Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1310
?deljjk en'goed in den toon gehouden betitelen.
Maar een zoodanige hoop op de toakomst van
deze schrijfster a's de andere drie novellen,
geren deze beid 3 niet Deze wordt, na de daling
die de lectuur van Angst" en Je'je" ver
oorzaken, weer verlevendigd door wat er dan
onmiddellijk opvolg*'. Het zy'n de eerste blad
«VJden^van de novelle Het allerhoogste", die
breed, forsch, vierkant d; aanvang schij
nen van een roman, terwijl 0)k het gige/en
? van de novelle als geheel er een is, dat ver
diende uitgewerkt te worden in een boekdeel.
r Er ligt daar genoeg ohj sctieve waarneming in
om het eenigszins ver te houden van de
psy? «hologische studie"; en ook heft de fatrasale
constructie ervan het hoog genoeg op om het
iets heel anders te doen zyi dan realisme.
-Misschien zou, indien de novelle wat breeder
uitgewerkt ware, het algemeen menschelyke
1 erin, tot iets episch's geworden zijn. Eet
' «fkeeren van de religie ter wille van een
ge? woon meascheUJk bsgeeren, is een motief uit
de zielkundige geschiedenis van het
menscher Ijjk geslacht, dat spreekt vóór de schrijfster
?-die in haar fantasie er een vorm voor wist te
? vinden en het als een waarheid van den
tegenwoo:d'gen ty'l erkende. Men zal ons misschien
verdenken, hier te groote woorden te gebruiken.
? £1 het zou inderdaad kannen zyn, dat de
achryfsterin de e kleine novelle geen symbool, maar
«en eenvoudig alleenstaand geval van
mtnschelykheid haibadoell. Toch geboren we dat niet
< in de eerste plaats. Br ligt ook in de wo
>rdenkeus en de ensceneer ing te veel, dat byv.
?"?herinnert of een eqiivalent is van Gö,ta
Bjr? ling dan dat we hier a»n een zoekea laag by
den grond de voorkeur zoudan willen geven.
Eindelijk blyft ons nog iets te zeggen van
? de laatste no/elle uit den bundel: Mieder".
De schryfdter zal daarvoor, zoo meenen we te
kunnen veronderstellen, die ingenomenheid
ebbero, die voortkomt u;t de gedachte, daarmee
/-goed doorgevoerd, krachtig, min of mïer
vol,? maakt werk te hebben gele,-erd, terwyl ze met
K andere meer inü,;e verwantschap gevoelt ge
volg van werkelijke zielsrelatie, die, tot haar
spijt, nog n ie', een zoo volmaakten vorm wilde
toelaten. Het drama tusschan die moeder en
; haar mi 3 naak te n zoon is navrant en de
? uitwerking van dien aard, dat men gaarne
- aannemen wit, dat het toeval in staat is,
twea dergelyke measchen tot elkander te
" brengen en dat in zulk een eeval, inderdaad
beiden zich zoo gedrage1, als laa Bakker het
1 .beschreef.
We willen echter, ter waardeering van deze
?novelle ons er niet afmtke-i met da verklaring,
dat het als zielkundige stuiie zoo voortr, ffjlyk
v-'is;' de middelen ontbreken ons om dat te
'^controleeren en, mogelyk ook wel m j Bakker
tet vermogen p ychologische waarschynlykheid
te prodnceerer". We gelooven echter dat de
gelegenheid tot waardeeren o.k van deze novelle
niet minier w<jd openstaat wanneer ze wordt
fobeschouwd als vrije fantasie en dus hst woord
, .drama" erop toepasselijk wordt gemaakt.
.Hoe zeer echter ook de verdienste van deze
novelle opmerkend, geloo/en we toch, dat de
?meeste aanduidingen voor loa Bikker's toe
komst in De Fabriek", en Het allerhoogste"
te vindan zy n. Er is in het geheela boek zekere
zeggingskracht te constate.ren, maar de meer
??entimentile z\j van ha« literair vermogen open
baart .zich toch vooral op die plaatten, wair we
. feaar - in het bovenstaande in het by zonder
?? meenden te kuanen constateeren. We beschou
wen deze als aauduilingen voor de krachtige
? on'wikkeling in een bepialde richting, voor een
* weldra volledig af schudden van de taaitradities en
- die schepping van dat waarlijk nieuwe, wairop
in otze literatuur met fpanning dient te wor
den gewacht. Ze heeft er de kracht toe, de
kracht om eerstens het sensitieve element nog
meer tot ontwikkeling te brengen en ten
tweede geheel te breken met de conventie, een
gevaar dat ook in anderen vorm voor haar
bestaat, dan in dien wavin we het meenden
jte hebben aangedu'd.
Deze fout trouwens hebben we haar al
achry'vend vergeven. Men vergeeft mej. Ina
.. Bakker gaarne veel l
TH. P.
Ons gescliooliiieesler.
i.
In de Mti-fcflivering van Onze Etum vond
ik 'en merkwaardie artiekel van dr. K'uy ver over
De Vries en Te Winkel.
Niet dat het stuk nu juist zo merkwaardig was
wegens nieuwe raakslaande argumenten of hevige,
piekante stijl, maar het verschijnen ervan in Onze
Eeuw gaf te denken.
Immers de Redaksie had de heer Kluyver
zelf er om gevraagd. ,41
Waarom toch? Bestaat er mischien levens.
gevaar voor de spelling D. V. en T. W.; wint
de zucht tot Vereenvoudiging zo ve'd? Maar
waarom neemt dan jirst Onze E--.UUJ de verde
diging op ziek? Is het misehien meer dan eens
voorgekomen in de laatste tijd, dat in - Ver
eenvoudigde - geschreven stukken krachtens
''en eens genomen besluit moesten geweigerd
worden; en wil men nu wetenschappelik gedekt
zij u?
Op al die vragen staat dit ae antwoord ten
minste vast, dat blijkbaar verdediging nodig is
en dat geeft moed; dat geeft veel te denken.
Die verdediging van de heer Kluyver heeft nu
vooral waarde, omdat we er 'en aardige kijk
door krijgen op 'en voorbijgegane of voorbij
gaande periode van ons onderwijs.
Eerst begint de schrijver met van die goeie
oude tijden op te halen, toen met de spelling
van Siegenbeek het lieve leventje begon. Vechten
over de spelling l De stukken vlogen er af. Eerst
heel langzaam aan kwam er vrede met de voor
't woordenboek nodige spelling van De Vries
en Te Winke1, die »de beschaafde Nederlander"
schiep aan wie het oordeel over de spelling ge
geven werd onder hoger toezicht van de
geleerde lui. En nu werd het 'en genoeglik
onderwijs verder: men had zo'n
grappigekakografi", zo'n boekje, waarin alles net verkeerd
stond, en dat moest J3 dan goed opschrijven!
Nee maar, en wat werd er dan gelachen als 'en
jager b<?eren schoot en de jonge 'en bok
of iemand op z'n tonen getrapt werd! J onges,
onges: mannetjes varkens of waterkerirgen
schieten en de tonen van de muziek trappen!
Op school lacht men zo gauw. Natuurlik konden
ze »de taal en haar overvloed" maar niet
bewonderen: er waren swintersavonds veel leuker
raadsel1 j es op te lossen.
Verder kwamen er ook spraakkunsten los
«n, daar wist men nu eigenlik niet recht weg
mee, zou je zo zegger, want de spraak, de
moedertaal behoeft men toch niet uit 'en boekje
te leren! Wel degtlü*-, want dat was larie,
boerebedrog! Er stond op: spraakkunst, maar kennis
van de spraak deed men er niet pp, wel van
?wat deftige nunsen hoorden te schrijven. Meneer
Deftig was hoog in ere en ieder dee z,'n best
net zo te worden. Wie er niet om gaven, 'en
Hildebrand b.»,, werd verheven tot 'en klassieke;
dat was de hoogste ridderorde die te vergeven
was en dat stond dan hiermee gelijk, dat men
voor de spraakkunsten die zinnen van de Camera
Obscura uitzocht, die het minst Nederlands waren
en het meest Litijn, par Ion klassiek, terwijl in
de hogere klassen zo iemand als 'en
navolgenswaardig voorbeeld werd bekeken, met het gevolg
dat men opstellen kreeg a la Hildebrandt, a la
Jonathan.
En de lagere k'awen las men verderde weinige
tijd die er over bleef uit hele nette bloemlezin
gen, waarbij men zo verrukkelik kon zitten
soezen. Immers belang stilde mea ia die verbalen
niet noch in de verzen van Kok's goede kennissen
b.v. en za werden dau noch gebruikt voor her
haling van spraakkunstwijsheid, voor het aan de
man brengen van de nieuwe etymologiese we
tenschap.
[n de hogere klassen mocht msn Voniel's
Palamedes b.v. overbrengen in oas, d. w. z.
niet ons Nederland', maar in schrijftaal van
toep, tien of vijftien regels per keer; het stuk
kon je geen zier schelen. Nicli hoger hoorde je
van Itraars, voorzover ze er liefhebberij in hadden,
veel vertellen van de letterkundige geschiedenis,
vooral veel inhouden die waren prettig. Ik
herinner me 'en berijming van ma vandeKirel
eiidj Elegast in 86 vierregelige koepletten, op
school en in ledige ogenblikken neergeschreven.
En verder vele biezoiderhedan van
schrijvers?levens, terwijl uit deftige bloemlezingen als die
uit Voadel vaa Murkerken dingen gelezen
werden die ons njet aangingen. Ei dan kwam in
de hoogste klas vooral het opstel over opgegeven
onderwerper, de nerf"*, een schip op strand enz.
maar dat was maar i uur en dan was men al
door-en-door verklassiekt, tenzij men iemand was
met ,merg in z'n knokken"; in elk geval had men
dan voorgoed opgedaan het lani
aan'tMoedertaal;0nderwijs, dat de moedertaal in 'en hoekje
liet liggen en het surrogaat, de sc'irijfoaal, op
diste.
Wie nu, zoals de heer K'uyvei-, daarna inde
Letteren gini» staderen en z'n plooi geset had
bij de Woordenboekstudie en E'ynaologie. zonder,
als hij zegt, verder mbt hit onderwijs in aan
raking te komen, die voad dat alles nie's erg.
Hat herinneren ervan is wel prettig zelf-; zo
genoeglik al dat zoeken en uit elkaar rafelen
vaa woorden, in verschillende spelling. Ea hij
kan het maar niet vinlen da*, dat
raadselfjaoplo>sen Vin b ren en bferèti, tonen en toonen nu
zo erg is gefeest. Ia elk geval mogen Di V.
en Te W. niet de schuld hebben van de nu ge
maakte slechte opstellen. Men most geheel buiten
het oaderwijs staan om dit te kunnen zeggen:
ik hoop het te bewijzen.
Wat toch gebeurde? De zgn. spraakkunsten
bleven niet tot d; Gymnasia en Hogere Burger
scholen bepsrkt als 'en nieuw soort sport voor
de geest; dat kon alleen al niet om deze reden:
de beginselen vai die sport moest men kennen,
a'.s men toegang wou krijgen tot die hogere in
richtingen. Dus moesten die op de Lagere School
al geleerd worden en daar vonden ze grote
vereerders. Halve geleerdheid heeft altijd voor
de grote massa 'en hele bekoring. Ea als je nu
uit Goties hails kon iü;iden dat ons heele met
twee e's geschreven moest worden, terwijl de
geleerden op hun woord van eer verzekerden,
dat d&t oaderscheid nu door slappigheid zo
schandelik verwaarloosd vroeger wel degelik
algemeen geklonken ha); wat was het dan toch
mooi om dat antieke verschil weer tot ere te
brengen 't was bijna zo mooi als 'en antiek
meubel. Zo woekerle in die wereld de kanker
van het geschoolmeester voort. De schrijftaal
moest gehandhaafd worden, de spreektaal was
Uit den boie en de taal-polietsie kwam voort
uit de schoolmannen. Welt 'en vruchtbaar ter
rein ook voor schoolboekjes mst allerlei soort
oefeningen in die velen zo vreemde schrijftaal en
de schoolmeesters zagen van hun oefenings
boekjes voor de Lagere School, voor de Hogere
B. S. en Gymnasia, voor Zelfstudie en Hulpakte,
voor de Hoofdaktp, druk opdruk verscïijuen tot
stijving van de schrijftaal en van hun schrale
inkomsten: het kon niet mooier.
Ondertussen overwoekerde dit onkruid de taal
van kind, t-yjinasiast, H.>S-scholier, h u'p- en
hoofdonderwijzer zodanig, dat ze door 't welige
groen waar ze overheen- en opneerzagen niet
meer de taa'.bloem van hun ziel koaden zien
bloeien, en de geuren alleen drongen tot hun
door, maar als van iets vreemis, iets dat vroeger
wel heel mooi geweest moest zijn maar nu lang
al verloren was en terecht vervangen door het
soliedere plantendak, waarvin j i elk blaadje
kon di flaneren en tot in z'n veieltjes natellen.
Ea het werd zo erg, dat het geschoolmeester
doel werd bij het taalonderwijs, maar het ergste
bleef het dit bij die scholen, die moesten af
richten op de toilatingseksamens voor HBS en
Gym". Bij de andere brak hier en daar, ja op vele
plaatsen, het blauw van de hem1;! al'is weer door
de grauwe luc'ot heen, er werd aan
seaoolwaadelingen begonnen, men zocht de natuur op in bos en
wei, slojd hielp met klei- en kartonbaweikii g hier
en daar de ogen naar het ding, de s'of, kijken
in plaats van op te gaan in het abstrakte; en
er waren genoeg schoolhoofden die rekening
hielden met da praktijk ook al kwamen ze
niet toe aan die uitheemse nieuwigheden om
de kinderhoofdjes niet vol te stoppen met
schrijftaalregels, die ze morgen weer vergeten zouden.
Maar dat alles. naai de woekering van het
geschoolmeester niet weg; werd het ojk hier
en daar uitgesneden, op audere plaatsen tastte
het het onderwijs des te erger aan. Ea tot de
kweekscholen toe leden daaronder: wat toch
motst de a.s. on lerwijzer niet'en oanutte dingen
leren en hoe licht kwam men er niet toe om
die dingen als hoofdzaken te beschouwen; de
kommissies voor de bu'p- en hooflakte waren
daar het meest nieuwsgierig naar; 'en paar
voorbeelden uit veleu : een van mijn kennissen
die de hoofdakte heeft e a later uit 'en honderdtal
uitveikoren werd als leraar aan 'en leerschool,
hai bij z'a mondeling taaleksamen over niets
anders te spreken als over de verbuiging van
dezelfde en degene in al hun vormen, zoals zs
alleen maar meer iu de spraakkunst staan, maar
de beschaafde Nederlander ze niet meer gebruikt.
Hij moest de vormen maar kunnen opdreunen
net als bij 't Latijnse mensa, mensne enz.
'Ea ander, leerling van 'en kweekschool, wiens
stijl uitmuntte door pittigheid, die 'en goeie
kijk op de dingen had en kos eüke opstellen
schreef, lei het bij 'en soortgelijk mondeling
eksaaien af, haalde weer op door z'n opstel,
maar kreeg toch bij slot van rekening 'eu laag
sijfer voor Nederlands, wat hem later zelfs hin
derde bij het krijgen van 'en betrekking.
'Ea auder kreeg 'eu standje bij z'üeksamen,
omdat hij enige malen V geschreven hai in
plaats van fat, de alleen (?) volledige vorm en,
of hij zich al verdedigde met te zeggen, dat hij
dat ekspres gedaan had, dat het daar 't nióéjt
zijn, het stuitte af op het schrijf'aalharuas van
de voorzitter. Zulke eksimens kweken zulke
hoofden.
rUa 'ea opleidingschoo1, waarvan het hoofd
tegeu al z'n onderwijzers ia bsweert dat het geeu
drilschool is, rekent dat hoofd op ds vo'gende
wij*'?. 'Ei jonge moet schrijven b.v. dengoeden,
braven man mit de sijfsrtjes 4 voor de naam "al
boven elk woord; hij ziet het aan voor 'en
eerste naamval en schrijft de goede brave man
met overil 'en l boven. NJ zou iider msns dat
voor l fout rekenen, niet aldus de schoolmees
ter : vier sijfertj s deugen niet 4 fouten ; 3
n's Ontbreken 3 fouten ; samen 7 fouten,
zegge zeven. Nu vraag ik, of joages op zo'a
school niet gematkt wo:den tot kleinzielige
peuteraa-s. Ea hiervan kan men het hoofd uu
wel gedeeltelik vrij spreken door op Let
lierplaa te wij jen, vastgesteld door de
schoolopziensr, zodat die eigenlik da grote schuldige
word', maar het zit 'em toch ook in dat school
hoofd en z'n opleiding.
'Ea anler hoofd vaa 'en cpleld.ngschool wou
er wel tegen in opstanl konen, mair hel leer
plan staat vasf, is in aansluiting met H. 3. S.
en Gymnasium, ja hij moet zich richten naar
scholen op hele andere plaatsen, ten minste met
z'n hoogste klas, waar noch al eens kinders in
zitten die met de ouders Laar andere plaatsen
verhuizen. Wat eist man daar? Ei bij moet
z'n oaderwijs op de meest dwaze manier maar
veranderen, elk jaar.
Iinoiers bij de toelatingseksamens worden vaak
de msest dwase dingen gedaan. I>?zer, stel u
voor 'en H. B. 8, waar voor Nsderlaads werk
alleen opgegjven wordt 'en verfooilifc lanj; Neder
lands diktee (van twes en Vn halve folio kolom
b.v.i met hsle lastiga kwesties vaa sp Hing en
naamvil er in. San hst oaderwij i op de Lagere
Sjhool, ik bedoel aan opleidings-, alias drilscho
len, dan wel auders zijn. DJ toestanl is er deze:
dat haast van de eerste klas af, ten minste al
in de twaeie ea d:rd; deiivlo;d van net wach
tende toelatingseksamen zich do;f. <re'den en bet
wordt gaandeweg erger en erger. E-schiet daar
geen tiji over oai eens met de joages
wandeKoch1e i te onderneman en als men i.u jieentdatd t
overdrijvea is, dan kan ik u t net getuigenis
van 'en onderwijzer aaa zo'n scho)!, bevestigd
door leraren aan 'en k*eeksch o' VOK ouder
wijzers, dit meedelen, dat met het, onderwijs van
spellingbizonderheden twee j «r bij ia, aan u«n
schooltijd, moeten besteed worJen. L)it alk s geldt
vooraaaielik de op'.eHmgschoien. E i d*n noch iit
staaltje van 'en eii d;ksamen H.B.S. 'E i leerling
die hoe gelukkig voor hem 'eu goed op
stel schrijft worde geeksamineerd o/er de
vooren achtervoegsels die onze ta»l het ft en hun
betekenis. Hj had daarvoor 'en hoofdstuk van
Terwcy's spraakkunst van buiten moeten kein^n,
maar kent dat niet en rij it. Z'n opstel maakte
ook hier middelmaat'", wat slec'it was en goïd
had moeten zijn. AU ik nu al die dingen en
noch Vrfle meer weet en ik lees dan van Dr. Kluy
ver ; jNa'uurlijk is het verkeerd de kinderen ie
p'agen met lijstjes van allerlei ougewoae teraaen
die e of ee hebaen, maar geen varstanl'g onder
wijzer zal zoo iets doen", dan vind ik hem
goddelik naïef, eveugoej als bij 't voegende: «?Zou het
zoo erg zij", wanneer men z'.c'i daarmede (met
de geslachten vai de woorden uit het dageliks
leven p.l ) eenige vrijheden veroorloofde?'' Erg
nep, het zou goed zija, 'en begin vaa het door
breken van 't gezoni verstand, maar dan was
het in baginsel met het g schoolmeester uit en
dan was 't mooie er af. T;gen die dwang
nu trekken wij te velde en als de heer
Kluy^er zeg*: de hervormers verwachten te veel
vau eeue verandering van spelling, dan begrijpt
hij niet, dat evengoed als de gevolgen van de
spelling d. V. ec t. W., tegen de bedoeling in,,
zo treurig zija geweest, de Kollewijase de dood
van het gp^cboolmeester mettertijd moet ver
oorzaken. E i nu vraag ik ieder, of dat niet de
moeite wai-rl zou zija : ons geschoolmeester staat
de vrije ontwikkeling van ons volk in de weg.
(Sl>jt volyl.) J. 15. SciusrEKs.
Dat nare Litvjn! Eane eenvoudige land-,
stad- en schoolgeschiedanis, door B.
Brandstiilter. Uitgegeven by G. J.
Slothouwer, Amersfoort.
Pretentie heeft het boek niet, en het maakt
geen aanspraak op kunst.
Het beantwoordt aan den ondertitel, en blyft
van de eerste tot de laatste blad zij ie: »eene
eenvoudige land-, stad- en schoolgeschiedenis,"
vermakelijk om te lezen voor jong en oud,
voor ouders, schoo'jongens en schooloieisjes.
Lozers van leesgezelschappen vinden er in
wat zij zoeken: een vlot geschreven verhaal,
geen inspanning eisenend, geen hevige ge
moedsaandoeningen verwekkend. Zacht en kalm
verloopt de handeling, mat kleine droefheid,
kleine aandoeninkjes en een ietwat kooiische
ader door het geheel, waarvoor een speelman,
tevens bode, op de j.uiste oogenblikken zorgt,
die, als het te pas komt, al gekscherende,
verstandige woorden spreekt.
Onbevredigd laat dit boak zaker niet. Aan
hst slot komen alle personen nog even voor
den dag, en wordt van ieder gezegd, hoe het
hem of haar tot aan den dood toe gegaan is,
of hoe het hun verging in hoogen ouderdom.
Oorspronkelijk is het boek niet. Al lezende
bemerkt men dra, dat het uit het Duitsch
vertaald is. Da kieskeurige lezer, zonder nog
«woordkunst" te eisenen, zou voor enkele
woorden gaarne andere kiezen.
Hat verhaal speelt in Zuid-Duitschland,
even voor en tijdens den oogst. Op
hetoogstfeest loeren we alle personen het best kennen,
en worden we opgewekt den lof van het land
leven mede te zingen : »Toon my dan, o arme
stad, zulk een wellust, zulk een schat!"
Op het oogatfeeat komt ean ofii;ier, een
familielid van den boer van den Bsrkenhof,
die hem de oogen uitsteekt om zija hoogen
rang en het aanzitten aan tafels van baronnen
en graven, overmits hy konings- of keizers
kleed draagt.
Da boer wordt verblind door den hoogmoed
en besluit om zijn zoon, dan 12 a 13jarigen Frit°,
ook officier te laten worden, llij besteedt hem
in de naburige stad op een gymnasium, om
de voorloopige opleiding, die tot de studie
voor offiiier leid1", te ontvangen.
Da jonge Frits, gewend aan het landleven
en niets liever doende dan landbouw, paarden
liefhebbende als familie, voelt zich daar diep
ongelukkig, en wordt er om zyne geringe
ontwikkeling bespot en geminacht. Da school
wordt hem een hel, en »het nare latijn" eene
marteling. Verandering komt als hij, door een
toeval, zijn eerly'k karakter kan toonen. Da
rector en de docenten begry'pen dan, dat een
jongen, gewand en bestemd voor het
openluchtsloren niet aarden kan in een broeikas
om voor examens opgewarmd en opgekweekt
te worden. Zij nemen het voor hem op en
overtuigen den vader, dat zijne ijdelheid om
den zoon tot een eximanblokker te maken,
allerlei ellende ten gevolge zou hebben, en
dat hij behoort aan den landbouw.
Dankbaar en bly'de keert dan Frits tot de
landbouwers terug ea voelt zich onder hen,
in het bizonder by den ouden Clristiaan,
weder overgelukki^, nu hij aan moeder aarde
is teruggegeven.
Slechter is het mat zyi vrienlja gegaan, den
zoon van den schoolmeester, die niet genoot
het volle, vrij a buitenletjn, die op een
dakkamer ja bij garin^e hulpnid leien stu
deerde, en een geleerd manie h, een Graecns
en een Litinist wilde worden fl>t te veel
stuiearen, bat blokken en hengsten, het
nietspelen, het niet j >ng-zijn, verschroaipilda hem.
Hy bezivaak, nog vóór Frits wear aan de
natuur ea het natuurlijke was teruggeven.
* *
*
Is: Het nare Liyn! alleen geschreven
om een verhaaltje op te disschen ?
Waarschijnly'k niet. E m strekking schy'nt er
achter te schuilen; de strekking, dat de
mensch niet op de wereld is gekomen om te
varsuffin in schoolgeleerdheid. Vry wel wyzen
de laatste bladzijden op die strekking, aller
meest de laatste woorden van het boek.
Nog eenmaal wordt er op de schoonheid van
hst landleven en de naarheid der geleerdheid
gedoeld, en wel in dezer voege:
»Da oogsttyd kwam, en de menschen be
reidden zich tot den zwaren, zegerijken arbeid.
Even als het vorige jaar, om dezen ty.d maakten
Frits en Christiaan een avondrit door het veld.
Toen zij de onderwy'zerswoning voorby' kwamen,
keek Frits onwillekeurig even als vroeger naar
het raaoi dar bivaakioiar. Hit was er donker.
Snel wend ie hy zy'n hoofd af.
sChristiaan," sprak hy op treurigen toon,
«?het gaat mij nu goed, en vader is vriendelijker
dan vroeger, maar het tl luwe licht schy'nt daar
niet meer. Oen, dat by daar nog ware, ik zou
zoo W\j ZVJQ en hem niet meer storen."
Ciristiaan zweeg even en antwoordde toen:
»Ja, Frit je, het is zeer treurig, dat hy' (de
zoon van den schoolmeester die altyd blokte)
gestorven is, en voor zijl ouders is het een
groot ongeluk, maar heeft hjj eigently'k wel
geleefd? Hy was nergens bly om,, hy speelde
niet en reed niet, hy zat maar altyd voor zijne
boeken ! J», h\j was een beste jongen, God
heeft hem tot zich genomen; in deze wereld
hoorde h\j niet thuis"
Frits is dus geen luitenant geworde"1, maar
een hooggeacht man. Da »Barkenhof" werd
onder zyn bestuur een modelboerdery, waarheen
van wijd en zijd eigenaars van grootere en
kleinere bezittingen komen om die te be
zichtigen.
>Moge het alle slechte Latinisten en brave
jongens even goed gaan l"
J>. Hl R,
HnlpMüdelfiB lui het aarirüksliiM! Onderwijs
i.
Gedurende de maanden Juli en Augustus ver
leent het Stedelyk Museum te Amsterdam, in
eenige zalen gascvryheid aan de Vereeniging
van leeraaren aan inrichtingen van het middel
baar oaderwijs, voor het houden eener tentoon
stelling van hulpmiddelen by het aardry kskundig
onderwys. Deze tentoonstelling hid reeds voor
hare geboorteeene geschiedenis. Ia het jaar 1900'
Meld de heer Zondervan in eene vergadering
van leeraren te Groningen eene lezing over het
onderw.js in de aardrijkskunde, waarby hy onder
meer den nadruk legde op de omstandigheid,
dat in ons land het ainschouwelyk aardrijks
kundig onderwijs nog steeds op zich laat wachten;
als gevolg hiur?an werd in een al^emeene ver
gadering van de vereeniging van leeraren, te
Haarlem gehoulen den 28-m Augustus 1901,
besloten zoo mogelyk in 1903 eene tentoon
stelling vin hulpmiddelen tw? het aardrijkskundig,
on>lerwi/j$ te organiseeren.
Toe;i ik de verlere ontwikkeling, het tot
stand ko.Ben dezer tentoonstelling naging, moest
ik onwillekeurig terug denken aan een gesprek,
eenigen tijd geleden door mij gevoerd met een
vriend, die lang en veel had gereisd, voor
namelijk in de Nieuwe Wereld Jelui Hollande.s
zyn e;genaardige lui," babbelde hy ; wanneer
er iets gebeuren moet, komen er wat menschea
bij elkaar die de zaak bespreken; heeft het
plan klaarblijkelyk levensvatbaarheid, dan wordt
het zaakje niet aanstonds gezamïnlyk aangevat,
mair eerst worden er commissies gevormd:
achtereenvolgens krijg je dan een commissie
tot onderzo k, eea commissie tot advies opdat
onderzoek, een commissie tot voorbereiding, een
comoii sie tot uitvoering en eindelijk he^l dik
wijls een comnissie tot l'qiidatie behalve nog
een onbepaald aantal commissies van minder
beteekanis, als b.v. tot ontvangst vai hooge
bezoekers." Iets dergelyks valt op te merken
bij de tentoonstelling, die wij tha s gaan be
spreken. Er kwam een commissie van voor
bereiding, waarin zitting namen de heeren
H Zondervan, Dr. J. F. Hoekstra en F. Wesseling
en toen deze zich verzekerd hal vandennoodigen
steun werd z& geconstitueerd a'.s wfdeommissie,
waarnaast kvam een regelingscom missie
onder voorzitterschap van den heer J. Ijzer
man, met den heer W. Toose als secretaris en
vervolgens eane commissie £tm bi/jhtand.
Deze drie couimissies kwamen te staan
voor een moaielyke taak, doch, het zy' aan
stonds gezegd, zy hebben die taak waardig
volbracht. De tentoonstelling, eene zooals er
nog nimmer in ons land gehouden is, mag
gezien worden; voor den geograaf, den vakman
in deae, is een bszoek haast gebiedend; ook
voor een leek zal ze eene nadere kennismaking
dubbel waard zijn. Voor den vakman biedt zy
een materiaal, zooals dat nog nimmer is samen
gebracht, eene verzameling uit den aard van
de zaak vollediger dan b.v. in het schoolmuseum
te zien is; voor den leek zal zy doen zien
hoeveel in weinige jiren verbeterd is, wat
betrett fraaiheid en duidelijkheid der te
gebruiken hulpmiddelen. Onder die hulpmiddelen
nemen natuurlijk de kaarten het leeuwendeel
in, maar verder treft men aan globes, telluria,
reliëfs, platen, photographiën, voorwerpen op 't
gebied van handels- aardrijkskunde enz. Leer
boeken, die de tentoonstelling zouden hebben
doen gelijken op een boekenstalletje, heeft men
gemeend, en terecht, niet te moeten toelaten;
ieder docent kan iaimara zich een exemplaar
aanschaffen, wat, uit hoofde der groote koster,
met andere hulpmiddelen bszwaarlyk zal gaan.
By'na alle Nederiandsche uitgevers hebben inge
zonden ; aan hen geen gering aandeel in het
slagen der tentoonstelling.
Da eerste afdeeling vormt Nederland, ver
spreid over drie zalen, waarin is samengebracht
datgene wat op het onderwijs der
aardrykskande van Nederland betrekking heeft en
waarin men vindt kaarten van andere landen,
in ons land ver.aardigd. De eerste zaal, welke
men binnen treedt, maakt al aanstonds een
zeer aangenamen indruk. Atlassen, waaronder
ook van Ned.-Indië, liggen ten toon, volks
atlassen van ?0.15 af; atlassen, meer bestemd
voor middelbare scholen, waarvan de meest
bekende zya die van Bos, langen ty'd
alleenheerscher, doch thans een gevaarlyke concurrent
hebbende in die van Beekman er. Sshuiling,verder
de Atlas van Nederlanrisch (Jont- en West- Indic
door Dr. J. Dornseilïen enz Men kan hier vrijwel
een volledig overzicht krygen van Nederiandsche
school- itlassen. Dm heeft men er de figuratieve
voorstellingen van veenpoider en droogmakerij ;
van een ged?elte van het Hollandtsch Polderland,
in carton en in zink door A. A Beekman ; een
zeer goed relief van de Watergraafsmeer en
van den mond van het Noordzeekanaal, beide
van Herman en Te Kiefte. Zeer eigenaardig
zyn de reliëfs van een fehutsluie, eene
droogmak'TÜen een rivierbed vervaardigd uit model
leer- klei door den heer Hooge. Deze reliëfs,
die voornamelyk dienst zullen doen op
delagere school, worden vervaardigd in de klasse
met behu'p der leerlingen aelf; by eene
droogmakery' zien ze eerst het meer, vervolgen*
wordt de ringdijk en rirgvaart gelegd, het meer
wordt met esn pompje drcoggemaikt enz.; voor
de lagere school m. i. een zeer goede en bruik
bare methode.
Oader de globes trekt de aandacht een
eosmotheore van' Gr. en A Falk, Amsterdam
17»0, eene inzending- van het Nederlandsen
Schoolmuseum. De verJeeling van land en zee
zooals ze is aangegeven, ia, zooals van zelf'
spreekt, veelal foutief; de N. W. kust vaa
Europa, inclusief Spat'je, onnauwkeurig en ver
wrongen ; in Afrika heeft de teekenaar zyn
phantasie den vry'en loop gelaten f n zoodoende
de Niger verlengd tot het Tsaad Meer,
deNyl in verbinding gebracht met de Congo; by'
Amerika is Gaiifornië' een eiland,, van het
vasteland door de Mare Vermio en de Mare
Rabrum gesch'ideii ; by Australiëis Nieuw
Guinea met het vasteland verbonden eaz. ; doch
juist deze fouten maken het bestudeeren dezer
globe allerinteressantst. Globes van den moder
nen ty'd ziet men er enkele zeer goede, doch
hierby aanstocds een vraag aan de uitgevers r
waarom by sommige inzendingen geen prijs
opgave ? zoo b.v. by ; de schoolglobe van
Westenberg en Stuffers ingezonden door Jacs Swildens.
Een zeer bruikbare aardglobe is die van
M. van den Barge (voorh. H; A'. Tjeenk Wil
link, Arnhem) en van betrekkelyk matigen prgs:
/i 21. 75'-. uurcirkel, losse vertikaal, meridiaan,.
vaste horizon, a. les is in orde. Eigenaardig is
een aardglobe waarbinnen de Hemelglobe;
of een dergelyke inrichting doelmatig is, is
'n andere vraag : mij wil het voorkomen dar,.
wil men met alle geweld aard- en
hemelglobe combineeren, de hemelglobe d« aard
globe behoort te omsluiten; de eerste zou men>
dan kunnen vervaardigen van twee halve glazen
bollen, waarop de hemellichamen enz. zouden,
kunnen aangegeven worden.
Meer de aandacht in deze zaal zullen trekken
de tentoongestelde kaarten, waaronder de all
ervoortreffelijkste chromo-topographische kaart
van Nederland, schaal l : 25000 (gedeeltelijk
Noord- en Zuid- Holland) j vervaardigd in
detopographische inrichting in den Haag, in de
allereerste plaats dient genoemd te worden,.
evenals de enkele bladen van de
topigraphischekaart (z. g. stafkaart) l : £0000 en de
rivierkaart van Nederland l : 1> 000', drie
voortrtffelyke staaltjes van onze o n'ciëela
eartographie. By' het onderwy's kunnen zy' in zoo
verre van nut zyn, dat men ze in de hoogere^
klassen van middelbare scholen eens kan laten.
zien.
Behalve de bekende kaart van Amsterdam
van Jl HL Scha ll en Kannegieter treft mea-.
er aan een nieuwe schoolwandkaart van Am
sterdam. van E. R. van der Mei ; de
wy'kverdeeling is hier niet op aangegeven, wat voer
een schoolk-aart allerminst een bezwaar i* ; de<
kleuren zy'n zacht1, de afwerking is keurig,
dakaart is- meer dan by ; zoo is b.v. de 0>/crtooaii
reeds gedempé. Op een carton is bygevoegd
het boezemgebied van Amtterdam en dat dep
aangrenzende boezems (Rijnland,, AiistellamJ
en Noord Zeekanaal). Een trtfïende
teg«astelling hiermede vormt een inzending van de
kweekschool voor oiderwyzers e<i
onderwyasFessen : de vermaerde koopstadt van
Amstelredam door Corn. Anthoniezn. i<nJ541. Kv*n
pakkend is de tegenstelling tusschen de kaart
van Hollands Noorderkwartier in 19i>2, door
W. Kloeke en die naar mr. . de Vries
in 1288. Voor wie het soms. nog eene pbrase
mocht zijn, dat wy ons land werkelyk gewon
nen hebben op 't water, zal n blik f p. de se
kaart alles duidelijk maken.
Kaarten van het poldergebied van Westelijk
Nederland, trefc men in zaal I verschillend aan,
zoo ook de kaart van het Hollandsen Utrechtsch
polderland van Saeys (uitgave Thieme): de boe
zems zyn duidelyk aangegeven, haastteduidelyk,
wat niet kan gezegd worden van de gr^ns
tusschen de verschillende boezemgebieden, de
kaart van Hoekwater,, kaart v*n de landen
tusschen Maas en IJ, geeft dit beter aan.
In zaal II wordt ai-n aamtords getroffen
door de in vitrine tentoongestelde atlas Major'1
van Blaeu, vertegenwoordigende de oude
Hollandtche echool. Vlak by den ingang aan den
wand k'eine provineiekaarljes van Nederland
(uitgave J. Smulders), zeer gesch'kt vo";r kan
toren, voor de school daarentegen minder bruik
baar. Keurig in afwerking en duidelyk zijn de.
provincie- kaarten van A A. Beekman, wa';
eveneers te zeggen valt van de kaart van Drent&,
door J J. Westenbrink onder toez. van dr. H.
B ink en C Pet te Hoogeveen, waar de ligging
van het bouwland, de zandstuivingen, sluizen
enz., duidelyk op zyn aangegeven.
UIIIIIIUUtUUlllllllllMllllllllll.lllllimHIHJIIIIIIIIIIIIIIItllUUilUIIMMi
40 cents per r e g e K
iimiiiiiiiiuiiiimiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitiiiiiiiiiiitiifuuniuuuuMM
lalnTiriyl"
bedrukt tot !!:{.;{.'> per Meter I
Franco en vrij van invoerrechten
toegezonden ! Stalen ommegaand ; evenzoo van
zwarte, witte en gekleurde
HennebergZUde" van 6O et tot il 1 4. 0 5 p. Meter.
6. Henneberg, Zijde-Fabr (k. &, k. Hofl.), Züricn
KASSSTSU's Matrassen-, Badden* *»
S'aapkaaier-ülsubGifabriek, Sneek.
BED DER TOIÏI.iÜMS:.1 mot 10 jaar garant
tie, Lewrie sala-rt 1S36 pi. m, 7Q3«1
stellen. Geïllustreerde Prijscourant grattt.
Honderden bewijzen van tevredenheid.
Specialiteit ie EXüELSCIIE LKDIKAXTEÜ.
Piano-, Orpl- en MAMA
MJETRCOS & KAL,S!IOVESV
Arnhem, Koningsplein.
VLEUGELS en PLiNINÜ'S in Koop en in Hes»,
Reparceren Stemmen Ruilen,