De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 18 mei pagina 1

18 mei 1902 – pagina 1

Dit is een ingescande tekst.

. 1299 DE AMSTERDAMMER A°. 1902. WEEKBLAD VOOK NEDEBLAND Onder Redactie van J. DE KOO Dit nummer bevat een bijvoegsel. en JUSTÜS YAN MAÜRIK Jr. uitgevers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam. Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1S81 (Staatsblad No. 124). Abonnement per 3 maanden / 1.50, fr. p. post f 1.65 Voor Indiëper jaar mail 10. Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar . . . . . 0.121/» Dit blad u verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard de» CapuviBes tegenover liet Grand Café, te Parijs. Zondag 18 Mei. Ad\iertentiën van l?5 regels / 1.10, elke regel meer. . , . . . f OJO Reclames per regel 0.40 Aunouces uit Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland «orden «'.(sluitend aangenomen door de firma KUDOLF MOSSE te Keulen en door alle filialen dezer firma. I N H O V Di VAN VERRE EN VAN NABIJ: Een Dnitsehe kabel of een Nederlandsche in Indië? V. E O.. door Gr. B. Lalleman Jr. De opleiding voor Indisch ambtenaar, II. (Slot), door P. C. C Hansen Jr. - Het toepassen van slauhtmethodes by huisdieren, door E van Gcndt. De opheffing «ter dictatuur paragraaf in Elzss-Lotharingen. SOCIALJB AANGELEGENHEDEN: De wijziging der arbeidswet door C. v. D Binnenlandsche Kolrnisatie, door Beyne. - KUNST EN LETTEBEN: Muziek in de Hoofdstad, door Ant. Averkamp. Schilderyter,toonstellingen, door W. 8. De vierjaarlflksche tentoonstelling, I, door Henri Dekking. Professor £nge» Gugel, door J. E. van der Pek. Verweghe en zy'n vrouw, door C. P. Brandt Tan Doorne. beoordeeld door Th. P. Mooi Jeven, door F. W DrQver, beoor deeld door v. H. Boekaankondiging. FEUIL LETON: Dominee Helms. Naar het Duitseh, van Max Dreüer, [L RECLAMES. VOOR DAMES: Portretjes, V, door M. Constant. De handel iu blanke slavinnen, II, (Slot), door E KnnstHeynneman. Internationale kinderlitteratuur, door N van Hichtum. Allerlei, door Caprice. SCHAAKSPEL. PINANCIEELE EN OECONOMI80HE KBONIEK, door D. Stigter. SCHETSJES: Een huwelijkspleehtigheid. Naar het Fransen, van Xanrof. INGEZONDEN. PEN- EN POTLOODKRASSEN. ADVERTENTIEN. IIIIIIIIIIIIIIIHtMIIIIIIIIIflIlHllflflIlfltUJ Een Duitsche kabel of een Nederlandsehe in Indië? Toen Diplomaticus in ons blad van 20 April op de gevaren der Duitsch-Nederlandsche telegraaf-overeenkomst voor ons land wees, «prak hij niet voor doove ooren. Zijn raad om niet met Duitschland een tractaat te sluiten, dat tot groote moeilijk heden kon leiden, waarin wij reeds dadelijk moeiten beginnen ons zelf in onze rechten te beperken, maar daarentegen een eigen kabelverbinding van Java met Manilla tot stand te brengen, vond bij velen instemming. Ook in de Kamer werd het blijkene het voorloopig verslag der over weging ten zeerste waard geacht. Ten eerste zoo lezen wij, vonden deze leden de finaccieele voorwaarden bezwarend. »In de tweede plaats worden gelijk men zich voorstelde Hij de bespreking der artikelen 5 en G Lader aan te toouen, tij het traciaat aan Nederland verplichtingen opgelegd, welke niet boven bedenking zijn. In de derde plaats vreesde men, dat in de op te richten vennootschap de Duitsche invloed overwegend zal worden. Haar zetel zal hoogstwaarschijnlijk te Keulen geves tigd zijn. Het kapitaal zal wel voor het grootste gedeelte in Duitschland gevonden moeten wor den en daarvan zal allicht het gevolg zijn, dat niet meer dan een vierde der commissarissen de Nederlandscbe nationaliteit zullen bezitten. Door eene rege'iog als deze wordt, naar het schijnt, het belang van Duilschland beter ge diend dan dat van Nederland Gevraagd werd, of het niet mogelijk en beter ware een nieuwe verbinding te maken door het leggen van eeu kabel tusschen Menado en, een der Piiilippijnen, bijv. Cebu of Negros, welke telegraphisch met Manilla verbonden zijn. Dan zal san.eiiwerking met Duitschlatid otnoodig wezen en er geen sprake behoeven te zijn van de ver reikende in de artt. 5 en 6 vtrvatte verplichtingen jegens Duitschland en j?gens eene vennootschap, waarin waarschijnlijk Duitsche invloeden overwegend zullen zijn, terwijl de uitgaven wellicht geringer en zeker met hooger zullen zijn. L)eze wijze van handelen scheen te meer aa> b vtlenswaardig, waar uitachi'oestaat op het leggen van een kabel tusschen het Araerikaansche eiland Guam en Yokohama". In het tijdschrift voor Nederlandsch Indi komt, un, afl. V, een belangrijk opstel voor, getiteld: Beschouwingen over de telegra fische verbindingen van Nederland mei Neder 1. Oost-Indië, door G. J. Beelenkamp, den bekenden schrijver over post- en telegrafie, die ook in ons blad meermalen artikelen over dergelijke onderwerpen gaf. In zijn uitvoerige beschouwing, van een kaart voorzien, laat hij zich o.a. als volgt over een eigen verbinding, via Ma nilla met S. Francisco en via Guam naar Yokohama uit. tDe kabellengte (dus met inbegr'p van de z. g. slack) tusschen .Batavia en Manilla op 1850 zeemijlen schattende en voor n zeemijl kabel weder 2700 gulden berekenende zou de geheele kabel dus ongeveer 5 millioen gulden kosten. ,Deze route is aanmerkelijk duurder dan die van Batavia naar S/ïgon. Bij eene keuze noch tans tusschen beide routes is de voorkeur wel niet twijfelachtig. «Uit een strategisch oogpunt beschouwd mag een verbinding orer Manilla en San -Franc i se o wel bijzonder sterk genoemd worden. Bij den eventueelen aanleg van een van Engeland o, af* hankelijke verbinding mag als zeker worden aan genomen dal dit punt zeer zwaar zal wegen. Een vernieling of onderbreking in tijd van oorlog tal wel tot de onmogelijkheden behooren, waar de landingspunten van den kabel of versterkte plaatsen of maritieme stations zijn en de kabel, over den afstand Manilla?San tancisoo althans, in zeer diep water wordt gelegd. Ten einde de volle strategische waarde te behouden is het noodzakelijk, dat de kabel Batavia?Manilla in rechte lijn wordt gelegd. Indien daarop niet het volle gewicht moest vallen, zou een ver binding via Pontianak, waardoor de Westerafdeelirig van Borueo uit haar telegrsfi.ch isole ment werd opgeheven wel gewenscht zijn. Uit een politiek oogpunt zou bovengenoemde verbinding ook zeer gewenscht zijn, omdat de vreemde bemiddeling voor het telegrffi-ch ver keer tusschen Moederland fn Kolonie tot een minimum kan worden beperkt. rOter den gebeekn afs'and tot New-York is de verbinding zuiver Amerikaanse!), vandaar is men vrij in de keuze der vreemde bemiddeling welnu men neme den kabel New Yoik St.Pierre?Brest, die het telegram over de rechtstreeksche verbinding Parijs?Amsterdam hier te lande zal brengen. Wil men liever geen Frarsche, doch Duitsche bemiddeling, welnu men nfme den kabel New-York Azorischeeilander?Etnden vanwaar het telegram door de rechtstreeksche verbinding Emden?Amster dam hier te lande wordt gebracht. Wil men Eogelscbe bemiddeling men neme een der talrijke kabels die gelrgd zijn tusschen Amerika en Engeland. Een toepassing van de vermaard geworden artikels 7 en 8 der internationale lelegrsafovereeukomst, waardoor het telegraafverfceer of kan worden opgeheven óf sterk aan banden kan worden gelegd is over deze verbinding alleen drin te vreezen voor het geval dat wij in confl.ct kwamen met de Vereenigde Staten van Noord Amerika. De verbinding Batavia?Manilla waarborgt snelle overbrenging der kabelttlegrammen. Het aantal overLeemstations bedraagt zooals we gezien hebben over de EugeUcte lijnen 11, over <!e eventueel nieuwe verbinding via Si ;jon 15, rwijl het aantal over de verbinding via Manilla?Sm Erarcisco 9 zal bedrager (Manilla Guam?-Wake of Midw; yeiland?Houclo'ioe SanEiarjcisco?Omaba?New York Azorische eilanden?Emden of New-York?Brest?Parijs of New-York?Valentia?Loudei), over de door de Regeering beoogde verbinding vermoedelijk 12 (Batavia Landaugan?Bsi-djermaasin alikpapan?Menado?Guam en vtrder als bovet). «?Nu zal de kabel Manilla?San Francisco van uit het eilandje Gnam zeer waarschijnlijk een vertakking krijgen raar Yoktihama, vanwaar de telegrammen dan verder ov«r AziatischRusland geleid kunnen woraen. Het spreekt van zelve dat de verbisding Batavia?Manilla daardoor nog zeer in belangrijkheid zou winre.n, omdat wij dan twee vaii E'geland enafhaukelijke verbindingen met het moeder'and zouden ver krijgen." «-Wat de tarieven be'reft deze zullen ever deze verbinding minstens gelijk zijn aan die over de Engels che lijnen.'" Bovendien kan de kabelmaatschappij, die eventueel gevormd zou worden etu zuiver Nederlanduch karakter dragen; is vreemde mmerging dus uitgesloten en kan vreemd kapitaal worden geweerd. //Niet te onderschatten voordeelen dunkt ots". Voorts betoogt de heer Beelenkamp dat deze kabel geen gouvernementskabel zal kunnen zijn, doch gelegd en geëploiteerd moet worden door een kabelmaatschappij. Aan een gouvernemeritskabel zal door de Amerikaansche regeenr g het landingsrecht op de PhillippiJESche eilanden geweigerd moeten wor den. Zoo werd door de Amenkaansehe regeericg aan de Duitscbe regeering als regeering het lan dingsrecht geweigerd voer den Duuschen kabel tusschen Einden?Azorische eilaud;n NswYork. Wel kon dit recht verkregen worden voor een Duitsche maatschappij de Deuische At lantische TelegrapaetgesellscLaft." De be ambten van die maatschappij moeten volgens de Amerikaansche wet van Amerikaacsche nationaliteit zijn. Evenzoo van Frankrijk. Bij de overeenkomst gesloten te Parijs den 19 De cember 1S90 tusschen de Frsusclie Regeering en de «Anglo-American elegrapii Compary" waarrij aan deze maatschappij hef landingsrecht werd verleend voor een kabel tusschen BeacLy Head (Engeland) en een punt in de nabijheid van Havre ter vervanging van dfn kabel vtn Brignogan naar Salcombe wordt bij art. 10 be paald dat de beambten van deze Eagelsche maatschappij te Harre van Fransche natiora!;teit moeten zijr." In verband met het hier genoemde laten wij nog volgen deze opmerkingen uit het voorloopig Verslag : Art. 5. In dit artikel wordt aan de op te richten vennootschap het landingsrecht in Neder landsch-Indiëverzekerd voor telegraafverbin dingen in westelijke richting met toezeggii g van vergunning tot verbinding der westelijke kabels aan haar net door transitkabels en tot verhuring, ter exploitatie met eigen toestellen en personeel, van draden aan landlijnen tot verbind ng tusschen de transitkabels." Verscheidene leden hadden tegen de hier aan Nederland opgelegde verplichtingen ernstig be zwaar. Zij zagen daarin een inbreuk op de souvereiniteitsrechlen van Nederland, vooral nu hier niet is overgenomen de bepaling, voorko mende in het tweede lid van art. 3, en het recht om desverlangd (e allen tijde de bediening van toestellen, als bedoeld in het tweede lid, op het gebied van Indië, door eigen ambtenaren te doen geschieden, niet aan Nederland is voorbebouden. Ojk werd de vrees geuit, dat deze bepalingen wel eens tot internationale verwikke lingen aanleiding zouden kunnen geven. Sommigen begrepen niet, hoe de Regeering er toe ge komen is thans deze concess en tegenover Duitschland te doen. Had men die verschoven tot eene latere gelegenheid, dan had, raar men meende, althans eene contra-concessie bedongen kunnen worden." Al wil de heer Beelenkamp het regeeringsontwerp niet »aan eenigerlei kritiek onderwerpen;" en zou het z. i. over weging verdienen, om een Batavia-Manilla lijnen de thans voorgestelde beide ter uit voering aan te riemen (twee lijnen zijn z. i. nog beter dan n) de eerstgenoemde lijn is die welke hij het meest begeert. cE-n dergelijke vtilige meest onaantastbare verbinding verkrijgt me^ door een rechltlreeksche kabelverbinding van Batavia naar MaLÜI»." * Dit wetsontwerp getuigt van een onbe grijpelijke luchtbartigheid. Zelden, dunkt ons, werden de hoogste belangen zoo onnoodig in gevaar gebracht. Welk een kind zou men moeten zijn om niet in te zien, dat het contract tusfcchcn den reus en den dwerg gesloten, den laatste moet overleveren aan den drang en den dwang, zoodra dezen noodig worden geoordeeld. Welke concessie werd ooit verleend, waaruit niet quaesties voort sproten, zoodat de eenmaal bevoorrechte mitbruik van zijn positie kon maken? En als die begunstigde in dit geval een mogendheid is, meer dan al de anderen te samen om kolonies verlegen, op het verkrijgen van nieuw afzet gebied tuk. Zonderlinge politiek! Om niet van En geland uitsluitend afhankelijk in het telegrafeeren te zijn in tijden van gevaar zal men Duitschland binnenhalen, rech ten toestaan op ons erf. Maar wie denkt er aan dat Engeland thans een gevaar voor onze koloniën zou zijn of worden.... Engeland, dat meer bezit dan het behe<ren kan? De politieke toestand van Europa, en ook van Europa ten op'.ichte van Azië, is van dien aard, dat de groote mogend heden elkander niet durven beoorlogen. Door de hoog opgevoerde wapeningen in levende en doode weermiddelen, bij het steeds meer alle inspanning vorderend streven om economisch staande te blijven of nog vooruit te gaan, waagt geen enkel het, met of zonder twee- of driebonden, het zwaard te trekken. !>-; gevolgen zouden niet te berekenen zijn. <>\n} ziet men dan j ook alleen pogingen, om datgene te be: machtigen, wat buiten den kring der grooten ' ligt, of' om bij minnelijke schikking samen l denbuitteverdeelen. N ooit hebben eie kleine Staten een gevaarlijker tijd beleefd dan j thanf, nu bij de leger-en vlootorganisaties i der groole Mogendheden hun dtfeusieI vermogen volstrtkt or,beduidend is, en de politiek der machtigen, die elkander moeten 1 ontzien, een echte expansie politiek is ge. worden, vooral behterscht door overwegingen van economiechen aard. En nu is het niet te voorspellen welke plannen de grcote Mogendheden order zekere omstan digheden zullen vormen, om, elkander schadeloosstellende, zich ook van de Nederlandsche koloniën meester te maken, maar om met het oog op zulke mogelijkheden steun te gaan zoeken bij DuitscbJand den hongerigste van allen die op koloniën zijn belust - het schijnt inderdaad een paskwil. Komt het eenmsal werkelijk zeló ver, dat de Engehche kabel voor ons niet bruikbaar is welke complicaties zouden daaraan niet vooraf moeten zijn gegaan, en hoe groot of hoe gering is de waar schijnlijkheid, dat men in zulk een lijd op de Duitsche zou kunnen rekenen ? Daar gelaten dan nog de vraag of Nederland i in lijden van gevaar over 't algemeen bijzon der veel nut van eenigen kabel zal hebben, daar bij een aanval van een groote mogend heid het toch den tijd en de middelen zou missen om zijn defensiemacht in Indi te versterken. Doch meent men inderdaad, dat een telegrafische gemeenschap anders dan langs den Engelschen kabel in tijden van ijevaar noodig is, hoe zal men zoo kortzichtig wezen een Duiluclie ver binding te kiezen, als een eigrn kabel, in aansluiting met de Amerikaan f che, te ver krijgen is? In welken Staat, die prijs stelt op zijn ongerepte vrijheid van handelen op eigen terrein, op zijn waardigheid, op zijn rust en veiligheid, vindt men zoo iets uit? Is dit voorstel nu de vrucht van Kuypers diplomatie in samenwerking met zijn vriend Asch v. Wijck ? Een daad zonder ook maar een enkele gewichtige reden ter ver ontschuldiging te kunnen bijbrengen; een stap, welke alleen geoorloofd zou zijn in den uitersten nood. Een stap, tevens de eerste stap op den weg, die in de toekomst leidt tot een verzwakking van onze onaf hankelijkheid tegenover het machtig Rijk, dat door zijn ligging en staathuishoud kundige gesteldheid voor het zwakke Neder land een gevaarlijke nabuur verdient te heeten. En dat in dezen tijd, nu men telkens luider stemmen hoort weerklinken, die verraden, hoe men in Duitschland maar altijd door aan Nederland en zijn koloniën denkt, en Germania al hartelijker en hartelijker naar het kleine, gezegende vriendje verlangt. (Slot volgt). Y. E. O. Wat zal het worden? Mazeltjes, waterpokjes of rood vonk? Er is nog al verhoo ging van temperatuur en hier en daar zijn er verdachte vlekjes. V. E. O , nog in de luiers, begint al aan de kinderziekten te lijden. De heer B. de Greve heeft in zijn artikeltje van 16 April 11. de diagnose opgemaakt. Had dat artikeltje niet een eindindruk bij mij achtergelaten van een bescheiden reclame voor een organisatie, die hem blijkbaar na aan het harte ligt en waarvan waarschijnlijk ook veel heil voor ons onderwijs is te wachten, dan had ik hem onmiddellijk mijn naamkaartje gezonden met een: met vriendelijken dank. Dien dank breng ik hem bij nader inzien rog, daar ik meen, dat het inderdaad goed is, dat die diagnose is opgemaakt. Verontrustend is de toestand wel niet maar het is toch noodig, dat de kleine nauwlettend geobserveerd ec goed verzorgd wordt, wil de kcorts, waarvan de verhoogde temperatuur getuigt, haar niet te veel aanpakken. Ik vind den toestand niet verontrustend, omdat mijn ervaring mij heeft geleerd, dat bij de metste hervormingen op onder wijsgebied er in den beginne altijd een zekere koortsachtigheid te constateeren viel, die evenwel geleidelijk verminderde en eindelijk tot staan kwam, terwijl dan bleek, dat de vermeerderde zorg, die aan de(n) patient(e gewijd was, hem of haar (en goede was gekomen. Koortsachtig hoog gespannen verwach ting bij de beweging voor steilschrift, voor schoolwardelingen, siöjd, Berlitzmethode. Die koortsachtige spanning is bedaard en, al zitten nu nog niet alle kinderen kaarsrecht bij het schrijven, al zijn rog niet alle kinderen even vingervaardig, al spreken allen nog riet vloeiend Fransch, Engelsch en Duitseh, toch wordt er meer dan vroeger op de houding der klederen gel^t, (och wordt er meer waarde gehecht aan de oefening van oog en hard, tccht word bij het taalonderwijs meer de nadruk gelegd op de praktische taal en is de grammaire wat meer in een hoekje gedrongen. V. E. O. nu maakt al heel spoedig de | mazel- en roodvonkperiode door. We j willen hopen, dat de storingen niet te sterk zijn en zij, na een zorgvuldige verple ging, binnen niet te langen tijd van een | ferme zuigelinge, zooals zij tot nu toe be- l loofde te zullen zijn, geleidelijk moge ) opgroeien tot een gezonde stevige deerne | met bloed in de aderen, om daarna te l worden een kranige vrouw, die heel wat j uit den weg zal kunnen zetten. Want j V. E. O. zal inderdaad, als zij haar plicht i vervult, heel wat uit, den weg te zetten j hebben. Al ga ik nu wel mcêmet den kalmeerenden toon van den heer de Greve, waar hij den heer Blink toevoegt, dat het nu nog uiet aód erg is met ons onderwijs, dat i wij ons onder den druk van ons onder- j wijssysteem nog niet bepaald als diep rampzalig hebben te beschouwen, toch meen ik, dat er heel wat te vervormen valt. 't Is toch een foit, om maar eenige dingen te noemen: dat voor onze O en 7 jarige kinderen eene gewichtige keuze moet gedaan worden tusschen Uitgebreid l Lager Onderwijs en Meer Uitgebreid Lager j Onderwijs; ! dat in de meeste scholen de C jarige kleuters 5 a G uur per dag aan de school banken geketend zijn ; dat in de hoogere klassen der meeste voorbereidende scholen bij ~> a G uur onderwijs in de school nog l & 2 uur huiswerk komt, plus veelal nog eenige uren privaat onderwijs; df.t de voorbereidende school prepareert voor een admis&ie-fxamen; dat voor 12 en 13 jarigen een beslis sende keuze moet gedaan worden tusschen Meer Uitgebreid Lager Onderwijs, Hoogere Burgerschool met 3 jarigen cursus, Hoo gere Burgerschool met 5 jarigen curfus of Gymnasium, een keuze te doen zonder den minsten grond; dat het lot der!2 en 13 jarigen afhangt van eenige uren examen afgenomen door vreemden ; dat de invloed van hen, die de 12 en 13 jarigen kennen, gelijk nul of uiterst gering is, omdat contact tusschen onder wijzer en leeraar bijna niet of geheel niet bestaat; dat de overgang van Lager tot Middelbaar onderwijs velen doet sneuvelen; dat 30 a 40 pCt. van de toegelatenen op Hoogere Burgerschool of Gymnasium in't eerste.jaar bezwijken; dat van de toegelatenen slechts 30 tl 40 pCt. het einddoel, het diploma, bereiken; dat de periode jvan 12 tot 18 jaar op Hoogere Burgerschool of Gymnasium door gebracht is een dolle steeple-chase over repetities, overgangs- en eindexamens door allerlei gebied van wetenschap enkennie; dat in de laatste jaren vooral te veel van de leerlingen wordt gevergd; dat de studielust verdwijnt en plaats maakt voor voldaan zijn met half en opper vlakkig weten; dat contact tusschen ouders en leeraren bijna niet bestaat; dat ouders door onverstand, dwazen trots, verkeerd inzicht, groote zonden plegen tegenover hun kinderen; . dat: aan ons onderwijs nog enorm veel te verbeteren valt. Allen kennen de gebreken. Jaren en jaren lang is er op gewezen, zondtr resul taat. Wij verkeeren nu in een stadium van wijziging. Er wordt op' aangedron gen die gebreken op te heffen en er wordt aan gewerkt, ->getuige o. a. de facultatiefstelling der admissie-examens aan de Rijks Hoogere Burgerscholen, de verande ring van het programma der eind-examens der Hoogere Burgerscholen met 5 jarigen curcus, volgens mij voor de talen eene gewichtige verbetering: Nu komt V. E. O. mede een stoot geven in een richting, die allen willen, zooals blijkt uit de veelvuldige uitingen, tot zelfs van hen, die zich nu nog-achteraf houden en de beweging min of meer mtt achter docht gade slaan. Dat bij de eerste opwinding, die te ver mijden ware geweest, maar die er nu een maal is, in het vuur der improvisatie wel eens een heel dik woord wordt gesproken, dat de pen wel eens heel dikke spatten maakt, dat is jammer, maar is nu toch zoo heel erg niet. Werkelijk de bezadigden kunnen nog gerust zijn. Vooreerst zullen de hèeren leeraren niet maar 2 uur les per dag hebben te geven ; er zal vooreerst nog niet worden geëifcht, dat alle schooüokalen zonder goede speelplaatsen en speelzalen, zullen worden afgebroken; de kinderen zullen vooreerst nog niet om l uur 's middags weer aan de ouderlijke zorg worden teruggegeven. Zoo ver zijn wij rlbg niet, eu zul.'en wij ook nooit komen, hoop ik. De vervorming van ons onderwijsstelsel zal ons dat alles niet geven. Te dien opzichte ben ik volkomen gerust. V. E. O., uoch welke vereeniging ook, zal ons binnen een afzienbaren tijd zoo ver brengen. Maar wel kan V. E. O. veel goed doen. Er zijn zooveel gebreken, die op geheven kunnen worden zelfs zonder groote omkeeringer, zonder groote opofferingen, zonder totale revolutie, alleen bij onderlinge overeenstemming, bij toenadering, bij het kweeken van goeden wil, het zich geven voor de goede zaak, verbetering van ons onderwijs. Aan de opheffing dier gebreken voor zooverre dat menschelijker wijze en ik zou bijna zeggen maatschappelijker wijze mogelijk is, aan die opheffing kan V. E. O. mi dewerken. Of nu juist V. E. O. reeds op praktische resultaten kan wijzen? Ik weet het niet, inaar wel weet ik, dat hier en daar reeds in de geest van wat V, E. O. wil, ver anderd wordt. V. E. O. zal inderdaad krachtig mede werken in de richting, die ik mij veroorloof de goede richting te noemen, indien het wordt eene vereeniging waar ouders, onder wijzers en medici elkaar ontmoeten, voor lichten, leeren kennen, de handen in elkaar slaan, de belangen der schooljeugd bespreken, de gebreken in de opvoeding onder de oogen zien en met de noodige bezadigdheid de middelen toepassen, die kunnen diëten tot bestrijding diergebreken. Daarom zou ik willen zeggen tot de omstanders: vergeeft den enthousiasten hun misschien al te grooten ijver, laat om een enkelen overdr&ven eiech het goede, dat er in het streven zit, niet uit het oog verloren worden en blijft niet ter zijde staan, vormt niet la galerie, maar treedt ook in den kring, doet mee; misschien remt gij dan wel, waar gij meent, dat het al te hard gaat. G. B. LALLEMAN JR. Rotterdam, 7 Mei 1002. * * * Aan den heer O. B. Lalleman Jr. In mijn jonge jaren diende ik den lande als kanonnier. Uit dien tijd herinner ik mij nog levendig het commando Legt aan den remschoen. Onze »opper" nu was een heldere kop, hij wist zeer goed wanneer hij de rollende wrijving van de affuitraden in een sleepende moest veranderen. Nooit anders, ik verzeker het u, heb ik hem dit bevel hooren geven dan op het kritieke oogenblik, dat wij de helling dreigden af te glijden. Hoe V. E. O. tegen de helling op moet komen? Wel werp dan elk remtuig weg; praat niet te veel, maar kies een juisten weg. Hierover een volgende week verder. B. DE GREVE.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl