Historisch Archief 1877-1940
No. 1'307
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
hoe tul}-n wij nu hem en het college van
B. B W. wat wij zoo gaarne doen, verder
voor onfeilbaar houden ?
Leefde men nog een halve eeuw vroeger,
men zou de leer kunnen toepassen: »wat de
heeren wijzen, moeten de gekken prijzen",
en de baloorige en ongezeggelijke onder
wijzers de laan uitsturen maar in onzen
tijd van het recht van vergadering en
vereeniging gaat dat niet zoo gemakkelijk,
en dan... al die honderden tegelijk!
Toch is de toestand onhoudbaar, waar
een wethouder van onderwijs met het be
stuur van de onderwijzers vereeniging niet
meer kan praten, en zoo schijnen we ons
er op te moeten voorbereiden, dat Van
Hall dat bestuur volgt en, gelijk dit zich
tot de Afdeeling richtte, aan den Raad
schrijf!: »Hoewel ten volle overtuigd van
het correcte van mijn optreden, toch meende
ik, nu de zaken zoo staan en er dus
nadeelen voor de belangen van het onder
wijs aan verbonden zijn, den Raad in de
gelegenheid te moeten stellen zich uit te
spreken en stel ik derhalve mijn mandaat
als wethouder beschikbaar''1.
Maar wat een droevig eind zal dit zijn
van de wethoudersloopbaao. Geformuleerd
naar het puntenstelsel, wat men, zal
des heeren Van Hall's werk naar
behooren getaxeerd worden, wel dient toe
te paseen, mag men aangaande hem als
wethouder voor onderwijs getuigen, dat hij
gedurende al de jaren van zijn
ambts-vervulling gemiddeld een xes heeft, behaald ;
«n nu zou hij heengaan als ware zijn af
treden voor het onderwijs winst....
Dit moet voorkomen worden wie
schaft hier raad ?
Misschien zou het mogelijk wezen ook
bij dezen strijd den &mter en meer
gebruikelijken weg' te volgen ... een
bemiddelings comitéte zoeken ter minnelijke
schikking. Mocht dat inderdaad zoo zijn
dan ware de richting, waarin men hier te
streven had, aangewezen. De heer Van
Hall is, naar wij meenen te weten, Vrij
zinnig Demorra.at. Van welke zijde zou
bij dus liever een onpartijdig oordeel over
het punter stelsel en zijn houding tegenover
de onderwijzers vernemen, dan juist van
het Bestuur der Amst. Afdeeling zijner
eigen partij? In haar allerdiepste diepte is
de quaestie eene van demoeratinchen aard,
zij raakt de opvatting van het begrip
menschenwaarde, ook waar de mensch
een onderwijzer is. Welnu, mccht de heer
Van Hall, trots zijn vrijzinnig democra
tische overtuigingen, als een soort van
atavistische uitwas, nog een aristocratisch
wratje hebben overgehouden, welk een
voorrecht zou het voor hem zijn, door zijn
allerbeste vrienden, met een heel scherp
mesje, daarvan op zijn ouden dag nog te
worden bevrijd.
Nog een uitgestelde kroning.
In het vorig nummer van dit blad wezen
wij, naar aanleiding van de hernieuwing
der triple alliantie, op het merkwaardige
en in ztker opzicht geruststellende feit,
dat de geallieerden, zoowel die van de
triplice als die van de duplice, zich
geensiimtiHtmi uut Ji
DE DOLLE".
5) »OOK
J. F. DS WITT.
Ik «Qoet hier DU zelf weer een paar regels
scbrijvcn, Ik had natuurlyk erg met my'n
ouden vriend te doen. Zijn brieven gaven hem
zoo geheel als by was. Eerlijk, oprecht en
teergevoelig: met een herinnering voor geheel
zijn leven aan zijn uitstekend tehuis, aan zijn
moeder vooral, die de ziel ervan was; met een
groote waardeeiing van echte vriendschap, maar
ook met een eenigszi; s drukkend bewustzijn,
dat hij zelf zich een weg banen moest. Hij was
welgevormd <n fcterk, bij bad een gezonde ziel
in een gezond lichaam ; hy had een opvoeding
gecoten zocals de beate Amsterdamsche burgers
hun kinderen v< mogen te geven ; en nu moest
hy' goed toegerust ais hy' wac, verder zijn eigen
leven inrichten. Het was een ernstige eiscb,
maar geen onbillijke. Ea dat bij nu, nadat hy
ternauwernood in de maatschappy was getre
den, verliefd was geworden op een dermoois'e
en elegartste mei.'jes van de stad zyrer inwo
ning, dat was te begrijpen en te vergeven,
maar als dat rrooie, elegante meisje _eei jong
substituut-griffier met meer idealen d'an baard
nu niet den aangewezen man achtte om haar
in het leven te geven, wat zy er van verwachtte,
dan kon men haar daar evenmin een verwijt
van maken.
Ik geloof ook, dat als men alle mannen
samentelde, die met hun eerste liefde huwen, de oogst
hetl dun zou zyn, en ik ken er verscheidere,
die heel dankbaar zy'n, dat het niet gebeurd is.
Ik had dus wel medeleden met mijn besten
vriend. Ik kon hem echter moeilyk iets anders
aanraden dan als een man zy'n l'.cd te dragen.
Het is hard j s de godin van je hart te denken
in eens andermans armer, maar als zy' die zelve
uitkiest dan meet je levenswijsheid genoeg heb
ben om een andere godin te zoeken. Zoo
zat ik over my'n vriend te peinzen en in dien
zin schreef ik hem ook een wellicht wat
vad-,rlyken brief.
Hoe verbaasd was ik echter, toen ik eenige
dagen later 's morgens werd opgeschel d vooreen
telegram en het formulier openbrekende, las:
.Schrik liet. Ben verloofd met Ida."
Ik schrok niet zoo heel erg, maar was toch
zoo verrast, dat ik op dat oogenblik niets zou
hebben kunnen zeggen, Ik liet een gelukwensen
teiugseinen en girg 's middags zy'n ouders
gelukwei schen, d.e even verbaasd waren. Ik
kieeg pas Oj.h Idering, toen ik weer een brief
ontving, waa:in hij «y'n hart uitgestort had.
Het bleek ru, dat hij toch na het diner bij
den kolonel was gegaan, en dat hy' ondanks
elk argstig voorgevoel, zich daar heel goed hal
thuis gevoeld. Hy zat wel niet naast de jarige,
maar kon als een der jongste gasten op die
eer ook geen aanspraak maken. Alles wasgoed
gegaan. Het diner was algeloopen, tot groote
voldoening van de vrouw des huizes, daar alle
schotels goed uitgevallen waren en bij het
bedienen geen enkel ongelukje was gebeurd.
Men had het dessert met ssaak genoten, tot
groot genoegen van den gastheer, die ten slotte
nog een paar fijt. e merken had doen rondg an
en daarna had men zie h in de salons en de
corridors verspreid. Van een mededeeling om
trent de verloving van de dochter des huizes
was echter geen tprake geweest .en mijn vriend
was weer heelemaal op zijn gemak gekomen.
Daar het een warme voorjaarsavond was had
men de groote veran^&deuren opengezet en
waren de jongeren zelfr in de open lucht ge
gaan met een kojyje geurige kdfie en een
sigaar.
Eensklaps", zoo vervolgde het schrijven,
eensklaps miste ik in het gezelschap freule
Ida en )k kreeg een gevoel dat r.u wellicht
Terneuve haar had meegetroond in het
acbtergedeelte van den tuin, die de villa omgeeft om
baar de ermtige vraag te doen Het was als f
ik mijn bloed voelde verstijven en wijn haren
recht gaan staan.
O! wat r.ocmle ik mij een stommeling, dat
ik (och ook niet een kans gewaagd had. Nu
was h«t vermoedelijk onherroepelyk te laat.
Ik keek uit de veranda mistroo^ig den in
duisternis gehulden tuin in. Plotseling zag ik
Terneuve naast rcij staan. Hij was zeer opge
wonden en toch was zijn gelaat zoo wit a'.s
een doek.
Wat staat gij daar als een ridler van de
droevige figuur," voegde hij mij toe, als ik
in uw plaats was, zou ik liever eens achter in
den tuin gaan kijken, Hirtsndame beorfent
daar de astronomie.'1
Ik bal den man ZOD kunnen aanvliegen;
want zijn toon was beleedigend, maar ik dacht
gelukkig om Van Doorn's raaH, bedankte hem
schertsend voor zy'n aanwijzirg en liep wer
kelijk den tuin in.
Stel je voor ho3 ik schrikte, toen ik een
paadje volgend, eensklaps freule Ida's stem
hoorde. Klagend riep zij uit: Och, beste
menser Van Doorn, waarom doet u mij dat
verdriet. Ik heb het altyd zoo prettig gevorden
met u om te gaan, maar daaraan heb ik niet
gedacht. Toe, wees u niet boos, het zou mij
zoo spyten als u boos werd, maar ik h»b nooit
zoo over u gedacht. Ach! laat mij alsjeblieft
nsar mama gaan."
Toen even s'ilte en dan hoorde ik van Doorn
schor zeggen: Wil ik u naar uw mama bren
gen of wil u alleen zijn?" en daarop Ida weer:
Laat u mij dan alsj blieft even alleen en to«,
meneer, wees u niet hoes. Het doet mij zoo'n
verdriet." Ik hcorde haar snikken. Van Doorn
zei verder niets; hij scheen heen te gaan, ik
boorde zijn sp ren klinken. Gelukkig liep hij
links om, want anders had bij mij motten ont
dekken. En, lieve God, teen kwam Ida r-chtsorn
en stond zij eeneklaps voor mij. Ik schrok, want
het was immers c f ik hen had willen beluiste- j
ren, maar toen zij mij zag riep zy a's met een
zucht van verlichting: O, ben jij daar? Wat
zins afkeerig toonen van toenaderingen
buiten den engen kring van het Verbond,
hetzij deze al of niet door officice!e over
eenkomsten zijn bezegeld.
Zulk een officieele overeenkomst is voor
eenige jaren tot stand gekomen tusschen
Rusland en Ojstenrijk, en heeft ten doel
de handhaving van het statu quo op het
Balkan-schiereiland. Bismarck, die be
weerde, dat de botten van n
Pommerschen grenadier hem meer waard waren
dan de geheele Balkan quaestie, en die in
de kritische tijden van den strijd tusschen
Rusland en den orjgelukkigen, lidderlijken i
Battenberger zich hield aan zijne uitt-praak:
»Bulgarien int mir Ilekuba", of op z'n
goed Hollandsen : «Bulgarije kan mij ge
stolen worden", placht hel Balkan schier
eiland de kinderkamer van Europa te
noemen. Dat sloeg natuurlijk op de jonge,
zich daar ontwikkelende nationaliteiten,
die voor het meerendeel nog in haar
vSlurmund Drain/periode'' zijn. Maar met even
veel recht heeft men dat Balkan schier
eiland vaak de kruitkamer van Europa
genoemd.
Dankbaar moet erkend worden, dat,
niet het minst tengevolge van de overeen
komst tusschen Rusland en Oostenrijk, al
het mogelijke gedaan wordt om te ver
hinderen, dat er een vonk in die kruit
kamer valt. Zulk een vonk zou de pro
clamatie van Bulgarije tot onafhankelijk
koninkrijk kunnen worden.
Het is natuurlijk voor deri telg uvt eene
oudp, regetrei.de vorste; familie als vorst
Ferdinand, die van moederszijde een nako
meling is van koning Louis Philippe van
Orleans, minder aangenaam, nog steeds
een vazal van den Sultan te zijn. Vroeger
of later zal die verhouding zeker worden
gewijzigd. Of het echter verstandig van
vorst Ftrdinarid is, thans op die wijziging
aan te dringen, mag men veilig betwijfelen,
niet het minst omdat de raadslieden van
den vorst, die hem op zijn laatste reis
naar Petersburg vergezelden, zich in dit
op acht uiterst gereserveerd toonen.
In een zeer interessante correspondentie
uit Coustaritinopel betoogt de Frankfwler
Zeitung, dat het voorals nog voor Bulgarije
niet wenschelijk zou zijn, de banden te
verbreken, die het met Turkije verbinden,
en dat het belang van Bulgarije zwaarder
moet wegen dan vorst Ferdinand's eer
zuchtige aspiratiën. »De tegenwoordige
vazallen-verhouding tot den Sultan"
zoo lezen wij in het blad «bestaat voor
Bulgarije meer rechtens dan feitelijk, maar
aan die verhouding ontleenen de Bulgaren
zoovele voordeelen van politieken,
nationalen en stoffelijken aard, dat men voor
hen de voortzetting daarvan zou moeten
wenschen, zoolang het Turksche rijk in
Europa bestaat."
Onder de fictie, dat Bulgarije er.
OostRoemeliëstaatsrechtelijk een iutegreerend
deel van het Turksche rijk uitmaken,
mogen de Bulgaren, wanneer het hun ge
legen komt, zich doen gtl.ien als onder
danen van den Sultan en genieten van
alle hieraan verbonder.e voordeelen ; zij
kunnen echter ook, zonder gevaai voor het
bestaan van Bulgarije als staat, het tegen
deel doen, wanneer zij daardoor nadeelen
kunnen vermijden. Eenige jaren geleden
heeft Bulgarije zich jnist op zijne verhou
ding tot Turkije beroepen om vrijstelling
te verkrijgen van het invoerrecht van 8 pet.
dat aan de Turksche grenzen van
Bulgaar.-che waren werd geheven. Die etsch
is toegestaan, en de vrijstelling is aan de
industrie van Bulgarije en den landbouw
van Oost-Roemeliëin hooge mate ten goede
gekomen. Van meer belang is bijna nog
het feit, dat het hoofd der B,)lgaarsche
nationale kerk, de < xarcb, te
Constant!nopel kan gevestigd blijven en daar eene
groote mate van zelfstandigheid geniet.
Onder Turksche vlag zet het Bulgaarsche
exirchaat te Coiïstantinopel ongehinderd
zijne Bulgaursche propaganda in Mace
doniëvoort, opei.t daar scholen en sticht
er kerken, en verzekert zie*! zoodoende
een groot overwicht tegenover Serviërs,
Roemenen en Montpnegriinen. Ditexarchaat
is in Europeesch Turkije een staat in den
staat geworden, en veri-tandige lieden in
Stamboel en Yildij Kiosk zouden de ver
heffing van Bulgarije tot onafhankelijk
koninkrijk ongaarne zien, omdat daardoor
de macht zou worden gebroken van het
exarcbaar, dat op Turksch grondgebied
niets meer te zeggen zou hebben en zijn
zetel raar S fi.l zou moeten overbrengen.
Het eenige tastbare voordeel van de
verbreking dier banden tu-^scheu Bulgarije
en de Porie zou bestaan in het staken
dor betaling van de jaarlijks voor
OnstRoenu-lic opgebrachte ^cbailing van onge
veer 1ÜUOÜO Tuiksche porrlpn. Maar
diidrom is het zeker niet iri de eerste
plaats te doen.
De Bulgaarsche politici begrepen in dit
opzicht heel wat beter dan vorsr, Frrdinand
de belangen van hun lam!. Ree-ls Stam
boek tt' heift gewaarschuwd voor een ontij
dig jagen naar de Kroon, on dit »hetgr»f
van Bulgarije" genoemd. D.j Bulgaar.-che
minister-president DanefF, ciie den vorst
onlangs op zijn reis naar Petersburg
begeleidde, heeft pertinent verklaard, dat
te St Petersburg de quaestïe der onaf
hankelijkheids-verklaring van Bulgarije eri der
proclamatie van het koningschap in 't
geheel niet is aangeroerd.
Deze verklaring is natuurlijk op te
vatten als een officieele waarheid. Het is
best mogelijk, dat vorst Ferdinand op eene
of andere wijze zijn hartewensch aan zijn
grooten Russichen patroon heeft kenbaar
gemaakt, maar hij het ft dit verlangen
slechts kunnen uitspreken als een persoon
lijke wensch, daar zijn eigen verantwoor
delijke ministers van deze onpraktische
plannen niets willen weten. De heer DantiF
heeft onlangs aan een redacteur van den
Figaro gezegd, dat de Russische autori
teiten, bij de bespreking van quaestiün,
die Oostenrijk's belangen op het
BalkanSchiereiland z(.uden kunnen raken, de
allergrootste voorzichtigheid toonen. Is
dit juist, hetgeen wij niet betwijfelen, dan
kan vorst Ferdinand zijn' koningskroon
gerust nog voor een aantal jaren opbergen.
n/J UWlsclieD gemeenteraad
door JAN VAN 'T STICHT.
willen die merschen toch, en dat allemaal r.og
wel op my'n verjaardag." Zij greep my'n arm ais
tot steun en toen werd het mij te machtig; ik
sloeg mijn arm om haar heen, haalde haar raar
mij toe en voor ik het zelf wist bad ik haar op haar
zachte warme war g ge',us! en op haar betraande
oogen. E-.i God in d>-n hemel! zij liet het to ?, zij
«ei maar zachtjes: O, ik ben zoo gesihrikt, ik
ben z,o geschrikt", en zij leunde in mijn arm
met h&ar hoofdje tegea mijn schculer, net als
een arm klein vogeltje. Maar toen ik wou be
gluren te spreken van mijn lietde, kreet zij:
Ne?n, neen ru i.iet. Jij nu niet, breng mij
i y mama, breng mij bij mama". Ik heb hasr
even op de lippen gekust en toen zijn wij
zachtjes, largzaam aan r.asr hu's gewandeld,
en beb ik haar tot aan de zijdeur gebracht,
waar zij oribemerkt het huis ia binnengewipt.
Ik ging de achterveranda weer binren en zag
toen dat verscheidene ga ten zich gereed maak
ten afscheid te r.emen. Men wachtte nog even
om de vrouw des huizes te complimtnteeren,
die om voor mij begrijpelijke redenen, weggeroe
pen was. Mevrouw kwam weldra terug met de
mondaine jokken, dat I la zoo verschrikkelijk
hoofdpijn had gekregen, dat zij zich moest laten
excuseeren en toen ging men heen. Een
oogenblik dacht ik er over om te blyven en met
den kolorel te (--preken, maar omdat ik uit de
houding van Uu's moeder meende (e kunnen
opmaken, dat zy van onze ontmoeting niets
wist en er tcch tigerJijk tussch' n Ida en mij
ijiets gesproken wa-s, voegde ik mij bij de
vertrekkeriden. Ik zag noch Terneuve, ncch Van
Doorn meer, en in mijn geluk li p ik den
buitenwal rog om, altijd maar in mijzelf her
halende : Zy heeft my lief, zij heeft mij liet".
En gelukkig kwam ik thuis zonder iemard te
ontmoeten, behalve dien goeden Plankasrt, die
zijn mei'-je had thuisgebracht en mij mtt een
gezicht als had hij een misdaad ontdekt, toe
vertrouwde, dat freule Ida niet voor niet zich
bad laten ixcuseeren. Je meet het riet
oververtellen ' zei de geachte ambtenaar van het
0. M. maar mijn meisjes zegt, dat Ida of
icmard een blauwtje heeft kten loopen cf
geëngageerd is. Tertio non datur". En ik
dacht, wat een gezicht zou je zetten, als je
wist dat er drie gevall n zijn, twee blauwtjes
en een engagement.
Nu, verder kan ik kort zijn. Den volgenden
dag ging ik natuurlijk na de feo!fie dadelijk
caar den kolor.e!. Ik werd in c'en salon gelaten,
en vond Ida daar. Ge-proken werd er niet veel.
Alleen deed zij mij het verwijt, dat ik haar het
verdriet om met Terneuve en Van Doorn te
spreken bad kunnen b'sparen, en teen ik haar
zeide, dat ik mijn positie zoo besch>. iden had
gevonden, vergeleken l-ij die der ritnu ester.»,
toen heeft zij mij aan mijn oon?n getrokken en
gezegd: O jou, domme jongen, had jij mij dan
zoo'n veertiger toegedacht".
Zoo zie je, beste kerel, vrouwen denken altijd
wat anders dan je verwacht. En nu fomme-r
ik je om mijn ergel te komen zien. Wij zitten
's avonds jou krant uit-en-ter-r a te lezen. Het
is een heerlijk groot forraaa*. 0-s engagement
wordt jjatuurlijk eerstdaags publiek en dan
J03EPH MARIE PETRUS HARTE.
Zijn vader, een goacht burger dsr stad,
vestigde hier in 1847, order dt- firma J. J. Harte,
de thans nog bestaarde, btkr-nd^ zaak en wist
die spoedig tot grooten bloei te brengen en
zichzelf den naam te verwerven van een
degelijken en volkomen vertrouwbaren bandelaar
te zijn. Ofschoon zijne zaken hem by'i a geheel
in beslag namen, zwichtte hij toch in 18G4
voor den drarg van verschillende zijden op
hem geoefend om zijre talenten ook aan de
openbare belargen dier.stbaar te maken en
aanvaardde de her.oemirg tot lid van de Kamer
van Koo} handel, welke betrekking hij m«t
eere bekleedda tot aan zijnen dood in 18GD.
Die dooi, waardoor zijr.e weduwe met een
talrijk gezin achtei bleef, was oorzaik, dat de
toen nog slechts ve^niei jarige knaap?wiers
portret op mannelijken leefiijl hierboven
prijkt geroepen werd om de plaats zy'ns
vaders in te neraen, daar zijn oudere broeder,
den tegenwoordige minister vat> fir.anüen, reeds
eene andere roepir.g had gevolgd.
De ernst, die geheel den persoon Van Harte,
kenmerkt, is ongetwijfeld het gssvo'g van de
zware verantwoordelijkheid, dis reeds op zoo'n
jeugdigen leefiijM zijn schouders drukte. Want
reeds toen hield hij altijd het woord voor oogen,
dat thans nog de kernspreuk van zijn leven
en al zijn handelingen is : wat ge doet, doe
het go e a !
Hg werkte met y'ver voort op den degelyken
grondslag door zy'n vader gelegd en had zooveel
succes, dat by' na eenige jaren in de beide
grootste steden van ons laid, in vennootschap
en met medewerking van twee jongere broe
ders, filialen vestigde, die mede getuigen van
de soliditeit en omvangrijkheid der firma.
Doch al de beslommeringen, die de ^zaken"
hem veroorzaakten verhinderden niet, dat de
heer Harte de behoefte, welke hij gevoelde
aan meer wetenschappelyke ontwikkeling, door
eigen studie wist aan te vnller. en zich QÓ
vormde tot den beschaafden man van
algemeene kennis, dien men thans in hem waardeert.
Het duurde evenwel lang eer hij uit zy'ne
tent te voorschijn kwam en zich in het open
bare leven vertoonde. Eerst toen zy'r.e mede
werking gevraagd werd voor een zaak van
openbaar belang, die hem ook uit religieuse
overtuiging lief was : de Etichtir g eener R K.
komt er een feestje en daar zou ik joa gaarne
by hebben".
Het verzoek was nu zoo dringend dat ik niet
kon weigeren. Het was zoo langzamerhand
begin Juni geworden en hft was niet zoo druk
meer of ik kon wel van Zaterdag tot Maandag
gemist worden. Alleen was het een heele reis
voor iemand, die weinig van honk komt. Ea
lieve hemel, als ik geweten had wat ik allemaal
zou beleven, dan tad niemand my van hoek
gekregen.
Ik ging echter welgemoed op reis. Mijn vriend
was aan den trein om mij af te halen. lij
omarmde mij in een nog steeds hoogst opge
wonden utemmirg en begon dadelijk zijn
zaligteid te uiten. Ik kon zoo bemerken, dat de
goede jongen behoefte had aan een vertrouwde,
en dat ik bijna zes uren ie den trein had mogen
zitten om dat te worden Want met het egoïsme
verliefde menschen eiger, was ik niet meer de
oude vriend, de kameraad, met wien men van
gedachten wisselt, ik was niet eens een ga<-r)
ik was een luibterautomaat; mijn verdiensten
be.-tOEdsn in het bezit van een paar ooren en
van een stem om soms te zeggen : Och kom,
wat aardig!" en dergeliken 01 zin.
Ik kreeg ook ge n inlichtingen omtrent het
waarlijk, mooie rustige provinciestadje. Ik
hoorde alleen dat aar de photograaf woonde,
bij wien Ida z cri had Jaten photograteeren
wat doe je anders bij zoo'n artist dat Ida
t'yar baar parfumeri en kocht en daar haar
handschoenen; dat bij diej drukker de
terkmrjgskaarten waren gedrukt; dat als zij in het starïje
bleven wocen. Ua zoo dol zou zijn op die gracht,
maar dat Ida's pa veel kans had om naar den
Haag ts worden overgeplaatst en of ik ncu om
mijn oom wou denken, die een rechterlijke be
trekking in de residentie bekleedde. Alles
draaide om Ida. tot zelfs mijn oom toe.
Gelukkig, was de hospita van mijn opgewot den
vriend vers andiger dan hijzelf in d.ze om- '
standigueden was, en zoo vond ik op zijn kamer
een friseche droi-k en een hartige bete. Ik
kreeg toen Ida's portret te z'en. ida e« fac»,
Ida en profil, Ida truis quarts, Ida te paard,
Ida in tooneelcostuum, en Ida was waarh.k een
elegant persoontje met een friech gezichtje,
niet suitengewoou mooi naar mijn smaak maar
met een paar verstandige, trouwhartige oogen,
die echter wel een be tje de wereld inkeken
alsof zij gaari.e de leiding hadden. Maar c at
zei ik niet tegen mijn ouden fchoo'lameraad,
die met een kleur van opgewondenheid al die
portretten opdiepte uit een lade, waarvan het
slot dubbel omgedraaid was geweest en waarin
ik rog verdroogde bloemen, linten, balboekjes,
zelfs een bandtchoen zag.
Acb, hoeveel keeren heb ik zulke verzame
lingen gezien en wat is er van geworden !
Diefczelfden middag werd ;k nog aan de bil',e
en haar ouders voorgesteld en freule Ida, de
kolonel en de lieve huisvrouw ontvingen mij
met hartelijke welwillendheid. Wij dineerden
's middags by de familie van de aanstaande !
van my'n vriend, wiens oulers ook waren over- i
gekomfn, 's avonds besprak ik met de twee
byzondere school?de St Willibrordi-school
trad hy naar buiten. De bloei, waarin deze
gunstig bekende inrichting zich verheugt, is
voor een goed deel 1e vrucht der werkzaam
heid van den heer Hartp, die inmiddels reed»,
als blijk van waardeering zijner bemoeiingen
op het gebied der liefdadigheid, door Z. H. den
Paus was beroemd tot ridder in de orde van
den H. Gregorius den Groote.
Toen die eerste schrede gezet h?t ijs
gebroken was en i óó meer algemeen bekend
was geworden, welk een groote weikkracht er
in dezen burger verscholen Irg en lot bat
algemeen welzy'n zou kur.nen dienstbaar ge
maakt worden, werd er spoedig voor mear
andere betrekkingen beslag op hem gelegd m
zonderling... met den heer Hirte werd hier
voor een geheel andere weg ingesla^e*1, daa
hier steeds in zulke dirgen gebruikelijk is.
Men weet welke die weg is: zoodra iemand
een soort van waarschuwende stem in zy'n
binnenste meent te hooren, die hera zfgt dat
de openbare belsrgan zonder zijne
tnssehenkooist schandelijk dreigen verwaarloosd te
worden, dan r.eemt by zijn helm en zijn zwaar l
en wordt lid van een kiasvereer igïi g. Daar
zegt hij dan, in den tijd van verkiezirgen,
als er zoo nauw niet gekeken wordt, wel eei s
iets over een medeburger. A's hem daar, ra
eer, poos, de noodige vry moedigheid is deelachtig
geworden, dan wordt bij lid van de, Nijverheid,
van Fabri ks- en Handwerksry verheid en i»an
rog meer vereerigirgen, die hem maar hebben
willen en waar hy zijn mondje kan roereu.
TVn slotte degenereert hij in al die
vereer.igingen min cf meïr tot publiek fjireker
en als hij nu maar den tact .heeft zich den
naam te verwerven van meegaande te zijn en
niet altijd dwars tegen den man in, dan kan
hij er spoedig op reker.en een uit; oodigirg te
ontvangen om lid van de Handelssocieteit te
worden. Daar leert bij, behalve de vooi berei
ding van haiideltbeJangpp, oek rog
feesttraaltij len bijwonen en toasten slaan. Eri dar, is ti
klaar ! . .. Dan ontbreekt rog slechts aan zy'ne
volmaaktheid de bewondering der kiezcrsbent
en wanneer hij aan deze met eenig overleg
wordt voorgesteld, dan valt hem ie wel in
ruime mate ten df«S. In een wip zit by' dan
in de Kanjer van Koophandel en van daar naar
den Gemeenteraad de hoogste sport op de
Süchtsch-maatschappelijke ladder tl n'y
a qn'un pu*! De heer Var Beurirgpn is de
eenige burger, dien ik hier gekend heb, wien
het beschoren is geweest van ai die
vereei.igbigen of college's tegelijk lid te zijn.
Maar de heer Harte heeft zich in het geheel
niet op al die orderste sporten opgehc uden.
Hy stond en het mag wel een bewijs van
waardeering genoemd worden van dezen in het
openbaar leven aan velen zoo geheel onbe
kerden man ! hy stond onmiddellyk op
den bovensten sport. Eerst later hei ft hij rog
een tweeden maar lageren sport bezet, nl. dien
van lid van de Kamer van Koophandel. En
daar zal by het wel bij laten, vermoed ik ;
want voor een man met zy're plichtsopvattirg,
welke i iet gedoogt de functies, die hij op zich
neemt te beschouwen als eerebaartjes, waaraan
hij niet al zijre aandacht behoort te wyden,
zou de vervulling van rog meer betrekkingen,
veel meer vryen tijd vereischen dan waarover
de heer Harte beschikken kan.
Zy'n ernstig en kalm optreden in den ge
meenteraad, de bepeikirg, die bij zichzelf
daarby blijkbaar oplegt, gepaard aan de dege
lijke studie», fcelke hy steeds maakt van de
door hem behandelde onderwerpen, zy'n zoovele
oorzaken, dat hem steeds onverdeelde aandacht
wordt geschorken en waardeering aan zy'ne
adviezen niet 011 hou d en wordt.
Zijne medeleden hebben den heer Harte
met den mantel dqr waardigheid van ambtenaar
vaa den burgerlijken stai.d btkleed en
krach?Ilimilllftll HMMMMMMimiIlIMmillllltHMIIMIIlMlllflMIIIIUIIIItlmil
vaders de politiek, bespraken de moedeis
huisj houdelijke zaken en lazen de verloofden de
courant".
Den vo'genden dag was het feest. De receptie
had plaats. Mjn vriend en zy'n aanstaande
ontvingen alle belangstellenden, btralende van
gelukzaligheid. Zij waren zoo echt jong, Etïf
gelukkig, en zy' be'.ankten met zooveel erken
telijkheid voor de meest gewone felicitaties,
dat het bijna roerend was hen met hoogge
kleurde wangeu en schitterende oo^en te zien
buigen en glimlachen en handjes geven. De
oudere heeren klopten my'n vriend op zijn
schouder en zeiden natuurlyk bly te zy'n, dat
hy EU ook in het gilde van de getrouwde
mannen kwam, en de oudere dames verklaarden
te vertrouwen, dat hij het groote geluk, dat hem
beschoren was zou weten te waardeeren. En
als de dames en heeren na de felicita'ie zich
even bewogen in den grooten ealon, kon men
de eersten hooren zeggen dat die kleur Ida
niet flsktteerd", en de anderen, dat zy niet
begrepen, hoe freule Ida zoo'n nuchtere kerel
als die substituut was, kon nemen. En dan'
draaiden zy' aan hun knevels om aan te duiden,
wie geen nuchtere kerel was.
| Na de rcccgtie hadden wy' een diner in be
perkten kring, war. t zooals my'n vriend zei,
toen hy even tijd had om met my te spreken'
je kon natuurlijk Van Doorn en Terteuveniet
vragen, en daarom meest je anderen ook thuis
laten, omdat anders rJe afwezigheid van die
twee heeren te veel in het oog liep. Hetdir.tr
liep aller gezelligst af. Aan het dess-'rt werd
vaak, soms humoristisch, soms roerend getoast,
my'n vriend was een en al opgewondenheid'
maar ik geloof waarlyk dat wy hst niet zouden'
hebben kunnen verdragen, als die man op dien
dag zijn kalmte had weten te bewaren. De
verloofde te zijn van zulk een me'sje moest
ieder man het hoofd op hol brengen, en dan
te zullen trouwen in zulk een lieve familie,
was zulk een gelukkig vooruitzicht, dat ieder
een my'n vriend daarom al benijd zou hebben
En ik was er in my'n hart blij om, dat toen
iemand op de beide moeders gedroi ken ba'1
mijn vriend opstond, zijn eigen moeder om'
helsde en toen ook de moeder van zijn aan
staande een hartelijke zoen gaf. Kortcm het
waj een avord, zooals men er weinig in zijn
levtn bijwoont. De ouders genoten \an het
geluk hunner kinderen en de vrienden ver
heugden zich over het geluk van een jorg
fyoipathiek menschenpaar en zoo gingen »ij
in de meest rooskleurige stemming uiteen. Wa
gasten, liepen met elkaar op, brachten de ouders
van my'n vriend naar het logement, de heeren
met dames thuis men rijdt in zulk een starijj
niet zoo spoedig en zio bleven wy onder
OES heeren over met den gelukkigen verloofde
in ons midden, die van geen slapen wilde weter
maar voortdurend in den JuninacLt wilde
vtortwandelen.
Eu toen zijn wij dtm geroeggcwees'. om nztar
de sociëteit te gaan.
(flat to/gt).