De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 6 juli pagina 5

6 juli 1902 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 130& DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD YOOR NEDERLAND. voor den drommel, heeft L. Reaels Haagdeklagt met Indiëte maken ? Het feit, dat de goede man gouverneur- generaal van Oogt- Indi is geweest, kan toch geen reden zyn om 'n cosmopolitisch minnedichtje yan hem bij de Indische poëzie onder dak te brengen ? En zoo is er nog meer, dat, om de eene of andere reden, niet in dezen bundel thuis behoort. Weinigen zjjn zoo rap als de heer Kal ff in 't klaarmaken van boeken en geschriften, maar... maar ? ? ? Mocht onze froitrarkooper voornemens zyn ons eerlang 'n tweeden «Indischen fruytkorf" voor te zetten, hy bedenke, dat wy' dan louter Indische en, in 't een of ander opzicht, goede Indische vrachten verwachten. Als ik m'nooft etiketteer als uitgezocht en afkomstig van de Oost, en de kooper vindt er, tusschen deugdelyke 'Oostersche vruchten, 'n rotte mangga, 'n onrype manggistan, verder, al of niet gaaf, 'n peer en 'n appel in, dan heeft-i, dunkt me, het recht om me toe te voegen: »D'r uit met die dinge en geef me d'r andere voor in de plaats !" SASTKO PBAWIBO. Versailles, 29 Mei 1902. NIEUWE UITGAVEN. . Afscheidspreek van dr. Louis A. B&HLEB. Blaricum, N.-H., drukkerij «Vrede". Geschiedenis der toet op de ouderlijke macht en de voogdy, door mr. A. D. W. DB VBIES en mr. F. J. G. VAN TKICHL. 2e afl. Groningen, J. B. Wolters. NievB-ty dinghen. Waeragtighe en pertinente verhaelen. Amsterdam, Frederik Muller & Co. De Oorlog in Zuid-Afrika, door dr. W. VAN EVBBDINGEN, Ie ty'dvak van 11 October 1899 Maart 1900 met een inleidend woord van dr. H. J. KIE WIET DE JONGE met drie kaartjes. Delft, J. Waltman Jr. TH. KIBKUP, Geschiedenis van het moderne socialsme. Naar het Engelsch bewerkt door J. en W. VAN WOENTEL KOOIJ. Utrecht, H. de Vroede. Frankrijk en de Republiek der Pereenigde Nederlanden. 1648-1662. Academisch proef schrift, door E. C. MOLSBERGEN. Rotterdam, Wenk & Birkhoff. Schetsen, door JEANNE REYNEKE VAN STUWE. Eerste bundel, 's Gravenhage, N. Veenstra. Verslag van het Hoofdbestuur der Nederl. Zuid-Afrikaansche Vereeniging over 1901. Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie. Afl. 27, loopende van Dieren tot Donfront. Uitgever De Uitgevers-Maatschappy >Vivat" te Am sterdam. Wandelkaart van Heerenveen en Oranjewoud, bewerkt door B. JONOSTRA en uitgegeven door de Vereeniging tot Bevordering van het Vreem delingenverkeer te Heerenveen. Rij-, Wandel- en Fietskaart voor Apeldoorn en Omstreken. Uitgave van Schnltze & Co. te Apeldoorn. Vrif Onderzoek en Katholieke Wetensschap, IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIHIIIIIIHIIIIIIIII iiiiimnmiiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii in umi ui HUI ui iniiiii imiiiimimiiiiMiiiii iniiiiii iiiuiiiiiuiiiiiiuiiiiuiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiuiiiiiiiiiiiiHiiiiniiiiiiiiiimiiiiiiiiiiiiiiii LA VEBTE i PRIX REDÜITS Continuera Lundi 7 Juillet, La Tente se fera strictement au Comptant. \ IllllllliliMillliiiinini IIIIIIMIIIIIIIMI ui min mi i mi imiimimiMmmmimuunmmmümmumrmmiuummMuummMinnimiMMiuiunmHnmiiunnnmunmMnnnmnnmnnnmminnmiiiMininimmmHinmiMMmii iinniiiiiiiiiliiiiii iiiiiniii iiiiiiiiinniiiiiitniiinnniuniniiinniiiniiinnnniiiiininiiniiniiilllin J?***?* «0..........»-0(»i ? l"* "? tert ?an QÜI en yoor yronwen, Juni 1902 zal, naar het zich laat aanzien, een gewichtige maand bly'ken voor een aantal vrouwen. Ik denk thans aan de totstandkoming van twee vereenigingen. Te Huis: Sonnevanck" (een toespeling op de.zonryke ligging van 't perceel) en Nelerlandsche Collectieve PensioenVeteeniging", waarvan de eerste voornamelijk op het tegenwoordige den blik richt, en de .tweede uitsluitend haar oog vestigt op de toe komst; terwy'1 beide daarin overeenstemmen, dat zy' verbetering trachten te brengen in het lot van de werkende vrouw uit den midden stand door de fortuin in ieder opzicht karig bedeeld een groep, die duizenden en duizenden omvat en niettemin door onze .maatschappij schier geheel over 't hoofd wordt gezien. De paria's wekken aandacht en medeFyden, dikwijls meer dan verdedigbaar is getuige de aanzienlijke bedragen door bedelaars, acrobaten en dergelijk lui volk naar zich toe gesleept maar hoe en waar worden zy, wier eenig kapitaal is: werkkracht en plichtsbe trachting, in de gelegenheid gesteld wat genot te verbinden aan haar heden en zonder al te bangen angst voor de toekomst haar haren te zien grijzen ? Het werkloon der vrouw drukken, schijnt wel onze samenleving een harer plichten te beschouwen. Hiervoor een tegenwicht te vormen is 't doel van beide ge noemde vereenigingen, die van particulieren uitgaan. Wat gaf aanleiding tot de stichting der vereeniging Te Huis Sonnevanck" ? De eerste verdieping van de woning Koningin Emmakade 96 werd bewoond door een vrouw, die er zich een nestje had gebouwd volkomen naar haar zin. Alles voldeed aan haar wensch ook ligging en uitzicht. Op zekeren dag komt de hospita haar mededeelen, dat zy zich te oud begint te gevoelen voor haar taak en het huis dus niet opnieuw zal inhuren. De bewoon ster wil evenwel van verhuizen absoluut niets weten en zint op middelen om daaraan te ontkomen. Zy', meesteres in de kunst van cyferen, plannen in elkaar zetten en administreeren, overdenkt en roept weldra zich zelf toe: gevonden! Zy stapt naar den eigenaar en vraagt de koopsom van het perceel door haar bewoond en de drie aangrenzende. Terwy'1 zij het ant woord wachtende is, laat zy" door bevoegden een onderzoek instellen naar de deugdelijkheid van den bouw en ziet ze uit naar een aanneemlyke hypotheek. De uitkomst is in ieder opzicht bevredigend. Nu berekent zy, dat na eenige verbouwing, waaronder vergrooting van keuken, haar woning een Te Huis kan worden voor een 16tal vrouwen, waarin dezen tegen zeer matigen prijs veel comfort zullen vinden, en niettemin de 4 pCt. der obligatiën en die der hypotheek als zeker kan beschouwd worden. Ook dat slaagt Sonnevanck" is thans klaar van boven tot beneden en heeft reeds haar inwoonsters gevonden. Het zyn allen werkende vrouwen, en het woord werkende wordt zóó streng genomen, dat zelfs zij zyn uitge sloten, die het door werken, ja, hard en energiek werken, zoover hebben gebracht, dat zy door haar beleid thans van de opbrengst harer spaar' penningen met beleid kunnen leven. Om in .Sonnevanck" als inwoonster den drempel te overschryden, moet men werken, niet slechts gewerkt hebben, maar wie, terwy'1 ze inwoonster is, tot arbeiden onbekwaam wordt, zal zich niet de deur zien wyzen; zelfs zal, als de stand der kas het gedoogt en de omstandigheden het wenschelyk maken, haar vermindering van kostgeld worden geboden. Een der grondbeginselen van Sonnevanck" is, dat door de vfeipiniging op het kostgeld geen winst mag worden gemaakt; wat men voor spys en drank betaalt, eet men geheel op en wel onder de voordeeligste omstandigheid, daar alles in het groot en a contant wordt inge slagen. De huur der aangrenzende perceelen als die der kamers kunnen en zullen alle verdere onkosten dekken. De huur der ver trekken is berekend naar de verdieping en de grootte der kamers. By' afwezigheid eener be woonster zal deze een verminderde huur beta len, indien zy er in bewilligt, dat haar kamer aan een ty'delyk bezoekster der hofstad wordt afgestaan. Sonnevank werd gevestigd op den langsten dag, die dit jaar samenging met vollen maan. Geen gebrek dus aan licht; hoe helder de toekomst l Een ieder die de inrichting wil zien, zal in de middaguren worden toegelaten. De Nederlandsche .Collectieve PensioenVereeniging" wil het zedelijk peil der vrouwen verhoogen, door ze te brengen tot denken aan de toekomst en zorgen voor den ouden dag, zoover dit mogely'k zal wezen door eigen kracht en overleg. Al zou men het uit den naam der vereeniging niet opmaken, uit de statuten en reglementen blijkt, dat de stichting vooral plaats vond ten behoeve van de intellectueel laag staanden, een categorie, die voorzeker meer dan eenig ander behoefte heeit aan leiding en steun want, waag ik te vragen, welke zich zelf bewuste vrouw, hetzij ze behoort tot | de hoogere dan tot de lagere klasse, zal op het denkbeeld komen, dat men zich ook tot haar richt, wanneer lo. art. 4 van het reglement haar ter kennisse brengt, dat het bestuur zich zelf koos en steeds zich zelf zal aanvullen de inlegsters hebben dus volstrekt niets in te brengen. Kan 't autocratischer ? 2o. in art. 4 van het huish. reglement leest: De bestuurs leden ontvangen de boekjes na de inschrijving terug, waarna deze in hare bewaring blyven." Deze bepaling lijkt my even vernederend voor de inlegsters als overbodig en daarenboven volkomen in stryd met het a, b, c der opvoed kunde. Als de vereeniging bedoelt het peil by' de vrouwen te verhoogen, dan snijdt zy zich zelf den weg daartoe at door zelfs van de inleg sters de geringe verantwoordelijkheid at te nemen als de zorg voor zoo'n or.noozel ding als een pensioenboekje is. Hoe zou men tot deze bepaling gekomen zyn, heb ik my tevergeefs herhaaldelyk afgevraagd ? Zijn er ooit van levensverzekeringen en spaarbanken klaagtonen opgegaan over het aantal zoek geraakte polissen en spaarboekjes ? En al raakt een boekje weg, wat dan nog ? De ingeschreven som staat ge boekt by' de maatschappy deze door knoeien aan de cy'fers verhoogen, is dus volkomen onmogelijk. Van het gestorte bedrag een deel terug nemen, wordt voorkomen of beperkt door art. 6 der algemeene voorwaarden. Waarom dus niet vastgesteld, dat, als overal elders, ieder haar eigen boekje bewaart, en bij gebleken nood zakelijkheid, tegen betaling een nieuw kan bekomen ? Voor een vereeniging als deze, wier doel en streven inderdaad mooi is, acht ik het jammer, dat het bestuur niet op de gedachte is gekomen om, alvorens over te gaan tot de oprichting en het contract met Dordrecht te teekenen, door openbare vergaderingen, of op andere wy'ze, voeling te krygen met goedgezinde werk gevers (sters) en personen, die, ry'k in ervaring, op sociaal gebied, van advies hadden kunnen dienen. Dan zou het, als ik, gehoord hebben, wat van het standpunt der werkgevenden tegen art. 6 algem. voorwaarden is in te brengen en hen van aansluiting zal afhouden. Een ander zou gevraagd hebben of de 3 pCt. korting op de stortingen wel voldoende motief kon geacht worden tot de oprichting der vereeniging, nu de niet-vaste-premie volstrekt niets nieuws blykt te zyn en andere maatschappijen dien afslag ook wel aan afzonderlyke personen zullen willen toestaan, wanneer de inbrenging geschiedt zonder bemiddeling, of een kostelooze, gely'k by de nieuwe vereeniging door 't bestuur geschiedt (regl. art. 4 laatste al.) Weer een ander zou gewezen hebben op de wenschelykheid de ver eeniging op coöperatieve schaal in te richten, zoodat de eventueele winsten geheel den inleg sters ten goede zouden komen en niet voor een groot deel de een oi andere maatschappij. Ja, nog meer zou den ontwerpsters van dit zoo edel bedoelde plan zijn ter oore gekomen; een plan, welks waarde voor my bovenal ligt in het blijk, dat het solidariteitsgevoel by de vrouwen in steeds ruimer kring begint te ontwaken. Hoe meer meeningen ik verneem hoe beter, oordeelde de ontwerpster yan 't plan Te Huis: Sonnevanck". Zy verspreidde zooveel mogelijk de door haar ontworpen statuten, bracht ze onder de oogen van aanhangers der meest uiteenloopende richtingen, waardoor ze op den dag der vestiging met voldoending getuigde, in de toen beoordeelde statuten nauwelyks haar eigen werk te herkennen. Twee weten alty'd meer dan n. Den Haag, 24 Juni'02. ELISEA. HAIOHTON. De eerste ironweiiite stationschef, De Weener Neue Freie Ptesse deelt mede, dat dezer dagen op de spoorweglyn Bozen Meran de eerste vrouwelijke stationschef in Oostenryk zal worden aangesteld. Hiermede is Oostenryk op het gebied van de vrouwenquaestie vele andere landen vóór, en logen straft daardoor de uitspraak van Napoleon, dat het alty'd een jaar, een leger en een denk beeld ten achter is. De benoemde dame, Fraulein Mizzi Horak, is te Weenen geboren en eerst 24 jaar oud. Zy heeft de lagere school en de burgerschool afgeloopen en daarna den handelscursus bezocht van de Schoolvereeniging voor ambtenaarsdochters. M t-j. Horak is toen werkzaam geweest op een handelskantoor, maar ging spoedig over in den Spoorwegdienst. Hier was zy IK jaar lang »contió!euse" by' de Maatschappy' voor Slaapwagens, en werd toen, een jaar geleden, als aspirant-beambte aangesteld by de directie der bovengenoemde spoorweglyn. De directie had zich tot het ministerie gewend, met het verzoek, vrouwen onder het personeel van den uitvoerenden dienst te mogen opnemen; dit verzoek werd toegestaan, en Frl. Horak was de eerste, die van de toestemming profiteerde. In October 1901 werd zy van Weenen verplaatst naar Obermais, om daar de verschillende takken van het verkeer te leeren kennen, als assistente van den stationschef. De verschillende exa mens, ook dat voor telegrafiste, legde zy met f>ed gevolg af, en op l Augustus zal zy' te ilpian als stationschef optreden. De wolapostel. Prof. Gustav Jager, de bekende en in zijne pogingen goed geslaagde uitvinder van de naar hem genoemde kleedingstof, vierde op 23 Juni in de beste gezondheid zyn zeventigsten ver jaardag. Menige Jager-wol-drager- of draagster zal hem in gedachten een weigemeenden gelukwensch hebben toegezonden. ALLEELEI. Elsbeth Meyer-Förster. Reiierin Elizabeth's gedenkteeken te Territet. Mary Adams. Vrouwelijke barbiers. Kamfermitbruik. Elsbeth Meyer Förster, was een Zondagskind. Diep weemoedig is het feit, dat het talentvolle, mooie, bekoorlijke schepseltje, onlangs op haar twee-en-dertigste jaar gestorven, zoo vroeg werd weggenomen van haar echtgenoot, den Oostenryksche schrijver Wilhelm Meyer en van haar twee snoezige dochtertjes. Een paar jaar geleden werd te Weenen een stuk van haar opgevoerd, >Gnaiigen Herrn." Het was door haar voor het tooneel bewerkt naar een harer beste novellen «Stascha." Het stuk had een matig succes; Elsbeth trok het zich aan, dat de opgewonden »Wiener" veel luider de loftrompet staken over de lichamelyke schoonheid van de auteur, dan over haar geestelijken arbeid. Het meest be kende werk van Elsbeth Meyer- Förster is »Frau Klemann." In »Jngend" verscheen een schets van hare hand, getiteld »Alte Leutchen." De geschiedenis van twee oude menschen vastge roest in 't leven ; die van den dood niets weten willen en zich aan het leven kluisteren met d effen geest en uitgeputte, vermoeide lichamen. Van zooveel levenstaaiheid kan de schry'fster zich geen denkbeeld vormen, zy die beweerde: >Ik leef snel, ik moet my haasten, om het leven te waardeeren, vóór dat mijn haren verbleeken en het merg uit myn beende ren verdroogt." Wanhopig heeft zy zich verzet, toen de dood haar zoo vroegtijdig opeischte. Haar wensch, op zestigjarigen leeftyd te ster ven: «Liefst zou ik heen willen gaan als een vlot grootmoedertje van zestig jaar, nog vlug ter been en frisch van geest," werd niet vervuld. Stok-oud wilde zy niet worden, getuige haar antwoord, aan eene waarzegster, die, toen Elsbeth een heel jong meisje was, haar de toekomst voorspelde uit de lijnen van haar hand. «Jonge dame, u wordt 98 jaar l" «Foei, mensch, schei uit! riep Elsbeth schaterlachend, doe mij ddt niet aan ! 08 jaar l geef dat bizonder geschenk aan lieden voor wie het leven het hoogste der bezittingen is, beschenk met zoo'n gezegenden ouderdom, alle ... renteniers !" Arme Elsbeth ! toen zij de kilte des doods voelde huiveren door haar krank, jong lichaam, smeekte en jammerde de gelukkige en beminde echtgenoote, het liefhebbend, teeder moedertje om het behoud van haar leven. Helaas ! zonder genade werd zy gevoerd naar de gewesten, vanwaar nooit pelgrim keerde. * * In tegenwoordigheid van den Oostenrykschen gezant in Zwitserland, graaf Kuefstein, en een uitgelezen schare belangstellenden werd te Territet, het gedenkteeken gewy'd aan de nage dachtenis van Elizabeth, keiierin van Oostenryk en koningin van Hongarije, onthuld. Het monument staat op de »Place de roses" dicht by het kerkhof van Territet, waarheen de zwaar beproefde vrouw dikwy'ls haar schreden richtte. De wit marmeren bank waarop de keizerin zittend wordt voorgesteld, is het werk van den beroemden, Italiaanschen beeldhouwer Antonino Chiattone uit Lngano. Op de internationale tentoonstelling in 1900 te Parijs gehouden, werd een werk van den kunstenaar Chiattone met goud bekroond. Hy genoot het voorrecht dikwyls met Eliza beth te spreken, want by kreeg van haar de opdracht een marmeren buste te maken van den overleden kroonprins Rudolf, een gedenk teeken, dat door de ongelukkige moeder ge plaatst werd in hare villa Achilleion, op Corfu. De klassieke figuur der keizerin .met haar fijn gelaat van weemoed en beminnelijkheid is door den. beeldhouwer in smetteloos marmer vereeuwigd. De slanke lijnen van haar onbe rispelijk gevormd lichaam komen volmaakt tot haar recht. Zy sjpunt haar hoofd, met de zware vlechten op de linkerhand. Peinzend staart zy voor zich uit; in de neerhangende rechterhand houdt zij een boek. De plooien van haar gol vend, met kanten versierd kleed zy'n een wonder van beeldhouwwerk. * * * Met dreunend rumoer, met forsche slagen op de Turksche trom, zooals Amerikaansche uitgevers dat kunnen, wordt allerwege in Ame rika bekend gemaakt, dat niemand weet wie Mary Adams is, de psendo der schrijfster van de »Confessions of a Wife", nu verschynendin de Century Magazine. Alle onderhandelingen met de schrijfster gevoerd, geschieden door bemiddeling van een boekhandelaar, die van den prins geen kwaad weet. Haar antwoorden getokkeld op een schrijf machine zyn onderteekend Mary Adams. Zij is niet te bewegen ondanks haar tot 'Bekentenissen" nopende natuur, te bekennen wie zy is. De nieuwsgierigheid is strak ge spannen. Een feit, waarbij de heeren uitgevers zijde spinnen. * * Bella Weston en MsyPereival hebben menigen man by den neus gehad, door haar bedry'f van ... barbier. In Chancery Lane, 65, Londen, loopt het storm; een keurige salon, praktisch en smaakvol ingericht voor scheren, haarknippen, shampooing; bezigheden die vlug, netjes en zorg vuldig verricht worden door zes barbiersters, te weten Bella Weston en May Percival met hare vier helpsters. Ieder uur van den dag is het er druk en de eigenaressen van den scheerwinkel hebben byna geen ty'd, om de vele belangstellende vragen tot haar gericht, te beantwoorden. Het gaat ons uitstekend .' Wy verdienen geld, als water. Zeven jaar aan den gang. Ik ben op myn eentje begonnen het métier te leeren, zegt May Perciva), later asso cieerde ik mij met mej Weston. Met onze vier helpsters kunnen wy er nauwelyks komen. Scheren is geen mannenwerk, zegt May Percival, kernachtig. Wij hebben veel zachter hand, doen meer ons best, maken het onze clientèle altoos naar den zin. Zenuwachtig? zegt BelJa Weston lachend. Eerlyk gezegd, wel een beetje in 't begin. Alles went. Nu zyn wy volmaakt rustig. Gelukkig ! een scheersalon met zenuwachtige juffertjes, die het mes hanteeren, levert geen geringe gevaren ! Na'de morphine- en cocaine-manie is thans in de Vereenigde Staten een kamfer-manie in wording. Sommige dames zijn zich gaan ver beelden, dat een inwendig kanifergebruik de schoonheid bestendigt en het teint frisch houdt, en zyn zich dientengevolge aan het dagelyksch gebruik van een beetje kamfer gaan wennen. Langzamerhand werden ze aan het poeder zóó gewoon en konden er ten slotte niet meer buiten. De kamfer -ly der essen geraken weldra in een toestand van lichamelyke en geestelyke verdooving en verzwakking; haar gelaat neemt een zoodanige uitdrukking van apathie en onverschilligheid aan, dat men den indruk kry'gt zich tegenover een masker te bevinden. CAPRICS.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl