De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 11 mei pagina 3

11 mei 1902 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Ho. 1298 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. De Engeleche coöperatieven maken een jaarsaldo van pi. nj. 36 naillioen- Voorden heer R yce een peulschil, die niet veelom 't tjjf beeft. De coöperatieven te den Haag, Gei t, Linaoges, maken winsten van tonnen gouds. Wjj ftejlen \óór nu eens niet alles ak dividend op te strijker. Zijn de arbei ders tot zulk een ontzegging uitt in staat? En ziet, de vijfduizend diamaotbewerkere hebben in Amsterdam ar. der halve ton» vt-rataakt" met het twijfelachtig resultaat dat ie slaven zijn gebleven als te voren, met goedgunstige permissie om zich te organiseerea. Ia hiertoe geen ontaeggicg toodig geweest ? Maar een yerbruikscooperatie vereischt geen ontzegging oin kapitaal te vormen. Wanneer tweehonderd gezinnen slechts hua inkoopen op n punt richten, besparen zij,_ zónder eenige ontzegging, genoeg om in vijf' jaren tijds tachtig der hunnen voor goed van de loonslavernij te bevrijden. Bij coöpe ratie van vier of vijfduizend stjjgt deze verhouding tot 200 per jaar. De cijfers etaan den heer Rtyae ter beschikking, op de vergadering w&ar ze weidt n besproken, kou men geen andere tegenwerping maken dan dal ze te laag waren "gesteld. De kwartjes der leden hebben wij slechts fioodig voor administratie. De giften der rijken achten wütoevallige baten, waarop Biet gerekend mag worden,... en toch . ? de heer R'yae mag wel oppassen, andere gaat het hem als andere orakels en ziet BJJ op een mooieu morgen het rapend graan voor het Pooleche koffiehuis wiegelen. Reeds in dit stadium, waarop de kapitalist meewarig glimlacht over ons dilettantisme, kregen wügiften die verre onze verwachting overtreffen. Wy beschikken . reeds over genoeg grond en kapitaal, om bij deugdelijk beheer tot welslagen te kunnen komen, zelfs al blijft onzen mensen!ievenden millioenairs ten eeuwigen dage het gezond verstand ontbreken noodig om in te zien dat het beter is ellende te voorkomen, dan veel geld te geven aan instellingen van liefdadigheid om de ellendigen in 't leven te houden. Dit, en het volgende noemt de heer Reijne 'het ontbreken van een aan de practijk getoetst oordeel". Zijn practijk heeft hem niet alleen geleerd dat men bij millioenairs niet hoeft aan te kloppen, maar eveneens dat het «volslagen onjuist'' is als zou men door de combinatie van een asutal bedrijven werkeloosheid niet behoeven te vreezen. Immers zegt mj, groenten- en vruehtenteelt, hoenderfokkeiij, bijen teel t, ooftcultuur, graanbouw, zuivel- en wolproductie geven seizoen-arbeid waarbij de grootste bedrijvigheid en vol slagen gebrek aan werk samenvallen. Dit is zet r interessant. We hebben hier wellicht te doen met een «reine Wirthechaft" in den _ door Oppenheimer bedoelden zin. De koeien, door den heer R*ynegemolken, deden een winterslaap, en, evenals Sneeuw wit je bij de zeven dwergen, of Papus in zijn glazen kist, weigerden zij vastberaden de leverantie van melk en mest, in hun narcose. Zyn klanten aten in den winter teen boterammen, en vermoedelijk door un neiging om des winters ongekleed te gaan en des zomers iedere morgen een verech fantasie costuum aan hun ontbijt te verwachten, kwam alle drukte op eens. Over vlas en beddelakens hoorën wij niets, maar dat zal ook wel even ongelukkig treffen. _Tot nog toe hebben wij van deze lasten niets bespeurd en steeds, winter en zomer, met onze vijf primitieve bedrijven eiken dag de handen vol gehad Voor eenige weken werkloosheid zelfs als die zich mocht voordoen zijn wüook in 'i minst niet bevreesd, zoolang namelijk de gerneenschapskas door het werk der drukke maanden maar behoorlijk gevuld blijft. Vergeet de heer R' yoe soms dat alleen de arme loonslaaf een rfagrlooner is ? Een «even gioote misrekening" heet het IIHaHlltHltfllllllIlHltltllllllllIlllltUHIIIIIIIIIIIIIHIlllltllllllilHIl» DOMINEE HELMS. Naar het Duüich, 1) VAN M A X D R E IJ E R. De heer von Schlieven auf Schlieyenow was bekend als de ruwste man in den omtrek. En dat wilde vat zeggen, want de omtrek was Mecklenburger land. Schelden was eenvoudig een levensbehoefte voor hem; de krin.loop van zyn bloed zou in de war ?yn geraakt, als zijn longen zich niet in fyawastische oefeningen van krassen aard hadden kunnen lucht geven. Maar niet slechts een me'hode van ademhaling was zijn schelden; ook was het by hem meer dan een pure be vrijding der ziel van allerlei lasten en zorgen, meer dan ec-n ventilatie des gemoeds want in dat schelden zelf openbaarde zich een ver mogen des geestfs, een scheppenie kracht, er stak kunst in, een kunst die zich uit overvlotiendcn r^kdom ia steeds nieuwe ea steeds bekoorlijker vormen uitte. Gaen van" zijn oadcrhoorigen kon het hem nageven, d*t hy zich ooit met hem in geestelijk contact bad gesteld door een vai die scheld woorden, die Jan, Piet en Klaas elkaar naar het hoofd gooien ; maar heel weinigen konden beweren, dat zy van hun leven tweemaal het zelfde scheldwoord uit den mond Zijner G;nade halden vernomen. Dat had de heer von Schlie ven waldijk niet noadig! Hy behoefde by nieaand te leener, icch bij zichzelf toch bij anderen. En als ei' een gerechtigheid in de wereld was, dan ha:iden al lang ai de Daitsche taalkundige vereenigingen hem wegens zyn oitcha'bare verdiensten ten opzichte di r moe dertaal tot eerelid benoemd. Ge y'k gezegd, er was in zijn razen en tieren iets verhiff nds ea hevrydends, iets verzoencnda; en met zekeren vromen eerbied, als verwachtten 2jj nieuwe openbarirgen, kouden liedei', met artistieke fijrgevceligheid begaafd, naar hem luisteren, wanneer hy de schaal van ssy'ii toi.rn o/er hen uitgoot. W-1 moest men, om dit virtuozentpel in den bsfcsiture-1 naar óthooren te genieter, eenigszins zeker vu-.i zyn zaak ziju. Had iemand zch dcor etn min of jneer zwair vergrijp de verbolgenheid \an het he<?rsch«p op den hï.ls gehaald, of, erger nog, hem door verztt.gepriUkeld, dan voegde Zijn Genade al licht de daad bij 'het onderlinge ruilin g der groepen te verwachten. Waiit »de geschiedêuis heeft een dergelijke war-pn-ruilicg veroordeeld", doceert onze bol. Wat bij hier bedoelt is niet heel duide lijk. Moeien «ij denken dat hy meent dat wij gepn geld zullen gebruiken ? Terwijl herhaaldelijk van een »ccoperatief verband" .der groepen is gesfroken, dus van zeer practischen en c-p voordeel ge richten onderJ in gen koop en verkoop, zg het dan ook beneden de kapitalistische markt? Eu zou bij ons dan uit de schat zijner kennis willen opgeven waar en waaneer een cc peratitf verband van bedrijfsgroepen heeft bestaan, en wanneer die historische veroordeeling heeft plaats gehad ? Wat beteekent die opmerking over htt ?ruilmiddel geld, dat ontstaan is door de noodzaak" en die »lessen der historie"? De E^ypténawn hebben vierduizend jaren zonder geld geiuild, maar. wy hebben nooit oiis voornemen te kennen gegeven hen hierin na te volgen. Waartoe dan die wij* heid ? En dan, vermaant de econoom, heb jelui wel bedacht dat je veel te veel krijgt, als je eenmaal aan 't produceeren gaat. Een .tuinman produceert voor 100 klanten. Wat moet jelui met al die rommel doen? Dat is bedenkelijk. Wij produceeren nu al brood en groenten voor een tachtigtal klanten, waar moet dat heen! Ik hoop dat al» het heelemaal mis loopt en wij kleeren, brood, groente en wat niet al producetren voor een paar honderdduizend klanten^ zoodat we feitelijk geen raad weten van den overvloed, dat we dan op de hulp van onzen wijzen raadsman mogen rekenen. En hoe zullen wij de koop en verkoop kunnen regelen, vraagt de heer R'yne. De tarwe komt immers uit Chicago, het lijnzaad uit Riga en het hout uit de Oostzee. Jongen, jongen, hoe is 't mogelijk. En ik, die Log al myn hart vasthield bij den ondergang van 't Lsidsche Bosch, niet wetend waar Amsterdam voortaan planken van zou moeten zagen. Ea rogge uit Roemenië! Liten we dan maar on ze matjes oprollen Maar een enkel voorbeeld uit onze praktijk. Op Walden wordt tarwe tot meel vermalen en tot brood verbakken, van een kwaliteit zooals die in de wereld nergecs beter te vinden is. Die tarwe is geteeld op Nederlandschen gror.d, met een opbrengst van twee-en-viittig Hectoliter per Hectare. (gewicht 78 Kg. per H. L) Dit brood kunnen wij, door onze ommuniëtische ccöperatie, produceeren tegen concuireerende prij->. In de R^yne huishouding wordt brood gegeten van tarwemeel, behoorlijk met aluin, zwaarspaath en andere smakelijke zaken vermengd, dat voortgebracht ia op een Amerikaansche reuzeiihoeve, waar roofbouw wordt gepleegd, en de opbrengst zeiden meer bedraagt dan 15 of 20 Hectoliter per H. A. Wat acht nu de heer Rtyne de meest natuurlijke en economische productie-wijze, slechte waar op slechte wijze voortge bracht, duizeiide mijlen ver weg te halen omdat sommige gesiepenen er voordeel bij hebben, of goede waar te gebruiken die om zoo te zeggen voor de deur groeit? En dan nog, wat zal ons letten produceerende groepen te stichten in PoJynesie of Zuid Afrika, wanneer wij niet buiten producten kunnen die cU'uir alleen met voordeel kunnen gewoi.neu worden ? Maar.decreteertde heerR^yne, maaischapschappelijke btteebenis krijgen zij toch niet, zoolaug de deelnemers niui worden gezocht, uit »andere Jevnisferipgen". Wat bedoelt hij nu weer? Wat zou diecommis-voyagtur hem in de tweede klasse tusschen Busaum en Amsterdam i v»fer verteld hebben'r1 Zeker heeft hij een fietttocliije met Saks gemaakt bij gelegenheid van de wet!reiiuen en toen uit de verte een heer in hemdsmouwen IMIIlllllllHIMIIIIIIIIItllttlUiil woord; hy was vhig met de hand, en op onbezonnen togers^raak vooral, plachten zijn vijf vingers koit en bondig beecheid te gevtn. En tegen deze handtssiei^ke beelhfcing was eenvoudig niets te doen. Toen de kaecht F<Hs Iliucemann onl-ngs protest aanteekencle. cicor te zeggen dat hij zich i iet liet slaan, pakte zyn meester hem by zijn kraag, en om hem de onnoozelheid van zulk een bewering nadrukkelijk aan zij t ver stand te brerigen, ranselde by hem naar alle regelen der lunst tol hy bont en blsusv zag. Waarop de rekel, zooals vanzeli spreekt, het Sciilievenower gebiul werd uitgezet. Maar dat was een uifzonderii.-g en per slot, van rekening was Frits llanntmann er toch zelf schuld aar. Wat behoeide hij ook naet zulke modern-revolu iornasre beyirpen den patriarchalen vrede van Sjhiieveuow :e storen ! Hier waren de zeden der vaderen heilig. Wee d F geen, die aan het ee> waardige wilde tornen ! Daarover waakte de heer vn bjhiieven met ijzeren sirergheid. En de rar.evt-n der vaderen voeren er niet slecht bij. Kon men zyn mond maar houden ran werd iemand geen haar gekrenkt. Men kon immers dfnkeu zoavsel men wilde als men al dj.ctit. En voor het ttoffelyk welzijn van zijn on erh.jorigen deed nie mand in het la-.d meer den hun heer. Zoo waren zij dus viijwei niet bern teïreden. liet leven had h m niet precies zacht aan gevat. Hij was een eenzaam man. Zijn. vrouw had hy tien j*ar geleden reeds oegravcn ; toen was zyn eeoige doch'er op de kostschool ge storven ; daarna was hem zijn eenige zoon en erfgenaam d-;.-or een doodeujken val van het paard ontnomen. Hij had hij zwaren Bourgogne troont gezccbt en podsgra gevonden, die hem sedert dien t^d met boosaardige regel matigheid bij iedere seüoerswisseling bezocht. Als de kntesiddering door de wereld voer, als in den schoot der aude, goly'k ru m de Maartdflgen het wonderbare plaats ha', dan begon faet ook in zijn grooten toon te leven. Ik kiijg my'n voorj«arsemoties," zeide hij met zijn grimmigcn buraor. En hij wist wat dat beteekerde: de voorjanr.-j'cbt was cleergsw van allen. En bij bereidde zich voor op geLotvolle uren. Voorlcopu had hij nog te doen rr.et de voorboden, die het naderen vau Hare Ma- | jesteit de pijn aankondigden. Maar dit tydperk j der verwacb'ing was biji.a r.og erger dan de j vervull;fig ze,f. Zoo was hot bcgrrps'ijk, dat j niemand die niet direct met hem r.oodig had, zyn gfKcl cbap opeocht. Eu hij was eenzamer dan ooit. ' Vandaag was bij in den vocrmidJag nog buiten geweest, aar. tafel had liet hem toen te pikken ^ek;'i-gen en r.a zat hij in zijn Ja, als wij moesten wachten tot onze tuinders en boeren zelf op 't idee eu tot den moed kwamen dan zou er menig jaartje over heengaan. Maar over den collectivistischen aanleg onzer plattelands bewoners in de noordelijke provincies bij voorbeeld, daar kon onze Weekbladeconoom nog wel een en ander leeren »in practischen zin". Uit dar k voor zij D goedmeenende sym pathie beloof ik zijn voorspraak te zijn bij de redactie van de Groene, als ziin professioneele autoriteit gevaar loopt. Laat hem dit niet vernederen. Was ook Wagner's held Parsifal L iet »der reine Thor durch mitleid wissend'' ? Mocht mijn voorspraak niet baten, dan zal er nog wel een betrek king open komen voor hem aan de eendekooy van den heer van Woei sel. Met vriendelijke dankzegging voor de plaatsing, W a l d e D , 3 Mei 1902. F. v. EBDEN. Met in de Hooftöi De vereeniging voor Noord-Nederlands Muziekgeschiedenis heeft reeds ginds tal van jaren een schoon en verheven doel gevolgd Onze oude Noord- Nederlandsche kunstenaars heffe zij door nieuwe uitgaven aan 01 s publiek toegankelijk gemaakt. Waaneer zij niets meer had gedaan dan het uitgeven van de complete werken van Sweelinck, dan zou zy' reeds voldirger.d haar levenskracht hebben aangetoond. Maar zy d?ed meer. Zy heeft werken van Obrecht, S-hnyt, FUirken e.a. den volke be kend gematkr. Zij heeft daardoor schatten van kucst uit de bibliotheken opgedoJven en door mooie uitgaven aan de vergetelheid ont rukt. Zy heeft ook practisch geholpen tot de ver»preidirg dier werken, door het uitgeven van koorstemmen; daardoor is voor iedere zangvereecigirg die over passende krachten beschikt, de weg opengesteld tot het uitvoeren dier weiksn. Rseds sinds j-iren zijn er zangpanden voorhanden, (de meeste zelfs reeüa in herdruk) van enkele Psalmen van Sweelinck. Een der laatste goede daden van bovenge noemde vereeniging is wel het uitgeven van een verrukkelyk, allergeestigst Chanson van S weelinck »Rozette", ontleend aan de Rimes franciises uit de groote Sweelinck uitgave, in moderne partituur en zangpartyan. Dit werkje leert ons Sweelinck kennen van een geheel nieuw standpunt. Indien men tot dusverre meende dat Sweelinck's compositiën voor koor slechts bestonden uit Psalmen en andere gezangen op gewrjden tekst, dan heeft men thans kunnen bespeuren dat Siveelicck ook op het gebied van het lichte en geestige genre geen meester boven zich behoeft te erkeimer. Het Chanson ia verdeeld in vierafdeelirgen die elk met een byna gelijkluidend refrein worden afgesloten. D^ s'emmirig dier vier afdeeliiigen is zoo lutermate gelukkig getroffen, de behandeling der woorden is zoo geniaal, zoo meesteilijk dat men zich waarlijk verheugen mag over het bezit van zoo'n schoon werk. Hoe prachtvol is niet op gevat het «Tandis qu'en pleurs-ja me consume", of het K soBt tant de pleurs vertes en partact", met zijne voor dien ty'd verrassende chromatische gangen. Hoe drastisch zy'n r.iet weergegeven de woorden «Gtrdez bien vostr1atnitiér.euve, la mienne plus ne varira" en dan kornt steeds het alleraardigste refrein «Nous verrons vulnge Bargen», q>ii premier s'en repeutira !" 't ld e?n hserlijk, gjeetig dicg l EÖII andere hoogst belargrijke uitgave mag men voorzeker noemen die der 1(J zesstemmige Madrigalen van Tollius, eea componist, leunicgttoel, den zieken voet zorgvuldig ingo pakt, s:reek over zijn vollen gry'zea baard, keek in djn rook zijner buaar, (uur-Ie door het vecstor r,aar de jonge, EC^rala Maartsche zon, en zag in zyn eigen binnenste er peinsde over het wereldraadsel. Dit lever, ! Dit elUnJige, !an;a!ige, o :r.uUe bestaan ! Ei dat mauscKeiigefp ;ia vooral ! G.'en mannolykheid rnosr geen kerels ! Ejnmannenm' order de tijd I Niets da.i schoanpoe'sers, plmm-itrykere, stroiiplikk'rp, laoileiuügu zwakkelinsjet ! K-.\ dan de vromen I ic wareu hoai boven alles dierbaar ! Die ha Men /ica een apart plaait-j; in z.jn har; verover l! liet vrooiuaeidsduivel je had ook zijn laats'en vrie-.d we^-giih ald, Mike Warksntin, rast wien hij jaren Jar,^ goede rwarscriap hal gehouden, met wien hij zon menigmaal op de jicht was geweekt, zoo ni'M ig gla< geledigd ha<1. Nu had den de zwartrokki'.n ook nem ia hu i klauwen !? Oio zwartrokken ! Hje kuil onze lieve Ih>er dulden, dat er zoo iets op aarde ror,d;iep ! Hij was toch wis en waarachtig geen Turk of Heiden,, hij had zijn eerlijk christengeloof zooala ieder fatsoenlijk rnenscii maar cia? er Heden w>,rcn, die zich iussthen hem en zijn od wilden dringen, dio de mens^bheid wildea wysaiakrtn, dat de heraelsche Vader op aarde agenten had aargoste.'d met het scBuncige auibt vau bumiddelaar, riui girg hem toe U te ver ! In het politieke ievf-n was hij steeds opaekomtn tegen allo int nentie, als ntodlottig voor elke gezonde, sociale ontwikkeling ; mociit Lij duider, riat in het godsdienstig leven die zeilde tu.-ischenhandel hetzelfde ctheil zou stichten ? Ken eerlijk Duitsch hart s'aat in directe gemeenschap met zijn God r Van deze oprechte en besliste opvatiïrgkon niets hf m atlirergen. <A;k het feit i iet, dat zich in donkere uren als een zware steen op hem wentelde: dat hijzelt,alïde kerkvoogd d;e bij EU eet maai wr.s en blijven moest, zuïk een agent van onzen lieden li -er onder zich bad. Zijn dominee dat wa3 me er eerst eer.! Een vreselijker mensch droeg de groote aard bodem niet. Natuurlijk ook zoD'n gladgeschoren, verwijf.l ccmedia' tepgezichf, dat zich maar daraüal bfhoeide te vertooner, orn iemand mi t vtrplettc-rtnde zekerheid on;bijt. rriiditag f n avondetefi te hf derven. Natuurlek net zoo'n waterige, slapp?, morgloox.j opptrsoo: lijke gtïest alb al de andcrot; ! Maar en dat was het onverdraaglijke bij al iln veeke. klfft'erii/e mirifierwasrdigheid, bij al zi?n armelijke kleinheid huicheidc hij rog dien men voorheen ter nauwerr.ood by name kende en die nog niet eens opgenomen is in de verschillende lexica. Tollius is omstreeks 1550 in Amersfoort geboren 1). Op zeer jeudigen leeftyd werd h reeds aangesteld tot organist der O L. Vrouwekerk aldaar. De steeds toenemende invloed der reformatie zal wel oorzaak geweest zyn dat de kunstenaar, die overtuigd katholiek ge bleven wae, naar Italiëtrok. Eer t kwam l>y te Assiai, waar hij kapelmeester werd. In 1587 ontmoet men hem te Rjme. In 1590 vestigde bij zich voor goal te Padua. Daar gaf hij zijce werken in het licht, zijnde drie boeken motetten, opgedragen aan den bisschop van Padua en een deel Madrigalen bestemd voor het Atnsterdamsche Collegium Musicum, welk genootschap vooral eene bijzondere beteekenis heefc verkregen dojr Sweelinck's werk zaamheid. Men staat verateld van de gratie en zwier, waarmede Tollius de italiaarsche teksten be handelt. Hij is geheel zelfstandig kunstenaar; met geen enkel der mij bekende oudere com ponisten kan men hem vergeleken. Zy'ne motieven zijn origineel en de schildering der woorden is steeds treffend juist. Neemt men b. v. htt madrigaal «Ztfiro lorna"; of hy daarin het runenen van den wind op tonen zet, of dat bij hel rhdderen der vogels (augelletti) weergeeft, c f dat by zingt «Ma per me lasso, tornano i p gravi soppiri", steeds weet hy den jukten toon te tr< Sm. Moge nu de eenheid van dit madrigaal misschien ietwat te wenschen overlaten, dan kan men zulks HclUelyk schuiven op rekenirg van de woorden, die by iederen versregel bijt a een andere stemming weergeven. Ia verschillende andere madrigalen laat de eenheid in de compositie evenmin iets te wenschen over als bij de coaipojitiën zijner tijdgenooten. Deze twee werken zyn in het eer;te deel gezongen, op de buitengewone uitvoering van het Klein-koor eappella, op Zaterdag 3 Mei. Ik mag verder over deze uitvoering niets anders schiijver, dan dat in het tweede deel rog een paar werkjes van B.-ahms en eeii paar Russische koren (éa van Cui en n van Tanfjew) zyn gezorgen, en dat Mevrouw Oldenboom Lutkematn en de heer Julius Röatgen hunne hoog gewaardeerde mtdewerkirjg daarby ver leenden Mosrouw Older.boom zong behalve ren paar oude italiaansche aria's van Perti, Pergolese en Scadatti, een nieuwen cyclus liederen «Junge Lieder'' van Engelbert Humperdinck, den beker den componist van »Hansei und GreteV' en de heer Röntgen speelde een paar oud-Hollai dsche danswyzen, doorhem voor klavier gezet, welke eerstdaags msda door de Vereeniging van Noord-Nederlands Muziek geschiedenis wonien uitgegeven en de prachtvolle sonate van Baethoven op 81 «les Adieux l'Absence et Ie R'tour." Het nieuwe »IIul!andsche Vocaal Kwartet, bestaande uit de dames G. Kloppenburg, J. Bakels en hoeren Jan Dijker en Job. Soutendijk, dat zich o..der leidirg van den heer Maurice Hageman voor eenigen tyd hier ge vormd heef', gaf Zondag 4 dezer in de Nieuwe Luthersche Kerk zyn eerste uitvoering. Het stemmenmatenaal dezer dames en heeren is zeer schoon en past goed bij elkaar, zoodat aan dezen allerbelangry'ksten eisch voor een goed kwartet volkomen voldaan wordt. De voorbereidingen getuigden blijkbaar ook van veel zorg en de iiuanceeringen waren meestal zeer mooi, zoodat er doorgaans veel te genie ten viel van de voordrachten. Het kwam my wel voor dat hier en daar nog een zekere angstvalligheii aanwezig was, die gaandeweg echter by volgende uitvoeringen wel zal ver dwijnen. De a't hoede zich hitr en daar van teveel opdryven van den toon; ook kon «en meer heldere vocaliseeriog gewanbcht zijn. De tenor 1) Daze bijzonderheden zijn ontleend aan het voorwoord voor den bewerker dtr uitgave, dr. Mtx Süiffrfrt, ie ook m Deel VII van het Tijdschrift der vereenigicg een uitvoerige biografie geschreden bettt van Tollius. mannelijke zelfbewustheid, huichelde hij kracht, beei.deien, tpi:r<:n. Hoe duiide hij zich vermeten het hoofd zoo i hoog te dragen als vrije ma neu plegen te doen ! Wal was dat voor een heil'ooie oniir, zelf voor zijn akker te zorgen, zelf achter den ploeg te loopei ! binnen de vier muren vau zyn be dompt btudctri veidek hoorde hij.wear hij en zijns gelijken Grods wourd verknoeiden en verwater den. Hij hoorde niet thuis in Gods vrije ia tuur I Wat had t>y met da eerlijke aarde uit te staan, met eerlijk mannen werk, met cerlyken haiider.arbeid ! Als het nog uit een innerlijke d; ijfkracht ge-chieide! Dan kon nier/ er ten mii_sie nog over spreken l Maar uit innerlijke drijfkracht gaat idemand acuter den ploeg loopen, die een ancler beroep Let ft en meer dan vijftig jaren op zijn nek draagt. Huichelarij was hst! Ijdelheid! Kokette:ie ! Hij spselde comedia voor Ai boerei), de scha vuit ! En dien man moest hij pstroriiseeren. En kalin moest bij het aanzien, dat die infame cooiedie op zijn eigen bodem werd afgespeeld ! Want de akker, die door een onaantastbare bepaling aan de pa toris hoorde, was chlievenower grond, en nog wel van den besten ; geen wonder, dat do voorraadsschuur van den domi nee goed gevuld was. Da geest van zijn voorvader moest plotseling omr.eveld zijn geweest, to. n hij in die idiote bepaling toestem ie, want de akker lii p d?,a':s over het goed als een brutale indringer en maakte de expbitatie lastig. En hy hij zeif hij, Kuno von Schlieven had jaren geleden met den domin e over dea akker onderhande d! Zijn bloed werd gal, als hij er maar aan dacht. Hij had het stuk grond van hem willen pachten. Neen." Hij had het willen ruilen tegen een ander, dat voor hem, der. dominee, i,iet minder gun stig lag. dat wel minderwaardig was wat den aard van deu bodem betrof, maiir daarvoor dan ook hetl wat grooter.' Neen" Nee;1," nfrts dan een kalai onbeschaamd neen," met b e c hoofd ia den nek en biutaal kijkende oogm. En dat teaen hem tegel hem, Kuno von Schiievea' J-lik ander zou hrj naar de keel gevlogen zijn ! Maar een dominee zoo'n onwezenlijk, mysusch iets! Mstschaiuwen had een eerlijk Duitscii gemoed niuts uit te staan ! Jj-iftt hem verder rondspoken! Kan andere pa'roou zcu zoo'n steen des aanstoots zoe jea aan over de grenzen hebben ge-chovon. Maar daarvoor zou allera xde geknoei noodiïpeweest zijn, waantio-'j een jhiieven zich niet iuiiet. zou zich misschien nog ietwat kaneen'matigen by hooge forte passages. In het eerste deel werden eenige compositiën gezongen van Nederlandscbe cororoi i>-ter; in het tweede deel eecige werkjes op latijnschen tekst en in het derde deel eenige num mers van Duitschen oorsprorg. Na de drie stemmingsvolle oude latynsche werkjes, klonk het iQjando corpus" van RossirJ, met zyn weeke chromatiek, ietwat ontnuchterend. Den heer Hageman zy aanbevolen, niet alleen de werkjes op religiensen tekst, doch ook de andere in een ietwat elastischer tempo te dirigeeren. Overigens trachte men by volgende uitvoeringen, hier of elders, vooral moo-e en belangwekkende nummers te kiezen. Thans waren er by (onder de duitsche), die zich wel wat te zeer in den liedertafelstyl bewegen. Van een dergelijk vocaal-quartet te L^ipzig lees ik in het «Musikalisches Wochenblatt" dat het zooeven een reis van vijf weken gemaakt heeft in het Oosten en dat het o. a. inBucharest, Constantinopel, Snsyrna, Jerufalem, Bethlehem, enz geconcerteerd heeft. De uitvoerin gen in PalettiEa stonden onder bscherming van het Duitsche gezantschap en Consulaat. Zy vonden plaats des voor- en des namid dags, zelfs des tachts van 10 11 uur. Duitschers, Franschen, Brgelscher, Joden, Turken, Grieken en Arabieren vormden de toehoorders. Overal vond het gezelschap enthousiaütische opname. Moge een gelijk succes, ons hollandsch Qaartet ten deel vallen. Onder den eenigszins weidschen titel van Richard Wagner Feestvoorstellingen wie denkt hier niet aan de Festspiele is door de Nederlandsche opera des heeren Van der Linden een drietal uitvoeiingin georganiseerd van Wsgner's werken; n.l. van .Tar.nl a user, Lohengrin en »de Meesterzirgers van Neuren berg. Het feestelyke, het van de gewone op voeringen afwyketide bestond by Tanniauser in de medewerking van mevr. Lcjo als Venusen den heer Ernst Kraus ah Tacnl auser; b\j Lohergrin waren Charlotte Huhn (Ortrud) en Jac. rlus gatten en in da Meesterzingera werkten mede Friedrichs als Beckrriesser, Sehramm als David en mej. Julie Neuhaus als Magdaleca Nu zou de directie orgetwyfeld beter ge daan hebben het feestelijke in de voorstel lingen te doen bestaan in het crganiseeren van »strichfreie" opvoeringen, of het veibetoren van orcheet en koor of in een retouche der instudeericg, of in het meer veriorgen van de aankleeding, zoodat de spillebec-nen en eigenaardige facies der mancelyke koorleden eindelyk eens een metamorphose had den ondergaan. In elk dezer gevallen, ware een artistiek resultaat bereikt geworden ; thans heeft de directie ons doen gevoelen ten eerste welk Echreeuwend onrecht een kunstwerk van Wagner wordt aangedaan, waru eer de tijden van de Babylonische spraakverwarring op het tooneel worden teruggeroepen en ten tweede hoe oneindig booger het oiigiceel staat dan de vertaling. Buitendien, waarom doet de opera des heeren Van der Linden de «erken van Wagner in het Nunerlandsch opvoeren ? O ai de voorstellingen begrijpelijker te maken voor het niet- duitsch verstaande opsrabezoekend publiek ? Dan is het optreden van duitsch zingende gasten a prioii veroordeeld. Had men nu onze eigen kunstenaars de rollen in het duitsch laten zingen, dan ware een be langrijke stap ia de goede richting gedaan. Veimoedelijk zouden onze artisten er wel geen bezwaar tegen hebHBn. Op die wij se zou het hun mogelijk gemaakt worden gastvoorstellingen te geven aar. duitsche theater», zooals hunne duitsche collega's thans hier zyn komen doen. Daar de fsestvoorstellingen goed bezocht waren en er'het volgende j wr weilichteen htrhaling van verwacht kan worden, wil ik deze meening bescheidenlek der directie ter overweging aanbevelen. De voorstellirgen van Tarml auferen Lohen grin kon ik niet bijwonen, wel die van de Meesterzirgers. L-iat ik dadel\,k erkennen dat de opvoeru g veel te genieten deed geven Aller eerst mogen de gasten Friedrichs en Sehramm genoemd worden. De eerste is hier als de Laat hem in zijn eigen sop gaartoken !" Ziih nut verder om hem bekommeren. Watt wat bij ambtshalve met hem uit te staan hart, sobrittehjli door den secretaris laten af osn. K i overigens doen alsof' hij er in 't geheel niet was. Zich in g^en geval door hem zijn ontbijt, midd-ig- of avondeten laten bederven. De.se laatsie taak zou vooiloopig de podagra zoo vriandelijk zijn op zich te nei.en. Hij steunde luid en keek de kamer rond, die groote, htoge, diepe ruimte met haar don ker behangsel eu donkere draperie en, met haar zware, deftige eikenhouten meubelen, tusschen welke de eenzaamh -id geluidloos op en neer ging. Welk een verlatenheid ! Dat gevangen-zitten ! Kon hij slechts een menschelijk gezicht zien. ! Al was het maar de perkamenten facie van jift'-ouiv Wuilenweber, zijn huiuhoudtter, of de grijnzende tro: ie van den lumrucl Karel, zija bediei.de. Kn die ttilte ! Die her auwei.de geluidloosheid! Hij moest zijn e;gen stem weer booten ! Hij greep naar de schel en iuidde heftig. Het volgei.de oogenblik schurkte juffrouw Wuilenweber naar binnen. Wullenweberrje ! Bevallige j ickvrouw! Waar ben je, waar blijf je, waar zit je ! Neen _ neen ! Kijk me niet zoo chagrijnig a ui! Dan zou de melk van mijn vrome denkwijze zuur worden ! Zeg liever, waar je js gedachten ge laten hebt ! Waar je geheugen gebleven is. Een uitgeblazen stallantaarn is een mnemotechm'e.us bij jou vergeleken !" Jutf.-ouw VVullenweber boog slechts deemoe dig het hoofd. Ben j: van plan mij citroensap te brengen, of ben je niet van plan mij citroensap te bre.'-genV ' Tegen den avond, had meneer bevolen." «Tegen dm avond zeker! Is het dan r u niet ti-gen den avond? Tegen den avond" heb ik gezegd, niet vanavond'', jij norn.?, wadrze^ster, tooverheks ! En nu, aanrnim igtte aller vrouwen, jak je weg np.ar je evenbeeld, de citroenen. E-i maak het sap voor mij klaar, citroenzure H..fje ! Versta jsï" Wuilenweber wendde zich raar da deur. Waar is Kirel V ' Hij klopt do kleeren ran don ger.adigen heer i>it." Moet hier komen!' Juffrouw Wuilenweber droe-g een nieuwe zorg rnet zich mede, toen zij <le kamer verliet. U-iar meester waa vandaag bijna z.-r.chtiinnig tegen haar gea-cest ! Wat moest dat worduu, als h hi«r tot een vriendehjks hahandeling kwaoi ? Wat mosst zij dan niet haa.' .irisven begin nen, waar bleet het gek: ai -kt /ijn, het innerlijk lijden, dat met zoo tasniga saiarisverhoo^in als smartogcld was ver^s.o-it (Wordt v(rvulgd).

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl