Historisch Archief 1877-1940
No 1304
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
DAMEjS.
De maatschappelijke positie en He rechts- '
toestand der mm in Noorwegen.
L
In het begin van de laatste helft der negen
tiende eeuw woei er een verfrisschende storm
orer de wereld, een voorjaarsstorm die jong,
krachtig leren deed ontwaken. Tot dien tijd
had de helft der menschheid in eenwenlangen
winterslaap doorgebracht, maar plotseling gingen
veler oogen open yoor het feit, dat ook vrouwen
wetens waren, die recht hadden op vrijheid en
ontwikkeling.
De leden, die vroeger de vrouw slechts een
plaats aanwezen in hals of aan het ziekbed,
wijzigden zich door kentering van gedachten.
En de opvatting, dat de vrouw een minder
waardig weeën was, dat den man gehoorzaam
heid was verschuldigd, maakte plaats voor de
thans beerschende meeniug, dat zij is een wezen,
wel geheel verschillend van den man, maar met
evenveel recht als hij op een mensonwaardig
bestaan.
In Noorwegen spreekt deze kentering zeer
duidelijk uit bet voor korten tijd geleden ge
wijzigde huwelijks-formulier, waaruit o. a. de
woorden ,de vrouw is den man gehoorzaamheid
verschuldigd" geschrapt zijn, als geheel in strijd
met de tegenwoordige opvatting, dat het huwelijk
is een verbintenis tnsschen twee gelijkwaardige,
elkaar aanvullende menschen met wederzijdsche
verplichtingen en rechten.
Aan deze verandering van zeden en gedachten
is natuurlijk een lange tijd van overgang voor
afgegaan, een tijd van langzaam, stap voor stap
naderen van den eindpaal de pntvoogding der
vrouw op rechtskundig, economisch en politiek
gebied. Ook de Noorsche vrouw is nog zeer
Ter verwijderd van dat doel, ook zij zal nog
een langen, veeljarigen weg hebben af te leggen,
eer zij die volkomen gelijkstelling met den man
cal hebben bereikt.
De vrouwenbeweging in Noorwegen is nog
slechts een halve eeuw oud.
De oude Noorsche wetten waren zeer gunstig
voor de vrouw, zoo bezat de ongehuwde vrouw
in Noorwegen reeds vóór de unie van Kalmar
dezelfde mondigheid als de man en ook de ge
huwde vrouw, hoewel staande onder de voogdij
van haar man, had meer rechten dan de tegen
woordige vrouw.
De wet van Christiaan I (1687), bracht
daarin verandering, maakte haar onmondig, en
stelde haar gehuwd of ongehuwd onder de
voogdij van haar vader, man of broer.
Zoo bleef haar toestand en ook de onafhanke
lijkheidsverklaring van Noorwegen in 1814 bracht
geen verbetering in het lot der vrouw.
De huishoudelijke werkzaamheden namen haar
geheelen dag in beslag, haar opvoeding werd
verwaarloosd, het eenige doel waarnaar ze mocht
en kon streven, zonder het openlijk te durven
bekennen, was het huwelijk. Want wie dit
doel niet bereikte, moest als oude vrijster af
hangen van de genade van broeders of getrouwde
zusters.
Zoo waren de verhoudingen ook in de jeugd
van Camilla Collett, de Noorsche baanbreekster
voor de feministische ideeën. Ia haar boeken,
en vooral in haar hoofdwerk rDe dochters van
den. Ambtmau" (1853) pleitte ze voor de sociale
gelijkstelling van de vrouw mtt den man.
Niettegenstaande veel spot en tegenwerking,
ook van de zijde der vrouwen, wist ze de
belangstelling van veel eminente maunen en
vrouwen op te wekken voor het vrouwenvraag
stuk, zoo zelfs dat ze ibsen inspireerde tot het
schrijven van zijn beroemd werk ,Nora."
De Rechtstoestand der Noorsche
Vrouw.
Langzamerhand wijzigden zich de gedachten
der menschen; een gevolg daarvan was een ge
leidelijke verandering der wetten ten voordeele
der vrouwen, die vroeger in alle opzichten wa
ren ten achter gesteld bij de mannen.
Zoo bestond in Noorwegen tot 1854 de groote
onrechtvaardigheid, dat de dochter slechts de
helft erfde van hetgeen een zoon ontving bij
het overlijden zijner ouders.
De wet van 1854 bracht hierin verandering.
Tot 1845 was de ongehuwde vrouw gedurende
baar gansche leven onmondig weduwen
maakten hierop een uitzondering misschien
omdat men meende dat zij door de verbintenis
met een man verheven was boven haar inferieure
ongehuwde zuster.
Men bracht in 1845 in zoo verre wijziging in
dezen toestand dat toen bij wet werd bepaald
dat de ongehuwde vrouw boven 25 jaar dezelfde
mondigheid verkreeg als een man van 18 jaar,
d. w. z. mondigheid onder een curator; de vol
komen mondigheid, die een man op zijn 25ste
jaar verkreeg, was voor haar een onbereikbaar
ideaal.
Zij ging dus over van het leger der onmon
digen naar dat der minderjarigen.
In 1863 werd deze wet weer gewijzigd, in
zooverre, dat sedert dien tijd dezelfde bepalingen
voor haar gelden als voor den man, zij bereikte
de halve mondigheid op haar 18de jaar en de
geheele op haar 25ste. In 1869 werd de leeftijd
van meerderjarigheidsverklaring voor beide ge
slachten gesteld op het 21ste jaar.
Maar deze verbeteringen kwamen slechts de
ongehuwde vrouw ten goede, de gehuwde vrouw
bleef onder de voogdij van haar man, evenals
ook thans nog de toestand is in ons land en in
de meeste Europeesche rijken.
De Noorsche wetgever zag echter zeer terecht
in dat de verheerlijking van het huwelijk, de
door den staat erkende, door de kerk gewijde,
door den dichter bezongen verbintenis tusschen
man en vrouw, veel op bitteren spot geleek,
indien de vrouw als zij huwde rechten verloor
inplaats van meerdere te verkrijgen, daarom
werd in 1888 de gehuwde vrouw evenals de
ongehuwde meerderjarig verklaard op haar 21ste
jaar.
(Weduwen en gescheiden vrouwen zijn altijd
mondig).
In de eerste helft der negentiende eeuw dach
ten nog wrinig vrouwen er aan een bedrijf uit
te oefenen, of handel te drijven op eigen naam.
Maar indien zy er ook' aan gedacht hadden, dan
nog was het een onmogelijkheid voor haar ge
weest, daar zeden en wetten het haar verboden.
In 1863 kwam er verandering in dezen toe
stand. Een wet kwam tot stand, waarbij onge
huwde vrouwen boven de 25 jaar, evenals we
duwen het recht verkregen een bedrijf uit te
oefenen maar ze mochten geen gezellen of
knechten in haar dienst nemen.
Het uut dezer laatste bepaling is wat twijfel
achtig achtte men het gevaar van concur
rentie van de vrouw tegen den man zoo groot
of vreesde men het gevaar dat de vrouw een
slachtoffer zou worden van ontrouwe bedienden
of wel vond men het den man onwaardig de
mindere te zijn van etn vrouw f
Eerst kort geleden in 1864 werden alle be
drijven opengesteld voor mondige vrouwen .
jrehuwd of ongehuwd. Volgens deze nieuwe wet
mag de vrouw op dezelfde voorwaarden als de
man handel drijven of een handwerk uitoefenen,
slechts met deze beperking, dat de gehuwde
vrouw, die samenleeft met haar man niet zonder
koninklijke toestemming een Bedrijf mag uitoe
fenen dat haar man (wanneer hij b.v. openbaar
ambtenaar is) verboden wordt.
De opbrengst van haar arbeid beheert de vrouw
zelf.
(Wanneer zal men eindelijk eens in Nederland
het recht der vrouw erkennen om te beschikken
over haar eigen verdiensten F)
Van het recht om een handwerk uit te oefe
nen wordt evenwel nog weinig gebruik gemaakt
door de !Noorsche vrouwen xevenmin als door
de Nederlandsche).
In enkele vakken echter zooals b.v. het
boekbinden, heeft de Noorsche vrouw haar sporen
verdiend.
Beschermende wetten van
vrouwenarbeid.
Eerst sedert 1892 bestaat er een wet in
Noorwegen, waarbij de vrouwen verboden wordt
in fabrieken te werken gedurende de eerste zes
weken na haar bevalhug, evenmin mogen zij
machines bedienen, waarbij gevaar bestaat.
Evenals in ons land heeft de wetgever in
Noorwegen vergeten, dat de arbeidster ock in
den eersten tijd na de geboorte van baar kind
moet leven, en haar beschermd tegen gevaar
van overwerking om haar daardoor misschien
prijs te geven aan den honger, als zij de eenige
kostwinster van haar gezin is.
In dit opzicht kan men beter spreken van
bescherming bij de nieuwe Deensche wet, die
bepaalt, dat de arbeidster, indien zij het verlangt,
gedurende den tijd, dat zij niet mag werken,
ondersteuning kan ontvangen uit de gemeente
kas, zonder dat deze als armbedeehng wordt
gerekend. In Noorwegen zijn nog geen
inspectrices van den arbeid, zooals in ons land,
toch wordt van verschillende zijden aangedrongen
op haar aanstelling.
(Wordt vervolgd.) BETSÏNOKT.
KMerMoBies aan de Oostzee-liaflplaatseii.
In den tuin van het paleis van den
Ilykskanselier, graaf von Bülow, was op 12 Juni
een groote fancyfair georganiseerd, ten voor
deele van de kinderkolonies aan de
Oostzeebadplaatsen. De entreeprijs was slechts op
3 Mark gesteld, het lag dus in het bereik
van menigeen om er een kijkje te gaan nemen.
En wie heeft geen sympathie voor de arme
zieke kinders, opgesloten in kleine kamers,
zonder frisscbe lucht! ledereen gunt hun
gaarne eenige weken verkwikking aan het
heerlijke zeestrand ! Een goede gedachte van
het comitéom op deze manier haar kas te
verrijken.
Het feest begon om zes uur. De zon be
scheen nog het mooie park, dat een pracht
van kastanjeboom en, beuken, heestergewas en
groote gazons ten toon spreidt. De verschil
lende lanen waren met vlaggen versierd; hier
en daar lampions, die het meest aangebracht
waren b\j de gracieuse bars, waarin elegante
jonge dames champagne, bowl, ijs, gebrak etc.
aanboden. Deze bars lagen verscholen tusschen
bosschages of waren onder een grooten boom
opgesteld. Aan de rechterzijde van den achter
gevel van het paleis des Kgkskanseliers, was
een tafel geplaatst overvloeiende van magnifique
bloemen. De verkoop van deze kinderen van
Flora had gravin von Bülow zelve op zich
genomen en in de onmiddellijke nabijheid van
deze tafel stonden gemakkelijke tuinstoelen,
waarin men zich kon neervielen om eenige
oogenblikken het bonte gewoel gade te slaan.
Aan de linkerzijde van het gebouw was
een groote tent opgeslagen, geheel met bond
behangen; bovenaan stond met groote letters
te lezen: »Warme-Halle". Een aardig idee
om het bont, dat tot verwarming dient, aan
te brengen bij een gelegenheid, waar men iets
verwarmends, zooals thee, koffie, chocolade,
kan krijgen.
In een ander gedeelte van het park was een
gchiettent opgericht, waarvan druk gebruik
werd gemaakt. Op een der gazons was ook
een wedrenspel te vinden; alles ten voordeele
der kinderkolonies.
Op twee plaatsen in het park lieten om de
beurt twee militaire muziekcorpsen hunne
toonen weerkinken ; vroolijke, opgewekte mar
senen, walsen van Strauss, fragmenten van
Wagner, die met genoegen aangehoord werden.
Precies om half zeven gaven een troep Beieren
in nationaal cpstuum uit Tegernsee eenige
liederen met citherbegeleiding ton beste, ge
volgd door de typische nationaal dansen.
Het publiek bestond uit de elite van Berlijn ;
de dames uit de hofkringen, de diplomaten,
de hooge tinancieele kringen hadden de leiding
van dit feest op zich genomen. De toiletten
der dames waren zeer verschillend. De hoofd
toon was wit. Veel wit neteldoek, met rpse
of blauwe bloemen, lichtgrijs barège voile,
met onderjapon uit z\jde in afstekende kleur,
alles weelderig met kanten en tusschenzetsels
gegarneerd. Hoeden gelijkende op bloem
perken, enorm groot en bont met bloemen en
lint opgemaakt. De D uit scha dames hebben in
de verste verte niet deélégance der franijaises.
En al willen zij de Parysche modes ook navol
gen, het staat haar niet, haar bouw is anders.
Wat opmerkelijk was, men zag geen enkel
reformkleed, wel een bewijs dat de nieuwe
kleeding in de hoogere kringen nog niet elegant
genoeg gevonden wordt, om de andere te ver
dringen.
Het geheele feest werd met een souper in
den verlichten tuin besloten.
Berlijn, 13 Juni 1902. MEA.
De LonAengcne
(Messenger-boys^}
Zoo het een waarheid is, dat men op een reis,
volgens Baedeker's recept, met het innerlijke
leven van het volk, waaronder men zich voor
een korte wijl bevindt, al zeer weinig kennis
maakt, dan geldt dit in 't bizonder voor Enge
land, en in de allereerste plaats voor zijn hoofd
stad Londen.
De Metropolis heeft zóó veel merkwaardigs
dat het iemand, juist bij een langer verblijf,
gaat duizelen, en de eenige manier om iets
//bizonders" te zien of van iets, wat men elders
niet aantreft, de fijne puntjes te leereo kennen,
ie, dat men bij een beschaafde Londsche familie
en pension gaat, bij menschen die er lust in
hebben, den vreemdeling met Londen's intimi
teiten bekend te maken.
Niet altijd, wel is waar, wordt iemands belang
stelling bevredigd. Zoo b.v. was 't mij eenvoudig
onmogelijk, ook maar het kleinste détail te ver
nemen omtrent de A. B. C. Compagny 1), dat
is de onderneming van tallooze luncheon-rooms
voor burgerbeurzen, waar men dus slechts
broodjes en verschillende soorten, eenvoudige
dranken etc. krijgen kan. Op groote schaal heeft
deze Aerated-Bread Company [A. B. C.] haar
zaak begonnen en verschaft zij, dank zij haar
enorm succes, duizenden vrouwen een levens
onderhoud, maar toen ik mij op een rustig
uurtje tot een der in zwarte uniform-kleeding
gestoken vrouwelijke bedienden met eenige vragen
wendde, verzocht zij mij zeer beleefd haar geen
oogenblik staande te houden, daar haar dit op
een berisping van de »superintendant" 2) zou
komen te staan. Wilde ik wat weten, ik moest
't dan maar eens bij deze toezicht-houdende dame
beproeven. »1 am very sorry, Madam" 3) dat
was 't onmiddellijke antwoord op mijn verzoek
om eenige inlichting, I am very sorry" maar
gaat u naar het hoofd-bureau; mogelijk dat men
u daar inlichtingen geeft, ous is dat ten strengste
verboden. En ... het hoofdbureau lag zér, zeer
ver, en... 't was dien dag zér, zeer warm,
maar ik wilde weten.
Eéa lichtzijde tenminste: men is er in Londen
bijna zeker van, geen trappen ter bestijging te
vinden: de lift is schier op elk kantoorpand,
evenals in elk hotel aanwezig, en de lift bracht
mij ook nu, waar ik wezen moest. Maar reeds
na die enkele vraag om détails betreffende de
inrichting dezer reuzen company, klonk 't, nu
ook uit dan mond van den hoofd-administrateur,
»I am very sorry. Madam," en... even wijs als te
voren bracht mij de ijveren vaarstoel weer op
den beganen grond, slechts dat was ik gewaar
geworden: het woord : /rAerated," dat toch iets
met lucht te maken moest hebben, dient eigenlijk
nergens voor, dan... om de eerste letter van
het alphabet bij de tweede en derde te voegen,
't is gemakkelijker A, B, C. te onthouden, dan
B, C. in zijn geheugen te prenten: aldus uitte
zich de »hooge" geheimzinnige, tot deze onder
neming behoorend.
Een vrij zeer aangenaam contrast leverde in
dat opzicht de ^general manager" tevens secre
taris van de Maatschappij der District Messeuger
en heatre-tickets Co." 4), Mr. Arthur Lord. 4)
Het hoofdbureau is in 't hartje van de City,
in St. Martin'a Lane geleger, en steeds ziet
men eenige messeijger-boys daar »op post" in
afwachting van opdrachten. Een dier keurig in
eng aansluitend blauw uniform gekleede jongens
reikte ik mijn kaartje over met 't daarop ge
schreven verzoek, om eenige inlichting betreffende
de onderneming. In een oogwenk had zich de
jongen van zijn taak gekweten en noodigde hij
mij namens mr. Lord uit, hem te volgen. Hij
leidde mij door het »general-office" 5) naar de
spreekkamer van den secretaris. Met de grootste
welwillendheid verklaarde zich deze heer bereid,
mij al wat ik wenschte te vernemen, te doen
weten. Een dier gemakkelijke engelsche stoelen
werd mij aangeboden en nu vernam ik, dat deze
inrichting reeds twaalf jaar met het grootste
succes werkt, dat zij zich, dank zij de gelukkige
keus van af het begin, ten opzichte der jongens,
gedaan, onmiddelijk in de belangstelling van het
Londensche publiek heeft mogen verheugen. Nu
vinden daar ongeveer 1000 vast-aangestelde
jongens niet alleen een fiiuk stuk broed, maar
woiden zij daar werkelijk irl *';e opzichten ten
goede »getrained" om later in de wereld op
eerlijke wijze verder te komen. In drukke tijden
komt bij dit duizendtal nog een niet onaanzienlijk
hulptroepje, dat dan uit meisjes zoowel als uit
jongens bestaat.
Beneden den leeftijd van veertien jaar wordt
niemand aangenomen. Vereischten zijn, behalve
een niet ongunstig uiterlijk en een zekere lenig.
heid en slankheid in lichaamsbouw, eeu bewijs
van het hoofd eener school dat de jongen zich
gedurende den leertijd behoorlijk heeft gedragen
en vlug lezen en schrijven kan. Er is geen be
paalde tijd, waarop hij, als te oud, geen diensten
meer als messenger-boy kan verrichten, maar als
regel geldt, dat zij, die een jaar of vijf daar
geëmployeerd zijn geweest, met nun negentiende
of twintigste jaar als looper op een kantoor, bode
voor maatschappijen, besteller in groote
detailzaken een nog beter betaalde plaats kregen.
In Engeland is als stelregel aangenomen, dat
ieder mensch in den loop van eenjaar minstens
acht dagen achtereen vacantie moet hebben, en
dien tijd dan zooveel doenlijk, buiten door dient
te brengen. Zeker, er zijn ook dóar nog maar
al te veel arme drommels voor wie zulk een
rust- en yerademingstijd niet bestaat, maar wie
met het intieme leven der kantoor-employés, niet
alleen van Londen maar van hél EugeJand, be
kend is, wie wat meer weet van het bestaan der
winkelbedienden, der arbeiders zelfs, die mag
gerust beweren, dat 't tóch de minderheid is,
die niet haar vacantieweek neemt. Ja, ik weet
van ondernemingen in de z. g. n. »Black-Country"
in de streek van Stoke-on-Trent, daar, waar
zoo vele groote fabrikanten van porselein en
aardewerkzaken te vinden zijn, die den employ
nog een floik sommetje, behalve zijn wekelijkse!)
salaris ter hand stellen, als hij den patroon
vóór de vacaniie adieu komt zeggen. Het is
mogelijk ook niet van algemeene bekendheid,
dat de Zondagsrust zich in Engeland ook tot
den halven Zaterdag uitstrekt en kantoren en
engros-zaken en groote détail-winkels Zaterdags
na 12 uur 's middags gesloten ziJD, zoadat de
mannelijke en vrouwlijke bedienden wekelijks ge
legenheid hebben, zich buiten Londen te begeven,
of wel de, sinds eenige jaren ook Zondags open
gestelde, musea te bezichtigen.
Ook de messenger-boy gaat ns in 't jaar
voor n week naar de »Seaside"; deze uit
stapjes worden door een twintigtal jongens
tegelijk ondernomen, en deze staan onder toe
zicht van kleiken, die dan tevens hun vacantie
houden. Als een bewijs dat het publiek zich
voor die boodschappen-jongens bizonder interes
seert, dient wel 't feit, dat eenige malen's jaars
door ladies der aristocratie liefdadigheidsfeesten
ondernomen worden niet-alleen om de
vacantieki»s der messenger-boys te stijven, maar óók
om hun gedurerde den winter af en toe een
passende ontspanning te geven. Bij de opvoering
b.v. van een heel aardig theater-stuk: The
M essenger-Boy" is, bij clubjes, hél de bent der
boys tegenwoordig geweest.
Omtrent het salaris van den m.-boy wenschte
de heer Lord niet in details te treden, maar
hij verzekerde mij, dat 't was »a fair salary" G)
wat zij ontvangen en waarbij zij dan nog
schoenen en kleeren vrij hebben.
Het leven in 't gebouw zelf, dus wanneer de
jongens vrij zijn, wordt hun aangenaam gemaakt
en dient tevens ter meerdere ontwikkeling. Zij
hebben een orkest, wel is waar geen
philhartnoniscb, zelfs geen fanfare-orchest maar een,
waarin trommels en fluiten het woord voeren;
voorts krijgen ze tweemaal 's weeks gelegenheid
tot gyoanastische oefeningen in een speciale zaal,
waar vaak wedstrijden gehouden wordtn met
luttige of fraaie prijzen ter belooning. Op bet
loofdbureau is een ververschmgszaal waar de
jongens tegen een minimumprijs behoorlijke
voeding kunnen krijgen. Ook niet-Londenaars
worden aangenomen, en voor dezen wordt zorg
gedragen, dat zij bij nette lui in huis komen,
terwijl in ieder district van Londen een dokter
ter hunner beschikking is, in geval zij genees
kundige hulpbehoeven. Hun arbeidstijd is 8?10
uur daags, waarvan echter pl.m. twee uur voor
eten afgaat. Er is een dag en een nachtploeg
en de laatste heeft minder diensturen. Eenmaal
'sjaais is er een officieele gymnastiek-uitvoering
waarbij dan als entre-filet het orkest zich weert;
dan verschijnen hooge heeren en dames, zooals
de hertog van Portland en Lord Arthur Hill
en andere ladies en gentlemen, die prijzen ter
beschikking hebben gesteld en die de ie dan
zelven uitreiken.
Dat de jongens uitsluitend voor boodschappen
gebruikt worden, bleek mij uit 's heeren Lord's
mededeeling. In drukke tijden worden door vele
groote kantoren tot vijf en twintig boys daags
requireerd; in zulk een periode is er wel een
vierde der vaste jongens op kantoren werkzaam.
Huismoeders echter, benutten ze om kinderen
naar school te brengen en de kleinen van daar
weer naar huis te bezorgen; vergeten overjassen,
maar ook stukken van. waarde worden door den
messenger boy gehaald. De onderen onder beu
worden bij minder ernstige gevallen als
ziekenoppasser, als hulp op reis gebezigd, vaak ook
dienen zij om zaken van anderen naar de bank van
leening te brengen. Vreemdelingen, die vau
hun bestaan weten, gebruiken ze vaak als gids
in Londen. Circulaires vouwen, hen te adresseeren
etc. behoort tot 't dagelijksche werk van den
boy, en in betrekkelijk korten tijd heeft dit
corps bij den Loudenaar een onbeperkt ver
trouwen weten te winnen. Mij werd verzekerd, dat
den messengers vaak sommen van £. 1000 en meer
werden toevertrouwd en er nog nooit eenig onge
luk of gevallen, vau oneerlijkheid zijn voorgekomen.
Een eigenaardig geval is 't volgende:
Een boy van veertien jaar, Jaygers genaamd,
kreeg van iemand uit Londen de opdracht,
eenige brieven naar Caicago en Philadelphia te
bezorgen. De reis werd berekend op 8'JOO mijlen
en de dienst werd per mijl 7) betaald; in nog
geen achttien dagen was de jongen met de ver
langde antwoorden terug, tot groote tevreden
heid van zijn principaal.
Na de verrichting der werkzaamheid wordt
per ticket (kaarije) met den boy afgerekend en
menig keer heeft een jongen tien, tot vijftien
meest uiteenloopende baantjes op n dag.
Evenals op onze cadettenschool en de militaire
academie zijn de oudere jongens eenigszins ver
antwoordelijk voor 't gedrag der jongeren, en
verplicht, hun hunne verkeerdheden op geschikte
wijze onder 't oog te brengen; dit systeem
werkt, volgens mijn zegsman, uitstekend.
Er zijüvijf-en-twinng district-kantoren, die
allen onderling in privaat telefoonverbinding
staan, en behalve in de City zijn deze kantoren
ook Zondags open. Buitendien zijn er niet
minder dan 12.000 electrice «?call-boxes" door
welker hulp men Biet a leen een jongen kan
requireeren, maar tevens direct brandalarm kan
maken, politiehulp in kan roepen, of een »cab" 8)
kan doen voorkomen. Deze call-box" wordt
een ieder ijelevert tegen betaling van n
Quinea = ?12 60 per jaar, zoo men de box
voor genoemd vierledig doel wenscht te
gebruikeii; wanneer men alleen tot oproeping vsm
een Messenger-boy de box wenscht geplaatst
te zien, dan wordt de prijs tot de helft geredu
ceerd. In elk districtkantoor zijn steeds boys
ter beschikking en zoo iemand, die zich een box
voor den vollen prijs heeft aangeschaft, brand
in zijn huis ontdekt, behoeft hij slechts te
telefoneeren en dadelijk komen een of meer
jongens, speciaal daarop getrained, met een
voorloopig blusch-apparaat terwijl de brandweer
intusschen gealarmeerd wordt.
Het zou te veel plaats vergen, wilde ik nog
meer bizonderhedeu mededeelen omtrent deze
in Londen zoo uitstekend voldoende inrichting.
Zij die uu de wereldstad mochten bezoeken en
zulke in blauw uniform gekleede jongens vlug
door de menigte zich zien bewegen, of wel ze
als alen per flets door de grootste drukte zien
schieten, weten nu dat zij behooren tot het
leger der Messenger-boys.
VROUWKE.
1) Daar de Londenaar zóóVeel verschillende
ondernemingen en ook tituleeringen te onthou
den heeft, houdt hij er een heel Code van verkor
tingen op na, en tracht elke nieuwe onderneming
haar naam zoodanig in te richten, dat een af
korting tot de voorletters gemakkelijk, eene
plaats kan bemachtigen in de memorie van den
cityman.
2) Opzichteres.
3) Het spijt, mij zeer, Mevrouw.
4) De distrikt [bedoeld wordt: 't Londensche
distrikt] boodscbappsw en theater billetten
Gompaznie.
5) Hoofdkantoor.
6) Een goed betaald baantje.
7) Dit is de gewone wijie van rekenen.
8) Rijtuig.
MUUMmillIUIIIUMIIIIIIIIIIIIHlIIIIIIIIIUmuniflMINHttKIHIIimiUIIIMK
Vrouwen in de schoolcommissie te Amster
dam. Carmen d'Assilua. De bad
kamer der Parisienne. Modegrillen.
s Vraagt gij mij de drie grootste plagen der
der menschheid, het zijn brand en watersnood
en daarbij de vrouw l" Met deze uitspraak van
een Middeleeuwsch anti-feminist van obscure
bekendheid moet dunkt me ons Amsterdamsen
gemeeEteraadslid, S. de Vries Czn., over
eenstemtnen. Hu haalde een geheel ars er aal
argumenten voor den dag om zyn medeleden
te waarschuwen voor dien grooten sprong in
het duister: vrouwen in de schoolcommissie
te benoemen, vrouwen toezicht te laten houden
op scholen, mannen o hornbile dictu te
stellen onder vrouwelijke controle l Maar zij
komen er in... eindelijk. Toch waren er nog
twaalf leden van den gemeenteraad, die tegen
het gevaarlijk experiment stemden, twaall
ridders der reactie. Bij een van hen woog
zwaar het »beginsel"; de ander zag spoken
in de vrouwenemancipatie; een derde, de heer
Sterck, achtte wel de vrouw geschikt voor
armenverzorging maar verwachtte bepaald
nadeel van haar controle by het onderwijs;
eindelijk opperde de heer Heemskerk nog
juridische bezwaren en alle twaalf te zamen
trachtten onder verschillende vlag een en
dezelfde lading in behouden haven te brengen ;
het gelukte hun niet; de meerderheid van
den gemeenteraad bleek niet geneigd tot mede
varen op hun vermolmd vaartuig.
(Henriette van der Mey, redactrice
Belang en Recht)
De wonderen zijn de wereld niet uit. De
kleine Carmen d'Assilva staaft het op nieuw.
De tienjarige Carmen is het dochtertje van
een fransche gravin de Champmoyat, een be
kende figuur in de kringen der Londensche
upper teu. Het kind heeft talloos veel verzen
gemaakt en »zegt" die op een wijza, dat de
Engelsche aristocratie van pure verbazing de
handen ineen slaat. Voor koningin Victoria
moest het wonderkind ook haar kunsten
vertoonen. De tegenwoordige koningin Alexandra,
toe i nog prinses van Wales, stelt buitengewoon
veel belang in tooneelspelen en verzen voor
dragen, een kunst door haar persoonlek met
voorliefde beoefend.
Toen zij Carmen de Champmoyat hoorde
réciteeren en zag acteeren, zei de prinses:
»0ver een paar jaar is dat kind een beroemde
etterkundige en een tponeelspeelster van den
aersten rang." Alles wijst er op, dat Alexandra
het meisje niet overschat heeft. Carmen heeit
nu reeds zeven stukken geschreven, waarvan
er een in Frankrijk is opgevoerd, »la Baignoire".
Zy schrijft onder den naam Carmen d'Assilva.
De geestdriftige Sarah Berahafdt wilde bet
kind dadelijk aan haar theater verbinden, toen
Carmen eenige verzen voor haar «gezegd" bad.
Het juffertje is lid van de Sociétédes drama
turges francais, waarvan Sardou president is.
Zy weigert beslist aan 't tooneel te gaan, maar
bepaalt zich, by het schrijven van stukken, die
zy met groote zekerheid in elkaar zet en
ophaar- ntje speelt, om de effecten te berekenen.
*»»
Het culminatie- punt van weelde voor de
zwierige Parisienne is thans haar badkamer.
Een rijkdom en weelderigheid op dat gebied,
die ons aan de Romeinen doen denken, kort
voor den ondergang van hun wereldrijk. Heele
brokstukken uit »the last deys of Pompei'" van
Bnlwer komen ons voor den geest, wanneer
wy' lezen, hoe de Parysche vrouw er op uit is.
haar badkamer in Romeinschen sty'l te brengen.
De baignoire van marmer, porfyr of porcelein
is diep in den grond gemetseld. Men daalt
langs marmeren of porfyren trap in het bad.
Wat Robert Kamerling van zijne Romeinsche
schoone meedeelde : >Sie stieg aus porfyrnen
Bade empor" is nu weer van toepassing op de
archi- moderne Parisienne. Met een ijver, een
betere zaak waardig worden boeken bestudeerd
over planten en kruiden ; a prix d'or worden
recepten opgekocht van wonderbaarlijk werkende
aftreksels. De schoonheid der huid, de lenigheid
van 't lichaam, de kracht der spieren (?)
worden bevorderd door aromatische mengelingen
van thym, marjolyo,, kruiyemunt, rozemarijn,
salie, lavendel, verbena en citroensap, toege
voegd aan het lauwe badwater. By bet lezen
van bizonderheden over de moderne badka
mers, stygen geuren van Sybaritische
verweekelyking, verwijfdheid, vadsigheid en mensch
onteerende beuzelarij voor ons op.
***
De kokervormiga rok verbiedt nog steeds
het inlasschen van den onmisbaren zak. Strak,
glad, gespannen als een nauwe kachelpyp is
de nieuwerwetsche rok. Voor de bulterigheid,
door het inzetten van een zak veroorzaakt, is
geen gelegenheid, tenzij men mér verstandig,
edoch minder modieus bij tailleur of modiste
zy'n eigen zin w> et ioor te drijven en
aandringe op eenige ruimte in de achterbanen.
Echt vrouwelijke pudeur en kiesch schoon
heidsgevoel pleiten nog meer dan het verstand,
voor het aanbrengen van neergolvende plooien
in den rok. De minste vrouwen- figuren zy'n
om middel, heupen, buik en a posteriori zoo
slank en rank van lijnen dat het mouleeren
der vormen esthetisch blijft werken. O, die
onnadenkende dikkertjes en vrouwen van
ryperen leeftijd, die maar driestweg datgeen
vertoonen, wat men gaarne aan het oog zou
willen onttrekken.
De slachtoffers van het modieuse kokertje,
mogen niet langer haar toevlucht nemen tot
het dragen der chatelaine of beugeltasch, want
c'est passéde mode. Waar moeten wij zakdoek
en beurs opbergen ? Neus snuiten komt niet
meer voor! Een modegril, die door Multatuli
zou zy'n toegejuicht, die zér terecht de schoon
ste vrouw leelyk vond, wanneer zy haar neus
snoot. Maar in dezen guren, bibber-zomer,
staan ons toch verkoudheden te wachten. Mode
erkent noch hygiène noch kwalen. Het
modejuffarija moet toegerust zijn met een rag- fijn
poppezakdoekje en een miniatuur beursje.
Beide artikelen worden in het linker vuistje
gekneld. Het beursje is aan een goud ringetje
bevestigd, dat aan den pink gedragen wordt.
Na afloop van een »garden- party" op Lismore
Castle, een bezitting van den hertog en hertogin
van Devonshire, zijn niet minder dan veertien
handbeursjes gevonden.
CAPHICE.
* *
*
Bavarois met vruchten. Banoodigdheden : %
kilo aardbeziën of frambozen, 200 gram suiker,
n citroen, 4 eieren, 30 gram gelatine, 1A dL.
kirschwa&ser.
Bereiding : % kilo van de genoemde vruch
ten wrijft men door een fijn gazen zeef, 2
dozy'n vruchten terughoudende. Voeg hierbij
200 gram suiker, % d L. kirschwasser ea het
sap van een citroen. Smelt 30 gram gelatine
in een pannetje met l dL. water, roer met
houten lepel. Klop 't wit van de eieren goed
styf. Vermeng dit luchtig met 't vruchtenmoes.
Giet, steeds roerende, de bekoelde gelatine er
by en roer er de teruggehouden 2 dozijn.
aardbeziën of frambozen doorheen. Doe den
bavarois direct in een met olie bestreken
vorm. Lnat koud worden op koele plaats.
«iiHiiilniniiiiilliiimii ...... iiiiiiiiniiililiiiiiiii ........ iiiniiiii ....... IIIHII
Gollenrile voiles.
Aan Caprice,
Naar aanleiding van uw stukje «borgtochten"
in het vorige nummer wecschte ik u het
volgende mede te detlen. Mij is een geval ter
oore gekomen van een jong meisje dat des
middags vroolyk en gezond uitging met een
gekleurde (lila) voile voor. Zy had een klein,
onbeduidend . wondje aan de lip. 's Avonds
begon de lip op te zwellen en den volgenden
morgen was het meisje overleden tengevolge
van bloedvergiftiging, doordat de kleurstof der
voile met het wondje in aanraking was ge
komen.
Moge dit treurig feit anderen afhouden van
het dragen van gekleurde stoffen die met de
huid in aanraking komen (kounen en voiles).
J. A. NIJHOFP?SEYN.