Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1301
Sctetsen uit ita Zffl-ifril Oorlon
In Nr. 1288 (3 Maart) blz. 3, komt een
zinstorende fout voor. Er staat nl. in den 4 en
kolom, 8.3 regel van onderen, inlanders, dit
moet z\jn wilanders.
De Boeren hebben nooit inlandera gebruikt,
behalve als paarden- en veeoppaaaera. Zij be
weren dat geen beschaafde natie kleurliogen in
een oorlog tegen blanken zal gebruiken, maar
ae hebben ci%t op de beacbaafdbeid der
Engelschen gerekend. Trouwena deze baroepen
zicb, als zy de feiten niet meer loochenen kun
nen op de Turco-regimenten in den
FransenDuitschen oorlog, maar in den regel worden
barichten, dat zich gewapende Kaffers onder
hunne troepen bevinden en dat o a. lord Methuen
een paar regimenten Kaffers onder zijn com
mando had, waarbij alleen de officieren geen
inboorlingen waren, eenvoudig doodgezwegen of
de heeren Anaoias & Co., die de Engelsche
regeering vormen, zoeken zich er met een leugen
of een geestigheid a la Birmingham af 'e maken.
Dat voortdurend liegen hebben de Eogelsche
generaals ook begonnen, maar zij hebben het
er niet zoo ver in gebracht als de dierbare
Joe c. a., en worden daarom telkens betrapt
niet alleen, maar brengen de statistieke opga
ven van Brodrick op de treurigste manier in
de war.
Toen de oorlog begon waran er volgens op
gave van de Engelache bladen, in het geheel
74.000 strydbare mannen aan de boerenzyde,
volgens de hoogste opgave zyn er 10.000 van
diverse landen mjgekomen, dua volgens
Enge!sche opgaven waren er dan ... 81.000 man.
Men rekene hier niet af degenen, die afwezig
waren, die niet op commando gegaan zijn,
wegena ziekte als anderszins, ambtenaren, die
hunne posten niet verlaten hebben enz , maar
houde het getal van 86 000 als correct. Dan
waren op 6 Juni 11. volgens de officieele
Kngelsche opgaven, gevangen gemaakt . 18.214
zij, die zich hebben overgegeven en den
eed van neutraliteit afgelegd. . . 21.739
Gesneuveld en overleden aan wonder,
benevens zij,die zoo verminkt rijn, da'
zij geen dienst meer (Joen hunnen (die
getallen zijn globaal gegeven in de tij
dingen) 39000
Gevangenen op parool in Earopa . . 3 42J
Nog in het veld (opgave van 6 Juni) + . l i 000
Samen . . 100 373
Hiervan gaan af die den neu raliteitseed
namen en weder braken (olticieele op
gave) 5.400
blijven
94 973
84000
Er waren er slechts .
zoodat toen de B;erec reeds waren 10973
Er zyn sedert rebenen bijgekomen. . 15 000
blijven . . 4.077
en gevangen genomen, gesneuveld, over
leden zijn en zici overgfgeven hebben 15 94G
zoodat het Boeren- en R.b Hen leger
nu bestaat uit (7 Maart; *) . .?11919
Aan den anderen kant wordt er merkwaardig
omgesprongen met Eagelsche verliezer. En het
is daarom ook niet te verwonderen, dat vele
gewonden aaa typhus etc. moeten sterren of
vermist raken, om de rekening min of meer in
het even te brengen. Toch had Henry
Lib^uchère in het Huis te vragen wat er geworden
was van 86.000 man, die onverantwoord waren
tot l Jan. 1.1.
Daarop kan ik hem het antwoord geren ; de
meesten zyrx reeds voor maanden bagraven.
Enkelen zyn overgeloopan.
Toen ik van generaal Liebenberg naar gene
raal de la Rey ging, kwam ik op eene gropte
plaatp, waar eenige dagen te voren een gevecht
had plaats gehad. D* Engelsche officieele op
gave zeide dat er 18 man gesneuveld en 22
gewond**) waren, terwijl de Boerenverliezen met
eene nauwkeurigheid waren rpgegeven, alsof de
Britsche troepen meesier van hot slagveld
getoleven warec, en later van de gevluchte Boeren
een speciaal bericht mat opgave hunner gewon
den en den staat der wondan gekregen haJden.
De zaak was evenwel eenigszins anders, e
Nieuw-Zaelanders waren in het begin van het
gevecht door de Engelsche troepen voor Boeren
aangezien, en de grana'en, die dood en ver
woesting onder hen aanrichtten, kwamen van
Engelsche zijde. Commandant Potgieter (van
Wolmaransstad), die later de N.-Zeelanders
van de andere zyde aangreep, had zich eerst
een beetje vermaakt met da vergissing der
Engelschen, vooral toen de N.-Zjelanders het
Eagelsche vuur gingen beantwoorden.
Op een óf andere wijze kwam ain het
onderlirg gevecht een einde, maar de Britsche troe
pen waren, waarschijnlijk door hun eigen dom
heid, reeds moreel geslagen, en het duurde
ook niet lang of zij ntireerlen. (Men noemt
dat beleefdelijk, fo take up abetter position",
maar ongelukkig werd dia positie eer.-t te
Kiüjersdorp gevonder) Er werden eenige
lyken medegenomen", verklaarde een vrouw,
die rp de plaats woonde. En de man zei, dit
er 4 wagens met dood;n waren geweest, die
opge'aden waren als hooigerven, met een
wiel aan beide zij lea en een touw er over
heen, om het afvallen te bf-lettan. Bovendien
hadden zijn Kaffers nog 2 doodalijk gewonden
en 7 gesneuvelden gevonden, die de Britten,
in hun haast halden vergeten. Da gewondsn
waren spoedig gestorven en met de anderen
op zijn la^t begraven, daar de vijand zich er
blijkbaar niet druk over niaak'.e
Toen ik na het 4 Ua,rsc'i gevecht pp d)
plaatsen Vlükfontein, Midlelfontein, Kop-^rfo
tein en Bastbntein, waar Potgieter met '210
man, later vetsterkt douc de la R?ij, een
Er\ge'sch convooi met bijna 2000 man in e^n
kloof insloot, en de Boeren vaa een hoogte van
200 a 300 voet in dia msnsche rnijsa schieten
konden, r ndging, kwam ik aa'i «en grafplaat*,
die 13 vost breed en 62 ires lang wa<. Ken
Kaffer, 'lie baiv^erJj miêjegraven te hebben,
zeiJe mij: Bais hulh leg daar drie d>k in,
en daar is baj^ wit mtnsche, maar ook
Hotno'.s en Kosli: s bij "
Ik vroeg hoeveel hij dacht. En hij antwoordde :
Ik denk daar is '12 bruine mer.pc'oe, maar daar
is meer &, honderd wit m*nsche".
De o'ticieile opgave is 19 gesneuveld, (waar
onder l olli.ler), 31 gewond, (?vaaronder 2
ofticierer) bij de Bosren'', zei lord. Kt'chener,
??ijn do verliezen aanmerkelijk" vj; toch haddan
*) Die nïgatieve macht geeft in den
tijd meer last, dan toen dévijand nog uit een
positief aantal bestond. Miar al« met fcijiX/0
man eige-i troepen gegoocheld wrdt, wat kaa
men d m niet verwachten van verantwoording
van de vijandelijke verliezen.
**) Daz:; opgave 'n in elk geval verkeerd,
teczij in bijzondere gevallen, ko-uea op l
ges_euvelde 6 il S gewonden.
j) Eeno latere op^ava in d<; Jj'Mnnctbiiry
Gaz-Me, die ik in een genom-Ju (rein voed,
geait de Bojrenverliezen als 5G gesneuveld en
ruim 140 gewond.
wij slechts 9 dooden en 39 gewonden, waarvan
5 zwaar. De Eogelsche versterking, die uit
Krü.jersdorp kwam, om den ingesloten generaal
Clements uit den brand te helpen, had ons de
meesten daarvan bezorgd.
In een graf van G j yards lengte is plaats
voor, minstens. 93 lijken, maar daar het graf
13 voet breed was, kan men aannemen dat ze
met de voeten -tegen elkander gelegd zijn en
dan worlt de ruimte groot genoeg voor 186,
en, als de Kaffer waarheid sprak, zouden daar
508 begraven zijr, in plaats Van 19. Dat maakt
in elk geval een verschil, dat wel een beetje
verwarring in de statistiek moet bren ec.
H. ESENS OGWAT.
RottertescliB Weerbaarheid,
Nymegen is een aardige stad. Ze is lief,
gezond, maakt werk van haar uiterlijk en tracht
de vredelievende vreemdelingen tot zich te
(rekken. Maar zij wil geen ka j3 zyn om zonder
handschoenen aan te vatten. Tegenover vreem
delingen met minder viiendschappelyke bedoe
lingen wil zy zich weren. En zoo heeft zij een
korps opgericht onder commandant Schoenmaker
dat haar in tijd van nood zal verdedigen.
In imi'atie Trans /aal uniform, met de
buitenopgenaaide borstzakken, den breedgeranden
hoed, den rand boven 't linkeroor opgeslagen,
maakt dit korps op de foto's een krijgshaft gen
indruk en kap, naar iedereen hoopf, lang een
sieraad van Nijmegen zyn. Moge het slechts
een sieraad blijven. Si vis pacem. para bellum.
De Romein die dat gezegd heeft, heeft een
enorme verantwoordelijkheid op zied genomen.
Want menigeen zou nooit een moordenaar ge
worden zijn als hij op 't .criiieke moment geen
mes of pistool tot zyn beschikking gehad had.
Geen wapan, geen moord geen leger, geen
oorlog. Maar z^lke waarheden, groot als een
koe, worden niet begrepen. De mecsch gaat
ter schole en wordt niet wijs; ter kerke en
wordt niet goed. Hy neemt wat oppervlakkige
kennis aan e/i wat uiterlijke vormen van zede
lijkheid. Toen Ferd. de Bruneticre het faillis
sement der wetenschap proclameerde, (aeel
onbillijk, omdat de wetenschap de haar toege
dachte verplichtingen nooit op zich genomen
had en er dus niet in te korc schieten kon),
had hy liever het faillissement der moraal
moeten constateeren. Wie zijn ty'd mede
leeft moet dit w-1 onderschrijven. Individueel
kan de mensch in kennis en zedelijkheid tot
een bitrekkelyke ho >gte kooiei1, maar in het
menschdom als gthsel, in de kudde, blijft het
di-srlyk instinkt de baas.
Msn is geen pasbimist als men dat inziet.
De mensch is geen engel, ook geen getallen
engel. Stel uwe eischen minder hoog. Houd
hem vóó.' dat hij moet trachten een gezonden
krachtig dier te zijn. Op dat gebied is nog
veel te doen. Onze huis Jieren heoben het beter
dan vele menseden. Zorg dat hem het noodige
niet ontbreekt en hij zal vreedzaam zijn en
gsen vlieg kwaad djen. Mtt de gezondheid e:i
de bevrediging der natuurlijke behoelten komt
de zedelijkheid dan van zelf. Maar ik ben af
gedwaald en keer tot Nymegens
WeerbaarheiJskorps terug, om er op ta wijjen, hoe nu
door gepiste reklame heel Neerlaud weet dat
er in Nijmegen een Weerbaarheïdbkorps be
staat, terwijl men volslagen onkundig bleef van
het jarenlang beslaan va.i zulk een korps in
Rotterdam. Da cornsak ligt in onzu
bescheidethaid. Wij zijn als het viooltje dat in 't
verborgen bJoeit. HadJen wij ons korps laton
fotograt'eeren dun bidden wa ook wel in een
of ander tydschrif'c gestaan. Ia de Huisvriend,
of in de Aarde en haar Vulhen. Ei wa had
den er een goed tijuur gemaakt, want we
mogen gezien worden PLattruimte belet mij
in een historhchen terugblik de oprichting van
het korps door majoor vau S.olk en d-j
wecrbiarho dsloterij, a ? 2 50 het lot, uitvoerig te
batpreken. Met van S.olk ver'oren we onzen
eeiiJgen hoof'dolfl^ier en grooten tinaiUiëelen
steun. Onze commandant u thans de kapitein
B)?, die door de luitenants van Alphen eu
Daprez wordt terzijde gestaan.
De kapitein Bos is dus de hoofdpersoon. Ki
hij is ds right man in the right placs. Hij is
eea maa die 't vaderland meer dai zichzelf
biinint, in 't sneuve!en votr zijn land een
zuiveren wellust vindt. Vraagt iemand waarom
hij dan niet naar Lombok of' naar Atjeh is
gagaan, dan zij hen geantwoord dit juiit die
liefde voor dat dierbaar plekje grond waar eens
zjn wieg op stond, waar eens zijn grat (zuil)
op staat, hem hier deed blijven. En wij ver
heugen ons daarin, want wie zou hem vervangen 'f
Wie zou als hij, terugkeerende kolonialen kunnen
ontvangen met een toespraak die hun na de
nare zeereis ais tusschendekspassagier, weer 6'. n
hart onder den riem steekt V Wie zou de
gedecoreerden zoo kunnen complimenteeren met
hun rnofcd, oeneid ea trouw"? Wie zou do
Koningin zóó liten laven V X:en Rjtterdun zou
zijn kui>itein Bos voor geen goud willen missen.
M:iar ook de hier Bos, de administrateur vau
onzen schouwburg neemt in ons officieel leven
een pUats van beteekenis in. Hy spreekt bij
blijde en droeva ge'egenheden nameiis commis
sarissen van den grooten schouwburg. Hij ta
hun tülk en vindt hot rechte woord van
waardeering, van da:k, van beklag, al naar 't past.
Uan t-preekt de menich Bos en de kapitein
zwijgt tijdelijk. Doc'a waar de kapitein ain
't woord is, in zijn toespraken, oproepingen
dagorders, daar is Bos in zijn eleiuenf, Jaar
komt zijn tigenatrJigheid hit beat uit.
We addc-.n een bootwerkers-werkstaking en
de scautteiij was onder de wapenen geroapen.
Het vaderia.id of ten in'r.iste de vaderstad was
ii ge,'aar, dus moest de kapitein Bos op de b es
sta.iii. Da burgemeester accepteerde zij i wacht
Jieuiton: da politie had een zware taak; en ds
kapitein Bos riep zijn mannekens op, verklarf) ule
dat elk die nu achteroieet een lafaard aou zyn. Nu
moet min amateur militair zijn en dai een
laiawd willen schyr.en, das reimt sica nicht
aiwammeq. Derhalva ontbrak er ook niet n
op het appül. Ei na h.-t .vreadjaan verloop
van de staking had do kapitein Bos de saiiskelie
aan zy'a korpi dan da:ik dsr autoriteiten te
kunnen o/erbrangen.
Het spreekt van zelf dat zulk een korps een.
lokaal moet hebben om te exirceeren eii waai
de musiek kin repsteeron. Dit heatte vroeger
VortcheüeLhiid en O/ereensteminirg'1, ton
naam goed voor ee.i rederij?ert-kimer, waa,"
men v-ersen voordraagt, (ooneelstukj-js opvoert
en b.t'r et chocolade drinkt. !>a kapitein lijs
doopte het om in : Pro Pdtria''. Meu voelt
het verschil. Vroeger uiOüst <!?: kap tein zy'u
nianscbappen oproepen om (e kooien in
V-;rEcüeid/nüeid en Overeenstemming. Xa worden
ze omgeroepen om te komen PAI i'citru'.. Vat
j.e de kneep 'i
Het inag niet krij^-haf;ig klinker, mtar ik
houd myn harf. va-;t at:; ik budenk wat er va.i
ons korps moet wwden als eur.s de kapite.n
Boa kwam te vallen ; een mogeiiikb.fi i. d;o
z-.lfs in vredestijd niet uiigeiloten is. Waat ht-t
gaat by ons niet als by de Boeren waar elk
man zoonoodig commandant kan zyn. De heeren
luitenants zijn nog zoo jong en hoewel zeker
bekwaam genoeg missen zy het zoonoodige aplotnb
en prestige. Er komt by, dat evenmin als
de kapitein Bos zich tot majoor kon
promoveeren na den dcod van majoor van Stolk,
evenmin kan by'v. de luit. vaT Alphen zich tot
kapitein verheffen. Zulk een ««//Verheffing zou in
strijd geacht worden met alle militaire traditie,
en het streven is juist in alle opzichten zoo
veel mogelijk echte militairen te zjjn. De
schutterij laten we ver achter ons. Gsweer
bij den voet!'' by de schuttery is:
rikketikketik. Bij OES korps: Ketech l Eén slag !
En dat is nu maar een kleinigheid. Zoo
gaat het in alles, echt militairement! Ik eindig.
Maar voor ik eindig, spreek ik den wensch uit,
dat ons korps nog lang een sieraad blyve van
Rotterdam en ds kapitein Bos het sieraad van
ons korps. En als eens de ure slaat waarin de
vijand ons van onze haardsteden wil verdrij
ven, daa zullen we goed en bloed, ja zel.'s ons
leven veil hebben voor Vaderland en Koningin !
Als helden zullen we strij 'en, als mannen zullen
we staan voor Neêrlands dierbren grond en
voor d'Oranjevaan !
iitiitiiiiniiiiiitiiiiiiiiiitiiiiiiHtiiiiii
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitniiiiiiii
Atjehers, Kotta Radja en omstreken,
door B. M.
Wat is een A*j sher 1
Waaraan zijn ze toch van andere inlan
dera te herkennen ? vroeg ik den kapitein van
onze boot der Koninklijke Paketvaart, toen wy
Eli naderden en talrijke schuitjes met
A(j?hsche vrnchtenkooplui ons reeds tegemoet kwamen.
O, men kan dadeh;k aan ze zien, dat het
A'jehers zijp, was het duidelyke antwoord.
Maar ik bedoel, welke zijn de uiteilyke
kenteekenen zooal voor een leek.
Wel, dat weet ik zoo niet... ze zijn heel
anders dan Javanen en Maleiers]
Weldra mocht ik ze bij eigen"aanschouwing
leeren kenren en mijn conclusie was:
A'jehers zijn donkerder van kleur dan de
Maleie-s en even brutaal, arrogant en onver
schillig, E'gens,chappen, waarmee zij als't ware
getatoueerd zyn, zoodat men ze aan ditn
stempel herkent, ook al doen zij geen mond
op?r>. Eigenschappen ook, waardoor zij zich
marquant onderscheiden van den beleefden,
beschaafden Javaan met zyn zachte mai ieren.
De oog?pleet smal, de oo^en daarbinnen
achterdochtig, gluipend en loerend, en, ondanks
het zichtbaar zelfbedwang van den bezitter,
buitengewoon flikkerend ; de mond meestal tot
een snalle lippenspleet geknepen, de scherpe
trekker, de bewegelijke gelaats?pieren en het
ranke, magere, vlugge licham geven als van
zelf een suggestie van sluwheid, van onnut,
van groote bewegelijkheid en vooral van
onbetrou w baarhei 1.
Een kustmaleier is lui en men herkent zijn
vadsigheid ook in zijn arbeid.
Een A'jïher is X'k lui, maar er is zeifs in
zijn rust een vrce-nde, voor een oosterling
zeldzame nervositeit, een bedwongen levendig
heid in zijn glad l.chaam, zijn slangi^e
bcwegirigtn, zijn onrustig glinsterende oo^en.
Dit trof mij ; ik keek er Snouck llifgronje
eens op na ea ziet, dadelijk op bladz. 3 reeda
vond ik de bevestiging van mij \ indruk :
In Atjoh is nooit plaats geweest voor een
geregelde ontwikkeling van ttaatsb:stuur of
rechtspraak. Orde en ruit sockt men erin elke
periode vtrgetfn."
Ook toen ik later gelegenheid hal nader
met ze kennis te maken, werd deza indruk
meer en meer versterkt. In Kotta lladjabij?.,
waar de Atjehers uil de omliggende bevrier.de
kamporgs ter markt gaan, kan men ze 's mor
gens steeds in lai:ge rijen achter elkaar naar
hun passar zien tiraven. Haast of geen haast,
als verlooper zwaar op 't hoofd met volle
minden bevracht, of wel als kooper slechts
met een leegen draigdoek gewapend, dat is
alles 't zelfde, draven doen ze t u.'h.
Hoe Kotta Ralj* h ? We!, vervelend dunkt
me. Zjoals trouwens alle miliieu's die
fxclusuïf dit of dat zijn, fxclusief uit kooplui, of
militairen, of geestelijken, of dames, of wat
andeis bestaar.ds.
Nu, K itta Ra'ij» is uitsluitend militair, Ij.'rr !
U>uverneiir's woning, oifi :iershai.-JM,
so'datenlogies, cantine, alles klein, benauwd op
elkaar gepropt tussc'aen den grauwen, tombaren
ringmuur, samen de oude kraton voraienJ.
Den geheeleii dag signalen en commando's,
het gejoel uit de cantine, de luidruchtige ver
halen der solditenvrouwen, al het on
angenatne ges-jouw en lawaai van een groote mili
taire bezetting in een kleine ruimte.
Da hui-jes zóó, dat de ern steeds alle-j van
den aider weet, en da luidjas zó!, dat ze er
ook ongezond veel belang in stellen dat alles
van een ander te weten.
Buiten ds kr,ito:i is het friwcher. Mooie
scluduwlanen, uniek lan Isch .p, prachtig
zijn dio Atjahbargen met ondargiunde zon,
aardige riv.ergeüichie.n en dan het vrcd^gj,
gezellige Nesoeh, m.'t zijn rij van ruims, duor
tuinen omgeven ef:!okrjihulzen.
Miar toc'u, het lo.-eu op de posten lijkt mij
aangsnainar.
Xiet in die spiksplinternieuw'opgeworpen of
j nog in ambo i w zjr.ila buitenposten, waar nog
geen boom de zor. belet om dn iioelen da^
mat tergend doorzette:', te tc'irojicu op de
zinken daken, op de witgioeienJo zand
wegen, op de naakte ruggen ier o,-erai da lelijk
aanwezige Chinee/;en en op de behcliiido haoOea
der exarceerendo aulda'.sn. Diar is i ia.uandi
b.-staan benijdbaar, g-loof ik, maar dos te
aantr«kkerker lijkt mij het verblijf op oan
oudere post,
Ik bezoclit Iiidrapoari en Riemplt. De eerste
plaats was tosn ter tijd het eindpunt vau d»n
spoorW'ïg en niau* gabouwd. Koempit i;> wat
meer op jaren. Vau Koempit wil ik vertellen.
Wit een vraeiniu gewaarwording als maner
bisn«i treed; l Mü'i waant zich plotseling in
| san kieiii Hiliaud: i:'i g-hucht, zoo vrodig en
| stil en proper en vnendolijk; 200 echt Jtnusjad
i ail.33. Xdj-,s oidorlioudcii t'aïntjjs waar
waaca! goed te drogen h.üiét a'« op J o blcekvei j;s
va i een Hwilandtdi holj \ 11 vgeia:ati,.; g jplanto,
ook zoo gfliiiooiJe boorusa, i-chivlur» b«ji^end
over de huUjJs ei; in 'HUI ^a.tviïje sakken
honderden durven iiürborgond; boom:,.', die er
zoo wo,. derl\,k kai:n en vraedjft.iva staan te
groeien, dat zelfs da onvormiu',vbarc K-.ni wat
van haar strafheid schynt te verliezen e;i
vrien| delijji glurende stralen zendt door de openingen
d«r kruinen.
Een dikke hen met talrijk kroost krabt en
scharrelt in het zand om voedsel, uit de verte
dringt het eentonig refrein van een roependen
vogel tot ons door, de duiven kirren en maken
elkander het hof zonder zich door onze nade
ring daarin te laten storen, en kyk!
zoowaar, daar ia ook een prieeltje. Geen Indisch
soort, waar de klimplanten in wilden blader
overvloed verward dooreengroeien en de spinnen,
torren, mieren en andere insecten zich een
parady's ingericht hebbeu, maar heusch een
echt Hollandsch prieel, met netjes opgebonden
planten, eea steenen vloer en ruimte voor een
tafel en wel zes stoelen.
Wilt u maar gaan zitten ? noodigt de
waarnemende controleur en niemand denkt er aan
zich tegen de vriendelijke uitnoodiging te ver
zetten.
Ik was zoo onder den indruk van de omgeving,
dat ik nu onbewust zat te wach'en op de
traditioneele tractatie der Hollandsche
boerenhoisteden: op versche melk, nog warm van de
koe".
Breng champagne met ijs! beval onze
gaatheer en hiermee vielen wij uit den sty'l
om er verder den heelen dag niet weer in te
komen.
Wat smaakte de Indische morgendrank patent
en wat werd er geluisterd naar de interes aiite
verhalen van den luitenant, die het verraad te
Lonnok had bijgewoond.
En zoo vergeten wy' totaal dat we ge
komen zijn om te kijken naar het maken van
A'jehEche sarongs en Atjehsch goudwerk, merkte
ik op, toen het verhaal geëindigd was en ieder
nog wat peinzend voor zich uit zat te staren.
Da's waar ook! dan moeten we nu
dadelyk de kampong in. Hetgeen geschiedde
onder geleide van een paar voorname AI j ahers.
U zult wel last k>ygen van veel nieuws
gierigheid, mevrouw, u is de allereerste blanke
dame, die hier in de kampong komt, werd mij
onderweg verteH.
Wat, is er dan geen enkela dame vóór mij
gftweest, die belangstelling had voor A'jehsche
juweliers- en weef kunst?
Niet voor zoover ik wee*. Trouwens, het
lijkt me nog a! onpracthch van u. Wie kweekt
er nu bij onze gewone tropische hitte ook nog
warme belangstelling voor iets bijzonders?
Nu, tropisch heet was 't wel! Dat bego:nen
we langzamerhand te voelen, want het was nog
een heel eind door de zonnige
a'ang-alangvelden, ^óór we de kampoi g bereikten en ik
begon in stilte duchtig te mopperen.
Wat drommel, waarom maken ze deze
voetpaadj-s niet dadelyk in een rechte lijn
inplaats van met zulke kurketrekker kronke
lingen ? 't Is niet weinig vermoeiei d zoo iedere
drie pas weer van richting te moeten
veratderer.
O, dat zult u in heel Atjeh niet anders
vinden. Die voetpaden zijn karakteristiek en
hebhen zich gevormd naar het tlirgercnde
draljs van de Atjeher?. Doet u het maar ia,
probeert n het maar, dan zal u zien dat u ze
veel gemakkelijker volgt, was 't antwoord.
Ja, dat bleek de waarheid, ten minste zoo
lang gebrek aïn alern geen bele sïl was.
Eindelijk, d»ar kwamsn booman, een koel
bos;.bja, kolJank! Maar o>k een vrij breei
bacbja met niets ('an an enkelen klapperfctam
a's brug er over heen, leuning of hou/ast
niet te vinden.
De A'jiheH met hui bloote voeten
koorddansten er natuurlijk in een wip overheen, d?
geoefenda o'i'uieren volgden handig, ik herin
nerde mij m'n eig<!n jjugJ in Indté, lang
gjleden, probeerde, en neep, de gewoonte
val zonder e/tnwicht te verliezen over een
dunnen booin te loopsn was er nog r.iet uit.
Miar toan volgda No. 5, onze baste notaris
van Kotta Rv3ji, een overb kend typa aldaar,
een ro.ide Fries, fien grappig orang-, ruiv, goed
hartig, eerlijk door-dik-en-dua, energiek.
Wat keek ie benauvd!
Ik ban meer dan 20 jaar in ladië, heb
daarin zelden van begaanbare, geciviliseerde
bruggen kutnea prditeeren, maar aan deze
heb ik toc'j. nog niet kunnen wennen, zu:htte
de map, die stij'vel Ja/aatsch, uitstek^xd
Ma'eisch weet te spreken, tevens ineer op ds
hoogte is van Indische plantenkunde dan heel
veel andaren en dij uu zichtbair begon te
trar'Hpïreereri.
M «r eindelijk toch, met z'n handen op do
schouders van A'jsher No. l en van achteren
in zijn midlel va-tgehouien door A j her Xo 2,
zoo schoof hij voetje voor voel j 3 over den
dunnen boom, over 't gevaarlijks midden en ten
laatste bahoulaa tot a*n den anderen oaver.
Wat dia Inlanders een pret hadden.!
Nifct lang daarna birsik:en we de kampong
pn klommen onder hs; ni-uwsgicrig gestair
van een drie lubbalen kring Inland ch publiek
het levensgevaarlijk smalle, \u';lo laldertje van
een AtjehVch huisj! op.
Diar zat een vrouw aan haar p-icaitief
weefgetouw, dat zij echtor by' onza ntubring
onmiddellijk verliet, zonder da", het aai de
gezam^ntlijka welsprekendheid vau e:n A j ;lnch
n.;o''d, haar bloedeigan man, eu onieu controleur
mocht g ilukkon haar over te halen in het oorste
kwartier hair werk te hervatten.
Was zij ba ig dit men haar da kunst zcule
afzien ?
Daarvoor w*5 haar arbsid een veel te pri
mitief geduldswerk, meer tijd eiscaend zelfs
dan de eindeloos, gehaakte sprei van onze
Holland, cho huismoeders. ;sl u voo:!
Da schoi'ing bestond uit mooie, op t .vfia bam
boes ge.pauns.i, do kara zij. Da iisiagdradin,
afwisselend vau goud- of ziiver.iraa'l en anders
gekleurde zij, josg zij er telkens met lange
bimbojspoeltn doorhaan. Ouophou lelijk moest
de eene draid er uit, da andere wcar in
da bpo.'l ges;ok:n worden; o maanden had
zij i.oodig voor 6au vierkanten meter goed, inaar
daf, weef-el duuri dan ook een nionscueLleven.
.i.yillig nornch volk 1 zij lieten zich niet
j da mii;ste inlichtingen ontwring*?:).
Kn ik had zooveel t& via^en, zsoveel te weto.i,
wa'ir ook myn to5»lucht >j .ou. k Ilurgronjo ma
gaan antwoord op h a-l geg?ven!
| Ook wat vardar, bij de goud werkers, werdan
wij r:iet veel wijzer.
03 primitief ook aangewend, zij slaan
eenvoudig met eea spijke,: piüjss in hot goud
en bten"die inst gas:uol:en kleuren volloopen,
da Ajrhsche gouliae.l-->u ba.chikken over
het held-rstt% bchiUtre:iJs'.j email da', men
: ziek nriar d-nken kan, ic's waar zelfs do
l Kussen j-iloen-cu op zou:l<n zijn.
>aeu,v^ierig naar de b-on daarvan en daar
naar vragöi.dc, rel'reindo nun ook hit:r, evenals
bij do wvet-tera ccn «?itviili.<: uit Po: a-ig"
als antwoord.
Hoe meu het sLan wel Lsr.:i tdc ?
. D.-iar iiian ons bier Tu^ii'j'e. wo^r ni?t een
uit l'.üiaué" kun aiti'hüpc-n, kwaii cinds'ijk
een soort liit'.eg : Het emsilpocdar wordt met
water in ec.i aArdeii pn^n-iji op het \uur
gezet en zoo getirand.
Maar probeer het eer.s je^er, beste! eens wat
l'erangöch poeier en behandel het volgens
recept het mislukt jammerlijk ! Dit is
persooEly'ke ondervinding.
In die miniatuur goudsmidswerliplaats, wsar
de kunstenaars een verroesten spijker, een kei
als hamer, een tangetje en een aarden consfoor
met wat gloeiende kolen tot eenige werktuigen
hebben, zagen wij toch nog heel wat schatten
van Atjeh'tch geduld en A'jehtche
kur.stoverlevering. Want het initiatitf vai al dat werk
dateert van jaren, misschien eeuwen her; uit
A'jeh's gouden eeuw toen het nog oorspronkelijke
dichters en kunstenaars bezat.
Nu teert men sedert lar.g op langservlogen
tijden, niets nieuws wordt bij bet oude gevoegd,
geen vf r eteringen worden beproefd of uitge
dacht; eigen uitvinding schijnt op hun kunst
gebied geheel verloren.
Toch blyven ze eigenaardig mooi, die Atjeb,
sche knoopen van ? 7 tot ? 30 per
stukvervaardigd u't het li'ch gekleurde Indische
goud en later met scpoe, een mengsel van
water, zout, fijne roode aarde en een soort
zuur, tot een warm bruirrood gekleurd.
We bskeken n g evtn de zware voetringen
uit soenssoA, (jen m ng«el van goud en zilver)
het teeki n der maagdelijkheid van jonge meifjes,
de mooie scherpe wapens mat prrchtig inge
legde h-fttn, de traditioneele lerdenkettinljes,
het eerste en eenige kkedingstuk der kleice
A'jehsche bengels, de weinige bals- en
armbieraden der vrouwen en klommen toen, vrij
voldaan, het dunne laddertje weer af.
En hiermede basta.
Ik heb niets veiteld van AJjehsche woningen,
en niets van de zeden en gewoon'en in dat
Rijk der drie zijden''.
Dit is allemaal te vinden in Snouck
Hurgrorja's grooto werk: De Atj-hers.
VuiuiitimtuttiiiiittHitttiuiiiMMiiiiiniiMittiMiMiMtitiiiiimiiiimMtmM
J\l. de Redacteur '.
Zouden onderstaande regelen geen plaatsje
kunnen bekomen in uw door zoovelen gelezen
blad ?
Een wollen deken praatje".
Vreemd opschrift zal men zeggen, doch ook
vreemd is de inhoud, ofschoon de waarheid
van dit praatja door een ieder die militair is,
niet tegen kan worden gesproken, en nu er
in de Tweede Kamer zooveel wordt gedaan
om den militair «den pot in te kunnen drukken"
zoo zou 't ook niet meer dan billijk kunnen
genoemd worden den militair eens wat te
beloonen, en dat nog als een bijzaak noemend,
hen behoorlijk te behandelen.
Verbeeldt U zich eens «dienst te gaan nemen";
zoo dadelijk als uw handteekening op de be
trokken stukken is gfizet en da »Juiten" zijn
aan u uitbetaald, dan kri'gt gij van dec fourier
de order om uw nachtleger te komen ontvangen,
hetgeen bestaat uit een paar schoone lakens
en een paar dekene, .co«s te vies om aan te
raken; daar in de meeste gevallen laatst ge
noemd fdurnituur al door verscheidene voor
gangers is gebruikt, zonder maar n enkele
maal gewatschen te zijn.
E-g prettig is dat natuurlijk niet te noemer,
om onder 't vuü'j i van een ander te kruipe» :
en wat heeft die andere voor een lichaam':'
In dienst treft men toch velerlei ziekten aan,
»aan zweetvoetejs en bedwateraars goei gebrek'",
toch wenscht men elkandar »slaap lekker"
toe.
Komt man nn in Zatphen bij de
Ilsc.Afdeeling der K iloniale Reserve alwaar de
militairen, wegens ziekte nit Indiëteruggekeerd,
worden ingedeeld en beschouw dïtn eens des
militairs nachtlager, dan gaat u een rillirg
door de leden. Da lucht, die de dekers
afgeven is al onverdragelijk. De meeste der
militairen hebben toch ziekten onder de lede
maten, die zoo niet overerfelijk, dan toch
schadelijk voor een ander kunnen genoeml
worden.
Gaat nu dergelijk militair op de een of andera
wijze van 't korps af, dan gaan de dekers,
zonder zelfs maar «gelucht te worden.'' d"
rustkamer der compignie op om daar opgelegd
te worden, instede van naar de wa3scherij ta
worden gebracht voor uitstooming dat alles
is om de gezondheid te bevorderen.
Toen er eens een militair hierover zich bij de-n
compagnies beklaagde kreeg bij ten antwoord.
»Ik zal maatregelen nemen', en 's middaga
kon men da dekens ii*n uitgespreid liggen cp
en tegen elkander aan. QJI te luchten mae.r
ook o.n da vlooien ta doeu verhuizen en na:-r
hartelust van de eene op de andere deken ta
doan springen.
Aan u, II II bevoegde autoriteiten, de ecv
ona dit te or.derzoakan en
gazondheidsmaatregalen te dosn stallen. Vooral in Z itphen is
dat hoog j i meer dan hoaj- noodig. De soldaat
is ook ean mecsch.
Ik eindig; u mij; haer da redacteur mijn dtwk.
Hoogachtend,
X
TIT li.TinueriBg.
Verleden jjar omstreeks d.ezsn f ij l wer;i
door da 11.11 mr. A Kerdijk, J. C Hohzapi.e!
en ond«rg_ateekeii la eena oproeping in ie
nieuwcbla ien geplaatts', waarbij geUeJy'te i>ijdra^ej!
werden varzocht oai onderwijzars a:in
velksacbolen in staat te stellan,'s zomers met hanno
leerlir.gan een uitsta;j 3 van eenige dagea t«
maken. De bedoeling was, dien. steun alleen te
verleenen aan zulke onderwijjer?. die or.s d'!
noodnga waarborgen seheneu aan to bieder.
dr,t de door hen georganisserde schoolrei- j ia .
ernstig waren voorbereid en aan billijke
paedsgogisshe eischafn beantwoorden.
G'lijk wij destijds hebben medeg^deBld, was
bat succes van dien aard, dat wij hebben ge
meend ons tot een comiléts moeten
confatitneeren, om iader jtar zulke subsidies ta
kunnen verlsonen. Dit comitéheeft op het
oogenblik te b»schikken oi»r het vrij aanzienlijk
saldo van verleden j nar; iraar lotn waren de
aanvragen «er weinigen: het is te verwachtep,
dat zij dit jt»r talryk zul!«a zijn. Daarom
doen wij op, isjtw een bjroup op den steun
vau alien, ilie hst w«! meenen met het onbe
middeld 885oolki:'.d onzer groote steden en
wat over hebben voor goed- georganiseerd*)
pogir.ïen om het wat natuur te doi n genieten
en zija bhk an lijn kenn'.s te verruimen, e.i
varzoeksn hen huns e bijdragen te wil!-''n zendau
aïn den heer J. C. Holtzappel, ho: fa etnec
O L S , Mjnrxkttdt 10 Aaisterdsm, (iieevefitói.;
da ondergetseken-ip, »aarr.9 bsieid is i.adeio
inlichüriren te verstrskken.
N \mens het C;niï'.éyaorroam^,
Dr. J. II. Gt:;::i:w' \\^.
Van E-)g'ien3truat 3'.