Historisch Archief 1877-1940
Ho. 1298
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
De Engeleche coöperatieven maken een
jaarsaldo van pi. nj. 36 naillioen- Voorden
heer R yce een peulschil, die niet veelom
't tjjf beeft. De coöperatieven te den Haag,
Gei t, Linaoges, maken winsten van tonnen
gouds. Wjj ftejlen \óór nu eens niet alles
ak dividend op te strijker. Zijn de arbei
ders tot zulk een ontzegging uitt in staat?
En ziet, de vijfduizend diamaotbewerkere
hebben in Amsterdam ar. der halve ton»
vt-rataakt" met het twijfelachtig resultaat dat
ie slaven zijn gebleven als te voren, met
goedgunstige permissie om zich te
organiseerea. Ia hiertoe geen ontaeggicg toodig
geweest ?
Maar een yerbruikscooperatie vereischt
geen ontzegging oin kapitaal te vormen.
Wanneer tweehonderd gezinnen slechts hua
inkoopen op n punt richten, besparen zij,_
zónder eenige ontzegging, genoeg om in vijf'
jaren tijds tachtig der hunnen voor goed
van de loonslavernij te bevrijden. Bij coöpe
ratie van vier of vijfduizend stjjgt deze
verhouding tot 200 per jaar. De cijfers etaan
den heer Rtyae ter beschikking, op de
vergadering w&ar ze weidt n besproken,
kou men geen andere tegenwerping maken
dan dal ze te laag waren "gesteld.
De kwartjes der leden hebben wij slechts
fioodig voor administratie. De giften der
rijken achten wütoevallige baten, waarop
Biet gerekend mag worden,... en toch . ?
de heer R'yae mag wel oppassen, andere
gaat het hem als andere orakels en ziet
BJJ op een mooieu morgen het rapend graan
voor het Pooleche koffiehuis wiegelen.
Reeds in dit stadium, waarop de kapitalist
meewarig glimlacht over ons dilettantisme,
kregen wügiften die verre onze verwachting
overtreffen. Wy beschikken . reeds over
genoeg grond en kapitaal, om bij deugdelijk
beheer tot welslagen te kunnen komen,
zelfs al blijft onzen mensen!ievenden
millioenairs ten eeuwigen dage het gezond
verstand ontbreken noodig om in te zien
dat het beter is ellende te voorkomen, dan
veel geld te geven aan instellingen van
liefdadigheid om de ellendigen in 't leven
te houden.
Dit, en het volgende noemt de heer Reijne
'het ontbreken van een aan de practijk
getoetst oordeel". Zijn practijk heeft hem
niet alleen geleerd dat men bij
millioenairs niet hoeft aan te kloppen, maar
eveneens dat het «volslagen onjuist'' is
als zou men door de combinatie van
een asutal bedrijven werkeloosheid niet
behoeven te vreezen. Immers zegt mj,
groenten- en vruehtenteelt,
hoenderfokkeiij, bijen teel t, ooftcultuur, graanbouw,
zuivel- en wolproductie geven seizoen-arbeid
waarbij de grootste bedrijvigheid en vol
slagen gebrek aan werk samenvallen.
Dit is zet r interessant. We hebben hier
wellicht te doen met een «reine Wirthechaft"
in den _ door Oppenheimer bedoelden zin.
De koeien, door den heer R*ynegemolken,
deden een winterslaap, en, evenals Sneeuw
wit je bij de zeven dwergen, of Papus in
zijn glazen kist, weigerden zij vastberaden
de leverantie van melk en mest, in hun
narcose. Zyn klanten aten in den winter
teen boterammen, en vermoedelijk door
un neiging om des winters ongekleed te
gaan en des zomers iedere morgen een
verech fantasie costuum aan hun ontbijt
te verwachten, kwam alle drukte op eens.
Over vlas en beddelakens hoorën wij niets,
maar dat zal ook wel even ongelukkig
treffen.
_Tot nog toe hebben wij van deze lasten
niets bespeurd en steeds, winter en zomer,
met onze vijf primitieve bedrijven eiken
dag de handen vol gehad Voor eenige
weken werkloosheid zelfs als die zich
mocht voordoen zijn wüook in 'i minst
niet bevreesd, zoolang namelijk de
gerneenschapskas door het werk der drukke
maanden maar behoorlijk gevuld blijft.
Vergeet de heer R' yoe soms dat alleen
de arme loonslaaf een rfagrlooner is ?
Een «even gioote misrekening" heet het
IIHaHlltHltfllllllIlHltltllllllllIlllltUHIIIIIIIIIIIIIHIlllltllllllilHIl»
DOMINEE HELMS.
Naar het Duüich,
1) VAN
M A X D R E IJ E R.
De heer von Schlieven auf Schlieyenow was
bekend als de ruwste man in den omtrek. En
dat wilde vat zeggen, want de omtrek was
Mecklenburger land.
Schelden was eenvoudig een levensbehoefte
voor hem; de krin.loop van zyn bloed zou in
de war ?yn geraakt, als zijn longen zich niet
in fyawastische oefeningen van krassen aard
hadden kunnen lucht geven. Maar niet slechts
een me'hode van ademhaling was zijn schelden;
ook was het by hem meer dan een pure be
vrijding der ziel van allerlei lasten en zorgen,
meer dan ec-n ventilatie des gemoeds want
in dat schelden zelf openbaarde zich een ver
mogen des geestfs, een scheppenie kracht, er
stak kunst in, een kunst die zich uit
overvlotiendcn r^kdom ia steeds nieuwe ea steeds
bekoorlijker vormen uitte.
Gaen van" zijn oadcrhoorigen kon het hem
nageven, d*t hy zich ooit met hem in geestelijk
contact bad gesteld door een vai die scheld
woorden, die Jan, Piet en Klaas elkaar naar
het hoofd gooien ; maar heel weinigen konden
beweren, dat zy van hun leven tweemaal het
zelfde scheldwoord uit den mond Zijner G;nade
halden vernomen. Dat had de heer von Schlie
ven waldijk niet noadig! Hy behoefde by
nieaand te leener, icch bij zichzelf toch bij
anderen. En als ei' een gerechtigheid in de
wereld was, dan ha:iden al lang ai de Daitsche
taalkundige vereenigingen hem wegens zyn
oitcha'bare verdiensten ten opzichte di r moe
dertaal tot eerelid benoemd.
Ge y'k gezegd, er was in zijn razen en tieren
iets verhiff nds ea hevrydends, iets
verzoencnda; en met zekeren vromen eerbied, als
verwachtten 2jj nieuwe openbarirgen, kouden
liedei', met artistieke fijrgevceligheid begaafd,
naar hem luisteren, wanneer hy de schaal van
ssy'ii toi.rn o/er hen uitgoot.
W-1 moest men, om dit virtuozentpel in den
bsfcsiture-1 naar óthooren te genieter, eenigszins
zeker vu-.i zyn zaak ziju. Had iemand zch dcor
etn min of jneer zwair vergrijp de
verbolgenheid \an het he<?rsch«p op den hï.ls gehaald,
of, erger nog, hem door verztt.gepriUkeld, dan
voegde Zijn Genade al licht de daad bij 'het
onderlinge ruilin g der groepen te verwachten.
Waiit »de geschiedêuis heeft een dergelijke
war-pn-ruilicg veroordeeld", doceert onze bol.
Wat bij hier bedoelt is niet heel duide
lijk. Moeien «ij denken dat hy meent dat
wij gepn geld zullen gebruiken ? Terwijl
herhaaldelijk van een »ccoperatief verband"
.der groepen is gesfroken, dus van zeer
practischen en c-p voordeel ge richten
onderJ in gen koop en verkoop, zg het dan ook
beneden de kapitalistische markt? Eu zou
bij ons dan uit de schat zijner kennis
willen opgeven waar en waaneer een cc
peratitf verband van bedrijfsgroepen heeft
bestaan, en wanneer die historische
veroordeeling heeft plaats gehad ?
Wat beteekent die opmerking over htt
?ruilmiddel geld, dat ontstaan is door de
noodzaak" en die »lessen der historie"?
De E^ypténawn hebben vierduizend jaren
zonder geld geiuild, maar. wy hebben nooit
oiis voornemen te kennen gegeven hen
hierin na te volgen. Waartoe dan die
wij* heid ?
En dan, vermaant de econoom, heb jelui
wel bedacht dat je veel te veel krijgt, als
je eenmaal aan 't produceeren gaat. Een
.tuinman produceert voor 100 klanten. Wat
moet jelui met al die rommel doen?
Dat is bedenkelijk. Wij produceeren nu
al brood en groenten voor een tachtigtal
klanten, waar moet dat heen! Ik hoop dat
al» het heelemaal mis loopt en wij kleeren,
brood, groente en wat niet al producetren
voor een paar honderdduizend klanten^
zoodat we feitelijk geen raad weten van
den overvloed, dat we dan op de hulp van
onzen wijzen raadsman mogen rekenen.
En hoe zullen wij de koop en verkoop
kunnen regelen, vraagt de heer R'yne. De
tarwe komt immers uit Chicago, het lijnzaad
uit Riga en het hout uit de Oostzee.
Jongen, jongen, hoe is 't mogelijk. En
ik, die Log al myn hart vasthield bij den
ondergang van 't Lsidsche Bosch, niet
wetend waar Amsterdam voortaan planken
van zou moeten zagen. Ea rogge uit
Roemenië! Liten we dan maar on ze matjes
oprollen
Maar een enkel voorbeeld uit onze
praktijk. Op Walden wordt tarwe tot meel
vermalen en tot brood verbakken, van een
kwaliteit zooals die in de wereld nergecs
beter te vinden is. Die tarwe is geteeld
op Nederlandschen gror.d, met een opbrengst
van twee-en-viittig Hectoliter per Hectare.
(gewicht 78 Kg. per H. L) Dit brood
kunnen wij, door onze ommuniëtische
ccöperatie, produceeren tegen
concuireerende prij->.
In de R^yne huishouding wordt brood
gegeten van tarwemeel, behoorlijk met aluin,
zwaarspaath en andere smakelijke zaken
vermengd, dat voortgebracht ia op een
Amerikaansche reuzeiihoeve, waar roofbouw
wordt gepleegd, en de opbrengst zeiden
meer bedraagt dan 15 of 20 Hectoliter
per H. A.
Wat acht nu de heer Rtyne de meest
natuurlijke en economische productie-wijze,
slechte waar op slechte wijze voortge
bracht, duizeiide mijlen ver weg te halen
omdat sommige gesiepenen er voordeel bij
hebben, of goede waar te gebruiken die
om zoo te zeggen voor de deur groeit?
En dan nog, wat zal ons letten
produceerende groepen te stichten in PoJynesie
of Zuid Afrika, wanneer wij niet buiten
producten kunnen die cU'uir alleen met
voordeel kunnen gewoi.neu worden ?
Maar.decreteertde heerR^yne,
maaischapschappelijke btteebenis krijgen zij toch niet,
zoolaug de deelnemers niui worden gezocht,
uit »andere Jevnisferipgen". Wat bedoelt
hij nu weer? Wat zou diecommis-voyagtur
hem in de tweede klasse tusschen Busaum
en Amsterdam i v»fer verteld hebben'r1
Zeker heeft hij een fietttocliije met Saks
gemaakt bij gelegenheid van de
wet!reiiuen en toen uit de verte een heer
in hemdsmouwen
IMIIlllllllHIMIIIIIIIIItllttlUiil
woord; hy was vhig met de hand, en op
onbezonnen togers^raak vooral, plachten zijn
vijf vingers koit en bondig beecheid te gevtn.
En tegen deze handtssiei^ke beelhfcing was
eenvoudig niets te doen.
Toen de kaecht F<Hs Iliucemann onl-ngs
protest aanteekencle. cicor te zeggen dat hij
zich i iet liet slaan, pakte zyn meester hem
by zijn kraag, en om hem de onnoozelheid van
zulk een bewering nadrukkelijk aan zij t ver
stand te brerigen, ranselde by hem naar alle
regelen der lunst tol hy bont en blsusv zag.
Waarop de rekel, zooals vanzeli spreekt, het
Sciilievenower gebiul werd uitgezet.
Maar dat was een uifzonderii.-g en per slot,
van rekening was Frits llanntmann er toch
zelf schuld aar. Wat behoeide hij ook naet
zulke modern-revolu iornasre beyirpen den
patriarchalen vrede van Sjhiieveuow :e storen !
Hier waren de zeden der vaderen heilig. Wee
d F geen, die aan het ee> waardige wilde tornen !
Daarover waakte de heer vn bjhiieven met
ijzeren sirergheid. En de rar.evt-n der vaderen
voeren er niet slecht bij. Kon men zyn mond
maar houden ran werd iemand geen haar
gekrenkt. Men kon immers dfnkeu zoavsel men
wilde als men al dj.ctit. En voor het
ttoffelyk welzijn van zijn on erh.jorigen deed nie
mand in het la-.d meer den hun heer. Zoo
waren zij dus viijwei niet bern teïreden.
liet leven had h m niet precies zacht aan
gevat. Hij was een eenzaam man. Zijn. vrouw
had hy tien j*ar geleden reeds oegravcn ; toen
was zyn eeoige doch'er op de kostschool ge
storven ; daarna was hem zijn eenige zoon en
erfgenaam d-;.-or een doodeujken val van het
paard ontnomen. Hij had hij zwaren Bourgogne
troont gezccbt en podsgra gevonden, die
hem sedert dien t^d met boosaardige regel
matigheid bij iedere seüoerswisseling bezocht.
Als de kntesiddering door de wereld voer,
als in den schoot der aude, goly'k ru m
de Maartdflgen het wonderbare plaats ha',
dan begon faet ook in zijn grooten toon te
leven.
Ik kiijg my'n voorj«arsemoties," zeide hij
met zijn grimmigcn buraor. En hij wist wat
dat beteekerde: de voorjanr.-j'cbt was cleergsw
van allen. En bij bereidde zich voor op
geLotvolle uren. Voorlcopu had hij nog te doen rr.et
de voorboden, die het naderen vau Hare Ma- |
jesteit de pijn aankondigden. Maar dit tydperk j
der verwacb'ing was biji.a r.og erger dan de j
vervull;fig ze,f. Zoo was hot bcgrrps'ijk, dat j
niemand die niet direct met hem r.oodig had,
zyn gfKcl cbap opeocht.
Eu hij was eenzamer dan ooit.
' Vandaag was bij in den vocrmidJag nog
buiten geweest, aar. tafel had liet hem toen
te pikken ^ek;'i-gen en r.a zat hij in zijn
Ja, als wij moesten wachten tot onze
tuinders en boeren zelf op 't idee eu tot
den moed kwamen dan zou er menig
jaartje over heengaan. Maar over den
collectivistischen aanleg onzer plattelands
bewoners in de noordelijke provincies
bij voorbeeld, daar kon onze
Weekbladeconoom nog wel een en ander leeren »in
practischen zin".
Uit dar k voor zij D goedmeenende sym
pathie beloof ik zijn voorspraak te zijn bij
de redactie van de Groene, als ziin
professioneele autoriteit gevaar loopt. Laat hem
dit niet vernederen. Was ook Wagner's
held Parsifal L iet »der reine Thor durch
mitleid wissend'' ? Mocht mijn voorspraak
niet baten, dan zal er nog wel een betrek
king open komen voor hem aan de eendekooy
van den heer van Woei sel.
Met vriendelijke dankzegging voor de
plaatsing,
W a l d e D , 3 Mei 1902. F. v. EBDEN.
Met in de Hooftöi
De vereeniging voor Noord-Nederlands
Muziekgeschiedenis heeft reeds ginds tal van
jaren een schoon en verheven doel gevolgd
Onze oude Noord- Nederlandsche kunstenaars
heffe zij door nieuwe uitgaven aan 01 s publiek
toegankelijk gemaakt. Waaneer zij niets meer
had gedaan dan het uitgeven van de complete
werken van Sweelinck, dan zou zy' reeds
voldirger.d haar levenskracht hebben aangetoond.
Maar zy d?ed meer. Zy heeft werken van
Obrecht, S-hnyt, FUirken e.a. den volke be
kend gematkr. Zij heeft daardoor schatten
van kucst uit de bibliotheken opgedoJven en
door mooie uitgaven aan de vergetelheid ont
rukt. Zy heeft ook practisch geholpen tot de
ver»preidirg dier werken, door het uitgeven
van koorstemmen; daardoor is voor iedere
zangvereecigirg die over passende krachten
beschikt, de weg opengesteld tot het uitvoeren
dier weiksn. Rseds sinds j-iren zijn er
zangpanden voorhanden, (de meeste zelfs reeüa
in herdruk) van enkele Psalmen van Sweelinck.
Een der laatste goede daden van bovenge
noemde vereeniging is wel het uitgeven van een
verrukkelyk, allergeestigst Chanson van S
weelinck »Rozette", ontleend aan de Rimes
franciises uit de groote Sweelinck uitgave, in
moderne partituur en zangpartyan. Dit werkje
leert ons Sweelinck kennen van een geheel
nieuw standpunt. Indien men tot dusverre
meende dat Sweelinck's compositiën voor koor
slechts bestonden uit Psalmen en andere
gezangen op gewrjden tekst, dan heeft men
thans kunnen bespeuren dat Siveelicck ook
op het gebied van het lichte en geestige
genre geen meester boven zich behoeft te
erkeimer. Het Chanson ia verdeeld in
vierafdeelirgen die elk met een byna gelijkluidend
refrein worden afgesloten. D^ s'emmirig dier
vier afdeeliiigen is zoo lutermate gelukkig
getroffen, de behandeling der woorden is
zoo geniaal, zoo meesteilijk dat men zich
waarlijk verheugen mag over het bezit van
zoo'n schoon werk. Hoe prachtvol is niet op
gevat het «Tandis qu'en pleurs-ja me consume",
of het K soBt tant de pleurs vertes en
partact", met zijne voor dien ty'd verrassende
chromatische gangen. Hoe drastisch zy'n r.iet
weergegeven de woorden «Gtrdez bien
vostr1atnitiér.euve, la mienne plus ne varira" en
dan kornt steeds het alleraardigste refrein
«Nous verrons vulnge Bargen», q>ii premier
s'en repeutira !" 't ld e?n hserlijk, gjeetig dicg l
EÖII andere hoogst belargrijke uitgave mag
men voorzeker noemen die der 1(J
zesstemmige Madrigalen van Tollius, eea componist,
leunicgttoel, den zieken voet zorgvuldig ingo
pakt, s:reek over zijn vollen gry'zea baard,
keek in djn rook zijner buaar, (uur-Ie door
het vecstor r,aar de jonge, EC^rala Maartsche
zon, en zag in zyn eigen binnenste er peinsde
over het wereldraadsel.
Dit lever, ! Dit elUnJige, !an;a!ige, o :r.uUe
bestaan ! Ei dat mauscKeiigefp ;ia vooral ! G.'en
mannolykheid rnosr geen kerels !
Ejnmannenm' order de tijd I
Niets da.i schoanpoe'sers, plmm-itrykere,
stroiiplikk'rp, laoileiuügu zwakkelinsjet !
K-.\ dan de vromen I ic wareu hoai boven
alles dierbaar ! Die ha Men /ica een apart
plaait-j; in z.jn har; verover l!
liet vrooiuaeidsduivel je had ook zijn laats'en
vrie-.d we^-giih ald, Mike Warksntin, rast wien
hij jaren Jar,^ goede rwarscriap hal gehouden,
met wien hij zon menigmaal op de jicht was
geweekt, zoo ni'M ig gla< geledigd ha<1. Nu had
den de zwartrokki'.n ook nem ia hu i klauwen !?
Oio zwartrokken !
Hje kuil onze lieve Ih>er dulden, dat er zoo
iets op aarde ror,d;iep !
Hij was toch wis en waarachtig geen Turk
of Heiden,, hij had zijn eerlijk christengeloof
zooala ieder fatsoenlijk rnenscii maar cia? er
Heden w>,rcn, die zich iussthen hem en zijn
od wilden dringen, dio de mens^bheid wildea
wysaiakrtn, dat de heraelsche Vader op aarde
agenten had aargoste.'d met het scBuncige
auibt vau bumiddelaar, riui girg hem toe U
te ver !
In het politieke ievf-n was hij steeds
opaekomtn tegen allo int nentie, als ntodlottig
voor elke gezonde, sociale ontwikkeling ; mociit
Lij duider, riat in het godsdienstig leven die
zeilde tu.-ischenhandel hetzelfde ctheil zou
stichten ?
Ken eerlijk Duitsch hart s'aat in directe
gemeenschap met zijn God r
Van deze oprechte en besliste opvatiïrgkon
niets hf m atlirergen. <A;k het feit i iet, dat
zich in donkere uren als een zware steen op
hem wentelde: dat hijzelt,alïde kerkvoogd d;e
bij EU eet maai wr.s en blijven moest, zuïk een
agent van onzen lieden li -er onder zich bad.
Zijn dominee dat wa3 me er eerst eer.!
Een vreselijker mensch droeg de groote aard
bodem niet.
Natuurlijk ook zoD'n gladgeschoren, verwijf.l
ccmedia' tepgezichf, dat zich maar daraüal
bfhoeide te vertooner, orn iemand mi t
vtrplettc-rtnde zekerheid on;bijt. rriiditag f n
avondetefi te hf derven.
Natuurlek net zoo'n waterige, slapp?,
morgloox.j opptrsoo: lijke gtïest alb al de andcrot; !
Maar en dat was het onverdraaglijke
bij al iln veeke. klfft'erii/e mirifierwasrdigheid,
bij al zi?n armelijke kleinheid huicheidc hij rog
dien men voorheen ter nauwerr.ood by name
kende en die nog niet eens opgenomen is in
de verschillende lexica.
Tollius is omstreeks 1550 in Amersfoort
geboren 1). Op zeer jeudigen leeftyd werd h
reeds aangesteld tot organist der O L.
Vrouwekerk aldaar. De steeds toenemende invloed der
reformatie zal wel oorzaak geweest zyn dat
de kunstenaar, die overtuigd katholiek ge
bleven wae, naar Italiëtrok. Eer t kwam l>y
te Assiai, waar hij kapelmeester werd. In 1587
ontmoet men hem te Rjme. In 1590 vestigde
bij zich voor goal te Padua. Daar gaf hij
zijce werken in het licht, zijnde drie boeken
motetten, opgedragen aan den bisschop van
Padua en een deel Madrigalen bestemd voor
het Atnsterdamsche Collegium Musicum, welk
genootschap vooral eene bijzondere
beteekenis heefc verkregen dojr Sweelinck's werk
zaamheid.
Men staat verateld van de gratie en zwier,
waarmede Tollius de italiaarsche teksten be
handelt. Hij is geheel zelfstandig kunstenaar;
met geen enkel der mij bekende oudere com
ponisten kan men hem vergeleken. Zy'ne
motieven zijn origineel en de schildering der
woorden is steeds treffend juist. Neemt men
b. v. htt madrigaal «Ztfiro lorna"; of hy
daarin het runenen van den wind op tonen
zet, of dat bij hel rhdderen der vogels (augelletti)
weergeeft, c f dat by zingt «Ma per me lasso,
tornano i p gravi soppiri", steeds weet hy
den jukten toon te tr< Sm. Moge nu de
eenheid van dit madrigaal misschien ietwat
te wenschen overlaten, dan kan men zulks
HclUelyk schuiven op rekenirg van de woorden,
die by iederen versregel bijt a een andere
stemming weergeven. Ia verschillende andere
madrigalen laat de eenheid in de compositie
evenmin iets te wenschen over als bij de
coaipojitiën zijner tijdgenooten.
Deze twee werken zyn in het eer;te deel
gezongen, op de buitengewone uitvoering van het
Klein-koor eappella, op Zaterdag 3 Mei. Ik
mag verder over deze uitvoering niets anders
schiijver, dan dat in het tweede deel rog een
paar werkjes van B.-ahms en eeii paar Russische
koren (éa van Cui en n van Tanfjew)
zyn gezorgen, en dat Mevrouw Oldenboom
Lutkematn en de heer Julius Röatgen hunne
hoog gewaardeerde mtdewerkirjg daarby ver
leenden Mosrouw Older.boom zong behalve
ren paar oude italiaansche aria's van Perti,
Pergolese en Scadatti, een nieuwen cyclus
liederen «Junge Lieder'' van Engelbert
Humperdinck, den beker den componist van »Hansei
und GreteV' en de heer Röntgen speelde een
paar oud-Hollai dsche danswyzen, doorhem
voor klavier gezet, welke eerstdaags msda door
de Vereeniging van Noord-Nederlands Muziek
geschiedenis wonien uitgegeven en de
prachtvolle sonate van Baethoven op 81 «les Adieux
l'Absence et Ie R'tour."
Het nieuwe »IIul!andsche Vocaal Kwartet,
bestaande uit de dames G. Kloppenburg, J.
Bakels en hoeren Jan Dijker en Job.
Soutendijk, dat zich o..der leidirg van den heer
Maurice Hageman voor eenigen tyd hier ge
vormd heef', gaf Zondag 4 dezer in de Nieuwe
Luthersche Kerk zyn eerste uitvoering. Het
stemmenmatenaal dezer dames en heeren is
zeer schoon en past goed bij elkaar, zoodat
aan dezen allerbelangry'ksten eisch voor een
goed kwartet volkomen voldaan wordt. De
voorbereidingen getuigden blijkbaar ook van
veel zorg en de iiuanceeringen waren meestal
zeer mooi, zoodat er doorgaans veel te genie
ten viel van de voordrachten. Het kwam my
wel voor dat hier en daar nog een zekere
angstvalligheii aanwezig was, die gaandeweg
echter by volgende uitvoeringen wel zal ver
dwijnen.
De a't hoede zich hitr en daar van teveel
opdryven van den toon; ook kon «en meer
heldere vocaliseeriog gewanbcht zijn. De tenor
1) Daze bijzonderheden zijn ontleend aan
het voorwoord voor den bewerker dtr uitgave,
dr. Mtx Süiffrfrt, ie ook m Deel VII van het
Tijdschrift der vereenigicg een uitvoerige
biografie geschreden bettt van Tollius.
mannelijke zelfbewustheid, huichelde hij kracht,
beei.deien, tpi:r<:n.
Hoe duiide hij zich vermeten het hoofd zoo
i hoog te dragen als vrije ma neu plegen te
doen ! Wal was dat voor een heil'ooie oniir,
zelf voor zijn akker te zorgen, zelf achter den
ploeg te loopei ! binnen de vier muren vau zyn be
dompt btudctri veidek hoorde hij.wear hij en zijns
gelijken Grods wourd verknoeiden en verwater
den. Hij hoorde niet thuis in Gods vrije ia
tuur I Wat had t>y met da eerlijke aarde uit
te staan, met eerlijk mannen werk, met
cerlyken haiider.arbeid !
Als het nog uit een innerlijke d; ijfkracht
ge-chieide! Dan kon nier/ er ten mii_sie nog
over spreken l Maar uit innerlijke drijfkracht
gaat idemand acuter den ploeg loopen, die een
ancler beroep Let ft en meer dan vijftig jaren
op zijn nek draagt.
Huichelarij was hst! Ijdelheid! Kokette:ie !
Hij spselde comedia voor Ai boerei), de scha
vuit ! En dien man moest hij pstroriiseeren.
En kalin moest bij het aanzien, dat die infame
cooiedie op zijn eigen bodem werd afgespeeld !
Want de akker, die door een onaantastbare
bepaling aan de pa toris hoorde, was
chlievenower grond, en nog wel van den besten ; geen
wonder, dat do voorraadsschuur van den domi
nee goed gevuld was.
Da geest van zijn voorvader moest plotseling
omr.eveld zijn geweest, to. n hij in die idiote
bepaling toestem ie, want de akker lii p d?,a':s
over het goed als een brutale indringer en
maakte de expbitatie lastig.
En hy hij zeif hij, Kuno von Schlieven
had jaren geleden met den domin e over dea
akker onderhande d! Zijn bloed werd gal, als
hij er maar aan dacht.
Hij had het stuk grond van hem willen
pachten.
Neen."
Hij had het willen ruilen tegen een ander,
dat voor hem, der. dominee, i,iet minder gun
stig lag. dat wel minderwaardig was wat den
aard van deu bodem betrof, maiir daarvoor dan
ook hetl wat grooter.'
Neen"
Nee;1," nfrts dan een kalai onbeschaamd
neen," met b e c hoofd ia den nek en biutaal
kijkende oogm.
En dat teaen hem tegel hem, Kuno von
Schiievea' J-lik ander zou hrj naar de keel
gevlogen zijn ! Maar een dominee zoo'n
onwezenlijk, mysusch iets! Mstschaiuwen had
een eerlijk Duitscii gemoed niuts uit te staan !
Jj-iftt hem verder rondspoken! Kan andere
pa'roou zcu zoo'n steen des aanstoots zoe jea
aan over de grenzen hebben ge-chovon. Maar
daarvoor zou allera xde geknoei noodiïpeweest
zijn, waantio-'j een jhiieven zich niet iuiiet.
zou zich misschien nog ietwat kaneen'matigen
by hooge forte passages.
In het eerste deel werden eenige
compositiën gezongen van Nederlandscbe cororoi i>-ter;
in het tweede deel eecige werkjes op
latijnschen tekst en in het derde deel eenige num
mers van Duitschen oorsprorg. Na de drie
stemmingsvolle oude latynsche werkjes, klonk
het iQjando corpus" van RossirJ, met zyn
weeke chromatiek, ietwat ontnuchterend. Den
heer Hageman zy aanbevolen, niet alleen de
werkjes op religiensen tekst, doch ook de
andere in een ietwat elastischer tempo te
dirigeeren. Overigens trachte men by volgende
uitvoeringen, hier of elders, vooral moo-e en
belangwekkende nummers te kiezen. Thans
waren er by (onder de duitsche), die zich wel
wat te zeer in den liedertafelstyl bewegen.
Van een dergelijk vocaal-quartet te L^ipzig
lees ik in het «Musikalisches Wochenblatt" dat
het zooeven een reis van vijf weken gemaakt
heeft in het Oosten en dat het o. a.
inBucharest, Constantinopel, Snsyrna, Jerufalem,
Bethlehem, enz geconcerteerd heeft. De uitvoerin
gen in PalettiEa stonden onder bscherming
van het Duitsche gezantschap en Consulaat.
Zy vonden plaats des voor- en des namid
dags, zelfs des tachts van 10 11 uur.
Duitschers, Franschen, Brgelscher, Joden, Turken,
Grieken en Arabieren vormden de toehoorders.
Overal vond het gezelschap enthousiaütische
opname. Moge een gelijk succes, ons hollandsch
Qaartet ten deel vallen.
Onder den eenigszins weidschen titel van
Richard Wagner Feestvoorstellingen wie
denkt hier niet aan de Festspiele is door
de Nederlandsche opera des heeren Van der
Linden een drietal uitvoeiingin georganiseerd
van Wsgner's werken; n.l. van .Tar.nl a user,
Lohengrin en »de Meesterzirgers van Neuren
berg. Het feestelyke, het van de gewone op
voeringen afwyketide bestond by Tanniauser in
de medewerking van mevr. Lcjo als Venusen
den heer Ernst Kraus ah Tacnl auser; b\j
Lohergrin waren Charlotte Huhn (Ortrud) en
Jac. rlus gatten en in da Meesterzingera
werkten mede Friedrichs als Beckrriesser,
Sehramm als David en mej. Julie Neuhaus
als Magdaleca
Nu zou de directie orgetwyfeld beter ge
daan hebben het feestelijke in de voorstel
lingen te doen bestaan in het crganiseeren
van »strichfreie" opvoeringen, of het
veibetoren van orcheet en koor of in een retouche
der instudeericg, of in het meer veriorgen
van de aankleeding, zoodat de spillebec-nen
en eigenaardige facies der mancelyke
koorleden eindelyk eens een metamorphose had
den ondergaan. In elk dezer gevallen, ware
een artistiek resultaat bereikt geworden ; thans
heeft de directie ons doen gevoelen ten eerste
welk Echreeuwend onrecht een kunstwerk van
Wagner wordt aangedaan, waru eer de tijden
van de Babylonische spraakverwarring op het
tooneel worden teruggeroepen en ten tweede
hoe oneindig booger het oiigiceel staat dan de
vertaling. Buitendien, waarom doet de opera
des heeren Van der Linden de «erken van
Wagner in het Nunerlandsch opvoeren ? O ai
de voorstellingen begrijpelijker te maken voor
het niet- duitsch verstaande opsrabezoekend
publiek ? Dan is het optreden van duitsch
zingende gasten a prioii veroordeeld. Had
men nu onze eigen kunstenaars de rollen in
het duitsch laten zingen, dan ware een be
langrijke stap ia de goede richting gedaan.
Veimoedelijk zouden onze artisten er wel geen
bezwaar tegen hebHBn. Op die wij se zou het
hun mogelijk gemaakt worden
gastvoorstellingen te geven aar. duitsche theater», zooals
hunne duitsche collega's thans hier zyn komen
doen. Daar de fsestvoorstellingen goed bezocht
waren en er'het volgende j wr weilichteen
htrhaling van verwacht kan worden, wil ik
deze meening bescheidenlek der directie ter
overweging aanbevelen.
De voorstellirgen van Tarml auferen Lohen
grin kon ik niet bijwonen, wel die van de
Meesterzirgers. L-iat ik dadel\,k erkennen dat
de opvoeru g veel te genieten deed geven Aller
eerst mogen de gasten Friedrichs en Sehramm
genoemd worden. De eerste is hier als de
Laat hem in zijn eigen sop gaartoken !"
Ziih nut verder om hem bekommeren. Watt
wat bij ambtshalve met hem uit te staan hart,
sobrittehjli door den secretaris laten af osn.
K i overigens doen alsof' hij er in 't geheel
niet was. Zich in g^en geval door hem zijn
ontbijt, midd-ig- of avondeten laten bederven.
De.se laatsie taak zou vooiloopig de podagra
zoo vriandelijk zijn op zich te nei.en.
Hij steunde luid en keek de kamer rond,
die groote, htoge, diepe ruimte met haar don
ker behangsel eu donkere draperie en, met haar
zware, deftige eikenhouten meubelen, tusschen
welke de eenzaamh -id geluidloos op en neer
ging. Welk een verlatenheid !
Dat gevangen-zitten ! Kon hij slechts een
menschelijk gezicht zien. ! Al was het maar de
perkamenten facie van jift'-ouiv Wuilenweber,
zijn huiuhoudtter, of de grijnzende tro: ie van
den lumrucl Karel, zija bediei.de.
Kn die ttilte ! Die her auwei.de geluidloosheid!
Hij moest zijn e;gen stem weer booten !
Hij greep naar de schel en iuidde heftig.
Het volgei.de oogenblik schurkte juffrouw
Wuilenweber naar binnen.
Wullenweberrje ! Bevallige j ickvrouw! Waar
ben je, waar blijf je, waar zit je ! Neen _
neen ! Kijk me niet zoo chagrijnig a ui! Dan
zou de melk van mijn vrome denkwijze zuur
worden ! Zeg liever, waar je js gedachten ge
laten hebt ! Waar je geheugen gebleven is.
Een uitgeblazen stallantaarn is een
mnemotechm'e.us bij jou vergeleken !"
Jutf.-ouw VVullenweber boog slechts deemoe
dig het hoofd.
Ben j: van plan mij citroensap te brengen,
of ben je niet van plan mij citroensap te
bre.'-genV '
Tegen den avond, had meneer bevolen."
«Tegen dm avond zeker! Is het dan r u
niet ti-gen den avond? Tegen den avond"
heb ik gezegd, niet vanavond'', jij norn.?,
wadrze^ster, tooverheks ! En nu, aanrnim igtte
aller vrouwen, jak je weg np.ar je evenbeeld,
de citroenen. E-i maak het sap voor mij klaar,
citroenzure H..fje ! Versta jsï"
Wuilenweber wendde zich raar da deur.
Waar is Kirel V '
Hij klopt do kleeren ran don ger.adigen
heer i>it."
Moet hier komen!'
Juffrouw Wuilenweber droe-g een nieuwe zorg
rnet zich mede, toen zij <le kamer verliet. U-iar
meester waa vandaag bijna z.-r.chtiinnig tegen
haar gea-cest ! Wat moest dat worduu, als h
hi«r tot een vriendehjks hahandeling kwaoi ?
Wat mosst zij dan niet haa.' .irisven begin
nen, waar bleet het gek: ai -kt /ijn, het innerlijk
lijden, dat met zoo tasniga saiarisverhoo^in
als smartogcld was ver^s.o-it
(Wordt v(rvulgd).