De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 13 juli pagina 4

13 juli 1902 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1307 tens die waardigheid heeft h:j, hoswel zelf ongehuwd, al menigmaal op het stadhuis den wettelyken knoop gelegd, die twee naar het echtelijk geluk hakende menschen vereeaigt. . IIHIIIIIIMIIMMII UIIIIIIIIIIIIIIIUIMIIIIMinH Scciak Meerflere beperk Tan (Omvang der kwaal. Gevolgen.) I. itWir wissen, dass nichi viele Menschen Zahlenfreunde lin'J, alier dass die meisten doch Kinderfrevnde sein, das glauben leir zuoersichllich, und dass sich hinter diesen Zakten zttm Himmel schreiende Missstdnde verbergen mussen". ?Berliner Tageblalt. Wanneer ooit een motto gediend heeft om de aandacht in te roepen over het opstel, dat het begeleidt, dan zeker dit wel. Mocht het hè'p m, den lezer den moed te geven, de volgende cijfers te besttrieeren, ze tot zich te laten sprekea; een flmw idee zal hij er zich dan van kunnen vormsn, hoe schrik barend .groot de ellende is, die velen onzer kleinen lijden onder de kwaa', waarmee we ons bezig houden. Ba dat hij er dermate door bewogen werd, dat hij mee ging helpen, om het euvel zoo krachtig doenlijk te bestrijden. Dat ieder zich daa verzette tegen ziju afkeer van statis tische msdedeelingen: 't is in onzer kinderen bslang. D^t niemand er zich afmake ni5t een: o, maar dit betreft het Buitenland. V^ant betrekkelijk gesproken altijd bij ons is 't heusch niet minder: dit kwaad kelt geen grenzen, dan die onze hooggeroemde beschaving om zicii trekt. Gelukkige Barbaren !! 't Wekke geen verwondering, dat vele cijfers betrekking hebben op Duitschland. Nergens toch is beter daa daar de diepte der kwaal ge peild. Eo niemand meer dan de onderwijzer daar heeft in deze materie ons gegevens verstrekt. Vooraan de onvermoeide strijder, rektor Kónrad Asrahd : bij wat kinder-exploitatie duldt of wil da meest-gehate scboolmses'er in gansch Duitschland. Hem zal ik vael ontleenen, vai wat hier volg«n gaat. Bi den Duitschen ichoolbltirlen Wanneer ooit iemand onder onze toekomstige rechtsgeleerden ten onderwerp van fijn dissertatie mocht kiezen: Kinder-exploiMie, tn wat er tegen gedaan is, zoo zal zijn proef schrift onvolledig zijn, wanneer het niet onder zijn bronnen telt de organen der Duitsche onder wijzers. * * * Welk percentage dir schoolgaa, de kinderen is in allerlei beroep bezig? (benaUe bij den land bouw en voor de huishouiingO Wanneer ik zeg: gem'dield 6</-2 pO,. (m;nstens l van de 8 kinderen, als ik den land bouw meereken!) dan spreekt dit tot U n:et. Ik moet U meer spsciale cijfers geven. Welnu, volgens mededeelden van het fairieks-inspectorait waren van alle schoolgaande kinderen in 1893 in de Tuüriugsche staten bij eenigerlei arbeii betrokken: in Altenburg 19.21 pC\, in R idolstadt 16.42 pCt.., in Meningen 16 40 pCt.. in K >barg-Gotha 15 16 pO., in R;uss a. L, 13 54 pO., in Sondershaasen 10.65 pO., in Weimar 10.12 pCs in R.-uss j. L. 7.07 pCt., en dat vaak bij 't ongezondste werk. Zóó ergerlijk werden d.e toestanden dank zij de gepubliceerde cijfers gevonden, dat men bzsloos 'u nog nauwkeuriger onderzoek in te stellen, waarvan, helaas! tot nu toe de resultaten niet bekend zijn; algemeen wordt echter verwacht, dat de werkelijkheid 1 reuriger zal weze', dan reeds uit 't medege deelde valt op te maken. ?< 'n Zeer belangrijke enq'iête te Ciemmtz bracht aan 't licht, dat daar 25 p(>. van alle jongens en 20 pCt. van alls meisjes in sommige schoolklassen 83 j-O. van alle leer lingen! mee helpen verdienen bij vreemden of bij eigen ouders. Voor geheel 'tkminkrijk Saksen vond ik ge noteerd gemiddeld 22 80 pCt. AllerdroLvigst is 't in dezen gesteld ia 't Meininger Obarlaad. Daar werken mee en welk 'n sarcasme vaa 't lot: aan 'tmiken van kindenpeelgoed! in met nam3 genoemde dorpen resp. 4926 pCt., 54.28 pCt, 62 50 pO., 63 80 pC-., 66 43 p(X 77.11 pCt., 78.09 pCt. en 80 34 pCt. van alle kinderen, bulten de sohoo'uren a'.tijd. De in mijn eerste artikelen bedoelde uitsche Rijks-etq ie e heeft als zeker gegeven 'n aantal van meer dan '/- millioen kinderen in geheel het Rijk, die in meerdere of mindere mate ge xploiteerd wordm. En die cijfers zija verre beneden de waarheid. Wat niet anders köi zijn bij 'n uitteraard slecht-jsorganiseerd onderzoek. Men gaat niet mis, wanneer min mat den soc. dem. Wurm (Dui^che Rijksdag, zitting van 23 en 24 April 1.1., waarin het door den Bondsraad aangenomen, door mij nnegedeeld ontwerp is besproken en naar ejn commissie van 21 leden is verwezen, die dit najaar zal gaan werken!), wanneer men met hem stelt: bij de bedrijven 1.000 000 kinderen werkzaam ; bij den landbouw en voor de huishouding 2.000000 kinderen; en, alweer, beneden 15 jiar. Meer precies: pi. m. de helft van de offijiëel gegeven half millioan is van 12?14 jaar; 30 pCt van 10?12 jaar; de rest van 6?10 jnar 1). In Halte zijn bij de huis-indurtris zelfs 58 pCt. der meewerkende kinderen jonger dia 10 jaar. 't Hoeft onze bevreemding dan ook gaenszins te wekken, dat de staats-secretaris v. Posadowsky die in horengenoemde Rijksdag zitting de advocaat der Agrariërs bleek te zijn: wél 'n onverdacht getuige dus! dat hij in den Rjksdag na publicatie der resultaten van deze enq'iê.e verklaren moest: dat het gevonden aantal op treu-ige toesfaiden" wees. Ja, wél treurig, is-treurig, is 't niet? Oostenrijk kent de kinder-exploitatie al even zeer. Jammer genoeg, verzet er zich hier en daar de overheid tegen 'fl onderzoek, dat de oiderwijzers er op touw zetten op voorbeeld van hun Duitsc'ie ollega's. Van n district (3t. Gö'.ten bij Weenen) is de uitslag nog maar bskead: 'u kleine 20 pCt. van alle schoolgaande kinderen (waaronder 193 meer dan 10 uur per dag: n bakkersleerling toeft al 7 uur gearbeid voor z'n eersten schoolganglj verdienen daar met de ouders mee, resp. voor de ouders. Ts Fiorisdorf, eveneens onder den rook der Rijkshoofdstad, met vél industrie, waren het 2805 vaa de 5713 leerlingen, die schier eiken dag moeten arbeiden. ' Wat B Igiëbetreft, heeft een R. K. priester aan de A'Xe Siècle meegedeeld, dat in een volkrijk ? gemeente bij Ciar'eroi minstens 75 jongens van 11 13 jaar in de glasblazerijen aldaar werkzaam zijn, hoswel de minimum-leeftijd volgers de wet 14 jaar is, en dat ódk 's nachts! Velen van 6 uur 's avonds tot 5 uur 's morgens.' Ea dat voor 'n 30 francs p ir mand. D: ar waren er, die schier niet op dun bepiifümeer konden staan 2) Komt de arbeids-inspecteur, als met een tooverslag zijn ze verdwenen. n wordt de patroon betrapt, dan is de boete zoo gering, dat hij er zich vol strekt niet voor geneert, er mee door te gaan. In Engeland zijn er naar 'u zeer ruwe en uiterst minimale schatting ook minstens M m 1lioen kinderen van den schoolplichtigen leertijd werkzaam bij verschillende bedrijven. Volgens S r John Gorst (weer geen verdachten getuige !) arbeiden er 114.025 kinderen beneden de 14 jaar van 72?87 uur p^r week. Zelfs houdt meii er jongens van pas 12 jaar 100 uur per week aan het werk. Van die 114,025 waren er 132 1102; geen 6 jaar; verdiendsn 17,034 nog geen 30 cant per week! * * * Intusschen, nog steeds is 't beeld der kinder ellende zeer onvolledig. Waat óók moet ge weten, hoe lang er p;r dag, resp. psr week door de kleinen gewerkt wordt, om wél te kennen de mate waarin ze worden geëxploiteerd. En weer zal ik dorre, droge cijfers moaten geven en nogmaals u (om u 'n hart onder den riem te steken) naar motto en inleiding moeten ver wijzen. Eakel, als g; de kwaal in a' haar omrang kent-, zult ge zóó in 'c hart gegrepen zijn, dat het u niet meer los laat. En daar wil ik u hebben. In mijn eerste artikel heb ik beweerd, dat maar al te vaak der kinderen werkdag langer dan 11 uur was. Ea waarlijk niet op losse gronden. Min oordeele: De genoemde Chenanltzer enq lête bracht aan het licat, dat 2 jongens 13 nar p -r dag werktea (behalve minstens en dit geldt natuurlijk voor alle gegevens 4 uur schooltijd) 3 12 unr, 9 11 uur, 28 10 uur, 172 9 u,ir, 223 8 uur, 6« 7 uur, 24L 6>a uur, 1211 6 uur, 855 5 uur, 435 4 uur. Van 2 knapen wjrd gemsld, dat ze van 11 uur v. m. 8 uur 's avonds loopjongens waren, en dan nog 3 X P8r week vaa 8 -12 uur (resp. half 12) kegr-lpngens. l meisje van ]1% jaar was bij 'n boer aan 't werk van 's morgeas 4 uur tot 9 a 10 uur 's avonds. l kind van nog geea 9 jaar moest het werk vaa een trekdier verrichten gedurende 10 uur per dag; 'n ander: 11 uur knoopen aanzetten. 'n Jongetje van ruim 7 jiar begon 's morgens om 4 uur brood rond te brengen ; een ander hielp zijn vader in de werkplaats vaa af 3 uur 's morgens. Ta Hitnburg werkten 213 pCl. der ver dienende schoolkinderen dagelijks 4 uur, 18.9 pO. 5 uur, 10.6 pO. 6 u ar, 5.02 pO, 7 uur, 3.3 pC . meer dan 7 uur (\1A pO. begon 'smc'its om 3 uurl Ta L "gnitz arbeidden van 1 2 20 geëxploiteerde kleinen 39 m^er daa 8 uur per dag. In Saksen-Weinaar w^riea kinderen in ge bukte houding 10 uur p ir dag op de beetwortelaïkers voor hoogstens 60 Pi. Arahd deelt mee, dat in de z. gr. //Raoen-ferien" de kinderen voor 40?60 Pf. per da; van 's morgens 6 tot 'savonds 7 uur dezen ar'jeid verric'iteu!). DJ wild-liberale afgevaardigde R jesicke ('n schoolman) rekeade in de meer-be loeide Rjksdagzitting aldus: 5 uur gaan de kinderen school, 2 uur behoeven ze voor hun huiskerk, 3 a 4 uur zijn ze voor loon enz. nvnstens werkzaam: 'n zeker-11-urige werkdag dus. 't Bureau voor statistiek te Charlottenburg deelt mee: 61 maisjes en 44 jongens werken {builen de schooluren alweer!) 40 50 uur per week; 24 mei-jn en 15 jongens 50?60 uur per week; 4 jongens en 4 meisjes 00?72 uur per week. Te Keulen (626 kinderen werken hier 7 dagen in de week) ziju er 173, die 25 44 uur per week arbeiden. Uit een oiderzoek aan eenige Londensche scholen blijk»-, dat 1143 kinieren da« 19?29 uur, 729 kinderen 30?39 uur, 2S5 kinderen 40 uur of meer per weeïarbeiden. M?u heeft berekend, dat loopjongens, en kinderen, die melk en kraiten rondbrengen gemiddeld 30 uur in de 7 dag^n werken voor l penny per uur; deze cijfers zijl voor msisjas, die als dienstbode of op andere wijze in de huis'iouüng behulpzaam zijn: 27 uur en M penny, 'n 11 jarige jonden verrichtte gedurende 43% uur p:r week arbeid voor 4 shillings; 'a 13 jiriga knaap gedureade 52 uur; 'n meisj ? zelfs 60 uur en een joagea 73 uu- : gelukkig verlieten beiden dezen dienst gauw. Van een kaaap wordt gemeld, dat hij wel ni3t licht werk 6234 uur elke week in touw was voor een loon vai 6 sh. 6 d. -f- het eten. Gelukkig werd hij door zijn wsrkgeefster uitstekend behandeld, van wie hij daa ook veel hield. Grootsch was hij er op, dat hij met 'c grootste deel van zijn loon er broer'jes en zusje?, allen weezen, mee koa helpan onierhouden. Dit laatste geval is er een, on'leend aan het onlangs »op bevel des Konings" aan de baide Huizen uitgebracht verslag van »The laterDepartmsntal Committee on the Enaployment of School Children", waaraan ik ontleen deze zin snede: »0f all t'ie school teachers who gave evilencs before ths Cjmmittee, there wa^ scarcely oae who could not sp:ak from his or her owu knowledge of cases of overwo'k". Kunt ge deelsn door G, mijnentwege door 7, lezer? Eu bij de uitkomst tellen 't aantal schooluren psr dag: 27/4 uur in de week in Eageland ? Wïi i m'jn conclusie gefundeerd? Waarlijk, met dr. Mncnimara (een djr on derwijzers-leden van \ Eagelsche Lagerhuis!) mogen we besluiten, da1 deze kleinen .neer ar beid dan volwassen mannelijke werklieden in Engeland verrichten. Waarbij nog kom\ dat dezen Zaterdag-namiddag en Zondag vrij zijn, terwijl dan juist voor de kiaderen de zward tijd koaat: vaak vallen op deze twee dajen de helft van alle wekelijksche werkuren. Inderdaad, behoeven zij geen bescherming? Te meer, wanneer algemeen waar mocht zijn, wat Agahd uit zijn statistiek kon op naken, dat er 'n tendens is, dj jongste kinderen juist het lanast te laten a-beiden? We lecen in een tijd, dat er steeds meer stemmen opgaan, het schoolwerk te beperken, ter wille van de gezondheid onzer kleinen. Prof. Winkler achtte tot den 15-jarigen leeft'jd 3 uur per dag wenschelijk en voldoeade. De bekends oalangs gestorven schoolhy^ienist Ax°l K^y vraagt voor arbeid in school en in huis per dag: op eja leeftijd vaa 7 jiar 2?3 3 4 4-5 G uur 9 , 10-11 a 12 13 i l n 14 , 8 Mïg ik u nu vriendelijk verzoskon, bovens*aande cijfars eens met deze de.-ilerata van 'n schoolhy^ienist te vergelijken ? Neen, houd uw vloek in, G;j wier hart gaat spreken, er komt meer, Maar al vast won ik opmerken, dat men niet aankomen moet met een: in beperkten arbeid ligt groote opvoedende kracht. Zeker, maar met den onderwijzer F-'chner (Bres'auer onderwij zerscongres 1898) zeg ik n: »S)!aage die Erwerbstha'.igkeit, wie Austrageii von Fiü«stück, Botendieaste pp. fü- gleichalterige Kinder höherer Sohulen nicht als Erziehuugsmittel empfohlen wird, solaage werde ich glaub n, dass auch die Volksschule auf dieses Mittel verzichten kann." Er kom' meer, heb ik geschreven. Want, bij lange na niet onverschillig is 't, te weten, hoe vroeg in den ochtend, resp. hoe laat in den avond het werk wordt verricht. 't Ergerlijkste (aaast de mededeeling uit België) is het feit uit het district Sonnebsrf, dat 0. 9 pCt. der werkende kleinen doorarbeidt tot den volgenden morgen.... 6 uur. In Charlottenburg leert 'n onderzoek (1896), dat: 20 kinderen vóór 's morgens 4 unr begon nen, 95 tusschen 4 en 4)4 unr, 85 tu-sohen 4J4 en 5 uur, 215 tusschen 5 en 6 uur (en dat gemiddeld voor 13 Pf. per uur!) Ia een reeks van Bsrlijnsc'ie voorsteden werken pi. m. 1/4 van allen no^ L a 's avonds 9 uur. E i daarbij zijn er, die in 2 uur 120 trappen moesten klim men, d. i. per minuut l trap, waarna ze nog lan» mossten loopen, om weer thuis te komen. Wat doen uj> lieven in den opgegeven lijd, Mevrouw ? Ia verschillende p'aatsen werken deze stum. pers tot 12 uur, ja, tot 2 a 3 uur 's nachts (kegelj on gans en:., waarbij gevoegd moet wor den, dat ze dan vaak over hun bier zijn!) Wat eiseht alweer de schoolhygiene: van 't 7 i tot het 9; jaar 11 uur slaap (van 8 uur 's av. tot 7 uur 's m.); van 'c 10 j tot het 11 ?. j-iar 10K uur slaap (/an 8 V» uur 'sav. tot 7 uur 's m.); van 'o 12j tot het 13) jaar 10 uur slaap (fan 9 uur 'sav. tot 7 uur 'd m.); van af 't 14 jaar 9M uur slaap (ean 9/i uur 's av. tot 7 uur 's m.) Trek zelf de conclusie maar, waarde lezer! E i overweeg daarbij, dat de schoolhy^iene óók zeg'.: »Wird dem B;darf an Schlaf nieht in vollem Misse Genüge geUun, so muss die E itwickelung leiden ; die W\d rstandskraft gegen krank mac'ienfe E tfl.isse wird geringer; neue Krankheitsanlagea entstehea oder ererbte gedjihen leichter; unter a'leu Umvaiden aier, auc'i wenn bestimmte Kra- k'ieitsn nicht eintreten, ist der Organismus schhess'ich schwacher, als er sonst sein müste." Op dit laatste schade aan de gezondheid kom ik echter nog terug. (SM volgt) P. 1) Men houd i Irer'oij wc', in't oog, dat deze statistiek loipt over sc'ioolguande kiaderen; dat er dus in g imut worden de kleinen, die nog niet schoolgaan, die dus beneden de 6 jaar zijn en die toch óój reeds meewerken. A^ahd deelt mee, dat er plaatsen zijn, (Silezië) waar 4jirige stumpers arbeiden. In G iarlottenburg kent hij 'u looptneisjs van 5 jaar, en een kranten-onbr. n ;ster'j >, even oud. Mija GoJ, M:?rouw, wat doet f ij met Uw 5-jarige lieveling. 2) Men gunne me dit citaat: //TJa jour, l'un de c :s mioches tst ainuépir sa sosur pour la prem'ère communion au curéde h paroisse. Le malheureux ne marcha't q i'en nhancelant. Comme Ie curés'mformait de sa santé: *Q ie voulez-vous, i pondit la j :une Ie. L; petit n'est pas trèi fort. Ii a du travailler toute la nu^t a la verrerie et sa sinténe supporte pas li besogne malsaine a laq lelie il est astrieat. De plus, il a fait, i( u'yapis longtemp% unc maladie assez grave et il leaste moins a la fatigue q ie les autres". milllllltllllllHlttlllllllltlllMtllllllllf nzietlieoorileeliDEen, BERNARD DIAMANT, In den Msi. Lied van Julius de Gayter. W. F. Lichtenauer, Rotterdaa. L. ADR VAN TKTTERODE, «Niet voor niet" en »G3loof", Gjdichten van A Pierson, voor zang, met begeleiding van orgel of klavier, Op. 30, De Algemeene Muziekhandel v h S:umpff & Koning, A-nat. jAcyuBs PRESISURG, Twee liederen Op. 12, »Ean windeke suist", voor hooge en »Ean Weversliedja", voor lage stem, A A. Noske, Middelburg. KOK KUILER, Schneewittchen, Op. 14 en B oerenschlacht, Op. 21 (Anna Ritter) fü' mittlere Slimme, A A. Noske, Midd. MARGARBTUA KOOIMAN, »Ein Liebesliei im M*i", für eine Singstimme mit I\anoforte, G. Alsbach & Co , Amsterdam. II, W. G. VAX NIEUWENIIOVEN, Drie Lie deren, Op. 4. 'k Was in den Hemel (Maria Boddaert), Eerste Liefde en Wiegelied (Helene Swarth), W. F. Lichtenauer, R itterdam CONSTANT VAN DE WALL, Rose Blanche, Caant et Piano, Op. 5 Poéiie de F. van U ft, A A. Noske, Niddelburg. C. ANDRIKSSEN Ja, Drie L'ederen voor midJelstem, l Serenade, 2 Haarlemsen Liedeke, 3 Draal nu niet. G. Alsbach & Co. Amsterdam. SIMON KROON, Mït den stroom mede, Lied voor sopraan of tenor, Op. 14. Woorden van H. A G Alsbach & C)., Amst. Jon. BRUGMAN. Scbalkschhsid, Op. 16. L;ed van Joh. R^swy'k de Ji>ng, voor a zangstem met piano, G Alsbach & Co. Amsterdam. L;e»er dood dan onderworpen, door een Transvaatech echtpaar, Firma H. ten Hoet, Nijmegen. UU-ER! SCHULTS, Z jmermiddag, Op. 30, voor middelstem 'met piano. Gsdicht van G aadt van R >ggen. Da Nieuwe Muziekhandel, Amsterdam. Krabbeltjas, twee kinderliedjes van Chap, voor zang met pianobegeleiding, Op 23 G. Alsbach & Co , Amsterdam. CATIIARINA VAN RENNES, Tweestemmige miniatuurtjss, Op. 45 Woorden van J. D C. v. Dokkum, Jac. van Rennes, Utrecht. NEI.LY VAN DER LINDEN* VAN SNELKEWAARD. Kinderleven Gadichij^s van Baata, Stella Mire en Tine van Barken. A A Noske, Middelburg. »In den Mji" van Barnard Diamant is ge componeerd op een gedicht van Julius de Gsyter. Het lied bestaat uit vy'f strophen en dat is wel wat veel; overigens is het melo dieus en vlot geschreven. Da componist hoede zich voor harmonieën, als in de vierde maat van het tweede systeem (tweede q 'art), ook in het voorspel treft men ipo'n weekelyk accoord aan. Wat heeft eigenlyk dit voorspel gemeen met het lied? Noch melodisch, noch rhythmisch staat het er mede in verband; en dan beantwoordt het niet aan zijn doel. 11 de laatste vier maten van peg. 4 is de bas wel wat onbeholpen gezet; ook de overgang naar den hoofdtoonaard klinkt ietwat onhandig. Da beide liederen van L Adr. v. Tatterode op. 3G «Niet voor E iet" en »Geloof" op woorden van A. Pierson, kenschetsen geheel den degely'ken kunstenaar, die wy in v. Tdtterode waardeeren. De gedichten van Pierson, met huniMroostrjjk bemoediganden inbond zy'n uitstekend getroft'm eu weergegeven en de declamatie is voortrf tïMijk. Op pag. 5 onder aan (tweede maat) is & in plaats van a wel een »3tichfehler". Het is zeker geen toeval dat baide liederen niet alleen in stemming maar ook in uiterlijkheden zooreel overeenkomst met elkaar hebben. Zie b v. op .éa na de onderste balk van pag. 6 en de onderste van pag. 8 Ik geloof dat de begeleiding voor orgel nog boven dia voor klavier te verkiezen zal zy'n. Da twee liederen van Jacq-ies Presburg op. 12 bevestigen den goeden dunk, dien ik vroeger reeds van dezen componist verkregen heb. Dit keer zou ik het allerliefste liedje van Else van Brabant >Ean windeke suist om my'n ooren" prefareeren boven het «Weversliedje'' vaa Heye. Hat eerste is zeer fija en tenger gedacht; het tweede een weinig alledaagsch in de vinding. Van Kor Kuiler liegen thans voor my op. 14 tS^hneewittchen" en op. 20 »B jerenschlacht". De tekst e,i zijn van Aaca Ritter. Hit komt mij voor dat de componist ditmaal uitstekend geslaagd is in het weergeven van den geest die uit den tekst spreekt. Vooral het eerste lied is met al zyn eenvoud toch vol stemming. Dd triolen van het voorspel waren beter door ge-yncopeerde accoorden te vervangen, ziooals in de begeleiding is aangewend. Ook zou de eerste maat van pag 5 duidelykar giweest zy'n wanneer de linkerhand op de onderste balk ware afgedrukt. Boerenschlacht is een aller liefst lied met ean zeer aardige begeleiding. »E n Llebeslied in Mai" is de duitsche ver taling van het terecht zoo gunstig bekende »Ean liedeke in Mei" van Margaretha K ,'oiman, Hat is onnoodig hiervoor nog nieuwe woorden van lof te gebruiken. Da heer H. W. G v. Nieuwenhoven was my tot dusverre slechts bekend als componist vin kinderliederen. Thans, in zyn opus 4, treedt hy' ons tegemoet met een drietal prachtige verzen van Mare Boddaert en Helene Swarth. R «ds de keuze dezer gedichten pleit voor den smaak van den componist; maar bepaald verrast h9efe my' de heer v. Nieu«venhoven met de poëtische wy'ze, waarop hy die gedichten heeft weergegeven. Fy'n en broo j zijn de melo dieën, reader en ubtiel worden ze geschraagd door de piano-accompagnementen. Het lied van Boidaert eindigt voor mya gevoel wat te abrupt; muziek en tekst konden beiden wel een kort naspel verdragen. Hat eerste lied heeft tot opschrift »ian mijn vereerden meester Lodwig Falix Brandts Buya". Man ziet dus daaruit van wien deze componist leerling is. Met nadruk wy's ik op het talent van den heer v. Nieuwenhoven, Als hy zich bly'ft ontwikkelen dan kan nog veel van hem verwacht worden; thans reeds acht ik zij n e composiliën mede tot de beste die in den loop van dit jaar zy'n verschenen. Op de liedereu staat vermeld dat de partituur en de orchestparty'en by' d^n componist in bruikleen zijn tfl verkrygen. Da liederen zy'n dus voor orcaest geinstrnmeateerd. Een goede gedachte, die meer toegepast moest worden door onze componisten; dan behoefden onze zanger» en zangeressen, wanneer zij een orchest ter hunner dispositie hebben, niet hunne toe vlucht te nemen tot brokstukken uit oratoriums of opera's Ten elotte nog de opmerking dat de omvang der liederen berekend is voor een alt stem (de f tweemaal gestreept is de hoogste noot). Zij verdienen algemeen verspreid te worden. Een charmant fransch versje van F. van U.ft, waarin verhaald wordt hoe »la R>se blanche'' ei^nly'k haar witte kleur gekregen heeft, diende tot motief voor Constant van de Wail's opus 5. Het is allerliefste muziek, die de componist er by geschreden heeft; doux et soutenu ontmoet men herhaaldelijk onder de voordrachtsteekens; ik zou ook de compositie zoo willen kemc'ietsen. DJ heer v. d. Wall heeft my verwittigd dat er een paar fouten zyn blyven staan, nl. in de achtste maat komen op den tweeden tel twee zestiende noten in de zangstem en op (i, pig. onderste ^y<teem, tweede maat, moet het eerste accoord f. as. c. f heeten in plaats van f. g bes. f. G larne vermeld ik dat van den bundel lie deren van C Andriesaen, waarin voorkomen l Sjrenade, 2 Haarlemsch L;edeke en 3 Draal nu niet, een derde druk is verschenen by de firma G. Alsbach & Co. Het blijkt dus dat deze liederen hunnen weg reeds gemaakt hebben. «Mat den stroom mede" heet het lied van H A , waarop de heer Simon Kroon muziek gemaakt heeft. Da dichter verhaalt daar »Iat iemand zachtkens vaortgewiegeld wordt op de golfkens der Jordaan," dat hem heur boorden vrooly'k en vriendelyk in het zonlicht aanlachen (in de muziek tot tweemalen toe) en dat bij niet vraagt waar het heen gaat; doch dat de stroom hem (t weemalen) tusschen lachende oevers zachtkens voert naar de Doode Zee. Deze allerbelangrijkste gebeurtenis heeft de heer Kroon op zeereenvoudigeenongekunsteldewyze bezongen. Dikwerf hoort men door dilettanten klagen dat de pianopartij van hedendaagsche liederen te moeily'k is. De klagers vinden hier wat van hun gading; want zelfs zy, die geen of weinig piano hebben leeren spelen, zuilen dit lied zonder inspanning kunnen begeleiden. Da voorteekening van 68 en 2/4 maat, aan het begin van het stuk had overigens gavoegelyk weg kunnen bly'ven. Sjbalkschheid van Joh. Rijswyk de Jong is het aardige versje waarop Joh. Brugman zy'n Opus l G gecomponeerd heeft. De componist is er wel in geslaagd het gedichtje goed weer te geven. Een ernstige bedenking heb ik tegen de veelvuldige tekstherhalingen, alleen de woorden »geef ik ze alle terug" verdragen desnoods een herhaling; de andere niet. Minder schoon vind ik dat, op pag. 13 (systeem 4), de zangstem met den klavierbas in octaven gaat, bij de woorden liefste my'n. Ia de volgende maat moet de bes, gely'k vroeger ais bly'ven. Op pag. 4 systeem , op na de laatste maat behoort fes, zooals in de volgende maat, e te zijn. »L;ever dood dan onderworpen" door een Tr^nsvaalsch echtpaar, mag men thans wel als een bittere ironie van Let noodlot be schouwen. Vreemd komt 't n y voor da het werkje voorzien is van het teek c n: Opus 36. let is een in recitatiefstyl gehouutu, K reet van haat en wrok tegen de wreede onderdrukkers. 0?er de muzikale waarde behoef ik wel niet verder uit te weiden. Het eerste lied van Ulfert S :hu!ts op woor den van Graadt van R >ggen (Graad staat op het titelblad vermeld) ia een lief, golvend en zwevend stukje muziek in 6/8 a 9/8 maat; het is zeer dankbaar en voor middelste n ge schreven. Met zyn opus 23, «Krabbeltjas" van Chap, betreedt Schnlts het gebied der kinder liedjes. Het werkje bestaat uit twee liedjas ?Kinderpartü" en >Madeli-fJ8". Het Jaat'ste is eea allerliefst, fija en meloiieusnummertje van grooie bekoorlijkheid; het eerste valt daarby wel iets af. DJ tweestemmige Miniatuurtjes van Cathtr'na van Rennes, opus 45 Verraden de hand der er raren meesteresse op het gebied van d) kird-rpoëzie; maar de woorden van J. D. C. van Dokk'itn ry'Ven haarhierby' zeer de behulpzame la ld. Wy' hebben er ons reeds van kunnen over tuigen hoe aardig de liedjes klinken en boe graag de kleinen ze zirgen, vooral onder leiding van de componis'e. Da titela zyn Theevisite, Diar was ereis, Klaverblaadj», Rondadansjq en van Mei. Da liedjes zy a tweestemmig geschre ven, doch kunnen desnoods ook eenstemmig worden uitgevoerd. Ik vermoed echter dat, als men eenmaal kennis heeft gemaakt met het ?bundeltja, men niet zal rusten, voordat men ze door de kleinen tweestemmig heeft laten uit voeren. Mevrouw Nelly van der Linden van Snellewaard heeft zich thans ook met goed gevolg bezig gehouden op het gebied der kinderpoëzie. ?Kinderleven" op gedichtjes van Beata, Stella Mare en Tine van Barken, is niet bedoeld om door kinderen maar voor kinderen gezongen te worden. Bjzonder goed geslaagd lyken mij Avondster en Poecje's Droom; doch ook de andere kunnen zich naast de reeds bestaande recht goed handhaven. A NT AVERKAMP. Cons ervatorium, Aan het einde van het studiejiar 1901 1902 van het Observatorium der afdeeling Amster dam van de Maatschappy tot bevordering der Toonkunst werd aan de navolgende leerlingen, na afgelegd examen, het eind-getuigschrift uitgereikt: Voor de hoofdvakken zang: de dames Tu. Alard, H. A. E van Eik, Estella de Jong, H. Leur, S. M. Rutgers v d. Loetïen de heeren Jules Moes en Joh. O istveen. Piaro: de dames C. D. M. Dufonr, F. II. van der Ejken, G. M. de Meyar, T. Sikkes, B. Süholz en de heeren Evert Cornelis en C. J. Spruyt. Viool: de dames E E Silomons en Clara van IJzer, en de heeren E. Cats, A. H. Orobio de Gastro, H. W. Panaat en Ed. Tak. Orgel: de heeren L R jbert en C. Tolk. Maatschappij (Vpollo". Dazer dagen wisten enkele bladen mede te deelen, dat de maatschappij »Apollo" na een vyftigjarig bestaan was ontbonden. De laden van »Apollo", wier voorzitter is de heer Louis Bjuwmeester, kunnen tot de onnauwkeurig lezende redactieheeren getuigen: les gens par ous tuéi se portent asses bien. Immers in stede van haar nuttig leven beëindigd te zien, werd de maatschappij»twaalf duizend guldan ryker, dank zy der »Vereeniging ter behartiging van de belangen der maatschappy Apollo", die zich constitueerde om »Apollo's" vy'fligjarig bestaan te vieren, 't Is deze tydely'ke vereeniging die haar taak volbracht hebbende, nu ont bonden werd. Hat mooie doel van Apollo verarmde kunstenaars en kunstenaressen op hun ouden dag te steunen doet ons in het byzonderde aandacht vestigen op deze maatschappy, welke van nat groote publiek meer aandacht en steun verdient, dan tot heden het ge?al is. Ia hei Mnseni van Knnstüjjyerlieid te Haarlem, Ik wai toevallig in kennis gekomen met een der leden van den kring de S -aldeii" van Antwerpen. HU was een enthousiaste Vlaming, dichter in z\jn taal en in de beelden die bij gebruikfe om z\jn gedachten te vertolken. Hy sprak van het streven van zyne b;ntgenooten, van de resultaten van hunnen arbeid en van de gedachte di i allen bezielde, om toch vooral Vlaamsen te bleven in hun werk, zooals de Promitieven dit geweest waren, de latere Gothiekers, de mannen van de R inaissance. Hg sprak van een volkskunst, die wel de gedachten van zyn t\ji zou moeten bhjven ver;olken; maar die in tegenstelling van de nu en dan genoemde ir.tercationale kunst, haar eigen nationaal karakter zou behouden, dat gelijk een kostbaar kleinood van het eene geslacht op het andere was overgedragen, en dat zy wilden verdedigen tegen vreemda indringers en eigen landgenooten, die droomden van eene internationale kunstverbroedering, die allen zou vereenigen tot n volk. De t\jd van dat ne volk ligt nog ver in de toekomst; het is niet door het breken met het oude, dat wy nader komen tot het einddoel; wel door voort te bouwen op hetgeen reeds tot stand werd gebracht. Wy kunnen moeilijk weder van voor-af aan beginnen, omdat wy niet meer zijn, wat wy vroeger waren. Willen wy voor uitgaan, moeten wy wel degelyk rekening hou den met hetgeen achter ons ligt; wy zetten slechts het leven voort van de anderen, die niet b\j machte waren verder te gaan. De geheele geschiedenis, de geheele ontwikkeling van een volk is feitelyk slechts de geschiedenis, de ontwikkeling van n mecscb, van d n mensen. Zoo behooren wy zoowel tot het verleden als aan de toekomst, zoo gaan wy voorwaarts, eu in het streven vaa elk individu, om iets goeds tot stand te brengen, al gaat het ook gepaard met groote inspanning, ligt een kracht opge sloten, die stuwend werkt om den mensch nader te brengen tot zijn doel, tot die staat van geluk, waarin hy vrede zal gevonden hebben met zichzelf en met anderen. Of de mensch dit ooit bereiken zal,latenwij voor het oogenblik daar; maar zy'n streven is in ieder geval goed; de activiteit vergroot, de resultaten worden beter, het zelfvertrouwen keert weer, en de arbaid schenkt die tevreden heid, zoo onontbeerlijk voor het geluk, en de vreug'le, zoo noodzakelyk voor de instandhou ding er van. De Scalden baddea eene tentoonstelling ge organiseerd in het Museum van Kunstny'verheid te Haarlem. In hoeverre de resultaten van hun arbeid die verwachtingen voor de toekomtt kunnen geven, welke de leden van dan kring zoozeer vervullen, is zoo maar niet in eens uit

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl