Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1304
Zou een Ned. Ind. tabakstrust, die ontegen
zeggelijk een machtigen invloed op de
tabak-iprijzen zou kannen uitoefenen niet wenschelijk
zijn ? Het antwoord moet, meen ik, bevestigend
wezen. Wie zal de kloeke Hollander zijn, die
hier bet initiatief durft te nemen ? M jj dunkt,
die man is aangewezen. Zjjn naam begint of
met een J. bf met een N.
Staatsfondsen weinig veranderd. Da Turken,
vat vaster. Het unifisatieplan nadert, naar
het schijnt, zyn toepassing.
Liefhebbers van solied papier, dat in de
brandkast kan worden opgeborgen, om elk
half jaar coupons te knippen, kunnen door de
hoofdstad des ryks geholpan worden. Z3 kunnen
daartoe a. s. Maandag tegen den koers van 98 Y%
pCt. inschrijven op 3% pC;, oblig. van ? 1000
groot, die tot een bedrag van 9 millioen gld.
worden uitgegeven.
Ten slotte herinner ik de houders van
aandeelen in de Eoninkl. Ned. Stoomb. m pij aan
de gelegenheid om van hun voorkeursrecht tot
inschrijving tegen den koers van 138 pCt. op
een half millioen gld. in nieuwe aandeel en,
gebruik te maken. Na de 24iten dezer is hun
claimrecht vervallen.
D. STIGTEB.
mimiiiiiiiiiuimiiiiiiiiiiHimuiimiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiliiii
HELTSJELS
Van een aam» w f at
door ASATOUS
?II. (Slot).
Papa, ik ben toch nieuwsg'erig wat u met
dien bedelaar zult doen in uw nieuwe republiek.
Want u gelooft toch niet dat hij van de vrucht
zijns arbeids leven zal ?
Kind, ik geloof dat hij er in toestemmen
zal te verdwijnen. Hij is al veal verminderd. De
luiheid, de zucht tot rusten bsreiden hem voor
op den doodslaap. Hij zal met gemak in het niet
verzinken.
Ik geloof integendeel, dat het leven hem
best bevalt.
Hij heeft zijn genoegens, dat is zeker. Hij
vindt het heerlijk de metbylalcohol in zij u kroeg
te verzwelgen. Hij zal verdwijnen met den
laatsten kroeghouder. Er zullen geen kasteleins
meer zij a in mija republiek. Geen koopers en
geen verkooper.s G:en rijken en geen armen.
E j iedereen zal genisten vaa de vrucht van zij a
arbeid.
En dan zullen allen gelukkig zijn, vader?
Neen. Het heilig medelijden, dat de ziel
haar schoonheid verleent, zou. tegelijk met de
smart verdwijnen, Dat zal niet zijn. Het zedelijk
en lichamelijk kwaad, onophoudelijk bestreden,
zullen alüjd met geluk eu vreugde om de heer
schappij op aarde strijden, zooals de nachten de
dagen opvolgen. Het kwaad is nooijakelijk.
Het heeft evenals hat goede, zijndiepjn brouwt!
in de natuur, en de eene bron zou niet kunnen
«it-drogen, zöuder dat de andere eveaeens droog
?werd. Wij kenaeii het geluk slechts door tegen
stelling met bet ongeluk. L ef en leed zija twee
lingbroeders en als hun adem over ouze snaren ?
gaat, klinken die ia harmonie. Alleen de adem
van het geluk zou een eentonig geluid geven,
dat voor ons oor gelijk zou s' aai met stilte.
M»ar bij de onvermijdelijke kwa'en, b'j de tegelijk
gewone en verhevea smarten, die onafscheidelijk
ziju vaa ons menschelijk bestaan, zal niet meer
dat kunstmatig leed komen, dat in ons maat
schappelijk leven zija oorsprang heeft. Da
menschjn zullen niet langer misvormd worden
door een zielloos werk waaraan ze meer sterven
dan ze ervau leven. De slaaf zal uit zij u kerker
treden en de machine zal niet langer bij
millioenen zija slachUffjrs verslinden.
Die bevrijding verwacht ik vau de machine
zelve. De machine, die zoaveel mjnschen ver
brijzeld heeft, zal zostj-s aan, edelmoedi?, het
teeder menscienvleesch te hulp komen. D.mv
chine eerst wreed en hard, zal worden goed,
gunstig, vriendschappelijk. Hoe zal die veran
dering geschieden? Luister. D i vonk die uit de
Leidsche fl sok sprong, de kleine nietige ster,
die zich in de vorige eeuw aau den verbaisddu
natuurkundige opsnbaarde, zal dat wonder vol
brengen. De onbekende die zich heeft laten
t)V6f minnen zonder zich te laten kennen, de
geheimzinnige, gevangen kracht, de ongrijpbare
gegrepen door onze haaden, de getemde bliksem
gebotteld en ontladen over tallooze drade \ die
het land zullen bedekken als een net,
deelectfifiteit zal haar kracht, haar hulp overal brengen
waar 't nooiig is, in de kamers, aan
denhuiselijken haard waar vaier, moeder en kinderen
uiit langer gescheiden zullen zijn. Dat is geea
droom. De woeste machine, die in de fabriek
de huisgezinnen vernietigde, zal huisdier worden,
huisgenoot en vertrouwd?. Maar dat zegt niet?,
neen, dat de poelies, kamraderen, assen, krukken,
glipschijveu en vliegwielen gohuman!seerd wor
den, dat beteekent niets, zoolang de menseden
met een lurt van staal blijvea rondloopen.
Wij wachtea op, wij roepen om een nog
wonderbaarlijker verandering. De das; zal komen
waarop de patroon, zich verht ffjnd in zedelijke
schoonheid, msdearbeider zal worden vau. ziju
vrijgemaakte werklieden ; waarop er geen loou,
maar uitwisseling van goederen zal zija. De
groot-iniustrie als de oude adel, dien zij ver
vangt en nabootst, zal ook haar nacht vaa 4
Aug. habben. Zij zal afstiud doen vaa betwiste
winsten en bedreigde voorrechten. Zj zal
edelmo:dig zija wanneer ze zal gevoelen dat de tij l
gekomen is. En wat zegt hedsn ten da;3 de
patroon? Dat hij is de ziel en de gadac'itc, eu
da1; zonder hem zijn leger van arbeiders z..u
zijn als een lichaam zonder verstand. W<J!EU,
als hij de gedachte K hij stelle zich tevr«d( n
met die eer en dat genoegen. M >et de leidende
gedachte, de bezielende geest zic'i volstopp^n
rust rijkdommen ? Als de groote oaatello met
ziju gfzellen een bronzen bseld goot, was hij de
ziel van het werk. De geldsom die hij ervoor
ontving van den vorst of van de burgers, le^Je
hij in eea mind, die met ee:i la'rol
W-rilop^eheachen aan een balk van de werkp'aa's. Iedere
gezel maakte op zijn beurt het touw los en nam
uit de mand naar zija behoefte. I i liet geen
genot genoeg, te kunnen scheppen niet dfn g'vst,
en ontheft dat voordeel den meester-werkman
vaa de plicht, de winst te deelea met zijn neierige
m:dewerkers? Mi&r ia mija republiek zal er
winst aoch loon meer zijn eu alles zal aan al l on
toebehooren.
P =ipa, dat is het collectivism , niet waar ?
De kostbaarste goederer, antwoordde mijn
heer Bergeret, ziju geaesngoei van a'l&n ea
ziju het altijd geweest. Lucht ea licht zijn
gemeenschappelijk eigendom vau al wat ad 'int
en rondziet. Na het eeuwenlaag zwoegen vau
egoïima en gierigheid, in spijt van de hevige
pogingen der individuen om schatten te grijpen
en te belnuleu, zijn de persoonlijke
eLreado.nmen waarvan de rijksten onder ons genieten,
nog gering in vergelijking vai wat zonder onder
scheid aan alle menscheu toebehoort. Ei in onze
maatschappij zelve, behooren niet de schoonste
znken, wegen, stroomen, bosschen, bibliotheken,
musea, aau allen toe P Geen rijke is mér eige
naar van dien ouden eik te Fontainebleau, of van
dat schilderij in het Louvre, dan ik. En ik ben er
mér eigenaar van, als ik er meer van weet te ge
nieten. De collectieve eigendom, dien men vreest
ah een verwijderd moaster, omringt ons reeds in
duizenderlei vorm waarmee we vertrouwd zijn.
Hij jaagt schrik aan als men hem aankondigt
en men geniet reeds de voordeelen die hij ver
schaft.
De positivisten die zich in het huis van Auguste
Comte verzamelen om den vereerden Pierre
L«ffi'e, hebben geen haast om socialisten te
worder. Maar, n hunner heeft deze scherp
zinnige opmerking gemaakt, dat het bezit van
socialen oorsprong is. Ea niets is meer waar,
daar toch ieder bezit, verkregen door persoonlijke
inspanning, slechts is kunnen ontstaan en blijven
bestaan door de medewerking vau de geheele
gemeenschap. En omdat het privaatbezit van
maatschappelijken oorsprong is, miskent men
dien oorsprong niet, noch verkracht er het wezen
van, door het uittebreiden tot de gemscüschap
en het te brengen tot den Staat, waarvan het
noodzakelijkerwijze afhangt. Ea wat is de Staat?
Juffrouw Bergeret haastte zich tj ant
woorden op deze vraag: de Staat, papa, is een
erbarmelijk en onbeleefd heertje dat achter een
loket zit. U begrijpt, dat niemand zin heeft zich
voor hem te berooven.
It begrijp, antwoordde mijnheer Bsrgeret,
glimlachend. Ik heb mij altijd gebukt om te
begrijpen en daar heb ik heel wat kostbare
energie aan weggeworpert. Ik ontdek wat laat
dat er een groote kracht schuilt in het niet,
begrijpen. Dat s'aats soms toe de wereld te
veroveren. Ah Napoleon even intelligent geweest
was als Spinoza, dan had hij vier daeltjss ge
schreven op een zolderkamertje. Ik begrijp. Maar
dien onbeleefden heer achtsr zija loketje ver
trouwt gij uw brieven toe, Pauline, die ge niet
aai een particulier agentschap zoudt
toe7ertrouwen. Hij administreer een deel van uwe
besittingen ea niet het kleinste nosh het minst
kostbare. G? vindt dat hij een somb;r gezicht
heeft. Maar wanneer hij alles zal zija zal
hij niets meer ziju. Of liever, dan zal hij
niets mér zijn dan wijzelven. Vernietigd
door zijn algemeenheid, zal hij ophouden
plaagziek te schijnea. Min is niet meer slecht,
als men niemand is. Wat hem onaangenaam
maakt, zooals 't nu is, dat is, dat hij knaagt
ain het individueel of privaat bezit., dat hij
knabbelt en vijlt eu bijt, weinig van de dikken
en veel van de mageren. Dat maakt hem onver
draaglijk. Hij is te begeerig. Hij heeft behoeften.
lu mijn republiek zal hij zijn zonder verlangens
als de goden. Hij zal alles heböen en hij zal
niets hebben. Wij zullen hem niet voelen, omdat
bij a met ons is, niet van ons te onderschei
den. Hit zal zijn, a'sof hij er niet was. Ei als
ge meent, dat ik de enkelen op'ff;r aan den
Staat, en het lev;n aan een abstractie, dan zeg
ik: integendeel, ik onderwerp de abstractie aan
de werkelijkheid ; ik supprimeer den Staat door
hem te Hent/fi 'sren met da geheele sociale
werkzaamheid.
Indien zelfs die republiek nooit zou bestaan,
dan zou ik nog mezelf gelukwensehen dit ik
dat denkbeeld gekoesterd heb. Het is veroorloofd
in IHop'a te bouwen. Ei Auguste Comte zelf,
die zich vleide slechts op gegevens der positieve
wetenschap voort te bouwen, -beef i Cimpinella 1)
in het boek der graote ma men irgeschrev/'q,.
DJ droomea der filosofen hebben ten alleu
tijde mannen vaa ds daad doen opstaan om ze
te verwez'inlijker. Oaz3 gedachte schept de
toekomst. De staatslieden werken naar planm n
die wij bij onzen dood nalaten. Zij zijn onze
metselaars eu opperlieden. N :sn, kiad, ik bouw
niet in Utopia. Mjn droom, die volstrekt geen
particulier eigendom is en die op ditzelfde
oogenbLk ds droom is van daizend-;n-éa zielen, is
waarheid ea profetie.
Iedere maatsc'.appij, waarvaa de organen niet
meer berekend zija voor de fuuctiën, waarvoor
ze zijn geschapen, ea waarvan de leden niet
worden gevoed naar verhouding vaa den nuttigen
arbeid dieu zij v.-rr!c'iten, moet sterven. Diep
gaande trosbelen, inwendige s'oringen gaan haar
einde vooraf en konligen het aaa.
De ftuiale maatschappij zat vast ia elkaar.
Toen de geestelijkheid ophield daarin de weten
schap te vertegenwoordigen, en de adel ophield
den landbouwer ea den handwerker mat het
zwaard te verdedigen, tosn die twee kasten nog
slechts gezwollen en schadelijke leden waren,
stierf het geheele lichaam : een onvoorziene maar
noodige omwenteling nam d n zieke \vej?. Wie
zou staande houden, dat in de tegenwoordige
maatschappij de orgauea berekend zijn voor
hunne funct ii, eu dat alle leden gevoad word jn
naar verhouding vaa den nuttigen arbeid dieu
zij verrichten? Wie zou staande houder, dat de
rijkdom billijk verdeeld is? Wie kau gJooreu
dat de onbillijkheid zal blijven duren?
En hos haar dan op te htlï'ea? Hoe de
wereld te veranderen ?
Door het woord, mijn kind. Niets ;s mach
tiger dan hst woord. De keten van redenen en
hooge gedachten is een onverbrekelijke banH.
Het woord, als Davids' slingersteer, slaat, de
geweldenaars neer, en doet de sterkeu vallen.
Dat is het onverwiulii<e wapen. Xonder dat zcu
de wereld behooren aan het gewap-nd schuim.
Wie bouit, het in bedwang? Dd gtdichte alleen,
oagewapend en naakt....
Ik zal de nieuwe stad niet zien. Alle
veranderingen ia de miatsc'iappelijke orde, zoo
wel als in de natuur, gaau lang«aam en bijna
ouuv:rkbtar E'a geoloog, diepzinnig denker,
C'arlea Ly-ll, ne ft aangetoond, dat
dieschrkj wekkende .«poren van het, ijstijdperk, die groote
rotso'okken in de dalen, die p'.'intea der koude
luchtstreek ea (iie dikhuidige dieren, volgende
op de fauna en (l >ra der warme landen, dat heel
dat vertoon van groote overstroomingen in
werkelijkheid slechts is de uitwerking van een
lange reeks van langzaam werkende krachten en
dit die groots veranderingru, teweeggebracht
met de genadige langzaamheid der natuurkrach
ten, z^lföniet w,jrden vermoed door detailooze
geslachten vari leveude wegens, die er getu'irea
va i waren. D d maatsc'-appslijke vervorm'.ngen
ko-uei op dezelfde wijz*, onmerkbaar maar steels
voorf.gav.ide tjf, s'aini. De beschroomde mjnsc!i
ducht, a's een toekomstige zondvloed, e.n
wijzigiu?, die voor ziju geboorte aanving, die ouder
zijn oogen vO'.irtgtat, zonder dat luj ze zitt, eu
d;e pas merkbaar zal worden over eeu eeuw.
gusuituaicuuiuiuiiiiiiuiiiii IIHI
Een dreigend conflict?
1) Tiionm Campi'iella, lö'il?lfi:>9 c'
r.^tenwijsg-er, ziju njl vcioruit, veel vervolgd, vond
iu Parijs ecu S'cbuilpUa's, na uit Spinj.; en l tal .i'
ts zi'n ver ireven.
Nret zonder verwondering las ik in uw laatste
nummer het ingezonden stuk van den heer
Rsyne betreffende de loontoestanden ecz. in
de bloembollenkweekerijen.
Hoewel ruim 20 jaar iu dit vak werkzaam,
heb ik nooit nocb door werkgever?, noch door
henzelven onze werklieden als bollenjongens
hooren betitelen. Daze geestigheid kan ik dus
voor rekening van dan inzender laten.
De duizende bezoekers dezer streek in het
vooij sar moeten bepaald verblind zijn geweest
door de schitterende kleuren der
bloembollenvelden, dat z\j totaal geen oog hebben gehad
voor zóó.'eel armoede Galukkig bestaat deze
grootendeels in de verbeeldirg van den heer
R^yae en in de opgeschroefde redevoeringen
van eenige socialistische propagandisten.
Ik wil daarmede niet zeggen dat de toe
standen volmaakt' zyn, maar in welk bedrijf
is dit wel het geval ? Wat arbeidsduur en
gezondheid betreft zijn de toestanden beter
dan in vele andere bedry ven. De langste arbeids
dag in den zomer is ongeveer 11, de kortste
in den winter circa 7 uren, gemiddeld ongeveer
9 Dit is voor arbeid, grooterjdeels in de bui
tenlucht en rooit in benauwde ongezonde
lokalen zeker tiet overdreven.
Wat de loonen betreft wil ik buiten be
spreking laten zoowel de hoogere loonen der
losse werklieden, waaraan echter de risico
verbonden is van eenige weken werkeloosheid
by strenge vorst in den winter, als de trakte
menten der werklieden die een plaats als
meesterknecht bekleadon, doch alleen behan
delen het loon van den geivoncn vasten werk
man. Dit bedraagt hier in deze gemeente ? 8
tot / 9 per week, waarbij nog et nige bizondere
voordeelen komen, meestal in dan vorm van
gratis gebruik van grond voor cultuur van
winterprovisie (aardappelen, boonen, kool etc.).
O verwerk, dat meest in het najaar bij korter
werkdagen voorkomt, wordt ex^ra betaald.
In den regel treedt de werkman in dienst
als jongen van 13 jiar k ? l 50 per week. Het
volgende jaar wordt dit f 3 en verder p^rjaur
f l meer, zoodat op den lee'tyd van 18 a 19
jaar het volle loon bereikt word. Indien zy
niet te vroeg Irouwan kunnen zij dus b.v van
18?2") jaar een somme'ji overleggen en dit
is bepaald noodig voor het geval zij met een
ruim getal kinderen gezegend worden. Dan
hebben zij zeksr moeielyke j \ren, waarbij geen
verbetering komt (oor de oudste dezer kinderen
verdieiiaten kunnen inbrengen, waardoor de toe
stand natnur'yk zeer verbetert, en het niat
zeldzaam is dat dan 's wekely'ks in een huis
gezin / 20 a / 30 inkomt.
Vergeleken bij de loonen in land- en tuin
bouw in deze en nog sterker in andere streken
van ons land, behooren de loontarieven in onze
branche tot de allerhoogste, en dat is een
belangrijke factor. Waar nu reeds honderde
arbeiders van daar tot ons gekomen zijn, zou
deze toavloecl nos sterker wordar bij een
werkely'c coi il it. /';!fi indien onze werklieden
georganiseerd waren en ia bezit van een
waerstandskas voor eeaige maanden zou dus eon
strike eenvo.udig een herhaling worden van het
drama Van Heek & Co. Nu daarbij de prijzen
onzer hoofdproducten door verschillende om
standigheden gedaald zyn, zullen thans de
werkgevers niet bizonder geneigd zijn tot
coneessites, die eenigszins vermeden kunnen worden.
Waar echter van een serieus dreigend cocflict
in deze noch in de naburige gemeenten iets
gebleken is, bestond er gaen directe aanleiding
voor een optreden van den verzoeningsraad
te Haarlem. O,'.gevraagde en opgedrongen be
moeiingen vallen nooit in goede aarde. De
algemeene bond van werklieden (die echter
verre van algemeen is) deed zeker verstandiger
zich voor het oogenblik te bepal&n tot een
onderzoek in welke gemeenten de tarieven het
laagst zijn en deze eerst op normaal peil te
brengen, daarby rekening houdende met de
plaatselijke omstandigheden, als woningkosten
enz., waarbij zij zeker gesteund zullen worden
door vele werkgevers uit de andere gemeenten.
Is dit bereikt en zijn de toestanden dan gun
stiger geworden om het algemeen tarief te
verhoogen, dan eerst kan zulk een voorstel
succes hebben, mits uitgaande van de werk
lieden zelve.
DJ fditen door den heer Reyne gereleveerd,
zyn minder juist:
l De vereeniging van werklieden zijn: n
der vele vereenigingen.
2 De algemeeno vereenigirg voor
bloembollencultuur bestaat slechts gedeeltelijk uit
werkgevers en is dus niet het aangewezen
lichaam on in deze besluiten te nemen.
3 Het niet verschijnen der werkgevers op
deze vergadering lag in het feit, dat deze
argelooze arbeiders sterk bewerkt waaen door
i socialistische propagandisten buiten het bedrijf
j staande, sigarenmakers enz., onbekend niet do
eischen van het vak. Het verhaal der
0»erveensche deputatie is mij niet bekend, en past
j goed bij de »b)l)erj inge»»''.
Ik ontzeg den werklieden niet het recht om
zich te vereenigen en te trachten de best
mogelijke levensvoorwaarden te verkrijgen, doch
laten zij hisrbij kalm en bedaard te werk gaan
er; der, juister; tijd kiezen in verband met de
toestanden in het vak. Wia hun anderen raad
geeft, dost slecht werk, en zal zeker storm
ocgsten waar bij wind heeft gezaaid.
Lisge, 15 Juni '02, II. HE GHA.U-.
B IJ 3 C II R I V T.
Wel wel, da>>r heeft me na ineens do heer
Da Graaf i int alleen de wanverhoudingen maar
ook het dïtv.gend eoi tl>ct in de
bloembollenkwefekerij weggebeafimd !
Da bloemiütwarklieden zijn g?en bG
o'jongsns, Ii8t vak is gezond, hst loor.tarief behoo/t
tot da allerhoogste in dezfi (dwz. in de land
en tuir.bouwbranchc) on a's ze n» hun streven
naar lotsverbsleririg maur openbaren op de
wijje als mijn aanvaller dat omschrijft en
wen1 schelijk acht, dan is da goois hsür Ds Graaf
zoo weU-illund ITI den werklieden niet te
j o itzegg;'n het recht om zich te vereenigen !
i Hoe vïiendoly'k ora een. door de Grondwet
verleend en gewaarborgrecht nog eens
genadiglijk fj erkennen !
Vergun me echter een paar opmerkingen.
1. In Hiarlem en omstreken is de ber,aming
bollenjongens zeer algemeen, tot 't dreigend
conflict doet die titel echter niemendal af en
als de heer De G alleen in aanraking komt
met werkgevers die hun personeel behalve een
behoorlyk loon ook een behoorleken naam
geven, welnu, dan doet me dat pleizier om
zy'' entwil.
2. Over den arbeidsduur of den gezond
heidstoestand werd door mij niet geklaagd,
wat de heer Da G. daaro.er meedeelt is dus
niet ter zake, is dus onnoodig frarje.
3. 't Is helaas maar al te waar dat ten
plattelande in menig opzicht de loonstandaard ellendig
is. Doch is 't geen zondige dwaasheid om de
eigen wanverhoudingen te vergoelyken door op
even erge cf nog erger toestanden te wyzen ?
Hoofdzaak is de vraag of 't loon der
bioemibtwsrklieden een menschwaardig bestaan waar
borgt en ah de heer De Graaf die vraag
bevestigend mocht beantwoorden dan bestaat
er bij ons over de q laliücatie menschivaardig
een diepgaand verschil van meenirg. In L'sse
zijn de bloemistwerklieden blykbaar gelukkiger
dan elders. Dad: bedraagt 't loon zooals hier
boven wordt meegedeeld 8 a 9 gulden per week
beneyens veisjhillende voordeelen, hier is 't
ook 8 a 9 gulden, wat er r,a afirek van de
vrij aanzienlijke huishuur overblyft is (vergeef
me de afgezaagde uitdrukking) te veel om te
sterven maar te weinig om te leven. En in
menig dorp in 't bollendistrict is 'c nog minder.
De werklieden mogen zich niet laten opruien,
by hun streven naar lotsverbatering moeten
ze allerlei dingen doen en laten (sie hierboven).
H je vaderlijk ! Maar vragen de werklieden
om loonsverhooging, ze krijgen geen antwoord
vragen ze om een commissie tot onderzoek
der grienen, ze krijgen geen antwoord vragen
ze mondelirg, vragen ze schriftelyk, vraagt
de vakvereeniging, vraagt de verzoeniugraad ...
de bollenkweekers hullen zich in plechtig
zwijgen.
DJ pers mengt zich in 't geschil, gewezen
wordt op de klimmende verbittering, op 't
dreigend coiflict en nu komt eindelijk de
heer De Graat' met 't advie* dat de arbeiders
bij hun streven naar lotsverbetering »kalm en
bedaard te werk moetan gaan en den juisten
tijl kiezen in verband met de toestanden in
't vak."
Ja ju, nu moeten ?.e zoet wezen, maar als
er van den winter 3 voet sneeuw ligt dan
moeten ze eens komon praten !
5. Tegenover het herhaald en waarlijk niet
onredelijk aandrirg'm der worklied^m betoonden
de werkgevers den grootst mo»dijken onwil,
die onwil gluurt ook om 'thoekjq van haast
eiken regel in 't schuiven van den heer De
Graaf, 't h te hopen dat 't niet ZOOMT ntott
kumen, maar als aanstonds op een voor de
bloemboller.taelt kritiek oogenblik onverhoeds
het dreigend coifl.ct scherper mocht worden
en een ontzaglijke schade wordt aangericht,
dan zal het bloembollenkweekersgilde kunnen
verkhran : we hebben 't zelf gewild.
RKYNE.
Coöperatie.
Als voorstanders van coöperatie hunne
conclusie'» trekken, komt ook onvermijdelijk
het volgende:
«Alsdan wordt een groot aantal
itrproductieve personen pnnoodi?." Men wil dus af
schaften een heirleger dat staat tusschen den
producent en consument dat leger staat
niet te velde, maar bevindt zich in de groote
steden.
Het wordt genoemd «collegialiteit" zooals
in de 3tad de ne neringdoende den anderen
dito onderhoudt; alsof' »de stad" louter uit
winkels bestaat; vooral de eetwarenwinkels
trekken des ccöperators-aandacht, alsof'de
honderde andere consumptie artikelen niet
even goed, ja soms nog eer de aandacht ver
dienden om naar hartelust te ccüpereeren.
Vooraf een woord aan de winkeliers. Et1
zijn gekomen bloeiende ci.operatie's »Eigen
Hulp" en overal waar ze zijn, hebben zij niet
geheel en al overwonnen, doch hebben het
arbeidsveld moeten deelen met de bestaande
zaken ; dood-concurreeren komt zelden voor
zonder bij-oorzaken; slecht beheer, finan
cieel onvermogen, wangedrag of wat ook.
Waarom dan altijd zoo in 't harnas tegen de
coöperatie? Gs kunt niet ontkennen dat liet
is de toepassing van «Eendracht maakt
Macht"; welnu pas het voor u-zelf' toe!
Een ccöperator als de geachte heer
Mansholt van onlangs, zou de kip willen slachten
die de gouden eieren lejt. De «stad" heef t haar
winkels noodig of' er te veel zijn is een
andere kwestie maar noodig zijn ze. Zij
zijn de distributors (verdeelers) niet voor n
artikel, maar voor honderde, ji duizende
artikelen. Voor n artikel, sigaren, schoenen,
horloges, gaat »rnen" graag naar een
specialiteits-witikel, maareen mtiuusj^ van-alles
zooals een 15 itirton of' zooals de Gvand Bizar
Fran/iis hebben ook recht van bestaan op
utiliteitsgronden, zoowel 't een als 't ander
sluit zich aan bij 't groot steedsch leven :
haastig
Ik heb nooit gereisd, maar gehoord en
gelezen, <iat in alle groote steden «haastige
spoed1' heerfcht, ds winkels in steden moeten
vooral haai-tige, gr-jaagde menschea bedie
nen. De voorvaderlijke tijd vati op ioen voor
de winter is voorbij, sciiaarsclite in eenig
artikel ia aliijd tijdelijk, de winkels in de
steden zijn geworden, de provisiekamers voor
de opeengfchoopte mengchen, dij niet dan bij
uitzondering in huis halen wat ze eiken dag
uoodig hebben.
Als de producenten coöpereeren en hunne
producten «en rua-se" naar de steden zen
den, d'ieti ze wijs; maar als ze deconcentratie
van 't bedrijf te niet willen doen en ieder af
zonderlijk expediëeren, incas&eeren en al de
beslommeringen en betalingen doen moeten
daaraan verbonden, spannen ze het paard
achter ,1e wagen Zie naar de Amerikaansche
<rnsts".
Er is nog meer. Wij winkeliers ia de steden
zijn zóó sitik ! O, ja, de gouden tijd is voorbij,
diu pr;i.a!jo kennen we: vroeger eindigde een
kruidenier als rentenier; dat is over en
bohot-fi ook niet, als hij maar aan de ko^t komt
is hc;t a! mooi. zij het dan ook als niet
produce<?!et:d tusEchenpersoon 't Heirleger win
keliers wordl. aan den gang gehouden door
fabrikanten en andere groot-voortbrengers;
ze hebben ons noodig! wij f pelen in concur
rentie d'een tegen den ander uit, zij geven ons
crediet, zij geven goederen iri depo te betalen
al? hft verkocht is en ruó voort. Vecht daar
r.ou is tegen!
Soms adverteerfeeen firma a!s aanbeveling:
direct, ran de fabriek, of men noemt zich
»Versandhaus" de handel negeert ze lijkt
het wel, want het sporadische van die zaken
blijft; het geeft te verstaan, dat eerste firma's,
concurrenz fahig, beter opschieten met een
zeker aantal 2t) hands- en detailkooplieden.
Resumeerende kunnen we dus ons betoog
samen vatten in dezer voege: de stedeling wil
winkels, de winkelier komt aan dien wil te
gemoet en hij wordt gesteund door de n ieu were
productie wijze, die liefst groote hoeveelheden
verzendt, ergo zijn er in de steden
improductieve tusschenpersoneu.
JAN EVERS.
N. l, Armbestuur,
Aan de Redactie,
Napleiten, schryven over een reeds besliste
questie is geen opwekkend werk, maar opko
men tegen een onrechtvaardige voorstelling,
dunkt mij, plicht.
Nu geeft uw gemeenteraadsmomentopnemer
Secans eea onrechtvaardige voorstelling, waar
by naar aanleiding van de jongste questie
tusschen gemeente en N I. Armbestuur het
woord citeert: »Die E'.rche hat einen guten
Magen".
In een der vele ingezonden stukken die,
toan de zaak aan de orde was, in het
Handtltblud verschenen, vind ik het ontoepasse
lijke van dit citaat duidelijk aangetoond.
»Er ligt iets rechtvaardig» in het denkbeeld,
dat de kerken, restitutie van de gemeente
ontvangende voor de verzorging van hun arme
zieke lidmaten, daarvoor niet hst volle bedrag
ontvargen, hetwelk een arme zieke anders der
gemeente kosten zou; omdat de vervalling van
hun wensch (<\\ behoort deze om der
verdraagzaamheidwille geëerbiedigd te worden)
ten i-3 decentraliseerend werkt, (en 2 s aan de
directe controle der gemeente, die het geld
geeft, ontsnapt.
«llasr welke grondwet Bchrijft voor, dat de
veer, die de kerken moeten laten juist 40 pCt.
(60 et. van de / l 50 verpleegkosten per zieke
per daj) van den kostenden prys moet bedragen.
Waarom zou 25 of 20 of' 15 pCt. (als uiterste
grens benedenwaarts) onvoldoende zijn ... Da
gemeenteraad stelle dus een percentage vast,
hetwelk de kerken minstens op den kostenden
prys zullen moeten toeleggen."
In het betoog van Seca..s, als van anderen,
verschynt 't is zonJeiling het cjjfer 90
cent als een dogma, een heilig getal, niet
bediseussieeerbaar.
Intusschen scheelde het slechts l stem of
f 1.25 ware bij eerste stemming door den ge
meenteraad aangenomen en het was de heer
Wiersma zelf, later de felste beetryder van
elke toenadering, die eens in een aanvechting
van vradelievendheid ?110 had voorgesteld.
Laat my, orn zoo kort mogelyk te zijn, n>ijne
meenirg, afwijkend van die van S:cans, ia
enkele stellingen formuleeren.
I. E>n I.r. Armen-Ziekenhuis vindt zijn
bestaansreden in een geestelijke behoefte van
zyn patiënten.
II. Het is goed, dat de kerk een deel der
gewone verplegingskosten drage.
III. H^t overgaven der ziekenzorg door het
N. I. Armbestuur aan de gemeente was een
daad van wanhoop, sproot niet voort uit de
loochening vaa de behoefte in I aai geduid.
IV. Het tegemoetkomend ontzien van
gemoedsbezwaren is een mooie, een eerbied
waardige traditie van Hollands openbare be
sturen. III en IV vormen te zamen het
zedelijk motief tot het weder openen der
onderhandelingen.
V. Hoe men de toegestane subsidie van
/ 12000 noeme, is onverschillig. Zoker is dat
die som niet reikt tot vulling van het tekort,
dat jaarlyks, hoevele jaren reeds, gaapt tusschen
hetgeen de gemeente voor den Isr. armen
ziake betaalt en wat deze aan gewone ver
pleging kost.
VI. Eerst indien de gemeente meer dan
/ 1.50 per dag zou vergoeden, zou er een
redelijk begin van een aanleiding kunnen ge
vonden worden om te gaan praten van een
skerkmaag". SIKUS.
Stormteekens,
Het artikel van den Heer Reijne dat onder
bover staanden titel voorkomt iu een vorig nr. van
dit blad, lokt uit tot een heftig verzet, maar
ik heb ge m tijd en nog minder lust ora te
gaan debatteeren over economische kwesties
met iemand die blükbaar slechts deéoezjjde
en dan ook nog de Iwrtenzyde beeft bezien.
Oin zijn gezichtskring wat te verruimen
beveel ik hem aan de leiing van de door mij
vertaalde brochure van den hoogleeraar Oiicken :
Wat zegt de staathuishoudkundige wetenschap
over de beteekenis van hooge en Inge graan
prijzen voor de volkswelvaart ? (Amsterdam,
S L van Looy)
Hij vindt daarin tal van uitspraken van da
meest gezaghebbende staathuishoudkundige
scbrijvers der laatite drie eeuwen over de
kwestio die door don beer K?ij; e zoo
vanboven-af wordt behandeld alsof Maltbus, Adam
Siiiith, Ricardo, Cjrey, von Thüien e. a. nooit
hebber, bsstaan en nagedacht over dergelijke
ingewikkelde sociale vraagstukken.
Ik heb vooralsnog de verwachting dat hij
daarna een iets minder hoogen toon zal aanslaan
en wat minder «wegwerpend" over de
protek! tionisten zal spreken.
] In dit gftval zal ik hem, zoo noodig, dienen
van antwoord; in het verdere geval zeg ik,
i met jiffrouw Stoffel: »laat 'ra praate, welja!"
W e s t p o l d e r. D. R MASSIIOLT.
Inspecteurs voor het haven- en
dokbedrijf.
Naar aanleiding van een stak betreffende
bovenstaand onderwerp, voorkomende in uw
blad (No. 1302), dat mij eerst beden or.der
oog-*n kwam, zij het mij vergund, hier volle
digheidshalve op te merken, dat behalve de
door S. genoemde vakvereenigingen in deze
bedrijven, ook door de Kamer van Arbei l
voor het baven- en dokbedryf alhier (en wel
op 10 September 1901) tot den Minister van
Binnenlaii(ïi>che Zaken het verzoek is gericht,
tot instelling van een Rijksloezicht op htt
laden en losson van etoom- en zeilschfeper,
waaraan later (op aanvraag vsn den Minister
om verechilleiide inlichtingen) nog is toegevoegd
de wensch der Kamer, dat de inspectie zich
ook zal uitstrekken over buitenlanilsche- en
binnenschepen.
Amst., 10 Juni '02. ED. PHILIPS,