De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 11 mei pagina 8

11 mei 1902 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

"S, DE JüMS'TSEm3)AM(MER MJEiEiKffiiLAD V'OOR n Geachte Eedactie. In svjn antwoord op-mijn ingezonden w\j«t 4r. Bruinsna op het wetkja-v#nd,»nheer Vierkant, waarin b\j den loop,.w«er?«eft \fan de epidemie tó Woudgeml *>ot\4*r de gevacc. en niet-jrevacc. .peraonep. Ook ik las dit boekje. Het zy mg vergund daarover een paar dingen te zeggen. Het verwondert mij niet, dat dit boekje ,werd uitgespeeld tegen al die ngelsche literatuur (waartoe Vaccine-vereering en de laatste 2 genoemden ?wel:njet zullen>be,bo0renj; maar mal .verwondert ,h«t ,»y, dat dit door dr. Br. werd aanbevolen. Immers by grondige bestudeering gal (oeh ieder, die een weinig. in de kwestie th,uis is, b;j menig punt een vraagteeken mpete.n petten. Er wordt ons onder aan ,Qu. 17 gezegd, dat de epidemie haar offws «oeht-onder de niet-gavaoieineerden. Maar vreefpd is het wel aan bet begin (blz. 6) te le&ea, hoe wat de school betreft er geen vaccinatie-regis tor boston,!, al t h ins in de laatste jaraa niet was bijgehouden Da dokter -was er toen zeker wel 20 j»r«n gew-aest, ei wist ook, dat een groot gedeelte der bevolking niet was gevaccineerd. Nu wil ik niet den goadon naam van ij»m^n/I^aB1|asten,.^aaritoohlsaa^ de vraag wel gedaan worden : i.yn dit nu vaste gegevens, waarop 'men kan -bouwen f Ruim 50 pCf. (l l van de 21) der sterfgevallen was boven 4e 24 jaar.' Die waren dus geboren, toen de dokter (r nog niet .«as. Erpngpp zal het wel.geweest zy'n mei vele der Jjjders, waarbij men moest gissen, of ze ai of niet ge?acc. waren. Slechts een enkele maal wordt gezegd of. de patiënten al of niet gevacc. waren. By de meesten ont breekt het. Me dunkt bij een goede beschrijving mag zoo iets toch niet onbreken. Nauwkeurig heid is een eerste vereischte. Een merkwaardig geval is wel die 'eene (blz, 13), die in zijn jaugd de natuurlijke pokken had gehad en ze nu weer kreeg (Men boude wel in 't oifg, dat me.n zijn kind nu ook ODgêvaccineerd naar school mag zenden, als het de natuurlijke pokken hetft geh,ad. Art. 17 der wet van :72) Dat geval was zeer ver ontrustend. Doch er is uitkomst. Een zekere B., goudsmid, vertelt: dan heeft die man de waterpokken gehad, maar niet de natuurde. Ik Jieb" vrpjSger, yi Lapja,wardpn, de ,ach te .pokjwn gehad ?, .maar als ik dat niet secuur wist, dan liet ik mij dadelijk vaccm&eren, 't wisse voor het onwb.se. Doch ziet de boudsprekende goudsmid kreeg ook de pokken in lichten graad. Da lang niet onverschillige vraag rjj$t hier op (en ze gaf reeds aanleiding tot veel hoofdbrekens): Kat beschermt beter, viceineeren of de-echte-pokken-gehad-te-hebben. Een ander voornaam punt, wat geheel over het hoofd wordt gezien, en een medicus zeker niet .over het hpofd zal zien, is: boe staat bet met het incubatie- tijdperk ? Man. tast hier gehjael in het duister. Zooals men weet, zeggen de geleerden, dat er pi. m. 12 dagen verloopen tusschen besmetting en uitbreken der ziektp. Nu zjjn er slechts een paar gevallen waarbij men eenige zekerheid kan krijsen. Hat eene is blz. 5, waar de broeder van den allerearsten patiënt gaat trouwen eenige dagen, nadat da patiënt ziek thuis kwam. Hij kwam nl, thuis tusschen aanteekenen en huwelijksvoltrekking. Een paar dagen ia 't huwelijk kreeg 't jonge paar da pakken. Bier kunnen dus 12 «lagen tusschen ve,rlo,open zyn. Het andare ge»al is blz. 10. Een koopman van elders kwam bij een bakker te W- en bezweek (ik euroiveei) een 14 d»gen later aan de pokken. Hier wordt het iets meer ingewikkeld. Want 14 dagen (on dan nog w.el dood) is nogal een rekbaar en *) Dit plaatsje heet niet ongezond te zy'n, behalve (en man houde dit wel in het oog) voor hen, die laat hebben van malaria. Dus dan is bet nog niet zoo heel gezond. «Ï7im Minimin iiiiniiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiniiiiliillil iililim uis PraUelmafl Brommepr. Dehemelvaaitsdag bracht mrj'een verrassing. Dit maal kwam ze uit het Oosten. Eerst was het Andrassy indeHongaarsche delegatie, die in zijn eenvoudige Staatsman* taal verklaarde, dat het Drievoudig verbond de beste waarborg vormde voorden Europee schen vrede;en die al niet mir.der mocht getuigen vau de overeen komst met Rus land tot bescher ming en ontwik keling van de Balkanbelangen. Vervolgen skwani Goluchowski in de Oostenrijkfche delegatie het vredelievend en vredebewarend karakter van den Driebond in 't licht stellen, dat nu nog versterkt was door de bondge nootschappen met twee andere mogend heden, welke om zoo te'zeggen een over eenkomstige vredelievende gedragslijn be oogen. Zoo sprak hij ook over het EngelschJapansch Verbond, gevolgd door de Frausch-Russische overeenkomst, van denzelfden geest bezield als 't Oostenrijksch Verbond. Ook is er, hij mocht dat niet voorbijzien... een aanmerkelijke toenaderirg gekomen tusschen Frankrijk en. Italië, evenals reeds tusschen Rusland et.O >stenrijk in 1807 plaats had, sedert wanneer men met zekerheid heeft kunnen constateereii, dat noch Rusland noch Oostenrijk een zelf zuchtig doel najagen, zoodat niet alleen in China, maar ook in den Balkan de belargloosheid der groote mogendheden aan geen verdenking meer onderhevig kan zijn. K-eds hadden de vredesonderhandelingen vaa Engeland met de Z. Afrikaansche republieken mij ia de vrede.-richthig een -eirdjögevoerd, zoodat ik, zouder mij al te zetr «elfurgesteld te gevoelen, me m'ja ontbijt liec smaken, al genoot ik dan ook geea belicht aangaande een zeker aantal doode en gewoi.de Boerea en E'.igeischen, wat voor iemand, die het ha: t op de rechte plaats heeft zitten, na een tweeden een ha'fjbU ige.n curcus in het haten en lief hebben, wezenlijk niet zoo heel gemakkelijk is. Ik sit venia veibo inkrimjpbaar :b?grip. By' : die andere gerallen wordt byna altyd gezegd: ' na een paar dagen .enz. Nu komt de vraag op: hoe staat bet toch met het incubatie-tij i- ! perk en de kwestie van besmetting ? Het ' allereerste geval is ook vreemd. Die jongen j komt uit den'Haag. In 's-Hage-weren pokken, wordt ons .zonder meer gezegd. Maar niet staat «r by, of by.d«*r in de besmetting .was geweest, ook niet, hoeveel tijd er verliep tusschen be smetten en uitbreken. Het z$n-kleine dragen, ' maar voor een goed onderzoek «n uiteenzetten der feiten onmisbaar. Een -.volgend punt ,van niet mjoder beteeJienis, is de kwestie der personen, die, pas ge?Rcc,,by' heaiMtien kwamen. Dit zgn-degenen, die men in Eagflland noemt »Under vaccinetion". Maar nu heb ik wel eens gelezen, dat de geleerden ons zeggen, hoe er altijd eenige n tü'd moet verloopen na de operatie, voordat vaccinatie geoordeeld kan worden beschermend te werken. Wanneer dit waar is (en er is veel voor te se.gg.en, .want men decke aan het serum by' diphtherie), dan komen de .gevallen, die ons genoemd worden, in een heel ander licht te staan ; en wordt het de vraag, of de personen ook zonder direet .gevacc. te zy'n, de pokken wel zoudan gekregen hebben. Bo?endien zjjn er bewyzen genoeg, dat pas gevacc. ook niet helpt. Ook zou ik nog deze vraag kunnen stellen: kan een, die herstelt van de pokken besmetten, ja dan neen? Men denke hieraan de reder, waarom mazelen niet meer op de Ujst der be^mettelüke ziekten vootkoipt. Dit punt is ook van belang met betrekking tot hetgeen op blz. 8 wordt gezegd. Me dunkt al deze dingen zy'n toch wel van beteekenis, en dr. Br. zal ze ook wel niet over het hoofd zien. Maar is er dan niet oorzaak voor m^jne verwondering aan het begin uitge sproken 1 Bij al die Engelsohe literatuur vond ik zulke onnauwkeurigheden niet. Een ieder, die het boet j a van den heer V. leest, houde het bovengenoemde wel in het oog. Hy leze dan ook eens »Vaccinevereering", wat Neder land betreft. Daar zal men zien, dat in het jaar 1871 van de 39090 gevallen, er 17443 gevacc, 472 gerevacc., van 5 956 was het onzeker en van 15 691 was het zeker, dat ze niet gevacc. waren. Ten slotte nog dit. Het gebeele aantal ly'ders kon <Je heer V. niet opgeven. Dit is jamm*r, want dan kon men nog beter de epidemie heoordeejen. Er wordt ons wel gezegd, dat naar verhouding de sterfte (21 gevallen) niet groot was; maar meer ook niet. Hier echter missen we ook weer een belangryke schakel. Opk wordt van de wyze van behandeling der patiënten ons niets gezegd. Dat is naar men weet toch ook van groote beteekenis, nl. in verband met het sterven of het geschonden worden. Hat eenigste, wat ik uit dit boshjo hebgaleerd, is de eerlyke bekentenis, hoe er nu vele vaccinatie-biljetten zy'n, die niets beteekenen. Velen in Nöderland leïen dus, volgens de voorstanders der vaccine, in een valsche ge rustheid. Maar wy' beklagen hen niet. U dankzeggend voor de verleende plaats ruimte, teeken ik mij hoogachtend. Uw dw. dr., R essen, 5 Mei 1902. H. J. C. PIBRSON. P.S 0?er het verkeerd aanhalen van ean citaat, nl. operatie in plaats van ziekte, zoo leze dr. Br. regel 14 v. b., 1ste kolom, blz. '2, van het Weekblad van '27 April. DJ aan haling was daaruit genomen. Mililairisme. Mijnheer de Redacteur! Door een mijner kennissen, ingelijfd ais loteling by het korps genietroepen te Utrecht, werd E>ij het volgend schryven toegezonden: »... Hoor eens over die besvuste geldkwestie kan ik niets wyzai worden. De sergeants 'uouden zich dom en de luitenant is er niet over te spreker. Wel is het opvallend, dat bet eten veel beter is geworden, maar de ongelukkige verdeeling der gamellen blijft nog steeds be staan. Met de ventilatie ia het meer dan treurig Op onze compagnie, die gelijkvloers ia gaat het nog eenigazins, omdat de voor-en achter deuren bijna den heelen dag openstaan, maar op de chamhréas boven is bet treurig. Vieze walgelijke lucht den heelen dag. Het kan ook meeüijk anders. Stel je voor, op dezelfde kamer, waar men slaapt, wordt aoep gegeten, wordt koffie rondgedeeld, wordt middageten gebruikt en worden de borden sewasschen. Hoe kan het nu anders? Natuorlyk moet er den geheelen dag «en akelige duffjdataplucht .hangen. Werden nu de chambréss nog goed gereinigd! Miar oah hamel, dat lijkt nu heel&maal op niets 3 tot 4 maal daags wordt er quafci gaveegd.van degelvfke-reiniging echter geen sprake. Ei dan dat spuwen op den .grond l Zelf j meerderen (korporaals) geven' het voorbeeld. Aan tuberculose- en andere be smetting moet je maar niet denken! Nu echter de badgelegenhsid. Stel ja voor een allerliefst gebouwtje, bepsald net en aan trekkelijk van buiten. J a. komt er met genoegen in, tot... o wee, daar stap jahetbadkamertja binnen. Vuile, vieze wanden l Een kwabberjge modderige grond, bedekt voor de grootste hal ft met aen sAtneiwtel jdankw), jnedy»ewnde in vuilheid met «and .«n grond. Dan «en kuipja veel te klein om in te baden. Zeg maar een groote waekom! Waarom niet zoo ze geen groote kuipen kunnen betalen ean deel door steen afgeschut, alzoo een kunstmatige ruime kuip vormend. Dat zju volop beant woorden ain de eisschen, en er ging lang zooveel warm water niet verloren. Waar ligt hier toch de font? Is er geen geld genoeg? Ofwel is er geen toezicht ? Maar is er dan geld noodig om zindelijkheid en reinheid te hebben ? Wat mij betreft, ik houd vol, dat er te weinig toezicht is, te veel onverschilligheid nog bij de hooge heeren voor de soldaten. Het zy'n ook maar soldaten, niet waar! Dat blijkt wel, dat ze ons het waschgoed nat laten aandoen. Stel j e eens voor, dat ik myn onderbroek en myn linnen bowmbroek Vrijdagavond uit de wasch terug ontvangend, by'na nog kon uit wringen. Dat is toch meer dan schandelijk! Alleen de kousen en het hemd waren droog. Ea in die Batte pluija moesten we 's middags exflrceeren! Waarachtig orza voorjaaratemperatuur kon men ook niet zomersch noemen! Gaan klagen ? laderdaad heb ik het willen doen. Maar geloof me, dat geeft weinig. Oaze kapitein is weliswaar een humaan goed man, maar de is een echte militair, die rechtvaardig of niet, geen enkele aanmerking duldt. Je begrypt dus wel, 'dat zoo iemand ons niet weinig zou plagen. Oak het waschlokaal is onzindelijk. Waarom toch die vuile grond, die vieze, vun?e wanden, de nog viezere waschkommen (??) Het gelijken wel varkenstroggen. Voor het overige is het leven hier wel dragelijk, ala men tevredan is met een durn dooisoh bestaan, want voor de geestely'ke ontwikkeling van den soldaat wordt ook bizonder weinig gedaan. In de cantine ligt zelfs geen dagblad ter lezing, 't I* een hol ongezellig lokeal met ruwe houten tafels en banken zonder een zweempje gezelligheid Zoo jaagt men de soldaat de kaserna uit. .." Ik heb het mijn plicht geacht dezen brief ten deele (?oor ziover noodig) te plubiceeren. Wat de eerste zinenede over die geldkwestie betref', voeg ik er nog het volgende aan tos. Verschillende korvton als bordenwssschen, brood rondbrengen bij onderofficieren enz, moeten op last van hoogerhar.d door de lotelir.gen worden uitbesteed. B(j de uithetalirg van soldij wordt hun daarvoor eertig gwd in gehouden. Of zulks onder «i wang mug geschieden weet ik niet, we! dat het gebeurt. Mandeling werd Bij verder nog meegedeeld : 1. Dat de bscüening in de solja'on- kar:tire onvoldoende mag genoemd worden op sommige tijdstippen van den dag. 2. Dat de prijzen der meest noodzakelijke levensmiddelen in die kantine (als kaas, boter en?.) te hoog zy'n voor een solda'.eubeurs. l iitiiiii heb tenminste in de laatste weken bij verscheidene vrienden en vriendinnen van me best kunnen merken, dat het tijdelijk gemis van eecige bloederige telegrammen hun haas-t voorkwam als een sooit van ongepaste bekuibbeling op bun levensmetm. Wat weerga, hoorde ik er zelfs een zeggen, de oorlog is een onchristelijk bedrijf, moest er heelemaal niet wezen ; als 't van mij afhing was het voorgoed daarmee uit, maar ... zoolang je dan toch zoo iets in de wereld hebt, zou ik het gelijkmatiger verdeeld willen zien, zoodat je eiken dag althans over een kieii.e betaille te praten had Na dat, standpunt wis i k, al ze;* ik't zelf, te boven. Er liju in inijw leven, dacht, ik, al inenscheu genoeg verminkt en vermoord, om mij nu .recht te geven op een minder geëmotioneerd bestaan. En daar sprak ik zoo pa-i wel van een ver rassing, maar eigenlijk was tlat ^~oord tuca niet juist. Want behalve die K-igelacae vredesonderhandelingen kwam er iu de laatste dagen nog iets vuur, dat me er een voorgevoel van gaf, hoe een merkbare ont spanning in den pjliüeken wereldtoestand op til was. B (elaar i niet weinig ver ontwaardigd over, zooals hij dat noemde, het bijnn-landsverraderlijk besluit van de Tweede Kamer om de Heining van '05 vrijaf te geven, zoodat ze zich niet eens extra bekwaaien KOU, teneinde weldra deel te, kunnen uii maken vaii de land weer. opvolgster onzer schutterij. Het is een schandaal, mijnheer Broiutnerjer, riep hij uit, dat een man als B.rgansius zich daartoe heeft laten vindeii; ik begrijp het niet. Wanneer, wat G )d verhoede, het, vaderland eens gevaar dreigt van een buiienlaiul-chen onverlaat, u zul zien, dat die vijf en zes en negentigers niet half zoo kranig onzen leeuw ter overwinning zullen, leiden, dan ik. dat mag verwachten van mijn eigen schutterij... Op dat moment, geforceerd een ant woord te geven, bL.ef dut gevolg van een bïjz mder krach;igeu stoot aan mijn denkvermogen, gelijk met-stul iüeen derge lijk geval, niet uit. «Jawel. B leiaard, zei ik. daar is waarheid in je opmerking en reden voor je vero.iUwa.n-üging-, maar j R vergeet, dunkt mo d.it 1) r^ansiü.s tn de Kamer zulk oen besluit, niet hadden kunn«-n nemen, als eïR-VÜ< ibu.^eu gr.iud voor d>i. daad bi-ijlo.-.ti, -i-.lke in de o.)^en van oppervlakk.-fièii e., 01 in/uv.ijdni waar! ij k den schijn niod >"ir<is.-n van ee.'1 lichtzin nigheid grenzt!7i::e ».:<n nit-'i:.-,-ed eu verraad. Wtet je welke u-evo!.j;iit:kki,iwC ik VMOI' mij het meest gen,^.:! (i n u: nwkeu uit die opzettelijke ver v aai i ii>y.::is£ van ten der hooi'dfacionui !>?-.'??;: \\t\ i'nn,:\'iit-iil ....? D.it de algemfcfeiie vr'.desioesiaiiJ i u Kuropa zoo v\è'bevestigd, eu ons militieleger, buiten de, landwcer, zóó sterk is, dat we gerust, ook zonder gewone of buitengewone maatregelen te rernen, de*toekomst kunnen legen gaan. Bwlaard gaf leekenen van twijfel, al achtte hij het dan ook ongepast mij rechtstreeks (egea te f preken ; hij ^bad, zoo liet, hij zich ontvallen, van niets bijzon der vertrouwenwekkends gehooid. Als< f' je dat van een ander zou behoeven to hoo ien, aiit'.voordde ik hem; uls je j-3 oogen open htbt en je intellect een bee!.j.-i uit steekt boven dat van je ailedaagseln; lal'elgenoofen, leer j t imkers (ie ttekeuen «icr tijden kennen ook zonder dat je i(-t« woidt geiapporteerd, en vóói' Cüarles <if Ziihyer het je in zijn krant uitleg'. Hiennet; wil ik nu niet zeggen, dat j.3 van nalure niet in slaat zou zija geweest ook de hoogere-politiek te bemachtigen, im;ar het, is er niet van kuiiiifcn komen, omdat je j- organen hebt af'ge;.tompt iu den kraag=terre:i-dieiift en in de studie van j;-i ;-ahutteiij. _ L.lunchen wacht je tijd maar af'; go loof me, ecu in gewone omstandigheden zoo enorm waag| stuk van een Ne'.urlaüdÉche lichting niet i tot in da perfectie af te exaceeren, wijst i op een abnormaal verschijnsel in «ien l Pviropeeschen poliiiekeu dairpkiing. Meer i zei ik IIHIU toea niet maar «laar k«vam | Ilanielvaurl-dag met Andias.-y s n G,)!u| chowski.... Ik heb alweer gt-lijk gehad. . O.ize l'.eele l a n d weer blijkt overc-jmpleei. de : vrede werd voor vele jaren verzekerd. j satuurliik hebben ze dat in den Haag '; geweten, v. L'vjnden heeft zijn diplomaten '( te. luisteren gezet.... en mi-.schie.n «lat niet eens .... Kuyper dejeunee.rde bij Wilbelm. E-.fi i .... d s ar ging de lichting , .. i Eüjuistopdezen Hemelvaar^avündkwam ' Lohman een kopje thee bij me halen. KMI i verrassh g te meer. Wien ik verwacht had ou !'dezen dag, hem zeker niet. Half en half ? verontschuldigde hij zich even. Op Zondag j reisde, hij nooit. Maar Hömelvaari-diig valt op Donderdag, het mocht dus. Toch hoopte h i) dat He-.Mnskerli hot niet «v>u iiierktn ; want de Savoruiu gaf liefst geen aanstoot, en Heemskerk wan strenger op dit punt,. Nu, ik ontmoet Lohnian sra^fi al is hij dan mtt prcci'j.-. v.üi mijn cichtiüg. Wij zijn ver-va.! ie zielen. Het stofh'lijke gaat ons beislen op gelijke wijs 'fcr l.aiit: "«i; bchoereii als vre.'itmesslcrs'' oiis kapitaal. Hij «ioorvoe-'! vau gt-loof eu ik meer op de goede «'erken aanji;«_",vi'z-jn, onderschelder, we ons do ;r reiie gczoiido koppijjhyid, «vasiTbij het L'iihP.r.-c'i.T en ho.tC.' itviiiis'isca-.": vic^i rudcu hebb n <!(>k liuiiir cenigaiiijs jaiiicr.x'i'. op elkatir Ie zij o. Vuurw gaan wy, naar Küypr.rs opmerkinp, boiden gfcbukt ouder den' vloek van hel drageu van twee namen. 3. Dat de manschappen meermalen nat wtBcbgoed,moesten aantrekken. ? 4 Dat de verdeeling van het middageten zeer «wrielyk geschiedt (Toch is;hierbij een luitenant tegaawoordig). 5. Dftt ide bejageaing »»u b.«t tader tag«nover. den lot«lij>gaiet altijd heuseh is te noemen. Ztahier «en «nikel voorbeeld. Een klas rekruten staat .«p de plaat» rust. E»n d«r soldaten wil zqn aakdoak :gebtuiken. Sergeant: «Milicien A, die zakdoek -weg V' Milicien: »Sargeant ik moat m'n n«us toch snuiten!" Sirgeant: »Niet tegenspreken in 't gelid milicien. Dan snuif je 't maar op!" Naar aanleidiug .van een en ander meen ik de gevolgtrekking te mogen maken, dat van hoogsrhsnd zaer weinig toewijding, zeer weinig gevoel, zeer weinig lust bestaat het den soldaat dragelijk te maken. Saldaat zijn een nood zakelijk kwaad is niet pasadeeren met lange glimmende sabels en mooie j assen.aan ! Zoolang we nog een l«ger nooxlig zullen hebt>en,;inoeten offleieren strikt rechtvaardig zyn en den eoldaten trachten te gewn, wat han toekomt. Vooral toewö.ding, veel toswödiDg is noodig! Mijrihaer de Redacteur u beleefd dankend voor de mij verleende plaatsruimte, Een voorstander van 't Volksleger. Ter pmststeliiüE aiile reefls ypfiezenilB oMers In een uitvoerig schrijven geeft de hser L J. Balier, o. m. het volgende, ia antwoord op «ea ingezonden stuk van S. over de voeding van den sold at. Grondig toezicht wenscht de heer (c f mevrouw) S. Tar geruststellen» van dien he«r of mevrouw S. kan ik mededeslen, dat er grondig toezicht bestaat over de keukens in de garnizoenen. Ean korporaal zelf behoorende tot de ménage, dia dus zelf discbgenoot is van den maaltyd, moet de bereiding van dat eten, dat voor een deel ook in zijn maag zal neerdalen, conttóleeren, en verder de zindelijkheid van keuken en koks nagaan, tot hail van zich zelf en van zyne kameraden en minderen. Een korporaal, die z\j«e taak in dfzei voelt, zal zyne plichten dus nakomen. Dan bestaat er scherpe contiö'e van de zijie der onderoffi cieren van den weekdienst op de zindelijkheid der gamellen (dit zijn de bakken waarin het eten gehsalj wordt voor de bewoners van n chambtec). Esne nalatigheid in het nakomen van die ver plichtingen wordt streng gestraft. Doch voorts heeft in hoogste instantie de kapitein, belast met den weekdienst, o. a. de taak het eten te proeven even \óór het etensuur, en inspectie te houden over de zindelijkheid der keukens en der koks. Hierin wordt hij bijgestaan door een «luitenant van den dag' voor elke bataillonskeuken. Ik kon my dus slecht voor stellen een kok, die op het etensuur de spijzen aan bovengenoemden kapitein of luitenant zou durven presenteeren gekleed in vuil tenue, met eene pet op, die door de ocdergane roerbewegirg [(zie ingez. stukje van S ) versierd was met »5!,\jboorien-doorstamp" l Ten overvloada begeeft elke luitenant van den dsg zich naar de aoldatenkamers van zijn ba'a'jon oin eventueele klachten der mansohsppen op te remen. Zelden hoorde ik werkiïiijk gfgronde klachten omtrent onzindelijkheid wel kwam het eens voor dat een der manschappen klasgde over aangebrand eten te dunne soep of iets dergelijks. Doch in welk gezin is zulks niet eens voorgekomen. Tot verdere geruststelling geef ik u de verzokerirg dat mijn oordeel onpartijdig i» en dat ik niet er,kel uit esn militair oogpunt heb loegekekon en afgeluisterd, doch ook van uit hygiënisch standpunt. Want o»k met de leer der hygiëne voor onze oogen gaf niets in de soldaten-keuker», mij reden tot ergsruis. Trouwens vindt die leer in ona leger in vele oplichten ruime toepassing. Wat kan zoo'n kleine episode eene bbroerirg brengen. Ik meende echter n dit mede te nweteti deelen want -reeds velen -hoorde ik aiketifënd spreken over soldatenkeukens. Ik dank n «oor de plaatsruimte. Hoogachtend -w dw. dien. L. J. £ru/ER, Vaandrig en cand.-arts. ' Ora et iaöora. Hooggeachte Redactie, Collega C. J. A. vnn Bruggen dost myn klein grschrift over Heijercmns^ toorveelstuk te veel eer aan, door een gansche koloai schaduw te marken van-aan teJiatiuw ontleen do schaduw ('t Is B-rsigg«neoke beeldspraak !) Ea dat had h\j.best kunnen laten l Die >Bond -voer Staatspensionase'ring" -zal van zélf wel dood igaan aan eigen onzin. Hij sïaat die Band niet eens op 't standpunt van den klassenstrijd, en Marx' portret pry'kte r.og nimmer in 't bondsblad. 'Niets waard dus, gar«<shel$k niets l Een party' met n punt op haar program 'c is snuf! Wacneer er, als tweede pant ten minste, n«g opstond het «sperren eener -cor respondentie m«t de maanbêworers", 't wtra iets! Nu is bet »wind en 'n Eogelschenottioig", zou Sloos zeggen. En teg«n di«n wind gaat sVan Bruggen in ! Ik ben iets langer in 't-vak-dan hy' «n heb het Eóóit gedaan ! Daarom -verwachtte ik't cok van hém niet. En' -zóó niet! Want: heef<-i aangetoond, dat Heijerman's tooneelstuk wet Z0sr sterk de ^edaebtfl opwekt: laat ons zulke arme ouie Sjouke's ZELFSTANDIG ni'iken. dun loopen zij weg vttn ontaarde kinderen ? Kn zoeken bettr -verblig'fV Neen! Dat het ft-i nut gedaan I . Ik b«n een politiek raadsel, zegt de hae,Van Bruggen verder. Dat jokt de gieie man! Hy kent P-ier C>retiaan's brochure: »Soeiaalariatocratia". Hy weet, d*t, naai my'ne tneeni: g, de »hooge boomen, waaronder ala kleiner gewas het Staatspensioen zal bloeien" er reeds zijn, Ik zie ze. Hij ziet ze voorby', die hoornen, voor 't bo eh der sociaal-democratie. Of i u de »Band voor Siaatspansionneering" eens andors broeikas noodig hetft? WaarKik niet! Hij gedyt op den kouden grond. Ei goed ook! Hij telt na l1/» j»rig bestaan 43 afdaelirge;), 3500 )fi'?en, 10 aangesloten bonden en veresiiigingen, 12 ijverige sprekers (waar onder academisch gevormde'), een maand blad, en heeft een batig saldo in kas. We staan dus roet de voeten stevig op den grond, htffvtn 't hoofd naar boven en ... wij hebben geloof! Wat iets mér is dan koele, koude, straks door anderen weggereden eerdo wetenschap zonder hoofdletter. Dar Radaitie myti dank ! PEEIO, Rjd. van De Nederl. Pensioen f ari ij. De heer Piirio is een strijdvaardig man. Hij houdt 't wei uit op den konden grond.'t Doet me genoegen, dat ook da «Band voor Staa'spensionneerirg'', al of niet in kas gekweekt, een batig kassaldo heeft verworven. Dat kan een begin zijn voor hst te vormen p?r>,sioer fonds. Dit Perio, behalve staat8pensio"ri, zich geen ander punt op z'n program kan derkf-n rtsn het openen eener correepondei.tie met do maanbtwonerp, ^ewij^t me dat ik geen ongelijk had met van schaduw te spieken. O^erigo'g herken ik in zijn schaduw-beeldspraak de mijne niet. O.er Maix, hooge boomen, politieke raadsels en wetenschap zonder hoofdletter zou wwr een artikel te maken zijn. Gjdachu'g aan (i*n raad van P.-rio om niet tegen den wsnd in te gean, zal ik dat laten. VAN BHCGOE:;. Het spreekt vac Z'-lf, weldra kwamen Andrasfy, Golugowski en de afgicomman deerde lichüng ter sprake, eu deed ik hem mijn vermoeden kennen. Itderdaad, riep hij uit, hetft u dat gevonden! Zulk een profetisch indringen ui de geheimste overieggh.'gen, zonder een door de Optnbarirg gecorrigeerde rede, l dat noe.iu ik wonderbaai! Ooi), zei ik, spreek zoo niet. J>» moet uit t, vergeten, dat wij i:U een ministerie hebben, waarvan jy die kuustdagelijk* kunt af kijkenen dan behalve Hcerus-kfik." Vn,r> Alphen, Duyrnaer van T;vist eii nog a.'idtivn bezitten we ook jou. Nu, op dit punt, gins bij gelukkig niet dieper in ; trouwens /.iyi gemoed >v;u rog te vol O'ti over ieis andf-rs te praten dan die lichtidg-hhli.rie. Och, zuchtte, _hii, wat was «hit een ouaaügüi.am'i lie^chicdei'is ! J t: htbt ze gevoed nietwaar. \'] r-i ging ik ze.fjrgeii dut (Je wei, de oproeping niet iseh;<C Inter weer d:U. ze die wel eischte, en a!-; zij ilie ei;-chte dat de lichting iJnii ook ' uwc*/ opkonit-n. en eindelijk weer, d«t. y,Vj wel liiui^ hiüven hon; en 7.00 B-.'j'gaiisius ook. Wc wisten geen raad vau 'f gedraai... n:et de maai:d, do veertien dagnn, d« wel die tjit-t geI scholden, en de wet dii- wel geschoncien uiocbr. worden. Mijn goe ioheer Brmnmeijtr, ais ik er aan denk, ban ik nog ziek er vtui. Kn wat was rlnaarbij hft erg^!e? Die Bociaïen ! iJemelsf.'lifi goedheid wat een itdividuen. Als 't Christendom het niet verbood, men 7.011 in slaat 7/iin ze te belas teren,want wi>.arl>.jk dal vevdkneu z;j ten volle. Veri-.eeld u, ze sloegen een toon aan, alsof' -'.ij liet wat'fin, dit; ons allen iu de ongeleiieidifri i bc.dden gebracht ; zij drdea hervoorkomen, al>of de heweging in het land logen het oproepi'.igsbfóluit vooral door hen \vai gewekt, eu tot kracht gedreven ; zij hielden iich en houden zich nog, alsof mijn voorstel ein aüedwonden fraaiigheiii was om het tninisti-vie ie red ion, wijl wij niet «iurfden lege:: (l-MI volks'.vtuiscli int«Eann. . E a w.-4 waa i!-.d..-r.l<iad de zauk ? Gelijk u ( bel begi'fpiii, u het gevoeld heeft, eiich! tin-/ vorder (P oefenen bleek volst.ieki, over; !>.)Vi'; bij (U-u ti"'iut;ke:t loe'tuiu! van ! ur<7pa, 'A/ie Ai'.» i ir A c-\ de Vt-reeri«de ' Ki.ile'n. Erf'l. n'i.-ton wii dut met, het vredes: pijii'cht '-Wii'!) l-'i'.'igï-ia'ii zich aanmelden, \ n Jiudeiijk" i:.- ^n dag of wut kregen we ! zekerheid; olfi-jL-us nuiai^ zoo goed a!.J ! (i'ii'.lf-yl, werd «u-.s A' dras-y's en (t >lu siii)" "f ad ' '?? ??'?.v.d'?"?mi'.tAt.... en daar stonden wü! U i!.' veriegorJieid van BarganVius en KÜy~ !; schei - :ii gaat boven niiin ? tiiaciit.' ("!1-(->i.>Vir.-. da», /ij «!on vrede niet lief i zouden hf.bb-.",;. O neen, K: xvjn even weinig i oorlogzuchtig als de Adder die op den bod< m van de Nourdiee rust. Maar hoe gevoelden zij op eens huu verautwoordehjklieid voor den tak van dienst aan hun zorgen toe vertrouwd. Oorlog of vrede, z.ei B jr^antius we moeten dezen tak van dit int toch kweeken en doen bloeien. 'Ik k>ïjg nooit een schip meer', riep Kruys. alsi iu veruvijftling; en Bergansiu^t sprak: O, hoe zoet is het nu nitêd;u E?igt.ler./.Ai g aiui te hè-ff JU, niaar wat moec er vaa b.'-t leger woiden en van de vestingen en lii.iiëi'... als vrede... vrede... vrede in .Nuord en Zuid, in Oost en West regeert...!! Toen beloofden we elkaar, d« ware re ieu, waavotsi we de lichting van 95 maar zouten thuis laten, niet publiek te maken... want wij bt;^repen, dat, werd deze bekend ... ztlf-s de vrede vojr ons vaderland in een rnnip KOU kunnen veikeeren. Dit h'tft echter ten gevolge dut het publiek in zijn omvelendhuid ons zal blijvüii verdeijker, ran voor de socialisten gezwicht te zijn ... Maar, zoo sprak hij niet de stemverhtlli ig der t-xta1»-: mijnheer Brommeijir, ik zal nivi d A t nit't aantrekken, dat is dan mijn (ifer vo',r le?er en vloot l J A, L'dunan, was mijn anfwoord, voi'zoo nobel zie ik je wel aan. Toch gHuth t mij aan mijn hart, dat ook jij MI voor 't oo^ van 't wui'te volk de dupe moet, wez«!. I« gunde j s iets beier?. Je verdient d» r, man ... Kijk eens 't 201: zonde "fijn ais j ; naam on-Ier dit geval moest lijden, l-itl l je als staatsman op n lijn mtt, Kuyp.-r en Schaepman. Kuyper heeft nu alles w u r, zijn hartje begeert. Hij noodigt zich zfit'bij keizers en koningen aan tafel; als hij w>l, eet hij morgen te Weenen of overmorgen te Petersburg van een bordje mH een kroontje van de Habsburgen of de Romn,ovvs. Kn Sohaepman wordt al grooler cu grooter. Hij mag nu met een rr.y ter op zij a hoofd op een troon zitten... eu jij? Van de Kuypers-Uiiivejsiteit ben je wc^t-jaag,); de Kootnschen lusten je maar niet; <ie amirevolutionairen laten je met je clubje aai» je lot over, en wtet ja wat ik zoo gru» ; zou zien ? nu, dat bij mijn verscheiden jij met Sim van Houten en mc-t Va i Karnebeek, als een driemavscliHp, a;;u het hoofd kondt komen te etn.-iii van <i:j groote Brorameijer-paruj. M'i h die toekomst, kerel, houd j o nije wapen onbevlekt... Daar voel ik itt-i voor... zei L .''.mai1, eu me'een vroea; hij nan mijn vr< u,v, wu.'.:1 zij haar thexi kociit, wnnt die voi;d i;ij ve. l geuriger dasi a!i« sooiigolijk vocht dat b;j elders dronk.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl