Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1301
nomen, waarbij de uitvoer van slaven over zee
is verboden. Taans wordt dit verbod d>or de
betrokken radji's met alle recht als een do ode
letter bescho iwd Maar er is meer. Zonder
moderne vuurwapens zou h et s l
avenjagen eenvoudig niet bestaan
?en het moge vreemd klinken,maar
het is niet minder waar, dat de
*la venj nger s in het bezit komen
van moderne geweren enkel en
?alleen door t u s s c h R n k o m s t van
het Gouvernement 2). In het voor
gaande heb ik er reeds op gevezen hoe de
sluwe A-abier Sïid AH bin Srid Sjifii te
Palopo van het Bestuur te Mikassar vergunning
wist te krygen tot den aankoop van 60
Beaumont geweren en eenmaal in het bezit van deze
wapans een voorieeligen slavei handel dreef.
De contiö'e, door het Gouvernement op den
invoer van vuurwapens in Ned.-Indiëuitge
oefend ie, dank z\j de energieke medewerking
van het Gouvernement der S'raits Settlements,
zooatdmnde, dat geen geweren of ammunitie
op Celebes kunnen worden ingevoerd zonder
vergunning van het Bestuur. De verbalen die
men nrij deed, als zouden de S denrengers,
?die gedurende ZDO langen tijd de vloek zijn
«or de TondjYs «an de Biven S*4ang, hunne
B'&amont- en zelfs repeteer-geweren in bruik ?
leen of gekocht hebben van den Datoe van
Side, rerg komen mij dan ook alleszins geloof
waardig voor. Deze r a d j a heeft i y n e
diensten, by bet sluiten der politieke con
tracten met de vele landschap j as der
Masinrenpoelo s en A Ijatapporang, die alle onder
zjjn invloed staan, aan het Gouverne
ment bewezen, in geweren betaald
g-ekregen en mei; diezelfde ge
weren wordt het machtelooze
Toradjavolk getiranniseerd op
«en w y' z e die het tot r a z e r n y
brengt 2). De zwakheid door de R-igeering
immer tegenover de onbeduidende ventjes van
Zuid C slebss betoont, bracht mede dat zjj die
potentaatjes jurst van dalgene vooriag, waar
mede zij eens gevaarlek kunnen worden. De
vorst van Sidenreng heeft die geweren zonder
twijfel in den slavenhandel gestoken.
Wel verre dat de Indische Rigeering den
slavenhandel met groote inspanning bestrijdt,
hoeft zy dien integendeel indirekt, zy het ook
onbewust, bevorderd.
,D.t maakt het m i. gebiedend ncolzakelijk,
?de geteisterde bevolking van het Boven
Saianggebied te hulp te komen. Het valt voorzeker
buiten het kader van dit opstel op de moeilyke
kwestie in te gaan -op welke wijze die hulp
'afdoende zou kunnen worden verleend Het
moge hier genaeg zy'n de aandacht te hebben
gevestigd op de diep betreurenswaardige toe
standen die in dit schoone laad met zy'n
nyvere bevolking bestaan".
«??* ?
Voorzoover noodig, zij do by'zondere aan
dacht onzer volksvertegenwoordigers voor deze
zaak gevraagd. Hoe de slaven in de
vorstenlanden behandeld zullen worden, kan men
opmaken uit de woorden van een
gcpensionneerd controleur van de Baitenbezittingen" in
het HundelMad van 17 Februari 1.1.:
Wat ik op Celeb JE zag, gaat alle verbeelding
te boven. Daar is de greaa tusschen ons
gebied en dat der vorsten ongeveer als die
*usschen hemd en hel. Een eeuwige schande,
dat wy Celebes' ongelukkig volk aan een
bende gedemoraliseerde vorsten en grootea
overlaten, waar wjj als 'c ware onzen vinger
maar hebben uit te steken om aan dezen
infamen toestand een einde te maken".
1) Dm niet alleen in de Bjven-Sidang streek,
maar in 't geheele stroomgebied, ook naby de
kust, en in naburige lan'schappen.
2j Wy spatieë/en.
Marianrre's tevredenheid.
President Loubet is van zijn reis terug
gekeerd, en de Fransche bladen bespreken
de verschillende, door den telegraaf reeds
wereldkundig gemaakte bijzonderheden van
zijn tocht met bijzondere ingenomenheid.
En inderdaad, de toasten tmschen den
president der Fransche Republiek en den
Russischen autocraat gewisseld dezen
keer talrijker dan te voren gaven allen
het in Fransche ooren zoo liefelijk klin
kende nation amie et allife te hooren.
Omtrent den eigenlijken aard van het
bondgenootschap en de grondslagen der
vriendschap weten de oningewijden, die in
Frankrijk minstens even talrijk zijn als
elders, nog altijd niets. De «verbonden
regeeringen" sc'aijnen het nog steeds be
denkelijk te achten, de «verbonden natiën"
daaromtrent in te lichten. Men moet de
machthebbers op hun woord vertrouwen,
en indien men door dit vertrouwen bezield
is, zal men hun ook gaarne geloof schen
ken, als men verneemt, dat het vereenigd
streven van Frankrijk en Rusland aller
eerst gericht is op het behoud van den
vrede. Toch mag het niet onopgemerkt
blijven, dat ook in Frankrijk telkens stem
men opgaan, die ongeduldig vragen: waar
toe hebbsn wij ons, of liever heeft onze
regeering ons eigenlijk verplicht ? Welke
tastbare voordeelen hebben wij van de
Russische alliantie verkregen en nog te
verwachten ? Waarom mogen wij van dit
alles niets weten, terwijl toch de regeeringen
van Duitschland, O jstenrijk en Italiëhet
»bep3rkte onderdanen-verstand" niet te be
perkt hebben geacht om kennis te nemen
van de voorwaarden, op welke het drie
voudig verband berust?
Zeker, deze vragen worden in Frankrijk
alleen gesteld, of liever alleen uitgesproken
door hen, die aan de regeering der
R^publiek geen goed haar willen laten. Zij ge
tuigen misschien meer van wantrouwen in
die regeering, dan van wantrouwen in de
voortreffelijke bedoelingen en het hooge
belang van het tweevoudig verbond. En
ieder zal moeten erkennen, dat de »duplice"
in de wereldpolitiek tot EU toe evenmin
onheil heeft gesticht als de »triplice.;' Onder
die omstandigheden kan men volkomen
tevreden zijn als Marianne ook tevreden
is «n, zich bewust van haar rijkdom, niet
telkens krenterig vraagt: »wat krijg ik nu
?eigenlijk voor mijn geld?"
Marianne schijnt werkelijk tevreden te
zijn. Zij heeft moeielijke en pijnlijke dagen
doorleefd, die zij na ruim dertig jaren nog
niet heeft vergeten. Zj heeft zich inge
beeld, dat een e nederlaag, die zij aan de
lichtzinnigheid van een vorig régime mag
verwijten, ook haar heeft vernederd. Zij
heeft geleden onder het bewustzijn
misschien was het óók slechts inbeelding
dat men haar niet voor vol aanzag.
Zij heeft door eigen kracht al die werke
lijke of ingebeelde moeielijkheden over
wonnen en zich op eervolle wijze van zware
slagen hersteld. Zij heeft bewezen, dat de
foulen, onder het republikeinsche ré/irno
begaan, vele en groote fouten onge
twijfeld niet op rekening raog n worden
gesteld van dat réjime, maar van lieden
die zich, onbevoegd, ongeroepen en met
oneerlijke bedoelingen als dragers en ver
tegen jvoordigers der republikeinsche idee
hadden opgeworpen. En als ieder, die
geleden en gestreden heeft, is zij dankbaar
voor sympathie.
Onder den titel La France Mondiale
vinden wij in den Figaro een zeer interes
sant artikel van Gaston Deschamps. »In
alJe stappen der Fransche natie" zegt
de schrijver.?»zult ge zonder moeite een
grootmoedig verlangen ontdekken om de
instemming te verkrijgen van de geheele
menschelijke gemeenschap en ten slotte
eene voortdurende zorg om niets te doen
wat zich beperkt tot de enge grenzen van
een ras of kanton. Onze instincten, onze
hartstochten, onze denkbeelden zijn lijn
recht tegengesteld aan de kleingeestige
inblazingen van het egoï-rne.'' Men weet,
hoeveel juists in die uitpprak ligt. Wij
wijzen slechts op n der argumenten van
den schrijver: »Toen de Nationale Verga
dering van 1789 de Déclaration des Droits
de homme el du cüoyin proclameerde,
was het hare bedoeling, dit leekendograa
aan de collectiviteit van alle vrije menschen
voor te schrijven."
»Zeker" zoo gaat hij voort »is het
misschien voorzichtiger zich te isoleeren en
te verschuilen in het een of andere nauwe
en duistere hoekje, buiten aanraking met
de menschheid, al mogen ook Gnineesche
muren geen voldoende dam schijnea tegen
den onweerstaanbaren stroom der bescha
ving. Wat hiervan zijn moge, óót zelfs
als men toegeeft, dat deze methode ons
zekere afgunstige vijandschappen of ge
vaarlijke mededingingen op den hals heeft
gehaald, het blijft niet te min waar, dat
de snelheid, verkregen door eeuwen van
mondiale politiek, ons tegenwoordig nog,
niettegenstaande de grillen en de onrecht
vaardigheden van het lot, de voldoening
verschaft van in vele landen tegelijk on
waardeerbare blijken van hoogachting te
ontvangen."
En dan volgt de opiomming: Frank
rijk is nog zooeven toegejuicht te St.
Petersburg, te'Washington, te Kopenhagen.
Zijn vertegenwoordigers zijn met bijzondere
opmerkzaamheid en deferentie ontvangen
door het Hof van Madrid. De eerwaardige
koning van Denemarken heeft, niettegen
staande zijn hoogen leeftijd, zich gehaast
den eersten magistraat van ons land te
gemoet te snellen. De buitenlandsche
souvereinen (wij kunnen het zonder valsche be
scheidenheid zeggen) zijn en coquetlerie réglée
met de Fransehe Republiek. En met een
diep gevoel van vaderlandslie^enden trots
hebben de Franschen de woorden begroet,
waarvan de transatlantische kabel ons gis
teren de machtige echo overbracht."
Die woorden werden gesproken door
president R oosevelt bij gelegenheid van de
onthulling van het monument voor den
Franschen generaal Kochambeau, die in
den Amerikaanschen onafhankelijkheids
oorlog aan de zaak der vrijheid
orschatbare diensten had bewezen. De heer
Koosevelt sprak, naar aanleiding van de zending
eener officieele delegatie door president
Loubet, zijn dank uit, over dit nieuwe
bewijs van vriendschap van Fransche zijde,
»niet slechts omdat het voor de Vereenigde
Staten uit den aard der zaak aangenaam
moet wezen, de vriendschap te genieten
eener natie, die zich zoo machtig in den
oorlog en evenzoo groot in den vrede heeft
betoond, maar ook omdat het zeer bijzon-,
der vleiend moet zijn voor de Vereenigde
Staten, na een bestaan van een en een
kwart eeuw, door de Fransche R< publiek
te hooren verklaren, dat de opofferingen,
welke door deze voor haar zijn gedaan,
verdiend zijn geweest.''
Gelukkige Marianne! Complimenten van
twee zijden, waarin het vleiend getuig
schrift der Russische autocratie door het
niet minder vleiende der onvervalschte
Amerikaansche democratie wordt opgewo
gen! En dan nog een extra compliment
van den ouden koning van Denemarken,
wiens nageslacht op een groot deel van
de Europeesche tronen zetelt! En dan de
avances van Italië, om niet te spreken
van die van Duitschland, waarmede zij
nog altyd blijft boudeeren . . .
Marianne kan tevreden zijn. Zij heeft
de haar bet'onde sympathie eerlijk ver
diend. En als zij haar vreugde over dit
succèj wellicht wat expansief uit, dan zien
wij daarin een nieuw bewijs, dat noch
valsche schaamte, noch valsche trots haar
weerhouden aan een minder gelukkig en
een minder eervol verleden terug te den
ken. Bij hare vele deugden mag ook dit
haar als een nietfwe worden aangerekend.
met een nieuwe regeling van het openbaar
lager onderwijs, waardoor de positie van
onderwijzer of onderwijzeres financieel aan
merkelijk werd verbeterd.
In de toen vastgestelde verordening is
bepaald dat de verhooging van jaarwedde,
zooals die is geregeld, door B. en W. niet
geschiedt dan op voordracht van het hoofd
der school. B. en W. verleenen die ver
hooging niet, dan nadat hun, na ingewonnen
advies van de plaatselijke commissie van
toezicht op het L. O. en van den
arrondissements Ec'ioolopziener, gebleken is, dat
de onderwijzer op s>rond van dienstiji-er en
geschiktheid in aanmerking kan komen.
Dienstijver en geschiktheid zijn dus
noodig voor het maken van fiaancieele
promotie; op verhooging van salaris heeft
de onderwijzer of onderwijzeres recht, als
hij getoond heeft niet lui en niet ongeschikt
t; zijn.
Den lOlen April j.l., hebben B en W.
echter een schrijven aan de hoofden der
scholen gericht, waarin werd medegedeeld,
dat zij voortaan geen voorstellen tot ver
hooging van jaarwedden in overweging
zullen riemen, voordat uit een rapport van
het hoofd der school zal zijn gebleken dat
aan de eischen der verordening wordt
voldaan. Zij verlangen daarin, dat voor
drachten tot verhcoging van jaarwedden
zouden geschieden op formulieren, waarop
een drietal vragen worden gesteld, bij de
beantwoording waarvan het hoofd d' r
school zijn oordeel uitdrukt door het
geven van cijfers 10 tot l, zooals dat op
de rapporten der leerlingen aan de ouders
gebruikelijk is.
Zulk een rapport kan worden ingediend,
zonder dat de betrokken
onderwijzer of' onderwijzeres met
den inhoud bekend is.
Vandaar groote beweging in de
onderwijzerswereld, welke eindelijk ook t<>t re
ultaat had een adres van de Amsterdamsche
Onderwijzersvereeniging 1) aan den Raad,
waarin bezwaren werden geopperd tegen
de toepassing door B. en W. aan de ver
ordening gegeven, met verzoek, zoo noodig
door partiëole wijziging aan haar beden
kingen te gemoet te komen.
In dat adres moet een uitdrukking voor
komen, waarin beweerd wordt dat B. en
W. van meening zijn dat de onderwijzers,
om de gunst van de verhooging van hun
salaris te erlangen, zich voortaan elke
vernedering zullen moeten laten aanleunen.
De voorzitter stelde in de zitting van
gister dadelijk voor, om dit adres in
handen van B. en W. te stellen ter
fiie van praeadvies, maar de heer
Fabius, plus royaliste que Ie roi, zijn
bijnaam van »Fabius tonans" eer aan
doende, hield een epeech, waarin hij be
toogde, dat door deze openbare onderwijzers
in dat adres een toon was aangeslagen
»voor ambtenaren ongepast". Hij was wel
zoo goed hun recht van petitie te erkennen,
maar dan dienden de heeren een anderen
toon aan te slaan en daarom stelde hij
voor omtrent dat adres over te gaan tot
de orde van den dag, opdat deze onder wijzers
met een fatsoenlijker stuk voor den dag
zouden kunnen komen.
Indien men de geincrimeerde woorden
aldus uit den mond van den heer Fabius
hoorde, dan zou men gedacht hebben,
dat het adres bedoelde, dat de onderwijzers,
waar zij spraken van «vernedering", het
oog hadden op B. en W., te meer om
dat in vergaderingen en in dagbladen
was betoogd, dat dat puntenstelsel van
10 tot l voor allen vernederend was;
de tekstverklaring kwam echter van de
zijde van den heer Van den Bergh, die
mededeelde, dat het adres bedoelde, dat,
om goed aangeschreven te zijn bij het
hoofd, de onderwijzers zich voortaan elke
vernedering van die zijde zouden moeten
laten welgevallen.
Aldus geïnterpreteerd, verloor de uit
drukking veel van haar ongepastheid;
zelfs wagen wij de opmerking te raaken,
dat bet geheime puntenstelsel zeker aan
leiding kan geven tot een meer serviele
houding tegen de hoofden der scholen, dan
anders het geval zou zijn dezen hebben
toch daardoor een groote macht ? maar
niettegenstaande de wethouder Van Hall,
omdat daardoor aan den Raad en het
groote publiek kon worden aangetoond
wat in deze de beteekenis was der ver
ordening, al vond hij den toon van het
adres ook ongepast; het geven van prae
advies bleef verdedigen hij voor zich
was zoo gevoelig niet en had langzamerhand
een harden rug gekregen werd het
voorstel van den heer Fabius toch met
21 tegen IS stemmen aangenomen.
Deze onderwijzers zullen dus voor de
tweede maal een adres moeten indienen.
Wij staan echter niet als de heer Wormser
veibaasd, dat de opmerking over den
toon kwam »van de zijde van het bijzonder
onderwijs." De g<ïncrimeerde uitdrukking
is thans een stuk geschiedenis, dat altijd
later zal kunnen dienen als het gaat tegen
het.... openbaar onderwijs.
(Slot volgt.) SECAXS
1) De leden van deze vereeniging hebben z'ch
van cie afdeeling Amsterdam van den Hand van
Ned. Onderwijzers afgescheiden wegens haar
soc. dem. neigingen.
Sociale,
«EIIIHHIMIMU1IIIIII1II
iiHifitmimiiiiuuuHiHuiiiiuiiii
Hoofdmomenten uit den gnncenteniad.
i.
De »ongfpaste toon" van da Arr.st.erdamsche
openbare onderwijzers. Het Israë.itiEch
ziekenhu-'s. De Amsterdamschedoctoren
contra den wethouder G.ritsen. jj EDSMlSCllG f BTbtHÜI£,
Men kent de geschiedenis. Aleer de
gewichtige zittingen, aan de behandeling
der begrooting gewijd, begonnen, beeft de van den heer Sael, waarin hij zich tracht
Raad in October j.l. zich bezig gehouden te verdedigen, tegen de opmerkingen door
ons aan zijn artikel in het nr. van 11 Mei
toegevoegd.
Wij laten het hier volgen met onze
aauteekeningen böelk onderdeel geplaatst.
liet onderschrift der redactie, resurueerende de
bezwaren tegen mijne op7attiug dezer
werkstakinf, noopt mij naier op dit onderwerp integaan.
Want ook in deze geldt: wat men ziet en
niet ziet.
De socialistische partij drijft drz; werksta
king, de overige partijen zijn, onder den drang
der tijdelijk1! homogeniteit, meegegaan, maar zóó
locm, dat harj organen ervan getuigen, dat de
striji niet van h»rte gaa'."
In zijn eerste schrijven ha<l de heer Snel
geheel en al verzwegen datde Enschedeesche
werkstaking gezamenlijk door katholieken,
anti revolutionairen, socialisten, liberalen,
radicalen werd gevoerd, en door personen
van allerlei richting werd goedgekeurd en
gesteund.
.Naar aanleiding van't geen wij schreven,
ontvangen we nu bovenstaande «verbete
ring". Doch ook deze verbetering is onvol
ledig, en erger: volkomen onjuist.
Het waren immers de socialisten te
Euschfdédie, vóór de werkstaking uit
brak, hebben gewezen op het gevaarlijke
van den strijd tegan zulk een machtige
fi'ma, terwijl juist de andere arbeiders
meer.'ddn, dat men zonder protest niet
langer de willekeurige handelingen dier
fabrikanten mocht verdragen, te meer
daar herhaaldelijk en bij voorkeur in den
winter, dan eens op dit en dan weder
op een ander artikel op de loonen werd
afgetrokken. Ea ware dit niet alzoo,
hoe zou men het feit dan verklaren, dat
mannen van naam onder de kerkelijken
zoowel bij R lomschen als
Antireyolunonairen de werklieden in het gelijk hebben
gesteld; en ook nu nog op de vergadering
der vakvereenigingen, den tweeden
Pinksterdag gehouden, al weder de niet socialisten
geenszins ontbraken ?
«Trouwens van //rtcblsverkrachting en
willektur" msg geen eprake zijn. Ue werklieden treden
tot de faoriek toe wetende, dat de patroons de
loonen regelen en dat de loonen niet vaststaan.
Indien deze uit beweegtedeneL d e zij niet aan
de groote klok kunnen hanaeii, van oordeel zijn
het cea of ander tarief t; moeten wijzigen,
gaan Zij (in ca?u van Hetk & Co.) daar ongaarne
toe over.
Ik gevoel dat hier eea vraagfeeken zai ge
plaatst worden en wil disn twijfel dus wegpriten.
Men heefi, hij het twisten over de vraag of
de fi'ma Van Keek & Co. d:; loonsverlaging op
het dekenweveD willekeurig of uit goede rede
nen toepaste, gewezen l i op een uitlating van een
der ma'iten dat die dektus een goed artikel
voor de -ma waren en 2 j. op het hoog
hoofdelijken-om-lag-cijfer van den lieer G. J. van
Hetk, lul van de l -, Kamer. Müar ook hier
wnder, nu er eenmaal een zeker drijven in de
lied:ürit, zijn zij door d:k en dun met zulkeen
verklaring gegaan. Immers alle art kelen wisselen
af in beleekenis. Nu eers zijn artikelen waarin
s'echte garens verwerkt kunnen worden, met
voordeel aan te maken, dau weder winnen het
de fij lere kwaliteiten. Zulk een verklaring heeft
dus een zeer betrekkelijke en een zeer tijdelijke
waarde. Voor den fabrikant is 't altijd zaak
zoo fpiedig mogelijk te wrten te komen welke
ar'ikelen vermoedelijk winst zullen geven en
daarna den aanmaak in de hand te werken. Ook
is algemeen bekend dat bijna alle
katoeiifabrikarten specu'eeren in katoen. In 1900, toen de
katoen hier groote prijsverheffi ig tegemoet ging,
verluidde het door Tweute dat de fi pma Van
Heek & Co. enorme sommen op die wijze
vervirdiecde. Wie dus uit den hoofdelijken omslag
het in nijverheid verdiende inkomen ifl -id% doet
een gietp ia het dirster, bettr niet".
Ook deze redeneeringen snijden geen hout.
Zeker, de werklieden weten, helaas, dat de
Joonen niet vaststaan. Dx>ch dit wetende,
vragen zij zich af', hoeveel zij volgens de
heerschende tarieven kunnen verdienen,
wanneer "Jj den arbeid amrangen. Ea als
dit niet vaststaand loon dan
jaren lang hun is uitbetaald en het wordt
verminderd, is 't nog al natuurlijk dat zij
bij uitzondering in verzet komen, indien
het onbillijke van de vermindering hun
duidelijk is. Wat nu deze loonsverlaging
aangaat: de hetr Barnard van Heek heeft
bij een samenspreking met de arbeiders
zelf' gezegd, dat het hun er om te doen
was met dit artikel (Ie dekenf) de wereld
markt te beheerschen. Een heerlijk doel
voor een fabrikant, maar de arbeiders mogen
zich dan tocli z°.ker wel afvragen of dit
geschieden moet op kosten van hun loonen,
en dat te eer, waar hun bij den vorigen
loon-aftrek n 1900 (want dit is reeds de
derde sinds 1890) was gezegd, dat dit
stukloon zoude gehandhaafd blijven. Een
praatje hierbij over de katoen speculatie
en het cijfer van den hoofdelijben omslag
van den heer G. J. v. Heek, geeft hier
allerminst uitkomst Gsnoemde heer is reeds
jaren lang de hoogst aangeslagene van
Enschedéiterwijl men meent te weten, dat het be
drag van zijn jaarlijksch ir.komen een ge
lukkig man aangaande \vien men zoo iets als
een klinkend argement mag vermelden
op pi m. 17ö000 wordt gesteld; terwijl de
goede gang van zaken voor de firma H. & Co.
overigens duidelijk genoeg blijkt.
»l)e fi-ma Van Heek & Co. heeft ongeveer
25i'0 fabriekarbeiders aan hit werk.
Heeft men ooit ernstig overwogen roevetl sij
per jaar mér betaalt dan het gemildelde loon
dat m Twente aan goede wevers betaald wordt ?
Ik durf beweren dat ik zér ongunstig voor hair
oordeel als ik het meerdere weekloon per wever
op ?2 stel. Dat is dus ? 5000 per week, der
halve ? '200.000 per jaar'!! Is het nu nitt bar
dat men tegenover patroons, dia al jiren lang
inderdaad bewijzen, dat, zij gaarne een fl nk loon
uitbetal-.n, de verdenking stelt van
rechtsverkorting en willekeur ? En vooral daar, waar de
looiisbesnoeiing haar slechts een bate van f 80
per week, du; van ruim / 1000 per jaar zou
kunnen aanbrengen.
Welk een kleingeest'ge ..prinzipiënreiterei"
tfg^nover deze inderdaad groote fi ma !
Het spreekt van zelf dat fabriekarbeiders elie
loonsverlagirg met l*ede oogen aanzien. Maar
zoolang zij tot de bevoorrechten behooren die
een betrekkelijk hoog loon verdienen, spelen zij
dan niet een zeer gewaagd en roekeloos spel
door werkstakiüg den samenhang eener zoo
groote industrie plotseling te verbreken ? Want
gaat daarmede niet. de sympathie voor den
werkmau geheel verloren en leidt deze verwijdering
niet rechtstreeks tot de neiging om niet hoogere
dan concurreerende loonen uittegaan betalen ?
Ik stel deze vraag ondanks de ervarirg hier
mij bewezen heeft, dat zij voor mij geen vraag
meer is. Na de werkstaking aan de katoenweverij
van de fi-ma H. Hedeman alhier, die eindigen
moest en ook geëindigd is met de nederlaag
der fabriekarbeiders, omdat de fi-ma van geen
transactie wilde hooren, zijn de loonen van
goede wevers helais allengs gedaald van / 10 a
? 11 tot f 7 a ? 8 50."
De heer Snel ontdekt in deze
werk'staking iets »kluchtigs" nu de welgedane
arbeiders van een zoo gullen patroon op
een bagatelletje van ? 4000 per jaar zien.
Wij echter worden eer door iets
kluchtigs in de redeneering van den heer Snel
zelf getroffen, waar hii beweert, dat de
firma Van Heek ? 2GO.OOO meer uitbetaalt
aan baar arbeiders, dan andere fabrikan
ten, gerekend ? 2 per week voor eiken
wever. Oader de 2500 arbeiders zijn man
nen, vrouwen en kinderen werkzaam in
verschillende branches, als spinnerij, weverij,
ververij, dekenstikkerij enz.
Wat het loon p. s. betreft, dit is niet alleen
niet veel hooger dan bij andere fabrikanten,
maar het vaste loon is nogal eens lager
dan elders, naar wij meenen te weten.
Bedenkt men nu, dat onder de 2,öOO ar
beiders een groot aantal jonge werkkrachten
woiden gevondfn, die een loon van 2 tot
4 gulden per week ontvangen, gelijk dit ook
bij andere fabrikanten wordt betaald, dan
begr'rjpt men hoe er onmogelijk van ? 2
hooger loon per persoon sprake kan zijn en
, dat deze geheele berekening foutief is. Wordt
er door enkelen bij de firma iets meer
ververdiend, dan komt dat door de zeer groote
inspanning van den werkman, en ook
uitj hoofde van het ongezonde van hun arbeid,
j getuige de vele gevallen van ongesteldheid
bij een deel van het perponeel," blijkens de
lijst afgegeven aan den Inspecteur van het
l geneeskundig S'aatstoezicht, door den
i directeur van het ziekenfonds voor Ensched
en Lonneker. En als het uoodig mocht
! schijnen, de beteekenie van deze ? 4000 voor
de arbeiders toe te lichten, de herinnering
kan volstaan, dat di nu doorgezette aftrek
van / 80 per week door verscheidene
anderen is voorafgegaan, en dit de
druppel was die den emmer deed
overloopen.
»Iu E'ischede komt er nog iets bij dat mij
doet vreezen dat de wevers de dupe zullen
worden van hunne verklaarbare maar ondoor
dachte neiging tot, sluiting van loonsverlaging.
c Q-rna Van 11 ;e,k & C >. is ernst;g gedupeerd
door de overige fabrikanten die tot den
fabrikartenbond behoorsu. Zeer hevige woordenwisselin
gen hebben daarover plaatsgehad. Het laat zich
dus aanzien dat deze firua, na den strijd met
hare arbeiders te hebben uitgestreden, met de
fi ma's die nu in haar troebel water vissc'ien, een
verwoede coECUTïntie zal cp'nen die allen
dwingen zal te hngen leste tot loonsverlaging
over te gaar. Het spreekt toch van ze:f dat
de fi'ma Van Heek & C), niet orgestraft zal
laten dat de Bond haar, tegen het verbond
in, heef, prijrg'.geven aan het vereenigd verzet
der werklieden.
Enschede wordt dus met groote gevaren
bsdreigd, waarran deze werkstaking b:j de flirna
Van Heek & C >. het u t^angspunt b. Mij komt
het dus hardvochtig voor dat men medewerkt
om de werklieden tot blijvend verzet aan te sporen
waardoor de verwijdering tusscben die fi ma en
hare werklieden allergs nog grooter wordt.
15etrekkelijk gemakkelijk is het dezen strijd nog
eenige maanden te verleugen, doch het resultaat
dat msn niet ziet, wordt hoe langrr zoo beden
kelijker. Moge men van uit de verte meenen voor
de toekomst iets groots tot stani te brengen, de
ervaring hier heeft geleerd, en te Enschede zal
ze \ Iseren, dat, de werklieder-'.oonen erdoor
van den wal in de sloot geraken.
uit te zeggen al ken ik in ruime mate
de g< bruikelijke taktjek om wat OES niet
aanstaat voor bardvochtjgheid of desertie te
beschouwen acht ik mijn plicht.
Almelo, 21.5.'02. N. FR SNEL."
Intusschen is de werkstaking te Eisched
ern nieuwe phase ingetreden. Nu ze na
vier maanden nog niet geëindigd was
hebben de Enfchedeesche fabrikanten ein
delijk gedaan wat de heer Snel reeds in
zijn vorig schrijven als hun plicht aanduidde;
zij zijn van Heek te hulp gekomen. Zij zullen
vanden 13» Juni af slechts vier van dezes
dagen p. w. laten werken. Hiermede is dus
het grootste gevaar, dat van concurrentie!
opgeheven. Het blijkt echter, dat de heer
Sael in deze ook niet bij'.on der gofd was
ingelicht. De fabrikanten-vereeciging had,
volgens het Volk zich reeds in Maart
daartoe bereid verklaard, indien de
firma Van Heek dat mocht vragen. Dat
verzoek fchijnt thans te zijn ingekomen.
En waarom gaat het nu '? De arbei
ders hadden successievelijk alle eischen
van Van Heek it Co. ingewilligd, maar
in plaats van »rtlle arbeiders worden icecr
ioi den dienst toegelaten" (het eerste punt van
het vroeger voorstel der patroons) willen
de patroons nu nog twintig van de arbeiders
uitsluiten.
Ten eir.de de firma Van Heek dezen triomf
te doen verwerven worden weer vier
duizend werklieden meer twee dagen loon
per week onthouden.
Daze straf wordt den arbeiders opgelegd,
omdat zij met hun medearbeiders den last
van den strijd dragen ; liet moet hun
ingepeperd worden, dat de macht bij de
patroons is, en de arbeider zelfs het
recht mist om zich te verzetten tegen
loonsvermindering.
Wat die patroons daad zal uitwerken, is
zeker op het oogenblik niet te voorspellen.
Maar indien er eenig gevoel van solidari
teit onder de Twentsche, en onder de
Nederlandeche arbeiders in 't algemeen, bestaat,
dan hebben wij een voortzetting van den
strijd te wachten, waarbij een groot deel
van het publiek, niet langer onverschillig
toeschouwer zal kunnen blijven.
Brutaler toch is de vertrapping van het
recht van den arbeider, in ons land, nog
niet voorgekomen.
Dit feit, dunkt ons, spreekt tot alle poli
tieke partijen, die een sociale paragraaf in
hun program lezen; en wat moet het
zeggen tot die ne partij in Nederland,
welke in haar beginselverklaring tot uit
gangspunt en tot doel harer politiek sociale
actie heeft aangewezen: TEMFERIXC; van
den klassenstrijd ?
Meerdire bepertinjïyan
i.
Oader dezen titel schreef S. in No 1291
van dit blad een opstel, alleszins d r lezing
waard. En toch....
Wat verheugde ik me, dat dit onderwerp