De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 15 juni pagina 8

15 juni 1902 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

i,DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1303 Jeumm pvj, waarvoor heden de hoogste koers, tot 74 M kon «tijgen. Op de gronden, de vorige week, en meer in 't byzonder voor 14 dagen genoemd, werd in d«e rubriek de<aand»cht op de Inte»D Ram. gevestigd. Ook op Rtissian en op de Sohibajeff In het verslag van de Dordt, die ?2180.?per aandeel uitkeert, las ik met genoe gen dat reeds een voorloopige overeerikomst met de Koninklijke en de Shell, tot samenwerking, was gesloten. Misschien zal binnen betrekke lijk weinige maanden een krachtige in'ern. samenwerking in de petroleumindustrie tot ?tand komen. Dan zal op den prijs een wel dadige invloed ten bate van dividendnitkeering, uitgeoefend kunnen worden. De Dordtsche petroleum-industrie-m py zal 7 p C t. op de pref. en 4 pCt. op de Commons uitbetalen. De Elsagsar zal haar winst voor afschrijving gebruiken. Deze uitdrukking wordt meermalen gebruikt. Is ze wel juist? Eerst navoldoende afschrijving immers kan winst beschikbaar komen. De aandeelhouders van de Moeara Enim collen de dindendenschaar niet behoeven te gebruiken. De no t Bering ging verder terug van 10434 tot 100 >i. Zou deze noteering nu ri?t laag genoeg lijn in verband met de bovenstaande «itgaiproken verwachting. Den 24en dezer houdt de Snmatra-Palambang algemeene ver gadering. Ook voor hiar wordt de uitdrukking: De winst cal geheel voor afschrijving gebruikt worden, -om in den aangenaamsten vorm te zeggen, Art er geen netto-winet is behaald D» Holl.-Rumeenschézal hare laatste krachten inspannen. Zou dit verstandig zijn, onder de bestaande omstandigheden ? De aandeelhouders van de Ned. Ind. explo ratie-m pjj. sagen dezer dagen hnnne papieren 4 pCt. en wel van 90 tot 94 gestegen. Nu de Koninklijke de exploratie en de exploitatie der terreinen op zich heeft genomen kan 50 pCt. van het aandeelenkapitaal den aandeel houders terugbetaald worden. De koers voor de aandeelen Bar, que Aux de k Bourse, verbeterde van &11A tot 70 pCt. Ook hiervan werd meermalen in deze rubriek de verwachting uitgesproken, om daarbij 8enoemde redenen. Dit mag ook gezegd worden, hoewel in nog meer gereserveerde bewoording van de noteering der Steel Carporation, die van 39% tot 40% monteerde. Meer beduidend avanceerde de noteering van de 6 pCts. First Morgates Bands Peruvian. Radenen ? De kansen op een overeenstemming tnsschen de Peruvian Corporation en de regee ring omtrent de reeds langdurende fiianciëele geschillen zonden heel wat verbeterd zyn. De redenen voor de stilte in den hoek der Yankee- rails, in de vorige rubriek omschreven, werkten pok nog deze week voort. Toch mag de noteering over 't algemeen wat hooger worden genoemd en wel voor Atchison commonp, pref. Chicago N. W., dito Kans. City South., 2de pref. Reading, pref. Wabash. Wat te denken van het bericht aangaande de vestiging van nieuwe meerdere atoomvaartlijnen tusschen Port- Art hur en andere amerik. zoowel als europeesche havens ? Bevreemdend zonden meerdere verbindingen niet zijn. Ze zouden de extensions van den Kansas- City Southern- Spoorweg zyn, waarfan de richting overredend, verleidelijk gelukkig, gekozen is. Men vergete hierbij niet dat transportverbetering ook ten goede komt aan de sterk ontwikkelende petroleumindustrie, aan de toeneming der be volking. Deze vermeerdert, op haar beurt, de Jbehoefte aan grond, onmisbaar om op te wonen en op te werken. Dit komt rechtstreeks en indirect het grondbezit ten goede. Houders van Arkaneas Constructipn- bewijzen kunnen daarom ernstig de verruiling tegen bewijzen van het Intern. Land Sijndicat in overweging nemen. De tramgroep w\jst veranderingen aan van weinig of geen beteekenis. Moge dat anders worden. Bloeiende transport- ondernemingen zijn voor de oeconomische ontwikkeling van landbouw in de allereerste plaats, nuttig, noodig, onmisbaar. Schitterende bewezen leverde de ervaring hieromtrent in de nieuwe wereld. De amer. Staten hebben dan ook met milde "hand de transport- ondernemingen geholpen en gesteund. Rijke landschenkirgen werden haar gedaan. Kan in dit opzicht ook alleszins gunstig gerapporteerd worden van het Ned. Ind. Gouvernement ? Mannen van ervaring vertelden mij eens het tegendeel Zou het waar zijn? Wie kan er m\j meer van zeggen en ... bewijzen ? Amst, \ 1 BuBsnm, ) STIGTEE Eeii fireipil conflict. De Haarlemsche bollenvelden zijn niet alleen de plaatselijke roem maar vormen ook een stukje van onzen nationalen trots. Bloeien de tulpen en hyacinthen dan golft een breede stroom vreemdelingen hier langs alle wegen, die leiden naar Heemstede en Overvecn, dan bengelen de roode, witte, blauwe, gele en bonte bloemruikers aan de stuurstangen der fietsen en op de borst der moegezongen Amsterdammers, dan zit de H. IJ. S. M. vlijtig te rekenen hoeveel voor- en volgtreinen ze wel moet laten loopen. Ea is de kortstondige bloeitijd voorbij, dan houden ansiohtkartenen photo's de herinnering levendig aan het kleurrijk voorjaarstafreel. . . , Hebben de duizenden bezoekers in hun uitgaansstemming zich wel eens afgevraagd hoe 't toch wel staat met de maatschappe lijke positie dergenen die leven en werken te midden van al die heerlijkheid? Waar schijnlijk niet en dat is misschien maar goed ook, anders zou menigeen een schril contrast hebben ontwaard tusschen de kleuren weelde op het veld en de armoede in de huizen der bloemistwerkheden. Het loon dezer arbeiders (gewoonlijk bollenjongens genoemd, al hebben ze ook griize haren en zeven kinderen) is zeer gering. IQ de stad Haarlem bedraagt 't des zomers gemiddeld 9 des winters ge middeld 8 gulden per week. Ten zuiden en westen der stad, in O verveen, Hillegom, L'sse enz. is 't loon nog belangrijk lager, op enkele plaatsen is het weekloon dooreen genomen niet meer dan 7 gulden. Iets hooger is 't zomerloon m de meer noorde lijk gelegen kweekerijen, in Beverwijk bijv., doch daartegenover staat dat aldaar slechts een klein deel der werklieden tot t vast pprsoneel behoort. Deze weekloonen worden gebeurd als ver goeding voor een bterk wisselenden arbeids dag, in de tijden van 't opnemen en pellen der bloembollen en bij 't grondwerk is de arbeidfedag vrijlang, in andere tijden daar entegen korter. Gemiddeld is de arbeidsduur omstreeks negen uur per dag. Men ziet, het bloembollen kweeken moge een luxe cultuur zijn, de bloemiat-werklieden zullen heuBch niet weelderig worden. Sedert eenigen tijd is herhaaldelijk ge tracht in de loonregeling der bollenjongens verbetering te brengen, tot dusverre echter vruchteloos. Circulaires zijn gezonden aan de werkgevers, verzoeken zijn gedaan om door een conferentie te komen tot een oplossing der geschillen, de Algemeene Vereeniging voor Bloembollencultuur ia aangezocht tot een goede regeling mede te werken, 't heeft niet gebaat. Ten slotte is door de bloemist-werklieden-vereeniging »door Eendracht Verbetering" te Haarlem de tusschenkomst ingeroepen der Kamer van Arbeid voor metaal- en houtbewerking (een eigen K. v. A. bestaat n.l. niet) en heeft deze laatste een verzoeningsraad ge vormd om te trachten de partijen tot elkaar te brengen. Toen is althans een nieuw gezichtspunt verkregen. Hadden voorheen de bloemisten patroons ot niet geantwoord op de vragen der werklieden of deze hoog hartig afgewezen, de verzoeningsraad mocht althans van verschillende patroons verne men dat zij wel 't loon wilden verhoogen als de ar,deren 't ook maar deden. De vraag is nu maar wie beginnen zal met de loonre geling te wijzigen, tot dusverre doet nie mand 't en blijft, men volstaan met te ver wijzen naar de collega's. Dit resultaat voor oogen is door het hoofdbestuur van den »algemeenen bond van werklieden in de bloembollenkweekeiij" weer een circulaiere opgesteld en vei zonden aan pi. m. 400 patroons. De circulaire luidt: »Daar blijkens het verslag van den ver zoeningsraad, samengesteld uit de Kamer van Aroeid voor metaal en houtbewerking voor Haarlem en omstreken, ons gebleken is, dat volgens verschillende werkgevers, de loonen der arbeiders verhoogd kunnen worden, zoo slechts dit in het algemeen gedaan wordt, hebben wij de eer u de vol gende loonregeling in overweging te geven, welke wij aan alle werkgevers 'e Haarlem, Schoten, Overveen, Heemstede,Bennebroek, Hillegom, Lisse, Sassenheim, Warmond, Noord wij k en Oagstgeest hebben toegezon den, namelijk het weekloon te willen verhocgen met l gulden per week bij een werkdag des zon.ers van O tot 6 uur, des winters van licht tot donker, met inbegrip van 2M uur schalttijd des zomers en 2 uur 's winters, het overwerk met 25 procent en Zondagwerk 50 procent verhooging, het aangenomen werk met 13 procent en het loon der losee werklieden met 13 procent te verhoogen en Zaterdag om 4 uur eindigen. »Daar wij in deze aan de wenken door verschillende werkgevers aan meergenoem den verzoet ingsraad gegeven, gehoor geven, hopen w\j dat ook deze poging om langs vredelievenden weg tot een goede oplossing te komen niet vruchteloos moge zijn en verzoeken wij u dus beleefd doch dringend, uw antwoord vóór 20 Juni a. s. s. v. p. te willen zenden aan den bondssecretaris C. F. Burger te Hillegom." (Volgen de handteekeningen). De vraag rijst of ditmaal de hernieuwde poging om op vredelievende wijze tot een oplossing te komen eenig resultaat zal heb ben. Mij komt 't voor dat daar weinig uitzicht op bestaat en dat de verantwoor delijkheid voor 't conflict, dat nu nog maar dreigt doch misschien reeds onafwijsbaar is, geheel berust bij de iverkgevers. De hoog hartigheid waarmee de verzoeken der werk lieden ter zijde zijn gelegd en de vlegelachtigheid, waarmee de leiders der arbei dersorganisatie door patroons zijn bespot en voor den mal gehouden, hebben niet zonder reden kwaad bloed gezet. Bij menigen arbeider, die voorheen niets wilde weten van organisatie ot' van staking, is juist door de onhandelbaarheid der patroons een geest v a a beslist verzet opgewekt. Laat me enkele teekenende feiten resumeeren : De vereeniging van bloemistwerklieden zend aan een groot aantal werkgevers in en om Haarlem een schriftelijk verzoek om een geringe loonsverhooging, dvchniet n der heeren is zoo fatsoenlijk te ant woorden ! Aan de Algemeeue Vereen, v, Bloem bollen cultuur wordt gevraagd om een commissie van onderzoek te benoemen, doch met op twee na algemeene stemmen acht de Vereeniging dit heelemaal overboodig! Aan de patroons wordt een conferentie voorgesteld in de bovenzaal bij Brinkman ; ter conferentie kwam niemand, doch wel zat er een deputatie van bloembollenkweekers uit O verveen in de benedenzaal de argelooze werklieden met groote vroolijkheid uit te lachen ! Zóó zaait men wind, maar zóó oogst men ook storm. In een vergadering van bloe mistwerklieden is 't woord reeds uitgespro ken : dat een werkstaking niet alleen recht vaardig maar ook noodzakelijk is. Niet gaarne zou ik den «bollenjongens" dit laatste aanraden ; te zwak is nog hun organisatie, te gering is nog hun weerstandsvermogen om op die wijze te zoeken de beslissing van hun loonstrijd. Maar als 't misschien reeds te laat mocht zijn, als een botsing reeds onvermijdelijk mocht blijken, dan zal mee vrijmoedigheid bij anderen hulp en steun gevraagd kunnen worden. Dan zal niet onredelijke aandrang der werklieden maar de besliste onwil der werkgevers de oorzaak zijn van een harden strijd. REYNE. Een zeer nntlig Wie, De Arbeidswet en de Veiligheidswet, met bijbehoorende koninklijke besluiten, voorafgegaan door een o?erzicht van hunne voorschriften. Uitgegeven door de Ned. Vereen, voor wettelijke bescher ming van arbeiders. Het is reeds meermalen, ook in dit blad, betoogd geworden, hoezoer de toepassing der Arbeids- en der Veiligheidswet, die toch zoo veel uitstekende bepalingen bevatten voor de. arbeiders, en waarvan vooral de laatste best eer.e vergelijking kan doorstaan met wat op dit gebied in het buitenland is gepraesteerd, te wenschen overlaat. ET elk verslag der Arbeids-inspp.ctie wat na 1890 is verschenen, legt opnieuw getuigenis af dat daarin nog maar betrekkelijk weinig verbetering te be speuren valt. Eenerz\jds moet stellig daarvan de oorzaak worden gezocht in onvoldoende inspectie van regeeringswege, waarin dan ook het dient te worden erkend in de laatste jaren is getracht, verbetering te brengen, door de inspectie te verkleinen, meer inspecteurs en opzichters aan te stellen, enz. Maar anderzijds ligt ongetwijfelt de oorzaak van deze zeer onvoldoende toepassing ook bij.de onbekend heid en onverschilligheid omtrent de arbeids wetten bij de arbeiders zélf. Zal er belangstelling in de arbeidswetgeving en hare bepalingen onder de arbeiders zijn, dan moet het gevonden worden bij de georganiseerde arbeiders. En nu ligt er juist een periode van een 8 a 9 tal jaren achter ons, waarin onder de in vakvereenigingen georganiseerde arbeiders do mee ning verbreid was, dat zij met de wetgeving, zelfs met de arbeids- wetgeving, ongeveer niets uitstaande hadden. Deze meaning heeft tot de onverschilligheid, die to;h gewoonlijk al jegens de sociale wetgeving merkbaar is, nog in de hand gewerkt. In de laatste paar jaren is daarin echter een gunstige .verandering gebracht. De ongevallen wet heeft opnieuw de belangstelling der ar beiders in de sociale wetgevirg gaande gemaakt; de laatste verslagen der arbeidsinspectie zijn in de verschiller.de arbeiders-bladen vi\j druk besproken, en duidelijk beginnen" de georgani seerde arbeiders in te ziec, dat z\j wel degelijk en groot belang hebben b\j de arbeiderswet geving. Bootwerkers, bakkerpgezellen, typografen, timmerlieden zij allédringen aan op wettelijke bepalingen, die hun in hunne respec tieve bedrijven ten goede zullen komen. Maar zoolang niet de taan? vigeerende wttlen mér dan tct nu toe toegepast worden, zoolang blijft er een leemte in onze sociale wetgeving bestaan. Daarom is het een zeer nuttig werk geweest van de Ned. Veieen. voor wettelijke bescher ming van arbeiders, een boekje in het licht te geven, waarin de inhoud der Arbeids- en Veiligheidswet is vervat, met al de aanvullende koninklijke besluiten die na dien verschenen zijn. Maar zijn waarde voor het doel waarvoor he< is uitgegeven, orn n.l. de belangstelling in deze wetten op te wekken onder de arbeiders zélf, verkrijgt dit boekje eerst door twee om standigheden. De beschrijving van den inhoud dier wetten wordt n.l. voorafgegaan door een zeer helder en populair geschreven overzicht over de totstandkoming en de beteekenis dezer wetten. Dat komt mij werkelijk goed gezien voor. Daarin worden de arbeiders op het groote belang dezer wetten gewezen, en aangespoord tot de volkomen toepassing ervan mede te werken. Dat is het belang van alle arbeiders. En de vijt onderteekenaaars, de heeren Ksrdyk, Nolens, Talma, Tak en Treub, (Secretaris is de heer W. Elink S;huurman) iconen daardoor dat hier een terrein is, waar het belang van alle arbeiders even groot is, onverschillig van welk partijstandpunt men overigens de sociale wetgeving beschouwt.. Achteraan zyn eenige vellen wit gelaten voor aanteekeninge.i, waaruit blijkt de bestemming om het boekje practisch te gebruiken. Het formaat leent zich daartoe ook zeer goed. De tweede omstandigheid, die het uitermate geschikt maakt voor zijn doel, is de prijs: 15 cent. Het is een net boekje van 'n kleine 120 pag. Dit werkje voor 15 cent verkrijgbaar te stellen, daaruit blijkt de ernstige bedoeling, het boekje onder de oogen der werklieden te brengen. Ik meen dus, volkoaien recht te hebben gehad, de uitgave van dit boekje een nuttig werk te noemen, en hoop, dat het doel 't welk men zich stelde, er mee wordt bereikt. S. Amsterdamsche Universiteits bibliotheek. Door B. en W. van Amsterdam zijn voorstellen gedaan om de Bibliotheek der Universiteit gedurende langere tijdsruimten en vaker open te stellen dan thans gebruik is. Zij willen het openingsuur vervroegen, het sluitingsuur later doen zijn, en boven dien eiken avond de bibliotheek openen voor degenen, die er gebruik van wenschen te maken. Deze plannen verdienen stellig toejuiching en voorzien werkelijk (de gemeenplaats geeft hier de realiteit weer) in een lang gevoelde behoefte. Mits echter gelet worde op de volgende opmerkingen: 1. Thans is gebruik, dat pas een uur na de openstelling der bibliotheek boeken te krijgen zijn, terwijl reeds een uur voor de sluiting geen aanvragen meer kunnen worden in ontvangst genomen. Het is te hopen, dat de nieuwe voorstellen niet dezen misstand bestendigen, en dus werkelijk ge durende den geheelen openingstijd de bibliollieek ook open zij, niet alleen 't gebouw en de lees- en studiezaal. 2. De bibliotheek is thans reeds twee avonden in dïweek geopend; volgens de voorstellen zal ze nu eiken avond open zijn. Maar dit zal weinig baten, als dan niet tevens bepaald wordt, dat des avonds even goed als over dag ook alle boeken te verkrijgen zijn. Dat is thans in 't geheel niet zoo. Des avonds kan men geen enkel boek krijgen buiten de algemeene werken, die op de studiezaal zijn, tenzij men over dag gezorgd heeft de boeken welke men wenscht op de studiezaal te deppneeren. Aan zoo'n «openstelling der bibliotheek" heeft men al zér weinig, zooals ieder begrijpt. «Openstelling der studiezaal" ware juister naam. Het is dus dringend noodie; (als tenminste de voorstellen van B en W. iets beteekenen), dat gedurende den gehetlen avond niet alleen de studiezaal, doch ook 't bureau van uitleening toegankelijk zij en de boeken der geheele bibliotheek even als over dag op aanvrage verkrijgbaar worden gesteld. Gelijk uit het bovenstaande blijkt, is «geopend zijn" en 'geopend zijn'' i.og niet hetzelfde bij OLZB Amsterdamsche biblio theek. Het moet soms in beperkteü, zelfs (voor de avonden) in zér beperkten zin worden verstaan. Het is zeer te hopen, dat in de voorstellen van B. en W. tevens de bedoeling ligt, deze onaangename onder scheiding uit de wereld te helpen. Aange zien echter, voor z >over wij weten dit niet door B. en W. is verklaard, achten wij 't ge wenscht op deze zaak van te voren te wijzen. De behandeling in dtn Gemeentelaad kan hierover licht verspreiden; mis| schicn ook, ah de bovengenoemde bezwaren bli;ken door de voorstellen niet weggenomen te worden, vtrbetering aanbrengen. Ten s!o;te nog dit: van het meeste belang is de volledige openstelling des avonds. Of over dag een uur langer of korter van de bibliotheek kan worden gebruik gemaakt, doet niet zoo veel ter zake. Wie overdag gelegenheid heeft tot studeeren zal om dat eene uur meer of minder zoo veel niet geven, al zal hij 't dankbaar aanvaarden. Maar des avonds zullen velen, die overdag on mogelijk kunnen door hun beroep of werk kring, van de kostelijke schatten, welke onze bibliotheek bezit, zeer gaarne een nuttig gebruik maken. Voor die velen zullen de voorstellen van B W. een uit komst en een ontzaglijke verbetering zijn. Mits dan ook, gelijk we zeiden, de open stelling zich niet tot de studiezaal bepale en daardoor vrij wel waardeloos wordt. POTHIAE. Noordzeebad W|jk aan Zee. Eane goed geslaagde poging om aan een onzer vaderlandsche zeebadplaatsen grootera bekendheid te geven, vinden w\j in het aardige, goed geïllustreerde boekje, dat door de »Vereenigde Bjdhö:eli" te Wijk aan Zae is uitge geven. Het boekje bevat een goed geschreven artikel (van den heer J. H. R), oorspronkelijk, ruim een j w geleden, voor Eigen Htard geschreven, en verder tal van infurmatiën, die voor den badgast van groot belang zijn, maar uit den aard der zaak in een tijdschrift minder te huis behooren. Aan het artikel is eene vrije vertaling in het Duitsch toegevoegd, zeker het beste bew\js, dat men te Wyk aan Zee onze oostelijke buren gaarne ziet en ook dit jiar gaarne zal zien komen. Esn zeer duidelijk wandelkaartje, dat zich van Wijk aan Zee tot Haarlem uitstrekt, ver hoogt de praktische waarde van het boekje, dat zich gemakkelijk in den zak laat nu lemen. NIEUWE UITGAVEN. De exccptio plurium litisconsortium in het burgerlijk procesrecht, door dr. C W. STAR BUSMANN Utrecht, l', den Boer. Vrouwenmacht. Naar het Zweedsch van GUSTAI.' AI-' GEYERSTAM Vertaling door II. BLEEKER uitgave van H. J. W. Bacbt te Amsterdam. De Verloren Zoon, door NATIIAUE VON ESCHTRUTH, bertaald uit het Duitscti. Uitgave van A. W. Bruna & Zoon te Utrecht. Geschiedkundige verhalen. Leesboek voor de lagere school ten gabruike bij het onderwijs in de vaderlandsche geschiedenis, door E MOLT Ie slubja. Tweede druk. Medemblik, K H. Idema. De arbeidswet en de veiligheidswet alsmede de daarbij behoorende Koninklijke besluiten. 's Gravsnhage, Naam!. Venn. drukkerij "Trio". Op weg naar Transvaal. Een boek voor meisjes, door J. DE MEESTER Amsterdam, C. A J. van Dishoeck. Inhoud van Tijdschriften, Nederland. Afl 6: Marie Marx Konirg, Fatum. Cyriel Bjysse, Impressies en herin neringen. Sil ILin, Mirie. W. F. Giuwe, Een plicht. DorotheéA vaa Walree, Vader Morre's bezittingen. Jong Holland. Afl 23 : M. Blokzyl, Zons ondergang. W. D. v. Hoogehuize, Wereld gang. K. v. d. Oaver, Verzen. J. Vorrink, Plein. Ans. Saloiaons, In de lente, I?V. Jan Eelen, Verzen. II. W. C. J. de Jong, Nova. Nieuwe Paedagogische Bi/jdrage. Afl 5: C. V. van Noppen, Barmhartigheid als leidend beginsel in de school. J. D. de Visser Smits, Zelf werkzaamheden. Eigen Haard, No. 24: Gindasoli, door Fenna, III. O.n en bij slot Schaumburg, met afb , I. Impressie, door Carti Fines. Roelof Albertns Buisman f, door mr. H Liuis laraëls, met portrei. R'imphius, de blinde ziener, 1702?15 Juni?1902, door Bintatg Djaoeb, met portret en afb., Feuilleton. aUtlllllllllllllllllHllllltlllllllllllllllllMlltfUntlKHHHHIIIllllltnlUlllltK. HETSJE1S YanensalMCseuoifat door ASATOLE FJI.VXCE. Ik heb daar een slcc'ite daad bedreven : ik heb een aalmors gegeven, oor dien bedelaar een stuiver te geren, heb ik de schandelijke vreugd genoten, mija evenmeusch te vernederen ; ik heb berust in 't verfoeilijk campromis, dat den sterke zija macht en den zwakke zijn zwakheid verzekert; ik heb de oude onb:llijkheid bezegeld ; ik heb er toe bijgedragen dat die man maar een halve ziel zou hebben. Hebt u dat alles gedaan papa ? vroeg Pauline ongeloovig. Zoo ougeveir, antwoordde mijnheer B-.Tgeret. Ik heb aan mijn broeder- bedelt ar broe derschap verkocht met v^lsch gew'cht. Ik heb hem, en mijzelven tegelijk vernederd. Waat de aalmoes verlaagt gelijkelijk den gerer en den ontvanger. Ik hsb slecht gehandeld. Dat g.jioaf ik niet, zei l'aulii.e. Dat gelooft ge niet, omdat ge geen fdozoof zij t en uit een schijnbaar onschuldige daad de daarin, vervatte oneindige gevolgen niet weet te trekken. Die bedelaar heeft mij verleid tot een aalmoes Ik heb den overlast van zij u klaagstem niet kunnen weerstaan. Ik heb medelijden met zijo mageren hals zonder boordje, ziju slechte kleeding en schoeisel. Verleider! Gevaarlijke bedelaar! Door jou veroorzaakt ;nijn stuiver een btetj^ laagheid, een beetje schanie. Door jou heb ik m^t een stuiver wat kwaads ea wat, Lelijks gesticht. Djor ju dit kleine zinnebeeld van rijkdom en macht te gever, heb ik je in ironie tot kapita'ist gemaakt, je zonder eer aan den maatschappeiijken dit-ch, aan het banket der beschafiüg gehond. En tegelijk heb ik, aan jou blik, gevoeld dat ik een machtige dezer aarde ben, eeu rijke bij jou vergeleken ; mijn goede bedelaar, j; bent een vleier; Ik heb mij ver heugd, met, trots verheven, behagen geschept iu mijn weelrle on grootheid. Leef voort, bedelaar! l'ulcher l,y nnus divitiaium pauper immortali?. 1) //Walgelijke praktijk vaii aalmoezeu geven ! Barbaarsch medelijden! Abude dwaling vau den burger die eeu stuiver geeft en meent wel te doen, en die geloofo dat hij nu *quit»e" is i tegpuover a) zijn broeders, door de ellendigste, j de onhandigste, de belachelijkste, de zotste, de armzaligste van alle haadeliugen die m<;n zou kunnen, verrichten met het oog op een betere verdfeling van den rijkdom. Die gewoonte vanr aalmoezen gevea :'s het tegendeel van welda digheid en een pa-o 'ie op mensciienliefde. Ban aalmoes lijkt evenveel op weldadigheid als de grijns van een aap op den glimlach van een schoona vrouw. Weldadigheid is even vindingrijk. a's een aalmofs stompzinnig. Weldadigheid is waakzaam, zij miakt haar inspanning e76Eredig aan de behoefte. Dat is juist w t ik nit t gedaan heb ten opa hte van m_n bedelaar. De naam alleen van weldadigheid (b enfaisane ) wekte bij gevoelige zielen de zoetste gedachten op, ten tijde dffr fi osofen. 2) Msn meende dit hit woord was geschapen door dsn goeden abt van St. Pieter. Maar het is ouder; men viidt het al bij de Balzac. Ij de zestiende eeuw zei men téi. fi'encf. Dat is hetzelfde als bienfaisance. Ik vind het eerste mooier. De schoonhf i l van het laa'ste is mij bedorven door de Pharizeeëa die het te veel gebruikt hebben. Wat htbben we in 01 s nrddsn niet esn aantal W-ldadigheidsinstellngen ! Ejaige zijn nuttig en bewijzen dierstcn. Hun algemeen gebrek is, dat zij de uiting zijn van de sociale oabülijkheid die zij bestemd zijn op te heffen, en dut zij geneesmiddelen zijn die vlekken maken. Da uaiverseile weldadigheid bestaat daarin, dat ieder lejft VBU de vruchttn van zijn arbeid, eu niet van die ian anderen. Buiten ruil en solidariteit is alles laa-, schan delijk, onvruchtbaar. M^nschenliefde, dat is de samenwerking vaa allen in de voortbrenging en de verdecliüg der vruchten. Dat is rechtvaar digheid, dat is litfle en daarin zijn de armen bekwamer daa de rijken Welke rijkaards heb ben ooit de menschenli fde beoefend a's Epictetus of Bei.oi' Malon ? De ware m?n chenliefde is de gave zijner werken van een iege'ijk aan allen ; dat is de schoone goedheid ; dat is het harmo nieus gebaar van de ziel die zich als een vaas vol kostbaren nardus vooroverbu gt en uitstort in weldaden ; dat is Michel Angelo, d- S x ijrs sche kapjl tchildcrend ; of de afgevaardigden ter N.itionale Vergadering op 4 Aug ; 3) dat is de gave in &1 haar vclheid uitgesto.t; geld met liefde eu verstand versmolten. Wij bezitten niets dan oiiszelvec, Men geeft slechts als men geeft zijn werk, zijn ziel, zijn genie. E.i dit heerlijk cff r van zijn geheel wezen aan alle menschen verrijkt deu gever zoowel als de gem;tn«chap. Ma« u kon toch dien belelaar geen liefde en schoonheid geven. U heeft hem gegeven waaraan hij 't meeste heeft Die bedelaar is verstompt. Van al wat een mersoh geni-.ten kan, smaakt hem slechts de alcohol. Ik rook hem toen hij i a lerde. zooals bij i\ is bij ons werk. O ;ze hoogmoed was zijn vader, onze onbillijkheid zijn moeder. Hij is de slechte vrucht van onze ordeugden. ledereen in de maatschappij most geven en ont vangen. Di.ze heeft niet genoeg gegeven, z^ker omdat hij niet genoeg ontvangen tad. Het is misschien een luiaard ; wat moeten TI ij doen om te maken dat er geen armer, geen zwakker, geen luieu meer zijn? Gelooft geniet dat de metsen van rature goed is, en dat de u.aat^chappij hem slecht maakt, ? Nteu. Ik geloof niet, dat de menschen van nature goed zijn. Ik zie ve leer, dat ze met mo-ite en lai'gzamerhand zich uit de oorspron kelijke harbaar.-ehheid opwerken en dat ze met ontzaglijke inspanning een onzekere eo Ivaardigheid en eeu in-zwakke giedhtid trachten te vestigen. De tijd is nog ver, waarin zij zacht en welwillend voor elkaar zullen zijn De tijd is ver, waarin ze geen oorlog meer zullen voeren en waarin schilderyen, die veldslagen voorstellen, zullen worden verborgen als iets onzedelijke waarover men zicüh;eft te schamen. Ik geloof dat de regeering van het geweld nog lai g zal duren, dat nog lat,g de volken elkaar zullen verscheuren om beuze'achtige redener, dat noglang de burg-rs van. eenzelfden staat elktar woedend de goederen tot instandhouding des levens zullen ontrukken in plaats van ze billijk te verdeelen. Maar ik geloof ook, dat de measchen minder wreed worden als ze mkder ellendig zijp, dat de vooruitgang op den langen duur de zeden zal verzachten en ik hoorde van een tuinman, dit de witte hagedoorn, van tea schra len op een vetten grocd overgep'aut, zijn door nen verandert in bloemen. Z.et u wel? U is optimist, papa! Ik wist het wel, ri»p Pauline uit, een oojenblik midden op het trottoir stilstaand om den blik harer zachtgrijze oogen vol licht en glans op haar vader te richten. U is optimist. U werkt van heeler harte mee om het nieuwe huis te bouwer. Ja, zoo is het. Het is schoon met de menschen van goeden wille aan de nieuwe republiek te werken ! Mijnheer Bergeret glinlachte tot die heldere ooger, bij dit woord van hoep. Ja, zeide hij, het zou schoon zijn die nieuwe maatschappij te vest gei', waarin ieder het loon van zijn arbeid zou ontvangen. Niet waai?... Maar wanneer? vroeg Paulke. Ea mijnhaer Bsrgeret antwoordde, zachtmoedig maar niet zonder droefhtid : Vraag mij niet om eene voorspelling, mijn kind. Niet zolder grond hebban de ouien d* gave vaa in de toekomst te zien, beschouwd als de noodlottigste die een mensch kan ont vangen. Ware het ons gegeven te zien wat komen zal, dan hadden we nog slechts te sterven, eu well.cht vielen we neer, verslagen door smart en ont-teltenis. Men moet aan de toekomst wer ken, als de wevers der gobelirifabrieken, zoader hun tapijten te zien. Zoo praatten al wandelend valer en dochter. Bij het plein van de Sè»resstraat vonden zij weder een bedelaar. Ik heb geen geld, zei mijnheer Bergeret. Heb je ii:-t een geldstukje, voor mij, Pauline? Di; uitgestrekte hand verspert mij den weg. Waren we op het CoLCordep'ein, dan zou ?e me het geheele plein versperren. Z-.o'u uitgestoken arm vaa een ongelukkige is een afsluiting die mij tegenhoudt. Dat is onoverwinnelijke zwak heid fan me. Geef dien man wat. 't Is vergeef lijk. We moeten het kwaal dat we doen niet overdrijven.. (Slol volgf). 1) Een schoone lofiarg op den. rijkdom is de onsterfelijke arme. 2) Voltaire, B/msseau, Diderot. 3) Nitiouale Vergaderag 4 Aug. 1789. Ia de nachtzitting werd alles afgeschaft wat er van de feudale monarchie was overgebleven. Adel en geestelijkheid t ff' rden hum.e adelijke en kerkelijke pmil'g'ëd op. VERBETERING. Onze »£'r-ui']?sman" deelt ons mede, dat,ten onrechte zijn oortret boven de mededeelingen omtrent het S-heveningsche gootstokje heeft geprijkt. Wij vermelden dit gaarne, daar het den inzender zekur riet te doen geweest is, met dit stofje in een gereserveerd gooijo te morsen. lied.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl