Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1302
geen oogenblik in verbind te brengen met den
ernst van den toenmaligen ty'd, de folterende
levensomstandigheden, waarorder ook destijds
de beritlooze klasse gebakt ging.
Is. QuÉRIDO,
Een minister m onderwijs onder Napoleon III.
(VICTOR DÜRÜY.)
De heer Duruy was de eenige populaire
minister van het tweede keizerrijk.
EBNEST LAVISSE, in Revue de Paris.
Er is reeds meer dan eene kwarteeuw
verloopen, sedert keizer Napoleon III van den troon
' vervallen verklaard werd en in ballingschap
zyne ziekelijke laatste levensperiode ging eindi
gen. En nog altjjd is de balans niet opgemaakt
van het goede en het kwade, dat Frankrijk
onder zijne regeering heeft geleden of verworven.
Maar van tyd tot ty'd komen billijkheid en
rechtvaardigheid toch ook medespreken, als de
advocaten van het booze in Napoleon's leven
niet aflaten alle ongerechtigheden der jaren
1870 en 1871 op den gevallen keizer te laden.
Ja waarlijk, keizer Napoleon III is voor Frankrijk
in vele opzichten een slecht vorst geweest en
't was haast redelyk, dat hy vermaledijd werd;
maar hij heeft ook goede en heilzame dingen
aan zy'ne onderdanen geschonken. Met name
is Victor Duruy zyn minister van onderwijs
geweest, en heett hjj aan dezen bnitengemeenen
man de gelegenheid geschonken zich te onder
scheiden op een gebied, dat voor het
intellectueele Frankrijk van de hoogste beteekenis
is. En het is geene overdrijving te beweren,
dat aan den boom der kennis, door minister
Duruy ond?r het tweede keizerrijk geplant, de
vruchten zich hebben gezet onder de republiek.
En paar woorden alzoo ter herinnering aan
den man, die onder Napoleon III het onderwijs
in Frankryk heeft hervormd gedurende het
zestal jaren, 1863?1869, waarin de keizer hem
met vertrouwen aan den arbeid liet.
Victor Duruy is door arbeid en talent van
onderen op en zonder de hulp van mannelijke
of vrouwelijke protectie, tot de hoogste waar
digheden gekomen. Zyne familie behoorde tot
den goeden burgerstand. Zijn vader en zyn
grootvader waren mannen van de nijverheid en
al sedert de dagen van Colbert deden de
Duruy's in behangselpapier en gobelins.
Natuurly'k zou ook Vicior Duruy in de geheimen van
het kunstvak worden ingewijd; maar de knaap
toonde meer neiging voor de studie en mocht
zijne roeping volgen. Ten dage der
Julirevolutie was by' een jonge man van nog geen
19 jaren, maar die zyn candidaat?examen reeds
achter den rug had. Voor eenige maanden
echter zeide hij toen zijne studiën gedeeltelijk
vaarwel en werd soldaat in de compagnie der
Nationale Garde, die zijn vader commandeerde.
Hy droeg de uniform nog op den dag van het
schriitelyk examen om toegelaten te worden
tot de Ecole normale, die hem weldra ondsr
hare beste leerlingen telde. Michelet werd zijn
meest beminde professor en die hem een hoog
denkbeeld gaf van de waarde, en het verhevene
doel, om als docent aan de jonge menschen
van talent den dienst van ware humaniteit in
te prenten. Victor Duruy werd een uitmuntend
docent in geschiedenis en letteren. Het is waar,
dat hu zich als leeraar lange jaren met een
zeer matig inkomen heeft moeten behelpen dat
hu, om in de behoeften van een aangroeiend gezin
te bunnen voorzien, leerboeken schreef voor
geschiedenis en aardryk kunde, die aftrek hadden
in de tchoolwereld. Maar het liefst gebruikte
hij zijn vry'en tyd voor wetenschappelijke studiën,
en met name schreef hy een boek van be
teekenis over de Bomeinsche getchiedenis. Het
was in de dagen, toen Napoleon zelf zich bezig
hield met zijn Leven van Julius Cesar, dat
het eerste deel van Duruy's boek verscheen.
Spoedig was het door de zorg van maarschalk
Randon, in 1859 Napoleon's minister van oorlog,
in 's keizers handen. Weldra werd de auteur
b\j Zijne Majesteit in de Tuilerieën ootboden;
en JSapoleon was voldaan over den schrijver,
zooals bleek uit Duruy's spoedige bevordering.
In ISQl werd hy Maitre de Conférences aan de
Ecole normale en Inspecteur van het onderwys.
In 1862 volgde zijne benoeming tot professor
in de geschiedenis aan de Polytechnische School,
en voortdurend raadpleegde de keizer hem bij
zijne eigene studie. Maar hu zou nog hooger
komen. In den zomer van 1863 al, juist toen
hy op eene zijner inspectiereizen buiten Parys
vertoefde, deed de keizer hem per telegram
ontbieden ten einde hem als minister van onder
wijs in dienst te stallen. Dat was eene levens
taak naar Duruy's begeeren. Want veel viel
er op het gebied van lager en hooger onderwijs
in Frankrijk te hervormen en te verbeteren.
Vooral de lagere school was in staat van verval.
Daar was sedert de regeling van 1833 niets
aan gedaan. Op 't platteland waren duizenden
kinderen van alle onderwijs verstoken, omdat
vele gehuchten niet eens eene school rijk waren ;
27 percent der lotelingen kon lezen noch
schrijven. De bezoldigingen der onderwijzers en
vooral der onderwijzeressen waren ongelooflijk
gei ing; er waren 5000 onderwijzeressen in
Fra krijk, die minder dan 500 francs aan jaar
wedde ontgingen; velen hadden 75 francs en
geen centime meer.
Aan pensioneering was zelfs nog nooit gedacht.
Wat het middelbaar onderwys aangaat, dit was
in die dagen ook in andere landen onvoldoende,
of nog niet by' de wet geregeld, maar in Frank
rijk stond het al op zeer laag peil. En ook het
hooger onderwijs liet oneindig veel te wensehen
over. Een sterk sprekend feit is wel dit, dat
Claude Bernard van het College de France,
om wiens beroemden naam menige vereerder
naar Parijs toog, zich schaamde als vreem
delingen hem bezochten en by ze in de ellendige
hokken, waar hy arbeidde, moest binnen leiden.
Het is waar, dat mannen als Claude Bernard
en anderen, door hunne buitengemeene toe
wijding en werkkracht den wetenscbappelyken
naam van Frankrijk hoog hielden; maar nergens
was van eene wetenschappelijke organisatie aan
de hoogescholen redelijkerwijze sprake. Deze
en an tere ongerechtigheden waren door eene
enquête aan 't licht gekomen, en minister
Duruy deed er zyn voordeel mede by' den
Keizer. Ook zorgde h\j voor de noodige gegevens
uit het buitenland ter vergelyking met de
onooglyke toestanden in Frankryk. Het is
waar, dat Duruy's collega voor financiën, en
nog meer zyn ambtgenoot voor oorlog, hem
beletten groote sommen te vragen; maar het
is ook waar, dat Duruy zijne bezieling mede
deelde aan particulieren en gemeenteraden en
aldus veel tot stand bracht zonder juist zyn
budget voor onderwys bovenmate te bezwaren.
Een bureaucraat was h\j allerminst, maar hij
inspireerde door zyn woord en door zy'ne
belangstelling. Was er eene prysuitdeeling, de
Minister stapte het feestlokaal binnen; moest
er eene voorlezing gehouden worden in eene
vereeniging van docenten, Dnruy wilde de
redenaar wel zijn, even goed en even gaarne
als dat hij by eene plechtige zitting der Sorbonne
de hulde der aanwe.igen in ontvangst ging
nemen. Zyn ijver betrof het groote, maar hy
sloot het oog niet voor het kleine. B. v. had
h\j voor de, aan het Ministerie van Onderwys
de wacht hebbende, soldaten eene kleine
bibliotheek opgericht en zelf de boeken uit
gekozen.
Van ieder ander zou men gezegd hebben, dat
zulke ijver te ver gedreven bemoeizucht is; van
hem niet. Want men wist, dat iedere daad
van minister Duruy het uitvloeisel was van de
hartelijkste belangstelling. Al wat onderwijzer
was, of wie met onderwijszaken in betrekking
stond, gevoelde zich vereerd met zijn optreden,
raad en hulp. Ontwikkeling door onderwys"
was zijne leuze, en laat ons de wetenschap
mobiel maken" zijne geliefde slotrede. Op
den dag der opneming van het algemeen stem
recht onder de wetten des lands; in den tyd,
die volkssouvereiniteit op zy'ne banier schrijft
en van de vry'e discussies over de moeilijkste
sociale vraagstukken in arbeidersvergaderingen
heil verwacht, in zulk een tijd is het meer
dan ooit dure plicht, kennis en ontwikkeling
onder alle standen, en vooral ook onder den
arbeidersstand te verbreiden," heefc minister
Duruy gezegd. Aan de tafel der wetenschap
moet een zoo groot mogelyk getal gasten
gespyzigd worden. De Begeering des Keizers
wenscht, dat het intellectueele leven van
Frankryk niet by Parijs alleen beperkt blyft;
ook in de Provinciën moet het universiteitsleven
tot nieuwen bloei komen in de hoogetcholen
dier steden, welke aan het Frankryk van vroeger
eeuwen zooveel roem geschonken hebben."
Het pogen zelfj is schoon, in 't worstel perk
der eer." Niet alles, wat Victor Duruy heeft willen
tot stand brengen, heeft hij ook tot stand zien
komen. Wat hy verwezenlijkt heeft gezien, is
reeds veel. Onder zyn bestuur werden o. a. echter
2000 dorpsscholen gesticht en 8000 meisjes
scholen geopend. Oelyk allen, wien het waarlyk
om verheffing van het peil der beschaving te
dom is, had ook minister Duruy eene hooge
gedachte van deugdelijk onderwijs aan de
vrouwely'ke jeugd. Naast de gewone scholen
kwamen verder cursussen voor volwassenen,
bibliotheken, voorlezingen. Vooral ook aan het
onderwys in de geschiedenis werd zorg besteed,
terwyl gymnastiek en teekenen mede eene
eereplaats verwierven. Dat Duruy een voor
stander was van verplicht en kosteloos onderwys,
weet men; maar zy'ne loopbaan als minister
eindigde vóór hy het kon tot stand brengen.
Maar vóór zijn aftreden had hy toch de Ecole
pratique des Hautes Etude»" geopend, waarvan
Louis Liard in zyn boek L'en seignement
supérieur en France 1789-1893"
getuigd heeft: geene inrichting heeft meer
dan deze bydragen tot den vooruitgang der
wetenschap en der methoden kennis; geene meer
den wetenschappelyken naam van Frankrijk in
den vreemde verbreid."
Gelyk reeds werd gezegd, heeft Victor Duruy
zes jaren als Minister van Onderwijs dienst
kunnen doen. In 1869 moest hy' aftreden door
de tegenwerking van hen, die zijne beginselen
te vryzinnig vonden en die het oor der Keizerin
hadden. Napoleon zelf liet hem noode
henengaan, maar de politiek heeft geen hart",
schreef hem de Keizer in een door Lavisse
meegedeelden afscheidsbrief.
In het particuliere leven teruggekeerd, zette
Victor Duruy zich weder aan zy'ne historische
studiën. Maar weldra schrikte de krijg den
geleerde op, en gedurende de belegering van
Parys stond de zestigjarige in de gelederen
der nationale garde met het geweer op den
schouder. Toen het ongeluk gekomen was,
stond hy op de bres ten afweer van het leed,
en toen de vrede terugkeerde, ging hy nogmaals
naar zy'ne studeerkamer zy'ne g«schiedstudien
voltooien. Te midden van dien arbeid is hij,
nu voor eenige jaren, overleden. Zyn zoon
George Duruy, die onlangs de Mémoires van
Barras heeft uitgegeven, houdt de sympathie
des vaders voor de Napoleons in eere.
A. W. S.
IIIIIIIIUIHIIHMIH
tTLNSCHAP
MlUllilttlMUMIIIIIumilllMIMIIIIIIIHt
De venseliMl van n algemeen doctoraat
in de letteren.
Op het a. s. Philologencongres, het derde, zal
prof. dr. J. S. Speyer de bovengenoemde zaak
inleiden. Het is de derde maal ook, dat dit
onderwerp ter sprake komt, ten missie het,
algemene er van. Immers op het tweede voor
twee jaar te Luiden gehouden betoogde prof.
dr. C. Bellaar Spruyt het wenselike van het
algemene candidaalssks&men voor alle litteraturen.
Ik kan mij best voorstellen" dat de Grouingse
faculteit uu, wier midden, weer twee jaar geleden,
te Amsterdam de eerste roep om het algemene
doctoraal gehoord werd, vrij wat verlegen zat
met de inleiding te Leiden door onze groote
strijder voor andere meer algemene belangen
gegeven. Immers: dat algemene caudidaati zou
'en stap terug zijn. Ik heb het indertijd ver
geleken bij de slechte gang die 'en scüip met
tegenwind maakt, niet met het doel om vooruit
te komen maar eenvoudig om aan hoger wal
weer te geraken, om daarna »erder te zeilen.
Nu gaan wij weer vooruit; als we nu maar
oppassen en vau elk voordelig koeltje gebruik
maken, dan kunnen we 'en heel eind opschieteu.
Wat toch is er gaande? Laten wij het
praeadvies van prof. Speyer even volgen. De
wet van 1815 maakte van de faculteit
deiletteren zowat de propaedentiese van andere
vakken als theologie, reenten en medisijnen; ter
wijl aan de andere kan', de letterkundigen weer
college moesten lopen in allerlei vakken om
testimonia te krijgen. In de eerste helft van de
j 19de eeuw kregeu de litteraturen echter zo'n
ruim veld te overzien door de ontwikkeling van
taalwetenschap, historiese kritiek, archaeologie
enz., door de talloze nieuwe talen die ze te
bestuderen kregen, dat er splitsing komen moest.
Maar niet a leen voor hun; ook de andere
vakken gaven zoveel werk, dat de a. s. medici
b. v. niet mter eerst kalmweg Grieks en La'iju
konden lopen. Eu zo kwam dan na lang
verj wacht te zijn eiudelik de nieuwe wet op het
i H. O. van 187G ea gaf vijf doctors'en in
i de Letteren, m de Klassieke, de Nederl.,
j de Samitiese, de Po'ynr.siese letterk. en in de
Wijsbegeerte. Wonderlik genoeg: geen doctoraat
in de Geschiedenis. Min. Kappeyne won die
fout herstellen, maar er was net l stem te veel
tegen. Aan doctoraten in Frans, Duits en Engels
dacht men noch niet evenmin ais aan Professoren.
Toen deze later werden aangesteld hadden ze
noch lacg te worstelen tegen het denkbeeld van
de meerdere verhevenheid van de klassieke talen
boven al wat modern is. De strijd die gaandeweg
ontstaan is tegen die wet bepaalt zich eigenlik
tot de twee eerste doctoraten, zodat wij over
Semities, Malayo-Polynesies en de Wijsbegeerte
niet langer hoeven te spreken. Maar wat de
beide eerste betreft, ze hebben ons 'en dwang
aangelegd, die werkelik zwaar was. Stel: je
was 'en groot liefhebber van Geschiedenis. Dan
stond je na het candidaats toch te kijken van
de vakken die je nodig had voor hef doctoraal:
Vergelijkende Taalstudi^, Middel-Hoogduits of
Angelsaksies ter keuze van de candidaat. be
ginselen vau het Sanskriet en dan, ja, Geschiedenis
maar ... van de Nederl. Lstterkunde. Daar
gingen 'en paar jaar mee heen en er bleef geen
tijd over voor het vak dat men zich uitverkoren
had. Pas na het doctoraal kon men weer de
historie opzoeken en er in gaan promoveren.
Classici met archaeologiese of
kunstgeschiedenisneigingen ze mogen allerlei andere dingen doen
behalve juist die. Dus er is voor de vrije ont
wikkeling meer ruimte van eksameneisen nodig.
En dan vooral noch iets: je kwam van het
gymnasium, ja, en zo gaat het noch, met het
hoofd vol van de klassieken. Latijn, Grieks en
Antiquiteiten ontbreken geen dag van de week
op de rooster; het zijn de hoofdvakken voor de
A afdeling. Of iemand er veel Frans, Duits,
Engels of Nederlands opdoet kan minder schelen.
Die komen zo 'is eens of tweemaal in de week
voor. Daarvoor hoef je niets te doen en doe je
ook niets, want dat rolt wel. Als je n taal
van de drie eerste maar wat redelik schrijft en
je opstel in het Nederlands is niet al te stom,
dan lukt het. En nu neem ik eens, dat zo
iemand uit liefhebberij voor geschiedenis in de
Nederlandse letteren gaat studeren. Met het
hoofd vol klassieke gemeenplaatsen zal bij dadelik
de moderne taaistudie moeten aanpakken, moeten
begrijpen, wat die eist, kortom hij heeft aan het
gymnasium, zo 't schijnt, z'n propaedenties
gedaan, 't Mocht wat! Hij heeft 'en hele tijd
nodig voor hij er achter komt wat taal is. Ja,
het kan hem voorkomen dat het hem pas na
z'n studietijd tot helderheid werd, omdat aan
de akademie weer andere dingen moesten worden
opgenomen en deze voor bekend doorgingen.
Eu wat te zeggen van het geval, dat'en student
in de klassieke letteren geroepen wordt om te
spreken over het verschil in de opvatting van
het tragiese tussen Siphokles en S lakespeare [
en ... de man heeft niet genoeg Engels geleerd !
om Shake.speare te kunnen lezen. Het komt
toch voor bij de beste leerlingen. Dus er moeten '
veel algemene begr ppen bijgebracht worden aan !
de akademie, als we ten minste de gymnasia niet
grondig gaan vernieuwen en daar schijnt niet
veel kans op te zijn.
Eu die algemene begrippen moeten er door
verruiming van de eksamennorm ingebracht
worden.
Eu dan ten derden krijgen wij, leraren aan
gymnasia en burgerscholen, wij die door taai
en geschiedecisotiderwijs voor de vreemdste
kwesties komen te staan, krijgen wij die zo
hooggewenste ruimheid vau diaken door ons
enge vak-eksamen, door, tegen oure zin in, aan
vergelijking van ons onbekende talen en schepping
van drnkbeeldige lüdo-Germaanse vormen te
doen. O zeker, we worden er Germanisten door,
maar tegeu onze zin, tegen ons belang, tegen
ons leven m: we mooten meest leraar
worden en dan heefi, men niet veel aan wetten
van Grimm en Verner. We mogen krachtens
ons diploma les geven in aardrijkskunde we
weten er niets van het is geen eksamen-vak
en al had men er noch zoveel liefhebberij in,
men mag daar niet aan toegeven.
Ea de vierde vraag waag ik niet te beant
woorden men begrijpt dat ik noch altijd het
praeadvies van prof. Speijer hierover bespreek
of er ui. meer geleerden gekomen zijn in
Nedrrland door de vakstudie. Maar dat kan me ook
weinig sche'en, want de hoofdzaak is, dat onze
akademiese opleiding ons tegenwoordig veel te
veel aan banden legt.
Ea zo kom ik tot dezelfde gevolgtrekkingen
ook nagenoeg als prof. Speijer als men nl.
niet in onze gymnasia ingrijpen wil tot beteuge
ling van de klassieke invloeden «?en ik zal
hier dus met instemming zijn 7 tal stellingen
laten voleen.
u\. Wederinstelling vaneen algemeen docto
raat in de letteren, mits met ruime speling van
examenvakken, is gewenscht.
2. Bij het doctorale examen voorafgaande aan
de promotie worde niet meer verlangd dan het
voldoen aan matige wetenschappelijke eischen in
a hoofdtak en twee daarmede verband hou
dende bijvakken.
3. Het candidaats-examen blij ve bestaan, maar
drage een meer algemeen karakter. Het, loope
over minstens diie vakken, waarvan a de
geschiedenis zij en a althans de algemeene
taalkennis van den examinandus en zijn inzicht
in taalversc'iijnsels doe uitkomen.
4. Verplichte testimoniumcolleges zijn in be
ginsel goed te keuren, mits met speling van
vakken.
Testimoniumcolleges over onderwerpen uit het
gebied van psychologie en phüosophie zijn voor
aanstaande candidaten ea aanstaande doctorandi
onmisbaar.
5. Behoud van de effectus civilis der acade
mische graden door de letterkundige faculteit
verleend, is geweEscht.
6. De graad van candidaat in de letteren
behoort venia docendi te geven voor de lagere
klassen der gymnasia en hoogere burgerscholen
in alle vakken waarover het examen liep, en
die door latere suppletoire examens voor uit
breiding vakbaar moeten wezen
In klasse V en VI der gymnasia behoort, zoo
spoedig doenlijk, de graad van doctorandus
vereiseht te wezen tot het geven van onderwijs.
7. Verplichte herziening op gezette tijden,
b v. om de tien jaren, van de bij Academisch
Statuut vastges-telde eischen voor de faculteits
examens, is riood'g."
jiij 5 en 6 alleen noch deze kanttekeningen :
terwijl nu degene, die z'n middelbare akte
Geschiedenis haalt, vrij wel met evenveel moreel
recht als de dokter in de Ni-der!. Letteren les mag
geven in dat vak wat de laatste vóór'heeft
in kennis buiten de eigenlike Geschiedenis ge
legen, verliest hij aan de andere kant weer
door 'en veel germsere diepte, omdat zijn vak
achter moet staan bij de taal-vakken, terwij; zij
dus nu uit 'en oogpunt van recht uasjenoeg telijk
te stellen zijn, zou dan de akademies gevormde
door de testimoiiium-c-illeges met 'üffrole speling
(zie 4) veel vóór hebben en zien 'eu veel breder
ontwikkelingsbazis gegeven hebben.
Om dezelfde reden zou er dan ook geen be
zwaar zijn tegen liet, g«ven van les door candi
daten, als daar bepaald noodzaak toe was.
Immers in het algemeen zal het wel wenselik
blijven, dat er aan de akademie eerst afgestu
deerd wordt. Ook zou ik bij de klassen waar
'en dokter of doctorandus in de Letteren ge
wenst is de 4de gevoegd willen zien, omdat
toch ook daar al letterkunde gegeven wordt.
En dan dit noch: de doctorandus (dokter) in
de letteren krijgt, als de gevolgtrekkingen van
Prof. Speyer toegepast worden, het recht om
veel en velerlei te doseren, net als vroeger. Dat
kan meteen 'n aanleiding zijn tot het beperken
van het aantal leraren doordat twee of meer
vakkeu, Nederl., Gesch. en Aardrijkskunde b.v
of Frans, Duits en Engels, aan een persoon wor
den toevertrouwd. Zo zou men tevens dus meer
kunnen naderen tot die vroegere toestand die in
velerlei opzicht noch zo kwaad niet was. Aau
de andere kant zou menig klassicus van nu wel
graag het recht willen hebben om b,v Frans te
geven. Nu kan dat haast niet; want men gaat
na z'n promotie toch niet klakkeloos voor akte
A en B middelbaar Frans werken. Maar dan ook
noch dit: tegenwoordig is de inrichting van 'en
gymnasium noch al 'en kostbaar iets voor 'en
stad door het groot aantal benodigde leraren.
Dan zou zo'n stad er te eerder toe komen. En
er zou als van zelf meer gelijkvormigheid komen
in het taalonderwijs aan de beide inrichtingen
van voorbereidend onderwijs (H.B.S. sn Gymn.),
omdat diegenen die zich altijd in de grijze oud
heid hadden ingedacht ook les konden geven aan
de H.B.S. in de moderne geschiedenis b.v. Dat
zou hun als van zelf dwingen hun aandacht
niet al te uitslutend aan dat ons zo vreemde,
verre te wijdtn en ze zouden dat te liever doen,
omdat hun nu zo treurige vooruitzichten er
door opgevrolikt zouden worden. Ook zullen,
geloof ik, de akte-eksamens bij deze rnime op
vatting van het akademies onderwijs minder in
trek zijn dan nu, wat niet anders dan goed kan
zijn voor de school. Ik voor mij vind er dus
verbazend veel vóór en weinig tegen.
Haarlem. J. B, SCHEPERS.
Boekverkoopingen te Leiden.
Op 16?19 Juni a.s. zal door de firma
Burgersdy'k & Niermans te Leiden wederom
eene belangryke boekenveiling gehouden wor
den. De catalogus, pi. m. 2000 nrs. groot, is
verschenen en op aanvrage verkrijgbaar. IIy
bevat werken en tijdschriften op alle gebied
van wetenschap als: geneeskunde, anatomie
en physiologie (440 nrs ); pharmacie en chemie
(60 nrs.), wis- en natuurkundige wetenschappen
(130 nrs ); zoölogie, botanie, geologis (172 nrs );
klassieke philologie, Grieksche en Romeinsche
geschiedenis en kurst (242 nrs.) ; phüosophie
(160 nrs.) ; theologie (190 nre) ; rechtsgeleerd
heid en staatswetenschap waarbij vooral Neder
landsen en Indisch recht (290 nrs ); geschie
denis en letterkunde (300 nrs ), kunst enz.
Deze verzameling heeft haar oorsprong uit
de bibliotheken nagelaten door mr. A. F. L.
Gregory, advocaat generaal bij den Hoogen
Raad der Nederlanden te 's Gravenhage, Dr.
G. F. Steenhuizen, arts te Overschie, tezamen
met eene verzameling geneeskundige werken
en tijdschriften van een Nederlandsen Indisch
arts en de klassieke boekerij van een bekend
philoloog, benevens eenige andere nalaten
schappen.
De werken zijn te zien op Vrijdag en Zaterdag
a.s. Het geheel vormt eene kostbare en belang
ryke verzameling, die veler aandacht zal
trekken.
NIEUWE UITGAVEN.
Eerste Jaarboek der vereeniging
«Amstelodamum". Amsterdam, Ten Brink & De Vries.
H-iar plergbroeder, door CHBISTINE FRIS.
No. 149 van «Warendorf's Novellen-Bibliotheek".
Amsterdam, Van Holkema en Warendorf.
Geen middil te kras. Rede uitgesproken te
Leiden op de Pinkstermeeting van Mei 1902,
naar aanleiding van de uitspraken van prof.
dr. P. K PEL over de alkohol, door G. VAN
REES Blaricum drukkery »de Vrede.
Het Hypnotisme, door dr. C. J. WIJNAEXDTS
FEANCKEN. Amsterdam, Scheltema & Holkema's
Boekhandel.
Grondeigenaar en gemeenschap by den aanleg
van publieke werken, door G. W. SANNES,
deel I. Amsterdam, Scheltema & Holkema's
Boekhandel.
Kazerne-toestanden. Resultaat van de circu
laire der A M. P. V., waarvan de beantwoor
ding door de militaire autoriteiten werd ver
boden. Rotterdam, Masereeuw & Bouten.
Marine toestanden. Ervaringen uit het
marineleven. Ter overweging opgedragen aan alle
ouders en opvoeders der jeugd, door E. VAN
EVEEDIHGEN. Rotterdam, Masereeuw & Bouten.
Eerste jaarverslag van de« Nat. vereeniging
(bureau) voor vrouwenarbeid.
Von Btrg und Thai. Gedichte, Erzahlungen
und Skizzen von M. J. ZiiTEunoKr. Dresden,
Pierson's Verlag.
Amerikanisme, door THEODOKE' ROOSEVELT,
vertaald door J. DE HOOP SCHEFFEE. Haarlem,
Vincent Loopjes.
De verontreiniging der openbare wateren.
Eene studie over zelfreiniging en biologische
zuivering, door dr. J. W. JENNY WIJERMAN.
Haarlem, De Erven F. Bohn.
Inhoud van Tijdschriften.
Onze Eeuw. Afl. 6 : Bergtochten in Wallis,
door Isabella F. Mulder. DimitriMerejkorsky,
door G. F. Haspels. Goede raad en valsche
gronden, door prof. mr. W van der Vlugt.
Hollandsche poëzie in 1901, III, door Frans
Bastiaanse. Een tolverbond met Duitschland,
door mr. W. Suermondt Lz Iets over het
onderwys in Engeland, door S J.C Buddingh.
Sonnetten, door U. E V Onze Leestafel :
Louis Couperus. De boeken der kleine
zielen, door F L. Ordt. Medische wetenschap
en vivisectie, door dr. W. A. van der Veth.
Het Bienboec van Thomas van Cantimpréen
zy'ne exempelen, door Herman Teirlinck.
De wonderbare wereld, door Jan Ligthart.
Letterkundige Studiën: De Kleine Johannes,
door Frederik van Eeden. J. L. Ph. Duyser en
G. A. C. van Goor, Kleine bloemlezing uit
de werken van schrijvers der 17e en 18a eeuw.
De XXe Eeuw. Afl. 6: Vrede, door Sty'n
Streuvels. Historisch Materialisme by Bur
gerlijke Geschiedschrijvers, door F. van der
Góes. Uit: »De Nieuwe Gsboort", door H.
Roland ITolst-Van der Schalk. Hoe een
roman wordt geschreven, door A. Aletrino.
Muziek, door J. C Hol. Beteekenis van
Gezag, door F. Domela Nieuwenhuis.
Elewier's Maandschrift. Afl. 6: Edzard
Koning, door P. A. Haaxman Jr., dertien
illustratiën. By de Indianen en Boschnegers
van Suriname, (Slot), door dr. H. van
Cappelle. tien illustratiën. De droogmaking
van 18000 bunders grond, door D. Kouwenaar,
'elf illnstratiën. Gedichten, door Jeannette
Nyhnis. De Hollandsche meesters in de
ermitage te St Petersburg, door Max Rooses,
een illustratie. Edttard, door Fenna.
leekenen des Tyds Afl 3: Christusbeschou
wing, door C. J. N. - De occulte kunst van
Giordano Brnno, door Louis A. Bahler.
Franciscus van Assisi. door dr. R Raihing.
Een nieuw boek van Leo Tolstoï, door W. D.
Kroniek. Hemelvaartdag en Pinksteren,
Doopsgezind en vryzinnig christendom, Benoe
ming kerkelijke hoogleeraren. De militaire
strafwetgeving in de 2e Kamer, door A. R. L.
Tijdschrift voor toegepaste scheikunde en
hygiëne. Afl. 9 : Controle op de melk, door H.
Bokma de Boer, Privaat- zuivelconsulent te
Groningen. ??Een paar opmerkingen, door G.
K. A. Nonhebel, apotheker. Watergehalte
van boter. De scheikunde in dienst der
gemeente. Verbond voor de belangen der
toegepaste scheikunde en hygiëne
Pastenrisatie in de praktyk, door G K. A. Nonhebel.
Over het voorkomen van arseen in de organen
van den mensch en over het aantoonen er van
langs biologischen weg. Scheikundige kennis
voor duizend jaren, door R., (Slot.)
Prijsvraag.
De Katholieke Gids. Afl. 6: Griekenlaud's
letterkundig verleden. Dimondo. Voor
uitgang en broederschap, door dr. J. v. d. B.,
pr. Pop, (vervolg), door Julie Russel.
Een eigen college te Rome, door dr J. v. d.
Brink. Invocatie, door Henri W. J. Schouten.
Europa Afl 6: De lieveling van 't publiek,
naar het Zweedsch van Frans Hedberg.
Lentebloesem, door Jeanne C. van Leyden.
In de bibliotheek, naar W. W. Jacobs.
Eenzaam, door Arnold Huisman.
Tweeërlei Dfmocratie. 1902. Rede op 12 Mei
gehouden, door mr. Anne Anema.
Onze Kunst. Afl. 6: B P. van IJsselstein,
W. O. J Nieuwenkamp, Max Rooses De
teekeningen dar Vlaamsche meesters, (Brenghei)
Kunstberichten: Amsterdam, (Arti, Sint Lucas,
Willem Maris) Antwerpen, (Als ik kan,
Baseleer, Vereeniging Huybrechts.) Den Haag,
(Duco Crop, v. Gogh, Georges Minne). By
Buffi Pulchri Studio Collectie, Ph. Zilcken,
In het Mauritshuis, Rotterdam, Da Costa en
van Daalhoff-Bauer, Vierjaarlyksche tentoon
stelling.
De Levende Natuur. Afl 3: In 't Sticht,
(met 2 ill.), door Jac. P. Tby'sae. Uit het
Gooi, door A. F. Dudok van Heel. Het
Judasoor en de gekroeste oorzwaa), (met 2
ill), door CirlE Destrée. Paradijs-viscbjes,
door E. Heimans Langs Vale Ouwe (met
6 ill ), door H. Bouma. Een kleurenpraatje,
door J. Godefroy Jr. Gerrit en Mixta, door
J. S Uit ons dagboek (met 4 ill.), door
C. L. Dake en F. L Bueno de Mesquita.
Eigen Haard. No. 23: Gandasoli, door
Fenna, II Voor onze Amateur-fotografen:
Diapositieven en lartaarnplaatjes, door Dr. J.
E Rombouts, met af b. naar eene opname van
den Amat.-fotograaf W. Hioolen, II. Hoe
verstandig de planten hun bladeren rang
schikken, doo% F J van Uildriks. Samarang
in vogelvlucht, door Otto Kraap, met afb. en
portretten. (Siot). In het Oude Mannen- en
Vrouwenhuis, door M J Salverda de Grave
Herderscheê. Een Betuwsch praatje, door N.,
met afb. Verscheidenheid. Feuilleton.
iiiiiiiiiimimiiiiimiiiiiiiiiiiiii
iMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiti
40 cents per regel.
alleen echt, indien direct van mij betrok
ken Zwart, wit en gekleurd van 6O ct«
tot 1114.65 per Meter. Aan ie Ier franco
en vrij van Invoerrechten in huis.
Stalen ommegaand
G. Henneberg, Zijde-Fabr. (k. & k. Hofl.), Ziirich.
KAMSTRA's Matrassen-, Bedden- ei
Slaapkamer-Meubelfabriek, S n eek.
BED DEK TOEKOJlST met 10 jaar garan
tie. Leverde selert 1896 pi. m. 7OOO
stellen. Geïllustreerde Prijscourant grati».
Honderden bewijzen van tevredenheid. ?
Specialiteit in EXOELSCHE LEDIKANTEN.
Piano- en Muziekhandel
H. RAHR, te Utrecht.
Opgericht 1835. Telephoon No. 443.
Ainerikaansclie, Duitselie en
Pransche
PIANINO'S en ORGELS.
Groote keuze in :
Oude instrumenten worden ingeruild.
Rep&ratiën worden in de Fabriek ten spoedigste
uitgevoerd. Gelegenheid tot stemmen in «?
buiten abonnement.
PiaDO-, Oriel- ei Mnzietaflel
M F, Y1100 S & KALSHOVEH.
Arnhem, Koningsplein.
VLEUGELS en PIANINO'S in Koop en in Euw.
Repareeren Stemmen Ruilen.