De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 29 juni pagina 3

29 juni 1902 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Vo. 1305 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. TatuurJjjk draag ik de volle v«r*ntlijk,beMl, v«n mijn geeohryf.Dat ik<een oniam kies kan ook een andere reden «ebbwi. Troawens teer velen weten, wie Herman -van Beveater is. Overigens heb ik in bovenstaande regelen, voldoende uiteengezet, waarom ik niet in de vakpers schrijf, wat de adsistent blijkbaar ook zeer goed schijnt te weten. De verdachtmaking dat zulks ter wille v#n de smeer geschiedt h»d sij liever in de pen moeten bouien; 't doet zoo denken aan: »zoo de waard is, vertrouwt h-ij z'n gasten." ._-_ H' V' D> Hoofdmi meuten uit den gemeenteraad. IV. Een kort antwoord aan Sinus. De dreigende waternood. De gemeentelijke gez'indheididienst. In mijn antwoord aan Sinus (sic het vorig nummer) kan ik kort zijn. Stelling I -g-eef ik glad toe. Elk kerkelijk ziekenhuis vindt aijn grond in geestelijke behoeften van zijn patiënten maar ook wel in de overtuiging van hun gees telijke leiders, dat men langs den weg der bijzondere verpleging menig zieltje kan behouden. Het komt me zelfs voor, dat <ie groote beweging en verontrusting der gemoederen in zake de verpleging der Israël armen meer het werk is geweest van die leiders, dan van de verpleegden of van hen die het kunnen worden. Stelling II accepteer ik niet, tenzij deze deze gelezen worde: He t is plicht van de kerk in eigen ziekenhuizen het grootste deel der verplegineskoslen te dragen. Over III kan ik niet oordeelen. Het overgeven der ziekenz rg aan de gemeente kan even goed een daad van wanhoop als van... dwingelandij geweest zijn. De «eerbiedwaardige traditie" (stelling IV) van Hollands openbare besturen mag geen aanleiding geven tot het feit dat, bij Eet geven van subsidiëa aan kerkgenoot schappen, het een boven het ander getrok ken wordt. Het is mij (stelling V) niet duidelijk geworden, waarvoor eigenlijk de f 12,000 moet dienen. »Tot reorganisatie van het ziekenhuis" zei de voorzitter; vermoedelijk dus om de vervulling van >geestelijke be hoefte" meer tot haar recht te laten komen. Maar, eilieve, moet daarvoor de gemeente kas worden aangesproken P En nu de vijfde stelling. Eerst indien de gemeente meer dan ? 150 per dag zou vergoeden, zou er aanleiding zijn om te gaan praten van een »kerkmaag". Zooals altijd heeft Göthe's woord weer ingeslagen, maar de akerkmaag" openbaart sioh zoodra meer wordt gevraagd dan art. 21 der armenwet toestaat en er meer wordt gegeven, dan art. CO veroorlooft. Nu is dcor Mr. DeKr-nterin de jorgsLe vergadering der Liberale Uuie een groote ontdekking gedaan. Hij verkondigde de ;miffrar|iiyiTiiiiiiiiiminiiiiii iriiiiiiiiiniininiiiiiiniiimmiimiHiiiHii IIIIIIIIIIIIIMIIMIHIIHUIIIIIIIIIUH DE DOLLE". DOOB J. F. DS WITT. 3) Brief No. VI. Onze repetities vorderen gelukkig goed. Wij worden wat rolvas' en dat is een heel gunstige factor. In den begince hadden vooral de dames de vrijmoedigheid om eerst te zeggen, wat op pag. 24 stond en dan wat pagina 12 te lezen gaf. Dat deed er haars inziens niets toe, want ja miste er niets door, alleen was de volgorde omgekeerd. En als iemand de opmerking maakte, dat dit toch een heel lastig geval was voor de medesj elenden, of vcor den partner, zei zoo'n dame doodkalm: Ja, maar, als menesr dan maar even oplet, kan hy' heel goed het juiste antwoord geven." Als je zoo iets hoort, sta je gewoon weg geblutt; je doet echter het beste je mond te houden, want in deze omgeving een dame op een fout aftent te maken of te beschuldigen van onlogisch redaneeren, dat zou je gtheel onmogelijk meken. De VKUW is hier nog de onschendbare majesteit. Als je een dame tot partner hebt bij whist en z\j overtroeft je zonder noodzaak, dfcii moet j« dat heel slim vinden ; als een dame doer een onverwachte bewegirg een glas wyn over je uitstort, moet je zeggenj dat het eigenUjkheel verfrhechmd fS; als J3 by crocket haar bal raakt, mag jo haar niet wegsiaan, maar moet je haar een beetje voortliepen, en als zij later jouw bal geheel uit de baan zendt, is dn geykte uitdrukking: Freule, wat is u vanavoiid weer o'deugend !" Ik moet soms wel eens oppassen, want je weet, dat ik met de zusjes en baar vriendinnen niet altijd even parlemertair was. Maar dit daargelaten. In de samenstelling van ons tooneelgezelschap is een verandering gekomen. De officier, die in het Duitsche tooneelstulfje de vaderrol had, is verhinderd verder mede 'e doe1, en r u heeft de rit mees tt r, graaf Terreuve zich van die rol weten meeste-r te mak>n. Ik heb je immers wel verteld, dat die o'fici. r anders alleen met meuschen van adel omgaa^, maar ""e mooie oog-n van de belle" schynen zooveel aantrekkingskracht op hem te hebben uitgeoefend, dat hij gevraagd heeft, als remplfc,»nt voor den verhinderde te mogen optreden. Hij had natuurlijk wel liever een joEger rol gebad, deck ik, maar, zooals het liedje zegt: Hy ram maar wat hij kon krygen". En nu is het grappig die twee medeminnaars, want dat zijn de ritmeesters ongetwijfeld, met het mooie mei>je te zien repetee-rep. Van Doorn, heefc als jeune premier de prettigste rol, maar graaf Terne uve kan als vader meer familiaar zijn en maakt daarvan gebruik om zijn lieve tooieeldochtcr telkens bij de kleine band te vatten ; en daarvan s!aat niets in het speelraglement, zoodat dit niet verboden is. Van Dorrn houdt zich goed, maar dat het hem hindert, is zeker. Kn ik ben onpartijdig toe schouwer, want zoo'n gefèteerde beautéen een substituut dat rijmt aichniettestam.''Anders is de jonge dame aardig genoeg tegen my' Zooals ik je schreef, heeft de kolonel mij gestelling dat het Nederlandscbe volk beter was dan zijn armenwet, waaruit ik op maakte, dat met de toepassing van art. 21 niet al te nauw werd omgesprongen. Laat dus het Ned. Israël, kerkbestuur tevreden zijn met de overwinning door het Israël, armbestuur behaald, en er zich in verheugen, dat op Woensdag, 11 Juni Ao. Di 1902 de Amsti rdamsche gemeenteraad getoond heeft beter te zijn, dan.... de armenwet. * * * Er is heugelijk nieuws voor de huis moeders. Mevrouw Versluys-Poelman heeft in een ingezonden stuk in het Handelsblad betoogd, dat, als de vrouwen 't kiesrecht hadden en haar vertegenwoordigsters in de gemeenteraad kouden zenden, de Amsterdamsche watsrnood niet zoo groot zou zijn geworden, en ten minste geen »calamiteit". Dit is een stelling, waarvoor ik veel voel en eigenlijk moest dan ook de directeur der waterleiding een directrice zijn, want alleen een vrouw begrijpt wat het gemis aan wat<~r beteekent. Wij mannen, gaan naar den Heiligenweg of naar Obelt en behelpen ons verder met bier. Een advies van de naamlooze vennoot schap »Hudor", een maatschappij, die het ozoniseeren van drinkwater tot haar taak heeft gemaakt, vroeg den raad in den zit ting van Woensdag, 25 Juni j.l. een rege ling te treffen, dat in het tekort aan goed drinkwater zou worden voorzien; dit gaf eenigen raadsleden aanleiding den voorzit ? ter te vragen wat B. en W. van plan waren. De wattrnood was in de dag bladen, in artikelen en ingezonden stukken, the topie of the day, maar B. en W. hulden zich in een olympisch zwijgen. De wethouder Heemskerk deelde toen mede, dat eerstdaags een voordracht van B. en W , gewijd aan dit onderwerp, was te verwachten en dat deze reeds in de zitting van den lGde Juli a. s. zal worden behandeld! Vermakelijk was echter de wijze waarop de heeren Van Gigch en Van den Bergh de aandacht van B. en W. vestigden op het ozoniseeren van water en aandrongen op een onderzoek in deze. Het was of deze methode een novum was, pas in de wereld gekomen, en alsof dit tot nu toe aan de aandacht van den directeur der water leiding was ontsnapt. Het klonk dan ook wel wat gek, toen de voorzitter in volle ernst verzekerde, dat men bij den dienst der waterleidingen volkomen op de hoogte der verschillende stelsels van ozonisatie was. Dat er rechtsgeleerde raadsleden waren, die meenden, dat uit niet het geval was. getuigde al weer voor de waarheid van het spreekwoord: «Schoenmaker, houdt je bij je leest!" * * * En toen brak het groote hoofdmoment aan: de behandeling van het Rapport der «MtWIHtlimmlHIIIIMIHIIIIIIIIIIIIIMIillltHHIIIUHIlHHHIIIItlHIIIIHmB vraagd ook eens een visite te komen maken en ik heb daaraan dan ook gevolg gegeven. Wat heb ik toen een aardigen familiekring aan getroffen. Het gezin bestaat uit vader, moeder en twee dochters, de belle" en een meisje van vyftien jaar, een echte backfi-;ch,en dan studeert er nog een jongen t« Dalft voor ingenitur. Van den heer des huizss vertelde ik je reeds, wat een aardige, joviale man hij is, geheel een officier en man van eer, een beet j s vaderlyk, maar dat hindert van zoo iemand niet. Mevrouw is een klein tenger persoontje, een echt huismoedertjs, van wie je BOU'II elegant e dochter niet verwach ten ou. Ma-ar ook, lieve h*mel, wat verschilt de belle" thuis van de belle" in een zaal. Tnuis is zij in optima forma de oudste dochter, ma's rech terhand, 't Is zoo gek, dat j i een mei^ïaltijd baoordeelt naar haar optreden in het publiek, als amazone of in ds tooneelclub, en dat je er dan niet om denkt, djit zij ook nog wel wat anders te doen hjeft dan in een mooi sluitend costuutu naar complimentjes te luisteren. Je zal mij bfgrypen als ik je zeg, dat ik, ra mijn eerste statie-visite, uitgenoodigd zijnde om op een avond te komen theedrinken zeer verbaasd most hebben gekeken, toen ik op dien avond de belle" tegen baar z«<je hoorde zeggen: Zeg eens, presenteer my ooi nog een*, ik wil ook nog wel een gebakje." Je moet je voorstellen dat de kolonel en ik een sigaar rookten, ma zal ik maar zeggen zat een handwerk)? te doen, freule Ida schonk thee en sus'' prasentee-da sims gebakjes. E'i toen zij dat weer gedaan had en, heel echt, den schotel nes:zette zonder omhaargeii rde zuster te denken, werd zij aldus tot de orde geroepen In keek waarlijk even op, en tosn begon i'rtule Ida te lachen, en voegde mij toe: Denkt u dat ik niet vael van gebakjes houd ? Djl veel, ik heb altijd oen goed,n eetlu-t." uis is zij veel meer een gewoon jong meii-j^. Ik geloot', dat je eigenlijk de jonge meifj^s in gezelschap niet op zoo'n voetstuk moet zetten, maar e; li'i I dat is nu eenmaal zoo de gewoonte, vooral hier. Toch verzeker ik j;\ dat freule Ida a's tbeeschenkend hu'smoedi.r'j: nog veel bekoor lijker was dan als de gevier.ie tchoone En dan die aardige oude men chen. Ik heb geno'en van dat gezellig interieur, dat mij zoo aan my'n eigen tehuis deed denken. Ik geloof dat ik zelfs wel wat langer ben gebleven, dan met de et'quette overeenkwam en misschien ben ik wel wat mededeelzainer geweekt over allen, die my lief zijn, dan tegenover nieuwe kennissen pa-te. De kleine meid fcad al goeden nacht gezegd, en het was ha'f elf' \óór ik het wM. Maar toen de kolonel zelf mij «it'ief, zc-i hij op zijn gemoedfilijksn tnon: Nou, kerel, als ja het hier goed kuut vinden, kom dan maar 's avonds me*r sondsr veel complimenten arnloopcn." Natuurlijk Leb ik Banger omen en ik was ECO voldsan over mijn avonl, dat ik recht. uit naa- huis ten gegaan, in plaa's van r.og op de Soos" te gaan kijken. [Deze brief was in het laatst van het jaar geschreven. Daarna volgde r-on poc-s rn-t in cnze correspondentie. In de Kerstdagen kwam mijn vriend daa rok in Amsteidam. Hy waa vol van zyn tconeelvoorstelling, van zijn vriend Van Doorn f n van freule Ida, maar deze kwam in zijn verha'en tcch nog achteraan. Hij kreeg iets Bc'mchterg a's hij over haar Epr&k. Overi gens nam zijn familie hem, en mijn werjf mij grootendeels in bes'ag, en h? t was reeds geruimen commissie van onderzoek betrtffdnde de regeling van den Gemeentelijk en Dienst. Er is over dit rapport en de daarbij gevoegde verordening zooveel in dagbladen en brochures te doen geweest, er bestaat daarover zoo groot een litteratuur, dat het treden in nadere bijzonderheden door ons niet noodig wordt geacht. Alleen dit: uit het debat in den ge meenteraad, in de Woensdagmiddag- en avondïittingen gevoerd, bleek, dat er drie stroomingen waren. De eerste wilde de groote woordvoerder daarvan was de heer Fabius den bestaanden toestand grooten deels bestendigen en vond daartoe het middel in een' serie van araendementen, door den heer Den Hertog ingediend. De tweede strooming werd vertegen woordigd door den heer Bruinwold lliedel, den rapporteur der commissie, die geen duim wilde afwijken v.'sn hetgpen d ie com missie voorstelt, in hoof-lzaak daarop neer komende, dat bij mifider gen-eesheeren hooger bezoldiging wordt toegestaan. De derde strooming had haar woord voerder in dr. Blooker, die in een aantal amendementen niet het systeem der com missie, in de verordening neergelegd, bestreed, maar wel de «eerste geneesheerea" wilde doen vervallen eu uit. art. 12 verwij deren het voorschrift, dat aan de gemeente artsen niet wordt toegestaan praktijk ten behoeve van ziekenfondsen of verloskun dige praktijk uit te oef.'ten. * * * Het was reeds vrij *?.at in de middag zitting van gister, juist < p een oogenbhk dat de temperatuur der gemoederen gelijk aan die der raadzaal ''reigde te worden, dat, op voorstel van den voorzitter, met 32 tegen G stemmen, besloten wtrd een einde te maken aan tie algemeene be schouwingen. Men had eergisteren en gis teren vrij wel niet veel anders gedaan dan herhalen wat er in het rapport en in het praeadvies der commissie op de ingediende amendementen had gestaan, wat verschil lende geneesheeren pro el contra de voorge stelde concept verordening hadden geschre ven. Nieuw licht was er niet verresen; het was duidelijk dat ieder raadslid zijn positie had genomen. Men had eigenlijk wel dade lijk kunnen gaan stemmen. De amende menten-De Hertog vertegenwoordigden toch niets anders dan de grondslagen van het oude stelsel, die van den heer Blooker sloten zich aan bij het nieuwe door de commissie voorgestelde stelsel, minder geneesheeren maar hoogere tractementen maar schaften den voorgestelden eersten geneesheer der afdeeling af, die zoo groot een doorn in het oog was van vele «be oefenaren van eene vrije kunst." In haar praeadvies had de meerderheid der com missie zich hierbij neergelegd. Na .cenig; deb.t w*-;', '.esloten ore <?P verordening artikelsgewyze te behandelen ; daarbij zou wel uitkomen wanneer de bellliiiiiiiiiiMmnt iimmimiMiiiimiiillilliiHiiiiiiimll tijd na Nieuwjaar voor ik weer een brief kreeg.] IQ brief No. VII heette het: Ik heb alweer op ander terrrii de belle" ontmo.t. Js moet weten, dat ocze president e'k jaar zoo in de tweede heltt van den wiLter een diner aan de leden van de re.chterlyke macht hier ter btede geeft. Ik kom daar oo^, zij liet als de minste der broederen, en stel je mijn verrassing voor toen ik daar a's vrierdin van de dochter des huizes haar aar.trof. En nog meer. De substituutotfijier van jus itie wa;de cavalier van bedoelde dochter des huizes en Ik mat een hoofdletter van de belle''. DJ andere heeren van den gerechte zijn gehuwd en zij konden een bonte rij vormen. Voor mr. van den Pla' kaert en mij waren de jonge dames bestemd. Wij vormden een aüerpreitigst klaverblad van vieren, en vermaakten ons als hadden wij niets mtt onze Obe^gesetzten te maken. Een oogenblik zelf i dreigde pa -presi dent ons mat een gez!cht zooals hij zet, wan neer er onder het publiek, dat een rechtszaak bijwoont, gelachen wordt, en bij waarschuwt dat hij de zaal z&\ laten ontruimen, maar ma president, die naabt den oudsten rechter zat, gat ons et n knipomje. Ik geloof, dat die ma veel gevoelt voor het jongere lid vau het Parktt, in verhouding tot haar dochter. Ei ik, och, kerel, ik lts' rna^r van het oogenblik genoten. Ais je zelf eens een muer meemaakte, gezeten naast ciat allerbfkoorlijkste jor.ge schepseltje-, dat zoo echt jong vertrouwelijk kan doen, dan zou je ookaiies verge'en. Ik heb mij den gch«.elen a;ond ook maar laten g-an. Na het diner moesten d.i heeren natuurlek eer. par ii'js maken, zij km,non evenmin daar buiten als bnitin een ingewikkeld vonnis, maa*1 wij, vieren, hebben wat rr... ;iek gemaakt en ik hfb mij nog e. ns torug£;f;fïacbt in de dagen van or.s JId z\jn van oi;s musiekgezelschap S*-eelinrk" en ik heb rn g eeas aangeheven van Bloempje, rïat bloeit" en van Bergen-opZoom, houdt u vroom", en van Daar zat een oud manreke van tacheiitig larcii" en tot tlot bet lag mij zoo c p den tong uiebchen komm x.u mir". En wanrarKig kerel, toen heeft tVeuli Ida mcegenf.uried. Wij zaten gelukkig in een salon, dat wel in verbinuirg staat met de zas.' waar gerpeeld wer t, maar niet onmid dellijk t, :n uitkwam. Kjn paar oudere daraes, die niet meededen aan de partij;jes, waren bij ons gekomen, en heel aardig voor ons. Ik ben erg gecomplimenteerd om mijn Sveelinckfenor en waarlijk daar was alweer een damp, die my vroeg of ik voor een liefdadig doel mij eens op een concert zou willen later, booren. Ik geloof, {'at bet, zou zija voor sfeuu van zendeJinghuiüen in China. Nu, ik was in ent', stfmtuing om alles te beloven, m.i&r zou je ooit gedccht hel-ben, dat dczs bescheiden ZOOP van de Am^tcrdBrafche Aima Mater nog ooit zijn stem zou heb ben vcrbefen om langï.taasten te bckeeren 'l De jr.ngore ieden van parket en griirio zijn dien avor.d te zamen en m vereeniging" geamid huiswaarts gestapt, ei! wij hebben op r- ijn kamers r.og een sigasr gerookt en een todi!y grdror-ker, Plarkaert, die eon hartf'ijko kerel ie, be weerde dat ik veel succes bij de dames bad gehad, en dnt freule ida erg vrel sjenoegen scheen te hebben in mijn /.ingen. K! tin, ik heb bem maar laten praten, doch ik moest orfderde-hand orwillekeurig denken aan de woorden ginse;quaestie zou gelden. Toch besloot men de stemming over art. 2, waarin sprake is van een Commissie van Bijstand uit de raadsleden, terwijl de heer De Hertog een gemengde Commissie van Toezicht wilde, aan te houden, totdat de overige artikelen zouden zijn behandeld. Bij art., G al. l, dat de omschrijving van het personeel bevat, werd het daarop inge diende amendement van den heer De Hertog verworpen met 21 tegen 13 stemmen en daardoor werd toen reeds te kennen ge geven, dat de meerderheid van den raad zich echaarde aan de zijde van dr. Blooker en van de meerderhei l der rapport- commissie. Ook het amendement van den heer Den Hertog op het tweede gedeelte het tijd vak der benoeming werd verworpen, terwijl de stemmen staakten bij de quaestie, óf de raad óf wel het college van B. en W. de ambtenaren zou aanstellen. Het laatste is gebruikelijk bij alle takken van ge meentelijken dienst met een directeur aan hetiio&fd, maar heeren doctoren verlangden voor zich een uitzondering, omdat zij, al genieten zij een gemeentelijke bezoldiging, zich eigenlijk geen ambtenaren achten te zijn. Dat Dr. Blooker, die voor de gemeente doctoren geen uitzondering wilde, deze «ambtenaren" noemde, werd hem dan ook door Dr. Schippers zeer kwalijk genomen. De hoofdbeslissing had echter in de avondzitting plaats bij de tweede alinea van artikel 12, die aan gemeente-artsen praktijk ten behoeve van ziekenfondsen of verloskundige praktijk verbiedt. Dr. Blooker had voorgesteld deze alinea te laten vervallen. Na eenig debat, waarin de heer Bruinwold Riedel het beken-de standpunt der Commissie na der uiteenzette, trok hij zijn amende ment in, dat echter dadelijk, omdat dit in zijn stelsel paste, door den heer den Hertog werd overgenomen. Toen het met 20 tegen 17 stemmen was verworpen, trok deze alle overige door hem ingediende amendementen ia. Hat stelsel der com missie had de zege behaald. Art. 14, dat de zoozeer gewraakte be paling der «eerste ge. eesheeren bevatte, werd nog eens verdedigd door den heer Bruinwold Kiedel, die het vooral den wet houder Gerritsen kwalijk nam, dat hij in deze met de meerderheid der commissie, omdat het amendement Blooker geen in breuk maakte op het stelsel, was meegegaan. Dit hielp echter niet, zonder hoofdelijke stemming weid het door Dr. Blooker geamendeeide artikel 11 goedgekeurd. Toen ging alles van een leien dakje en vonden ook de overige artikelen, met de daarop door Dr. Blooker ingediende amendementen, getade in de oogen van den raad. By art. 2 der »Conceptregeling der jaar wedden en loonen," verviel nu, zooals dr. Blocker had geamendeeid, de bezoldiging van den eersten geneesheer /"OOOO tot /'4000 maar bleven de overige bezol:uiiiliiiiiiMiiiiiiiiiiuiiiiui]iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiini niniiiitnui. van mijn goeden vader, die my' zoo heeft voor gehouden, dat het hoyld het hart niet mag op zyde zetten, miiar dat o k het hart het hoota meet laten meespreken. Vader kon als ik ooit begon door te slaan, altijd schertseed ma.-.r weJgemetnd zeggen: Hou' je hoofd koud en ja voeten waim". En ik weet dat het hem zorg kost, dat ik na al de studiejaren nog niet ge heel alleen kan ro. dkomen. En dan zyn er nog de j'jngere broers en zusters. (A b, kers], ik zet dat hier alles zoo op het papier, omdat ik j 5 kan vertrouwen. Hoelang zal het echter nog duren voor ik waarlijk een positie heb. Doch nu iets anders. S'el je voor, dat, terwijl wij zeo zaten na te praten, Pi»ikaert en ik, er tegen de vensterruiten werd getikt en dat daar waarlyk Van Doorn cog was. Hy had gehoord van ons dicer en om i at bij licbt zag, liep hy even aan. Hij WES weer allemachtig hartelijk, maar het was mij alsof ik hem al het genoegen, dat wij gehad hadden, toch niet kon vertehen. Ik kon er n&tuuriyk niet buiten hem medetedeeleii dat freule Ida mijn dame was geweest. Zoo zoo l" zei bij lachend ben jij zoo gelukkig geweest l" Hij is echter zoo zeifoewust, dat hij mij niet au serieux zcu ne men, al wou en al kon ik als mededinger optreden. Ea toen bij zoe tegenover mij stond, in zyn nauwsluitend ur.iform, met zyn, lange gespierde figuur, no^ niets meer gezet dan voor zes, zeven jaten, met zijn tiju en scb.erp getee ker.den kop, zco'n echt gezicht voor een edel man en r uit eraar. voerder, zoodat je wenschen zou bem eens in een harnas te zien, gewapend met lans en zwaard, toen moest ik mijzeif bekennen, dat ik met mijn bleeke smalle tronie in my'n rek met w.tte das aan, niet tegen hem op kon. Ik wou dat ik tien jaar ouder was en reohter. U*t brief Vllf. Wat is dat jammer, d»t j i niet kuat over komen voor de tooneelvoo stelling. Ik zou zoo gaarne ook ee: s met ja gesproken hebben, wai.t ik ben bier ondanks d8 hartelijkheid en welwillendheid van al de k- niassen soms toch erg aleen. Vind j i uu waarlijk een rel-j:i van Amsterdam hierheen zoo beawaarlijk ? Als je Vrijdag van buis gaat kunnen wij een avond met ons beiden doorbrenger,, dan H Zaterdag de voorstelling, Zondag de r.apret en Maan :ag ban j i weer thuis. Dan verzuim je immers bijna niets. Maar je moet bet zelf weten. Ik kan wel begrijpen dat er nu in de p >litiek veel te doen is. Wij bemoeien ons daar minder mee. Ik verzeker ja dat k dereen, die hier in gezel schappen koait, vol is van den foestarond. En ?e moest Van Doorn eens in zijn costuum zien. Hij heelt voor het toon«eliUik, ja weet wel, dat Duiuche, de uniform gekozen ? ar. een i'iirier vtn do Pruisische roode huzaren. In een woord fcchittfieiul. Ken Rcharltken attila met gouden tressen, f n een brulr.e kolbak Je weet niet hoeveel werk men bier van de costumes m&alït. En dan moet ja mij zien als oppasser in een IJRUW bsiis met een lij kncopen en aoa'n nvff-r.icuts zor,il<-r klep op mijn bol. Van Doorn plaagt mij met te zeggen, dat ilie mu s toch wel iets van een barret hetft. Ik ben r.og eer; paar malen bij de kolonels familie, op bezoek geweest. Freule Ida had thuis verteld van mijn zingen en toen ik d<?n kolonel tegenkwam, vroeg bij mij of ik mij ten zijnent ook erEs wilde laten hooren. digingen, door de commissie voorges-teld, gehandhaafd, waardoor het beginsel van weinig artsen en hooger tractementen dan vroeger volkomen tot zijn recht kwam. De Commissie had dus, met uitzonde ring van de bepaling der eerste geneeshe°ren, op alle liniën den slag gewonnen. Een amendement van dr. Blooker op art. 3, waarin nog bepaald wordt dat voor sommige functiën den ambtenaren boven hun jaarwedde een toelage van f 500 tot f 1500 kan worden toegekend, gaf den heer Van Nierop aanleiding te vragen, welke toelage de gemeente-arts zou genieten, wien volgens art. 15 de regeling van alle werkzaamheden zijner afdeeling was opgedragen. Het antwoord van- dr Blooker luidde : hoogstens f 500 il f 1000, en daar deze nu bij de behandeling van art. 15 van die administratieve geneesheeren heef t ge zegd, dat zij het waren »die de lakens uitgaven", is het verdwijnen van den eer sten geneesheer voor de commissie zoo groot een concessie niet geweest. Ook de commissie van bijstand uit den raad is behouden gebleven, zoodat thans alle kans op het herleven der vroegere commissie van toezicht, dat kennelijk in de bedoeling van den heer Den Hertog lag, is verdwenen. De strijd is dus geëindigd met een neder laag voor den «Geneeskundigen Kripg", die gedurende twee jaren getracht had de richting aan te geven, waarin het Ge meentebestuur zou organiseeren en waarbij de wethouder Gerritsen het vooral moest ontgelden. Wie in deze overwinnaar is gebleven, doet er voor ons weinig aan toe. Voor ons is de groote vraag: Zal de zieke arme daarbij gebaat worden? En uit het geheele debat scheen oas dit licht toe, dat de meerderheid van den raad overtuigd was thans met het oog op de verpleging der zieke armen den goeden weg te heb ben ingeslagen. De eindbeslissing zal bij tweede lezing plaats hebben. A m s t. 27 Juni. SECAXS. De Engelsche liberalen na den oorlog. In een zeer belangrijk artikel wordt door den Figaro de vraag besproken, welke de invloed zal zijn van het tot stand komen van den vrede op de binnenlandsche staatkunde en de partijverhoudingen in Engeland. De schrijver, de heer Georges Villiers, herinnert hoe de laatste drie jaren den Eugelschen liberalen slechts nederlagen en teleurstellingen hebben gebracht. Zal de periode, die zich thans opent, hun een revanche brengen? Op welke wijze, door welke laktiek, ondfr welke saijvoerders zullen zij die trachten te vinden? Welke kansen op v\èislag^n schijnt de openbare UriUtlMUMIMMH Nu, overtuigd als ik was van een welwillend auditorium, heb ik er mij maar aan gewaagd. Het is een echt g -zellig huisslijk avondje geworden, zonder eenige complimenten. Doch ik kan het niet verheler, de gezelligheid, de mu-siek, Liets had mij iets kunnen schelen, a's freule Ida er niet was geweest. Soms, als '/ij wat zong, en zij zingt heel lief, en ik haar accompa^neerde, kreeg ik een gevoel als had ik aan haar voeten willen zinken. Ik durfde niet van het tmisiekblad opzien, want a!s zij zoo raast mij staat, in haar eecvoudig en eli gant donker 'lauw costuum, ha&r kleine blanke haaden saamgevouwen, haar blanke hals engelrein uit dei blauwen staat den kraag rijzende en dan haar tij n tesreden ge zichtje omgoifd door een schat van blond hiar _ je zou haar zoo in jf! armen r.emen en haar honderdduizend lieve woordjes to< flaisteren. Ik gevoelde, dat ik in de war zou geraken en redde mij duor een nydigen trap op een pedaal te geven. Wat overkomt je", vropg freule Ida in lachen uitbarstend, wat heeft mijn piano je gedaan 'i" Ik lachte mee, bly' dat de betoovering was verbroken en deed een verward verhaal, dat ik mijn voet wilde velzetten en toen te ver girg. Freule Ida plaagde my een bee'je: Ik geloof dat j i op punt was in slaap te vallen bij mijn gezang of dat je er genoeg van hebt? té? Wil je liever uitscheiden T' Maar dut zou ik in geen geval gewild hebbe-. I« wou integeEdeel dat ik zoo in alle eeuwigheid met haar had kunnen voort musice-ren, want wij waren daar in de voorka ner zoo met ons twee beidjes alleen, ons gehoor zat in de achterkamer van de suite, en als ik gewild had, bal ik de blonde lieveling, zonjfr dat iemand het had kunnen bemerken, bet hof kunnen maken Doch beste kerel, waartoe ? Ik moet mij wel bedwin gen. Ten eerste zou ik mijn gedra« a- ders niet mooi vinden tegenover Van Doorn, die zoo'n goede hartelijke vriend voor mij is, en dan wat kan ik haar aanbieden ? Ik geloof ook dat zij zoo vertrouwelijk met mij ia, omdat zij mij niet onder haar aanbiddrrs rekent. Zij wordt mij toevertrouwd, omdat ik niet meetelt, 't Ii bitter mair 't ligt voor de hand. ' ' En toch kan ik niet uit haar gezelschap wegblijven. Ik ben zelfs nog eens bij baar familie een visite gaan maken om haar nieuwe muziek te brengen. Zy wilde d e dadelijk eens doorzien en daar had je een reprise van den eersten avond. Ik heb iets van een dronkaerd die weet dat hij verkeerd doet en toch altijd 'raar een roes verlangt, en hoopt dat een ingrypen van hooger hand hem zal redden. Ik zwelg als ik in het gezelschap van h<-t mooiste en liefste meisje ben, dat ik ooit zag; ik weet dat er voor mij geen kans bestaat en ik hoop maar dat er op de een _of andere wijze, buiten mijn toedoen om, een eind aan zal komen. Ik wensch somt, dat zij maar goed en wel met Van Doorn ge trouwd was, dan zou ik mij wel gedurende langen tijd ellendig gevoelen, maar och, a's ik dan maar weer ee»s in ha-,r geze'tchap mocht zijn en haar ia stilte aanbidden __. Ik zou het haar nooit zeggen, wat zij voor mij' is, maar trachten alles te doen waardoor haar moeilijk heden of verdrietelijkheden bespaard zouden kunnen worden. Oc'u ! kom, ik bemerk dat ik onzin schrijf. Schrijf spoedig eer s teru? en geloof my met een poot, j*, trouwe. _ (Wordt

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl