Historisch Archief 1877-1940
No 1298
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOORNEDERLAND.
1901, (Journal d'un volontaire), (4 gravures),
par M, Jacques Grandin ; Le droit au vol, par
M. Maxime Leroy; Pétrarque en France, par
M. E. Müntz de i'Institnt; Notes sur Hen rik
Ibsen, par Madame Rémusat. Le roman d'un
avonturier au XVIIe Siècle par M. H. de
Galliër. La première carte contenant Ie
nom d'Amérique, (l gravure), par M. A. Schalck
de la Faverie; Le Thé(Silhonettes de la vie
moderne, par Ie prince Bojidar
Karageorgewitch; Le nouveau théatre polonais, par Mm.
Valérie MarrenéMorzkowska; Mouvement des
livres en France, par M. EliseéReclus. Ana
lyse des revues-frarjcaises, anglo-américaines,
d'art, italiennes et scandinaves. Caricatures
politiques, (10 gravures).
Eigen Haard, No. 19: Gelijkvloers, door
Louise B. B., XIX - Voor onze amateur
fotografen: geesten-fotografie, door dr. J. E.
Rombouts, met afb. Garoet, door S, met
. afb. Wat de bloemen hun gasten hebben
aan te bieden, door F. J van Uildriks.
Dordrechtsche metaalwarenfabriek voorheen
Wed. J. Bekker & Zn., te Dordrecht, door
A. C. Z , met afb., I. »Jochempie", door
Jeanne Bouberg Wilson. Feuilleton.
NIEUWE UITQAVEN.
Weide-nimf, door ELSB VAN BRABANT. Amster
dam, G. L. G. Veldt.
Feest, door JOHAN W. BROEDELET,
oorspronlyke roman Amsterdam, C. L. G Veldt.
Graaf LEO TOLSTOÏ, Set sexueele vraagttuk.
Gouda, J. T. Swartsenburg.
Bulletin van het Koloniaal Museum te
Haarlem. Verslag over het jaar 1901 met
bijlagen. Amsterdam, J. H. de Bussy.
Nederlandsehe Klassieken Gulden-editie, uit
gegeven door H. BECKEBiNö-VmoKBas.
ZaltBommel, H. J. van de Garde & Co.
Geestelijke 'voorouders. Studiën over onze
beschaving, door A. PIEBSON. IV. Byzantium,
door D. C. HBSSELING. 3a afl. Haarlem, H. D.
Tjeenk Willink.
Uitgaven van P. Noordhoff, Groningen:
'?-? Gids bij de studie voor de hoofdacte, door F.
PLUIM.
Het gebruik der aardglóbe J0 fat onderwys.
Een handleiding ook voor zelfonderricht, met
vragen en oefeningen, door H. BLINK. Met 13
figuren.
De enkelvoudige zin. Theoretische en
practische behandeling voor de aanvangsklasse van
Kweek- en Normaalscholen, door L. DE VEIES.
Th& Children of the New Forest, by Captain
MABBYAT. Annotated by L. P. H. Eykjnan
and C J. Voortman.
Uitgestootenen van de Maatschap-pij. Iets
over het streven van de vereeniging «Onder
linge Vrouwenbescherming", door A. S. v. S
v. S. Uitgegeven ten voordeele der Vereeniging.
CORRESPON DENTIE.
Wegens plaatsgebrek moeten eenige stukken
tot het volgend nummer bly'ven liggen.
Bed.
per doosje] UiOU
De flaniel in blanke slavinnen.
Het volgende is eene vertaling van een lezing,
gehouden door mevr. De Schlumbergen bij ge
legenheid van de vergadering van het Fransche
\ nationale Comité, op 12 Dec. 1902, en waarin
onze lezers(essen) ongetwijfeld belang zullen
stellen.
Een beroep op de vrouwen.
Waarom de vrouwen lid moeten worden van
de Vereeniging tegen den handel van blanke
slavinnen en voor de bescherming van jonge
meisjes l
Toen wy het woord richtten tot schoone
vrouwen (vrouwen die er zoo bekoorlijk uitzien
in kant en pels gedost), toen wy haar spraken
over de zorgen en ellende van andere vrouwen
van hetzelfde vleesch en bloed als zy zelven,
van andere_ vrouwen, die hare zusters zijn
zijn die schbone vrouwen voorbijgegaan.
Wij hadden gehoopt de aandacht dier vrouwen
te trekken, haar n oogenblik af te wenden
van haar gemakkelijk, gelukkig leven, om haar
te dwingen dit dreigende gevaar in de oogen
te zien, de jonge meisjes by te staan, die zoo
wreed bedreigd worden, wij hadden gedacht
een beroep te doen op het vrouwenhart
maar zy zyn voorbijgegaan.
Hebt gy het verstaan? Die vrouwen zyn
voorbijgegaan, hare oogen sluitend voor de tot
haar uitgestrekte handen. Kunt gy' dit feit
verklaren ? My is 't onbegrijpelijk en toch
komt het dagelijks voor.
Hoe komt het dat in die harten, meestal zoo
teeder in hare affecties, een plekje is a's steen
zoo hard: dat die harten, gewoonlyk zoo vol
mededoogen voor armen en ongelukkigen, in
staat zyn tot een wreede onverschilligheid voor
zekere gevaren en zeker vrouwelijk lyden?
Wat is de reden dezer anomalie dat teedere
harten versteenen en de warmste genegenheid
in koude onverschilligheid verandert ? Het is
een vreemd verschijnsel l Er moet een misver
stand bestaan, dat noodzakelijk moet worden
opgeklaard.
Waarom denken zoovele vrouwen dat er graden
'bestaan in de lietde en belangstelling, die wy
verschuldigd zyn aan onze naasten ? Dat er een
soort ellende bestaat, die haar wel aangaa', en
een soort ellende, die haar onverschillig laat?
Dat weezen, armen, zieken recht hebben op hare
zorgen en bemoeienissen, maar dat als jonge
meisjes, vrouwen behoed moeten worden tegen
gevaren, veroorzaakt door de slechtheid van
anderen, en geholpen moeten worden als zy' er
onder bezwijken, zoo iets haar volstrekt niet aan
gaat 1 Wanneer het gevaar ernstiger, dringender
is, vindt ge dan dat het oogenblik daar is voor
de vrouwen om zich terug te trekken ? wanneer
er geen sprake meer is van koude of honger
van kleine kinderen, maar van het geheele
moreele en physieke leven van joage meisjes
en vrouwen; wanneer zy vallen if reeds gezonken
zyn, is dat het oogenblik, dat wij kiezen
om te zeggen: dat gaat ons niet meer aan ?
Nogmaals, wien gaat het dan wel aan ?
Wy zyn heden hier vereenigd om de kwestie
over den handel in blanke slavinnen te be
spreken. Gjj weet dus, waarop ik doel en over
wat soort van werk ik wensen te spreken. Een
belangryk deel van het administratief, diplo
matiek en officieel werk kan alleen uitgevoerd
worden door mannen, wier liefderijk hart, ge
nspireerd voor den strijd tegen dit ontzettende
kwaad, ons hulp verleent bij het beschermen
van jonge meisjes die over het algemeen eer
onschuldig en onvoorzichtig zyn dan slecht,
Wy danken hun er hartelyk voor, en in het
bijzonder onzen president, voor. zijne toewijding,
zyn bereidwilligheid nieuwe lasten op zich te
nemen; maar een groot deel van de taak komt
op ons neer, om te beginnen moeten wy
ons met hart en ziel daaraan geven.
Indien wij overtuigd zyn van de
noodzakelykheid dier taak en velen van hen, die nu naar
mij luisteren, zeker ook toch zyn er mis
schien nog enkelen, die daaraan nog niet de
noodige aandacht gewijd hèD ben, en die niet
hebben nagedacht, dat indien wy groolen dank
verschuldigd zijn aan de mannen, die den strijd
voor de vrouwen hebben opgenomen, wy ons
niet aan de lafhartigheid moeten schuldig
maken, hen al het werk te laten doen, dat
bovenal het onze is.
Natuurlijk wensch ik geenszins de waarde
te verminderen van de tallooze liefdadige wer
ken, waaraan wij ons wijden; het is niet meer
dan onze plicht.
Het komt my overbodig voor by de belang
rijkheid daarvan stil te staan; welke ik ten volle
beaam. Wat ik wensch is dat wij geen
grensl^n moeten trekken en denken dat wy die niet
moeten overschrijden. Dat er zorgen, gevaar en
ellende bestaan voor vrouwen, welke wy moeten
weten en trachten te verminderen. Wanneer er
sprake is van. vrouwen, dan is het altijd de
plicht der vrouwen te handelen.
De wreede onverschilligheid van een groot
aantal onder "ns zou in dit opzicht gruwelijk
* zyn, indien zij alleen voortkwam uit onver
schilligheid; maar zy is het gevolg van een
mengeling van deugd, dwaling en indolentie, en
juist deze wensch ik aan te vullen.
De deugd of liever dit valsche begrip van
deugd wie heeft ons dit geleerd, wie heeft
het uitgevonden? Het is myn voornemen niet
iets onaangenaams te zeggen tot degenen, die
naar me luisteren, maar ik moet my'n meening
wel uitspreken. Wie heeft ons gezegd, dat een
reine vrouw zich op deze wereld alleen mag
bemoeien met personen, die voor alle onrein
heid beveilgd zyn ? Dat zyn de mannen! Wie
heeft ons gezegd; zorg voor de armen, de weezen,
de zieken, maar de jonge meisjes behoeden
voor schande en slechtheid, gevallenen te helpen,
dat is uw zaak niet. Wie heeft ons dat gezegd ?
De mannen l
Zy' hebben u gezegd dat een fatsoenlijke
vrouw niet noodig heett te weten wat
onkuischheid beteekent (zij hebben dat natuurlijk niet
ellende en lieden genoemd). Zy hebben gezegd
dat een vrouw voor hun oogen iets van haar'
onschuld inboet, wanneer zy zich met die zaken
bemoeit, en gij hebt hen geloofd, gy zy't er bang
voor" geweest en hebt de oogen gesloten. Het
spreekt van zelf dat men de meeningen deelt
van den man, die men liefheeft, maar gevoelt
gy niet dat zelf;) in het gelukkigste huwelyk,
waar wederzijds het meest volkomen ver
trouwen heerscht, de vrouw verantwoordelijk
is voor hare meeningen, haar invloed ten goede
en ten kwade, haar onverschilligheid, dat zy
in groote mate verantwoordelyk is voor hare
dadtn? Als zy' overtuigd is dat haar man on
een dwaalspoor is, zou zy dan haar plicht van
trouwe echtgenoote niet beter vervullen door
hem te overreden, dan door het hoofd te buigen
met een gedweeheid, die meer heeft van ge
makzucht en onverschilligheid ? En indien gy
meer of min ernstig nadenkt, zy't gy dan niet
getroffen door de grenzenlooze, ongelooflijke
huichelary (onbewust, dat wil ik aannemen)
van deze heele kwestie van valsche deugd en
valsche zedigheid ? Zekere matmen zullen hun
vrouwen meenemen naar den schouwburg, waar
de deugd min of meer bespottely'k wordt ge
maakt, waar ongepaste toespelingen en nog
ongepaster dubbelzinnigheden te hooren zyn,
en dat zal hen tiet hinderen om uwentwille.
Zij zullen u boeken te lezen gejen, waarin
lage hartstochten met geraffineerde fijnheid be
schreven zyn, waar de handelingen der echtbre
kers u in alle bijzonderheden dikwyls in al
haar naaktheid onder de oogen worden ge
bracht, zy zullen u de verhalen over galanterieën
en kleine schandalen meedeelen, die zy in de
sociëteit hehoord hebben. O kuische vrouwen,
heilige mannen, durft ge niet spreken over den
handel der blanke slavinnen, noch u ermede be
moeien. O, wat een huichelarij, wat een leugen is
het menschdoml
Ik neem dus aan, in principe, dat de eerste
fout, de verkeerde wy'ze om de kwestie in te
zien, van de mannen uitgaat, en dikwijls van
de beste en voortreffelijkste onder hen.
Zy hebben het niet uit huichelary' gedaan,
maar enfin, zy hebben zich vergist Maar dan?
Denkt gy dat wy, vrouwen, ontheven zyn van
onze verantwoordelijkheid?
Zij is wat verminderd, dat is alles. Wy
hebben vóór ons nog den ontzachelyken berg
van te vervullen plichten; alle soorten van
ondeugd en slechtheid, die wij hadden moeten
uitroeien en waarvoor wij de ooejen hebben
gesloten. (Slot volgt).
E. KUNST?HEÏNBMAN.
De Trouw in Japan,
Doorgaans wordt door de Europeanen met
groote bewondering en geestdrift over de
Japansche vrouw gesproken. Bestaat er iets
bekoorly'kers dan de orchidee-achtige gratie
van eene Sada-Yacco? of iets verleidelykers
dan eene Operetten-Geisha? Maar om de
waarheid te zeggen Madame Crysanthèine,
zooals Pierre Loti haar vol enthousiasme als
exotische bloem van de heerlykste kleur en
den schoonsten vorm voorgesteld heelt, is geens
zins het type der Japansche vrouw. Naast de
tentoonstellings Japonaises" bestaan ook de
gewone- of huis-Japaneeschen en over deze
zal de Europeaan, die ze in haar land heeft
l gezien en geobserveerd, geheel anders oordeelen.
Iemand die veel gereisd heeft, en door
allerlei omstandigheden en handelsconnectiën
ruim'chootsin de gelegenheid was met Japansche
families om te gaan en ze van nabij in hun
interieurs te leeren kennen, heeft onlangs,
otschoon geen schryver van beroep, in de Revue
Contemporaine, interessante mededeelingen ge
daan over hetgeen hy in die vele jaren opmerkte
ea ondervond; een en ander zij hem
hiervaT naverteld.
Op het eerste gezicht maken de Japanschs
vrouwen, ook in hun laai gezien, een karak
teristieken indruk Hare kleine, sierlijke ge
stalten herinteren vooral op eenigen afsta;:d
zóó levendig aan de silhouetten, die men op
japansch lakwerk, en met zydo bewerkte
kakemono's ziet, dat meu zich in een sprookjes
wereld vaa Oatamaro ot Hukusai verplaatst
denkt. Maar spoedig kont m«n daarvan terug.
Van naby gezien lyken de meeste Japan
sche vrouwen zeer leelyk. Haar bovenlyf
is meestal gebogen daar ze de slechte gewoonte
hebben hare kleine kinderen, zusjes of broertjes
op den rug te dragen. Door te nauwsluitende
onderkleerea en de strak-getrokken kimono's,
in hare vrye bewegingen belemmerd, hebben
ze een eigenaardigen, waggelenden gang met
kleine pasjes; ze loopen op een soort houten
klompjes met de voeten binnenwaarts, omdat de
groote teenen door 'n lus van band gestoken zyn.
Het haar wordt rykelyk met olie besmeerd,
styf gekapt en zoo 'n japansch kapsel blyft
dagen lang onaangeroerd, daar zy ook met
gekapt hoofd slapen. Onaangenaam treft de
meestal ietwat loensche blik der kleine
oogen en het sterk gepoederde gelaat met de
rood gekleurde lippen en gepenseelde wenk
brauwen. De getrouwde vrouwen worden nog
leelyker gemaakt door de zwatt geverfde
tanden. Men beweert dat deze voorzorg genomen
wordt met het doel om ze minder bekoorlijk
voor andere mannen te maken en ze dus niet
in de gelegenheid te stellen te flirten I
Het schaamtegevoel schy'nt by de Japansche
vrouw niet sterk ontwikkeld te zyn, vooral niet
by de armere klasse, waar men vaak vrouwen
ziet die de linkerzijde van haar lichaam, van
at de heup, onbedekt laten. Datgene wat het
indiscrete oog van den vreemdeling dan opmerkt
is wel is waar zoo weinig bekoorlyk, zóó onaan
trekkelijk, dat de lust tot dergelijke studies
van plastiek niet opgewekt wordt. De vormen
der Japansche vrouwen missen meestal alle
harmonische ontwikkeling en scüoone lynen,
de huid is bloedeloos. Zy bezitten ne zeer
goede eigenschap, n.l. hare uiterste zindelykheid,
eiken morgen nemen ze haar warm bad. Veel
zorg besteden zy ook aan het onuerhoud van
handen en voeten, te mier da*r zy geen
kousen dragen en doorgaans blootsvoets op
zeer zindelyk gehouden matten rond trippelen.
De voeten der Japaneescaen worden niet
zooals die van de cuineesche vrouwen misvormd,
dank zy hare onbekendheid met leeren tchoenen,
hebban zy natuurlijk-ontwikkelde, sicrlyke
voetjes. Die maken eigeulyk haar eenige cnarme
ui', maar voldoende is dat toch niet om hare
andere gebreken Oïer 't hoold te doen zien.
Hoogstwaancbgoryk i* de ulechta voodmg
der vrouwtn in Japan gedeeltelijk de oorzaak
van hare onvolkomen piiysieke ontwikkeling.
Zy eten byna nooit vleescti, haar hooidvoedael
bestaat uit wat gekookte ry'at met visch en
groenten. Daarbij drinken zy byna den geueelen
dag door thee, uit kleine noiendopachtige kopjes
en zuigen op tabakspruimpjes. JNiet te verwon
deren is 't, dat men by zulk een leeiregel
bloedarm wordt.
Dat de sociale positie der vrouw in Japan zeer
ondergeschikt is en dus nog allee te wenschen
overlaat, is genoeg bekend. De trots der familie
zyn de zonen, van wien alles voor de toekomst
verwacht wordt; de meisjes Bchy'nen alleen te
bestaan om ze te bedienen, zich desnoods voor
hen op te offeren. Van af haar vroegste jeugd
wordt het meicje als een werkezel beschouwd,
aan wie de moeielykste en onaangenaamste be
zigheden worden opgedragen. En waar zulks ter
wille der zonen Loodig is, ziet men er volstrekt
niet tegen op, de dochters als slavinnen te
verkoopen of ze aan de prostitutie prijs te geven ;
dikwyls gebeurt dit om de op /oedinguKObten
der zoons te bekostigen, hunne plaatsing in
een of andere zaak ot hunne beroepsuitoefening
mogelijk te maken. In de families die van de
Samouraïa, den oudsten adel, afstammen, komen
zulke gevallen hoogst zelden voor. Dergeiyke
beslissingen worden eerst door een familieraad
behandeld en overwogen. Deze menschenhandel
heeft iets onuitsprekely'k wreeds, want doorgaans
bespeurt men gedurende de beraadslagingen
van zulk een familiebijeenkomst by de ouders
van het meisje niet de minate ontroering ; men
bespreekt alles droog en zakelijk en het geld
wordt opgestoken zonder dat er tranen vergoten
worden. Verder bekommert men zich niet meer
om het verkochte meisje. Dank zij de thuis
ondergane dressuur en de verworven kundig
heden, vinden ze licht hare plaats in een der
tallooze theehuizen. Ze hebben de ingewikkelde
ceremonie van het thee^etten en schenken ge
leerd en in de weinige vrije oogenblikken, die
ze voor zichzelve hadden, hebben ze zich, op
gekruiste beenen voor de deur zittend, geoefend
in 't tokkelen op de snaren der Samise ofUer
Geika, waarbij ze haar zwak, krakerig stem
metje lieten hooren. Dat is hare heelo muzikale
opleiding Door deze kunstjes en hunne
grenzelooze onderdanigheid en dienstvaardigheid,
weten ze zich in hare nieuwe omgeving spoedig
gelieid te maken.
Voor.den Europeaan zyn ook de zoo hoog
geroeide GeiAa's en Mousmé's weinig
aantrekkelyk.
Met nieuwsgierige aandacht bestudeert men
in het begin in de theehuizen verschillende
nationale gebruiken en gewoonten, o. a. den
karakteristieken dans der G.iisha's, waarby
deze als boete voor het buiten de perkea gaan
der voorgeschrevene bewegingen, telkens een
kleedingstuk moeten afleggen. Het esthetische
interesse van deze ontkieedings-scè.-.e is uiterst
gering en daar men die ook buiten de thee
huizen kan waarnemen, verliest 't spoedig het
eigenaardige, dat men er eerst in gevonden had.
Het reeds vermelde gebrek aan schaamte
gevoel by de Japansche vrouwen, herinnert aan
primitieve toestanden. Zoo is het ook niet
zeldzaam dat men in de stad, maar mér nog
buiten op het land, soms troepjes half ontkleede
vrouwen ontmoet, die het kleed aan den gordel
hoog opgetrokken hebben en met bloote beenen
voortstappen.
Aardige kijkjes kan men 's avonds in de
schemering waarnemen. Byaa alle Japansche
huizen hebben den ingang vóór, vlak aan straat
en zoo heeft men een vrijen blik in de intérieurs,
waar de jonge meisjes vaak aan baar toilet zijn.
Men ziet ze dan op matten gehurkt, bezig
met haar kapsel, of met poederen en blanketten
voor kleine spiegels, zonder zich 't minst aan
de voorbijgangers te storen. Die sans-gêne,
die de lagere klasse kenmerkt, is natuurlyk
niet eigen aan de hoogere standen. Wel is waar
komen in het moderne Japan meer en meer
gevallen voor, waarin hooggeplaatste mannen,
ja, zelfs van staatswege aangestelde waardig
heidsbekleders, Geisha's, die ze in theehuizen
hebben leeren kennen, tot echtgenooten nemen,
wat niet tot veredeling van het vrouwenras
bydraagt. Maar gelukkig vindt men in de
fijnere Japansche kringen toch ook goed opge
voede, ontwikkelde vrouwen, die zich in gezel
schap gemakkelijk bewegen, met bevalligheid
recipieeren en niet alleen den stand harer
echtgenooten ophouden maar ook hun streven
tactvol weten te ondersteunen.
Jammer genoeg vinden de Parysche modes
hoe langer hoe meer ingang onder de Japan
sche dames en dreigen de geheele, zoo gracieuse,
nationaaldracht te verdringen. Waar dit nog
niet het geval is, geven zij blyk van veel
smaak in de keuze harer kleeding. In tegen
stelling met de Geisha's, die zich gaarne met
opvaUeadende, vrij bonte kleuren opschikken,
schenken zy de voorkeur aan zactite, stille, meest
donkere tinten. Alleen aan den Obi", den
grooten strik van brocaat of zy'den damast, dien
zy op den rug dragen, wordt veel luxe besteed
By feestelijke gelegenheden spreiden de Japansche
dames eenebizonder voorname elega; ce ten toon.
Wat men dan aan teer- getinte zyde en brncaat,
aan bewerkt krip te zien krijgt, verschilt
hemelsbreed van de met gouddraad doorwevene
styf uitstaande costumes, dio men over 't
algemeen in Europa voor het toppunt van
jayotmcbo praolit hnilHf"
Men zou allicht denken dat deze meer ont
wikkelde en gedistingeerde dames op zekere
mate van hoffeiijkheid van den kant der heeren
zouden kunnen rekenen en aanspraak maken.
Dit is echter in het geheel niet het geval.
De geheele vooruitstrevende beweging in Japan,
schijnt alleen ten gunste der mannen onder
nomen te zyn ; terwy'l de Japsneezen tegenover
buitenlandsche dames de grootste beleefdheid
en fijne vormen in acht nemen, schijnen ze
van het bij hen ingeworielde, minachtend neer
zien op de vrouwen van hun eigen ras, geen
afstand te kunnen doen. Aan tafel worden de
heeren. zoowel de gas'.en als de huisheer, 't
eerst bediend. Op reis genieten alleen de
mannen van de gemakken en geriefelijkheden,
zoodat het nie's vreemds is, als men op uit
stapjes in de omstreken der stad, een Japanees
ziet, die in een palankyn gedragen wordt,
terwijl zyn vrouw daarachter te voet aansukkelt.
In n woord, in dat verre Japan het
Aziatische Frankryk" ligt voor de werk
zaamheden der feministen nog een uitgestrekt
arbeidsveld ter exploitatie open.
M. v. 0.
IllUlllllUIIIIMUMtUMtMM
QMvUvi
Modes. Mejuffrouw dr. Rena. Hennie
Raché. Monument voor Schiller en
i-oor Goethe.
Mei is in 't land l »Der wunderschöne Monat
Mai!" 1) Aan dichters heeft Mei zyn vriendelijke
vermaardheid te danken. De aanteekeningen
op meteorologische instituuts plus de ervarin
gen van koel beredeneerde proza-menschen
zyn in stty'd rriet des dichters jubelzangen,
lovend en pry'zend kleuren en geuren, glanzend
licht en koesterende zorme-warmte van Mei.
Ben venynige bries blazend uit den
Noorderhoek striemt en schudt het teer ontloken groen.
Zwarte en dofgryse wolkmassa's ylen in rappe
vaart door 't zwerk; regen- en hagelbuien
kletteren tegan de vensters. In de nacht-stilte
trillert de nachtegaal zyn zoetlokkenden min
nezang. Een rots zou hij verteederen .... Maar
bij zoo lage temperatuur, zal sinjaur nachtegaal
zijn hartstochtelijke haaltjes nog lang door het
duister geboomte mosten doen schallen, vóór
de nieuwsgierige wijfjes haar kopjes uit de
veeren beuren, den slaap afschudden en op
verkenning gaan rondfladderen, om het schuil
hoekje van den onvermoeiden menestreel te
ontdekken en hem te danken, door aanbieding
van haar verteederd harte.
Tóch herinnert Mei ons, dat het hoog ty'd
wordt, aan zomer-toiletten te denken. Wy
moeten nu keuze doen van materiaal en snit.
Opengewerkte linons en batist op gekleurd
zy'den fond, zullen veel navraag hebben. Linon
japonnais is een geheel nieuwe, zeer mooie
stof, met gekleurde- zy'den strepen doorweven.
Een stof zoo zwierig en kleurig, dat ze met
weinig garneersel gebruikt moet worden. n
soupc.on mooie kant of guipure c'est tout ce
qu'il faut. Als voering kiest men de
domineerende tint der zy'den strepen.
Groote, kanariegele ruiten op een fond van
cru linon is nieuwerwetsch. Lange, slanke
1) Waarom zingt Heine kom wunderschönen
Monat Mai ? Weil es eben Wunder ist, wenn
der 'mal schön ist.
brunettes kunnen er eens over denken. Beige
linon met breede en smalle witte zijden
strepen en k jour gewerkte randen zyn
voorhanden. Touwkleurig fond met fraai
gestyleerde motieven in turquoise, chicé, violet,
rose en rood. Batist en linon met ingewerkte
zy'den borduursels zullen veel gezien worden.
De geborduurde mopjes, arabesken, sterretjes,
slangetjes, balletjes, mousjes, lelies, zijn in
harmonieerende óf sterk contrasteerende tinten
met het fond.
Eindelooze variaties op het gebied der
cretonnes. Solide stof, zeergeschikt voor ochtend
toiletten, om buiten en aan bet strand te
dragen. Linnen en piquézyn geschikt voor
hetzelfde doel. Blousevormig corsage met
voet-vryen rok. Het modieuse korte rokje
zal met vreugde begroet worden door dames
die gaarne doel nemen, aan wandel-, iosi- of
zeiltochten, tennis en hockey.
De mouwen blijven van boven glad en van
den elleboog af heel wy'd.
De chapeaux Bergere en chapeaux Lamballe
zyn nog op 't programma. Bloem- of
bladergarneersel om de bol en achterwaarts
sluikafhangende fluweelen of chiffon einden.
Onvervalscht-bergère-achtig versiert men de onder
einden der afhangende slippen met bloemen.
De overbekende, hél mooie, Zwitsersche
geborduurde neteldoekjes worden ook by
massa's ingevoerd Ean bewijs, dat zij nog
voortdurend aftrek hebben. Blanke
Valenciennes, zwarte Chantilly en geelige lersche
guipure ij J y'ven en vogne.
Jonge meisjes die by de kroning van
Engeland'a koning «paraisseeren" met voor
liefde heeft men dit tydstip afgewacht, eommige
gaan door de kroningsf eesten een jaar te
vroeg, andere een jaar te laat uit zullon
aa\f\aoA Tijn Qta omlnr" liaflr crrnntmnnHppa in
eenvoudig, wit mousseline. In hst kapsel een
blauw strikje of een paar rozeknoppen....
«Etl'on revient toejours a sespremièresamours".
# *
*
Dezer dagen werd mejuffrouw dr. R. K.
Renz als volontair aangesteld aan de koninklijke
Hof- en Staatsbibliotheek te München. Het is
voor het eerst dat' in Duitschland een vrouw
tot een dusdanige betrekking benoemd werd.
Den 121en December 1863 te Altenstadt a/d.
Iller in het Beijerseh regeeringsambt Schwaben
geboren, had mejuffrouw Renz van haar vroegste
jeugd af te kampen met al de ellende ver
bonden aan het onbemiddeld-zyn. Jaren-lang
leed zy gebrek en was het leven voor haar
een aaneenschakeling van bittere bekommer
nissen. Zy hield vol en streed een harden
Mejuffrouw Renz liep het «humanistische
Gymnasium" te München af en dead in Zürich
met goed gevolg examen in drie moderne
talen. Vier jwen lang studeerde zy klassieke
en moderne philologie, wijsbegeerte, letter
kunde en geschiedenis. Toen deed zy op
schitterende wy'ze haar staatsexamen. Daarna
zette de ondernemende, geleerde jonge vrouw
koers naar New-York om zich geJurende drie
jaren te bekwamen in klassieke taal en letter
kunde en sociale wetenschappen In Amerika
doceerde zy aan verschillende inrichtingen
voor hooger onderwijs, wijsbegeerte en taal
kunde. Voor eenigen ty'd in haar vaderlacd
teruggekeerd, begon zij de vruchten van haar
studieën en reizen te openbaren in een popu
lair-wetenschappelijk tijdschrift »Vö!kerschau",
dat gesteund door prinses Therese van Baijeren,
zelve een vrouw van studie op ethnographisch
gebied, sinds dien tijd door dr. Renz wordt
geredigeerd en byiragea vaa verschillende
geleerden ontvargt, ook van de prinses zelve,
die onder dan naam Tdrese Briyar scaryfc.
Mejuffrouw dr. Rv z is thans bezig aan een
werk (»L:ebe bei Naturvolkern") dat weldra
zal verschijnen.
* *
*
Als drama-schry'fater debuteerde aan het
Thalia-theater te Hamburg de jonge mevrouw
Hennie Raché, die zich reeds onder haar
j meisjesnaam Hennie Fock als lyrisch dichteres
gunstig deed keunen. Zy behaalde thans met
haar tooneeispel in drie bedryven »Uaber der
Liebe" een onbatwist succes.
* *
*
Wiesbaden krygt een nieuw Schiller-monu
ment, dat de dichter op anderhalfmaal levens
grootte zal voorstellen. Hst ontwerp is van
den Barlynschen beeldhouwer prof. Uphnes.
* * *
Ds Darmstadt zal een Goethe- monument
verrijzen, waarvoor da gemeenteraad der
Hsssische hoofdsiad 'JOO.OOO Mark heeft toegestaan.
Een wélvoorziene gemeentekas!
CAPRICE.
* *
*
Gelei van sinaasappelen. Ingrediënten. 3y2
d. L, sap van sinaasappelen, 1% d- L, madera,
s/4 d. L. citroensap, 250 gr. witte suiker, 30
gr. roode gelatine.
Bereiding. Het sap van de vruchten ver
warmen met de suiker en de gelatine; zoodra
dezs opgelost is, de madera er bijvoegen en
alles in een vorm laten bekoelen.
Deze gelei moet een of twee dagen voor
men ze gebruiken wil,- gemaakt worden, of
men moet meer gelatine toevoegen.