Historisch Archief 1877-1940
Vo. 1305
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
TatuurJjjk draag ik de volle
v«r*ntlijk,beMl, v«n mijn geeohryf.Dat ik<een
oniam kies kan ook een andere reden
«ebbwi. Troawens teer velen weten, wie
Herman -van Beveater is. Overigens heb
ik in bovenstaande regelen, voldoende
uiteengezet, waarom ik niet in de vakpers
schrijf, wat de adsistent blijkbaar ook zeer
goed schijnt te weten. De verdachtmaking
dat zulks ter wille v#n de smeer geschiedt
h»d sij liever in de pen moeten bouien;
't doet zoo denken aan: »zoo de waard is,
vertrouwt h-ij z'n gasten."
._-_ H' V' D>
Hoofdmi meuten uit den gemeenteraad.
IV.
Een kort antwoord aan Sinus. De
dreigende waternood. De gemeentelijke
gez'indheididienst.
In mijn antwoord aan Sinus (sic het
vorig nummer) kan ik kort zijn.
Stelling I -g-eef ik glad toe. Elk kerkelijk
ziekenhuis vindt aijn grond in geestelijke
behoeften van zijn patiënten maar
ook wel in de overtuiging van hun gees
telijke leiders, dat men langs den weg der
bijzondere verpleging menig zieltje kan
behouden. Het komt me zelfs voor, dat
<ie groote beweging en verontrusting der
gemoederen in zake de verpleging der
Israël armen meer het werk is geweest van
die leiders, dan van de verpleegden of van
hen die het kunnen worden.
Stelling II accepteer ik niet, tenzij deze
deze gelezen worde: He t is plicht van de
kerk in eigen ziekenhuizen het grootste deel
der verplegineskoslen te dragen.
Over III kan ik niet oordeelen. Het
overgeven der ziekenz rg aan de gemeente
kan even goed een daad van wanhoop als
van... dwingelandij geweest zijn.
De «eerbiedwaardige traditie" (stelling
IV) van Hollands openbare besturen mag
geen aanleiding geven tot het feit dat, bij
Eet geven van subsidiëa aan kerkgenoot
schappen, het een boven het ander getrok
ken wordt.
Het is mij (stelling V) niet duidelijk
geworden, waarvoor eigenlijk de f 12,000
moet dienen. »Tot reorganisatie van het
ziekenhuis" zei de voorzitter; vermoedelijk
dus om de vervulling van >geestelijke be
hoefte" meer tot haar recht te laten komen.
Maar, eilieve, moet daarvoor de gemeente
kas worden aangesproken P
En nu de vijfde stelling. Eerst indien
de gemeente meer dan ? 150 per dag zou
vergoeden, zou er aanleiding zijn om te
gaan praten van een »kerkmaag".
Zooals altijd heeft Göthe's woord weer
ingeslagen, maar de akerkmaag" openbaart
sioh zoodra meer wordt gevraagd dan art.
21 der armenwet toestaat en er meer wordt
gegeven, dan art. CO veroorlooft.
Nu is dcor Mr. DeKr-nterin de jorgsLe
vergadering der Liberale Uuie een groote
ontdekking gedaan. Hij verkondigde de
;miffrar|iiyiTiiiiiiiiiminiiiiii iriiiiiiiiiniininiiiiiiniiimmiimiHiiiHii
IIIIIIIIIIIIIMIIMIHIIHUIIIIIIIIIUH
DE DOLLE".
DOOB
J. F. DS WITT.
3)
Brief No. VI.
Onze repetities vorderen gelukkig goed. Wij
worden wat rolvas' en dat is een heel gunstige
factor. In den begince hadden vooral de dames
de vrijmoedigheid om eerst te zeggen, wat op
pag. 24 stond en dan wat pagina 12 te lezen gaf.
Dat deed er haars inziens niets toe, want ja
miste er niets door, alleen was de volgorde
omgekeerd. En als iemand de opmerking maakte,
dat dit toch een heel lastig geval was voor de
medesj elenden, of vcor den partner, zei zoo'n
dame doodkalm: Ja, maar, als menesr dan
maar even oplet, kan hy' heel goed het juiste
antwoord geven." Als je zoo iets hoort, sta je
gewoon weg geblutt; je doet echter het beste
je mond te houden, want in deze omgeving
een dame op een fout aftent te maken of te
beschuldigen van onlogisch redaneeren, dat zou
je gtheel onmogelijk meken. De VKUW is hier
nog de onschendbare majesteit.
Als je een dame tot partner hebt bij whist
en z\j overtroeft je zonder noodzaak, dfcii moet
j« dat heel slim vinden ; als een dame doer een
onverwachte bewegirg een glas wyn over je
uitstort, moet je zeggenj dat het eigenUjkheel
verfrhechmd fS; als J3 by crocket haar bal
raakt, mag jo haar niet wegsiaan, maar moet
je haar een beetje voortliepen, en als zij later
jouw bal geheel uit de baan zendt, is dn geykte
uitdrukking: Freule, wat is u vanavoiid weer
o'deugend !" Ik moet soms wel eens oppassen,
want je weet, dat ik met de zusjes en baar
vriendinnen niet altijd even parlemertair was.
Maar dit daargelaten. In de samenstelling
van ons tooneelgezelschap is een verandering
gekomen. De officier, die in het Duitsche
tooneelstulfje de vaderrol had, is verhinderd verder
mede 'e doe1, en r u heeft de rit mees tt r, graaf
Terreuve zich van die rol weten meeste-r te
mak>n. Ik heb je immers wel verteld, dat die
o'fici. r anders alleen met meuschen van adel
omgaa^, maar ""e mooie oog-n van de belle"
schynen zooveel aantrekkingskracht op hem te
hebben uitgeoefend, dat hij gevraagd heeft, als
remplfc,»nt voor den verhinderde te mogen
optreden. Hij had natuurlijk wel liever een
joEger rol gebad, deck ik, maar, zooals het
liedje zegt: Hy ram maar wat hij kon krygen".
En nu is het grappig die twee medeminnaars,
want dat zijn de ritmeesters ongetwijfeld, met
het mooie mei>je te zien repetee-rep. Van Doorn,
heefc als jeune premier de prettigste rol, maar
graaf Terne uve kan als vader meer familiaar
zijn en maakt daarvan gebruik om zijn lieve
tooieeldochtcr telkens bij de kleine band te
vatten ; en daarvan s!aat niets in het
speelraglement, zoodat dit niet verboden is. Van
Dorrn houdt zich goed, maar dat het hem
hindert, is zeker. Kn ik ben onpartijdig toe
schouwer, want zoo'n gefèteerde beautéen een
substituut dat rijmt aichniettestam.''Anders
is de jonge dame aardig genoeg tegen my'
Zooals ik je schreef, heeft de kolonel mij
gestelling dat het Nederlandscbe volk beter
was dan zijn armenwet, waaruit ik op
maakte, dat met de toepassing van art. 21
niet al te nauw werd omgesprongen.
Laat dus het Ned. Israël, kerkbestuur
tevreden zijn met de overwinning door het
Israël, armbestuur behaald, en er zich in
verheugen, dat op Woensdag, 11 Juni Ao.
Di 1902 de Amsti rdamsche gemeenteraad
getoond heeft beter te zijn, dan.... de
armenwet.
* *
*
Er is heugelijk nieuws voor de huis
moeders. Mevrouw Versluys-Poelman heeft
in een ingezonden stuk in het Handelsblad
betoogd, dat, als de vrouwen 't kiesrecht
hadden en haar vertegenwoordigsters in
de gemeenteraad kouden zenden, de
Amsterdamsche watsrnood niet zoo groot zou
zijn geworden, en ten minste geen
»calamiteit". Dit is een stelling, waarvoor ik
veel voel en eigenlijk moest dan ook de
directeur der waterleiding een directrice
zijn, want alleen een vrouw begrijpt wat het
gemis aan wat<~r beteekent. Wij mannen,
gaan naar den Heiligenweg of naar Obelt
en behelpen ons verder met bier.
Een advies van de naamlooze vennoot
schap »Hudor", een maatschappij, die het
ozoniseeren van drinkwater tot haar taak
heeft gemaakt, vroeg den raad in den zit
ting van Woensdag, 25 Juni j.l. een rege
ling te treffen, dat in het tekort aan goed
drinkwater zou worden voorzien; dit gaf
eenigen raadsleden aanleiding den voorzit ?
ter te vragen wat B. en W. van plan
waren. De wattrnood was in de dag
bladen, in artikelen en ingezonden stukken,
the topie of the day, maar B. en W.
hulden zich in een olympisch zwijgen.
De wethouder Heemskerk deelde toen
mede, dat eerstdaags een voordracht van
B. en W , gewijd aan dit onderwerp, was te
verwachten en dat deze reeds in
de zitting van den lGde Juli a. s.
zal worden behandeld!
Vermakelijk was echter de wijze waarop
de heeren Van Gigch en Van den Bergh
de aandacht van B. en W. vestigden op
het ozoniseeren van water en aandrongen
op een onderzoek in deze. Het was of
deze methode een novum was, pas in de
wereld gekomen, en alsof dit tot nu toe aan
de aandacht van den directeur der water
leiding was ontsnapt. Het klonk dan ook
wel wat gek, toen de voorzitter in volle
ernst verzekerde, dat men bij den dienst
der waterleidingen volkomen op de hoogte
der verschillende stelsels van
ozonisatie was.
Dat er rechtsgeleerde raadsleden waren,
die meenden, dat uit niet het geval was.
getuigde al weer voor de waarheid van het
spreekwoord: «Schoenmaker, houdt je bij
je leest!"
* *
*
En toen brak het groote hoofdmoment
aan: de behandeling van het Rapport der
«MtWIHtlimmlHIIIIMIHIIIIIIIIIIIIIMIillltHHIIIUHIlHHHIIIItlHIIIIHmB
vraagd ook eens een visite te komen maken
en ik heb daaraan dan ook gevolg gegeven.
Wat heb ik toen een aardigen familiekring aan
getroffen. Het gezin bestaat uit vader, moeder
en twee dochters, de belle" en een meisje van
vyftien jaar, een echte backfi-;ch,en dan studeert
er nog een jongen t« Dalft voor ingenitur.
Van den heer des huizss vertelde ik je reeds,
wat een aardige, joviale man hij is, geheel een
officier en man van eer, een beet j s vaderlyk, maar
dat hindert van zoo iemand niet. Mevrouw is een
klein tenger persoontje, een echt huismoedertjs,
van wie je BOU'II elegant e dochter niet verwach
ten ou. Ma-ar ook, lieve h*mel, wat verschilt de
belle" thuis van de belle" in een zaal. Tnuis is zij
in optima forma de oudste dochter, ma's rech
terhand, 't Is zoo gek, dat j i een mei^ïaltijd
baoordeelt naar haar optreden in het publiek,
als amazone of in ds tooneelclub, en dat je er
dan niet om denkt, djit zij ook nog wel wat
anders te doen hjeft dan in een mooi sluitend
costuutu naar complimentjes te luisteren. Je
zal mij bfgrypen als ik je zeg, dat ik, ra mijn
eerste statie-visite, uitgenoodigd zijnde om op
een avond te komen theedrinken zeer verbaasd
most hebben gekeken, toen ik op dien avond
de belle" tegen baar z«<je hoorde zeggen: Zeg
eens, presenteer my ooi nog een*, ik wil ook
nog wel een gebakje." Je moet je voorstellen
dat de kolonel en ik een sigaar rookten, ma
zal ik maar zeggen zat een handwerk)? te
doen, freule Ida schonk thee en sus''
prasentee-da sims gebakjes. E'i toen zij dat weer
gedaan had en, heel echt, den schotel
nes:zette zonder omhaargeii rde zuster te denken,
werd zij aldus tot de orde geroepen In keek
waarlijk even op, en tosn begon i'rtule Ida te
lachen, en voegde mij toe: Denkt u dat ik
niet vael van gebakjes houd ? Djl veel, ik heb
altijd oen goed,n eetlu-t." uis is zij veel
meer een gewoon jong meii-j^. Ik geloot', dat
je eigenlijk de jonge meifj^s in gezelschap niet
op zoo'n voetstuk moet zetten, maar e; li'i I
dat is nu eenmaal zoo de gewoonte, vooral
hier. Toch verzeker ik j;\ dat freule Ida a's
tbeeschenkend hu'smoedi.r'j: nog veel bekoor
lijker was dan als de gevier.ie tchoone En dan
die aardige oude men chen. Ik heb geno'en
van dat gezellig interieur, dat mij zoo aan
my'n eigen tehuis deed denken. Ik geloof dat
ik zelfs wel wat langer ben gebleven, dan met
de et'quette overeenkwam en misschien ben ik
wel wat mededeelzainer geweekt over allen, die
my lief zijn, dan tegenover nieuwe kennissen
pa-te. De kleine meid fcad al goeden nacht
gezegd, en het was ha'f elf' \óór ik het wM.
Maar toen de kolonel zelf mij «it'ief, zc-i hij
op zijn gemoedfilijksn tnon: Nou, kerel, als
ja het hier goed kuut vinden, kom dan maar
's avonds me*r sondsr veel complimenten
arnloopcn." Natuurlijk Leb ik Banger omen en ik
was ECO voldsan over mijn avonl, dat ik recht.
uit naa- huis ten gegaan, in plaa's van r.og
op de Soos" te gaan kijken.
[Deze brief was in het laatst van het jaar
geschreven. Daarna volgde r-on poc-s rn-t in
cnze correspondentie. In de Kerstdagen kwam
mijn vriend daa rok in Amsteidam. Hy waa
vol van zyn tconeelvoorstelling, van zijn vriend
Van Doorn f n van freule Ida, maar deze kwam
in zijn verha'en tcch nog achteraan. Hij kreeg
iets Bc'mchterg a's hij over haar Epr&k. Overi
gens nam zijn familie hem, en mijn werjf mij
grootendeels in bes'ag, en h? t was reeds geruimen
commissie van onderzoek betrtffdnde de
regeling van den Gemeentelijk en Dienst.
Er is over dit rapport en de daarbij
gevoegde verordening zooveel in dagbladen
en brochures te doen geweest, er bestaat
daarover zoo groot een litteratuur, dat het
treden in nadere bijzonderheden door ons
niet noodig wordt geacht.
Alleen dit: uit het debat in den ge
meenteraad, in de Woensdagmiddag- en
avondïittingen gevoerd, bleek, dat er drie
stroomingen waren. De eerste wilde de
groote woordvoerder daarvan was de heer
Fabius den bestaanden toestand grooten
deels bestendigen en vond daartoe het
middel in een' serie van araendementen,
door den heer Den Hertog ingediend.
De tweede strooming werd vertegen
woordigd door den heer Bruinwold lliedel,
den rapporteur der commissie, die geen
duim wilde afwijken v.'sn hetgpen d ie com
missie voorstelt, in hoof-lzaak daarop neer
komende, dat bij mifider gen-eesheeren
hooger bezoldiging wordt toegestaan.
De derde strooming had haar woord
voerder in dr. Blooker, die in een aantal
amendementen niet het systeem der com
missie, in de verordening neergelegd,
bestreed, maar wel de «eerste geneesheerea"
wilde doen vervallen eu uit. art. 12 verwij
deren het voorschrift, dat aan de gemeente
artsen niet wordt toegestaan praktijk ten
behoeve van ziekenfondsen of verloskun
dige praktijk uit te oef.'ten.
* *
*
Het was reeds vrij *?.at in de middag
zitting van gister, juist < p een oogenbhk
dat de temperatuur der gemoederen gelijk
aan die der raadzaal ''reigde te worden,
dat, op voorstel van den voorzitter, met
32 tegen G stemmen, besloten wtrd een
einde te maken aan tie algemeene be
schouwingen. Men had eergisteren en gis
teren vrij wel niet veel anders gedaan
dan herhalen wat er in het rapport en in het
praeadvies der commissie op de ingediende
amendementen had gestaan, wat verschil
lende geneesheeren pro el contra de voorge
stelde concept verordening hadden geschre
ven. Nieuw licht was er niet verresen; het
was duidelijk dat ieder raadslid zijn positie
had genomen. Men had eigenlijk wel dade
lijk kunnen gaan stemmen. De amende
menten-De Hertog vertegenwoordigden toch
niets anders dan de grondslagen van het
oude stelsel, die van den heer Blooker
sloten zich aan bij het nieuwe door de
commissie voorgestelde stelsel, minder
geneesheeren maar hoogere tractementen
maar schaften den voorgestelden eersten
geneesheer der afdeeling af, die zoo groot
een doorn in het oog was van vele «be
oefenaren van eene vrije kunst." In haar
praeadvies had de meerderheid der com
missie zich hierbij neergelegd.
Na .cenig; deb.t w*-;', '.esloten ore <?P
verordening artikelsgewyze te behandelen ;
daarbij zou wel uitkomen wanneer de
bellliiiiiiiiiiMmnt
iimmimiMiiiimiiillilliiHiiiiiiimll
tijd na Nieuwjaar voor ik weer een brief kreeg.]
IQ brief No. VII heette het:
Ik heb alweer op ander terrrii de belle"
ontmo.t. Js moet weten, dat ocze president e'k
jaar zoo in de tweede heltt van den wiLter een
diner aan de leden van de re.chterlyke macht
hier ter btede geeft. Ik kom daar oo^, zij liet
als de minste der broederen, en stel je mijn
verrassing voor toen ik daar a's vrierdin van
de dochter des huizes haar aar.trof. En nog
meer. De substituutotfijier van jus itie wa;de
cavalier van bedoelde dochter des huizes en
Ik mat een hoofdletter van de belle''. DJ
andere heeren van den gerechte zijn gehuwd
en zij konden een bonte rij vormen. Voor
mr. van den Pla' kaert en mij waren de jonge
dames bestemd. Wij vormden een aüerpreitigst
klaverblad van vieren, en vermaakten ons als
hadden wij niets mtt onze Obe^gesetzten te
maken. Een oogenblik zelf i dreigde pa -presi
dent ons mat een gez!cht zooals hij zet, wan
neer er onder het publiek, dat een rechtszaak
bijwoont, gelachen wordt, en bij waarschuwt
dat hij de zaal z&\ laten ontruimen, maar ma
president, die naabt den oudsten rechter zat,
gat ons et n knipomje. Ik geloof, dat die ma
veel gevoelt voor het jongere lid vau het Parktt,
in verhouding tot haar dochter.
Ei ik, och, kerel, ik lts' rna^r van het
oogenblik genoten. Ais je zelf eens een muer
meemaakte, gezeten naast ciat allerbfkoorlijkste
jor.ge schepseltje-, dat zoo echt jong vertrouwelijk
kan doen, dan zou je ookaiies verge'en. Ik heb
mij den gch«.elen a;ond ook maar laten g-an.
Na het diner moesten d.i heeren natuurlek
eer. par ii'js maken, zij km,non evenmin daar
buiten als bnitin een ingewikkeld vonnis, maa*1
wij, vieren, hebben wat rr... ;iek gemaakt en ik
hfb mij nog e. ns torug£;f;fïacbt in de dagen
van or.s JId z\jn van oi;s musiekgezelschap
S*-eelinrk" en ik heb rn g eeas aangeheven
van Bloempje, rïat bloeit" en van
Bergen-opZoom, houdt u vroom", en van Daar zat een
oud manreke van tacheiitig larcii" en tot tlot
bet lag mij zoo c p den tong uiebchen
komm x.u mir". En wanrarKig kerel, toen heeft
tVeuli Ida mcegenf.uried. Wij zaten gelukkig
in een salon, dat wel in verbinuirg staat met
de zas.' waar gerpeeld wer t, maar niet onmid
dellijk t, :n uitkwam. Kjn paar oudere daraes,
die niet meededen aan de partij;jes, waren bij
ons gekomen, en heel aardig voor ons. Ik ben
erg gecomplimenteerd om mijn Sveelinckfenor
en waarlijk daar was alweer een damp, die my
vroeg of ik voor een liefdadig doel mij eens op
een concert zou willen later, booren. Ik geloof,
{'at bet, zou zija voor sfeuu van zendeJinghuiüen
in China. Nu, ik was in ent', stfmtuing om alles
te beloven, m.i&r zou je ooit gedccht hel-ben,
dat dczs bescheiden ZOOP van de
Am^tcrdBrafche Aima Mater nog ooit zijn stem zou heb
ben vcrbefen om langï.taasten te bckeeren 'l
De jr.ngore ieden van parket en griirio zijn
dien avor.d te zamen en m vereeniging"
geamid huiswaarts gestapt, ei! wij hebben op r- ijn
kamers r.og een sigasr gerookt en een todi!y
grdror-ker,
Plarkaert, die eon hartf'ijko kerel ie, be
weerde dat ik veel succes bij de dames bad
gehad, en dnt freule ida erg vrel sjenoegen
scheen te hebben in mijn /.ingen. K! tin, ik heb
bem maar laten praten, doch ik moest
orfderde-hand orwillekeurig denken aan de woorden
ginse;quaestie zou gelden. Toch besloot men
de stemming over art. 2, waarin sprake is
van een Commissie van Bijstand uit de
raadsleden, terwijl de heer De Hertog een
gemengde Commissie van Toezicht wilde,
aan te houden, totdat de overige artikelen
zouden zijn behandeld.
Bij art., G al. l, dat de omschrijving van
het personeel bevat, werd het daarop inge
diende amendement van den heer De
Hertog verworpen met 21 tegen 13 stemmen
en daardoor werd toen reeds te kennen ge
geven, dat de meerderheid van den raad
zich echaarde aan de zijde van dr. Blooker en
van de meerderhei l der rapport- commissie.
Ook het amendement van den heer Den
Hertog op het tweede gedeelte het tijd
vak der benoeming werd verworpen,
terwijl de stemmen staakten bij de quaestie,
óf de raad óf wel het college van B. en W.
de ambtenaren zou aanstellen. Het laatste
is gebruikelijk bij alle takken van ge
meentelijken dienst met een directeur aan
hetiio&fd, maar heeren doctoren verlangden
voor zich een uitzondering, omdat zij, al
genieten zij een gemeentelijke bezoldiging,
zich eigenlijk geen ambtenaren achten te
zijn. Dat Dr. Blooker, die voor de gemeente
doctoren geen uitzondering wilde, deze
«ambtenaren" noemde, werd hem dan ook
door Dr. Schippers zeer kwalijk genomen.
De hoofdbeslissing had echter in de
avondzitting plaats bij de tweede alinea
van artikel 12, die aan gemeente-artsen
praktijk ten behoeve van ziekenfondsen
of verloskundige praktijk verbiedt. Dr.
Blooker had voorgesteld deze alinea
te laten vervallen. Na eenig debat,
waarin de heer Bruinwold Riedel het
beken-de standpunt der Commissie na
der uiteenzette, trok hij zijn amende
ment in, dat echter dadelijk, omdat dit
in zijn stelsel paste, door den heer den
Hertog werd overgenomen. Toen het met
20 tegen 17 stemmen was verworpen, trok
deze alle overige door hem ingediende
amendementen ia. Hat stelsel der com
missie had de zege behaald.
Art. 14, dat de zoozeer gewraakte be
paling der «eerste ge. eesheeren bevatte,
werd nog eens verdedigd door den heer
Bruinwold Kiedel, die het vooral den wet
houder Gerritsen kwalijk nam, dat hij in
deze met de meerderheid der commissie,
omdat het amendement Blooker geen in
breuk maakte op het stelsel, was meegegaan.
Dit hielp echter niet, zonder hoofdelijke
stemming weid het door Dr. Blooker
geamendeeide artikel 11 goedgekeurd.
Toen ging alles van een leien dakje
en vonden ook de overige artikelen, met
de daarop door Dr. Blooker ingediende
amendementen, getade in de oogen van
den raad.
By art. 2 der »Conceptregeling der jaar
wedden en loonen," verviel nu, zooals dr.
Blocker had geamendeeid, de bezoldiging
van den eersten geneesheer /"OOOO tot
/'4000 maar bleven de overige
bezol:uiiiliiiiiiMiiiiiiiiiiuiiiiui]iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiini niniiiitnui.
van mijn goeden vader, die my' zoo heeft voor
gehouden, dat het hoyld het hart niet mag op
zyde zetten, miiar dat o k het hart het hoota
meet laten meespreken. Vader kon als ik ooit
begon door te slaan, altijd schertseed ma.-.r
weJgemetnd zeggen: Hou' je hoofd koud en
ja voeten waim". En ik weet dat het hem zorg
kost, dat ik na al de studiejaren nog niet ge
heel alleen kan ro. dkomen. En dan zyn er
nog de j'jngere broers en zusters. (A b, kers],
ik zet dat hier alles zoo op het papier, omdat
ik j 5 kan vertrouwen. Hoelang zal het echter
nog duren voor ik waarlijk een positie heb.
Doch nu iets anders. S'el je voor, dat, terwijl
wij zeo zaten na te praten, Pi»ikaert en ik,
er tegen de vensterruiten werd getikt en dat
daar waarlyk Van Doorn cog was. Hy had
gehoord van ons dicer en om i at bij licbt zag,
liep hy even aan. Hij WES weer allemachtig
hartelijk, maar het was mij alsof ik hem al
het genoegen, dat wij gehad hadden, toch niet
kon vertehen. Ik kon er n&tuuriyk niet buiten
hem medetedeeleii dat freule Ida mijn dame
was geweest. Zoo zoo l" zei bij lachend ben
jij zoo gelukkig geweest l" Hij is echter zoo
zeifoewust, dat hij mij niet au serieux zcu ne
men, al wou en al kon ik als mededinger
optreden. Ea toen bij zoe tegenover mij stond,
in zyn nauwsluitend ur.iform, met zyn, lange
gespierde figuur, no^ niets meer gezet dan voor
zes, zeven jaten, met zijn tiju en scb.erp getee
ker.den kop, zco'n echt gezicht voor een edel
man en r uit eraar. voerder, zoodat je wenschen
zou bem eens in een harnas te zien, gewapend
met lans en zwaard, toen moest ik mijzeif
bekennen, dat ik met mijn bleeke smalle tronie
in my'n rek met w.tte das aan, niet tegen hem
op kon. Ik wou dat ik tien jaar ouder was
en reohter.
U*t brief Vllf.
Wat is dat jammer, d»t j i niet kuat over
komen voor de tooneelvoo stelling. Ik zou zoo
gaarne ook ee: s met ja gesproken hebben,
wai.t ik ben bier ondanks d8 hartelijkheid en
welwillendheid van al de k- niassen soms toch
erg aleen. Vind j i uu waarlijk een rel-j:i van
Amsterdam hierheen zoo beawaarlijk ? Als je
Vrijdag van buis gaat kunnen wij een avond
met ons beiden doorbrenger,, dan H Zaterdag
de voorstelling, Zondag de r.apret en Maan :ag
ban j i weer thuis. Dan verzuim je immers bijna
niets. Maar je moet bet zelf weten. Ik kan wel
begrijpen dat er nu in de p >litiek veel te doen
is. Wij bemoeien ons daar minder mee. Ik
verzeker ja dat k dereen, die hier in gezel
schappen koait, vol is van den foestarond. En
?e moest Van Doorn eens in zijn costuum
zien. Hij heelt voor het toon«eliUik, ja weet
wel, dat Duiuche, de uniform gekozen ? ar. een
i'iirier vtn do Pruisische roode huzaren. In
een woord fcchittfieiul. Ken Rcharltken attila
met gouden tressen, f n een brulr.e kolbak Je weet
niet hoeveel werk men bier van de costumes
m&alït. En dan moet ja mij zien als oppasser
in een IJRUW bsiis met een lij kncopen en aoa'n
nvff-r.icuts zor,il<-r klep op mijn bol. Van Doorn
plaagt mij met te zeggen, dat ilie mu s toch
wel iets van een barret hetft.
Ik ben r.og eer; paar malen bij de kolonels
familie, op bezoek geweest. Freule Ida had thuis
verteld van mijn zingen en toen ik d<?n kolonel
tegenkwam, vroeg bij mij of ik mij ten zijnent
ook erEs wilde laten hooren.
digingen, door de commissie voorges-teld,
gehandhaafd, waardoor het beginsel van
weinig artsen en hooger tractementen dan
vroeger volkomen tot zijn recht kwam.
De Commissie had dus, met uitzonde
ring van de bepaling der eerste
geneeshe°ren, op alle liniën den slag gewonnen.
Een amendement van dr. Blooker op
art. 3, waarin nog bepaald wordt dat
voor sommige functiën den ambtenaren
boven hun jaarwedde een toelage van
f 500 tot f 1500 kan worden toegekend,
gaf den heer Van Nierop aanleiding te
vragen, welke toelage de gemeente-arts
zou genieten, wien volgens art. 15 de
regeling van alle werkzaamheden zijner
afdeeling was opgedragen.
Het antwoord van- dr Blooker luidde :
hoogstens f 500 il f 1000, en daar deze
nu bij de behandeling van art. 15 van
die administratieve geneesheeren heef t ge
zegd, dat zij het waren »die de lakens
uitgaven", is het verdwijnen van den eer
sten geneesheer voor de commissie zoo groot
een concessie niet geweest.
Ook de commissie van bijstand uit den
raad is behouden gebleven, zoodat thans
alle kans op het herleven der vroegere
commissie van toezicht, dat kennelijk in
de bedoeling van den heer Den Hertog
lag, is verdwenen.
De strijd is dus geëindigd met een neder
laag voor den «Geneeskundigen Kripg", die
gedurende twee jaren getracht had de
richting aan te geven, waarin het Ge
meentebestuur zou organiseeren en waarbij
de wethouder Gerritsen het vooral moest
ontgelden.
Wie in deze overwinnaar is gebleven,
doet er voor ons weinig aan toe. Voor ons
is de groote vraag: Zal de zieke arme
daarbij gebaat worden? En uit het
geheele debat scheen oas dit licht toe, dat
de meerderheid van den raad overtuigd
was thans met het oog op de verpleging
der zieke armen den goeden weg te heb
ben ingeslagen. De eindbeslissing zal bij
tweede lezing plaats hebben.
A m s t. 27 Juni. SECAXS.
De Engelsche liberalen na
den oorlog.
In een zeer belangrijk artikel wordt
door den Figaro de vraag besproken, welke
de invloed zal zijn van het tot stand
komen van den vrede op de
binnenlandsche staatkunde en de partijverhoudingen
in Engeland.
De schrijver, de heer Georges Villiers,
herinnert hoe de laatste drie jaren den
Eugelschen liberalen slechts nederlagen
en teleurstellingen hebben gebracht. Zal
de periode, die zich thans opent, hun een
revanche brengen? Op welke wijze, door
welke laktiek, ondfr welke saijvoerders
zullen zij die trachten te vinden? Welke
kansen op v\èislag^n schijnt de openbare
UriUtlMUMIMMH
Nu, overtuigd als ik was van een welwillend
auditorium, heb ik er mij maar aan gewaagd. Het
is een echt g -zellig huisslijk avondje geworden,
zonder eenige complimenten. Doch ik kan het
niet verheler, de gezelligheid, de mu-siek, Liets
had mij iets kunnen schelen, a's freule Ida er
niet was geweest. Soms, als '/ij wat zong, en
zij zingt heel lief, en ik haar accompa^neerde,
kreeg ik een gevoel als had ik aan haar voeten
willen zinken. Ik durfde niet van het tmisiekblad
opzien, want a!s zij zoo raast mij staat, in
haar eecvoudig en eli gant donker 'lauw costuum,
ha&r kleine blanke haaden saamgevouwen, haar
blanke hals engelrein uit dei blauwen staat den
kraag rijzende en dan haar tij n tesreden ge
zichtje omgoifd door een schat van blond hiar _
je zou haar zoo in jf! armen r.emen en haar
honderdduizend lieve woordjes to< flaisteren. Ik
gevoelde, dat ik in de war zou geraken en redde
mij duor een nydigen trap op een pedaal te
geven. Wat overkomt je", vropg freule Ida in
lachen uitbarstend, wat heeft mijn piano je
gedaan 'i" Ik lachte mee, bly' dat de betoovering
was verbroken en deed een verward verhaal,
dat ik mijn voet wilde velzetten en toen te ver
girg. Freule Ida plaagde my een bee'je: Ik
geloof dat j i op punt was in slaap te vallen
bij mijn gezang of dat je er genoeg van hebt?
té? Wil je liever uitscheiden T' Maar dut zou
ik in geen geval gewild hebbe-. I« wou
integeEdeel dat ik zoo in alle eeuwigheid met
haar had kunnen voort musice-ren, want wij
waren daar in de voorka ner zoo met ons twee
beidjes alleen, ons gehoor zat in de achterkamer
van de suite, en als ik gewild had, bal ik de
blonde lieveling, zonjfr dat iemand het had
kunnen bemerken, bet hof kunnen maken Doch
beste kerel, waartoe ? Ik moet mij wel bedwin
gen. Ten eerste zou ik mijn gedra« a- ders niet
mooi vinden tegenover Van Doorn, die zoo'n
goede hartelijke vriend voor mij is, en dan wat
kan ik haar aanbieden ? Ik geloof ook dat zij
zoo vertrouwelijk met mij ia, omdat zij mij niet
onder haar aanbiddrrs rekent. Zij wordt mij
toevertrouwd, omdat ik niet meetelt, 't Ii bitter
mair 't ligt voor de hand. ' '
En toch kan ik niet uit haar gezelschap
wegblijven. Ik ben zelfs nog eens bij baar familie
een visite gaan maken om haar nieuwe muziek
te brengen. Zy wilde d e dadelijk eens doorzien
en daar had je een reprise van den eersten
avond. Ik heb iets van een dronkaerd die weet
dat hij verkeerd doet en toch altijd 'raar een
roes verlangt, en hoopt dat een ingrypen van
hooger hand hem zal redden. Ik zwelg als ik
in het gezelschap van h<-t mooiste en liefste
meisje ben, dat ik ooit zag; ik weet dat er voor
mij geen kans bestaat en ik hoop maar dat er
op de een _of andere wijze, buiten mijn toedoen
om, een eind aan zal komen. Ik wensch somt,
dat zij maar goed en wel met Van Doorn ge
trouwd was, dan zou ik mij wel gedurende
langen tijd ellendig gevoelen, maar och, a's ik
dan maar weer ee»s in ha-,r geze'tchap mocht
zijn en haar ia stilte aanbidden __. Ik zou
het haar nooit zeggen, wat zij voor mij' is, maar
trachten alles te doen waardoor haar moeilijk
heden of verdrietelijkheden bespaard zouden
kunnen worden. Oc'u ! kom, ik bemerk dat ik
onzin schrijf. Schrijf spoedig eer s teru? en
geloof my met een poot, j*, trouwe. _
(Wordt