De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 20 juli pagina 3

20 juli 1902 – pagina 3

Dit is een ingescande tekst.

Nö. 1308 DE AMSTEKDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. bedürftigkeit and Arbeitsbans, Verbrechen and GefüngniB. Darum schützt sicb die menschliche Gesellschaft n ad sichert sich der Staat, wenn sie eich gegen vorzeitiger Kinderarbeit wenden." Dat men het bedenke, onzen armen kleinen ten heil l H. P. 1) Wat ook blijken kan uit het volgende: Alfred Stead zegt in zijn .China and Her Myateries", p. 121: (hst. 12: The Yellow Peru"): »The Chinese will work twelve or fourteen hours a day ; and parenis are willing to hire out their eküdre» at a» early a» age a» it is fpund profitableto employ thtm. uis is no hardsbip to the children"... 2) De *Landrat" van 't districtKönigsee in Schwarzburg-Rudolstadt deelde mee, dass der Familienvater immerhin bei den oft knappen Löhnen mit dieseu Betragen (dorttaglich 15 Pf) sehr wobl reohnen kann und haufig rechnen maas." 3) Na zooveel cijfers is misschien als afwisseling welkom de plastische beschrijving, die Agahd (S. 51?52) ons geeft van een zijner leerlingen, van beroep broodombrenger. Van 4 uur af is hij al op de been. 'n Twaalfjarig kind wordt daarbij moe. 35 klanten moest hij bedienen en de meesten woonden »vom Himmel aas Parterre." Als gewoonlijk komt bij 10 minuten te laat. Doornat. De aangename warmte doet hem wel dadig aan. Hij wordt moe. Gun me, dat ik thans A. zelf aan het woord laat: »Wie war's mit einem kleinen MorgenschlafchenP Gedacht, gethan! Wenn doch das laute Chorspreclien nicht ware! Wenn doch der Lehrer nicht auch itm durch Fragen oderaufgezwungene Wiederholungen von Antworten aufwecken und belastigen wollte! ,Christoph Columbus starb, ohne eine Ahnung davou zu haben" so spricht er, dazu aufgefordert, seinemNachbarnach; den Schlasssatz, »dass er der Entdecker Amerikas sei" lasst er aus. Die Kinder lachen er weint. Eine halbeStu&de bleibt er munter, dann neue Nickoperationen. Fünf Standen Unt.erricht sind ibm eine Ewigkeit. Höchstens iuteressiert ihn noch die Gesaugstunde: Singen ist sein Hauptfach. Da i bat er den Spatzen auf der Gasse abgelauscht. Gott sei Dank eudlich ist die Schule aus. Nacimittags wird er ausruhen können von den Strapazen and die Schularbeiten macben. Ei bewabre! Da bat er keine Zeit, müde zu sein oder seiner Pfl ebt nacbzukommen er verrichtetLanf burschendienste bei Herrn Kaufmann Schulze. Schularbeiten werden, so nebenbei abgemacht, wenn nicht, nun »ick habe keene Zeit nich jehatt." Punkt 10 Uhr abends gehts zu Bette. Kurt möchte wohl eher das Lager aufsuchen, aber er schlaft im Bett des Backergesellen und dieser steht erst um 10 Uhr auf." Zoo gaat het dag in, dag uit. »Daas sieh Gott erbarm!" En voegt A. er nog aan toe: Dit zijn geen uitzonderingen. Dat weten wij, onderwijzers, beter. umi» iiiiiiiiimmumimniiiHiii Müziektieoordeeliiipi], G. H. G. VON BRUCKEN FOCK. Vier-en-twintig Praeludiën voor piano op. 15. De Algemeene Muziekhandel v/h. Stumpff & Koning, Amsterdam. Louis STERK. Canons Modernea pour piano. imniuiiimmiMM HiiiiiMiiiMii DE DOLLE". 6) DOOR J. F. DE WITT. (Slot). In de groote zaal hing een dichte rookdamp en aan een paar tafeltjes zaten nog slechts eenige leden kaart te spelen. Zoowel Terneuve als Van Doorn waren er by. De laatste wenkte ons met de hand een groet toe; de verschyning van my'n vriend stralende van geluk geleek op Terneuve te werken als die van een roode lap voor een stier. Wy' gingen echter nog in alle kalmte zitten en dronken een glas champagne. Van lieverlede werden wy, allen jonge menschen beneden de 30, wat opgewonden. Wy vertelden elkaar allerlei geschiedenissen en, zooals het gaat als je met een clubje by'een zit, spraken wy wel eens luider dan strikt noodzakelijk was. Toen kwam er iemand op het denkbeeld in een aangrenzend vertrek te gaan, waar een piano stond en natuurlyk was er iemand, die de piano opende en een paar tonen aansloeg. Onze vriend werd toen aangegrepen door den lust om zy'n liedjes, waarmee by zy'n aanstaande vroeger bekoord had, ook nu eens aan te heffen en de geschiedenis van het manneke van tachentig jaren" door een overmoedigen tenor voor gedragen klonk door de zaal. Maar pas was het eerste couplet ten einde of een nijdige stem riep: Mond houden met dat gejank". My'n vriend schrok en hield even op, en in dat oogenblik hoorden wy een andere stem roepen : Houd zelf je mond" 'en daarop werd eensklaps de deur tusschen de groote zaal en die, waar wy ons bevonden, dichtgedaan. Wij keken elkaar aan. Iemand zei: Het leek Terneuve's stem wel," en een ander : De tweede was bepaald Van Doorn," maar wy dachten verder aan de geheele geschiedenis niet veel. Alleen Plankaert wilde, als goed ambtenaar van het O. M., de zaak onderzoeken, doch hy kwam terug met de boodschap, dat wy ons vergist moesten hebben, want dat geen der heeren er meer was. Met hem kwamen nog eenige jongere officie ren binnen. Deze feliciteerden onzen verloofde nog eens en het gevolg was dat er weer meer champagne moest aanrukken, zoodat ik met my'n vriend eindelijk wel thuis gekomen ben, maar ik zou niet gaarne verslag hebben gege ven van het einde van de byeenkomst. Wie verder leest zal het ons vergeven. Den volgenden morgen werd ik eerst laat wakker. Mijn hoofd was gelukkig helder en ik lag wat rond te ky'ken in de my vreemde kamer, zooals iemand doen kan, die zwaar geslapen heeft. In de kamer van my'n vriend hoorde ik stemmen en ik meende, dat als er al weer visite was, ik my ook wel mocht gaan kleeden. En toen eensklaps hoorde ik mijn Algemeene Muziekhandel v/h. Stumpff & Koning, Amsterdam. CORNELIB VAN OosiERZEB. Quatrs Petites Valses capricieuses pour Ie piano op. 23. A. A. Noske, Middelburg. KOR KÜILEB. Deux Morceaux Caract ristiques, l Pierrot, 2 Pierrette. Op. 20. Twee klavierstukken l Vertwy'feling, 2 Berusting op. 15. A. A. Noske, Middel burg. P. G. VAN ANROOÏ. Piet Hein, Hollandsche Rhapsodie voor groot crchest. Piano bewerking vierhandig van den componist. A. A. Noske, Middelburg. L. ADR. v. TETTBHODB. 24 Préludes voor klavier op. 32. A. A. Noske, Middelburg. JOH. WIJSMAN. Vier Clavierstücke op. 4. John Gosewich Weimar. Valse für Pianoforte op. 3. Praeger & Meier, Bremen. ULFERT SCHULTS. Kinderleven, kleine Voor drachtstukjes voor klavier. G. Alsbach & Co, Amsterdam. Een keur van fijne pianomuziek heeft ons G. H. G. von Brucken Fock geschonken in zy'n vier bundels Praeludiën in alle twaalf groote en kleine tertstoonaarden. Men weet niet wat meer te waardeeren; de groote ver scheidenheid in karakter en geest van elk der stukken of den ry'kdom in de vin ding. Er ligt in die vier-en-twintig praeludiën een schat van schoone gedachten opgesloten en zy zy'n ons medegedeeld in een »klaviersatz", die wel vaak zeer moeilyk te spelen is, doch steeds pracht vol voor het instrument klinkt. Op bij zonder schoone wy'ze heeft de componist zy'n motieven bewerkt en ook het gebruik zijner modulatiën is steeds zinrijk en ongedwongen. In het bijzonder trokken my'n aandacht de nummers 2, 4 met zy'n ietwat Noorsch getint motief, 11, 13 en 14 (op pag. 5, zevende maat, zal voor de zevende achtste noot wel een b vergeten zy'n die ook niet onder de Errata is opgegeven). Voorts het vurige Allegro con fuoco in Des (No. 15) en, misschien het glanspunt van den geheelen cyclus, de prachtvolle Barcarolle in f klein. Het zijn acht canons voor piano die ons de heer Sterk in zy'n bundel ter lezing geeft. Het talent van den heer Sterk schijnt mij eenigszins naar het gevoelvolle over te hellen. Het opschrift voor No. l luidt: douce, tendre, rêveur, mais pas sentimentele; bij een ander nummer vindt men: Tout ce petit morceau rêveur et silencieux, later: tout Ie morceau mezza voce, ook vindt men er een Mazourka mélancolico. En inderdaad deze voordrachtsteekens zijn goed gekozen, want men zou den indruk dier stukjes met dezelfde woorden kunnen weergeven. Er ligt over de meeste canons een droomerig waas, dat op zeer beminnelijke wy'ze verhult den technischen arbeid in contrapunctisch opzicht. Trou wens niet alleen in de beheersching van den canonvorm doch ook in de aanwending van allerlei harmonische finesses toont de heer Sterk zijn meesterschap. De nummers 2, 7 en 8 zorgen voor een meer pikante scherzandoafwiaseling. Niet geheel is de heer Sterk er in geslaagd voor rhythmische afwisseling te zorgen; maar, de canonvorm met zijn obligatoire imitatie maakt dit ook wel moeilijk. De ver schillende nummers zy'n bearbeid achtereen volgens in den canon van de quint, de septime, de seconde, de sext, de quart, het octaaf, de terts en nogmaals de quint. Het werk is opge dragen aan den heer Frans Coenen en bekroond door de Academie Lamartine Lettres et Beanx Arts. Pianisten van degelijk gehalte zullen -in deze niet te moeilijke stukjes veel genot vinden bij het doorspelen. vriend op jammerenden toon uitroepen: O God, dan zal ik mij zelf nooit vergeven. O, waarom heb jelui dat gedaan, waarom heb jelui dat toegelaten?" Ik sprong nu uit bed, kleedde mij zoover aan, dat ik mij kon vertopnen en was daarmee juist gereed toen my'n vriend binnenkwam. Hy' zag doodsbleek en de tranen stonden in zijn oogen. Lieve hemel," riep ik uit, wat is er met jou gebeurd. Is er iets met Ida?" Neen, maar die goede Van Doorn ..." Nou, vertel dan op, kerel!" Van Doorn is gewond, zwaar hy heeft met Terneuve geduelleerd . .." O, drommels!" En het erge is, dat hij het deed om my' te sparen. Heb je nier gehoord, gisteravond, dat roepen van mondhouien met dat gejank" en van houd zelf je mond." De stemmen waren toch van Terneuve en van Van Doorn. Van Doorn heeft dadelijk gerepliceerd om Ter neuve te dwingen zich met hem te bemoeien, ofschoon de grofheid tegen mij bedoeld was. Hij deed dat, omdat hij wel wist, dat ik geen partij tegen Terneuve zou zijn en het op een duel moest uitloopen." Wij waren langzamerhand naar de zitkamer gegaan en vonden daar twee der jonge offi cieren, die ons den vorigen avond gezelschap waren komen houden. En toen ik vroeg hoe het eigenlijk was toegegaan, antwoordde een hunner: De heeren Terneuve en Van Doorn hebben dadelijk met hun vrienden de zaal verlaten en wy' zijn op last van Van Doorn naar u toege gaan met opdracht om jelui onder tafel te drinken, opdat je vriend niet tusschen beiden zou kunnen komen. De ontmoeting had plaats in de manege en Van Doorn heeft een leely'ken houw over den rechterschouder gekregen." Gevaarlyk ?" Op 't oogenblik schijnt het erg genoeg te zy'n, maar het leelijkste is dat hij misschien ongeschikt voor den dienst zal blyken." En dat alles om mij," jammerde myn vriend weder, en na wvt er gebeurd is. Begryp je niet hoe verschrikkelijk het voor mij is?" 't Is hoogst ongelukkig, maar ik dacht dat hij zoo'n uitstekend schermer was?" Dat is hy ook," zei een der officieren weer, maar Van Doorn is niet nijdig genoeg voor een duel. Zy'n secondanten zeggen, dat hy Terneuve al lang had kunnen raken, maar 't was alsof hij aarzelde toe te slaan." My'n vriend had intusschen volledig toilet gemaakt. Wat wil je nu gaan doen?'( Natuurlijk eerst naar Ida en dan naar my'n ouders gaan. En dan zal ik beproeven Van Doorn te zien." Ik maakte mij nu ook gereed en met ons vieren gingen wij op weg. Het was marktdag en druk op straat. De Junizon wierp op alles een helder licht. De menschen waren allen opgewekt en vroolyk. Wagens met huiven, getrokken door zware paarden bedekt met vliegennetten, reden dreunend door de straten van het landstadje. Runderen, varkens en allerlei gevogelte werden aangevoerd. Een trompet van een kwakzalver, die de boeren van wat kwartjes kwam ontOok de Qnatre petites Valses Caractéristiques van Cornelie van Oosterzee zijn niet zoo zwaar als de opdracht aan Teresa Carreno wel zou doen vermoeden. Alleen de laatste wals vordert een ietwat meer ontwikkelde techniek. Maar buiten gewoon bekoorlijk zy'n deze licht daarheen geworpen gracieuse valsen in den echten zwierigen koketten salonstyl van degelijk ge halte. De eerste wals is in een scherzandotempo in den D-dur toonaard. De tweede is een Moderato van eenigszins weemoedigen tint (g kl. terts), de derde is een vroolyk, dartel G-dur en haar zou ik den prijs toekennen, zelfs nog boven de meer pompense vierde wals in Bes, de omvangrijkste van de vier, hoewel het Poco piüSostenuto daarvan zeer mooi en expressief van vinding is. Ik twijfel er niet aan of deze walsen zullen weldra in handen zy'n van alle eenigszins geoefende klavier spelers en vooral speelsters. Zij verdienen het ten volle. Evenzeer dankbaar zijn de Deux morceaux Caractéristiques, Pierrot et Pierrette van Kor Kuiler, opus 20; alleraardigste, geestige muziek; het eerste stukje overmoedig pikant, het tweede gracieus beminnelijk. Het is jammer dat de overigens duidelijke »Stich" van Breitkopf & Hartel in het eerste nummer ietwat ineen ge drongen is; dat maakt het lezen niet gemak kelijk; in het tweede nummer staan de noten niet zoo dicht op elkaar. Ook opus 15 «Ver twijfeling en Berusting" van denzelfden com ponist zy'n beter gedrukt. Deze stukjes zy'n zeer fraai geharmoniseerd, hoewel zy' mij meer de vrucht schijnen van contemplatie dan van scheppingsdrang. In dat opzicht geef ik de voorkeur aan 's componisten eerstgenoemd werk. Toegegeven mag echter worden dat de inhoud der beide stukjes overeenstemt met de ge kozen titels. Reeds meermalen heb ik met groote waar deering geschreven over van Anrooy's PietHein-Rhapsodie voor groot orchest. Het eerst werd dit kostelijk opus door Hutschenruyter's orchest uitgevoerd later; na het driedaagsch Muziekfeest van Toonkunst, ook meermalen door Mengelberg's orchest. Thans heeft de ondernemende uitgeversfirma A. A. Noske te Middelburg, in prachtigen druk van deze Rhapsodie, een vierhandige klavierbewerking van den componist in he<; licht gegeven. Hoe wel uit den aard der zaak elke klavierbewer king van een orchestcompositie moet afvallen bij het origineel, geloof ik toch dat deze uitgave zich vele vrienden zal verwerven; eerstens omdat het werk zich bemind heeft weten te maken, ten tweede omdat het arrangement zeer goed speelbaar, niet te moeilijk en effectvol is gezet. Zou het geen aanbeveling verdienen, dat men ging breken met den sleur om bij een vierhandige bewerking, den bascant en discant ieder op een apart pagina te doen drukken ? Me dunkt dat het in alle opzichten aan te bevelen zou zy'n in systemen van vier balken, dus partituursgewijze, bascant en discant onder elkaar te plaatsen. Men heeft dan een gemak kelijker overzicht en het komt ook bij het instudeeren met niet geroutineerde pianisten aan de studie ten goede. Bij werken voor twee piano's geschiedt dit oak wel. De 24 Préludes van L. Adr. v. Tetterode schijnen my psn instruoti. ?e doeleinden hun ontstaan te danken te hebben. Ik vermoed zulks omdat de moeilijkheden zoo gering zy'n, dat zy' zelfs door weinig geoefende pianisten gespeeld kunnen word, i. (Slechts een paai Préludes vorderen een iets meer ontwikkelde techniek.) Dit in aanmerking genomen, zy'n het allerliefste stukjes, die wel is waar niet hoog vliegen, maar zeer goed speelbaar zy'n. De nummers 7, 9, 11, 17, 20, 21 en 24 bevallen mij het best. In No. 5 (zesde maat) maakt MMIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIItl lasten, zond een schetterend geluid de lucht in. Wij konden ons haast niet voorstellen, dat alles zoo opgewekt zyn gang ging, terwijl wy' door zoo'n groot leed getroffen waren. En by het verdriet over Van Doorn's verwonding kwam het zelfverwijt. Want wat hadden wij den vorigen avond nog op de Soos" te maken '5 Wy' hadden lang zitten lafelen, De champagne had bij den kolonel rijkelnk gevloeid, en toch gingen wij nog naar de sociëteit, waar wy konden vermoeden allerlei officieren te vinden. Het was echt jongensachtig, dom en onvoor zichtig geweest. En nu was Van Doorn, onze arme Dolle, het slachtoffer. Wij liepen hoogst mistroostig voort. De jonge officieren waren welwillend genoeg om te trachten ons eenigs zins te troosten, maar het hielp niet veel. Lieve hemel, als de verminking eens onher stelbaar was, en Van Doorn het leger, zy'n regiment, dat zy'n lust en zy'n leven was, moest verlaten, de uniform uittrekken en een ander in zyn plaats aan het hooid van zy'n escadron zien, de rnan zou geen leven meer hebben. De kolonel bleek geheel op de hoogte te zy'n en de zaak even zooals wy overdacht te hebben en hij spaarde ons zy'n opmerkingen niet. terwijl Ida bleek en verschrikt t aast haar aanstaande zat en hem liefdevol, maar toch eenigszins verwijtend aankeek. Het was zoo'n geheel ander tooneel dan op den vorigen dag in den zelfden salon te zien was. Myn vriend was geheel ver slagen. Hy' zat met saamgeknepen nanden en schaamde zich niet voor de tranen, die in zyn oogen opwelden. Eindelijk kreeg zelfs de kolonel medelijden met hem. Nou, komaan, jongen, ik moest even zeggen wat ik dacht, maar laten wij nu zien wat er gedaan moet worden. Ik zal met je naar Van Doorn gaan ky'ken, en laat je vriend dan naar je ouders gaan. Zij zullen wel niet zoo alles weten als ik. En dan vinden wy' elkaar alle maal hier terug. Kom, wees nou een man, de zaak is niet meer te veranderen. Geef Iet nu een zoen en ga dan als een kerel met mij mee." Ik ging dus naar de ouders van mijn vriend bij wie ik nog een moeilyk hall uurtje had. Maar eindelyk waren wy toch allen weder in het huis van den kolonel. Deze en my'n vriend brachten voorloopig vry' goede t yding mede. Levensgevaar bestond er niet en Van Doorn was in goede handen, want de beschermengel der stad, de dochter van den burgemeester, met haar hooge onschendbare voornaamheid alle praatjes trotseerend, was zelve hem komen op zoeken, had in zijn kamer dat weldadige, ge zellige gebracht, dat alleen een vrouwenhand kan aanbrengen, en had gezorgd dat hij een uitstekende verpleger kreeg, uit een der vele katholieke gestichten in de buurt. Ik had ook gaarne willen gaan ky'ken", zei Ida, maar ma wou het niet hebben". In de gegeven omstandigheden was dit te begrijpen. En toen werd het langzamerhand voor de ouders van myn vriend en voor my' ty'd te vertrekken. Wij namen in ernstige, maar toch vry kalme stemming afscheid en toen de trein ons weer naar het noorden bracht kon ik mij bijna niet voorstellen, dat tusschen den Zaterdagmiddag, waarop ik kwam, en den het accoord c, es, as een eenigszins vreemden indruk. Zon bis, dis, gis in die omgeving niet beter gestaan hebben? De vier Clavierstücke opus 4 en de Wals op. 3 van Joh. Wijsman stellen hoogere tech nische eischen. Eerstgenoemd opus bestaat uit een Praludium met ingevlochten koraal in g kl. terts; een zeer melodieus Impromptu in Es, een Romance in Des en een Wals in A. De andere Wals opus 3 is grooter en ook brillanter geschreven. Zij heeft drie thema's. Men zou haar concertwals kunnen noemen. Het is alles goede, degelijke en ook dankbare pianomuziek. Deze beide dnitsche uitgaven maken niet zoo'n fraaien indruk als onze hollandsche uitgevers gewoonlijk aan hunne fondswerken plegen te geven. De kleine voordrachtsstukjes van Ulfert Schults zijn allerliefste klaviernummertjes waarin de kleinen veel behagen zullen vinden. Zij heeten: 1. Goed begonnen, half gewonnen. 2. In 't echemeruurtje. 3. Spelletje by' een rondedans. 4. Popjes wiegelied. 5. Peinzend in een stil hoekje. 6. Speeldoosje. 7. Groote reis op het hobbelpaard. Bijzonder is mij opge vallen de groote zorg die de componist aan phraseeringsteekens heeft besteed. ANT. AVERKAJIP. MlllflIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIHIIIIIIIIIMIIIIIIIIIIIlnlIIIIIIIIIH In het Rülöninseüi. Het Rijksmuseum deed een aanwinst van eenige schilderijen, die wel een bespreking vereischen. Eerstens werd door den heer Willink van Bennebroek een kapitaal familiestuk van Atraham van den Tempel geschonken. Het stuk is goed geconserveerd en uit de laatste levens jaren van dezen bekenden zeventiende-eeuwschen meester, van wien het museum tot dusver alleen enkele portretten bezat. Onder deze laatste is vooral merkwaardig dat van Machteld Bas, dat ten deele voltooid, den breeden aanleg zien laat en de soliede wy'ze, waarop de oude Hollanders tot den bouw hunner schilderyen kwamen. Meer doorwerkt en gevoeliger van schildering is het mooie vrouwenportret van hem in de verzameling van der Hoop, dat voor een werk uit v. d. Helst's besten ty'd zou kunnen doorgaan. In het thans aangeworven familiestuk, waar zeven personen musiceerende worden voorge steld, doet de meester zich als smaakvol groepeerder kennen en schroomt hij niet, tot een weelderige kleurigheid te geraken, die met vermijding van alle bontheid het oog zeer aangenaam aandoet. Maar het meest treft ons het nooit falende meesterschap, waarmede elk onderdeel zoo knaphandig geschilderd is. Gezichten en handen, draperieën en instru menten, alles is met even gemakkelijke zeker heid uit het penseel gevloeid. En toch... is dit het juist wat onze bewondering maar tot een beperkte hoogte kan opvoeren. Als we gekomen zy'n aan de grens, waar kunstvaardigheid in het nabootsen van het uiter lijke der dingen ophoudt en het doordringen in het wezen begint, daar waar de werkman ein digt en de kunstenaar aanvangt, dan wacht hier onze te hoog gestegen waardeering een ontgoocheling, als we te vergeefs zoeken naar liefde en toewyding van den maker voor hetgeen hij weergaf. Eerder dan in dit werk een ontboezeming te zien, lykt het ons toe of de meester zijn enorme vakkennis dienstbaar heeft gemaakt aan de gangbare meeningen en heerschende schoon heidsbegrippen en zou dit werk als afspiegeling van den smaak en de kunstbeschaving dier dagen kunnen gelden. MlltlllllllllllfUIINMIIIIIMIIIIMIIIHIUUIHHIHIUIIIIM Maandag, waarop ik vertrok, zich zooveel had afgespeeld. Uit nog n brief van mijn vriend moet ik iets overschrijven: Beste kerel, begon hy' weer. Nu wil ik je nog eenmaal schryven voor ik het jonggezellen leven verlaat. Nog een week en dan hoop ik de gelukkigste aller menschen te zyn en my'n lieve vrouw in myn woning te voeren. Ik heb hier in den Haag nu een aardig beaedenwoninkje in een van de nieuwe buurten gehuurd, wel niet zoo heel dicht by de rechtbank, maar wat loopen zal mij geen kwaad doen. Je begrijpt, dat een huis aan den Vyverberg er niet aanzit. Ons tehuis bevat twee verdiepingen, een heelen grooten kelder, die tegelyk voor zolder dienst moet doen, en een vrij aardig tuintje. Als ik er met Ida ga kijken, denk ik altijd aan David Copperfield, ofschoon Ida veel degelijker is dan Dora. Ik bedoel eigenlijk ook maar dat het zoo verrukkelijk belangwek kend is zijn eigen tehuis te gaan inrichten. Het is nu op de gordijnen na gereed, zoodat wij, van onze huwlijksreis komende, een compleet home vinden. Dat schoonvader hier nu ook ge plaatst werd, is een gelukje uit duizend, ofschoon de man zelf het eigenlijk geen echte garnizoecsstad vindt. Er zijn veel te veel burgers. Ik geloof dat het hem wel wat piqueert, dat hier zooveel generaals zijn dat je naar zoo'n kolonel eigenlijk niet meer omkijkt. En je begrijpt wat dan een substituut-griffier is. Maar hoe minder ik met mijn engel in het oog val, hoe beter. Ik wou dat ons huisje op de heide stond. En nu moet ik je nog wat vertellen van onzen ouden vriend, den Dolle. Wel, die is geëngageerd met de dochter van den burge meester van de vroegere plaats onzer inwoning. Ja, dat zij, toen hij zoo ongelukkig gewond is, zoo voor hem gezorgd heeft, schijnt hem zoo getroffen te hebben dat hij nog verliefd gewor den is. Nu moeilijk was dat niet, want zy is voorzeker nog mooier en eleganter dan Ida. Ik weet niet hoe ik het zal uitdrukken, maar vreemd, ik zou het niets gek hebben gevonden als zij nooit getrouwd was. Zy' had zoo iets bijzon ders, dat ik mij b.v. moeilyk zou kunnen v oorJ stellen, dat zy zich door een man liet kussen. j En nu moet zij met Van Doorn toch heel gej lukkig zijn en net zoo goed aan zijn arm hangen j als Iet het bij mij doet. Ja, van dien arm van Van | Doorn is het ongelukkig ; die is niet weer in [ orde gekomen en hij heeft zy'n ontslag uit den ! dienst moeten aanvragen. Arme kerel, als ik j erom denk, wat dat hem gekost moet hebben, l geraak ik nog heelemaal van streek. Hij heeft ! mij willen overtuigen, dat hy het zoo erg niet 1 vind; maar toen ik hem laatst zag in politiek kijkende naar voorbytrekkende huzaren, ging mij een steek door het hart bij het bemerken hoe een sehnsucht er uit zy'n oogen sprak. Hy wil nu. ook naar een burgemeestersplaats solliciteeren, en zich dan met zy'n vrouw op een mooi buiten vestigen. l Kan jij je voorstellen dat het nog geen vol jaar geleden is, dat hij gewond werd ? i En nu is het pakje brieven van my'n vriend Het stuk hangt in het kabinet aan de rech terzijde der eeregallery, waar men het van leven tintelend portret Van Hals met zy'ne vrouw vindt en het loonend eens even op dit laatste te zien, als men v. d. Tempel's werk bekeken heeft. Is het niet of men uit een cahier met schoonBchrift plotseling op een mooie sympa thieke hand van schrijven kijkt ? Maar niettemin mogen we dit familiestuk om zy'n zeer respectabele technische eigen schappen, die toch alty'd onze bewonderirg bly'ven verdienen, als een welkom gescheck begroeten. In een der kabinetten aan de overzijde der eeregalerij vinden we een stuk van groote afmetingen De Ongeloovigheid van Thomas'1 voorstellende, een schenking van de Oud Bisschoppely'ke Clerezy te Utrecht. Dit werk van Wouter Pietersz Crabeth b geschilderd geheel onder den invloed der Italiaansche meesters, zóó, dat het Hollandsche karakter nagenoeg totaal er uit verdwenen ie. Zonder zy'n naam oneer aan te doen, verhoogt het toch niet den roem door zy'n grootvader, den onvolprezen glasschilder, daaraan gegeven. Liever wijzen wy nog op den aankoop op de auctie van het tweede gedeelte der verzameling Raedt van Oldenbarnevelt. Wat mij toen het meest begeerly'ke schildery'tje van de geheele collectie toescheen is door het Ryk aangekocht n.l. een klein paneeltje van Arent Arentzen, gezegd Cabel, dat geheel aansluit by de pendanten van dezen vroegen meester, die de Zielenvisschery van v. d. Venne flankeeren. 't Is iets minder levendig van compositie en het lykt ietwat meer afgesleten dan deze beide, maar daar tegenover staat, dat het in het geheel niet bijgeschilderd is en ons zoodoende juister de oorspronkelijke bedoelingen van den meester zien laat. Ook hier weer het mooie begrip van de wijde strekking in het Hollandsche land schap. Voorop een jager achter zyn rietmat, bedaard, als alles in dien rustigen tijd, zyn enorm vuurroer aanleggend op een reiger, die geduldig staat te wachten om geschoten te worden. Op de rivier daarachter bedrijvigheid van visschers en zeilende schepen en daarboven een lucht zoo heerlijk ruim en fijn, een ver, strak wolkengordyn ten halve weggedrongen door het met zachten drang doorbrekende licht. Juist de lucht, die hier zoo zeldzaam mooi is, lykt mij op de beide stukjes, die het museum reeds bezat door overschildering totaal bedorven te zijn. 't Is daar een lucht van denzelfden bouw, een zelfde moment van opklaring en het vermoeden is dus gewettigd, dat hier veel ver loren is gegaan. Jammtr, dat het nieuwe stukje wat hoog hangt (vóórzaaltje naast de Staalmeesters); 't is wel een schilderytje, dat op de hand bekeken wil zijp, waarin men zich door diepere be schouwing verlustigen kan. De spaarzaam vertegenwoordigde vroeg-zeventiende-eeuwsche kunst is door dit naïve, argelooze werk van dien voorlooper der latere groote landschapschilders zeer gelukkig aangevuld. Er naast hangt nog een stukje van Pieter Jansz. van As op dezelfde veiling aangekccht. De groenig- gry'ze tint en de behandeling doen wel aan Van Gooyen denken, maar nader be keken heeft dit geknutselde paneeltje toch \<einig met het werk van dien groote gemeen. We nemen dit onbeduidende stukje echter gaarne op den koop toe, waar het Rijk de hand legde op een werk als dat van Atent Arentzen. voor welke keuze wy niet anders dan erken telijk kunnen zy'n. J. W. N. tot een paar teruggebracht, die ik niet meer openen zal. Wat er in staat is mij maar al te goed bekend. Toen wij zoo dicht by elkaar woonden, schreven wy elkaar niet zoo vaak meer. Ik nam eerder een retourtje om zijn jong geluk te aanschouwen Ach, arme, het is wreed verstoord. Eerst is zijn goede moeder overleden, maar zij ging in vrede, omdat zy' haar eerste kleinkind in het leven verwelkomd had. En toen Ida voor de tweede maal moeder moest worden, werd voor het eene leven het andere genomen. Het mooie jonge vrouwtje heetthaar tweede kindje nooit aanschouwd. En toen dat kindje geen moederarm vond om in te rusten, toen heeft het zieltje ook deze aarde te koud gevonden en is naar zy'n oorsprong teruggegaan. O ! die smartkreet in dien b riet van mijn vriend, die begon met: Ik kim niet meer leven.'' Hoe dikwyls heb ik die regels, waaruit meer leed sprak dan een mensch kan dragen, destyds overgelezen. En het is hem te zwaar geweest. Hy' ia in een korte spanne ty'ds van verdriet weggeteerd. Eens zei hy' mij nog, toen ik by hem was, en by als een schim van wat hy' vroeger was tegenover mij zat: Ik weet dat ik my tegen my'n verdriet moet verzetten, maar my'n verlangen om mijn vrouw te volgen is sterker dan mijn plichtsbesef om voor het kind, dat my rest, te blyven leven. Ik heb gestreden, maar ik kan niet meer." En kort daarna is hy heengegaan van ons en heb ik den besten vriend van my'n jeugd naar zy'n laatste rustplaats gebracht. En het ouderlooze kleine meisje ? Wel, de kolonel en zy'n vrouw waren ook de ouden niet meer. Ida's moeder was de persoon niet meer om de zorg voor haar kleindoch tertje op zich te r, e men. De broers en zusters waren verspreid en hadden eigen belangen. Toen heeft er, na de begrafenis van my'n vriend, een ernstig onderhoud plaats gehad tusschen den kolonel en zijn vrouw en bur gemeester Van Doorn en diens ade, en het resultaat was, dat de kleine Ida, met haar gezichtje tegen de roode knevels van den oud ritmeester geleund, op zy'n arm is meegedragen in het rijtuig, dat het echtpaar naar den trein zou brengen, waarmee zy' hun woonplaats in de onmiddellyke nabyheid van den Haag zon den bereiken. De Dolle heeft het meiske als zy'n eigen kind aangenomen en zy'n vrouw is een zorg zame moeder voor het weesje. De jaren zy'n voorbygegaan en burgemeester Van Doorn is een man van gewicht geworden. Kleine Ida is reeds een flinke meid van een jaar of tien. En toen de ty'd den schaduw van het leed lichter had doen worden, heb ik Van Doorn, by' een herinnering aan al het goeds door hem verricht, eens verteld hoe hy by ODS onder den naam van den dollen ritmeester" te boek had gestaan. Zy'n vrouw werd ernstig boos, want zy verafgoodt hem, zooals zoovelen doen, maar hy' lachte en zei alleen: Dan vertrouw ik dat hier de Vox Populi" niet de Vox Dei" zal zijn."

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl