De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 1 juni pagina 2

1 juni 1902 – pagina 2

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1301 nomen, waarbij de uitvoer van slaven over zee is verboden. Taans wordt dit verbod d>or de betrokken radji's met alle recht als een do ode letter bescho iwd Maar er is meer. Zonder moderne vuurwapens zou h et s l avenjagen eenvoudig niet bestaan ?en het moge vreemd klinken,maar het is niet minder waar, dat de *la venj nger s in het bezit komen van moderne geweren enkel en ?alleen door t u s s c h R n k o m s t van het Gouvernement 2). In het voor gaande heb ik er reeds op gevezen hoe de sluwe A-abier Sïid AH bin Srid Sjifii te Palopo van het Bestuur te Mikassar vergunning wist te krygen tot den aankoop van 60 Beaumont geweren en eenmaal in het bezit van deze wapans een voorieeligen slavei handel dreef. De contiö'e, door het Gouvernement op den invoer van vuurwapens in Ned.-Indiëuitge oefend ie, dank z\j de energieke medewerking van het Gouvernement der S'raits Settlements, zooatdmnde, dat geen geweren of ammunitie op Celebes kunnen worden ingevoerd zonder vergunning van het Bestuur. De verbalen die men nrij deed, als zouden de S denrengers, ?die gedurende ZDO langen tijd de vloek zijn «or de TondjYs «an de Biven S*4ang, hunne B'&amont- en zelfs repeteer-geweren in bruik ? leen of gekocht hebben van den Datoe van Side, rerg komen mij dan ook alleszins geloof waardig voor. Deze r a d j a heeft i y n e diensten, by bet sluiten der politieke con tracten met de vele landschap j as der Masinrenpoelo s en A Ijatapporang, die alle onder zjjn invloed staan, aan het Gouverne ment bewezen, in geweren betaald g-ekregen en mei; diezelfde ge weren wordt het machtelooze Toradjavolk getiranniseerd op «en w y' z e die het tot r a z e r n y brengt 2). De zwakheid door de R-igeering immer tegenover de onbeduidende ventjes van Zuid C slebss betoont, bracht mede dat zjj die potentaatjes jurst van dalgene vooriag, waar mede zij eens gevaarlek kunnen worden. De vorst van Sidenreng heeft die geweren zonder twijfel in den slavenhandel gestoken. Wel verre dat de Indische Rigeering den slavenhandel met groote inspanning bestrijdt, hoeft zy dien integendeel indirekt, zy het ook onbewust, bevorderd. ,D.t maakt het m i. gebiedend ncolzakelijk, ?de geteisterde bevolking van het Boven Saianggebied te hulp te komen. Het valt voorzeker buiten het kader van dit opstel op de moeilyke kwestie in te gaan -op welke wijze die hulp 'afdoende zou kunnen worden verleend Het moge hier genaeg zy'n de aandacht te hebben gevestigd op de diep betreurenswaardige toe standen die in dit schoone laad met zy'n nyvere bevolking bestaan". «??* ? Voorzoover noodig, zij do by'zondere aan dacht onzer volksvertegenwoordigers voor deze zaak gevraagd. Hoe de slaven in de vorstenlanden behandeld zullen worden, kan men opmaken uit de woorden van een gcpensionneerd controleur van de Baitenbezittingen" in het HundelMad van 17 Februari 1.1.: Wat ik op Celeb JE zag, gaat alle verbeelding te boven. Daar is de greaa tusschen ons gebied en dat der vorsten ongeveer als die *usschen hemd en hel. Een eeuwige schande, dat wy Celebes' ongelukkig volk aan een bende gedemoraliseerde vorsten en grootea overlaten, waar wjj als 'c ware onzen vinger maar hebben uit te steken om aan dezen infamen toestand een einde te maken". 1) Dm niet alleen in de Bjven-Sidang streek, maar in 't geheele stroomgebied, ook naby de kust, en in naburige lan'schappen. 2j Wy spatieë/en. Marianrre's tevredenheid. President Loubet is van zijn reis terug gekeerd, en de Fransche bladen bespreken de verschillende, door den telegraaf reeds wereldkundig gemaakte bijzonderheden van zijn tocht met bijzondere ingenomenheid. En inderdaad, de toasten tmschen den president der Fransche Republiek en den Russischen autocraat gewisseld dezen keer talrijker dan te voren gaven allen het in Fransche ooren zoo liefelijk klin kende nation amie et allife te hooren. Omtrent den eigenlijken aard van het bondgenootschap en de grondslagen der vriendschap weten de oningewijden, die in Frankrijk minstens even talrijk zijn als elders, nog altijd niets. De «verbonden regeeringen" sc'aijnen het nog steeds be denkelijk te achten, de «verbonden natiën" daaromtrent in te lichten. Men moet de machthebbers op hun woord vertrouwen, en indien men door dit vertrouwen bezield is, zal men hun ook gaarne geloof schen ken, als men verneemt, dat het vereenigd streven van Frankrijk en Rusland aller eerst gericht is op het behoud van den vrede. Toch mag het niet onopgemerkt blijven, dat ook in Frankrijk telkens stem men opgaan, die ongeduldig vragen: waar toe hebbsn wij ons, of liever heeft onze regeering ons eigenlijk verplicht ? Welke tastbare voordeelen hebben wij van de Russische alliantie verkregen en nog te verwachten ? Waarom mogen wij van dit alles niets weten, terwijl toch de regeeringen van Duitschland, O jstenrijk en Italiëhet »bep3rkte onderdanen-verstand" niet te be perkt hebben geacht om kennis te nemen van de voorwaarden, op welke het drie voudig verband berust? Zeker, deze vragen worden in Frankrijk alleen gesteld, of liever alleen uitgesproken door hen, die aan de regeering der R^publiek geen goed haar willen laten. Zij ge tuigen misschien meer van wantrouwen in die regeering, dan van wantrouwen in de voortreffelijke bedoelingen en het hooge belang van het tweevoudig verbond. En ieder zal moeten erkennen, dat de »duplice" in de wereldpolitiek tot EU toe evenmin onheil heeft gesticht als de »triplice.;' Onder die omstandigheden kan men volkomen tevreden zijn als Marianne ook tevreden is «n, zich bewust van haar rijkdom, niet telkens krenterig vraagt: »wat krijg ik nu ?eigenlijk voor mijn geld?" Marianne schijnt werkelijk tevreden te zijn. Zij heeft moeielijke en pijnlijke dagen doorleefd, die zij na ruim dertig jaren nog niet heeft vergeten. Zj heeft zich inge beeld, dat een e nederlaag, die zij aan de lichtzinnigheid van een vorig régime mag verwijten, ook haar heeft vernederd. Zij heeft geleden onder het bewustzijn misschien was het óók slechts inbeelding dat men haar niet voor vol aanzag. Zij heeft door eigen kracht al die werke lijke of ingebeelde moeielijkheden over wonnen en zich op eervolle wijze van zware slagen hersteld. Zij heeft bewezen, dat de foulen, onder het republikeinsche ré/irno begaan, vele en groote fouten onge twijfeld niet op rekening raog n worden gesteld van dat réjime, maar van lieden die zich, onbevoegd, ongeroepen en met oneerlijke bedoelingen als dragers en ver tegen jvoordigers der republikeinsche idee hadden opgeworpen. En als ieder, die geleden en gestreden heeft, is zij dankbaar voor sympathie. Onder den titel La France Mondiale vinden wij in den Figaro een zeer interes sant artikel van Gaston Deschamps. »In alJe stappen der Fransche natie" zegt de schrijver.?»zult ge zonder moeite een grootmoedig verlangen ontdekken om de instemming te verkrijgen van de geheele menschelijke gemeenschap en ten slotte eene voortdurende zorg om niets te doen wat zich beperkt tot de enge grenzen van een ras of kanton. Onze instincten, onze hartstochten, onze denkbeelden zijn lijn recht tegengesteld aan de kleingeestige inblazingen van het egoï-rne.'' Men weet, hoeveel juists in die uitpprak ligt. Wij wijzen slechts op n der argumenten van den schrijver: »Toen de Nationale Verga dering van 1789 de Déclaration des Droits de homme el du cüoyin proclameerde, was het hare bedoeling, dit leekendograa aan de collectiviteit van alle vrije menschen voor te schrijven." »Zeker" zoo gaat hij voort »is het misschien voorzichtiger zich te isoleeren en te verschuilen in het een of andere nauwe en duistere hoekje, buiten aanraking met de menschheid, al mogen ook Gnineesche muren geen voldoende dam schijnea tegen den onweerstaanbaren stroom der bescha ving. Wat hiervan zijn moge, óót zelfs als men toegeeft, dat deze methode ons zekere afgunstige vijandschappen of ge vaarlijke mededingingen op den hals heeft gehaald, het blijft niet te min waar, dat de snelheid, verkregen door eeuwen van mondiale politiek, ons tegenwoordig nog, niettegenstaande de grillen en de onrecht vaardigheden van het lot, de voldoening verschaft van in vele landen tegelijk on waardeerbare blijken van hoogachting te ontvangen." En dan volgt de opiomming: Frank rijk is nog zooeven toegejuicht te St. Petersburg, te'Washington, te Kopenhagen. Zijn vertegenwoordigers zijn met bijzondere opmerkzaamheid en deferentie ontvangen door het Hof van Madrid. De eerwaardige koning van Denemarken heeft, niettegen staande zijn hoogen leeftijd, zich gehaast den eersten magistraat van ons land te gemoet te snellen. De buitenlandsche souvereinen (wij kunnen het zonder valsche be scheidenheid zeggen) zijn en coquetlerie réglée met de Fransehe Republiek. En met een diep gevoel van vaderlandslie^enden trots hebben de Franschen de woorden begroet, waarvan de transatlantische kabel ons gis teren de machtige echo overbracht." Die woorden werden gesproken door president R oosevelt bij gelegenheid van de onthulling van het monument voor den Franschen generaal Kochambeau, die in den Amerikaanschen onafhankelijkheids oorlog aan de zaak der vrijheid orschatbare diensten had bewezen. De heer Koosevelt sprak, naar aanleiding van de zending eener officieele delegatie door president Loubet, zijn dank uit, over dit nieuwe bewijs van vriendschap van Fransche zijde, »niet slechts omdat het voor de Vereenigde Staten uit den aard der zaak aangenaam moet wezen, de vriendschap te genieten eener natie, die zich zoo machtig in den oorlog en evenzoo groot in den vrede heeft betoond, maar ook omdat het zeer bijzon-, der vleiend moet zijn voor de Vereenigde Staten, na een bestaan van een en een kwart eeuw, door de Fransche R< publiek te hooren verklaren, dat de opofferingen, welke door deze voor haar zijn gedaan, verdiend zijn geweest.'' Gelukkige Marianne! Complimenten van twee zijden, waarin het vleiend getuig schrift der Russische autocratie door het niet minder vleiende der onvervalschte Amerikaansche democratie wordt opgewo gen! En dan nog een extra compliment van den ouden koning van Denemarken, wiens nageslacht op een groot deel van de Europeesche tronen zetelt! En dan de avances van Italië, om niet te spreken van die van Duitschland, waarmede zij nog altyd blijft boudeeren . . . Marianne kan tevreden zijn. Zij heeft de haar bet'onde sympathie eerlijk ver diend. En als zij haar vreugde over dit succèj wellicht wat expansief uit, dan zien wij daarin een nieuw bewijs, dat noch valsche schaamte, noch valsche trots haar weerhouden aan een minder gelukkig en een minder eervol verleden terug te den ken. Bij hare vele deugden mag ook dit haar als een nietfwe worden aangerekend. met een nieuwe regeling van het openbaar lager onderwijs, waardoor de positie van onderwijzer of onderwijzeres financieel aan merkelijk werd verbeterd. In de toen vastgestelde verordening is bepaald dat de verhooging van jaarwedde, zooals die is geregeld, door B. en W. niet geschiedt dan op voordracht van het hoofd der school. B. en W. verleenen die ver hooging niet, dan nadat hun, na ingewonnen advies van de plaatselijke commissie van toezicht op het L. O. en van den arrondissements Ec'ioolopziener, gebleken is, dat de onderwijzer op s>rond van dienstiji-er en geschiktheid in aanmerking kan komen. Dienstijver en geschiktheid zijn dus noodig voor het maken van fiaancieele promotie; op verhooging van salaris heeft de onderwijzer of onderwijzeres recht, als hij getoond heeft niet lui en niet ongeschikt t; zijn. Den lOlen April j.l., hebben B en W. echter een schrijven aan de hoofden der scholen gericht, waarin werd medegedeeld, dat zij voortaan geen voorstellen tot ver hooging van jaarwedden in overweging zullen riemen, voordat uit een rapport van het hoofd der school zal zijn gebleken dat aan de eischen der verordening wordt voldaan. Zij verlangen daarin, dat voor drachten tot verhcoging van jaarwedden zouden geschieden op formulieren, waarop een drietal vragen worden gesteld, bij de beantwoording waarvan het hoofd d' r school zijn oordeel uitdrukt door het geven van cijfers 10 tot l, zooals dat op de rapporten der leerlingen aan de ouders gebruikelijk is. Zulk een rapport kan worden ingediend, zonder dat de betrokken onderwijzer of' onderwijzeres met den inhoud bekend is. Vandaar groote beweging in de onderwijzerswereld, welke eindelijk ook t<>t re ultaat had een adres van de Amsterdamsche Onderwijzersvereeniging 1) aan den Raad, waarin bezwaren werden geopperd tegen de toepassing door B. en W. aan de ver ordening gegeven, met verzoek, zoo noodig door partiëole wijziging aan haar beden kingen te gemoet te komen. In dat adres moet een uitdrukking voor komen, waarin beweerd wordt dat B. en W. van meening zijn dat de onderwijzers, om de gunst van de verhooging van hun salaris te erlangen, zich voortaan elke vernedering zullen moeten laten aanleunen. De voorzitter stelde in de zitting van gister dadelijk voor, om dit adres in handen van B. en W. te stellen ter fiie van praeadvies, maar de heer Fabius, plus royaliste que Ie roi, zijn bijnaam van »Fabius tonans" eer aan doende, hield een epeech, waarin hij be toogde, dat door deze openbare onderwijzers in dat adres een toon was aangeslagen »voor ambtenaren ongepast". Hij was wel zoo goed hun recht van petitie te erkennen, maar dan dienden de heeren een anderen toon aan te slaan en daarom stelde hij voor omtrent dat adres over te gaan tot de orde van den dag, opdat deze onder wijzers met een fatsoenlijker stuk voor den dag zouden kunnen komen. Indien men de geincrimeerde woorden aldus uit den mond van den heer Fabius hoorde, dan zou men gedacht hebben, dat het adres bedoelde, dat de onderwijzers, waar zij spraken van «vernedering", het oog hadden op B. en W., te meer om dat in vergaderingen en in dagbladen was betoogd, dat dat puntenstelsel van 10 tot l voor allen vernederend was; de tekstverklaring kwam echter van de zijde van den heer Van den Bergh, die mededeelde, dat het adres bedoelde, dat, om goed aangeschreven te zijn bij het hoofd, de onderwijzers zich voortaan elke vernedering van die zijde zouden moeten laten welgevallen. Aldus geïnterpreteerd, verloor de uit drukking veel van haar ongepastheid; zelfs wagen wij de opmerking te raaken, dat bet geheime puntenstelsel zeker aan leiding kan geven tot een meer serviele houding tegen de hoofden der scholen, dan anders het geval zou zijn dezen hebben toch daardoor een groote macht ? maar niettegenstaande de wethouder Van Hall, omdat daardoor aan den Raad en het groote publiek kon worden aangetoond wat in deze de beteekenis was der ver ordening, al vond hij den toon van het adres ook ongepast; het geven van prae advies bleef verdedigen hij voor zich was zoo gevoelig niet en had langzamerhand een harden rug gekregen werd het voorstel van den heer Fabius toch met 21 tegen IS stemmen aangenomen. Deze onderwijzers zullen dus voor de tweede maal een adres moeten indienen. Wij staan echter niet als de heer Wormser veibaasd, dat de opmerking over den toon kwam »van de zijde van het bijzonder onderwijs." De g<ïncrimeerde uitdrukking is thans een stuk geschiedenis, dat altijd later zal kunnen dienen als het gaat tegen het.... openbaar onderwijs. (Slot volgt.) SECAXS 1) De leden van deze vereeniging hebben z'ch van cie afdeeling Amsterdam van den Hand van Ned. Onderwijzers afgescheiden wegens haar soc. dem. neigingen. Sociale, «EIIIHHIMIMU1IIIIII1II iiHifitmimiiiiuuuHiHuiiiiuiiii Hoofdmomenten uit den gnncenteniad. i. De »ongfpaste toon" van da Arr.st.erdamsche openbare onderwijzers. Het Israë.itiEch ziekenhu-'s. De Amsterdamschedoctoren contra den wethouder G.ritsen. jj EDSMlSCllG f BTbtHÜI£, Men kent de geschiedenis. Aleer de gewichtige zittingen, aan de behandeling der begrooting gewijd, begonnen, beeft de van den heer Sael, waarin hij zich tracht Raad in October j.l. zich bezig gehouden te verdedigen, tegen de opmerkingen door ons aan zijn artikel in het nr. van 11 Mei toegevoegd. Wij laten het hier volgen met onze aauteekeningen böelk onderdeel geplaatst. liet onderschrift der redactie, resurueerende de bezwaren tegen mijne op7attiug dezer werkstakinf, noopt mij naier op dit onderwerp integaan. Want ook in deze geldt: wat men ziet en niet ziet. De socialistische partij drijft drz; werksta king, de overige partijen zijn, onder den drang der tijdelijk1! homogeniteit, meegegaan, maar zóó locm, dat harj organen ervan getuigen, dat de striji niet van h»rte gaa'." In zijn eerste schrijven ha<l de heer Snel geheel en al verzwegen datde Enschedeesche werkstaking gezamenlijk door katholieken, anti revolutionairen, socialisten, liberalen, radicalen werd gevoerd, en door personen van allerlei richting werd goedgekeurd en gesteund. .Naar aanleiding van't geen wij schreven, ontvangen we nu bovenstaande «verbete ring". Doch ook deze verbetering is onvol ledig, en erger: volkomen onjuist. Het waren immers de socialisten te Euschfdédie, vóór de werkstaking uit brak, hebben gewezen op het gevaarlijke van den strijd tegan zulk een machtige fi'ma, terwijl juist de andere arbeiders meer.'ddn, dat men zonder protest niet langer de willekeurige handelingen dier fabrikanten mocht verdragen, te meer daar herhaaldelijk en bij voorkeur in den winter, dan eens op dit en dan weder op een ander artikel op de loonen werd afgetrokken. Ea ware dit niet alzoo, hoe zou men het feit dan verklaren, dat mannen van naam onder de kerkelijken zoowel bij R lomschen als Antireyolunonairen de werklieden in het gelijk hebben gesteld; en ook nu nog op de vergadering der vakvereenigingen, den tweeden Pinksterdag gehouden, al weder de niet socialisten geenszins ontbraken ? «Trouwens van //rtcblsverkrachting en willektur" msg geen eprake zijn. Ue werklieden treden tot de faoriek toe wetende, dat de patroons de loonen regelen en dat de loonen niet vaststaan. Indien deze uit beweegtedeneL d e zij niet aan de groote klok kunnen hanaeii, van oordeel zijn het cea of ander tarief t; moeten wijzigen, gaan Zij (in ca?u van Hetk & Co.) daar ongaarne toe over. Ik gevoel dat hier eea vraagfeeken zai ge plaatst worden en wil disn twijfel dus wegpriten. Men heefi, hij het twisten over de vraag of de fi'ma Van Keek & Co. d:; loonsverlaging op het dekenweveD willekeurig of uit goede rede nen toepaste, gewezen l i op een uitlating van een der ma'iten dat die dektus een goed artikel voor de -ma waren en 2 j. op het hoog hoofdelijken-om-lag-cijfer van den lieer G. J. van Hetk, lul van de l -, Kamer. Müar ook hier wnder, nu er eenmaal een zeker drijven in de lied:ürit, zijn zij door d:k en dun met zulkeen verklaring gegaan. Immers alle art kelen wisselen af in beleekenis. Nu eers zijn artikelen waarin s'echte garens verwerkt kunnen worden, met voordeel aan te maken, dau weder winnen het de fij lere kwaliteiten. Zulk een verklaring heeft dus een zeer betrekkelijke en een zeer tijdelijke waarde. Voor den fabrikant is 't altijd zaak zoo fpiedig mogelijk te wrten te komen welke ar'ikelen vermoedelijk winst zullen geven en daarna den aanmaak in de hand te werken. Ook is algemeen bekend dat bijna alle katoeiifabrikarten specu'eeren in katoen. In 1900, toen de katoen hier groote prijsverheffi ig tegemoet ging, verluidde het door Tweute dat de fi pma Van Heek & Co. enorme sommen op die wijze vervirdiecde. Wie dus uit den hoofdelijken omslag het in nijverheid verdiende inkomen ifl -id% doet een gietp ia het dirster, bettr niet". Ook deze redeneeringen snijden geen hout. Zeker, de werklieden weten, helaas, dat de Joonen niet vaststaan. Dx>ch dit wetende, vragen zij zich af', hoeveel zij volgens de heerschende tarieven kunnen verdienen, wanneer "Jj den arbeid amrangen. Ea als dit niet vaststaand loon dan jaren lang hun is uitbetaald en het wordt verminderd, is 't nog al natuurlijk dat zij bij uitzondering in verzet komen, indien het onbillijke van de vermindering hun duidelijk is. Wat nu deze loonsverlaging aangaat: de hetr Barnard van Heek heeft bij een samenspreking met de arbeiders zelf' gezegd, dat het hun er om te doen was met dit artikel (Ie dekenf) de wereld markt te beheerschen. Een heerlijk doel voor een fabrikant, maar de arbeiders mogen zich dan tocli z°.ker wel afvragen of dit geschieden moet op kosten van hun loonen, en dat te eer, waar hun bij den vorigen loon-aftrek n 1900 (want dit is reeds de derde sinds 1890) was gezegd, dat dit stukloon zoude gehandhaafd blijven. Een praatje hierbij over de katoen speculatie en het cijfer van den hoofdelijben omslag van den heer G. J. v. Heek, geeft hier allerminst uitkomst Gsnoemde heer is reeds jaren lang de hoogst aangeslagene van Enschedéiterwijl men meent te weten, dat het be drag van zijn jaarlijksch ir.komen een ge lukkig man aangaande \vien men zoo iets als een klinkend argement mag vermelden op pi m. 17ö000 wordt gesteld; terwijl de goede gang van zaken voor de firma H. & Co. overigens duidelijk genoeg blijkt. »l)e fi-ma Van Heek & Co. heeft ongeveer 25i'0 fabriekarbeiders aan hit werk. Heeft men ooit ernstig overwogen roevetl sij per jaar mér betaalt dan het gemildelde loon dat m Twente aan goede wevers betaald wordt ? Ik durf beweren dat ik zér ongunstig voor hair oordeel als ik het meerdere weekloon per wever op ?2 stel. Dat is dus ? 5000 per week, der halve ? '200.000 per jaar'!! Is het nu nitt bar dat men tegenover patroons, dia al jiren lang inderdaad bewijzen, dat, zij gaarne een fl nk loon uitbetal-.n, de verdenking stelt van rechtsverkorting en willekeur ? En vooral daar, waar de looiisbesnoeiing haar slechts een bate van f 80 per week, du; van ruim / 1000 per jaar zou kunnen aanbrengen. Welk een kleingeest'ge ..prinzipiënreiterei" tfg^nover deze inderdaad groote fi ma ! Het spreekt van zelf dat fabriekarbeiders elie loonsverlagirg met l*ede oogen aanzien. Maar zoolang zij tot de bevoorrechten behooren die een betrekkelijk hoog loon verdienen, spelen zij dan niet een zeer gewaagd en roekeloos spel door werkstakiüg den samenhang eener zoo groote industrie plotseling te verbreken ? Want gaat daarmede niet. de sympathie voor den werkmau geheel verloren en leidt deze verwijdering niet rechtstreeks tot de neiging om niet hoogere dan concurreerende loonen uittegaan betalen ? Ik stel deze vraag ondanks de ervarirg hier mij bewezen heeft, dat zij voor mij geen vraag meer is. Na de werkstaking aan de katoenweverij van de fi-ma H. Hedeman alhier, die eindigen moest en ook geëindigd is met de nederlaag der fabriekarbeiders, omdat de fi-ma van geen transactie wilde hooren, zijn de loonen van goede wevers helais allengs gedaald van / 10 a ? 11 tot f 7 a ? 8 50." De heer Snel ontdekt in deze werk'staking iets »kluchtigs" nu de welgedane arbeiders van een zoo gullen patroon op een bagatelletje van ? 4000 per jaar zien. Wij echter worden eer door iets kluchtigs in de redeneering van den heer Snel zelf getroffen, waar hii beweert, dat de firma Van Heek ? 2GO.OOO meer uitbetaalt aan baar arbeiders, dan andere fabrikan ten, gerekend ? 2 per week voor eiken wever. Oader de 2500 arbeiders zijn man nen, vrouwen en kinderen werkzaam in verschillende branches, als spinnerij, weverij, ververij, dekenstikkerij enz. Wat het loon p. s. betreft, dit is niet alleen niet veel hooger dan bij andere fabrikanten, maar het vaste loon is nogal eens lager dan elders, naar wij meenen te weten. Bedenkt men nu, dat onder de 2,öOO ar beiders een groot aantal jonge werkkrachten woiden gevondfn, die een loon van 2 tot 4 gulden per week ontvangen, gelijk dit ook bij andere fabrikanten wordt betaald, dan begr'rjpt men hoe er onmogelijk van ? 2 hooger loon per persoon sprake kan zijn en , dat deze geheele berekening foutief is. Wordt er door enkelen bij de firma iets meer ververdiend, dan komt dat door de zeer groote inspanning van den werkman, en ook uitj hoofde van het ongezonde van hun arbeid, j getuige de vele gevallen van ongesteldheid bij een deel van het perponeel," blijkens de lijst afgegeven aan den Inspecteur van het l geneeskundig S'aatstoezicht, door den i directeur van het ziekenfonds voor Ensched en Lonneker. En als het uoodig mocht ! schijnen, de beteekenie van deze ? 4000 voor de arbeiders toe te lichten, de herinnering kan volstaan, dat di nu doorgezette aftrek van / 80 per week door verscheidene anderen is voorafgegaan, en dit de druppel was die den emmer deed overloopen. »Iu E'ischede komt er nog iets bij dat mij doet vreezen dat de wevers de dupe zullen worden van hunne verklaarbare maar ondoor dachte neiging tot, sluiting van loonsverlaging. c Q-rna Van 11 ;e,k & C >. is ernst;g gedupeerd door de overige fabrikanten die tot den fabrikartenbond behoorsu. Zeer hevige woordenwisselin gen hebben daarover plaatsgehad. Het laat zich dus aanzien dat deze firua, na den strijd met hare arbeiders te hebben uitgestreden, met de fi ma's die nu in haar troebel water vissc'ien, een verwoede coECUTïntie zal cp'nen die allen dwingen zal te hngen leste tot loonsverlaging over te gaar. Het spreekt toch van ze:f dat de fi'ma Van Heek & C), niet orgestraft zal laten dat de Bond haar, tegen het verbond in, heef, prijrg'.geven aan het vereenigd verzet der werklieden. Enschede wordt dus met groote gevaren bsdreigd, waarran deze werkstaking b:j de flirna Van Heek & C >. het u t^angspunt b. Mij komt het dus hardvochtig voor dat men medewerkt om de werklieden tot blijvend verzet aan te sporen waardoor de verwijdering tusscben die fi ma en hare werklieden allergs nog grooter wordt. 15etrekkelijk gemakkelijk is het dezen strijd nog eenige maanden te verleugen, doch het resultaat dat msn niet ziet, wordt hoe langrr zoo beden kelijker. Moge men van uit de verte meenen voor de toekomst iets groots tot stani te brengen, de ervaring hier heeft geleerd, en te Enschede zal ze \ Iseren, dat, de werklieder-'.oonen erdoor van den wal in de sloot geraken. uit te zeggen al ken ik in ruime mate de g< bruikelijke taktjek om wat OES niet aanstaat voor bardvochtjgheid of desertie te beschouwen acht ik mijn plicht. Almelo, 21.5.'02. N. FR SNEL." Intusschen is de werkstaking te Eisched ern nieuwe phase ingetreden. Nu ze na vier maanden nog niet geëindigd was hebben de Enfchedeesche fabrikanten ein delijk gedaan wat de heer Snel reeds in zijn vorig schrijven als hun plicht aanduidde; zij zijn van Heek te hulp gekomen. Zij zullen vanden 13» Juni af slechts vier van dezes dagen p. w. laten werken. Hiermede is dus het grootste gevaar, dat van concurrentie! opgeheven. Het blijkt echter, dat de heer Sael in deze ook niet bij'.on der gofd was ingelicht. De fabrikanten-vereeciging had, volgens het Volk zich reeds in Maart daartoe bereid verklaard, indien de firma Van Heek dat mocht vragen. Dat verzoek fchijnt thans te zijn ingekomen. En waarom gaat het nu '? De arbei ders hadden successievelijk alle eischen van Van Heek it Co. ingewilligd, maar in plaats van »rtlle arbeiders worden icecr ioi den dienst toegelaten" (het eerste punt van het vroeger voorstel der patroons) willen de patroons nu nog twintig van de arbeiders uitsluiten. Ten eir.de de firma Van Heek dezen triomf te doen verwerven worden weer vier duizend werklieden meer twee dagen loon per week onthouden. Daze straf wordt den arbeiders opgelegd, omdat zij met hun medearbeiders den last van den strijd dragen ; liet moet hun ingepeperd worden, dat de macht bij de patroons is, en de arbeider zelfs het recht mist om zich te verzetten tegen loonsvermindering. Wat die patroons daad zal uitwerken, is zeker op het oogenblik niet te voorspellen. Maar indien er eenig gevoel van solidari teit onder de Twentsche, en onder de Nederlandeche arbeiders in 't algemeen, bestaat, dan hebben wij een voortzetting van den strijd te wachten, waarbij een groot deel van het publiek, niet langer onverschillig toeschouwer zal kunnen blijven. Brutaler toch is de vertrapping van het recht van den arbeider, in ons land, nog niet voorgekomen. Dit feit, dunkt ons, spreekt tot alle poli tieke partijen, die een sociale paragraaf in hun program lezen; en wat moet het zeggen tot die ne partij in Nederland, welke in haar beginselverklaring tot uit gangspunt en tot doel harer politiek sociale actie heeft aangewezen: TEMFERIXC; van den klassenstrijd ? Meerdire bepertinjïyan i. Oader dezen titel schreef S. in No 1291 van dit blad een opstel, alleszins d r lezing waard. En toch.... Wat verheugde ik me, dat dit onderwerp

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl