Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1308
gehecht aan een dading, in 't geheim, buiten
net bestuur der H. E. S. M. om,
waarmee hij vroeger had onderhandeld."
Wanneer wij nu zien, dat trots deze
feiten iemand zich gerechtigd acht gede
puteerde van een Provincie te blijven;
dat blijven zelfs geduld, en door sommigen
verdedigd wordt; dat deze zelfde persoon,
Baron Roëll, in de allerhoogste krin
gen zich beweegt, «kamerheer in
buitengewonen dienst van H. M. de Koningin",
en we tevens moeten constateeren, dat een
zeer groot deel van de Pers, die vier pun
ten noch aan hun lezers durft mede te
deelen, noch voor hen ze tracht te weer
leggen ah ware dat alles een bagatel,
de moeite der overweging niet waard
dan vragen wij: hoe ver is men hier te
lande reeds gekomen ?
Waarlijk de toestanden ten onzent zijn
niet onschuldig. We hebben nog niet zoo
lang geleden het geval beleefd, dat Jhr.
Schorer, president-commissaris der H. IJ.
8. M., commissaris der Koningin van N.
Holl. was, met twee H. IJ. S. M.
direc? teuren tot gedeputeerden.... Niet waar,
men durfde nogal iets; maar zeker mocht
men hieruit afleiden, dat ook Jhr. Scho
rer nopens het vereenigen van
onvereenigbare betrekkingen zijn eigen, niet al
te strenge, opvatting had. En wat hebben
wij thans zien gebeuren ? De heer Scho
rer, oud-commissaris der Koningin van
Noord-Holland, berust niet alleen in den
clandestineu verkoop van de H. E. S. en
van de Z. H. E. M. aan de H. IJ. S.
waarvan hij president-commissaris is, maar
neemt plaats als commissaris van die
beide door aankoop gefnuikte concurren
ten en zoo zit daar de vice president
van den Raad van State, de man na
H. M. de Koningin de hoogste burger van
de lande... als sanctionneerende de be
faamde, voor zoover wij weten nog door
niemand verdedigde, affaire....
Heusch, men kan daarover zwijgen,
maar zoo gaat het in ons land.... tot
vlak bij den troon wordt de combinatie
van het onvereenigbare doorgezet... en
dat zou buiten invloed kunnen blijven
op het zedelijk peil van ons gansch open
baar leven , ook in de minder schitte
rende kringen, die naar Baron Roëll en
Jhr. Schorer zich meenen te mogen richten ?
Het euvel behoort niet tot n partij.
De katholieken onthielden hun
Westerwoudt zelfs de zachtste waarschuwing, en
hadden dus ook geen afkeurend woord
voor Roëll. Heemskerk vond men onder
de verdedigers, en waarlijk, als
antirevolutionnair niet zonder reden.
Immers, het jongste geval van een op
officieele wijze beschermd vereenigen van
onvereenigbare betrekkingen werd ons be
zorgd door Heemskerk's partij. De heer
Havelaar mocht lid der Eerste Kamer en
tevens Directeur generaal der Posterijen
en Telegrafie zijn. Op deze wijs kon de
ambtenaar zijn volle traktement behouden.
Men herinnert zich hoe Mr. Levy in ons
blad uit een wettelijk oogpunt deze
vereeniging van onvereenigbare betrekkingen
bestreden heeft, hoe hij ten slotte er zijn
verwondering over uitdrukte, dat zelfs de
bladen der meerderheidspartij op geenerlei
wijs eenige belangstelling in dit geschil
tusschen hem en mr. Polak aan den dag
hadden gelegd. De heer Levy wilde blijk
baar niet rechtstreeks te kennen geven
iets wat hem natuurlijk ook bekend zal
zijn dat er in de Nederlandsche Pers
nooit een krasser blijk van belangstelling
wordt gegeven, dan door te zwijgen. De
. zwijg-redacteur is ten onzent een veel in
vloedrijker man dan de schrijf-redacteur.
De aller voornaamste onderwerpen blijven
voor genen bewaard, en daarom leest
men zoo goed als nooit iets van zekere
lastige quaesties in de bladen.
Zoo hadden dan ook de
zwijgredacteuren in dit geval volkomen gelijk. Door
den wettelijken kant van de zaak aan te
roeren, zou de zaak zelve dan toch ter
sprake zijn gebracht en hoe licht had
dan de een of ander de vraag kunnen
opwerpen, of er naast de wets-quaestie,
niet een quaestie van moreelen aard ware
te stellen, m. a. w. of er buiten de wet
ook niet bezwaren bestonden tegen het
vereenigen van het rste-Kamerlidmaat
schap en het Directeurschap van de
Rijkspost en telegraaf?
En dan zou het hek moeilijk op den
dam te houden zijn. Want dat zulk een
directeur, die dagelijks met zijn
onmiddelijken chef, den Minister, heeft te han
delen, door deze zijn betrekking allicht in
gevaar wordt gebracht, als Volksvertegen
woordiger tegenover den Minister meer
ambtenaar dan kamerlid te *ijn een
kind kan 't begrijpen.
Neen de kerkelijken praatten er liever
niet over. Er was geen verschot van
candidaten... Havelaar kon wel... als hij
zijn traktement maar mocht houden...
toe dan maar.... En dat de toestand
zuiver blijft, ondanks de onzuiverheid
daar zal Havelaars geweten wel voor
zorgen, zou Mr. Heemskerk zeggen
en zoo geraken we steeds verder van huis.
Links en rechts moet er een apart
deurtje open staan voor ons en onze
vrienden. Wij laten elkander dus met rust.
Gedeputeerden-Spoor wegmannen
Aan de Redactie van
De Amsterdammer, Weekblad voor Nederland.
WelEdelgéb. Heeren,
Gaarne voldoe ik aan de uitnoodiging,
om in uw blad toe te lichten het gevoelen
door mij voorgestaan in zake de verkiezing
van mr. W. baron Roëll als lid van Gede
puteerde Staten en dat, indien mr.
Westerwoudt zich niet definitief had teruggetrokken,
ook ten aanzien van dezen Gedeputeerde
zoude hebben gegolden.
De vraag ter beantwoording voorgelegd,
had, in verband met de beraadslaging,
twee zijden; zij betrof een algemeene stelling
en de handhaving van het mandaat van
een bepaald persoon.
De _ algemeene stelling door de om
standigheden thans aan de orde gebracht
dat vereeniging der betrekkingen van lid
van Gedeputeerde Staten van Noord-Hol
land en lid van den Raad van Admini
stratie der Hollandsche Uzeren
SpoorwegMaatschappij niet gewenscht is, is ook de
mijne. In de toekomst zal dit door hen
die deze meening deelen, moeten worden
in het oog gehouden.
Daarnaast lag nu de andere vraag, of,
ter wille van die stelling de hernieuwing
van dit mandaat moest worden nagelaten;
eene vraag natuurlijk eveneens uitsluitend
te bezien uit het oogpunt van het algemeen
belang.
M. i. dan zou dat belang niet gebaat,
maar geschaad worden door terugneming
ter wille van een algemeene stelling van
een vertrouwen tientallen van jaren achter
een uitnemend geplaatst, van een mandaat
tientallen van jaren achtereen uitnemend
vervuld; en terwijl bepaaldelijk in de aan
gelegenheid naar aanleiding waarvan de
vraag zich had opgedaan, niemand in de
Staten eenige plichtverzaking van bedoelde
heeren heeft aangewezen of genoemd, aan
mij, die met anderen dit punt nader had
bezien, niets was gebleken wat hun te
verwijten viel. Continuatie nu van blijkens
de ervaring goed geplaatst vertrouwen moet
m. i. een leidend beginsel zijn van alle
openbaar beleid. En daarom achtte ik i.c.
eene andere houding dan de door mij
aangenomene, hoezeer ik dieeerbiedig, doctrinair.
Verder was met den plicht om het gezag
hoog te houden iets waarop ieder publiek
rechtelijk lichaam ernstig bedacht moet
wezen de handhaving van het bedoelde
mandaat, niet de terugneming op een
doctrinairen grond, naar mijn inzicht, het
meest in overeenstemming.
Het standpunt, in deze uiteenzetting kort
omschreven, heb ik van den aanvang af
ingenomen. Het is door velen op wier
oordeel ik prijs stel, niet gedeeld; maar
ik acht het volkomen gegrond.
Hoogachtend heb ik de eer te zijn,
uw dw. dr.
G. A. VAN HAMEL,
Lid der Prov. Staten van N.-H.
* *
*
Aangenaam is het ons dat de Heer v. Hamel
aan onze uitnoodiging wil voldoen.
Wij schreven:
Welnu, wy hebben de eer u de vier feiten
ter overweging aan te bieden, die naar onze
meening de bedoelde onvereenigbaarheid in
't heldere licht stellen, zoodat uw theorie geheel
en al door de praktyk bevestigd schijnt. Hebben
wy ons echter vergist, uwe scherpzinnigheid
moge niet in gebreke blyven ons van een mis
verstand" te bevryden. Wees dus zoo
vriendely'k, het onschuldige dier feiten ons en onzen
lezers aan te toonen."
