De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 3 augustus pagina 4

3 augustus 1902 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1310 ?deljjk en'goed in den toon gehouden betitelen. Maar een zoodanige hoop op de toakomst van deze schrijfster a's de andere drie novellen, geren deze beid 3 niet Deze wordt, na de daling die de lectuur van Angst" en Je'je" ver oorzaken, weer verlevendigd door wat er dan onmiddellijk opvolg*'. Het zy'n de eerste blad «VJden^van de novelle Het allerhoogste", die breed, forsch, vierkant d; aanvang schij nen van een roman, terwijl 0)k het gige/en ? van de novelle als geheel er een is, dat ver diende uitgewerkt te worden in een boekdeel. r Er ligt daar genoeg ohj sctieve waarneming in om het eenigszins ver te houden van de psy? «hologische studie"; en ook heft de fatrasale constructie ervan het hoog genoeg op om het iets heel anders te doen zyi dan realisme. -Misschien zou, indien de novelle wat breeder uitgewerkt ware, het algemeen menschelyke 1 erin, tot iets episch's geworden zijn. Eet ' «fkeeren van de religie ter wille van een ge? woon meascheUJk bsgeeren, is een motief uit de zielkundige geschiedenis van het menscher Ijjk geslacht, dat spreekt vóór de schrijfster ?-die in haar fantasie er een vorm voor wist te ? vinden en het als een waarheid van den tegenwoo:d'gen ty'l erkende. Men zal ons misschien verdenken, hier te groote woorden te gebruiken. ? £1 het zou inderdaad kannen zyn, dat de achryfsterin de e kleine novelle geen symbool, maar «en eenvoudig alleenstaand geval van mtnschelykheid haibadoell. Toch geboren we dat niet < in de eerste plaats. Br ligt ook in de wo >rdenkeus en de ensceneer ing te veel, dat byv. ?"?herinnert of een eqiivalent is van Gö,ta Bjr? ling dan dat we hier a»n een zoekea laag by den grond de voorkeur zoudan willen geven. Eindelijk blyft ons nog iets te zeggen van ? de laatste no/elle uit den bundel: Mieder". De schryfdter zal daarvoor, zoo meenen we te kunnen veronderstellen, die ingenomenheid ebbero, die voortkomt u;t de gedachte, daarmee /-goed doorgevoerd, krachtig, min of mïer vol,? maakt werk te hebben gele,-erd, terwyl ze met K andere meer inü,;e verwantschap gevoelt ge volg van werkelijke zielsrelatie, die, tot haar spijt, nog n ie', een zoo volmaakten vorm wilde toelaten. Het drama tusschan die moeder en ; haar mi 3 naak te n zoon is navrant en de ? uitwerking van dien aard, dat men gaarne - aannemen wit, dat het toeval in staat is, twea dergelyke measchen tot elkander te " brengen en dat in zulk een eeval, inderdaad beiden zich zoo gedrage1, als laa Bakker het 1 .beschreef. We willen echter, ter waardeering van deze ?novelle ons er niet afmtke-i met da verklaring, dat het als zielkundige stuiie zoo voortr, ffjlyk v-'is;' de middelen ontbreken ons om dat te '^controleeren en, mogelyk ook wel m j Bakker tet vermogen p ychologische waarschynlykheid te prodnceerer". We gelooven echter dat de gelegenheid tot waardeeren o.k van deze novelle niet minier w<jd openstaat wanneer ze wordt fobeschouwd als vrije fantasie en dus hst woord , .drama" erop toepasselijk wordt gemaakt. .Hoe zeer echter ook de verdienste van deze novelle opmerkend, geloo/en we toch, dat de ?meeste aanduidingen voor loa Bikker's toe komst in De Fabriek", en Het allerhoogste" te vindan zy n. Er is in het geheela boek zekere zeggingskracht te constate.ren, maar de meer ??entimentile z\j van ha« literair vermogen open baart .zich toch vooral op die plaatten, wair we . feaar - in het bovenstaande in het by zonder ?? meenden te kuanen constateeren. We beschou wen deze als aauduilingen voor de krachtige ? on'wikkeling in een bepialde richting, voor een * weldra volledig af schudden van de taaitradities en - die schepping van dat waarlijk nieuwe, wairop in otze literatuur met fpanning dient te wor den gewacht. Ze heeft er de kracht toe, de kracht om eerstens het sensitieve element nog meer tot ontwikkeling te brengen en ten tweede geheel te breken met de conventie, een gevaar dat ook in anderen vorm voor haar bestaat, dan in dien wavin we het meenden jte hebben aangedu'd. Deze fout trouwens hebben we haar al achry'vend vergeven. Men vergeeft mej. Ina .. Bakker gaarne veel l TH. P. Ons gescliooliiieesler. i. In de Mti-fcflivering van Onze Etum vond ik 'en merkwaardie artiekel van dr. K'uy ver over De Vries en Te Winkel. Niet dat het stuk nu juist zo merkwaardig was wegens nieuwe raakslaande argumenten of hevige, piekante stijl, maar het verschijnen ervan in Onze Eeuw gaf te denken. Immers de Redaksie had de heer Kluyver zelf er om gevraagd. ,41 Waarom toch? Bestaat er mischien levens. gevaar voor de spelling D. V. en T. W.; wint de zucht tot Vereenvoudiging zo ve'd? Maar waarom neemt dan jirst Onze E--.UUJ de verde diging op ziek? Is het misehien meer dan eens voorgekomen in de laatste tijd, dat in - Ver eenvoudigde - geschreven stukken krachtens ''en eens genomen besluit moesten geweigerd worden; en wil men nu wetenschappelik gedekt zij u? Op al die vragen staat dit ae antwoord ten minste vast, dat blijkbaar verdediging nodig is en dat geeft moed; dat geeft veel te denken. Die verdediging van de heer Kluyver heeft nu vooral waarde, omdat we er 'en aardige kijk door krijgen op 'en voorbijgegane of voorbij gaande periode van ons onderwijs. Eerst begint de schrijver met van die goeie oude tijden op te halen, toen met de spelling van Siegenbeek het lieve leventje begon. Vechten over de spelling l De stukken vlogen er af. Eerst heel langzaam aan kwam er vrede met de voor 't woordenboek nodige spelling van De Vries en Te Winke1, die »de beschaafde Nederlander" schiep aan wie het oordeel over de spelling ge geven werd onder hoger toezicht van de geleerde lui. En nu werd het 'en genoeglik onderwijs verder: men had zo'n grappigekakografi", zo'n boekje, waarin alles net verkeerd stond, en dat moest J3 dan goed opschrijven! Nee maar, en wat werd er dan gelachen als 'en jager b<?eren schoot en de jonge 'en bok of iemand op z'n tonen getrapt werd! J onges, onges: mannetjes varkens of waterkerirgen schieten en de tonen van de muziek trappen! Op school lacht men zo gauw. Natuurlik konden ze »de taal en haar overvloed" maar niet bewonderen: er waren swintersavonds veel leuker raadsel1 j es op te lossen. Verder kwamen er ook spraakkunsten los «n, daar wist men nu eigenlik niet recht weg mee, zou je zo zegger, want de spraak, de moedertaal behoeft men toch niet uit 'en boekje te leren! Wel degtlü*-, want dat was larie, boerebedrog! Er stond op: spraakkunst, maar kennis van de spraak deed men er niet pp, wel van ?wat deftige nunsen hoorden te schrijven. Meneer Deftig was hoog in ere en ieder dee z,'n best net zo te worden. Wie er niet om gaven, 'en Hildebrand b.»,, werd verheven tot 'en klassieke; dat was de hoogste ridderorde die te vergeven was en dat stond dan hiermee gelijk, dat men voor de spraakkunsten die zinnen van de Camera Obscura uitzocht, die het minst Nederlands waren en het meest Litijn, par Ion klassiek, terwijl in de hogere klassen zo iemand als 'en navolgenswaardig voorbeeld werd bekeken, met het gevolg dat men opstellen kreeg a la Hildebrandt, a la Jonathan. En de lagere k'awen las men verderde weinige tijd die er over bleef uit hele nette bloemlezin gen, waarbij men zo verrukkelik kon zitten soezen. Immers belang stilde mea ia die verbalen niet noch in de verzen van Kok's goede kennissen b.v. en za werden dau noch gebruikt voor her haling van spraakkunstwijsheid, voor het aan de man brengen van de nieuwe etymologiese we tenschap. [n de hogere klassen mocht msn Voniel's Palamedes b.v. overbrengen in oas, d. w. z. niet ons Nederland', maar in schrijftaal van toep, tien of vijftien regels per keer; het stuk kon je geen zier schelen. Nicli hoger hoorde je van Itraars, voorzover ze er liefhebberij in hadden, veel vertellen van de letterkundige geschiedenis, vooral veel inhouden die waren prettig. Ik herinner me 'en berijming van ma vandeKirel eiidj Elegast in 86 vierregelige koepletten, op school en in ledige ogenblikken neergeschreven. En verder vele biezoiderhedan van schrijvers?levens, terwijl uit deftige bloemlezingen als die uit Voadel vaa Murkerken dingen gelezen werden die ons njet aangingen. Ei dan kwam in de hoogste klas vooral het opstel over opgegeven onderwerper, de nerf"*, een schip op strand enz. maar dat was maar i uur en dan was men al door-en-door verklassiekt, tenzij men iemand was met ,merg in z'n knokken"; in elk geval had men dan voorgoed opgedaan het lani aan'tMoedertaal;0nderwijs, dat de moedertaal in 'en hoekje liet liggen en het surrogaat, de sc'irijfoaal, op diste. Wie nu, zoals de heer K'uyvei-, daarna inde Letteren gini» staderen en z'n plooi geset had bij de Woordenboekstudie en E'ynaologie. zonder, als hij zegt, verder mbt hit onderwijs in aan raking te komen, die voad dat alles nie's erg. Hat herinneren ervan is wel prettig zelf-; zo genoeglik al dat zoeken en uit elkaar rafelen vaa woorden, in verschillende spelling. Ea hij kan het maar niet vinlen da*, dat raadselfjaoplo>sen Vin b ren en bferèti, tonen en toonen nu zo erg is gefeest. Ia elk geval mogen Di V. en Te W. niet de schuld hebben van de nu ge maakte slechte opstellen. Men most geheel buiten het oaderwijs staan om dit te kunnen zeggen: ik hoop het te bewijzen. Wat toch gebeurde? De zgn. spraakkunsten bleven niet tot d; Gymnasia en Hogere Burger scholen bepsrkt als 'en nieuw soort sport voor de geest; dat kon alleen al niet om deze reden: de beginselen vai die sport moest men kennen, a'.s men toegang wou krijgen tot die hogere in richtingen. Dus moesten die op de Lagere School al geleerd worden en daar vonden ze grote vereerders. Halve geleerdheid heeft altijd voor de grote massa 'en hele bekoring. Ea als je nu uit Goties hails kon iü;iden dat ons heele met twee e's geschreven moest worden, terwijl de geleerden op hun woord van eer verzekerden, dat d&t oaderscheid nu door slappigheid zo schandelik verwaarloosd vroeger wel degelik algemeen geklonken ha); wat was het dan toch mooi om dat antieke verschil weer tot ere te brengen 't was bijna zo mooi als 'en antiek meubel. Zo woekerle in die wereld de kanker van het geschoolmeester voort. De schrijftaal moest gehandhaafd worden, de spreektaal was Uit den boie en de taal-polietsie kwam voort uit de schoolmannen. Welt 'en vruchtbaar ter rein ook voor schoolboekjes mst allerlei soort oefeningen in die velen zo vreemde schrijftaal en de schoolmeesters zagen van hun oefenings boekjes voor de Lagere School, voor de Hogere B. S. en Gymnasia, voor Zelfstudie en Hulpakte, voor de Hoofdaktp, druk opdruk verscïijuen tot stijving van de schrijftaal en van hun schrale inkomsten: het kon niet mooier. Ondertussen overwoekerde dit onkruid de taal van kind, t-yjinasiast, H.>S-scholier, h u'p- en hoofdonderwijzer zodanig, dat ze door 't welige groen waar ze overheen- en opneerzagen niet meer de taa'.bloem van hun ziel koaden zien bloeien, en de geuren alleen drongen tot hun door, maar als van iets vreemis, iets dat vroeger wel heel mooi geweest moest zijn maar nu lang al verloren was en terecht vervangen door het soliedere plantendak, waarvin j i elk blaadje kon di flaneren en tot in z'n veieltjes natellen. Ea het werd zo erg, dat het geschoolmeester doel werd bij het taalonderwijs, maar het ergste bleef het dit bij die scholen, die moesten af richten op de toilatingseksamens voor HBS en Gym". Bij de andere brak hier en daar, ja op vele plaatsen, het blauw van de hem1;! al'is weer door de grauwe luc'ot heen, er werd aan seaoolwaadelingen begonnen, men zocht de natuur op in bos en wei, slojd hielp met klei- en kartonbaweikii g hier en daar de ogen naar het ding, de s'of, kijken in plaats van op te gaan in het abstrakte; en er waren genoeg schoolhoofden die rekening hielden met da praktijk ook al kwamen ze niet toe aan die uitheemse nieuwigheden om de kinderhoofdjes niet vol te stoppen met schrijftaalregels, die ze morgen weer vergeten zouden. Maar dat alles. naai de woekering van het geschoolmeester niet weg; werd het ojk hier en daar uitgesneden, op audere plaatsen tastte het het onderwijs des te erger aan. Ea tot de kweekscholen toe leden daaronder: wat toch motst de a.s. on lerwijzer niet'en oanutte dingen leren en hoe licht kwam men er niet toe om die dingen als hoofdzaken te beschouwen; de kommissies voor de bu'p- en hooflakte waren daar het meest nieuwsgierig naar; 'en paar voorbeelden uit veleu : een van mijn kennissen die de hoofdakte heeft e a later uit 'en honderdtal uitveikoren werd als leraar aan 'en leerschool, hai bij z'a mondeling taaleksamen over niets anders te spreken als over de verbuiging van dezelfde en degene in al hun vormen, zoals zs alleen maar meer iu de spraakkunst staan, maar de beschaafde Nederlander ze niet meer gebruikt. Hij moest de vormen maar kunnen opdreunen net als bij 't Latijnse mensa, mensne enz. 'Ea ander, leerling van 'en kweekschool, wiens stijl uitmuntte door pittigheid, die 'en goeie kijk op de dingen had en kos eüke opstellen schreef, lei het bij 'en soortgelijk mondeling eksaaien af, haalde weer op door z'n opstel, maar kreeg toch bij slot van rekening 'eu laag sijfer voor Nederlands, wat hem later zelfs hin derde bij het krijgen van 'en betrekking. 'Ea auder kreeg 'eu standje bij z'üeksamen, omdat hij enige malen V geschreven hai in plaats van fat, de alleen (?) volledige vorm en, of hij zich al verdedigde met te zeggen, dat hij dat ekspres gedaan had, dat het daar 't nióéjt zijn, het stuitte af op het schrijf'aalharuas van de voorzitter. Zulke eksimens kweken zulke hoofden. rUa 'ea opleidingschoo1, waarvan het hoofd tegeu al z'n onderwijzers ia bsweert dat het geeu drilschool is, rekent dat hoofd op ds vo'gende wij*'?. 'Ei jonge moet schrijven b.v. dengoeden, braven man mit de sijfsrtjes 4 voor de naam "al boven elk woord; hij ziet het aan voor 'en eerste naamval en schrijft de goede brave man met overil 'en l boven. NJ zou iider msns dat voor l fout rekenen, niet aldus de schoolmees ter : vier sijfertj s deugen niet 4 fouten ; 3 n's Ontbreken 3 fouten ; samen 7 fouten, zegge zeven. Nu vraag ik, of joages op zo'a school niet gematkt wo:den tot kleinzielige peuteraa-s. Ea hiervan kan men het hoofd uu wel gedeeltelik vrij spreken door op Let lierplaa te wij jen, vastgesteld door de schoolopziensr, zodat die eigenlik da grote schuldige word', maar het zit 'em toch ook in dat school hoofd en z'n opleiding. 'Ea anler hoofd vaa 'en cpleld.ngschool wou er wel tegen in opstanl konen, mair hel leer plan staat vasf, is in aansluiting met H. 3. S. en Gymnasium, ja hij moet zich richten naar scholen op hele andere plaatsen, ten minste met z'n hoogste klas, waar noch al eens kinders in zitten die met de ouders Laar andere plaatsen verhuizen. Wat eist man daar? Ei bij moet z'n oaderwijs op de meest dwaze manier maar veranderen, elk jaar. Iinoiers bij de toelatingseksamens worden vaak de msest dwase dingen gedaan. I>?zer, stel u voor 'en H. B. 8, waar voor Nsderlaads werk alleen opgegjven wordt 'en verfooilifc lanj; Neder lands diktee (van twes en Vn halve folio kolom b.v.i met hsle lastiga kwesties vaa sp Hing en naamvil er in. San hst oaderwij i op de Lagere Sjhool, ik bedoel aan opleidings-, alias drilscho len, dan wel auders zijn. DJ toestanl is er deze: dat haast van de eerste klas af, ten minste al in de twaeie ea d:rd; deiivlo;d van net wach tende toelatingseksamen zich do;f. <re'den en bet wordt gaandeweg erger en erger. E-schiet daar geen tiji over oai eens met de joages wandeKoch1e i te onderneman en als men i.u jieentdatd t overdrijvea is, dan kan ik u t net getuigenis van 'en onderwijzer aaa zo'n scho)!, bevestigd door leraren aan 'en k*eeksch o' VOK ouder wijzers, dit meedelen, dat met het, onderwijs van spellingbizonderheden twee j «r bij ia, aan u«n schooltijd, moeten besteed worJen. L)it alk s geldt vooraaaielik de op'.eHmgschoien. E i d*n noch iit staaltje van 'en eii d;ksamen H.B.S. 'E i leerling die hoe gelukkig voor hem 'eu goed op stel schrijft worde geeksamineerd o/er de vooren achtervoegsels die onze ta»l het ft en hun betekenis. Hj had daarvoor 'en hoofdstuk van Terwcy's spraakkunst van buiten moeten kein^n, maar kent dat niet en rij it. Z'n opstel maakte ook hier middelmaat'", wat slec'it was en goïd had moeten zijn. AU ik nu al die dingen en noch Vrfle meer weet en ik lees dan van Dr. Kluy ver ; jNa'uurlijk is het verkeerd de kinderen ie p'agen met lijstjes van allerlei ougewoae teraaen die e of ee hebaen, maar geen varstanl'g onder wijzer zal zoo iets doen", dan vind ik hem goddelik naïef, eveugoej als bij 't voegende: «?Zou het zoo erg zij", wanneer men z'.c'i daarmede (met de geslachten vai de woorden uit het dageliks leven p.l ) eenige vrijheden veroorloofde?'' Erg nep, het zou goed zija, 'en begin vaa het door breken van 't gezoni verstand, maar dan was het in baginsel met het g schoolmeester uit en dan was 't mooie er af. T;gen die dwang nu trekken wij te velde en als de heer Kluy^er zeg*: de hervormers verwachten te veel vau eeue verandering van spelling, dan begrijpt hij niet, dat evengoed als de gevolgen van de spelling d. V. ec t. W., tegen de bedoeling in,, zo treurig zija geweest, de Kollewijase de dood van het gp^cboolmeester mettertijd moet ver oorzaken. E i nu vraag ik ieder, of dat niet de moeite wai-rl zou zija : ons geschoolmeester staat de vrije ontwikkeling van ons volk in de weg. (Sl>jt volyl.) J. 15. SciusrEKs. Dat nare Litvjn! Eane eenvoudige land-, stad- en schoolgeschiedanis, door B. Brandstiilter. Uitgegeven by G. J. Slothouwer, Amersfoort. Pretentie heeft het boek niet, en het maakt geen aanspraak op kunst. Het beantwoordt aan den ondertitel, en blyft van de eerste tot de laatste blad zij ie: »eene eenvoudige land-, stad- en schoolgeschiedenis," vermakelijk om te lezen voor jong en oud, voor ouders, schoo'jongens en schooloieisjes. Lozers van leesgezelschappen vinden er in wat zij zoeken: een vlot geschreven verhaal, geen inspanning eisenend, geen hevige ge moedsaandoeningen verwekkend. Zacht en kalm verloopt de handeling, mat kleine droefheid, kleine aandoeninkjes en een ietwat kooiische ader door het geheel, waarvoor een speelman, tevens bode, op de j.uiste oogenblikken zorgt, die, als het te pas komt, al gekscherende, verstandige woorden spreekt. Onbevredigd laat dit boak zaker niet. Aan hst slot komen alle personen nog even voor den dag, en wordt van ieder gezegd, hoe het hem of haar tot aan den dood toe gegaan is, of hoe het hun verging in hoogen ouderdom. Oorspronkelijk is het boek niet. Al lezende bemerkt men dra, dat het uit het Duitsch vertaald is. Da kieskeurige lezer, zonder nog «woordkunst" te eisenen, zou voor enkele woorden gaarne andere kiezen. Hat verhaal speelt in Zuid-Duitschland, even voor en tijdens den oogst. Op hetoogstfeest loeren we alle personen het best kennen, en worden we opgewekt den lof van het land leven mede te zingen : »Toon my dan, o arme stad, zulk een wellust, zulk een schat!" Op het oogatfeeat komt ean ofii;ier, een familielid van den boer van den Bsrkenhof, die hem de oogen uitsteekt om zija hoogen rang en het aanzitten aan tafels van baronnen en graven, overmits hy konings- of keizers kleed draagt. Da boer wordt verblind door den hoogmoed en besluit om zijn zoon, dan 12 a 13jarigen Frit°, ook officier te laten worden, llij besteedt hem in de naburige stad op een gymnasium, om de voorloopige opleiding, die tot de studie voor offiiier leid1", te ontvangen. Da jonge Frits, gewend aan het landleven en niets liever doende dan landbouw, paarden liefhebbende als familie, voelt zich daar diep ongelukkig, en wordt er om zyne geringe ontwikkeling bespot en geminacht. Da school wordt hem een hel, en »het nare latijn" eene marteling. Verandering komt als hij, door een toeval, zijn eerly'k karakter kan toonen. Da rector en de docenten begry'pen dan, dat een jongen, gewand en bestemd voor het openluchtsloren niet aarden kan in een broeikas om voor examens opgewarmd en opgekweekt te worden. Zij nemen het voor hem op en overtuigen den vader, dat zijne ijdelheid om den zoon tot een eximanblokker te maken, allerlei ellende ten gevolge zou hebben, en dat hij behoort aan den landbouw. Dankbaar en bly'de keert dan Frits tot de landbouwers terug ea voelt zich onder hen, in het bizonder by den ouden Clristiaan, weder overgelukki^, nu hij aan moeder aarde is teruggegeven. Slechter is het mat zyi vrienlja gegaan, den zoon van den schoolmeester, die niet genoot het volle, vrij a buitenletjn, die op een dakkamer ja bij garin^e hulpnid leien stu deerde, en een geleerd manie h, een Graecns en een Litinist wilde worden fl>t te veel stuiearen, bat blokken en hengsten, het nietspelen, het niet j >ng-zijn, verschroaipilda hem. Hy bezivaak, nog vóór Frits wear aan de natuur ea het natuurlijke was teruggeven. * * * Is: Het nare Liyn! alleen geschreven om een verhaaltje op te disschen ? Waarschijnly'k niet. E m strekking schy'nt er achter te schuilen; de strekking, dat de mensch niet op de wereld is gekomen om te varsuffin in schoolgeleerdheid. Vry wel wyzen de laatste bladzijden op die strekking, aller meest de laatste woorden van het boek. Nog eenmaal wordt er op de schoonheid van hst landleven en de naarheid der geleerdheid gedoeld, en wel in dezer voege: »Da oogsttyd kwam, en de menschen be reidden zich tot den zwaren, zegerijken arbeid. Even als het vorige jaar, om dezen ty.d maakten Frits en Christiaan een avondrit door het veld. Toen zij de onderwy'zerswoning voorby' kwamen, keek Frits onwillekeurig even als vroeger naar het raaoi dar bivaakioiar. Hit was er donker. Snel wend ie hy zy'n hoofd af. sChristiaan," sprak hy op treurigen toon, «?het gaat mij nu goed, en vader is vriendelijker dan vroeger, maar het tl luwe licht schy'nt daar niet meer. Oen, dat by daar nog ware, ik zou zoo W\j ZVJQ en hem niet meer storen." Ciristiaan zweeg even en antwoordde toen: »Ja, Frit je, het is zeer treurig, dat hy' (de zoon van den schoolmeester die altyd blokte) gestorven is, en voor zijl ouders is het een groot ongeluk, maar heeft hjj eigently'k wel geleefd? Hy was nergens bly om,, hy speelde niet en reed niet, hy zat maar altyd voor zijne boeken ! J», h\j was een beste jongen, God heeft hem tot zich genomen; in deze wereld hoorde h\j niet thuis" Frits is dus geen luitenant geworde"1, maar een hooggeacht man. Da »Barkenhof" werd onder zyn bestuur een modelboerdery, waarheen van wijd en zijd eigenaars van grootere en kleinere bezittingen komen om die te be zichtigen. >Moge het alle slechte Latinisten en brave jongens even goed gaan l" J>. Hl R, HnlpMüdelfiB lui het aarirüksliiM! Onderwijs i. Gedurende de maanden Juli en Augustus ver leent het Stedelyk Museum te Amsterdam, in eenige zalen gascvryheid aan de Vereeniging van leeraaren aan inrichtingen van het middel baar oaderwijs, voor het houden eener tentoon stelling van hulpmiddelen by het aardry kskundig onderwys. Deze tentoonstelling hid reeds voor hare geboorteeene geschiedenis. Ia het jaar 1900' Meld de heer Zondervan in eene vergadering van leeraren te Groningen eene lezing over het onderw.js in de aardrijkskunde, waarby hy onder meer den nadruk legde op de omstandigheid, dat in ons land het ainschouwelyk aardrijks kundig onderwijs nog steeds op zich laat wachten; als gevolg hiur?an werd in een al^emeene ver gadering van de vereeniging van leeraren, te Haarlem gehoulen den 28-m Augustus 1901, besloten zoo mogelyk in 1903 eene tentoon stelling vin hulpmiddelen tw? het aardrijkskundig, on>lerwi/j$ te organiseeren. Toe;i ik de verlere ontwikkeling, het tot stand ko.Ben dezer tentoonstelling naging, moest ik onwillekeurig terug denken aan een gesprek, eenigen tijd geleden door mij gevoerd met een vriend, die lang en veel had gereisd, voor namelijk in de Nieuwe Wereld Jelui Hollande.s zyn e;genaardige lui," babbelde hy ; wanneer er iets gebeuren moet, komen er wat menschea bij elkaar die de zaak bespreken; heeft het plan klaarblijkelyk levensvatbaarheid, dan wordt het zaakje niet aanstonds gezamïnlyk aangevat, mair eerst worden er commissies gevormd: achtereenvolgens krijg je dan een commissie tot onderzo k, eea commissie tot advies opdat onderzoek, een commissie tot voorbereiding, een comoii sie tot uitvoering en eindelijk he^l dik wijls een comnissie tot l'qiidatie behalve nog een onbepaald aantal commissies van minder beteekanis, als b.v. tot ontvangst vai hooge bezoekers." Iets dergelyks valt op te merken bij de tentoonstelling, die wij tha s gaan be spreken. Er kwam een commissie van voor bereiding, waarin zitting namen de heeren H Zondervan, Dr. J. F. Hoekstra en F. Wesseling en toen deze zich verzekerd hal vandennoodigen steun werd z& geconstitueerd a'.s wfdeommissie, waarnaast kvam een regelingscom missie onder voorzitterschap van den heer J. Ijzer man, met den heer W. Toose als secretaris en vervolgens eane commissie £tm bi/jhtand. Deze drie couimissies kwamen te staan voor een moaielyke taak, doch, het zy' aan stonds gezegd, zy hebben die taak waardig volbracht. De tentoonstelling, eene zooals er nog nimmer in ons land gehouden is, mag gezien worden; voor den geograaf, den vakman in deae, is een bszoek haast gebiedend; ook voor een leek zal ze eene nadere kennismaking dubbel waard zijn. Voor den vakman biedt zy een materiaal, zooals dat nog nimmer is samen gebracht, eene verzameling uit den aard van de zaak vollediger dan b.v. in het schoolmuseum te zien is; voor den leek zal zy doen zien hoeveel in weinige jiren verbeterd is, wat betrett fraaiheid en duidelijkheid der te gebruiken hulpmiddelen. Onder die hulpmiddelen nemen natuurlijk de kaarten het leeuwendeel in, maar verder treft men aan globes, telluria, reliëfs, platen, photographiën, voorwerpen op 't gebied van handels- aardrijkskunde enz. Leer boeken, die de tentoonstelling zouden hebben doen gelijken op een boekenstalletje, heeft men gemeend, en terecht, niet te moeten toelaten; ieder docent kan iaimara zich een exemplaar aanschaffen, wat, uit hoofde der groote koster, met andere hulpmiddelen bszwaarlyk zal gaan. By'na alle Nederiandsche uitgevers hebben inge zonden ; aan hen geen gering aandeel in het slagen der tentoonstelling. Da eerste afdeeling vormt Nederland, ver spreid over drie zalen, waarin is samengebracht datgene wat op het onderwijs der aardrykskande van Nederland betrekking heeft en waarin men vindt kaarten van andere landen, in ons land ver.aardigd. De eerste zaal, welke men binnen treedt, maakt al aanstonds een zeer aangenamen indruk. Atlassen, waaronder ook van Ned.-Indië, liggen ten toon, volks atlassen van ?0.15 af; atlassen, meer bestemd voor middelbare scholen, waarvan de meest bekende zya die van Bos, langen ty'd alleenheerscher, doch thans een gevaarlyke concurrent hebbende in die van Beekman er. Sshuiling,verder de Atlas van Nederlanrisch (Jont- en West- Indic door Dr. J. Dornseilïen enz Men kan hier vrijwel een volledig overzicht krygen van Nederiandsche school- itlassen. Dm heeft men er de figuratieve voorstellingen van veenpoider en droogmakerij ; van een ged?elte van het Hollandtsch Polderland, in carton en in zink door A. A Beekman ; een zeer goed relief van de Watergraafsmeer en van den mond van het Noordzeekanaal, beide van Herman en Te Kiefte. Zeer eigenaardig zyn de reliëfs van een fehutsluie, eene droogmak'TÜen een rivierbed vervaardigd uit model leer- klei door den heer Hooge. Deze reliëfs, die voornamelyk dienst zullen doen op delagere school, worden vervaardigd in de klasse met behu'p der leerlingen aelf; by eene droogmakery' zien ze eerst het meer, vervolgen* wordt de ringdijk en rirgvaart gelegd, het meer wordt met esn pompje drcoggemaikt enz.; voor de lagere school m. i. een zeer goede en bruik bare methode. Oader de globes trekt de aandacht een eosmotheore van' Gr. en A Falk, Amsterdam 17»0, eene inzending- van het Nederlandsen Schoolmuseum. De verJeeling van land en zee zooals ze is aangegeven, ia, zooals van zelf' spreekt, veelal foutief; de N. W. kust vaa Europa, inclusief Spat'je, onnauwkeurig en ver wrongen ; in Afrika heeft de teekenaar zyn phantasie den vry'en loop gelaten f n zoodoende de Niger verlengd tot het Tsaad Meer, deNyl in verbinding gebracht met de Congo; by' Amerika is Gaiifornië' een eiland,, van het vasteland door de Mare Vermio en de Mare Rabrum gesch'ideii ; by Australiëis Nieuw Guinea met het vasteland verbonden eaz. ; doch juist deze fouten maken het bestudeeren dezer globe allerinteressantst. Globes van den moder nen ty'd ziet men er enkele zeer goede, doch hierby aanstocds een vraag aan de uitgevers r waarom by sommige inzendingen geen prijs opgave ? zoo b.v. by ; de schoolglobe van Westenberg en Stuffers ingezonden door Jacs Swildens. Een zeer bruikbare aardglobe is die van M. van den Barge (voorh. H; A'. Tjeenk Wil link, Arnhem) en van betrekkelyk matigen prgs: /i 21. 75'-. uurcirkel, losse vertikaal, meridiaan,. vaste horizon, a. les is in orde. Eigenaardig is een aardglobe waarbinnen de Hemelglobe; of een dergelyke inrichting doelmatig is, is 'n andere vraag : mij wil het voorkomen dar,. wil men met alle geweld aard- en hemelglobe combineeren, de hemelglobe d« aard globe behoort te omsluiten; de eerste zou men> dan kunnen vervaardigen van twee halve glazen bollen, waarop de hemellichamen enz. zouden, kunnen aangegeven worden. Meer de aandacht in deze zaal zullen trekken de tentoongestelde kaarten, waaronder de all ervoortreffelijkste chromo-topographische kaart van Nederland, schaal l : 25000 (gedeeltelijk Noord- en Zuid- Holland) j vervaardigd in detopographische inrichting in den Haag, in de allereerste plaats dient genoemd te worden,. evenals de enkele bladen van de topigraphischekaart (z. g. stafkaart) l : £0000 en de rivierkaart van Nederland l : 1> 000', drie voortrtffelyke staaltjes van onze o n'ciëela eartographie. By' het onderwy's kunnen zy' in zoo verre van nut zyn, dat men ze in de hoogere^ klassen van middelbare scholen eens kan laten. zien. Behalve de bekende kaart van Amsterdam van Jl HL Scha ll en Kannegieter treft mea-. er aan een nieuwe schoolwandkaart van Am sterdam. van E. R. van der Mei ; de wy'kverdeeling is hier niet op aangegeven, wat voer een schoolk-aart allerminst een bezwaar i* ; de< kleuren zy'n zacht1, de afwerking is keurig, dakaart is- meer dan by ; zoo is b.v. de 0>/crtooaii reeds gedempé. Op een carton is bygevoegd het boezemgebied van Amtterdam en dat dep aangrenzende boezems (Rijnland,, AiistellamJ en Noord Zeekanaal). Een trtfïende teg«astelling hiermede vormt een inzending van de kweekschool voor oiderwyzers e<i onderwyasFessen : de vermaerde koopstadt van Amstelredam door Corn. Anthoniezn. i<nJ541. Kv*n pakkend is de tegenstelling tusschen de kaart van Hollands Noorderkwartier in 19i>2, door W. Kloeke en die naar mr. . de Vries in 1288. Voor wie het soms. nog eene pbrase mocht zijn, dat wy ons land werkelyk gewon nen hebben op 't water, zal n blik f p. de se kaart alles duidelijk maken. Kaarten van het poldergebied van Westelijk Nederland, trefc men in zaal I verschillend aan, zoo ook de kaart van het Hollandsen Utrechtsch polderland van Saeys (uitgave Thieme): de boe zems zyn duidelyk aangegeven, haastteduidelyk, wat niet kan gezegd worden van de gr^ns tusschen de verschillende boezemgebieden, de kaart van Hoekwater,, kaart v*n de landen tusschen Maas en IJ, geeft dit beter aan. In zaal II wordt ai-n aamtords getroffen door de in vitrine tentoongestelde atlas Major'1 van Blaeu, vertegenwoordigende de oude Hollandtche echool. Vlak by den ingang aan den wand k'eine provineiekaarljes van Nederland (uitgave J. Smulders), zeer gesch'kt vo";r kan toren, voor de school daarentegen minder bruik baar. Keurig in afwerking en duidelyk zijn de. provincie- kaarten van A A. Beekman, wa'; eveneers te zeggen valt van de kaart van Drent&, door J J. Westenbrink onder toez. van dr. H. B ink en C Pet te Hoogeveen, waar de ligging van het bouwland, de zandstuivingen, sluizen enz., duidelyk op zyn aangegeven. UIIIIIIUUtUUlllllllllMllllllllll.lllllimHIHJIIIIIIIIIIIIIIItllUUilUIIMMi 40 cents per r e g e K iimiiiiiiiiuiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiitiifuuniuuuuMM lalnTiriyl" bedrukt tot !!:{.;{.'> per Meter I Franco en vrij van invoerrechten toegezonden ! Stalen ommegaand ; evenzoo van zwarte, witte en gekleurde HennebergZUde" van 6O et tot il 1 4. 0 5 p. Meter. 6. Henneberg, Zijde-Fabr (k. &, k. Hofl.), Züricn KASSSTSU's Matrassen-, Badden* *» S'aapkaaier-ülsubGifabriek, Sneek. BED DER TOIÏI.iÜMS:.1 mot 10 jaar garant tie, Lewrie sala-rt 1S36 pi. m, 7Q3«1 stellen. Geïllustreerde Prijscourant grattt. Honderden bewijzen van tevredenheid. Specialiteit ie EXüELSCIIE LKDIKAXTEÜ. Piano-, Orpl- en MAMA MJETRCOS & KAL,S!IOVESV Arnhem, Koningsplein. VLEUGELS en PLiNINÜ'S in Koop en in Hes», Reparceren Stemmen Ruilen,

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl