Nederlandsche verbinding aanlokkelijk en
deugdelijk, waarom dan toch de eerste aan
bevolen en de laatste wederom in den doof
pot geduwd?
Of durft men de gevolgen zijner eigen
overtuiging niet aan? Maar dan had men
beter gezwegen, en eindelijk had journalis
tieke welvoegelijkheid niet geeischt, dat men
het blad had genoemd, waarin reeds vroeger
hetzelfde denkbeeld was uitgesproken van
een specifiek Naderlaadsche kabel ver
binding ?
Diplomaticus.
Maartsto^men ia Rusland.
Da moord op den U'issischen minister van
binnenlandsche zaken Snpjagin is een symp
toom, wel geschikt om ook de aandacht van
het groote publiek weer eens op de gisting in
het Czarenryk te vestigen.
Zooals ook het vorige jaar zijn de berichten
in de groote bladen bij ons te lande over de
j in^ste voorvallen aldaar, uiterst kort en on
voldoende Ei toüh zijn die gebeurtenissen van
zoo groot gewicht voor de toekomst van U island
en dientengevolge van de geheele Earopeesche,
dat het voor een ieder, die iets verder wil
kijken dan zyn neus lang is, zaak bl\jft ze
nauwlettend gade te slaan.
Da houding van onze groote pers tegenover
Risland wordt, meen ik, bepaald door twee.
groote drijfveeren: in de edrste plaats door
den haat tegen E igeland, die zoover gaat, dat
zij min of meer sympathie gevoalen voor alles,
wat Eageland hinderlyk is of vyandig, en in
de tweade plaats door het parmanente belang,
dat de Naderlandscha fi mncieale wereld heeft
bij het welzyn van den grooten schuldenaar te
Patersburg, van wien zoovele roebels elk jaar
als tribuut worden ontvangen.
Man zal toegeven, dat deze houding zeer
verklaarbaar mag genoemd worden, al getuigt
ze niet van een eenigszins breederen kyk op
de wereldpolitiek, maar des te meer is het dan
ook de taak van degenen, die geen belang
hebban b\j de operaties van den Russischen
minister van financiën, tusschen twee haakjes,
een van de handigste falsarisgen, die het
schouwtooneel der wereld in langen tijd heeft
opgevoerd, om er op te wijzen, dat Kuslands
positie ia alle opzichten uitarat precair begint
te worden. Ik zou om dit te bewyzen, kunnen
aantoonen, dat de Russische landbevolking in
een staat van permanenten hongersnood verkeert,
dat dientengevolge uit die hongerende massa
niets meer te halen is en de fiscale bronnen
op onrustbarende wyza uitdrogen, dat een
verschrikkelijke krisis da Russische industrie
teistert, maar 't doel van dit stukje is de aan
dacht ar weer eens op te vestigen, dat da
revolutionnaire beweging, wel verre van dood
te zyn, steeds in uitgebreidheid en kracht
toeneemt, zóó, dat wat voor weinige j »ren in
dat rijk nog een onmogelijkheid scheen, na
werkelijkheid is geworden, namelijk, dat de
regeering niet meer by machte k, de openlyke
betoogingen voor verandering van den
regeeringsvorm te onderdrukken.
De volgende mededeelden zijn ontleend
aan de Vorwdrts, die berichtgevers in R island
heeft, en slechts een van de laatste, maar tevens
meest samenvattende van de berichten van dit
blad. Min zal er tevens uit zien, hoe daden
als die van den student, die Sipjagin
terechtstelde, veroorzaakt worden.
»0jk Rusland," ZOD sehryft de Voricarti,
«heeft nu zyn Maartstormen. Da 111 Maart
van het vorige jaar en de IGs van 1902 z\jn
grenssteenen in de geschiedenis van het socia
lisme in Rusland. Da ideeëa zyn tot daden
geworden, en daar, waar zich het Czarisme het
best wist te verdedigen, in een stad, die meer
spionnen en gendarmes herbergt dan menschap,
daar ontplooide zich trotseh de vaan van den
opstand. Het Newski Prospekt, waar anders
slechts stastskoetsen rollen en de steunpilaren
van den troon zich tehuis gevoelen, dreunde
nu onder de y'zeren voetstappen van dan
naderenden Nieuwen Tg'd. Duizenden waren
het, die daar het vorige j >ar verschenen, en
zich om het roode vaandel schaarden,
tien