En het antwoord van den Heer v. Hamel
luidt, dat hem, die met anderen dit punt nader
had bezien, niets was gebleken wat hun
teverwyten viel."
Eilieve ... de vraag was niet of mr. v. Hamel
overtuigd was van des Heeren onschuld,
maar hoe hy' ons en anderen zou kunnen over
tuigen van het onschuldige der vier punten
door ons genoemd.
»lo. dat hij (mr. Roëll) in 1897 met drie
H. IJ. Sp.-mannen heeft gestemd vóór een
voordracht ten bate der H. IJ. S. M., die
zonder hun stem verworpen zou zijn;
>2o. dat hij, gedeputeerde, tevens lid van
den Raad van Beheer der H. IJ. S. M., in
deze laatste kwaliteit daadwerkelijk deelnam
aan onderhandelingen met de H E S.M., en
over de plannen dier Maatschappij, in zijn
eerstgenoemde kwaliteit, mede beslissingen
heeft genomen;
»3o. dat hij de H. E. S. M. die jaren
lang met de Staten van Noord-Holland over
haar plannen heeft gehandeld, eindelijk
gereed is, en van subsidie voorzien, als
concurrente heeft helpen koopen. Immers,
zijn lidmaatschap van den Raad van Be
heer, tot heden niet geëindigd, doet hem
mede de verantwoordelijkheid dragen voor
deze affaire;
»4o. dat hij niet alleen den aankoop dier
concurrente door de H. IJ. S. M. heeft
goedgekeurd, maar ook, blijkens xyn voort
durend lidmaatschap van den aad van
Beheer der H. IJ. S. M., zijn zegel heeft
gehecht aan een dading, in 't geheim, bui
ten het bestuur der H. E. S. M. om, waar
mee hij vroeger had onderhandeld".
Ter inlichting van den heer v. Hamel deelen
wy hierby nog mee, dat onder het r
gimeSchorer subsidies verleend werden voor de lynen
Hoorn-Medemblik; Alkmaar-Hoorn ;
SchagenWognum; Purmerend-Alk maar; en na 1896,
onder v. Tienhoven, voor
Kwadyk-Edam-Volendam en Alkmaar-Bergen. Van deze lynen waa
Alkmaar-Hoorn de groote spoorweg der H IJ.S.M.
zelf, en wordt Hoorn-Medenblik door haar geëx
ploiteerd- De lyn Kwady'k- Edam-Volendam
met 35 tegen 32 stemmen gesubsidieerd was
almede van de H. IJ. S. M. en Alkmaar-Bergen
zal door haar geëxploiteerd worden.
In al deze gevallen was het dus, dat de be
stuurders der H. IJ. S. M. als Statenleden of
als Gedeputeerden actief deel namen aan de
voorbereiding van, of aan de discussie en zooveel
mogelijk ook aan de stemming over
spoorwegaangelegenheden.
Op dit en de drie overige genoemde punten
blyven wij prof. v. Hamei's antwoord afwachten.
Eed.
Eenige penneteen naar aanleiding yan de
pmeenteraadHeffiezing; te Rotterdam
Neen, beste lezer, 't is niet alles, daar mid
den in die drukkende warmte tweemaal een
stembuscampage te moeten voeren, om onzen
gemeenteraad weer op volle sterkte te bren
gen, 't Is 'n honden-baantje, maar 't moest. De
burgemeester had zoo lang mogelyk gewacht,
of misschien nog meer heeren raadsleden van
de gelegenheid wilden profiteeren om 'r van
tusschen te gaan; en er waren er dan ook op
't laatste nippertje nog 'n paar los gekomen
maar eindelyk kon de burgervaêr niet langer
wachten, en toen hebben we het stuk geleverd
van in twee stormloopen de zaak in orde te
breng. En ik ben dan ook zoo vry onszelven
daarvoor een woord van hulde te brengen. Wy,
ons, de lezer gelieve wél in aanmerking te
nemen, dat ik daarmee slechts de helft, of nog
minder van het kiezerscorps bedoel. De andere
helft heeft er geen voet om dwars gezet, maakt
er zich niet koud of warm om. Zy' kan dan
ook op dat woord van hulde geen de minste
aanspraak laten gelden.
Waarom ging het. Meneer Sanson was in
de tweede helft zy'ns levens nog door Atnor
gestoken, en had de Maasoevers verwisseld met de
boorden van Seine; wat hem niemand, die weet
hoeveel meer gezelligheid en levensvreugde
Parijs kan bieden boven Rotterdam, hem euvel
zal duiden. Meneer Coepyn, die we als inven
taris mee over hadden gekregen by de annexatie
van Eralingen, heeft zich in onze raadszaal
nooit op zijn gemak gevoeld; en toen hy gedu
rende ongeveer 'n kwartaal absent was geble
ven, was 'n wenk van het 46a voldoende, om
hem tot zyn plicht te roepen, en zich te her
inneren, dat men geen raadslid-af wordt of
door maar stillekes weg te blyven, maar men
ook zy'n ontslag moet indienen. Hy deed alzoo.
Meneer Kraemer, die het verdere deel zy'ns
bezigen leven» liever wil slyten in
Scheveningen en Den Haag, dan hier, bedankte ook al,
en toen, op 't laatst kwamen nog de heeren
P. R. Mees en Mildere er by'. Hun particuliere
zaken veroorloofden hen niet langer, de veel
omvattende werkzaamheden van den Raad naar
behooren te vervullen. De heer Mees deed dat
wat raar, wat onverwacht, maar gut, 't is toch
wel te begrijpen. Hy is een aangenaam man,
gaarne gezien en met historischen naam; hy
wordt overal in benoemd en gekozen, liefst
tot voorzitter ; hy speecht niet slecht en gaarne,
en zy'n goed hart weigert hem toe te staan
ergens voor te bedanken. Maar 't werd te erg.
Zóó erg, dat er geen ty'd meer overbleef voor
de Eerste Rotterdamsche". En het directeur
schap daarvan is toch ook geen sinecure, zou
men zoo zeggen.
Dat waren d'r dus vy'f. Twee liberalen, n
katholiek en n vryzinnig-democraat.
Men verwachtte dat 'r nog mér by zouden
komen, want men zegt maar men" weet
al ty'd zooveel dat nog meer heeren
rondloopen met plannen om hun loopbaan als raads
lid af te breken. Maar 't bleef er dus by, en
deze leeggekomen zetels moesten we weder
bezetten.
De eerste stemming was het hevigst, maar niet
beslissend. De liberalen zy'n verdeeld in twee
groepen: kies vereen. Vooruitgang", en de
daaruit voortgekomen en meer geavanceerde
kiesvereen. Rotterdam". De eerste is een
oude gevestigde politieke firma, die zich zelve
heeft belast met de leverantie van oud-liberaal
oftewel regenten materiaal voor den Raad.
Eenige jaren geleden leek het nog, of de
kieavereen. Rotterdam", in 't leven geroepen
door de krasse oppositie vooral van mr. Van
Gilse, en later gedragen door mr. Van Aalten,
mr. Muller, Frans Netscher en anderen, aan
de oude regenten-firma de wind uit de zeilen
zou nemen. Maar... 't is niet gebeurd. Ze is,
ook mede door mr. Van Aalten's schuld, vaat
geraakt in den modder, en sedert meneer De
Klerk nu het commando heeft, en de ge
noemde heeren de schuit hebben verlaten, is
ze ai verder daarin geraakt, en kan niet
vooruit, noch terug; is allerminst in staat ge
bleken, de kracht der oude kiesvereen. die
blinkt met de namen der upper ten", te
fnuiken.
De vryzinnig-democraten zy'n zoo bescheiden
geweest niettegenstaande n hunner by
de vertrokkenen was, en n hunner candidaat
was gesteld, maar iu;« voor den dag te komen.
Mr. van Aalten, mr. van Raalte en de andere
heeren schijnen verschrikkelijk voorzichtig te
werk te willen gaan met de nieuwe party'.
De sociaaldemocraten traden onafhankelijk,
en de drie kerkelyke fractiëa federatief op.
De eerste stemming bracht nogal goede voor
uitzichten voor de oud-liberalen, en een
jammerly'k fiasco voor Rotterdam." Haar candidaat
Oliemans in I kwam met nog by'na een paar
honderd stemmen minder uit dan de
aociaaldemoktaat. Het kwam tot herstemming tusschen
Van der Graaf en Jan" Schotel (het schy'nt
een voorliefde te zyn van den heer Hoos Jr., de
yverige, maar wat groene leider van Vooruitgang
I, om de candidaten ook met de voornamen by de
kiezers te introduceeren; ik herinner my o. a,
dat hy in 1901 de heer mr. Fock telkens
noemde Dirk" Fock. Dat klinkt familiair en
vertrouwelyk voor de kiezers). De eerste een
vrome, maar zeer jovia'e en sympathieke
broodbakker, de tweede een ingenieur
vandeTramweg-maatschappy.
In III moesten er twee zy'n. Daar viel de
winkeliers-candidaat", de elegante heer
Schürmann, stille vennoot der artiitenfamilie,
pardoes uit, daarmee de traditie, dat
winkelierscandidaten" hier nu eenmaal veroordeeld zyn
tot onveranderlijk fiasco, sterk bevestigende.
Twee financieele specialiteiten: de heeren
Uyttenhoven en Van Dantzig, brachten het tot
herstemming. Hoe Rotterdam 't in haar hoofd
kreeg, dezen financier" (!) te stellen daar
over verdiepte zich menigeen, en nu en dan
werd het effecten-baasje in de effectenhoek er
tusschen genomen, wat i nu eigenlyk wel van
plan was te beginnen.
Enfin zy kwamen met meneer Van
Ryckevorsel en den heer Van Beers, 'n katho
lieke aannemer, in herstemming.
In IV stond een oud-liberaal, de architect
Verheul, tegenover den katholiek Vetter; en
daar werd het in nmaal beslist. Ik denk, dat
Vetter wat al te verzot op 'n zetel is geweest.
Hij was te druk en deed te druk; en hy maakte
het er naar, door zoo maar naar de R. E.
Arbeiders-kiesvereen. te gaan redevoeren niet
tegenstaande deze in de ban was gedaan, dat
n de katholieken, n de anti-revolutiotairen
en ook de christely'k-hiatoriachen, hem tamelyk
wel aan zyn lot over lieten en hy met 'n 400
stemmen minderheid de bons kreeg.
In V stond weder 'n candidaat van Rotter
dam", de boekhandelaar-winkelier Rotbmeyer".
Nee, lezer, schiet nu niet aanstonds in de lach.
Hier is 'n toekomst vernietigd. Reeds ettelyke
jaren koesterde hy de hoop, nog eens op 't
stadhuis te zetelen. Daarvoor had-i alty'd 't
woord gevraagd op vergaderingen, daarvoor zich
afgesloofd voor anderen. Maar de uitslag is
vernietigend geweest, n voor Rotterdam" n
voor den candidaat zelf, hy kreeg 't minst van
allemaal, hy bleef zelfs rog 'n paar honderd
beneden een sociaal-democratisch arbeider. Ik
geef hem den goeden en oprecht gemeenden
raad: beste meneer, bly'f in uw boekwinkel en
bemoei u niet meer met de politiek. Niet
alleen dat ge er geen sikkepit begrip van hebt,
maar al badt ge 't wél, dan r.ög zoudt ge uw
ideaal nooit bereiken, om zooveel reden, dat
ik me er niet aan waag ze op te sommen.
Houd u kalm, treur ook maar niet, want
waarachtig, ook voor u zèlven is het beter zóó.
De heer Ferares, die men zegt dat een heel
knap man is maar wie ia dat in
verkiezingsdagen niet! en meneer Bliek, een
christelykhistorisch medeburger, kwamen daar in her
stemming.
Gisteren de tweede campagne, en de
beAlles liep heel kalm, alleen de ren
boden^ die de nalatige spekslagers en
koekebakkers moesten afhalen, en de bestellers en
de sleepers-wagens beplakt met Jan" Schotel,
de paarden die eveneens met Jan" behangen
waren, hebben 'n drukken dag gehad.
District I heeft voor Jan" een ongunstigen
uitslag opgeleverd; de vrome, maar joviale
broodbakker De Graaf, en niet Jan" is gekozen.
In district III zyn meneer Rjjckevorsel en
de katholiek Van Boers gekozen; wat ik, uit
de tamelyk dunne keuze, nog de beste vind.
Meneer Van Dantzig is gedropen, en dus is
in den effectenhoek de rust weer hersteld.
In district V, eindelyk, is de heer Ferares
gekozen, waarmee de eerste spoorweg-speciali
teit zyn intrede doet in den Raad; en meneer
Bliek kan voorloopig weder by de verzameling
niet-geslaagde christelijk-historische en andere
ex-candidaten worden opgeborgen.
De verhouding in den Raad bly'ft dezelfde:
n katholiek, n anti-revolutionair en drie
liberalen zyn weer gekozen. Eigenlyk hebben
alleen de vryzinnig democraten verlies geleden,
maar... daar die overtuigd schynen, dat voor
hen de toekomst is trotz alledem, trekken zy
zich daarvan blykbaar niets aan.
Na het bovenstaxnde gelezen te hebben, zal
de lezer wel toestemmen, dat zulk een stry'd,
bij zulk een temperatuur, een heele inspanning
is geweest. En dat het woord van hulde, dat
ik ons zelve breng, zeer op zyn plaats was.
PBTEUS.
IIIIHlIllllllHIll
lllllllimillllUIMIIIHIIItlMHI
Sociale
HHiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiimiiiiiirniiiHiiiiniiiirtiiiiiiiii
Meerdere beperking ?an Kinderarbeid.
(Omvang der kwaal. Gevolgen).
II. (Slot.)
Nu wil ik aannemen, dat Ge mét me al deze
ellende inziet, en 't diep betreurt, dat ze be
staat. Maar, merkt Ge op geld verzoet den
arbeid, en als er dus 'n goed loon verdiend
wordt
Hier en daar eaf ik u reeds 'n enkel cijfer
dienaangaande. Thans zal ik dit onderdeel der
kwestie meer van nabij bezien, k verzeker u,
dat 't dec moeite waard is en er bij behoort.
De genoemde Chemnitzer enquête deed bet
feit kennen, dat het hoogste'weekloon 3 Mk.
bedraagt; dat, a kind 1% Pf. per uur ver
dient, plus 3 maal brood per dag. Dat een
kindermeisje, behalve ditzelfde, 05 Pf. ontvangt
aan loon voor 52 uur werk.
In de Krefelder zijde-industrie worden
uurloonen van 2?5 Pfenninge betaald (wekelijks
0.55?1.40 Mk. voor minstens 5 uur werk
per dag!)
De fabrieksinspecteur vermeldt, dat bij
Wiesbaden (district Biedenkopf) meisjes van af haar
7e jaar, soms tot 10 uur's avonds, sokken breien
voor 11?15 Pf. per paar. (Hij voegt er aan
toe, dat de ouders genoeg voor het onderhoud
van 't gezin verdienen!)
In de knoopenmakerijen te Saksen?Coburg
Gotha zijn dag\oonen bekend van 4 en 5 Pf.,
hoogstens (bij yroote uitzondering!) maken de
kinderen er 80 Pf. per dag. Ook dit is ont
leend aan inspectoriale verslagen.
A. Siegfried deelde indertijd in het Musée
Soda l mee, dat kinderen in de katoen- en
lucifers-fabrieken in Japan 12?18 cent per dag
verdienden. Dat hij-zelf te O^aka in een
luciferfabriek kleinen van 6?8 jaar werkzaam ge
zien bad, 8 uur per dag, en dat alles voor
±3^ cent.
/i de kwaal internationaal? \)
De vraag doet zich nu aan ons voor:
Wanneer 't werk zoo slecht betaald wordt,
waarom dringen de ouders er hun kinderen
dan toe?
Daar zijn er en hun aantal is belaas l
groot die het moeten doen, omdat de geringe
verdienste van hun kroost 'a gewenscht comple
ment is van eigen inkomsten. Als men weet,
dat in het ,Meininger Oberland" (zie boven !)
de volwassenen 3?4 W k. per week verdienen
bij 'n werkdag van 15?16 uur, ja, dan wekt het
geen verbazing, dat ze redeneeren: alle handen
moeten uitgestoken rum uur das nackte Leben
frirsten zu können." 2)
Maar dan heeft Fechner gelijk, wanneer
hij in een bespreking ergens van Agahd's boek
te dezen opmerkt:
yWenn die Familien so ganz verarmt sind,
dsss sie nur durch dieses Blutgeld noch ber
Wasser gehalten werden können, dann haben
die Gemeinden ihre Untcrstützungspflicht
versiiunit."
Jammer genoeg, deelt de Regeering in
Duitschland dit inzicht niet. In haar *Grundzüge einer
gesetzlichen Regelung der Kinderarbeit" (die
aan haar wetsontwerp tegen kinderexploitatie
vooraf ging!) merkt ze op, dat, ja! de loonen
der kinderen kaum nennenswert" zijn, maar
»in mancben Fallen für eine in armlichen
Verhaltnissen lebende Familie, zumal wenn
gleichzeitig mehrere Kinder gewerblich tbatig sind
eiaen verhaltnisaiassig nicht unbedeutenden
Zuschuss zu den Kosten des aushaltes darstellt."
'n Opmerking, die Ajahd doet zeggen:
,Es ist ein Fehler, wenn jetzt von gewisser
Seite die Not der Eltern in den Vordergrund
geschoben wird. Uebrigens kann man sicher mit
demselben Rechte sagen, dass wirtschaftlicher
Notstand durch Kinderarbeit erzeugt wird, als
behaupten, die Kinderarbeit sei eine Folge des
wirtschaftlichen Notstandes."
Juister zeker is 't standpunt, dat de
Rijkskanselier Von Hohenlohe indertijd innam, toen
hij er op wees, hoe gering de loonen zijn, bij
den arbeid van kinderen betaald, waartegenover
de nadeelen van exploitatie hunner krachten in
verhouding teer groot moeten heeten.
Daar ziju ook ouders en hun aantal is al
evenmin gering! die in den bitteren nood
geen verontschuldiging hebben.
In Engeland is gebleken, dat ouders met een
weekloon van 7 p. st. toch hun kleinen uit
buitten, 'n Bekend verslag van de London School
Board zegt dan ook: 't is meer de onnadenkend
heid dan de nood der ouders, die den kinderen
dit lot bereidt: zij die 't langst moeten werken
en 't meest inbrengen" zijn bij lange na niet
het kroost van de armste ouders. (Vgl. boven
de opmerking van den fabrieks-inspecteur te
Wiesbaden!)
In zooverre mag men kortelings beweren: de
oorzaken van het verschijnsel, dat ons bezighoudt,
zijn vooral: gebrek en egoïsme.
Welnu, 't laatste kunnen we en moeien we
dan ook ! in elk geval bestrijden. Deze oor
zaak kan gewisselijk worden opgeheven. En waar
dit niet lukt, daar kan er op gespeculeerd, door
den betrokken ouders onder den neus te houden
deze opmerking uit het verslag van het
InterDepartmental Committee" : (Zie boven!)
,'t Gemiddelde loon van een schooljongen,
die geregeld arbeid heeft buiten de schooluren
is omstreeks 2 sh. per week, en wanneer hij
onafgebroken zoo 2 jaar werkt gedurende zijn
jeugd, zeg van zijn lle tot zijn 13e jaar, dan
zal hij verdiend hebben zooveel, als hij anders
BÜdien tijd als 'n werkman in 2 of 3 maanden
zou hebben gewonnen."
Welnu, zijn zulke loonen motieven voor der
gelijke uitputting?
Gelukkig komt hiertegen verzet, ook van de
! zijde der werklieden zelf. Leerzaam is in dit
j verband de houding der /Trade Unions" in
Eogeland. Men oordeele:
In 1891 petitionneerde de «-parlementaire com
missie" bij het Parlement om verbod van kinder
arbeid tot op het 12e jaar. In 1895 zette het
congres zelf deze grens tot op het 13e (de
textiel-arbeiders van Lancashire en Yorkshire
waren er iterk tegen !) In 1896 nam .het een
resolutie aan ten gunste van den 14-jarigen
leeftijd. Ia 1897 verklaarden te Birmingham
395.000 tegen 274.000 zich voor het stellen van
15 jaar als grens, waarop men echter weer in 1898
te Bristol terug kwam, en dit besluit te
PJymouth (1899) met 587.000 tegen 171.000 stem
men bekrachtigde. Zooveel te verrassender was
daarom 't resultaat te Huddersfiald (1900) waar
men zonder stemming de grens weer bracht op
15 jaar!
De sociaal-democratische partij in Duitschland
kiest gelukkig 'n zelfde standpunt. De Rijks
dag-fractie diende ten vorigen jare dit voorstel in :
De Rijksdag besluite, den verbonden Regeerin
gen te verzoeken, in de eerstkomende zittings
periode bij hem in te dienen 'n wetsvoorstel,
waarbij het gebruiken van schoolplichtige kmd<
ren, beneden 14 jaar in fabrieken enz., alsmede
tegen loon in huishoudelijken dienst of bij den
landbouw, wordt verboden.
Wurm (zie boven !) zei in den Rijksdag dan
ook zeer terecht: Je grösser der Kiuderarbeit,
um so Echlechter die LöSne der Erwachsenen.
Ganze Industrien sind durch die Heranziehung
der Kinder verelendet."
Dat die arbeiders, welke 't niet behoeven te
doen, en die toch hun kindereu laten werken,
dit in hun oor knoopen. Dat ze zich daarbij
niet te veel paaien met Wurm's onjuiste (onjuist
in haar algemeenheid) opmerking:
iDie Ertoe bsarbeit der Kinder ist nur
uotwendig geworden infolge des schlechteu Lohnes
der Eltern."
Zulke zinnen kunnen schade doen : als uiet bij
hen bedoeld natuurlijk ! Maar tot groot nadeel
der Zaak.
* *
#
Wat. kan tegen de kwaal worden gedaan r
In de eerste plaats denkt men aan de wet. Eu
zeker, zij kan veel goeds doen. Vergeten mag
meu echter niet, dat de wet op deu kinderarbeid
in fabrieken enz. ia Duitschland (en elders deed
zich hetzelfde verschijnsel voor!) de kindereu,
ja, uit de fabrieken dreef, maar in de armen
der huisindustrie: van de Scylla verzeilde ze
zoo in de Charibdis. Want inderdaad, voor de
gezondheid schadelijker n voor de moraliteit
is deze arbeid zeker.
Toch kan 'n goede wet veel doen en vermeld
ik met vreugde, dat Sir John Gorst, op 'n des
betreffende vraag van dr. Macuamara geantwoord
heeft:
,The matter (kinderarbeid) is under my
consideration, and l am having a Bill prepared with
which I hope to be able to proceed this Ssssion."
Overweging verdient verder de conclusie
van 't rapport van het »Inter-Departmental
Committee:"
,We think that the training for manual work
should begin *before 14, jnst as we hold tbat
school educatiou should continue reyond 14;
and that iu furtherance of this end the
employmeut of childreu in practical work should be
permitted, but permitted only under carefully
considered regulations."
Maar nimmer worde uit het oog verloren, dat
hooger loonen en sociaal-politieke maatregelen, die
de gezinnen materieel opheffen, een zeer groote
uitwerking zullen hebben. Naast wijzer-making
der te egoïstische ouders!
# *
*
Ik nader het einde. Nog rest me een punt
ter bespreking: de invloed, door kindertxploitatie
in velerlei zin op onze kleinen uitgeoefend.
Jammer genoeg moet ik daarbij uiterst kort zijn.
Misschien biedt zich later 'u gelegenheid aan,
om over dit zeker belangrijke onderdeel der
kwestie uitvoeriger te handelen.
Wat de uitwerking op de gezondheid aangaat,
daaromtrent deelde dr. Zwick deu 4eu Januari
1901 in den Rijksdag mee:
Te Greiz is bij 56 pCt. der weikende kinderen
geconstateerd schadelijke invloed op de gezond
heid (op het schoolwerk, op de zedelijkheid)
Deze kleinen ziju bleek, ziekelijk, engborstig,
hebben 'u krommen rug, lijden aan de oogen,
zijn bij 't onderwijs mat, stomp, zonder belang
stelling. En dezelfde berichten komen uit Beieren,
Wiirttemberg, Hessen, enz.
Is 't laatste wonder, bij 't reeds besproken
gebrek aan slaap? Te Neheim (Westfalen) gaf
een moeder op, dat de kindereu vaak door klappen
uit den slaap gehou ien en tot den arbeid gedwongen
moeten worden. Terwijl Agahd meedeelt van een
vader, die's nachts om l uur door zijn vrouw hem
en zijn jongen b ra n de wij a laat inschenken, om
hem wakker te houden. Om kwart vóór 4 gaan
ze dan naar bed l
Had Fechner te Breslan ongelijk, toen hij daar
uitriep: ,Man muss die menschliche Natur
bewundern, die solche Misshandlung hiDnimmt,
lange Zeit ertragt, ohne zu erliegen. Der
Zusammenbruch ist freilich das Eudeder Tragöiie, die
Vernichtung einer Menscheuknpspe, die nie
geblüht hat."
In zake de moraliteit volsta Agabd's
mededeeling, (waarover hij schandelijk is aangevallen
door een Rijksdaglidl) dat bij 't hoeden van vee
de meisjes, pas kerkelijk aangenomen, zich allen
den eerste den beste prijs geven.
Natuurlijk lijdt ook 't schoolwerk er onder.
Sir John Gorst had het bij 't rechte eind, toen
hij (Juni '98) in het House of Commons zei:
to attempt to put instructiou into the children's
minds is not only waote, but cruelty."
De fabrieksinspecteur bericht over Arnsberg:
Den kinderen wordt schier geen vrije tijd om
te spelen en zich te ontspannen in de frissche
buitenlucht gegund, hun schoolwerk moeten ze
op de werkplaats maken.
Een //School Board" in een der groote E
gelsche zeesteden merkte op, dat door deu kinder
arbeid bij de leerlingen een steeds toenemende
tegenzin iu de school ontstaat en absoluut gebrek
aan belangstelling; in het schoolwerk en dat de
tegenwoordigheid van een belangrijk aantal zulker
kinderen in de klasse was ra. decided check to
the general progress of the particular class to which
they belong. 3)
Met een woord van Jacobi wensch ik te
besluiten: ,Friihe Kinderarbeit scLadigt die
Schulbildung und Erziehung. Kinderarbeit
bedeutet Unwissenheit; Unwissenbeit bedeutet
Hilflosigkeit und Armlichkeit, Armlichkeit be
deutet oder kann es bedeuten und bedeutet es
thatsachlich hunderttausendmal Uuterst
tzungsI