Historisch Archief 1877-1940
. 1299
DE AMSTERDAMMER
A°. 1902.
WEEKBLAD VOOK NEDEBLAND
Onder Redactie van J. DE KOO
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
en JUSTÜS YAN MAÜRIK Jr.
uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1S81 (Staatsblad No. 124).
Abonnement per 3 maanden / 1.50, fr. p. post f 1.65
Voor Indiëper jaar mail 10.
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . . . 0.121/»
Dit blad u verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard de» CapuviBes tegenover liet Grand Café, te Parijs.
Zondag 18 Mei.
Ad\iertentiën van l?5 regels / 1.10, elke regel meer. . , . . . f OJO
Reclames per regel 0.40
Aunouces uit Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland «orden «'.(sluitend aangenomen door
de firma KUDOLF MOSSE te Keulen en door alle filialen dezer firma.
I N H O V Di
VAN VERRE EN VAN NABIJ: Een Dnitsehe
kabel of een Nederlandsche in Indië? V. E O..
door Gr. B. Lalleman Jr. De opleiding voor
Indisch ambtenaar, II. (Slot), door P. C. C
Hansen Jr. - Het toepassen van slauhtmethodes
by huisdieren, door E van Gcndt. De opheffing
«ter dictatuur paragraaf in Elzss-Lotharingen.
SOCIALJB AANGELEGENHEDEN: De wijziging
der arbeidswet door C. v. D Binnenlandsche
Kolrnisatie, door Beyne. - KUNST EN
LETTEBEN: Muziek in de Hoofdstad, door Ant.
Averkamp. Schilderyter,toonstellingen, door
W. 8. De vierjaarlflksche tentoonstelling, I,
door Henri Dekking. Professor £nge» Gugel,
door J. E. van der Pek. Verweghe en zy'n
vrouw, door C. P. Brandt Tan Doorne. beoordeeld
door Th. P. Mooi Jeven, door F. W DrQver, beoor
deeld door v. H. Boekaankondiging. FEUIL
LETON: Dominee Helms. Naar het Duitseh, van
Max Dreüer, [L RECLAMES. VOOR DAMES:
Portretjes, V, door M. Constant. De handel
iu blanke slavinnen, II, (Slot), door E
KnnstHeynneman. Internationale kinderlitteratuur,
door N van Hichtum. Allerlei, door Caprice.
SCHAAKSPEL. PINANCIEELE EN
OECONOMI80HE KBONIEK, door D. Stigter. SCHETSJES:
Een huwelijkspleehtigheid. Naar het Fransen, van
Xanrof. INGEZONDEN. PEN- EN
POTLOODKRASSEN. ADVERTENTIEN.
IIIIIIIIIIIIIIIHtMIIIIIIIIIflIlHllflflIlfltUJ
Een Duitsche kabel of een
Nederlandsehe in Indië?
Toen Diplomaticus in ons blad van 20
April op de gevaren der
Duitsch-Nederlandsche telegraaf-overeenkomst voor ons
land wees, «prak hij niet voor doove ooren.
Zijn raad om niet met Duitschland een
tractaat te sluiten, dat tot groote moeilijk
heden kon leiden, waarin wij reeds dadelijk
moeiten beginnen ons zelf in onze rechten
te beperken, maar daarentegen een eigen
kabelverbinding van Java met Manilla
tot stand te brengen, vond bij velen
instemming. Ook in de Kamer werd het
blijkene het voorloopig verslag der over
weging ten zeerste waard geacht.
Ten eerste zoo lezen wij, vonden deze
leden de finaccieele voorwaarden bezwarend.
»In de tweede plaats worden gelijk men zich
voorstelde Hij de bespreking der artikelen 5 en
G Lader aan te toouen, tij het traciaat aan
Nederland verplichtingen opgelegd, welke niet
boven bedenking zijn. In de derde plaats vreesde
men, dat in de op te richten vennootschap de
Duitsche invloed overwegend zal worden. Haar
zetel zal hoogstwaarschijnlijk te Keulen geves
tigd zijn. Het kapitaal zal wel voor het grootste
gedeelte in Duitschland gevonden moeten wor
den en daarvan zal allicht het gevolg zijn, dat
niet meer dan een vierde der commissarissen
de Nederlandscbe nationaliteit zullen bezitten.
Door eene rege'iog als deze wordt, naar het
schijnt, het belang van Duilschland beter ge
diend dan dat van Nederland
Gevraagd werd, of het niet mogelijk en beter
ware een nieuwe verbinding te maken door het
leggen van eeu kabel tusschen Menado en, een
der Piiilippijnen, bijv. Cebu of Negros, welke
telegraphisch met Manilla verbonden zijn. Dan
zal san.eiiwerking met Duitschlatid otnoodig
wezen en er geen sprake behoeven te zijn van
de ver reikende in de artt. 5 en 6 vtrvatte
verplichtingen jegens Duitschland en j?gens eene
vennootschap, waarin waarschijnlijk Duitsche
invloeden overwegend zullen zijn, terwijl de
uitgaven wellicht geringer en zeker met hooger
zullen zijn. L)eze wijze van handelen scheen
te meer aa> b vtlenswaardig, waar
uitachi'oestaat op het leggen van een kabel tusschen het
Araerikaansche eiland Guam en Yokohama".
In het tijdschrift voor Nederlandsch Indi
komt, un, afl. V, een belangrijk opstel voor,
getiteld: Beschouwingen over de telegra
fische verbindingen van Nederland mei
Neder 1. Oost-Indië, door G. J. Beelenkamp,
den bekenden schrijver over post- en
telegrafie, die ook in ons blad meermalen
artikelen over dergelijke onderwerpen gaf.
In zijn uitvoerige beschouwing, van
een kaart voorzien, laat hij zich o.a. als
volgt over een eigen verbinding, via Ma
nilla met S. Francisco en via Guam naar
Yokohama uit.
tDe kabellengte (dus met inbegr'p van de
z. g. slack) tusschen .Batavia en Manilla op 1850
zeemijlen schattende en voor n zeemijl kabel
weder 2700 gulden berekenende zou de geheele
kabel dus ongeveer 5 millioen gulden kosten.
,Deze route is aanmerkelijk duurder dan die
van Batavia naar S/ïgon. Bij eene keuze noch
tans tusschen beide routes is de voorkeur wel
niet twijfelachtig.
«Uit een strategisch oogpunt beschouwd mag
een verbinding orer Manilla en San -Franc i se o
wel bijzonder sterk genoemd worden. Bij den
eventueelen aanleg van een van Engeland o, af*
hankelijke verbinding mag als zeker worden aan
genomen dal dit punt zeer zwaar zal wegen. Een
vernieling of onderbreking in tijd van oorlog
tal wel tot de onmogelijkheden behooren, waar
de landingspunten van den kabel of versterkte
plaatsen of maritieme stations zijn en de kabel,
over den afstand Manilla?San tancisoo althans,
in zeer diep water wordt gelegd. Ten einde de
volle strategische waarde te behouden is het
noodzakelijk, dat de kabel Batavia?Manilla in
rechte lijn wordt gelegd. Indien daarop niet
het volle gewicht moest vallen, zou een ver
binding via Pontianak, waardoor de
Westerafdeelirig van Borueo uit haar telegrsfi.ch isole
ment werd opgeheven wel gewenscht zijn.
Uit een politiek oogpunt zou bovengenoemde
verbinding ook zeer gewenscht zijn, omdat de
vreemde bemiddeling voor het telegrffi-ch ver
keer tusschen Moederland fn Kolonie tot een
minimum kan worden beperkt.
rOter den gebeekn afs'and tot New-York is
de verbinding zuiver Amerikaanse!), vandaar is
men vrij in de keuze der vreemde bemiddeling
welnu men neme den kabel New Yoik
St.Pierre?Brest, die het telegram over de
rechtstreeksche verbinding Parijs?Amsterdam hier
te lande zal brengen. Wil men liever geen
Frarsche, doch Duitsche bemiddeling, welnu
men nfme den kabel New-York
Azorischeeilander?Etnden vanwaar het telegram door
de rechtstreeksche verbinding Emden?Amster
dam hier te lande wordt gebracht. Wil men
Eogelscbe bemiddeling men neme een der talrijke
kabels die gelrgd zijn tusschen Amerika en
Engeland.
Een toepassing van de vermaard geworden
artikels 7 en 8 der internationale
lelegrsafovereeukomst, waardoor het telegraafverfceer of
kan worden opgeheven óf sterk aan banden kan
worden gelegd is over deze verbinding alleen
drin te vreezen voor het geval dat wij in
confl.ct kwamen met de Vereenigde Staten van
Noord Amerika.
De verbinding Batavia?Manilla waarborgt
snelle overbrenging der kabelttlegrammen.
Het aantal overLeemstations bedraagt zooals
we gezien hebben over de EugeUcte lijnen 11,
over <!e eventueel nieuwe verbinding via Si ;jon
15, rwijl het aantal over de verbinding via
Manilla?Sm Erarcisco 9 zal bedrager (Manilla
Guam?-Wake of Midw; yeiland?Houclo'ioe
SanEiarjcisco?Omaba?New York Azorische
eilanden?Emden of New-York?Brest?Parijs
of New-York?Valentia?Loudei), over de door
de Regeering beoogde verbinding vermoedelijk 12
(Batavia Landaugan?Bsi-djermaasin
alikpapan?Menado?Guam en vtrder als bovet).
«?Nu zal de kabel Manilla?San Francisco van
uit het eilandje Gnam zeer waarschijnlijk een
vertakking krijgen raar Yoktihama, vanwaar
de telegrammen dan verder ov«r
AziatischRusland geleid kunnen woraen. Het spreekt
van zelve dat de verbisding Batavia?Manilla
daardoor nog zeer in belangrijkheid zou winre.n,
omdat wij dan twee vaii E'geland enafhaukelijke
verbindingen met het moeder'and zouden ver
krijgen."
«-Wat de tarieven be'reft deze zullen ever
deze verbinding minstens gelijk zijn aan die over
de Engels che lijnen.'"
Bovendien kan de kabelmaatschappij, die
eventueel gevormd zou worden etu zuiver
Nederlanduch karakter dragen; is vreemde mmerging
dus uitgesloten en kan vreemd kapitaal worden
geweerd.
//Niet te onderschatten voordeelen dunkt ots".
Voorts betoogt de heer Beelenkamp dat
deze kabel geen gouvernementskabel zal
kunnen zijn, doch gelegd en geëploiteerd
moet worden door een kabelmaatschappij.
Aan een gouvernemeritskabel zal door de
Amerikaansche regeenr g het landingsrecht op de
PhillippiJESche eilanden geweigerd moeten wor
den. Zoo werd door de Amenkaansehe regeericg
aan de Duitscbe regeering als regeering het lan
dingsrecht geweigerd voer den Duuschen kabel
tusschen Einden?Azorische eilaud;n
NswYork. Wel kon dit recht verkregen worden voor
een Duitsche maatschappij de Deuische At
lantische TelegrapaetgesellscLaft." De be
ambten van die maatschappij moeten volgens
de Amerikaansche wet van Amerikaacsche
nationaliteit zijn. Evenzoo van Frankrijk. Bij
de overeenkomst gesloten te Parijs den 19 De
cember 1S90 tusschen de Frsusclie Regeering
en de «Anglo-American elegrapii Compary"
waarrij aan deze maatschappij hef landingsrecht
werd verleend voor een kabel tusschen BeacLy
Head (Engeland) en een punt in de nabijheid
van Havre ter vervanging van dfn kabel vtn
Brignogan naar Salcombe wordt bij art. 10 be
paald dat de beambten van deze Eagelsche
maatschappij te Harre van Fransche
natiora!;teit moeten zijr."
In verband met het hier genoemde laten
wij nog volgen deze opmerkingen uit het
voorloopig Verslag :
Art. 5. In dit artikel wordt aan de op te
richten vennootschap het landingsrecht in Neder
landsch-Indiëverzekerd voor telegraafverbin
dingen in westelijke richting met toezeggii g van
vergunning tot verbinding der westelijke kabels
aan haar net door transitkabels en tot verhuring,
ter exploitatie met eigen toestellen en personeel,
van draden aan landlijnen tot verbind ng tusschen
de transitkabels."
Verscheidene leden hadden tegen de hier aan
Nederland opgelegde verplichtingen ernstig be
zwaar. Zij zagen daarin een inbreuk op de
souvereiniteitsrechlen van Nederland, vooral nu
hier niet is overgenomen de bepaling, voorko
mende in het tweede lid van art. 3, en het
recht om desverlangd (e allen tijde de bediening
van toestellen, als bedoeld in het tweede lid,
op het gebied van Indië, door eigen ambtenaren
te doen geschieden, niet aan Nederland is
voorbebouden. Ojk werd de vrees geuit, dat deze
bepalingen wel eens tot internationale verwikke
lingen aanleiding zouden kunnen geven.
Sommigen begrepen niet, hoe de Regeering er toe ge
komen is thans deze concess en tegenover
Duitschland te doen. Had men die verschoven
tot eene latere gelegenheid, dan had, raar men
meende, althans eene contra-concessie bedongen
kunnen worden."
Al wil de heer Beelenkamp het
regeeringsontwerp niet »aan eenigerlei kritiek
onderwerpen;" en zou het z. i. over
weging verdienen, om een Batavia-Manilla
lijnen de thans voorgestelde beide ter uit
voering aan te riemen (twee lijnen zijn
z. i. nog beter dan n) de eerstgenoemde
lijn is die welke hij het meest begeert.
cE-n dergelijke vtilige meest onaantastbare
verbinding verkrijgt me^ door een rechltlreeksche
kabelverbinding van Batavia naar MaLÜI»."
*
Dit wetsontwerp getuigt van een onbe
grijpelijke luchtbartigheid.
Zelden, dunkt ons, werden de hoogste
belangen zoo onnoodig in gevaar gebracht.
Welk een kind zou men moeten zijn
om niet in te zien, dat het contract
tusfcchcn den reus en den dwerg gesloten, den
laatste moet overleveren aan den drang
en den dwang, zoodra dezen noodig worden
geoordeeld. Welke concessie werd ooit
verleend, waaruit niet quaesties voort
sproten, zoodat de eenmaal bevoorrechte
mitbruik van zijn positie kon maken? En als
die begunstigde in dit geval een mogendheid
is, meer dan al de anderen te samen om
kolonies verlegen, op het verkrijgen van
nieuw afzet gebied tuk.
Zonderlinge politiek! Om niet van En
geland uitsluitend afhankelijk in het
telegrafeeren te zijn in tijden van gevaar
zal men Duitschland binnenhalen, rech
ten toestaan op ons erf. Maar wie denkt
er aan dat Engeland thans een gevaar
voor onze koloniën zou zijn of worden....
Engeland, dat meer bezit dan het
behe<ren kan?
De politieke toestand van Europa, en
ook van Europa ten op'.ichte van Azië, is
van dien aard, dat de groote mogend
heden elkander niet durven beoorlogen.
Door de hoog opgevoerde wapeningen in
levende en doode weermiddelen, bij het
steeds meer alle inspanning vorderend
streven om economisch staande te blijven
of nog vooruit te gaan, waagt geen enkel
het, met of zonder twee- of driebonden, het
zwaard te trekken. !>-; gevolgen zouden
niet te berekenen zijn. <>\n} ziet men dan
j ook alleen pogingen, om datgene te
be: machtigen, wat buiten den kring der grooten
' ligt, of' om bij minnelijke schikking samen
l denbuitteverdeelen. N ooit hebben eie kleine
Staten een gevaarlijker tijd beleefd dan
j thanf, nu bij de leger-en vlootorganisaties
i der groole Mogendheden hun
dtfeusieI vermogen volstrtkt or,beduidend is, en de
politiek der machtigen, die elkander moeten
1 ontzien, een echte expansie politiek is
ge. worden, vooral behterscht door
overwegingen van economiechen aard. En nu is
het niet te voorspellen welke plannen de
grcote Mogendheden order zekere omstan
digheden zullen vormen, om, elkander
schadeloosstellende, zich ook van de
Nederlandsche koloniën meester te maken, maar
om met het oog op zulke mogelijkheden
steun te gaan zoeken bij DuitscbJand den
hongerigste van allen die op koloniën zijn
belust - het schijnt inderdaad een
paskwil. Komt het eenmsal werkelijk zeló
ver, dat de Engehche kabel voor ons niet
bruikbaar is welke complicaties zouden
daaraan niet vooraf moeten zijn gegaan,
en hoe groot of hoe gering is de waar
schijnlijkheid, dat men in zulk een lijd op
de Duitsche zou kunnen rekenen ? Daar
gelaten dan nog de vraag of Nederland i
in lijden van gevaar over 't algemeen bijzon
der veel nut van eenigen kabel zal hebben,
daar bij een aanval van een groote mogend
heid het toch den tijd en de middelen
zou missen om zijn defensiemacht in Indi
te versterken. Doch meent men inderdaad,
dat een telegrafische gemeenschap anders
dan langs den Engelschen kabel in tijden
van ijevaar noodig is, hoe zal men
zoo kortzichtig wezen een Duiluclie ver
binding te kiezen, als een eigrn kabel, in
aansluiting met de Amerikaan f che, te ver
krijgen is? In welken Staat, die prijs stelt
op zijn ongerepte vrijheid van handelen
op eigen terrein, op zijn waardigheid, op
zijn rust en veiligheid, vindt men zoo
iets uit?
Is dit voorstel nu de vrucht van Kuypers
diplomatie in samenwerking met zijn vriend
Asch v. Wijck ? Een daad zonder ook
maar een enkele gewichtige reden ter ver
ontschuldiging te kunnen bijbrengen; een
stap, welke alleen geoorloofd zou zijn in
den uitersten nood. Een stap, tevens de
eerste stap op den weg, die in de toekomst
leidt tot een verzwakking van onze onaf
hankelijkheid tegenover het machtig Rijk,
dat door zijn ligging en staathuishoud
kundige gesteldheid voor het zwakke Neder
land een gevaarlijke nabuur verdient te
heeten.
En dat in dezen tijd, nu men telkens
luider stemmen hoort weerklinken, die
verraden, hoe men in Duitschland maar
altijd door aan Nederland en zijn koloniën
denkt, en Germania al hartelijker en
hartelijker naar het kleine, gezegende
vriendje verlangt.
(Slot volgt).
Y. E. O.
Wat zal het worden? Mazeltjes,
waterpokjes of rood vonk? Er is nog al verhoo
ging van temperatuur en hier en daar
zijn er verdachte vlekjes.
V. E. O , nog in de luiers, begint al aan
de kinderziekten te lijden. De heer B.
de Greve heeft in zijn artikeltje van 16
April 11. de diagnose opgemaakt.
Had dat artikeltje niet een eindindruk
bij mij achtergelaten van een bescheiden
reclame voor een organisatie, die hem
blijkbaar na aan het harte ligt en waarvan
waarschijnlijk ook veel heil voor ons
onderwijs is te wachten, dan had ik hem
onmiddellijk mijn naamkaartje gezonden
met een: met vriendelijken dank.
Dien dank breng ik hem bij nader inzien
rog, daar ik meen, dat het inderdaad goed
is, dat die diagnose is opgemaakt.
Verontrustend is de toestand wel niet
maar het is toch noodig, dat de kleine
nauwlettend geobserveerd ec goed verzorgd
wordt, wil de kcorts, waarvan de verhoogde
temperatuur getuigt, haar niet te veel
aanpakken.
Ik vind den toestand niet verontrustend,
omdat mijn ervaring mij heeft geleerd,
dat bij de metste hervormingen op onder
wijsgebied er in den beginne altijd een
zekere koortsachtigheid te constateeren
viel, die evenwel geleidelijk verminderde
en eindelijk tot staan kwam, terwijl dan
bleek, dat de vermeerderde zorg, die aan
de(n) patient(e gewijd was, hem of haar (en
goede was gekomen.
Koortsachtig hoog gespannen verwach
ting bij de beweging voor steilschrift,
voor schoolwardelingen, siöjd,
Berlitzmethode. Die koortsachtige spanning is
bedaard en, al zitten nu nog niet alle
kinderen kaarsrecht bij het schrijven,
al zijn rog niet alle kinderen even
vingervaardig, al spreken allen nog riet
vloeiend Fransch, Engelsch en Duitseh,
toch wordt er meer dan vroeger op de
houding der klederen gel^t, (och wordt
er meer waarde gehecht aan de oefening
van oog en hard, tccht word bij het
taalonderwijs meer de nadruk gelegd op
de praktische taal en is de grammaire
wat meer in een hoekje gedrongen.
V. E. O. nu maakt al heel spoedig de |
mazel- en roodvonkperiode door. We j
willen hopen, dat de storingen niet te
sterk zijn en zij, na een zorgvuldige verple
ging, binnen niet te langen tijd van een |
ferme zuigelinge, zooals zij tot nu toe be- l
loofde te zullen zijn, geleidelijk moge )
opgroeien tot een gezonde stevige deerne |
met bloed in de aderen, om daarna te l
worden een kranige vrouw, die heel wat j
uit den weg zal kunnen zetten. Want j
V. E. O. zal inderdaad, als zij haar plicht i
vervult, heel wat uit, den weg te zetten j
hebben.
Al ga ik nu wel mcêmet den
kalmeerenden toon van den heer de Greve, waar
hij den heer Blink toevoegt, dat het nu
nog uiet aód erg is met ons onderwijs, dat i
wij ons onder den druk van ons onder- j
wijssysteem nog niet bepaald als diep
rampzalig hebben te beschouwen, toch
meen ik, dat er heel wat te vervormen valt.
't Is toch een foit, om maar eenige
dingen te noemen: dat voor onze O en 7
jarige kinderen eene gewichtige keuze
moet gedaan worden tusschen Uitgebreid l
Lager Onderwijs en Meer Uitgebreid Lager j
Onderwijs; !
dat in de meeste scholen de C jarige
kleuters 5 a G uur per dag aan de school
banken geketend zijn ;
dat in de hoogere klassen der meeste
voorbereidende scholen bij ~> a G
uur
onderwijs in de school nog l & 2 uur
huiswerk komt, plus veelal nog eenige
uren privaat onderwijs;
df.t de voorbereidende school prepareert
voor een admis&ie-fxamen;
dat voor 12 en 13 jarigen een beslis
sende keuze moet gedaan worden tusschen
Meer Uitgebreid Lager Onderwijs, Hoogere
Burgerschool met 3 jarigen cursus, Hoo
gere Burgerschool met 5 jarigen curfus
of Gymnasium, een keuze te doen zonder
den minsten grond;
dat het lot der!2 en 13 jarigen afhangt
van eenige uren examen afgenomen door
vreemden ;
dat de invloed van hen, die de 12 en
13 jarigen kennen, gelijk nul of uiterst
gering is, omdat contact tusschen onder
wijzer en leeraar bijna niet of geheel niet
bestaat;
dat de overgang van Lager tot Middelbaar
onderwijs velen doet sneuvelen;
dat 30 a 40 pCt. van de toegelatenen op
Hoogere Burgerschool of Gymnasium in't
eerste.jaar bezwijken;
dat van de toegelatenen slechts 30 tl 40
pCt. het einddoel, het diploma, bereiken;
dat de periode jvan 12 tot 18 jaar op
Hoogere Burgerschool of Gymnasium door
gebracht is een dolle steeple-chase over
repetities, overgangs- en eindexamens door
allerlei gebied van wetenschap enkennie;
dat in de laatste jaren vooral te veel
van de leerlingen wordt gevergd;
dat de studielust verdwijnt en plaats
maakt voor voldaan zijn met half en opper
vlakkig weten;
dat contact tusschen ouders en leeraren
bijna niet bestaat;
dat ouders door onverstand, dwazen
trots, verkeerd inzicht, groote zonden plegen
tegenover hun kinderen;
. dat: aan ons onderwijs nog enorm veel
te verbeteren valt.
Allen kennen de gebreken. Jaren en
jaren lang is er op gewezen, zondtr resul
taat. Wij verkeeren nu in een stadium
van wijziging. Er wordt op' aangedron
gen die gebreken op te heffen en er
wordt aan gewerkt, ->getuige o. a. de
facultatiefstelling der admissie-examens aan de
Rijks Hoogere Burgerscholen, de verande
ring van het programma der eind-examens
der Hoogere Burgerscholen met 5 jarigen
curcus, volgens mij voor de talen eene
gewichtige verbetering:
Nu komt V. E. O. mede een stoot geven
in een richting, die allen willen, zooals
blijkt uit de veelvuldige uitingen, tot zelfs
van hen, die zich nu nog-achteraf houden
en de beweging min of meer mtt achter
docht gade slaan.
Dat bij de eerste opwinding, die te ver
mijden ware geweest, maar die er nu een
maal is, in het vuur der improvisatie wel
eens een heel dik woord wordt gesproken,
dat de pen wel eens heel dikke spatten
maakt, dat is jammer, maar is nu toch
zoo heel erg niet.
Werkelijk de bezadigden kunnen nog
gerust zijn. Vooreerst zullen de hèeren
leeraren niet maar 2 uur les per dag hebben
te geven ; er zal vooreerst nog niet worden
geëifcht, dat alle schooüokalen zonder goede
speelplaatsen en speelzalen, zullen worden
afgebroken; de kinderen zullen vooreerst
nog niet om l uur 's middags weer aan de
ouderlijke zorg worden teruggegeven. Zoo
ver zijn wij rlbg niet, eu zul.'en wij ook
nooit komen, hoop ik. De vervorming van
ons onderwijsstelsel zal ons dat alles niet
geven. Te dien opzichte ben ik volkomen
gerust. V. E. O., uoch welke vereeniging
ook, zal ons binnen een afzienbaren tijd
zoo ver brengen. Maar wel kan V. E. O. veel
goed doen. Er zijn zooveel gebreken, die op
geheven kunnen worden zelfs zonder groote
omkeeringer, zonder groote opofferingen,
zonder totale revolutie, alleen bij onderlinge
overeenstemming, bij toenadering, bij het
kweeken van goeden wil, het zich geven
voor de goede zaak, verbetering van ons
onderwijs. Aan de opheffing dier gebreken
voor zooverre dat menschelijker wijze en ik
zou bijna zeggen maatschappelijker wijze
mogelijk is, aan die opheffing kan V. E. O.
mi dewerken.
Of nu juist V. E. O. reeds op praktische
resultaten kan wijzen? Ik weet het niet,
inaar wel weet ik, dat hier en daar reeds
in de geest van wat V, E. O. wil, ver
anderd wordt.
V. E. O. zal inderdaad krachtig mede
werken in de richting, die ik mij veroorloof
de goede richting te noemen, indien het
wordt eene vereeniging waar ouders, onder
wijzers en medici elkaar ontmoeten, voor
lichten, leeren kennen, de handen in elkaar
slaan, de belangen der schooljeugd
bespreken, de gebreken in de opvoeding
onder de oogen zien en met de noodige
bezadigdheid de middelen toepassen, die
kunnen diëten tot bestrijding diergebreken.
Daarom zou ik willen zeggen tot de
omstanders: vergeeft den enthousiasten
hun misschien al te grooten ijver, laat
om een enkelen overdr&ven eiech het goede,
dat er in het streven zit, niet uit het oog
verloren worden en blijft niet ter zijde
staan, vormt niet la galerie, maar treedt
ook in den kring, doet mee; misschien
remt gij dan wel, waar gij meent, dat het
al te hard gaat.
G. B. LALLEMAN JR.
Rotterdam, 7 Mei 1002.
* *
*
Aan den heer O. B. Lalleman Jr.
In mijn jonge jaren diende ik den lande
als kanonnier. Uit dien tijd herinner ik
mij nog levendig het commando Legt aan
den remschoen. Onze »opper" nu was een
heldere kop, hij wist zeer goed wanneer
hij de rollende wrijving van de affuitraden
in een sleepende moest veranderen. Nooit
anders, ik verzeker het u, heb ik hem dit
bevel hooren geven dan op het kritieke
oogenblik, dat wij de helling dreigden af
te glijden.
Hoe V. E. O. tegen de helling op moet
komen? Wel werp dan elk remtuig weg;
praat niet te veel, maar kies een juisten
weg. Hierover een volgende week verder.
B. DE GREVE.