De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 4 mei pagina 6

4 mei 1902 – pagina 6

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1297 Zoo, een incisief gebeiteld relief van Marius den koppigen groot geworden boer, die de, als overwinner der Kimbren en redder der stad, verworven sympathieën van den adel en van de rijken, niet verspelen wilde en toch nooit zyn afkomst van, ec verwantschap mét het volk kon verzaken, noch zich zelf kon onttrekken, nu aan demagogische driften, dan aan dictato riale eerzucht of aristocratische benemingen, en die eindelyk (en ondergaat, vergeten vóór zyn dood, verdronken in wellust en wyn. Zoo, een lyvig portret van Sulla, den genieter en viveur, die op meer dan 50 jarigen leeftijd tegen zjjn wensch in een strijd geraakt van demagogie en revolutie, en daarin zon lor aar zeling, al zijn aristocratische minachting voor democraten, plntocraten en zelfs voor zyn eigen standgenooten toont, door boutweg zyn leger op Rome los te laten en alleen te doen voelen, dat bij, Sulla, de genieter en bon vivant, wenschte te genieten en te leven in rust en gemak, maar dat hy een ieder die het hem uit arre driestheid wilde lastig maken, zou doen voelen dat een geweldige energie kan schuilen in een verwijfd genotzoeker. En die energie toonde h\j in Griekenland in den wanhopigen strijd tegen de troepen van Mithridates' generaal Archelaus en tegen die welke de dadelijk na zy'n vertrek weer losgebarste revolutie hem achterna had gezonden. Doch, beëndigd de strijd, en in Rome teruggekeerd, bepaalt zy'n onverschillige minachting zich er toe, door creaturen uit zijn omgeving een geweldige en bloedige reactie te laten woeden. Hij zelf leefde intusschen voor zy'n weelde, zijn wellust, z^jn boeken en zyn banketten, in een luxueuse huizing vol hetaeren, zangster s en danseressen. Zoo, in weinig trekken een beeld van Crassus, den geslepen edelman die, doordrongen van de overtuiging dat adel zonder geld een ijdel voorrecht geworden was in het Rome der kapitalisten en rijke parvenus, en die even eerzuchtig als Ciesar, zonder diens groote talenten, als Pompejus zonder diens groot geluk, al de benepen slimheid van zijn middelmatig talent gebruikt had in den geldhandel en daarin reusachtige fortuinen huizen, slaven en landgoederen gewonnen had, maar die, niet tegenstaande zijn rijkdom hem een commando en een overwinning op Spartacus had verschaft, toch altijd een eerzuchtige zonder veine, een politicus zonder takt was gebleven en eindelijk, den droom van door eigen kunnen de rste te worden, opgegeven hebbend, moestt oestaan dat zyn goud het cement werd van de drieledige staatsoverheersching, en zyn persoon het stootkussen tusschen de dringende heerschzucht van Pompejus en Caesar. Zoo, een aardige beschrijving van detriumphen en de angsten van den braven Cicero, den zachtmoedigen, edelaardigen burgerprovinciaal, die groot geworden is in de groote stad, be nauwd door zyn eigen en Rome's grootheid, doch gesteund door zy'n welbespraakte ijdel heid en gedreven door de machthebbers, in bloedige dagen, met list, bedrog en geweld op treedt. Zoo, de aanvang eener ernstige ana lytische studie over Caesar. Doch het eind hiervan is nog niet verschenen en om een begrip te krygen van Ferrero's opvatting van dien buitengewonen mensch is het noodzakelijk haar geheel te kennen, vooral daar het eerste deel afbreekt in 58 v Chr., en dus juist vóór het begin van Caesar's grootste openbare activiteit. Het breekt af juist wanneer de kentering is ingetreden, toen de grondslagen van het Kei zerrijk gelegd waren over de chaotische ver warring van alle oude rechten en plichten, gewoonten en tradities, voorrechten en wetten; toen het noodige imperialisme voorhanden was en alleen het Keizerrijk nog niet formeel was geconstitueerd. Hoe dit geschied is, naar de leidende inzichten van Ferrero's opvatting, zal het tweede deel van Rome's grootheid en verval leeren. VAN RIJNBEHK JR. j draaiing door hem, wil ZE w. niet denken. Dat ' het archief van Arnemuiden voor 20 jaren in j bruikleen is gegeven, is geen bewijs, zegt dr. i v. d. Fl. dat de kerk haar wettigen eigendom ! kan terugkrijgen, want al ware het dan voor l een bepaalden tyd waarover trouwens hier de quaestie niet gaat dan is voor dien tijd de eigendom niet opvorderbaar. Zoo geeft de de kerk dus wel degelijk iets prijs en of zy nu al tydelyk haar archieven kan terugkregen, juist in die voorwaarde van tijdelijk, ligt de beperking van haar vrijheid. Daarenboven als da kerk van haar archief eenig stuk tydelyk terugontvangt, dan staat zy als het ware als ieder ander die byv. een boek uit een openbare bibliotheek ter leen krygt. Wat is dat anders als toezicht ? vraagt dr. v. d. Fl. Wat het openbaar maken van haar archieven betreft, wat zou mr. Fruin's geruststelling op dit punt beteekenen dat de kerk nl. daarover bedingen kan maken zooals de bisschoppelijke Klerezy' van Utrecht heeft gedaan? Dit ziet alleen op letterlijke publicatie, doch neemt niet de mogelijkheid weg van openbaarmaking op eenige andere wijze en hoe dit te beletten? Eindelijk de vernietiging, de vervalsching: De eigenaar, schrijft dr. v. d. Fl., van het kostbare bezit zal ongetwijfeld steeds beter zorgen dat er van het bezit niets weg raakt dan een vreemde die mogelyk by het laatste belang heeft. ZEw. verwijst verder in deze naar het door den heer W. geleverde laatste woord. Dat de kerk open baarheid vreest van hare archieven in eenig opzicht acht hy verder een insinueerende op merking van mr. Fr., wiens belangstelling in de kerkelijke archieven, zeer bepaaldelijk in die van de N. H. K., door hem overigens niet betwijfeld wordt. Hy handhaaft ten volle zyn overtuiging dat algeheele beschikking, zonder iets prys te geren van het geheel eigen gebruik harer archieven, voor de kerk in sommige gevallen van het allerhoogste belang kan blijken. Aldus het laatste woord van dr. v. d. Flier. Zooals wel meer geschied is, het debat schijnt tot een ronddraaien in denzelfden kring te zyn verloopen. Wy hebben reeds opgemerkt, geen twijfel of de zorg voor het lot der kerkelijke archieven zal door den gevoerden stryd krachtig zyn bevorderd en wy koesteren de beste verwachtingen dat de Synode haar uiterste in 't werk zal stellen in de behartiging der zaak. Mocht zy, waar gebrek aan voldoende bewaarplaats van eenig kerkelijk archief blijkt, toch haar vrees overwinnen en depotstelling adviseer en by den ryks-archivaria in de pro vincie, dan kan voorafgaande inventarisatie, nauwkeurig en volledig gedaan, immers vrij absolute zekerheid geven tegen mogelyk verlies of verwaarloosing. Ook zelfs daar waar het gevaar dreigt dat er menschen in de nabijheid zyn die, zooals dr. v. d. Flier veronderstelt, er mogelyk belang bij hebben" dat er iets van het bezit wegraakt. Dat een dergelijke belang hebbende bestaanbaar is, ontveinst zich Z.Ew. niet; kennelijk is daarenboven zyn bedoeling dat die belanghebbende de eventueele Roomache archivaris is of anders ieder derde door deze geholpen. Daartoe verwijst hij naar het bewijs door den heer Wildeman geleverd in diens Laatste Woord". Tot een eerlijke, ronde be kentenis in dit opzicht heeft mr. Fruin natuurlijk den Synodalen President niet kunnen brengen. Onze waardeering blijft daarom te meer den heer W. voor zyn rondborstigheid in deze, verzekerd. Zijn standpunt, ten eenemale de miskenning van de praktijk van ons hedendaagsch Staatsrecht, is voor zyn rekening j natuurlyk, doch dat hy dit standpunt niet masqueert maar ten volle marqueert, verdient waardeering. Wy zien in het voorlaatste nummer van dit blad dat de heer W. van deze waar deering niet gediend is. Het zy zyn recht. Hy wil liever ons uitnoodigen aan te treden onder zijn vaandel: Voor Koningin en Vaderderland". Hy sta ons toe dit vaandel beleefdelijk te salueeren krachtens den oprechten zin alweer, waarmee hij het hoog houdt. Amst., 26 April 1902. V. Het laatste debat over de bewaar geving der Archieven van de N. H. Kerk in de Provinciale Rijksarchief-depots. Sedert ons laatste overzicht in dit Weekblad van 23 Maart, hebben de hh. mr. Fruin en dr. Van der Flier in de Kerkelijke Courant elkaar nog eens van antwoord gediend over de bezwaren tegen de bewaring der kerk-archieven door de Rijksarchivarissen in de Provincie. Nadat de Kerk, Courant dr. v. d. F. het laatste woord heelt gegeven sloot de Redactie verdere discussie en mr. Fruin verklaart in het laatst verschenen Archievenblad| zynerzyds de verdere voortzetting van den stryd ook in dit blad als overbodig. Wy kunnen dus den strijd voor geëindigd beschouwen en willen van de laatste gedachtenwisseling der heeren nog korielijk verslag geven. In de Kerk. Courant van 2 Maart biedt mr. Fruin aan dr. v. d. Flier geruststelling op de vier bezwaren door hem in dezelfde courant van 28 Febr. aangevoerd, lo, dat de kerk haar wettigen eigendom van de archieven niet terug zou kunnen krygen, is onjuist, zegt mr. Fr. Hij wijst op het archief van Arne muiden dat voor een bepaalden tijd in bruikleen is afgestaan. 2o, dat de kerk haar archieven alleen onder toezicht zou mogen inzien, betwist mr. Fr., omdat de kerk haar archieven zelfs tydelyk terug kan ontvangen. 3o, dat de kerk niet zou kunnen verhinderen dat anderen zonder toestemming haar archieven openbaar maken hiertegen voert mr. Fr. aan dat de kerk altyd zelve bedingen kan haar machtiging eventueel tot eenige publicatie te moeten ge?en, zóó b.v. heeft de bisschoppelijke Klerezy dit beding ge maakt voor het depot van haar archief te Utrecht. Eindelijk de mogelijkheid van verval sching en vernietiging deze, zegt mr. Fr., is geen gevolg van het bruikleen, want in de tegenwoordige bewaarplaatsen kan koster of kerkeraadslid zich ook daaraan schuldig maken; doch zoo iets mag onder fatsoenlijke lieden immers niet zonder bewijs worden verondersteld. Er blijft, zoo concludeert alweer mr. Fruin, niets anders over dan het bezwaar dat de kerk niet kan beletten de inzage in haar archieven, als zy die archieven aan de zorg der Rijks archieven toevertrouwt, en dit bezwaar kan immers alleen s'eunen op de vrees voor open baarheid dier archieven, een vrees die by de Synode erger is dan die voor het gevaar van de verwaarloozing! Op elk dezer punten antwoordt Dr. v. d. Flier in de Kerkelijke Cowrant vau 28 Mrt. Z.Ew. releveert eerstens mr. Fruin's laatste opmerking en verklaart nimmer te hebben beweerd dat er een bezwaar bestond tegen image nemen maar wél tegen gebruik mnken van de archieven door den eerste den beste naar eigen goeddunken en hierin ligt een groot verschil van beteekenis dat de phantasie van mr. Fr. niet zag aan opzettelijke woordverEen idealist en droomer. Het jongste boek van den populairen Engelsche romanschrijver Hall Caine*), is zeer ver schillend beoordeeld. Terwyl William Stead het in zy'n Review of Reviews een ambitieus failure" noemde, werd het door anderen beschouwd als een immortal book" en een triumph of imagination". Welke gebreken het boek ook mogen aan kleven, dit is zeker : Er tintelt en ruischt door die 606 compact gedrukte bladzijden een harts tochtelijk leedgevoel voor de lijdende menschheid, en een machtige inspiratie door een hoog ideaal van het leven en een groot geloof in den mensch en de naaste toekomst. De schrijver droomt, door zijn held en volks leider David Rossi, van een wereldrepubliek, The Republic of Man, waarin alle naties en koningschappen zijn opgelost door de kracht en als de vervulling van het dagelyks gebeden onze vader." Een waarachtige na/olger van Jezus, iemand die niet hecht aan wereldsche macht, uiterlijk vertoon en door de mot ver teerbare schatten, zal met zedelijk gezag waken over de geestelijke belangen der wereld-repu blikeinen die alle gelooisverschillen en -disputen zullen hebben opgegeven. Hij zal zetelen in de Eeuwige stad, Rome, de stad onstaan door ds leeuwen der wereld, wier onsterfelijkeheid een mysterie is en die, terwijl andere steden ver dwijnen als haar werk is volbracht, door alle eeuwen en beschaving heen blijft. Eenmaal was zij de hoofdstad van een heidensc'ae republiek. De republiek viel en zy werd de hoofdstad van een keizerrijk. Het kuizen-ijk viel en zij werd de hoofdstad van het christendom. Tbans is zij de hootdstad van Italiëeen doorgangsphase. Hare bestemming is de hoofdstad van het cnngres der wereld het hof van de Republic of Man." Hall Caine bracht daar twee winters door, speciaal oin Rome voor dezen roman te bestudeeren. Hij beschry'ft haar als volgt: Een stad van slaapmutsen van aristocra tische kalmte van weldadige onverschilligheid. Geheel de rest dei wereld kookt en borrelt, Rome glimlacht alles toe : het is de Eternal City, met een nimmer falend geloof in haar eigene bestemming. Haar proletariaat een logge massa; haar nobelen grootendeels lummelaars aan het hof hunner godin, liefde; haar middelklasse de eenige waarmede te rekenen, die van den burgerlijken dienst leeft en daarom de bestaande wet en orde onder steunt." Drie mijlen buiten de poorten dier roemrijke stad, leven menschen beneden den staat der wilden: Gehuisvest in strooien hutten : sla pende op matrassen van boomblaren; gekleed met lompen en bijna naakt; gevoed met maïs en kastanjes en eikels ; arbeidende 18 uren per *) Tha Eternal City." Uitgave van Wi liam Heinemann te Londen. Prijs 6 schillings. dag; geëxploiteerd door tyraunieke opzichters van ryke landheeren die hun leven te Rome en Para's in lediggang slijten; behandeld nog erger dan slaven ; mishandeld erger nog dan honden." En de christelijke kerk, wier hoofd in die Eeuwige stad zetelt als navolger van den stichter des christendoms die, wit het volk geboren, voor het volk geleefd, zij biedt het arme volk steenen voor brood, drogredenen voor levensgeluk aan. Negentien eeuwen gingen heen sinds de geboorte van den grooten Leeraar die, zyn leven aan het kruis eindigende, thans als een profeet wordt gehuldigd en als een God gediend. Maar wat werd er van zy'n leer ? Hy zeide: Wederstaat het booze niet, en de christelijke volkeren onderhouden staande legers. Hy zeide: Gadert U geen schatten oh aarde, en de rijke menschen zyn christenen, terwyl de christelijke kerk de rijkste instelling der wereld is. Hy zeide: Ome vader die in den hemelen zi/jt, en de menschen die als broeders behoorden te leven zyn verdeeld in naties en haten elkander als vyanden. Hy zeide: Uw koninkrijk kome en uw wil geschiede op aarde gelijk in den hemel, en dengene die daaraan gelooft wordt voor een dwaas of een droomer gehouden. Hy zeide: Geef ons heden ons dagelykseh brood, en de regeeringen belasten het brood en maken daar door God's gift waardeloos, terwijl zy den bodem der aarde, die aan allen toebehoort, enkelen in bezit geven." Het volk heeft soldaten genoeg om het te dooden; priesters genoeg om het te vertellen hoe te sterven; maar het heeft niemand die haar zegt hoe téleren l Zóó is het over geheel de christelijk beschaafde wereld: de klachten der armen blijven meestal onverhoord. Maar dat zal zóó niet blijven. De wereld marcheert naar de demokratie. Zij is de waarlyke evolutie van God's wil in de natuurwet en daarom onwederstaanbaar. Wat demokratie is? Zy is de vernietiging der slagboomen die den mensch van den mensch vcrdeelen. Zij is de voltrekking van de wet der gelijkheid, niet slechts tusschen lichaam en lichaam, maar tusschen ziel en ziel. uw wil geschiede op aarde gelyk in den hemel." Demokratie is eene poging voor de realisatie van dat gebed. Zy neemt aan dat de stem van God spreekt door het volk Zij erkent de broederschap der menschen. Zy ziet de menschen slechts ge scheiden in goeden en kwaden; in recht vaardigen en onrechtvaardigen ; in aanhangers van God's wet en rebellen daartegen. Dat is democratie, al de rest is bijgeloof en leugen." De grondwet van de wereldrepubliek waar van Hall Caine droomt, zal zijn het onze j vader," dat met weinige woorden aangeeft hoe de menschenlyke samenleving zijn en niet zijn moet. Het bevat zes paragrafen, waarvan die het geestelijke leven van den mensen en de andere zyn tydelyk bestaan op aarde betreffen. Het christelyk gebed zegt: Ome vader die in de hemelen zijt. Als God de vader is van alle menschen, dan zyn deze broeders en als zoodanig elkanders gelyken. Daarom is elk gezag dat de menach over den mensch zich aanmatigt, onrecht. En elke heerschappij van de mensch over den mensch eveneens. Vandaar hebben koningen geen recht van bestaan. Als alle menschen broeders zy'n, dan dienen zij als zoodanig te leven, En te leven als broeders in te le?en in vrede en eendracht. Daarom zy'n alle oorlogen tusschen natie en natie onrecht. Vandaar hebben legers geen rectit van bestaan. En de nationale grenzea niet. En de nationalen geest, genaamd patriotisme, niet. Het christelyk gebed zegt: geef ons heden ons dagelijksch brood. Ons dagelyksch brood komt van het land. Geen mensch bracht het land voort. Het is God's gift aan de menschheid. Het behoort alle menschen toe. Daarom is privaat bezit van het land onrecht. En is industriëele controle over de voort brengselen van het land onrecht. Het christelyk gebed zegt: Uw koninkrijk kame. Uw wil geschiede op aarde gelijk in den hemel. Als wy mogen bidden: uw koninkrijk kome, dan mogen wij ook verwachten dat bet komt. Als God's koninkry'k niet zal komen op aarde gelyk liet is in den hemel, als dat slechts een droom is, dan is het Oflze Vader" een bedriegelyke voorstelling, een gruwelijke spotternij en een misleiding van de harten en de hoop der menschelyke fawilie. De kerk heeft eeuwen besteed aan den theologischen zin van dat gebed, het is tijd dat zij ook eens begint te denken aan zijn sociologische beteekenis." -.* Dat alles klinkt overeenkomstig het christelijk anarchisme van graaf Leo Tolstoi. Het is waar. Maar toch gaat Hall Gaine niet zóó ver als deze en verwerpt ook hij eiken vorm van regeering. Integendeel, maar de regeering moet z. i. de uitdrukking van den wil van gansch het volk zijn en daaraan uitvoering geven. Hy gelooft dat God de broüvan alle recht en alle macht is; dat de regeering dient om den rnenschea hunne natuurlijke rechten, als kinderen Gods, gelijkelijk te waarborgen ; dat elke regeering hare macht van het volk moet erlangen ; en dat het de plicht der iaatsten is om, wanneer eene regeering inbreuk maakt op de natuurlijke rechten van den mensch, haar te verwijderen. Hy verwerpt echter eiken vorm van geweld, zijnde in. stryd met God's wet". Het menschelyke wapen is de rede, niet de vuist; ken nis niet kruit; het gebfli en het protest, niet de revolver en de dolk; hij verklaart da z. g. propaganda van de daad", maar verdedigt ze niet; by een toostand van broederschap der menschen, zouden ulke aanslagen niet meer voorkomen. Het meest gewicht legt hij op het gebed tot God en het protest tot dcu inenscb. gericht. Dat zijn de meest effectieve wapens door den msnsch tegen de euvelen der wereld gericht." De wereldrepubliek zal langzamerhand ver rijzen, uu hier dan ginds ten desle, uaarmate de verschillende naties daarop voorbereid zullen zijn, totdat zij ten slotte alle menschen zal omvatten. En i:i dis republiek zal de christelijke kerk staan voor ea waken over de geestelijke belangen der gansche menschheid en niet meer dienen om het eeue deel daarvan ondergeschikt te houden aan het andere deel. ;.i Ik droom van een kerk die al hare t delijkheden by zijde stelt welke haw verleiden om de manschen te splitsen in klassen, ryk en arm; en in naties, vriend en vijand. ik droom van een Heiligen Vader van het volk, die tot geestelijk souverein op aarde zal worden aangewezen, niet door den Heiligen Geest inwerkende op 70 kardinalen in afzonde ring met verzegelde deuren, maar door de gansche wereld by het licht des hemels. Dat is de veredelde kerk en de veredelde pontifex waarvan ik droom en die ik, zoo God het wil nog hoop te beleven." Zijn eenmaal alle volkeren, zonder onder scheid van kleur en ras en godsdienst in nec bond vereenigd, dan zullen honger en oorlog, die geesels der menschheid, verbannen zijn voor eeuwig! Idealist! Utopist! Droomer l Zóó zal men ook van Call Haine spreken. Gelukkig hy die nog idealiseeren en droomen kan in deze ver van ideale tyden. Doch wie is er, die zijn idealisme, dat hem in humaniteit de nigste heilige zaak op de wereld" doet zien, niet zou willen deelen: noch met hem zou willen droomen over en hopen te beleven: de eeuwenlang verbeide realisatie van den aiouden Kerstzang: Vrede op aarde, in menschen welbehagen? Londen, Dec. 1901. J. K. v. d. V. Bericht. In het jaar 1903 zal wederom, op voordracht van de Koninklijke Akademie van Weten schappen, aan een Nederlandsen plantkundige de gelegenheid worden gegeven om, op kosten van het Buitenzorgfonds, vermeerderd met het daarvoor toegestane Rijkssubsidie, volgens de bestaande bepalingen, gedurende vier maanden aan 's lands plantentuin te vertoeven voor het doen van botanische onderzoekingen. Zy die hiervoor in aanmerking wenschen te komen, worden verzocht zich vóór l Juni 1902 schrif telijk aan te melden by een der hoogleeraren in de botanie aan de Ryks- universiteiten: dr. J. M. Janse te Leiden; dr. F. A. F. C. Went te Utrecht of dr. J. W. Moll te Gro ningen. NIEUWE UITGAVEN. De Hoeren op St. Helena. Uitgave van Höveker & Wormser, Pretoria. Een interessant, mooi uitgevoerd werkje, vol goed geslaagde reproductiën van op St. Helena zelf genomen foto's. Wanneer men deze afbeel dingen ziet en de bijschriften leest krygt men een volledig juist beeld van den toestand der Boeren-kry'gsgevangenen op St. Helena. Op Excursie! Jaarboekje voor natuurvrien den, door P. TECNISSEN, 4a jaargang, (l April 1902-1 April 1903). Amsterdam, C. J. A. van Dishoeck. Drie Verhalen, door MAKCUS. Haarlem, De Erven F. Bohn. liet Ambacht. I. Zijna beteekenis en beoefe ning in vroegeren en in den tegenwoordigen tijd, middelen ter zyner instandhouding en veredeling, door H. L. BOERSHA. Uitgegeven vanwege de Vereeniging ttr veredeling van het Ambacht 's-Gravenhage. Cosmos, revue illustrée, mensuelle, polyglotte, Httérature et sciences, redacteurs: H. J. A. BOISSEVAIN et J. FEED. BIANOHI. Amsterdam, C. A. J. van Dishoeck. De wereld tourist No. 3 1902. Haarlem, H. V. De Wereld Tourist. «Overlading". Verslag eener rede van prof. dr. C. WINKLEE. (Overgedrukt uit het tijdschrift voor onderwijs en opvoeding.) Amsterdam, W. Versluys. Rapport der bemiddelings-commissie, be staande uit verschillende voorzitters van werk lieden-, vakbonden en vakorganisatiën, in zake de staking en uitsluiting by de firma Van Heek & Co., te Enschedé. De boeken der kleine zielen. Het late leven, door Louis COUPERUS 2 deelen. Amsterdam, L J. Vaon. Uber Ton-Rhijthmik und Strimmenführung. Neue beitriige zur lehre voin mus kalischen horen, von A. J. POLAK. Leipzig, Breitkopf & Kartel. »De Boeren op Sint-Helena''. Album met afbeeldingen en bijschriften van S. J. E. ten voordeele van de slachtoffers van Engeland in de «Moordkampen", aangeboden door de Nederlandsche Zuid-Afrikaansche vereenig. Amst., Pretoria, boekhandel voorheen Höveker & Wormser. Twaalfde jaarverslag der vereeniging onder de zinspreuk «Moed, Beleid en Trouw". Uit de geschiedenis der Nederl. taal, door J. VERDAM hoogleeraar, tweede, geheel omge werkte, uitgave van de geschiedenis der Ned. taal. Dordrecht, J. P. Revers. »Eiectra", maatschappij voor electrische stations, gevestigd te Amateream. Verslag over het boekjaar 1901, medegedeeld in de algemeene vergader, van aandeelhouders van 30 April 1902. De levende Natuur, onder redactie van E. HERMANS en JAC. P. THIJSSE. Deel Vil, afl. 11. Amsterdam, W. Versluija. Natura Artis Mugistra als gids naar het gebied der gemeenschap. Amersfoort, Valkhoff & Co. Inhoud van Tijdschriften* Onze Eeuw, Mei 1902 : De friezen te Rome, door prof. dr. P. J. Blok. De Vries en Te Winkel, door (Ir. A. Kluyver. Ruskin als Btaatiiuiskoudkundige, door prof. dr. W. H. C. K. van der Wyck. Onze koloniën en de suikercüiiventie van 5 Maart 1902, door prof. mr. J. Bn. d'Aulnis de Bourouill. Ver trouwen, door Th. van Merweda. Drie cathedralen, door M. W. Maciauie Pont. Oud moedertjo's bruidskrans, door P. C. J. Een paar opmerkingen over het Finland onzer dagen, door Jcaz berendsen. De XXe eeuw, 5e afl.: Christendom en rente, door G. J, P. J. Bolland. De twee droomen, door Edmond van Offal. De wellevendheid van AbJailah Ibn al-Mokaffa (slot), door G. van Vloten. Poiite Reine, door J. de Meester. Een nieuwe indeeling van de geschiedenis, door W. Meyer. liet menschenhart, door Alberts Verwey. Muziek, door J. C. Hol. De Gids, Mei 1902. Twee levenskringen. Een ernstig stuk in 3 bedrijven door I. N. A. Indiëen de democratie, door mr. C Th. van Deventer. Wagner's bronnen, door prof. R. C. Boer. De Amazone, door dr. J. V rtheim. Dramatisch overzicht, door mr. J. N. van Hall. Muzikaal overzicht, door mr. Henri Viott*. Nederland, No. 5: Proza. Kyr Pano, Een Schandaal. C. Joson, Een intermezzo. W. P. Kops, Politieke café's. Betsy Mülock v. d. Vues, Maar een stoker. - H. Baart de la Faille Wichers Hoeth, Als ! Poëzie. Van Elring, Baldur's doodmare. Van Elring, Hakon. - - Hendrick van de Abbe, Nu leeft in mijne ziel een groot begeeren. Hendrick van de Abbe, Soms ly'kt m'n lief m' een ster te zyn. De Arbeid. Afl. 4: Dolle lykredenen, Lode Baekelmans. Letterkundige Beschouwingen, Gerard v. Eckeren. Zomernacht, Herman Waltha. Na de begrafenis, W. Graadt v. Roggen. Musch, W. van Weide. Wiebrand, de torenbouwer, Ary Deelen. Elegieën, Victor de Meyere. Grootvader, Mathilde de Vries. De Katholieke Gids, Mei-Aflevering: De Hanza, (vervolg en slot), A. op de Laak. Het Pantheon te Rome, dr. J. v. d. B., pr. Openbaring, wijsbegeerte en evolutie, A. Merkes, pr. Pob, Jnlie Russel. Politiek overzicht. Eigen Haard, No. 18: Gelijkvloers, door Louise B B., XVIII. Landschap met vee, naar de schilderij van Aelbert Cuyp, in de National Gallery te Londen, met bijschrift door Jer°de Vries. Een party domino, door J. F. de Witt, (slot). Dusseldorp en de tentoonstelling, door J. H. Rössing met afb. I. Een praatje over tabak en snuif, door S. Abramsz. Uit de portefeuille van een zwer ver : Gezicht op Vianen, naar eene teekening van W. O. J. Nieuwenkamp, Een nieuwe watersterilisator, met afb. Feuilleton. Tijdschrift voor Onderwijs en Opvoeding: Dr. A. Poutsma, uit Duitschland III. F. Wesseling, Aansluiting Haarlem. De Hoüandsche Revue, No. 14: Dr. T. de Witt Talmage. f Wereldgeschiedenis. Belangrijke onderwerpen. Karakterschets: Jhr. G. Graafland, (oud-kommandant der mare chaussee te Atjeh). Revue der Tijdschriften. RECTIFICATIE. In de repliek op het ingezonden stuk over militarisme in het vorig nommer komt voor: «Met de politie te doen te hebben kan een onbewuste schande zyn" etz. d. m. z. een onbetwiste. iiniiiilllililii 40 cents per regel. intiniiiiiiiiHMiifiiiiiiiiiiniHnmH» TRADEMARR NlARTELL's COGNAC, Dit beroemde merk is verkrijgbaar bg alle Wijnhandelaars em bij de vertegenwoordigers KOOPüAtfS <fc BRUINIER, Wjjnhandelaars te Amsterdam. Prijzen ra af ? 2,50 per Fiescl. KAMSTRA's Matrassen-, Bedden- en Slaapkamer-Meubelfabriek, Snee k. BED DER TOEKOMST met 10 jaar garan tie. Leverde sedert 1S96 pi. m. 7OOO stellen. Geïllustreerde Prijscourant gratis. Honderden bewijzen van tevredenheid. Specialiteit in EXGELSCHE LEDffiANTEN. Piano- en Muziekhandel H. RAHR, te Utrecht. Opgericht 1835. Telephoon No. 443. Amerikaansche, Duitsche en Pransche PIANINO'S en ORGELS. Groote keuze in: Oude instrumenten worden ingeruild. Repftratiën worden in de Fabriek ten spoedigste uitgevoerd. Gelegenheid tot stemmen in en buiten abonnement. Hoofd-Depöt VAH Dr. JAEGER'S ORIG, Hormaal-WolarMeB, K. F. DEUSCHLB-BBNGBB, Amsterdam, Kalverstr. 157. Eenig specialiteit in deze artikelen in geheel Nederl. GRAWD MAHMEK. Cordon Jaime & Rouge. LIQUEUR ROYALE. Agents-GenerauxB.A.RIPPlNG&Co.,Amsterd. Piano-, Oriel- en MUapild TEYROOS «ft 14AI,HIIOVFJ», Arnhem, Koningsplein. VLEUGELS en PIANINO'S in Koop en in Huw. Repareeren Stemmen Ruilen. j Gedurende de maand Mei Op! ruiming van Photographien en ! Pliotogravures. J. H. DE WIT. APgemeene Boek- en Kunsthandel. Utrechtschestraat 54, Amst. (Telefoon No. 394Ï).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl