Historisch Archief 1877-1940
fii
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1307
De buitengewone leden van den
centralen gesondheidsraad.
D uier dagen beeft ds benoeming plaats
gehad van den centralen gezondheidsraad;
volgens de wet moet hij bestaan uit zeven
leden, waaraan buitengewone leden kunnen
worden toegevoegd. Deze toevoeging is dus
niet noodzakelijk, in de Memorie van
Toelichting bij indiening der gezondheids
wet was dan ook uitdrukkelijk gezegd,
dat de regeering het overbodig achtte ge
volg te geven aan den wensch van som
mige leien der volksvertegenwoordiging,
om de bino2ming van buitengewone leden
van dien'raad verp'icht te stellen. Alleen
meende de regeering volgens dezelfde
Memorie, de gelegenheid te moeten hebben
tot een ruime keuze, ten einde veelzijdige
beschouwing der hygiënische vraagstukken
te waarborgen.
Van. dase faculteit heeft de Minister van
Bi.ineuLandsche Ziken onlangs gebruik
gemaakt door de benoeming van 02 bui
tengewone leden vaa den, centralen gezond
heidsraad.
Hat spreekt van zelf, dat vele naaien
pp deze lijst voorkomen van personen, die
onder een vorig -ministerie niet in aan
merking zou len kooien en w-tarb'j thans
de «o i s dienstige of politieke richting
hoofdreden was hunner benoeming, zooals
zij onder een vorig b sstuur allicht oorzaak
zouden zijn geweekt hen buiten aanmerking
te laten. Doch ook wanneer wij deze over
weging in zoo breed mogelijken omvang
laten gelden, rijat reeds bij oppervlakkige
beschouwing dezer lij-si vaa personen de
vraag: welk stelsel is gevolgd bij de keuze
of a in welke leiddraad is daarbij de hand
gehouden, met het oog op de eischen der
nieuwe wet en de groote volksbelangen
aan haar verbonden i
Da wet zelf geeft aan de buitengewone
leden de bevoegdheid met raadgevende
st3m aan de bijeenkomsten van den cen
tralen raad deel te nemen en de voorzitter
heeft het recht b'j «ongesteldheid, afwe
zigheid of ontstentenis" vaa een gewom
1M ter tijdelijke vervanging een buitenge
woon lid uit te noodigen tot deelneming aan
de werkzaamheden en de bijeenkomsten
vaa den raad. Uitdrukkelijk zij hier ver
meld, dat deze buitengewone leden niet
nooiig zija om den centralen raad als
bijzondere deskundigen in de eene of
andere richting voor te lichten. Da raad
is ten allen tijde bevoegd deskundigen met
raadgevende stem op te roepen, het is niet
noodig deze uit buitengewone leden te
kiezen. Deze laatste zijn dus hetzelfde wat
in andere wetten met dezelfde beteekenis
«plaatsvervangende" leden genoemd wordt,
en nu maakt het reeds terstond een zon
derlingen indruk twee en zestig personen
?' te zien aangewezen om niet meer dan
zeven leden bij ontstentenis te vervangen,
doch oak wanneer oa?u n voor i hun
namsn nagaat, zullen weinigen tegen
spreken, dat, wilke overigens de kunde
en verdiensten mogen zijn dezer personen,
slechts enkelen oaier hen geschiktheid
bezitten om de taak op zich te nemjn
door da wet op de schouiers gelegd van
de gewone leden.
Het is moeiehjk aan te nemen, dat de
Minister eene andere bedoftling gehad
heeft, bij de beaojmiag dezer buitengewone
leden en gemeend heeft, dat zij geregeld
de vergaderingen van den raad zouden
bijwonen en aan de beraadslagingen deel
nemen. Zeer zeker zijn zij daartoe bevoegd,
en de wet zegt zelfs, dat hun vergoeding
van r^is- en verblijfkosten benevens
vaccatiegeld zal worden toegekend, doch het
is niet duidelijk of dit alleen zal geschieden,
indien zij bepaaldelijk ter bijwoning zijn
opgeroepen; ligt dit niet in de bedoeling
en rekent men er op, dat al deze twee
en zestig personen telkens zullen
bijpenkomen en daarvoor vergoeding ontvangen
dan zal het moeielijk zijn de noodzakelijke
uitgaven met de begrooting te dosn slu'ten.
Wel geeft da wet niet aan hoeveel ver
gaderingen ieder jaar gehouden moeten
worden, doch wauneer men nagaat, dat
verschillende werkzaamheden aan de ge
meentelijke gezondiieidscornrnissiëu door
deze zelfde wet opgedragen, het nood
zakelijk maken 0:11 minstens bdjre maand
eenmaal te sam;n te ko'.nen, zal djze
zelf ie noodzakelijkheid minstens e/eazeer
bestaan voor dea veel hooier stranden
gezondheidsraad, die ten slotte alle hande
lingen dier lagere commiasiën moet nagaan
ea beoordeelen.
Misschien echler heeft de regeering het
zoo ernstig niet geineend met dezen phalanx
van buitengewone leden rond den centralen
raad en heeft zj slechta een soort van
eeresaluut willen brengen aan een zeker
aantal personen, die zij op dit oogenblik
daarvoor aangewezen acht; in' dat geval
dreigt een ander gevaar waarop wij straks
zu'len terugkomen.
Vooraf willen wj' eenig licht doen
vallen op dit college, zooals het is
samezigesteld en waarbij niet uit het oog mag
worden verloren, dat het bestem! is niet
voor de gezondheidswet alleen, maar ook
voor ds woningwet; het bestaat uit:
3 medische professoren, 15 geneeskun
digen, 5 hoogleeraren in natuurwetenschap
pen, G natuur- en scheikundigen, 3 andere
hoogleeraren, 11 rechtsgeleerden en burge
meesters, 12 ingenieurs en architecten,
2 geestelijken en 5 fabrikanten.
Wij willen ons bij deze baschouwing
geheel onthouden van het noemen vaa
namen, doch wanneer man de lijst der
p«rsonea overziet moet ieder, die de kaart
vau het land kent, zich de vraag stellen,
indien men vertegenwoordiging van deze
takken van bedrijf en van deze standen
noo lig oordeel Ie, waarom dan niet audjre
uitnemenden aangezocht, wier tuvue i bij
ieder voor de haad liggen.
Nog zonderlinger is de samenstelling,
wanneer men in deze buitengewone leden
een soort van vertegenwoordiging van
geheel Nederland zju willen zien.
Rangschikt men de 62 personen volgens
de provinciën, dan vindt men:
uit N. Holland O uit O/erijsel l
» Z. Holland 19 » Drente O
» Utrecht 13 » N. Brabant 3
» Gelderland 9 » Limburg 3
» Groningen 2 » Zeeland 2
» Friesland l
Bjna alle leden, althans de overgroote
meerderheid, namelijk 50 van 62 komen
uit de vier eerste provinciën; Utrecht, de
kleinste van alle, heefc 13 geleverd nog
n meer dan in de zeven minst bedeelde
gewesten te zamen. 't Heeft allen schijn
of men in den Haag geheel het
NoordOosten en Zuiden van ons land niet heeft
kunnen of willen zien, wanf alweer! zon
dert men een dozijn hoogleeraren en een
paar staatslieden van naam uit, dan bestaat
er geen enkele reden, ontleend aan bijzon
dere kennis of geschiktheid, waarom juist
de genoemde geneeskundigen, ingenieurs
of burgemeesters moesten worden uitge
kozen en niet naar eene maer billijke
verdeeKng over de verschillende provinciën
ia getracht; mannen met precies dezelfde
verdienste en kunde als de benoemden,
waren in alle provinciën te vinden geweest
en onder alle richtingen van godsdienst
of politiek, waarom dan alleen hen gezocht
in deze vier provinciën?
Nog eene eigenaardigheid doet zich voor
bij het beschouwen van de namen dezer
buitengewone leden; vermoedelijk is geen
opzet daarbij in het spel, maar des te
meer wijst het op een gebrek aan vooraf
gegaan onderzoek bij de samenstelling
deser lijst, waarbij het allen schijn heeft
alsof eenvoudig die namen zijn opgeteekend,
welke het toeval het eerst vojr den geest
bracht.
Het geneeskundig staatstoezicht dat
thans met stille trom is ten grave ge
bracht, behoeft na zijn dood niet als
spooksel te blijven voortleven ia zijn per
sonen; toch waren er onder deze laatsten,
die als leden van geneeskundige raden
hebben gewerkt naar de mate hunner
krachten, doende wat hunne han l vond
om te doen, geheel zonder vergoeding de
belangen der volksgezondheid behartigende
en jaren lang tijd en moeite daaraan ten
koste leggende. M>t uitzondering vaa een
enkele is niemand van deze ongeveer hon
derd vijftig gewone of plaatsvervangende
leden der voormalige geneeskundige raden
waardig gekeurd plaats ts nemen in het
college vaa buitengewone leden vaa den
centralen gszondheidsraa l!
AVij hebben hierboven gesproken van
het gevaar dezer door de wet niet geëischte
overvloedige benoeming van buitengewone
leden; juist dit vroegere geneeskundig
Staatstoezicht g*)eft een voorbeeld tot
waarschuwing. Bij het in werking treden
van dit toezicht werden indertijd tal van
personen in de geaeeskundige raden be
noemd, die om de eene of andera reden
de taak beschouwden als een sinecure;
toch bracht de gewoonte mede hen bij
iedere aftreding weder te herbenoemen,
de plaats voor jongeren en betere elementen
versperrende.
De nieuve gezondheid j- en
winingwetten leggen een be luidend deel harer
bemoeiingen op de schouders der plaatse
lijke gezondheidscommissie j; van het werk
en het werken van de leden dezer co
nmissiëi hangt veel af van hetgeen deze
wetten zullen kunnen tot ?taad brengen;
ongeveer een honderdia! dezer c >mm';s?iën,
elk minstens bjstaan Ie uit vijf leden zullen,
moeten optreden en belangeloos werkzaam
zijn; al spoedig zullen waarschijnlijk blijken
de ijver, de geschiktheid en de kennis van
sommige leden brren die van anderen;
de verschillende inspecteurs zullen er ge
makkelijk rekening van kunnen houden
en d -n minister in staat stellen den ijver
en de krachten van zulken nog meer dienst
baar te maken ten algemeenen nutte door
hen als buitengewone leden toe te voegen
aan den. caiitraleu raad; nu bij voorbaat
reeds zulk een gro >t aantal benoem l is.
ho3*vel zonder noo Izaak, zal allicht voor
anderen later gean plaats meer zijn.
Dit beletsel wave voorkomen, indien
behalve een dozijn personen, wier mede
werking niet kon gemist worden en over
wier namen allicht allen het eens zijn,
minder voorbarig m:t deze benoeming
ware te werk gegaan om in de toekomst
te zien wie het meest geschikt zouden zijn.
DJ ontevredenheid in alle kringen en
in de meeste provinciën, zeker niet zonder
reden, zoude zich o>k minder hebben ge
uit dan thans het geval is. ;
G. W. B.
Van andere zijde in de Werkmansboie,
redacteur de heer Heldt wordt naar
aanleiding van dit onderwerp, het volgeiide
in het midden gebracht:
»\Vj moeten onza lezers de lyst van namen
en kwaliteiten besparen; ze zou te uitvoerig
zijn voor dit blad; alleei de buitengewone
Itfdan van den Cantralen gezondheidsraad vor
men een raeks van CO personen.
»Wat opvalt is in de eerste plaats, dat onder
ds bancumdan, ook niet onder het 60 tal
«buitengewone" niat a.i socia.il-ieoiocraat
voorkomt, (zooals door het VM tereeht wordt
opgeme.-kt) en dat, in de twasde plaats, onder
daz9 'buitengewone" niet n wordt
aaogstroffja die men kan rekenen te hahuoren tot
d-3 z. g »klsine luylen". Hst zijn allenaa!
waarschij'ilyk zear bekwanu me.'ischan, maar
esn bekwaam werkman, opziehter of vvsrkbans
zoekt men daarbij te vergeefs Na.imt man nu
in aanmerking, dat da Gezondheidswet roor
een groot deel strekt tot uitvoering van de
Woni.-igwat en dat de Woningwet in.'t laven is
geraepan voor ds verbetering van d-j volks
huisvesting, met de ker-nelyke baioeling om
het eerste en het meest te verbeteren en
hetg en daaraan de-grootste behoefte heeft, de
kleine, de z. g. arbeidsrsw «ingen, dan is het
inderdaad onhegryp^Iyk, dat een democraat,
als dr. K'y^r onder de zynea geacht of voor
gewend wordt te zrjn, het warkliedeneletnent
uit deze daar bant samengestelde breede
»buitengew>ne" stelselmatig heeft geweerd. Want
dat hy niet op de gedachte zou zyn gekomen
om er wsi k lieden in op te nenen, is te gek
om te veronderstellen. Dat kon vroeger nog
eea voorwendsel zyn, maar sedert vorige minis
ters zjj het te beparkt, dat erkennen we
in deze een goed voorbeeld habben gegeven,
kan onnadenkendheid niet mear esn veront
schuldiging zyn.
»Zil men misschien als uitvlucht laten gelden
dat er onder de werklieden iat gevonden wor
den bekwaam genoeg tot oordeelen over
wJningtoastanden en hetgeen daarmede verband
houdt, alsook o?ar hetgeen tot verbetering
das»van behoort te worden gedaan, dan gaat
dat evenmin op. DJ keuze is zalfs vry ruim.
Patrimonium, de R»om8ch-Kvtb.olieke Volks
bond, de S iniaal Democratische Arbeidersparty',
het Alg. Ned. Werklieden-Verbond, de
Timmarliedenbond e. a. kunnen den minister meer
dal* ean werkman uit hun midden ainwyzao,
die vaa het w jningvraigstuk voor den werkman
heel wit studie heefc gemaakt en dienaangaande
ervaringen heeft opgedaan, zoodat hy ten dezen
opzichte voor andere «huitaagewoae" stellig
niet behoefde onder te doen.
>He£ weren vaa het werkliedenelement uit
den Gezondheidsraad, op zich zelf eea grove
fout, is te meer te betreuren, omdat de
gezondhaids- en wsningwattan voaia' in de lagare
kringen der bevolking zullen moaten werken;
werken t<m goedd, wat de uitkomt betreft,
indien het beoogde doel wordt bereikt, hetgeen
bereid* mag worden verwacht; maar werken
eveneens heel dikwyls, als dienden zy
voornamely'k den kleinen man slechts tot last en
tot overlast. Waar dit is te voorzien en alles
behalve denkbeeldig is het gevaar, dat de
overheid by het toepassen dezer wetten menig
maal zal hebben te kampen togen kortzich
tigheid en vooroordeel, daar zou het opneman
in den gezondheidsraad, van mannen die tot
de lagere volkskriogei in een eenigszins nader
verband, in een nauwere betrekking staan en
daarin meer vertrouwen vinden, bovendien een
maatregel zyn gewaest van voorzichtig beleid die
alleen heilzame gevolgen had kunnen hebben.
«Voor een man als dr. K'jyper scheen dat
alles te eenvoudig, te gewoon, te klein
burgerly'k, te ... democratisch ?"
Eea Staat met den Bpel.
Dr. Pb. J. Hoedenmaker, predikant bij
de Ned. Hervormde gemeente te Amsterdam,
voorheen hoogleeraar aan de Vrije Univer
siteit, en voormalig vriend van dr. K'iyper,
is niet tevreden over de hedendaagache
christelijke regeering. Wel acht hij het
»een groot voordeel heele en halve geest
verwanten aan het bewind te hebben
bij benoemingen;" 1) en geeft hij onomwonden
te kennen een voorstander van partijdig
heid in dezen te zijn; maar toch ontbreekt
er iets aan de anti-reyolutionaire
partijregeering in zyn oog. Die christelijke
regeering immers is niet opgekomen voor het
beginsel dat >d3 Bjhel het richtsnoer en
de toetssteen voor de "Actgcving en het
regeeringsbeleid zou worden." 2) »0p de
zelfde gronden, waarop R >me het volk den
Bijbel onthoudt sluit dr. Kuyoer dit boek
voor de overheid.'' 3) Ea dat mag niet,
immers «dei Heilige Hohrilt is, wanneer men
wat dr. Kuyper niet doet, een behoorlijk
onderscheid maakt tusscheii wetenschapen
kennisse God-s, niet alleen gegeven om den
mensch den weg der zaligheid te wijzen,
mair o>k ooi het lichtte zyn waar'nj ieder,
altijd, onder alle omstandigheden heeft te
wandelen." 41 Waar er nu op de groene
tafel van ons christelijk ministerie evenmin.
als bij de liberalistische ministeries, een
B jbel voorhanden blijkt te zijn, die gedurig,
bij binnen- en buitenlandscbe za'fen, enbij
de dingen d:e le^er, vloot, fi '.ancien, justitie,
koloniën, handel, nijverheid e:i water
staat raken, geraadpleegd wordt; is het
begrrijpjUjk dafc de verzuchting door dr.
Hoed ;miker geslaakt wordt:
'G_-eiD ons een 8;aat m;t den Bjbel!"ö)
li ".i harde beschuldiging die den
christelijken premier door een suede-christea en
mede C ilvini>t naar het hoofd wordt
geelingerd: wij hebben geen staat met den
bijbel, wij hebben geen stiat met G /ds
woord, wij hebben geen stait met de
openbaringe G > li, wij /,j;i niet tevreden dat
di naam G > is alleen hij de verkiezingen
dj overA'inning hyet't behaalden wij nemen
er evenmin goaoogen me Ie (Li;, de minister
van bi iealiiRd che zaken in de kamer
verklaard heeft, daar niet te staan als
th-.:olo.)g, a!-> goclgeK-ardi, wij merke'!
toch vJ.a ziji chrintelijkh'jid zo > weinig,
evenmin als van zijn re^'<;reu vol^eas de
or.lina'.iliëi des H ;eren l O! gru vel! D..
j Kuyoer schijnt, z^ü's ->,vel*??*, inieiidj statuti
te kennen", wair geen enkels straal djr
onenb.iriiig <1 >ordro-g", (i.) ViUens d'.
K iy,!.M' g utt het re^-'eivii dus h ;el gooi,
ook zonder dea b'ybil. ook zondjr G > Is
woord, ook zon Ier de op;nbanng de?
Hit'ren! I< h.!t te vorw ),id 're<i dat de
vrienden van dit kostelijk M uijtsrii niet
langer z vijgen kunnen, maar spreken en
getuigen moeten, dat liet hoo^e woord er
uit m jet: »Xj die gereformeerd willen zijn
ook in de staatkunde, hebban alfeen te
eischen dat di O /erheid naar God s woord
rc^eere, dat dezes hare roeping
indegroiidwet worde vastgesteld". 7)
Dr. H )?djniiksr dringt daarom aan op
«Grondwetsherziening iti N .djrlandschen
zin'1.
Wat .'lij d irme-le bjd->e1t?
l).tt il J Nj-d. Il-ry. K-T'* we Ier bij ds
Wet a's S aatskerk erkeiid worde, nu ile
slaat hare ntnj'rilit.-it in zike d;n gods
dienst afschud Ie : »dat de stait niet t.vee
of meer kerken als van pabliöken rechte
kan ha'iilhüven; eveum!;i als t,wt-e
Cnrtsiussen"S,i 0:1 diirom de N; l H-rv. Kjrk de
nati male kerk worde. D.; il o.nsciie K Tk
kan hiervoor niet in a:ui nerkiuif koajrfo.
Uit h-i>'e 031 jde.iis (och zij i bij wjttige
gevol^tvykkiu^eu stel regels af te leid-iii
»;lie ecu gevaar voor d: liar^erlijke samen
leving opleveren"; en h?t is on die reden
«maar ook alleen om il ie reien noodig,
hare led ) g'en invloed op de regoaring
toe te kennen7'. '.)}
D- X..d. 11 .u'v. kerk, volgens dr. Hoede
maker du-» tl" kerk. DJ kerk »jene
godmen<chpdyke tnslelling" en de C) ;erh;id
aan hare belijdenis g-3i) mden. en verplicht
om »J3 waarheid die de kerk buig' U en hel
licht dat zij tot recht verstand van het
woord ontsteektr' aan te nemen.
G ;en godsdienstvrijheid dus meer in
Nederland en geen vrijheid van
gedachtenuiting! Godslastering gelijk gesteld met
moord; 10) wat bij de invoering van de
doodstraf heel wat beulswerk zal geven,
immers al wat er kwaads gezegd wordt van
de Njd Her v. kerk zal als godslastering
beschouwd worden, ala eene aanranding
van. deze godmenschelijke instelling.
Ook dr. P. J. Kromsigt, de politieke en
kerkelijke geestverwant van dr. Hoedemaker
denkt er zoo over.
Hij toch echrijft: »De kerk is Gods werk."
>\Vie de kerk dus maakt to^ eene
vereeniging, randt feitelijk de eere Gods aan
en zet den menscli op den troon." 11)
'De kerk is ook volgens hem: de
Nederlandsch Hervormde kerk. Rmdweg ver
klaart hij toch: »Wrj geiooven,dat de Ned.
Herv. kerk is de uitwendige openbaring
van het lichaam van Christus in Nederland.
Wij beschouwen diens volgens alle andere
kerken in ons vaderland of als valsche
kerken ? als se/iewrkerken." 12)
Terug dus volgens de heeren Hoedemaker
en Kromsigt naar eea Staatsgodsdienst,
een Ss/aatskei k. en een S aat met den B'jbel.
»Indien de Staat met den Bijbel ondenk
baar is" zoo beweert dr. Hoedemaker «zullen
wij ons duur gekocht voorrecht om God
naar zijn woord te dienen, moeten in
boeten." 13
Waren de heeren H >edemaker en Krom ?
sigt, ministers, zoo zal men zeggen, dan
zou het er zonderling en treurig uitzven
met het Nederlandsche volk Nu er weinig
of geen kans bestaat dat er uit deze predi
kanten en doctoren in de godgeleerdheid
ooit ministers geboren zullen worden, gelijk
het geval was met dr. K'jyper, lach nu
om hunne reactionaire en theologische ge
voelens, en laat ze praten, van hun gepraat
komt toch niets terecht.
Ook als men lacht en geen gevaar ducht
van de politieke beschouwingen van de
heeren Hoedemaker en Kromsigt, mag tnen
niet vergeten dat zij niet op zichzelf staan
maar eene partij vormen, die esne eigen
aardige houding aanneemt tegenover het
Giristelijk Ministerie. Het is de party' die
25 April j.l. te Utrecht werd opgericht en
die zich ten doel stelt de handhaving van
»het christelijk historisch karakter der
natie". In de oogen. van deze partij is het
Miaisterieele C.iristeiidora dus ook al het
ware niet. Toen in de Miimaand te
A.msterdam eene vergadering werd gehouden
waarin de heer Wagenaar ?aa L?3Uaarden
de beginselen dezer partij uiteenzette, was
dan ook de groote grief tegen de Regeering
dat deze niet regeert bij de gratie Gxis,
maar bij de gratie van de stembus, en dat
d3 overheid worden moet, wat zij op het
oogenblik nog niet is: «Dienaresse Gods".
Een en ander zal nu eerst geschieden
wanneer er maar komt »cea S.aat met den
Bijbel".
Juist omdat wij niet in de dagen van
verkiezingen leven, waarin holle phrasen
en groote woorden dienst doen om d i menigte
op te wekken en aan te vuren juist
daarom is het goed de holle phras^: Een
Slaat met den Bijbel wat van na ierbij te
bekijken, en de zinledigheid van deze uit
drukking in het licht te stellen.
De, Bjbel bestaat evenmin als de S.aat,
beide zijn holle begrippen, die hol blijven
als men ze niet eea bepaalde inhoud geeft.
Spreekt rnen in ous land van de S .aat,
en bedoelt men. er mede de tegenwoordige
regeering van Nederland, dan weet men
ten minste wat 7ïien op bat 004: heeft, en
is de vaagheid van h^t begrip «Staat' weg
gen o ;nen.
Dat gaat niet zoo gemakktlijk met het
begrip: de Bjbel E/enzeer als de uit
drukking »E3ii sch >ol met d-nt B jbjl' eene
valsche en misleidende leu«e is, die eer,t
haar leugenachtig karakter verliest wanneer
ze wordt omgezet in de formule: De school
met een Bybd," evenzeer is het noodig de
luuse: »Eeu S i a t met den Bj'iei" o .n te
zetten in de formule: DJ Staat met cru
Bjbel. Zj die zich van de uitdrukking de
Bijbel bedienen, hebben toch aliijd een
bcpialle B jb.'iverïaüiig eenebcpialde R
jbslverklaring, en eeu bepaald aantal
Bjbelboeken op hst oo^. A's bier twee of meer
deren het z -ifde iggen bitsekea', het lang
niet altij i heuelf Ie. H ;t gaat mat het woord
«Bjbel,'7 gelijk hit gaat met bat wojrd
»G >d ' en IHH de uitdrukking «woord van
G ) l" . .. een ieder denkt er iut zijne bij;
het zijn en blijven zuieer subj«lieve
waarIi6-Ien ; in oad rscheiiiing' vau objectieve of'
wetensc'.vapp-;!ijke waarheden geloofa
waarhed -u.
N .1 z^gt dr. II >e hamaker Indien de
waarheid subjectief is, hmdt zij op
wau1liï.d te zij i en stait het ieder vrij haar te
VLT'.v-.-nvm.'' 11) N :;ts natuurlijker dan
dat' W.it h dcii ad>of.-< vaariioi;! voor mij
i-;, kiiii m jr^-ii ophouden dat te zija, en
w.i! iie ee:i ais g? lo ifVivatrh.'id aanueernt,
verwerpt dj ander. Alleen bïtcij-.b'ii'K-
'.vaarhj(U'o zija iibjo.:ti^f en evident voor allen, over
d.jze bah léft niet gestein l te worden o,a
ze een dwingend karakter !e geven. I i de
poli.iek en in de goisdisnst bestaan echter
treen wete-i^chappeüjke vvaaihrslen, Von
Bi-iinarck, die ais de staatkunde ter sprake
ko'ut, g^iu)3iu l maj worden zei Ie eens:
»Ic!i k-diin versiehern die Politik ist
keine Wissenschaft, die niann lenun kann,
8.e ist eirie Ku-ist, unl wer S;e nicht kaun,
der bleib, besser da^on". DJ leuze: »een
Staat met den Bijbel"', kan dan ook
hoogstens als valse'ie leuze dienen, waar
mede egn ka'iierzctel te veroveren valt;
daarna ka'i zij »een dienst in-vr doen. D.'.
Kuyper laat wjselij'c den Bjbel in de
bojkenküai, hij deelt zslfd g-ea bij'ojls uit
1) B;j'angabracht door dr. Pa. J.
HoedaBaj.ker. D '.rja j xirgang. p. 2i>
?2) p. 21
?'S; Bja^rig^brac'it. T *eale j nrg-»ng. A
nsterdu-n. J. II vaa Dan. p. iit
-Ij p 10'J.
) B jien^ïbrasht. Djrde j iirg.ing. p, 'J2.
0; TV;MJÖjaargang, p. 107.
7) p. 15S.
.S) p iiH.
!)j Bj^engsbracht. Augustus 1901 p. Itii.
10) »Gjisii»storing is eene misduid e?en goei
s\!.i inourj, en stait hiermeda op ie ly'n."
B-jaanfrahrftoht. Tweede JMrgaig. p, 153
11) Ti-otïjl en Z *Aard. T/fjemiandelijksch
Tii'.lsjhrifr. 4 ; j urgau$ 1901. p. 1.
1-'J p. 3.
l.'l) Bjaeugibrauht. Darde j iargang. lffl'2.
P 'l
11; p. :SS
na een ministerieel diner on er een
kapitr tel uit voor te lezen. O_a de malliefhedea
waartoa dr. Hielema'ier en dj z'jaenhem
', zoudan willen verlokken, zal hij zeker
heimelijk en misschien Wel openlijk
har. teltjk moeten lachen.
: Amsterdam, 5 Juli 1902
J. A. HELPER SESBRUGGER.
Mr. v. Hall en de onderwijzers.
Het puntenstelsel heeft spanning veroor
zaakt tusschen den wethouler Van Hall
en de onderwijzers (Afd. Amsterdam van
den B'jnd van Ned. onderwijzers)
De heer Vaa Hall verklaarde zich niet
langer bereid met het Bestuur dier afleeling
»in welwillend gesprek te treden"; hij gaf
daarvan kennis in een gemotiveerd schrij ven,
dat volgenderwijs beantwoord werd:
Aan
den Wethoui.r oaor hit O.teierimjt.
F.delacJiHare lieer,
Naar aanleiliug van U\v schrijven van 16 M:i,
No. 25.31 O, zij het ons rerguud liet volgeuJe op te
lucrki-n.
lo. Zoo U be'ieud is, hoopte en vertrouwJe ons
Bi'stuur, dat na de behandeling der salaris-voordrachten
in dea Kaal 0(j 23 en 24 October 19)1 er een
t:jdp 'i-k van rust, betreffende de salarieenng der
onderwij/.e.rs(V.sscii) zou aanbreken en we ons mér uitsl'iitev\d
zoudea kunnen b-jzi^ houden met de belangen van
het kinil en hi't onderwijs.
Bij de Vourdnielit van B. en W. van 27 December
1901, waa het iaalste lid van art. 9 ingevoegd, uit
luidde anders dun de der^elij vf clausules in vorige
ver.irden'ng.-n en zotte de zekerheid van salarieering.
in het Ie Uil van artikel 9 ueerg lejd, op losse
sclr'oeven.
De missive van B. en W. van 18 April j.l. aan
de Huifden van Si-holen is een besliste negatie Vau
de waarde en de beteek.'iiis van den oulerwijfer voof
de school.
Dat er ernstig misnoegen onler de onderwijzer»
ontstond, is alleszins natimrlij'; en dat liet Bestilut
van de Vakvereeniging der OaJenvijzors er op bedacht
wis in dezen handelend op te tredeü, was plicht.
liet BcsUiu' meende en meent nog, dat het in het
belang' van de onlerwijzers en van het onderwijs was,
de kwest e dadelijk Ie doen behandelen in het openbaar,
Uat nu op die verga lering do ir sprekers de
haudelingea van Burgemeester eii Wethouders werden ver
dacht gemaakt e i de Oudcrvvijzers tegen het Da^elijkach
Bestuur werden o.jg.-zi't'' kaa het liüstuur, ook «3
herlezing d'l' pjrsver^litgeii in Handelsblad, Nieuws
v. A. Dat/, Nieti '-e Rotterdammer, Teh-jraaftm Echo,
niet toegeven.
De dojr een der Sc1ioilo;>zicners geuite bewering,
dat het bestuur Dr. van Le.'iiiven uitgenodigd z-iu
he'jben, omdat hij Sociaal-Democraat is, is niet vol
te houden, wanneer men weet, dat het Bestuur .Mr.
J. A., Levy uitnoodigde.
2o. De eisch door U gi'steld, dat onze Vjorzittef
de Sjin-kers tut de orde had m leten roepen, of daarna
weerleggen, is dunkt ons niet hondbair
Het is gelukkig geen gewoonte, en mig ook aaoii
gebruik worden, dat zoo iets geschie H.
Ken apreki-r, uit^enoodigl door het Bestuur eencc
vercenigiirj;, kan dnov d^n VuuriiWe.' niet tot de orde
geroepen worJeti. EeQ ^pi'. keL' vve.-rleg-i'en, dieut te
geicliietleu door de vergadering, ?oo ,lie hè: uoodig acht.
3o. Bij monde vau den \oorz.tter zelf, werd. a:iu
Burgemeester en Wethouders de wet gesteld".
Dit doelt zeker hierop, dat onze Voorzitter zou ge
zegd hebben : Die circulaire ~itl \vorden ingetrokken".
Dit is hem t-nminste n\elegedeeld do.ir twee del
Ai'rondisseinents-Schoolopzieners, die het ook weer
van deiden hadlen. }
Ju de genoemde persverslagen staat er uli'ts van.
liet is dus /eer de v-aag óf hij het gexegd heeft.
.M'iac toeh kan h;j het ge/eg l li-bbeu! Doch dan,
ah slot vun deze o\er,veging: Iets. dat in zich zelf
verkeerd is, : il verdwijnen. Wanneer de publieke
opinie medchelpt, /al dit ve 'd.\ijnen des te ~|)o;digeL*
Wij beljlieii gcmc'-n l Int Viireuslmiide ouder I'we
a:\udieht te m ieti;:i brengen, o>ti oiijui>te beWfM'iugen
te uu/.ea o])/,ie.ite weg 'e uem'ii.
Teven* flrak'-;eii wij nog'iuui1» o:is ]eed\v /'u erover
ui1, iUl l' m p'ut, hè; H.:-liiiir d'f \ .ikvereeni^ing
vaa O.hlei-vvij^ri's n:et meer te kunnen ontvangen.
\V i in'ene i, dit in het b.'l:ii|e- v:ni il-et «Mlderu ijs rn
\ :l i ut- 'M.' li'i'u ij^el's h l ^c\\ ell.seiit i , dit ut indeling
oude h'Uid ln.-s-!u'i den U'e h ,u-l T vo ir !ie! Ou
Ierwijs ^\ h'l !>'-limr van dea iln.i \m Oule.'wj/ rs
niet ivurd nlge^ie lu".
E-in schrijven waarop de heer Vaa Hall
ten slotte gsjantwoord hoeft:
»Xa mij uit U v sohrijven van .T l Me.ijl.
is gelilekeu, dat. l v lijstuur va» meening
is. in do zaak, waarop mijn brief vaa
lu Afüj 1. doelde, g.ïhdnd.dd te hebban
z-ooals het behoorde te doen eu da-i eene
herhaling van dtT^elijke handelingnn elk
oogenb'.ik verwacht kun w-orden, vind ik
niüncrzij Is seen re le.i o:> tn'in bj-sluit
^ j i ,, ± j
terug t,e ko.n-Mi.
DJ heer Van Halt bleef dus bij zijn
tneening, dat het bestuur een perso Hilijk
onderhoud onwaardig was, wijl het, zojals
hij het, nojmde, »vergndering^n ha l belegd,
waar door sprekers, die niet door den voor
zitter tot de orde werden geroepen, no3h
weerlegd, de handelingen vau B. en W.
werden verdacht gemaakt, de onderwijzers
tegen het Dj/g. B.-stuur werden opgezet,
en bij monde van den voorzitter zelf aan.
B. en W. de wet werd gesteld."
Het Bestuur, begrijpende dat d^ze
toastatl"d na leelig voor de luiarigen van het
onderwijs moest zijn, besloot zijn nrmdaat
in handen der afleeling te stellen, doch de
ruim iOO aa-iwezige leden wilden van geen
ontslag w-aten, met alrjemeene slüiiimm
werd de houding vai het Bjstuur g
>edgekeurd.
Iv.i zoo zijn dus de diplomatieke bitrek
kingen afgebroken tusschea de Gr»ote ea
de Kleine Mogendheid tussehen mr. Van
Hall eu de klasseonderwijzers.
D.u kan zoo mo:iltjk lang blijven duren,
muur boy er een eind aan te maken ?
Van H-iH vindt het puntenstelsel
voortn.'ir.'ijk, en do bestrijding daarvan d K>r de
omler.vijvers in het openbaar zooveel als
een böle-.'dii'iiig van B. en W., en daar
kan hij niet op terugkomen, want dan zou
de M ij-stuit van het dl-tadobjstuur iiic4
weinig lijden. I iiaiers, wat zouden de
onderwijsers z?ggen? E,rst heeft de Wet
houder in onze waardigheid en daarna in
zij i eigen waardigheid zich vergist; de onze
t u laag, de zijne te hoog tax erende. ...