De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 11 mei pagina 1

11 mei 1902 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

N'. 1298 DE AMSTERDAMMER A°. 1902. WEEKBLAD YOOE NEDEELAND Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTUS VAN MAURIK Jr. Dit nummer bevat een bijvoegsel. Uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengrïcht 457, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden / 1.50, fr. p. post f 1.65 Voor Indiëper jaar mail 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar 0.12l/j Dit bkd i» verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard des Capucines tegenover het Grand Café, te Parijs. Zondag 11 Mei. Advertentiën van l?5 regels f 1.10, elke regel meer f 0.20 Reclames per regel ....?0.40 Annonces uit Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland worden uitsluitend aangenomen door de firma KUDÖLÏMOSSE te Keulen en dooi alle Blialen dezer Bruis. I W HO V Di VAN VERBE EN VAN NABIJ: Voorkoming van spanning en strjjd. Een type Do opleiding voor Indisch amMenaar, I, door P C. C. Jassen Jr. De verkiezingen in Frankrijk. SOCIALE AANGELEGENHEDEN: De Enschedescbe werk staking, door N. Fr. Suel. Binnenlaudsche Kolonisatie, (Ingez.), door F. v. Bedeu. KUNST EN LETTEBEN: Muziek in de Hoofdstad, door Ant. Averkamp. De kunstverzamelingen van Ph. Zilcken, door L. Lacomblé. De Zaan viert feest, door J. H. Schorer. Weer 'n Indische roman (?), door Sartro Prawiro. Boekaankondiging. FEUILLETON: Dominee Helms. Naar het Dnitsch, van Max DreQer. RECLAMES. VOOB DAMES: De handel in blanke slavinnen, I, door E Kaust-Heyneman. De vrouw in Japïffi, door M v. O. Allerlei, door Caprice. SCHAAK SPEL. FINANCIEELE EN OECONOJfISCHE KBONIEK, door D. Stigter. - INGEZONDEN. PEN EN POTLOODKB ASSEN. - AD VEE TENTIEN. iiiiHllllllllflIlllMIIIIIMlItlllllllllllllllllllinillllllllllllllllllllllltllllllllP Voorkoming van spanning en strijd. Ia ons nummer van 20 April schreven ?wij naar aanleiding van den kiesrechtstrijd in België. »Het is zoowel de plicht der Nederlandsche arbeiders ais dis der Nederlandsche bezittende klussen te streven naar de vreedzame oplossing VBQ een geschil, dat niet meer uit den weg te ruimen is, zonder aan het onrecht een eind te maken, gelijk dat voor lang in Frankrijk en Duitschlarjd heeft plaats gehad en DU in Belgi op gewelddadige wijze dreigt te geschieden. fOpmerkelijk schijnen ons in dit verband de woorden van den Handelsblad-schrijver: ««Maar zelfs het voornaamste blad van de Brusselechs sociaal-democraten, Le Peufle, schreef voor enkele dagen: dat de partij er niet aan dacht de monarchie te b strijden, maar in tegendeel den Koning smeekte tusschenbeideu te komen zoolac.g het. nog tijd was."" »E:n bede tot het gekroonie hoofd is dus blijkbaar niet in strijd met de overtuiging van de Belgische sociaal democraten, al slui' zulk een bede allerminst in zic'i de bekentenis eener monarchale gezindheid. Weluu, zouden kie«eis en niet-kiezers zich hier te lande dan niet den weg aangewezen zien om te samen spanning en strijd te help n voorkomen, a!s waar pan nu Belgiëhet tponeel is? Iijdien. zich, onder den indruk van hetgeen Belgiëte aanschouwen geeft, onze voorstanders van algemeen kiesrecht zich eens tot het S mrerein Gezag richtten, en dit vroegen tu-scbecbeide te komen nu het nog tijd is róór ooi: hier een uitbarsting dreigt. Natuurlijk, de arbei ders, van welke politieke richting ook, vooraan gevolgd en gesteund door gllen die de Kroon en het Vaderland willen bewaren voor onnoodige schokken; de arbeiders gesteund en gevolgd door hen die bestff;n hoe zij mede-verantwoor delijk zullen zijn voor de vernietiging van meiiscbtnleven?, wat steeds, gelijk het nu in Belgiëte betreuren valt, de nasleep is van een koppige weigering om het volk zijn recht te gevn." Dit advies bleek het dagblad De Tijd ten zeerste te mishagen. Haar redactie liet zich uit als volgt: »Wij vertrouwen, dat dergelijke onverstandige taal in Nederlandsche werk uanskririgen, nooh in welke dan ook, waar personen met, gezonde lier-enen bijeen zijn, eenigsn, den minsten in druk zal maken. Deuken wij eens even na over den onmogelijken, den inderdaad belachelijken eisch (de Herten" van lalicalen en socialisten veranderen, zooals bekend is, a's zij niet onmiddellijk worden loegfs'aan, terstond in eischen), welke, werd het verlangen .van het groene Weekblad vervuld, aan ouze constitutioneel* Koningin zou. gesteld worien. «Nederland bezit tegenwoordig een anti-liberaal Kabinet, steunende op een anti-hberale meer derheid in de Volksvertegenwoordiging. Noch Ministerie, noch parlementaire meerderheid wil len, zooals zij duidelijk en bij herhaling ver klaard hebben, van algemeen stemrecht weten. In Belgiëis het even*ó0. Dus zou de Koningin in Nederland, de Koning in Belgfëmoeten be ginnen met het Ministerie te onts'aan, df Volk'vert.egenwooidiging te ontbinden en ur bet geheele Land nieuwe verkiezingen jlit ie schrij ven. Maar de allergrootste waarschijnlijkheid, zoo niet de zekerheid, bestaat, dat die verkie zingen a hier a in Belgiëweder eene meerder heid iu de Kamers zouden brengen, welke van algemeen kiesrecht afkeerig is. En wat dan?... W.lde de partij van het algemeen stemrecht in dat, geval toeh haaf zin hebben, de constitutioneele Sjuvjrein zou met schennis van eed en Grondwet als absoluut monarch, als despoot moeten optreden en zich plichtig moeten maken aan handelingen, die, werden zij gepleegd met andere bedoeling, de partij van het algemeen stemrecht terstond tot openbaren opstand zouden brengen. »H^t is inderdaad Ie dwaas...." Wij zijn aanvankelijk van dit antwoord werkelijk geschrikt. Vóór tal van jaren reeds hebben wij dien stap op den ordelijken weg aanbe volen. Al dien tijd is het ons niet inge vallen, dat dit een »dwaas" denkbeeld zijn zou; veelinin dat het onmogelijk bij val zou kunnen vinden bij »pereonen met gezonde hersenen", m. a. w. dat het alleen kon opkomen bij en eeriige ernstige over weging waard geacht zou kunnen worden door personen met een krank brein. Het treffendste van het geval scheen ons echter, dat De Tijd ons .dat moest leeren! Immers wij hebben meermalen verklaard dat wij in deze het voorbeeld wenschten gevolgd te zien van de anti-revolutionnairen toen zij den strijd voerden voor de School nut den Bijbel. Zij richtten zich, met duizenden onder teekeningen van een adres, tot Z. M. den Koning. Willem III heeft daarop geen ongrond wettige daad gepleegd. Maar deze manife statie voor een zaak, die zoo lang reeds hopeloos scheen, heeft haar bateekenis en invloed niet gemist. Dit is de weg ook voor de algemeenkiesrecht beweging, hebben wij gezegd. Ge lijk de anti revolutionriairen zich in hun recht za^en miskend, zoo gevoelt ook de arbeiderspartij zich onrecht aangedaan. Welnu verricht dan, op het voetspoor der anti-revolutionnairen, de meest indruk wekkende daad, die langs den ordelijken iveg te volvoeren is; spreek uw wensch uit ten aanhoore van de Koningin. Hoe kan De Tijd dit nu »dwaas'' vin den ; te «onverstandig'' om er over te denken de vrucht van kranke her senen? Kwam deze verklaring nu nog van liberale zijde .. . maar van den kant, waar ook het Christelijk kabinet staat! Als Van Houten de kroon een «orna ment'7 noemt of Gort v. d. Linden het als «vliegwiel" teekent, beroepen ds kerkelijkeii zich op die uitdrukkingen, om te bewijzen hoe weinig een constitutioneel koning of een koningin bij niet-christenen in tel is ; en zoudra wij nu de kroon nog andere hoedanigheden toeschrijven, en .daarmede rekening wenschen te houden, wordt men ongeveer voor gek verklaard. Welk beeld men ook bezige voor de grond wettelijke begrenzing der koninklijke macht, dat kan niet anders dan theorie zijn, en alle theorie, maar in :t bijzonder deze, is grauw. In de praktijk heeft koning of koningin, als persoonlijke drager of draag ster vau het gezag, een beteekenis, die voor een goed deel niet te bsperken is door coniititutioneele formulen, ook al gedraagt het Souverein Gezag zich onberispelijk naar de wet. Daarom begaven de anti revolutionnairen zich dan ook niet met hun adres naar de R°geerii)g, de ministers -- zonden niet het naar het parlenient maar spraken rechtstreeks tot den koning... en hun bede klonk d or heel het land, zoodat hun woord gehoord moest worden en de ernst van hun streven voor miskenning niet meer vatbaar was. De »Majesteit" van hun koning moest, of zij wilde of niet, den klank verhoogen van hun roepen om recht. Dit, dunkt ons, ziet De Tijd voorbij. Jammer genoeg, dat wij, daar zij liever sterven zou dan onder de huidige om standigheden het algemeen kiesrecht te beleven, haar niet mogen opwekken, eens een proef met on§denkbeeld te nemen. Wij toch zijn er vast van overtuigd, dat er, zonder schending van wet of grondwet, ook in Nederland, langs volkomen ordelijken weg, binnen korten tijd algemeen kiesrecht zou komen, indien de vertegen woordigers van het zoogenaamd onmon dig volk met een door een paar honderd duizend personen onderteekend adres, hun wenschen om recht 't behoefde niet eens eischcn te zijn! kwamen uitspre ken voor de troon. 't Moge De 7Y/'/dan wonderbaar schijnen maar 't is zoo: in eiken conslihtlioneelen staat kan van koning of koningin nog een groote invloed uitgaan, zoodra een belangrijk deel van het volk ernstig en waardig vraagt om recht. *** Intusschen behoeft de Tijd zich nog niet beangst te maken voor een spoedige op volging van ons advies, door de onmondigen zelf. Immers onder dezen is de S. D. A. P., hoewel weinig taltijk in leden, zeker de krachtigste in-activiteit om een kiesrechtbeweging te voorschijn te roepen; en zij juist acht het beroep op den koning door de Belgische socialisten gedaan teen groote politieke fout." ,/Eea instelling vau zóó middeleeuwsch karakter als het koningschap moge voor de bourgeoisie een geschikt instrument zijn ter bevestiging harer heerschappij in haren strijd tegen het proletariaat als wap»m tegen de bourgeois:e deugt het in 't geheel ui^t. »Tenminste niet als wapen van bet moderne proletariaat, dat het kiesrecht voor zich begeert als een der miJdeler, waar.nede de bourgeoisie als klasse en daarmede ook haar opper te machtsinstelling, het koningschap, onttroond moet worden. K!ke stap, ?"'ie het proletariaat meer vrijmaakt. is ren gevaar zoowel voor de bourgeoisie als op den duur voor het kotiugschap. »L?opo!d II, wist «el wat hij deed, toen hij onze Belgische partijgenooten met een kluitje ia het riet stuurde. »Ea wij Nederlandsche sociaaldemokraten hebben niet de minste aanleiding om het slechte voorbeeld der Belgen te volgen. ??Niet tot de kotingin, maar tot de arbeiders hebben wij OBS iu onzen strijd v jor bet algemeen kiesrecht te wen.1en." Hoe het op socialistisch standpunt een groote politieke fout kan zijn te trachten door het koningschap het algemeen kies recht te verwerven, terwijl dit kiesrecht »zoowel voor de bourgeoisie als op den duur voor het koningschap een gevaar is" werd ons nog niet helder. Had hier misschien inplaats van een groote ^politieke fout" een groote ^ethi sche fout" moeten zijn geschreven ? Maar dan rijst natuurlijk de vraag: kan een ethisch bezwaar tegen een beroep op koning of koningin gelden, voor personen, die de grondwet bezweren ? Socialisten, die gelijk de Belgische een beroep op den koning doen, of gelijk de Nederland sche zich bereid verklaren de grondwet gezag toe te. schrijven, erkennen eenvou dig den feitelijken toestand van het oogenblik, en trachten alevel wat daarin voor hen hinderlijk is langs ordelijken weg te doen verdwijnen. Beslu't echter liet Volk op bovengenoemdeii grond »niet tot tie koningin rnaar tot de arbeiders zullen wij ons wenden" dan miskent, het de bedoeling van ons advies. Wij toch zullen zoo onuoozel niet wezen om de Kmingiu en het volk hier als tegenstelling te gebruiken, 't Spreekt van zeif, dat men, fi^uur'ijk gesproken, niet Konder het volk, maar mei liet volk de troon moet naderen. M. a. w. dat het gaan tot den souvertin niet het begin, maar het einde, de vrucht eener (Tachtig door gevoerde propaganda beho^t te zijn. Ook o. i. hebbjii de Bjigs-.-. een jwhlieke fout begaan, een zeer ernstige fout. Niet, dat zij aan den toestand van het oogenblik elk middel ontleenden, dat hun het doel langs weltelijken weg kon nader brengen, en zij alzoo Leopold s hulp in riepen ; integendeel, dit was naar onze meening eisch van verstand en hart. Hun misslag is geweest, dat zij dit beroep op den koning, hetwelk een wel overwogen middel, een in alle kalmte degelijk voorbe reide daad, had moeten zijn, hebben ge maakt tot een soort van wanhoopskreet, geslaakt aan het eind van een gedruischvolle campagne, zonder 't noodige beleid ge'voerd.in wanordelijkheid verloopen. Indien men in Belgiëzich ie's minder met groote woorden, groote geluiden en groote plak katen had afgegeven; niet daarop ver trouwd, maar nut indrukwekkende inge togenheid Leopold had kunnen stellen voor het feit, dat, eenige honderdduizenden werklieden van hem een eind van het meervoudig-kiesrecht onrecht verwachtten ; zou men ook daar te lande - zonder bloedvergieten niet veel verder gekomen zijn dan nu ? In dit opzicht valt er voor hen die binnen den kortst mogeüjken lijd, zonder het land aan spanning en tchokkeu prijs te geven, het Nederlandse!) proletariaat het algemeen kiesrecht, willen bezorgen iets te leeren uit deze Belgische onlusten. Wie zich aan een ander spiegelt, spiegelt zich zacht. Een type. De oude garde in den Rotteidamschen gemeenteraad wordt danig bedreigd. Van rechts komen de anti-ievolutionairen, van links de vrijzinnig-democraten, en daar achter, met veel gtrijd-geschreeuw maar desniettemin met groote volharding, de sociaal democraten opdringen naar de veste der oud liberalen. Eo dezen ontbreekt het stellig niet aan mannenmoed en fierheid; röch aan bekwaamheid om hunne veste te verdedigen; rnaar wél aan het stiijdensvuur en aan de warme bezieling der overtuiging van de hoogheid en waarheid hunner be ginselen .,. Ze raken achterop. Nog maar heel kort geleden, sJechts enkele jaren, bestond de Raad uit'n veer|ig»prinzipientreue" gardes, die in belangrijke zaken steeds spraken door den burgemeestersmond: eerat door dien van Meinesz, later door dien van js Jacob, (in de keuze van burgemeesteis is Rotterdam meestal zeer gelukkig) en die zich zoo rustig, zoo stevig, zoo onver woestbaar zeker daar gevoelden, dat geeii politieke orkaan zoo machtig zou kunnen zijn, om hen van hun zetels te lichten Ahwel. die orkaan is ook steeds uitge bleven. Maar toch raken ze achterop ! Zoo n voor n worden ze buiten de dtur gezet, met een vriendelijk bedankje van den burgemeester tot troost. Van Rijckevorsel en Pietersen, twee der aanzienlijksten en bekwaatnsten in hun soort, hebben het vorige jaar de Raadszaal moeten verlaten: anderen hebben hun mandaat vrijwillig neergelegd; maar de candidaten der oude garde zijn niet meer voor hen in de plaats gekomen ! Zelfs kwam te gebeuren, wat niemand had durven vermoeden, en ook niemand had kunnen vermoeden, dat op Rotte's stadhuis nog eerder een sociaal-democraat te zetelen kwam, dan in Amsterdam, wier vroedenraad toch zooveel rooderen aanleg heeft dan die van otze goede, nijvere s t ad. Ze raken achten,p, de heeren van de oude garde, en ze voelen het zélf. Ze worden er zelfs wrevelig onder. Ze voelen zich niet in staat, zich met krachtig verweer tegen den opkomenden stroom te verzetten, ze gaan dien liever uit den weg, en met een hoog minachtend lachje over die nieuwe lingen, over dat opkomende vorzet van twee kanUn, fluisteren de bedaagde heeren, el kander toe, dat ze bij de eerste de beste gereede geligvr heid hun mandaat liever neerleggen, dan daar feilen strijd met het een of ander burger n.aiintije, oi' misschien zelfs niet een socialist, te moeten aangaan, met viij wat kans bovendien, den smaad van eeii nederlaag te moeten lijden. Jaren lang is Rotterdam de onneembare liberale vtsie geweest. En zij staat n os wel overeind, maar de voegen raken los. Maar zoolang ze duur zitten, 's Jacob, mr. M» es, Havelaar, Drooglever. Boot, Kley, Van Rugi-urn, Dutilh, Rutb, Drost en zoovele anderen, de vertegenwoordigers der oude regentet.familiën, daa', hoog op hun hoogte, machtig door hun meerderheid, zoolang ook zullen ze hun oude, stoere beginselen stevig laten gelden, tn stooten de pijlen van het gesproken woord zonder de minste uitwerking op hun harnas af. En 's Jacob, ;i Drost, de vaardigsten, paretren met ge mak eiken aanval van beteekenis cm da t zij vertrouwen op hun meei dei heid, die hen, waar het de beginselen raakt, waar het tegen links of' tegen rechts gaat, om den dood niet in den steek zou laten. De andere heeren praten dan weinig; ze argumenteeren nog minder; ze stemmen altijd als etn phalar x vecht zoo stevig in hun eendracht tot behoud. ^Maar n is er, die hen allen lypetrt. Niet in oudejdom, want hij is 1,'og be trekkelijk jong maar in Lfginselen. Dat is de heer Hm tien. Ziedaar ten type, een cprfcht txernpel van de oude liberale garde, zooals die in Rotterdam is geboren en ge togen, en daar jaren en jaren achtereen de lakens heeft uitgedeeld; een type dier regenten kaste, opgegroeid te midiien van een omgeving van eensdeels transport en handels rijke menschen, aiiderdeels de _ oude, hoog-begaaide Hngerooterifamiliën; de oude garde, die Rotterdam steeds heeft beschouwd als l.;ire stad, voor wtlke te besturen en aan wier groene tafel te ziiten zij alken geboren en bestemd waren. Zij zoigden voor allts! Voor den hand<-l. opdat die gelegenheid hadde te bloeien; voor het verleer, voor de havens, voor de reedeiij, voor de aandeelhouders, en zoover zij meenden er niet buiten te kunnen, ook voor de misdeelden en paupers maar die noodzakelijkheid schten hen maar zelden aanwezig. Heel dut grootsche, bloeiende, werkzame verleden, dat dege leven etr.tr enkde klasse, al wat daarvan ru nog overeind ttaat, viiidt zich teiug in de eigenschappen van dezen klejnen, zwoelen, ernstigen man. Hij is nog mér dan de burgemeester, de woord voerder, de representant, de leider van die oude gurde; de trouwe en bekwame ver dediger die zich etrst du-i als het gevaar dieigend wordt, en het gaat om de bestem ming der gemeente financiën vooreen ander doel dan waarvoor hij en de anderen ze, naar hunne beginselen en naar de traditie, bestemd willen zien, die zich eerst diln in zijn volle kracht ontplooit. De financiën. Dat is bet voornaamste. De gemeen U ft L ai: c'en moeten bijspringen, wanneer de heeren havens en kaden noodig hebben, en stoonakranen voor de spoedige lossing, en droogdokken ; de laatste zoolang uit de kas der gemeente, als ze zélf vreezen er geen winst mee te kunnen maken. En de heer Hintzen heeft dan te zorgen, dat de gemeeute-fioanciën niet voor loonsverhoogingen, niet voor kindervoeding, niet voor andere overbodige en niet-rendeerende dingen worden uitgegeven, ^En daarvoor zorgt de heer Hintzen met vél zorg. Toen de heer Van Raalte, de bekwame rechtsgeleerde met onuitroeibare democra tische neigingen, in 1897 tot kamerlid werd gekozen, na den heeren de Jeelijke poets van cenige progressie in den hoofdelijken omslag gebakken te hebben, en zijn wet houders-zetel kwam te bezetten, toen werd niet zooals toch usance is iemand uit den R-tad daarvoor benoemd, maar werd de zaak aldus beklonken : De heer Hintzen moet maar de Tweede Kamer verlaten, en de plaats van Van Raalte innemen. En aldus geschiedde: de heer Hintzen werd plotseling van kamerlid tot raadtlid-wethoudtr. En het was, wat het wethouderschap aangaat, geen slechte ruil voor hen. De heer Hintzen beschikt over veel en grondige kennis, over veel werk kracht en helder doorzicht. Hij draagtgeea titels voor zijn r aam maar hij is velen mannen met titels de baas. En in hém vond men weder de dr»ger van de onversneden libe rale beginselen; de huldiger van het pure «lasser faire," voor zoover dit maar even nog is toe te passen; die niet bezwaard was met ziekelijke humanitaire neigingen, en zich steil verzette tfgen elke COL ces s ie aan de nieuwere, moderne sociale politiek. Een onbekende, die de viij sobere raads zaal onzer tweede stad binnentreedt, zou waarlijk in hètn den coiyphee dier behourlspoliütk, den banier dibger der oude garde, niet herkennen. Weggedoken lerzij van den burgemeeEtergzete), zit hij somber daar in zijn bankje, strak-turend voor zich uit, zonder emotie, zonder gts'es als hij nu en dan n-:et zijn koperen stem san een onbe langrijk debat deelneemt. Maar als het grootere zaken geldt, waarbij het op de finatciën aackomt en ietwat ligt builen het directe belang der gemeei.te-houding, of als het gaat over rueer sociale dingen, om metrdere zoig b.v. der gemeente voor de lagere klaste, om het erfpacht-vraagstuk of opntmiiig in de bestekken van bepalingen enz., dan komt Lij in zijn volie kracht; dan schitteren zijn donkere oogen, en met groote vaardigheid en bekwaamheid s'&at hij dan zijn tegenstander, een of meer, stuk voor stuk ; en dan luisteren de anderen met gioote innigheid, en voelen als bij iiui/ïiie dat deze man van htt gave hout is, waaruit tot in verre toekomst de tclrte Rotleidamsche liberalen zuuden behooren gesneden te worden. De heer Hintzen was het, die reeds bij twee of diie begrootingsdebatten alle uitgaven voor betere bezol digingvan lagere beambten, voor werklieden, tegenover den hetr De Klerk, met groote hardnekkigheid telkens terugwees; rte heer Hintzeu was, het weder, die, toen het erf pachtvraagstuk aai de orde kwam, de uitgifte van giond in erfpacht, tegenover den heer Van Dorp, bestreed ; dezelfde vertegenwoordiger van de oude garde was ook, die, andei half jaar geleden, de tegen woordige pensioenverovdening voor weduj wen en weezen met zijn trouwe meerderheid | in behouden haven bracht, die, indien zij, ; gelijk hij wilde, verplicht ware gtsteldi een onmatigtn druk op de beambten en j werklieden zou hebben gelegd. Hij was het j ook, die de voorstellen tot het opnemen van bepal.ngen in de bestekken omtrent minimum en maximum bestieed voor alle maal, tn die bij een latere gelegenheid de gedenkwaardige woorden sprak: »de ge meente mag zich, als weikgeefster nimmer . op een huniaijiiair standpunt pJaalsen; de gemeente heeft zich allén te plaatsen op het standpunt van Let gemeentebelang!" Daaruit spreekt heel de geest van dezen nian, die zoo giooten invloed oefent in zijn krii g. Wat van particuliere werkgevers wél verlangd wordt: dat zij humaan zijn, en niet allén cog en hart hebben voor liun winst, dat geldt voor de gemeente in diezelfde functie nooit. Zelfs den heer Voorhoeve die anders volsueit niet tot de geprononceerden gerekend wordt, was die uitspraak van straks te erg en hij kwam er kort en bondig tegen in verzet. Maar de oudliberale heeren die hieven kalm cp hun plaats zitten, blij dat Hintzen had gezegd wat zij allen dachten en bedi elden. En de burgemeester wiegde met welbehagen zijn hoofd heen en weer. Met diezelfde geest heeft ook de heer Hintzen de stedelijke armenzorg door trokken. Hij heeft jaren achtereen studie gemaakt van dit onderwerp in Engeland, en hij heeft, te Rotterdam die harteloosheid in de armenzorg belichaamd in het stelsel, als dtager waarvan hij bekenoïis, en in' vereenigirjg wier stevige leider hij is : de Vereeniging tot, verbetering van Armenzorg, welke ouder werkliedenkiingen zulk een ongunstige reputatie geniet. De heer Hictzen, al stond zijn wieg in de Amstelstad, is een Rotterdamsch type En zeker een mooi tj-pe. Een, w'it-n de deugd van onomwonden eu oprecht te zijn, niet ontzegd mag worden. Hij is de kloekste van die oude gardes, en daar< m ook dragen ze hem op de handen. En meestentijds wint hij het tegenover de opdringende nieuwelingen ter linker- en rechterzijde.... Maar toch verliezen ze! DeheerHt'ntzen is hun laatste en beste troef'. Oijder de jongeren wordt niemand anders ge vonden die met dezelfde taaiheid en volhardicg, met zooveel geloof in zijn gelijk, de vaan dier oude, uit den tijd ge raakte, harde beginselen zou willen dragen en verdedigen ; afgezien van de vraag of er iemand onder de jongeren gevonden wordt die het zou kunnen doen! Met belangstelling sla ik altijd van ietwat uit de verte de handelingen van dezen merkwaardigen man gade, en Juister ik naar zijne woorden; 'maar hoe langer ik naar dit onvervalschte type zie en luister, hoe sterker wordt ook bij mij de overtuigjng, dat die oude garde langzaam haar eind te gemoet gaat. Ook dat kan beschavingswerk zijn!

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl