Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
tfo. 1301
scaen tusschen twee opeenvolgende noten,
zoodat men a's het ware met sprongetjes van den
eene root op de andere overging, dan had
msn het summum van vocaliteit bereikt. Vooral
de Boeren van dan ouien stempel waren daar
zeer sterk in.
Ook b'rj de commando's wordt geen dag besloten
zonder het gingen van eenige psalmen en gezan
gen ; vaak wordt als de vyand niet van te nabtf
dreigt, na de avond-godsdienst-oefening, die door
den commandant of anders door een der
aanwazige ouderlingen of diakenen geleid wordt, nog
een uurtje doorgebracht met zingen; ieder, die
last heeft, geeft een psalmvers of gezang op,
hetwelk door den voorzanger wordt voor
gelezen, ingezet, waarop allen mede invallen.
Ook t>ünachtelijke marsenen is er gewoonlijk een
der beste zangers, die e:n psalm, gezang of
ander bekend godsdienstig lied inzet-, waarop
dan spoelig de anderen volgen. Het is bepaald
indrukwekkend ia een stillen helderen nacht,
hét plechtige statige lied aldus te hooren uit
galm ;n d >or eenige honderden mannenkeelen.
Ook by het ontwaken is veler eerste werk,
nog vóór zy de dekers van zich werpen, naar
bun boek te gry'pen en een hunner meest ge
liefde verzen aan te heffen. Wordt men bij
dergelijke tooneeltjes niet gedwongen terug te
denken aan een Cromwell met zijn
onverwinIjjke christen- s jldaten?
(Slot to^gt), H. A. COBNELISSE
niiiiiiiiiiiitiiii i i""" iiiiiiiiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiil
L ;De rórjaarlütsclie tentoonstelt
ir.
f Vanjden Aatwerpmaar P. J. van der Oiieraa
zijn twee sc'itlderijea geicceptaerd en beide
ronden in zaal 3 een p'.aaK Z>owel 1S4
«Beterschap vaa Warda" nsir Eoers romin
1ste boek 13 Ie hoofdstuk, als 185, »0p weg
voor het dagelijksch brood" beho~>ren tot de zoe
telijke kunstuitingen op deze Vierjaarlijksche,
min of mser gepsrfectioneerd, maar zeer frivool.
Uit dit antlpa^iek genre verheft z'oh, in voller
technisch kuncei, tof iets in onze waard, e'ing
de HaagscSe schilder P. Hiaxnin mat een
stilleven (84) O'schoon 't half versc'iolen is
in een slecht verlichten hoek, vindt men het
toch en men heeft er geuoegsn aan, ondat er
een rustig, niet pretentieus man achter staat,
die het schuieren verstaat. H ;t marmer en de
rulle schelpen leven in echt-glanzen, over het
pirelsnosr dattilen leuk-lichtende tintps. Wair
men over dj stofuitdrukking bijna overal met
de m?este onverschilligheid ziet heen loopen,
(men zie de portretten maar een-) he^ft dit
preciese doen iets zear aangenaam».
Heyberg komt niet veel nieuws vertellen. Ia
zijn inzending (92) «-Milicien en vrijwillig kor
poraal" (sen titel omiat er toch een wezen
moest) ziet men hem vrijwel zich^elvtn cip'eeren.
Addicks had uit zijn O Jenzeel-collectie een
keu:e moeten doen, liever dan te komen met
Vleisj s figuur" t.3) dat, van wie hem niet ken*,
moeielijk een appreciatie kan geven vaa zija
wairlijk-kunnen.
Tüerese Sshwartze, die drie pirtretten zoid,
is het gelukkigst geweest mo,t hïar portret van
den heer Van Eeden (214) \ levend vriendelijk
gezicht van een man in verheugden ouderdom.
Bij Aig. Legras «Girdia" (Itó) een bleek, op
pervlakkig coaterfeitsel van een Owtersc'ie stad,
denken we ma,t weemoed aan het Oosten van,
den ontbrekeaden, Bau?r; hij W,Hem Sseeliak,
^Nevelachtige ochtend" (21') aan de innige
poëiie van het Hollandiche morgenland die hier
toch niet is. »Huizer meisje" (129) van D.
Konter doet wat onaoozel, maar men ontdekt
qialiteit in het teere muts-omhuifde meisjes
kopje. Esn pleisterbeeld van Georgine Ss iwartze
.Lezend kiad" is in de se'ma-s uit'^kom^n
beeldhouwkuast wel e ;n van de beste inzendingen.
Ia de vierde zaal vinden we dan
tccheintelijk een debutante van beteekenis, mevrouw
Taiema?Groeneveld, die mst R iw weder"
een knap en gespierd werk gaf. Hier komt,
een vrouw ons uit de we.ëvoliaanheid om
de nog al eens goede en in het algemeen
wel verkoopbare kunst van beiaard-werkende
measchen opschrikken ; we zien, o zoo dankbaar,
eindelijk eens iets levenis: een stormsee vol
rumoer, stoere bommen in den strijd teg^n de
sehuimirakenle zee. Verwonderlijk is zoo kn>
kige krasht in het werk van een vrouw, een
debutante. Als in den aanvang dezer beschou
wing ds openbaring van een nieuw beteekenisvol
talent op deze vierjaarlijksche w^rd ontkend,
most een uitzondering gemaakt worden voor
mevrouw Talema. H»ar debuut kan argument
worden voor wie 't, raisoa d'êre van een
visrjaarlijksche te bewij'.en wenscht.
Fokko Taiema, de echtgenoot van deze ta
lentrijke vrouw, txposeert in dezelfde zaal een
stemmingsvoi buitenstukja Aan de
Egmoniervaart," (QO. 226) rust van slapende sc'juit aan
wal van avouddu s'er dorpje ,
Twee genrdstukjes van To; y Off jrmans //De
Vioolrepirateur" en //Da Se'-ioenmaker" (130 en
] 81) zijn in eenzelfden stijl gedaan, vlak gestre
ken, op tff.ct geposeerd en 't beoogi dï.ct is
bsreikt
Minder pretentieus, krachtiger, m~er e.igen,
al kent hij t vak." veel minder, is L? Comte
in z:jn kijkj) op de haven te Volenditn (133)
een in bruinen toon geschilderd Hoüandseh
havenstukja en is ook Liuis vaa S >est in
»Wmter" ejn bijna onnoozel geval: boom, stukje
muur, een ondiep pleintje, maar daarover een
vlokkige sneeuw gestrooH, die in haar
lichtschitteriog waarlijk de klare pracht geeft van
den Hollandschen winter.
H ,yick van P*p3ndrecht die in de vorige
zaal met zijn Filmen-Compagnie een illustratie
voor ,Moderne Kunst" ('t Ziete Duitsche
Tijdschrif:) heeft geleverd, doet hier bjter werk
met Staf bij de Mano:uvre" (110)
Hollandsche soldaten die hij kèat-, tegen een Hollaadscb.
land. Met de vermelding van een fraai stilleven
van mevrouw Moens-Ter Kuile (104) en een
vrij-wel gelukte avondimpressie van H. S.
Wolter (258) is het op-merkelijke in deze zaal ge
nventariseerd. Zaal 5 is de zaal van Willem
Maris, Breitner, Blommers, Mesdag, Wijsmuller,
Haverana, Gibriël de zaal das van grój'.e
mannen.
Toch geeft ook zij, helaas, geen diepen indruk.
Noch Breitner, noch Marh, van wie 'c dan toch
komen moest, hebben van hun beste werk ge
geven. Natuurlijk is het goed, men ziet er waar.
lijk schilders aan den gang, men raakt tot gul
waardeeren, maar tot bewonderen niet. Breitner
geeft et n groot paard op den voorgrond van
een stuk amsterdamsche buitenwijk in
aanbouw. Het sujit is n'et rijk en al blijft 't ver
wonderlijk wat Breitner er toch nog vaa
gemiakt heeft, de strakgrijze lucht is prach
tig hét oeuvre dat de vierjaarlijksche be
langrijkheid heeft gegeven, werd het toch niet.
O ik niet de »Eenden in het grojn" van
Willem Mans (148). De meester heeft het onder
werp vroeger altijd breeder en liefdevoller be
handeld dan hier. Er is e ja paarschglans over
deze eenden die niet van Maria' palet schijnt
gekomen. H. W- M-slag txposeert ook hier
een kranig zeestuk ,Na den storm".
Luchtig en zoanig is de zee in Blommers'
»zomer" (23) Wat prac'itige diepe l
chtdartsling is er op de drie krac'itig geschilderde figu
ren en op het blijde glanzende water. DA is
Blommers op zija bes', een alleraangenaamst
schilderij. Wel eigenaardig dat zee- en
duinland op deze tentoonstelling veelal 't gelukkigst
gedaan sujet is. 0>k bij de debutanten. Zoo
heeft in de teekeningenzaal een nieuwelinge,
mej. C. S^nia, heel gelukkig de zomersche
stemming in een Hollandsch dvrnland gesnapt.
Ook Wijsmulier w« heel gelukkig met Z>
merdag in den p)lder" (260) in diep perspectief
gaat het zonnige Hollandsche waterland met
pracht van bloeiende lel u. Vergissen we ons
niet, dan werd dit reeds vroeger op een vier
jaarlijksche g< exposeer! en behoorde ook daar
tot het beste,
Rom\ntiek in nobelen vorm, eerlijk en dus
sympathiek is »Wijze Lessen" (22) een
conterfeitsel van een lesende boerin. B.j Bissc'aop is,
curieus voor onze door modern schilderwerk in
dit opzicht niet verwende oogan, het doen hoofd
zaak, geen detail is verwaarloosd, men zie hoe
de onderdeelen geschilderd zijn, zoo'n
boerinnekap, zoo'n boek, zoi/u pau wt veertje, zoo'n
b'ad vaa 't boek waa-donr de letters van de
ommezijde even doorschaduwen. Miar, waar
deeren we R.sschop's kunst, warm miakt ze
ons niet.
Gibriel aan wiens uitkomen op de vorige vier
jaarlijksche ons museum B iynnns een waarde
volle herinnering bewairt ('ajn stuk werd er voor
aangekocht) ex;josee t weer een Hollandsen land
schap waarin veel moois, vooral in de Inc'iten,
maar als geaeel wat droog en vaal.
Da jonge Willem Miris gaf een klein fijn
stuk in B ir'oizon", (140) aanzienlijk veel beter
en voora! gevoeliger daa de gave vaa zijn buur
man Albert Rjelofs Poesjes ontbijt" (197).
Bijzonder goed alweer kwam A. M. Girter
uit m^t ,»Voorjaarsdag" (73, een mooi blank
schilderij, welgelukte impressie van oeverland
waarop 't lentegroen door te breken staat, be
kleed met rustige blallooze boomen, aan helder
diep-spiegelend water. O A Haveman is op deze
vierjiarlijksche zeer gelukkig. Zijn uitmuntend
portret van professor Pckeluaring (SS) wint het
verre van alle hier ge'.oudan prjeven van
portretteerkunst, bewijsf met hoe weinig middelen
een artistiek conteifjitsel kan gemaakt worden
en in zijn yGeluk" (S9) heeft hij zija
oapattelijk motief van yinoeier en kii.d'' verrassend
krachtig en frisch op ieuw verbeeldt. Vol echt
leven is die dartele omhelzing van rozig dodiig
kind in gretige moederkus.
Ia zaal G ten slotte, behoeft weinig geme
moreerd. Willy Sluyter gaf een wat srof ge
dane schildering van «L juhalers" (217) maar
die 't 'cm toch wel doet door de krachtige
zekere teekenin-.
Het S'ap'iorster binnenhuis (133, van Jo
Koster, Stap'iorst in zoorerre dat een paar in
kleedij van dit d irp bij een tafel k'ansen
vlechten van klaprozen, is wat hoog gehaigen
en komt daarioor niet uit in zijn goeie
qia'iteiten, die het toch beslist heeft, q'ialiteiten van
teekeuing ea coloriet. 't Hid de plaats verdiend
van zijn oaderbuurma"1, die wansmakelijke voor
stelling van een G'oningscln varkensslacht-erij.
In Johan Braakensiek's //Oile rekening" (.'J4)
vinden we alle qmliteiten van zijn teekeningen
terug; Biukema's Bj de schaapskooi" is we!
curieus met aardige kleurtje»; Wegn's Brugj;"
toont den ons3iensieu?en schilder in zijn
rustigen vooruitgang een goei eerlijk
sch.Idcrijtje en ook in Pans grijsaxrd" (191) is
reden tot prijken.
Am 't eiade van onzen rondgang weten we
dat we uit ome waardeering eiikelea gesloten heb
ben, die 'c niet verdi >adea, maar in eenigerma'e
beperkte ruim'e en gesteld voor de
nooizakelijkheil van een keuze, was dit niet te
verjiijdeu. Er kan wellicht nog ainleidiog wezen tot
een nabe'rac'jting, w.iarin we ook de nieïge
bruikte aanteekeningen in oniea catalogu? nog
eem zullen raadplegen.
HESRI DEHKISG.
Wanneer de Boek mij zou opl'a^eu e;n
stamboom te maken van zijne familie, dan liet
ik hem in directe linie afstammen vin Pa-is.
M ie'i t hij ooit in een dergelijk dilemma ko:nen
als deze mythische herder, het is voor mij niet
twijfe'aihtig, welke pir>ij hij kiezen zou ; en dit
verklaut mij, hoe de, Bock, of;c'ioon hij reeds
Abraham heeft gezien nog altijd even jong blijft.
Hij staat onder directe beS3hermin£ van de
vrouw van Vulcanus, in alle eer en deugd wel
te verstaan; hij toch is huisvaler van een zeer
talrijk geain, dat natuurlijk behalve de vreugde
ook zijie lasten nuê)ren,7t, waarin hij evenwel
philosop'üseh berust, beseft' nie dat men van het
huwelijk zoowel de genoegens ali de lasten
dragen moet.
Waaneer een vreemieliug het do-pje Rsnkum
binnenkom'', zoo tegen deu tijd, dat de school
uitgaat en hij ziet een bloaden heer, gekleed
in manteljas met een vijf- of ze;tal kinderen.
die om hem heen springen en dansen en die hem
maar werk geven om ze kalm te houden, tieii
tegen a, dat hij de Bock is.
Sedert een zevental jaren woont hij daar
buiten, zijn huis en zijn atelier staan op den
weg naar ranj^-Nassau-oord. Wanneer gij bij
hem komt, dan vindt, gij hem of in zijne
Dalftsc'je kamer, of in zijn atelier. Die Delftsche
kamer, dat is zijne schatkamer. Zio ah gij de
kamer binnenkomt, waw de oud-Hollandsche
degelijkheid u het welkom totfliistert, blijft gij
een en al bewondering staan voor eene groot?
Lonis XV kast vol kostbaar Delftsch aarde
werk. Mooi komt d-ie kast uit tegen een be
hangsel van donkergroen velours de Go les met
heerlijke schitterende reu ts en daartegen fon
kelen in een scbem?rachtig licht d; heerlijkste
blauwtjes, die mea zic'i denken kan, mit hier
en daar roode fonkelingen en groene schitterin
gen en gouigeblink. Kostbire bor.lj es, plat liggend
om ze mooier tot liua ivc'it te doen komen,
mooie vaasjes, tegeltje?, beeldjes, waaroider
po'sierlijke, grapp:g.>, van echt oul II illandsche
boertigheid en daar tusschen enkele juweelen,
ll>m?insche en Indische ringen m't
edelgesteeuten en hier en daar een sierlijk gedreven
zilveren do ifje en meer dergelijke snuisterijen.
Voor mooi JJelftsch heeft de Bock een zwak;
wanneer naast de drie gra'iëa een zeldzaim
oud-Delfiseh pulletje stond, dan weet ik het zoo
krek niet, of de Bock niet voor liet laatste zou
bezwijken. De bekoring van Venns is wel mach
tig ; maar voor een mooi stukja Delfstsch, daar
verkoopt hij nog wel zijne ziel en zaligheid voor;
het is zoo verleidelijk dat mooie diepe blauw,
dat heerlijke roomachtige wit. Ja, zie je", zei
hij, op zijne collectie Delftseh wijjende, »daar
houd ik nog meer van dan van schilderijen". Het
vreemde van die passie voor Delftseh is wel, dat
de Bock niet alleen het mooie er van ziet en
gevoelt, mair bovendien aan de geldswaarde er
va i'hecht. Het is hem een geaoegen wanneer
hij op een bordje wijzen kan, dat hij voor zoo
veel en zooveel gekocht heeft, en waarvoor hem
nu het tiendabbele geboden is. Dat genoegen is
voor hem nu juist zoo groot niet om htt geld,
maar meer nog om hst idee, dat hij a's koop
man een goeden neus heeft gehad; want oc\
de guldens vaa de B >ck liggen nooit plat, zij
staan altijd op hun kant, hij is bang, dat zij
zich andera vervelen.
In de kast zag ik ook nog de verschillende
medajljes die de Bock op buitenlandsche
tentoonstellingea gekregen had. »Een beetje bur
gerlijk, vin-je niet om ze hierbij te leggen ?"
zei hij, toen ik naar de medaljes keek, die ik
niet bepiald mooi voi.d. ,N en," zei ik, »dat
vind ik volstrekt niet burgerlijtr, dat Ineft de
jongen van vroeger niet kunnen droonien, en je
hebt gelijk, da1 ja die jongensdroomen, die
laagzaam verwezen'ijkt worden, ook respecteert, dat
je eer'oitd hebt voor de wihkiaelit van dien
jongen; trouwens die medailjis zijn wel verd.end."
»Maar zeg, is dat de Leeuw, dien je in je
knoopsgat hebt," vroeg ik hem nu, terwijl ik
op een lintje wees »Nien/' zei hij, «-d «t is eene
Beiersche orde.''
»0," liet ik er op volgen, yjouw leeuw loopt
zeker nog in de woestijn, het wordt tijd dat die
geschoten wordt. M«ak in afwachting maar mooie
schilderij n, dat is toch ook wat."
B:halve het Delftsch merken we een aantal
oud-Hollandsche schilderijen, deftige portretten
van meest onbekende meesters ; het zijn kinit ren
ten voeten uit, bu-.tes en koppen vin mannen
en vrouwen, oude familieportretten, sommige
hier en dair op oude zolders gevonden te mid
den van allerlei rommel. Dat waren ontdekkin
gen voor de B jok ; met veel zorg werden de
pineeelen ss'ioongemiakf, vaak meende bij eene
kostbare voadst te hebbm gedaan, maar hij i aier
onderzoek bletk hij dan teleurgesteld. II;t vin
den van het een of ander kunstwerk van een
groot aiecs'er is lang mijne illusie geweest, zei
h\j, maar nu heb ik het opgegeven, ik heb t r
al zooveel tijd mede zoek gemaak1', zonder ander
resultaat, dan wat ik hier heb hangen. Toch
deftig die oui-11 jllandsche p irtrclten, in breede
zwart ebbenhou'en lijsten, al zija ze ook van
onbekende meesters.
E ;n andere liefaebberij van de Bo;k is het
verzamelen van manuscripten, iiicunable.",
xylographier, livres d'üeurec, waarvan hij eene kleine,
maar wel mooie collectie bezit, die in een gla
zen kastje als een heil gdom wojlt bewaar*, en
waarvoor bij veel piö'eit gero :lt, tegelijk alweer
vermengd met gevo;lecs van koopmansreligie.
Ei overal verspreid nog mooie Delftsche vaien,
stellen vaa vijf, Uelftsc'ie beeldengroepje?,
Rjmeinsche bronsen, mooie boetbinden en tegen
de wanden, behalve de portretten ook eenige
oui-Holiandsche landschappen en verder nog
een piano. De B !ck is zeer muzikaal, en ofschoon
hij geeae theore'isch-; kennis vin niu :iek heeft,
kan hij tal van fragm3ü(ea uit het hoofd spelen,
en hij kan, wwneer hij goed gestem l is, aardig
fantaseeren Dit fantas'eren strekt z ch ook uit
op het gebied van .-frtellen. Waaneer de Bock
eenmaal op zija praatstoel zit, dan is zijn
repertoire van geschiedenissen en moppen onuit
puttelijk en wanneer hem niets te oinueu s c': iet,
fantaseert hij er maar op los. Z >o ben ik tot
de overtuiging gekomen, dat de Boek in zijn
staaboom ook Nimrod moet hebben; waat dik
wijls vraagt m;n zich af, hoe haa!t hij het bij
e kaar, en uoe kan hij alles zoo zonder blikken
en blozen zeggen. lij gelooft ten slotte zelf,
wat hij veruit.
Daar schiet mij een verhaal van hem te bin
nen dat hem ook wel typeert. Wij spraken over
oude kasteeltjes, hij houdt vaa die oude burch
ten waarvan de steenen nog een sprookje kun
nen vertellen uit het grijze verleden.
Een% zoo verteid; hij, logeerde ik in een
kasteeltje in de nabijheid van Z-volle. De bewo
ners waren u:t, zij halden mij vrijen toegang
in hun iiu s gegeven. H :t was a?oud en ik zat
in de ouie biblio luek, moederziel allcei, te
midden van allerlei oude dingen, rien.iid in
huis Op eens overviel mij het givoel a'sof ik
daar zo) al eeuwen zaf, dat ik dojd *as, je
km bijna de stilte hooren; daar werd dat
gevoel zoo ster'', dat ik werkelijk b?gon te
geloovea, dat ik dood was, of dat ik ten minste
op het puut was om dood te gain, het werd
mij bang. Ik sprong op, liep Laar de
kastelklok en begon uit al mjne macht te luiden. DJ
tuinman kwam aanloopen. M;heer wat is er ?
«Inspanneu", luid ie het autwoon', dadelijk in
spannen, ik vertrek, ik moet naar Zwolle, dadelijk
hoor, en eenige oogeublikken later rolJe het
wigeutje met de Bock er in naar Zwolle, de
Bjok o?ertuigd dat hij nog leefde.
Ja de Lijck leeft, leeft in alles wat hij doet,
niet bet minst ia zijn werk. Men moet heai
fai het werk zien in zijn atelier. Vijfven
»t,appea van zijn huis staat zijn a'elier, een il uk
ruim lokaal. IHar alweer somnrge koitb-ire
zaken, tegen den ward eea Italiaamc'i gob lin,
fantastisci rijk; met arenden, gr ili >enet), sprin
gende bikken en meLSchenliguren ; een boscli
met beblaJerJe boomen en eeu verschiet. Wat
ateit het voor':': vrofg ik de Bock. Het, per
petuum mobile, luid Je het antwoord met onver
stoorbare kalmte. De Bock gebruikt nog al eens
vreemie woorden, die niet altijd juist te pas
worden gebracht; nnar hier kon het, omdat de
B)ck het zei. Het was een beeld van het leven,
van de na':uur, die altij l voortleeft, de voort
brengende natuur, d e nimm:r moede wordt
hair taak ta verrichten.
In een hoek van het atelier eem
oud-11)!landsc'ie kast ; daarboven een paar gothische
houten beelden, p-of-ten voors'ellende. en daar
tusschen een gothisc'i bas-relief in hou*, eeae
afneming van het, kruis. De Bock voelt veel
voor de Ciristu -liguur, hij bezit onder meer
een got'.iische geschilderde triptiek, eene kruisi
ging, ea een kruisbeeld op zijde geborduurd uit
de 15e eeuw. In een andereu hoek een oud
orgel, wa;uop eenige oude manuscripten liggea,
kerkmusiek. Z 10 au en dan heb ik de Bjckop
j dat orgel hooren spelen en dan dacht ik aan
! diea kapitein N31110 vaa Jules Verne uit de
l ouderzeesche reis om de wereld. D. p3 geluiden
' onttrok hij aan dat oude orgel, zware orgeltonen,
i die e.uwea terug het gezang van de priesters
en de koo-zangers a c )mpa»neerden gedurende
' de goltdienstoefeningen. Het was alsof er een
| geestelijke baad beslond tusschen de B>ck en
j dat orgel, eeae sympathie waardoor de zware
dreunen ie tonen nog voller werden, nog dieper
' liet gevoel aandeden van hem, die er naar
j klaterde. Zoudea die ',ware orgeltonen soms d tor
de Bock in som m ge zijner schilderijen worden
omgezet ii mooie afoidsteaimingcn ':'
Het enthousiasme voor het mooie van de
natuur blijft bij de Bock oive.'flvawd ; »kijk",
zei hij, terwijl hij op een scliilderij wee», »dat
zijn weer nieuwe berkenlaan'jes die ik bij Oos
terbeek gevonden heb, jammer, dat ik dat niet
eerder geweten heb." Ea dan wees hij weer op
een lich'je op een zijner berkjes ; »kijk, wat doet
dat mooi tegen de lucht," ; mooi dat licht op dat
zandpa^, vergelijk het eens met het hoogste
licht op di; wolk." En terwijl hij mH mij sprak,
oefende hij tegelijk kritiek u t op zijn werk, gaf
aan, wat hij wilde veranderen, en hij ziet er
niet tegen op zijn schilderij ten onderste bov«n
te gooien wanneer het hem niet bevalt. Zoo heb
ik heel wat schilderijen zien veranderen en
verbren gaan. Veel werkt hij buiten, die impres
sies, zoo direct buiten geschilderd zijn zeer
gewild bij het kooplustige publiek, zij zijn meestal
weergaloos raak van toets en juist vaa
tooaverhouiing. De Kwade 0>rd, de Keienberg, de
Wagenicgsche berg, de Doorwerth, hebben
hem de motieven gegeven van de meeste zijner
schilderijen, die hij gedurende zijn verblijf in
Reckum gemaakt Leeft.
»En je gaat alzoo Riukuoi verlaten en in
Haarlem wonen ?" vroeg ik hem, »ten minste
de couranten weten het te vertellen." Ik weet
het zelf nog niet, zei hij, mair heel onmogelijk
is het niet, je begrijpt dat ik niet gaarne hier
vandaan g», dat ik het vertrek zoo lang
mogeliji uitstel. Mtar mijne kinderen worden ouder,
zij moeten r.air andere ic'iolen, het is lang in
de pen, het zal er wel van moeten komen, ce
qne femme veut, D.eu veut, 's zomers kan ik
dan toch nog wel hier ko/ien bij mijne
beukenlaati'jes, bij mijne beuken. Maar Haarlem is ook
mooi met de Hout en de omstreken, maar de
men c'ien, ik hoor ze zijn zoo stijf, hier ben
je zoo vrij.
Hij nam zijn palet en be^on weer te schilde
ren, een avond had hij onder handen, en met
zeldzame zekerheid zette hij de lichten in de
lucht. Wij se' eidden, en terwijl ik de deur van
zijn atelier sloot, zag ik hem weer verdiept in
de beschouwing van zijn werk.
15 Jan. '02. . L. LACOMBLÉ.
De uuteetenis der woorden.
Die Bcdeulung 'les Worles von KA RL OÏTO
f KDMAXS. Leipaig 1900. Verlag von
Eduarcl Avenanus.
Op de jaarvergadering van de Maa'schappij
der Nederbndsche Lptterkuade te L iden, in
Juni 1900, hield prof. C:iantcpie de la Saussaye
eea rede ov> r »H t mystieke in onze nieuwste
lettereu", waarin werd gewezen op de onbepaalde,
zwevende tnteekeuis die het woord mys'iek"
onder den invloed van de literatuur der laatste
jiren heeft gekregen. Terwijl volgens de vroeger
algemeen gangbare beteekenis het mystieke ligt
aan gene zijde der grens van bet bewuste, en
men ii de mystieke aanschouwing den bodem
van het eindige, verlaat om z'ch te verliezen in
het oneindige ; kenschetsen sommigen bijna al
wat het christelijk geloof raakt, als mystiek,
anderen vinden het ^griezelige" eea geschikt
tynoniem voor het mystieke.
Het bovengeaoemde werk, dem
Diskussionsklub zu Dresden gewilmet" onder het motto
//S)iald man fpricht, beginnt mau schoi zu
irren" is een doorloopt n l betoog over de ver
anderlijke, zweven Ie beteekenis der woorden.
Wat is mystiek? Wat is schoonheid, zedelijkheid,
deugd, ziel ?
Hier geldt wat Va,n E;den over woord-waarde
heeft gezegd, dat nl. het noemen in woorden
vai sommige dingen dikwijls het gevoel geeft,
of men etiketten plakt op de golven van een
zee. Alleen in zeer eenvoudige zaken is de be
teekenis der woorden en zinswendinjen gesteld
al dat, zij zuiver zijn vast en bij velen gelijk.
Term ;n van bepialde en onveranderlijke waarde
komen alleen in de wiskunde voor.
Daardoor zijn dan ook di li lities buiten het
gebied drr ex'Cle wetenschappen onmogelijk en
moet men zich vergenoegen met een meer of
minder breede omschrijving. Een bepaling is een
opgave van de kenmerken, waardoor een ding
zieli vai alle andere dingen onderscheidt. Wie
een bepal.ng tracht te geven van zeer bekende
zaken, een stoel of een tafel bij?., ?al niemand
bevredigen ; ze zal voor den een te ru'm, voor
den ander te eng, te beperkt zija. Verschillende
individuen trekken de grenzen verschillend, meer
of minder scherp. Bij de discuss.ën over het
ontwerp kieswet-Tik slaagde de Tweede Kamer
er niet in, het begrip ,/kamer' te begrenzen en
indertijd verklaarde de minister van financiën,
in de memorie vaa beaatwoording over liet wets
ontwerp tot regeling der persoLeele belastin?,
z:c'i niet in staat, het begrip ,/rijtuig" te om
schrijven. Dergelijke quaesties kunnen tot allerlei
grappig gehaspel aaultiling £e?en. Begripsbe
palingen zijn echter oavernrj lelijk, wel ea wee
van een p°rsoon, van tal van menschen, kaa
vaa een dtli:nitie afliaakelijk zijn. ludertijd is
eea rechtbank bezig gehouden met de netelige
vraag, m hoeverre het woord schorem" een
btleediging was. Men heeft toen ze '.f s, b'iikens
berichten in de dagbladen, de etymologie van
het woord geraadpleegl, zeker bij de bepaling
der befceekenis van eeu woord meestal een
onveilige gids. Zoo is «schooier" in de Amster
dam che straattaal een zeer bele:-digend woord,
zoowat synoniem met //schobbejak, ploert". Toch
betetkende het oorspro :kelijk en beduidt het
nog in de meeste streken van ons land //bedelaar",
zoodat, bet daar alleen in een bepiald geval eea
beleedigeaden zia heeft. Di beteekenis vaa het
woord is algemeeaer geworden; het begrip //bede
len, landloopen" is minder duidelijk, m»ar andere
minachtende beteeken'ssen hebben zich er aan
va '?gehecht. Alle begripsïvijsiging bestaat in be
perking of verruiming van het grondbegrip.
De beteekenis der meeste woorden maakt dea
indruk van eeu vaste kern met vervloeiende
randen. Bijna altijd is het onmogelijk, sc-herpe
grenzen te trekktn. Tusschen wit en zwart
liggen een oneindig aautal tinten van grijs,
licht- tot donkergrijs; maar niemand kaa alle
tinten onderscheiden, ea de taal, immers m?ar
een zeer grof schematisch samenstel, heeft nog
voor minder schakeeringen een naam, dan het
menschelijk oog weet op te merken. Waar is
de grens tusschen kindsheid, middelbare leeftijd
en ouderdom? E -u korrel maakt geen hoop,
twee ook niet en drie evenmin, bij de hoeveelste
korrel begint de hoop?
AUe taalontwikkeling, bij het individu als bij
en volk, streeft naar het uitdrukken van fijne
verschillen in de beteekenis derwoordrn Daar
toe dienen woorden van overeenkomst'ge be
teekenis i' synoniemen), die te vergelijken zijn
bij de ve schillende nuances van een zelfde
hoofdkleur. Bij den eersten oogopslag en op
eenigen afstand schijnen ze samen te smelten,
maar bij nauwkeurige b 'schouwing neemt men
het eigenaa-dige van elk* dier nuances waar.
H .-t angstig gevoel van onrust, teweeggebracht
door het tegemiet zien v;n een dreigend gevaar,
wordt in zijn meest algemeene gedaante ,vrees"
genoemd, maai voor de verschillende graden en
wijzen, waarop dit gevoel zich openbaart, hebben
we een menigte namen, als schrik, angst, schroom,
bedruktheid, ontzetting, ontzag, onthutstheid,
ontsteltenis, bangheid, benauwdheid, btHardheid,
bekommering, verlegenhtij, bedeesdheid. Elk
van deze woorden heeft zijn eigenaardige be
trekkingen en associaties. Het taalgebruik wijst
ten slotte elk woord zooveel mogelijk zijn eigen
domein aan. Vergelijking-, de hoofdfunctie van
het denken, leert het meest juiste woord voor
een begrip vinden. »L'esprit consiste a voir la
différence des choses". (Miehel B al).
Girard, die in 1718 zijn woordenboek der
synoniemen aan de hertogin de Berry opdroeg,
bracht in Frankrijk de onderscheiding van syno
niemen bij de dames in de mode. De synoniemen
vormden dikwijls het onlerwerp van gesprek en
boden een geschikte gelegenheid om blijk te
geven van scherpzinnigheid.
Doch de gemakzucht laat liever alle onder
scheiding varen. Men bezigt woorden met de
meest algemeene en dus minst zeggende be
teekenis, zooals »maken", »plaats hebben",
jrloeu". Vooral vreemde woorden besparen
veel moeite; men de^ke aan het gebruik
van «resultaat", restaureeren", /Kxploiteeren",
»artikel", echte passe-partouls. Betts betreurde
het op het Taal- en L tterkundig Congres te
Rotterdam in 1865, dat ypractisch" als tiranniek
modewoord zoovele andere goede wo'rden ver
drong. ,Practisch" zei hij, is =: bruikbaar;
practisch is ~ uitvoerbaar; practisch is
nuttig; practicch is = ter zake; practisch is r:
van zessen klaar; prac'isch is wat u of mij
conveniëc-rt. «Practica est multipkx". Nog
altijd is practisch" een woord van even ruime
iiiiiiiiiimiiiiliiiiliiiiiHiiimliitii
iiiiiiiiiniiiiiitii
40 cents per regel.
itiiiiiiMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiiiiitittiiiiiiiiiiiiitni
TRADE- HklSl
MARK
MARTELL'S COGNAC,
Dit beroemde merk is
verkrjjgbaar bij alle Wijnhandelaars em
bij de vertegenwoordigers
KOOrMAXH & BRl OUKR,
Wjjnhandelaars te Amsterdam.
K A M S TB A's Matrassen-, Bedden- ei
Slaapkamer-Meubelfabriek, Sneek.
BED DER TOEKOMST m«t 10 jaar garan
tie. Levsrle sedert 1396 pi. m. 7OOO
stellen. Geïllustreerde Prijscourant grati*.
Honderden bewijzen van tevredenheid,
Specialiteit inESGELSCHE LEDIKANTEN.
Piano- en Muziekhandel
H. RAHB, te Utrecht.
Opgericht 1835. Tdephoon No. 443.
Amerikaanse]!9, Duitsühe en
Pransche
PIANINO'S ea ORGELS.
Oroote keuze in:
HUURPIASTO'S.
Oude instrumenten worden ingaruild.
Rep«ratiën worden in da Fabriek ten spoedigst»
uitgevoerd. Gelegenheid tot stemmen in ea
buiten abonnement.
Hoofd-Depöt
VAK
Dr. lAEGER'S ORIG,
'il
K. F. DECSCDLE-BENGKE,
Amsterdam, Kalverstr. 157.
Eenig specialiteit in dei«
artikelen in geheel NederL
r^eker en zonder pijn werkt het echte
d. i. 10 Gr. '25 pCt. Salicy! collodium met 5
C jntigr. Hennep?xtract 51 Cents.Alleen tcht met
de firma Kronen Apotheke, Berlijn. Depot
in Amsterdam, by CLÉBAM & Co., Apotheek
POL4K, PHARMACIE
??:' ECHT
YICTORIAWATER.
Rouge.
GRAND MA
Cordon Jaune &
LIQUEUK ROYALE.
Agents-GenerauxB.A.RIPPING&Co.,Amsterd.
Piano-, Oricl- ea Muzietailel
MJEYROÓS «fc KAI.SIIOVEM,
Arnhem, Koningsplein.
VLEUGELS en PIA^INO'S in Koop en in HUM.
Repareeren ' Stemmen Ruilen.
Voorhanden by den Boekhandelaar
J. H. BE WIT,
Utrechtschestraat 54, Amst.
C. T. J. LOtlS BIEBEB, Het Koninklijk
Paleis Ie Amsterdam.
Compleet met Po tefeuille ? 52.5O.