De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 3 augustus pagina 5

3 augustus 1902 – pagina 5

Dit is een ingescande tekst.

No. 1310 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. lokt lijkt ons de schoolkaart van Zuid-Holland door J. J. ten Have. Vier kaarten van Neder land, ontworpen door J. Huizinga, zyn inge?onden door J. B. Wolters te Groningen, waarop is aangegeven de zee, kust, groote rivieren, zee- en rivier weringen; rivieren, kanalen, meren, hoog en laag, grondsoorten, handel, verkeer, nijverheid. Zeer duidelijk, niet ovet laden en zeer matig in prijs (?2.50 per stuk) zullen z\j httn weg in het onderwas gemakkelijk vinden. Zeer trekken de aandacht de zes prachtige wandplaten voor aardrijkskundig onderwy's van P. B. Bos, naar aquarellen geteekend door B.-Bueninck. Hoewel zaal III voor het grootste gedeelte ingenomen wordt door landkaarten in Nederland versaardigd, vindt men in een vitrine een keurig exemplaar van het Haemisphaerium Coeli van Johan Baptist Homann; de Fransche 18 eeuwsche school is vertegenwoordigd door een Mappemonde a l'usage du roi" van Guillaume de l'Isle. De twaalf wandkaarten van de larden van Europa voor schoolgebruik door N. Noordhof, komen ons voor classicaal onderricht veel te klein voor. Zeer de aandacht zal trekken een kaart van Europa van Doelemans en Konings; door eigenaardige klenrkeuze, zeer zacht, zou den wühaar bijna een boudoirkaart kunnen noemen; ze geeft evenwel tot verschillende aanmerkingen gegronde redenen. Zoo b. v. is het Pyreneesche schiereiland te primi tief geteekend; het verschil in zeediepte komt te weinig uit; de Noorweegsche Rinne ten zuiden van Noorwegen is op eenigen afstand op de kaart onzichtbaar; zeer phantastisch lykt ons een gedeelte der Sahara getint; in hoeverre dit juist is, is de vraag nog. De kaart van Blink, eveneens van Europa, hoewel 9 jaar ouder ze dateert van 1893 huldigt wat kleur aangaat beproefde traditiën en zal daardoor büvelen de voorkeur krijgen boven de vorige; eenige andere kaarten van Europa zijn mede niet onverdienstelijk uitgevoerd; jammer dat de kaart van Puls min of meer ontsierd wordt door overgroote ;klaiodders" die de ligging der groote steden aaigeven. Ten Have's kaart van Europa, vermoedelijk in prijs aanmerkelijk lager dan de vorige, komt ons minder fraai afgewerkt voor. Zoo is de teekening van de Oeral, een rups mK ontel bare pootjes, griezelig te noemen. Eenbepaalde fout achten wij te zy'n dat niets van hetgeen over de staatkundige grens van Europa gelegen is, wordt aangegeven. De mede in deze zaal aanwezige kaart van Nederland door Beekman, toont aan hoever wij in de laatste 20 jaren in ons land pp het gebied van kaartteekenen en keurige uitvoering vooruit zijn gegaan; met haar jonger zusje van Blink, in zaal II aan wezig, behoort ze tot het beste dat is uitge geven. De kaart van Java door P. E. Bos, P. B. Ry'kens en W. van Gelder, te hoog boven een deur gehangen, voert ons eenigszins naar de Indische afdeeling; doch hierover en over het geen er nog meer te zien is een volgenden keer. H. P. GBEEKE. Onze Ziekenfondsen, door mr. JOH. M. JOLLBS. De Maatschappij tot Nut van 't Algemeen heeft met de uitgaaf van dit geschrift de reeks harer nuttige werkjes, a 5 et. per stuk, weder met een vermeerderd. In de laatste jaren hebben verschillende rapporten over ziekenfondsen het licht gezien, waarin zeer belangrijke gegevens voorkomen over aard en omvang, werking en gebreken der in Nederland bestaande ziekenfondsen; zij z\jn echter te omvangrijk of niet toegankelijk voor het groote publiek. Mr. Jolles heeft nu van dit alles een bekoopt en duidelyk overzicht gegeven, waarin hu eerst het wezen van ziekenfondsen in het algemeen bespreekt en daarna in engeren zin die in ons land werkzaam zy'n; hoe hun bestuur is ingericht en onder welke voorwaarden de deelneming geschiedt, waarna hij meer uit voerig de gebreken en misbruiken uiteenzet om te eindigen met het aanbevelen van ver schillende verbeteringen. Het geschrifije is in alle opzichten lezens waardig en ongetwijfeld van actueel belang, nu het niet lang meer zal kunnen duren, dat ook in Nederland de ziekteverzekering en daar mede onmiddellijk verband houdende regeling der ziekenfondsen door de wetgevende macht zal ter hand genomen moeten worden, gely'k dit elders reeds lang is geschied. BB. iiniiiiiiiiiiiiiiiiii iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii imiiiiimiiiiiiimiiiiiniimi iiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitnmiiiiiii Museum van kunstnijverheid Haarlem. In het Museum van kunstnijverheid te Haarlem zal in het najaar eene tentoonstelling van oude en nieuwe kantwerken worden ge houden, die zeer aanzienlijk belooft te worden, daar voor deze tentoonstelling reeds verschil lende toezeggingen van zeer merkwaardige stukken zoowel uit het binnen- als het buiten land werden ontvangen. De directeur van het museum, de heer E. A von Saher, vertrouwt dat deze tentoon stelling hier te lande de hooge artistieke waarde van dezen tak van kunst-ny verheid in het licht zal stellen en er toe zal bijdragen de algemeene belangstelling daarvoor te doen ontwaken. Hij zal het op hoogen pry's stellen indien de gelukkige eigenaressen van oude kantwerken hem hunne schatten voor eenigen t\jd zullen willen toevertrouwen. De inzendingen worden behoorlijk verzekerd en achter glas tentoongesteld. De tentoon stelling zal vermoedelijk in October worden geopend. DAMEjS. Internationale KMeHilterata. Fransche Kinder-poëzie. Louis RATISBONNE en JEA.N AIOAED. Heeft de oude van Alphen by ons al lang ingediend als kinder-poeët, in Frankrijk leeft nog altijd zy'n evenknie Louis Ratisbonne in vollen luister voort. Diens Comédie enfantine" (by Delagraye, Parijs,) bereikte reeds in 1896 haar zestig sten druk wel een bewijs, hoezeer dit boekje in den smaak valt. En toch is Louis Ratisbonne, evenmin ah onze van Alphen (van wien men ook een in 't fransen vertaald versje in dezen bundel vindt) ooit een echt kinder- dichter geweest. Biisken lluet, die hem overigens nog al waardeert, zegt van hem, in tegenstelling met Macé: Macéis geestig, Macéis bevallig, Macéis fijngevoelig, Macéis naïef: wat kan men meer verlangen in een kinderauteur ? en indien het waar is, dat Louis Ratisbonne hem in diepzinnigheid overtreft, dan moet dit wellicht alleen hieraan worden toegeschreven dat Ratisbonne, meer dan Macé, een kinder- dichter is voor groote menschen." En verder: Ongetwijfeld staat Ratisbonne als dichter hoog; zy'n blikken in het kinderhart zyn verrassend; zy'n spiegel der jeugd is beschamend leerzaam voor lederen volwassene, die het waagt zichzelven in dat glas te be schouwen. Doch, gelijk kinderen ze niet waar deeren kunnen, de overschoone houtsneden waarmede Gobert, en vooral Froment, de Comédie entantine" versierden, zoo ook kunnen kinderen de vlucht van RUisbonne's gedachte liet volgen; allerminst wanneer by, onbewust van zijn talent, geheel en al zichzelf is en alles geeft wat hy heeft. Men schelde het onnoozele der opmerking kwyt: hoewel een dichter van den echten stempel, een kinder dichter is Ratisbonne in zyn voortreffelijkste stukjes niet. ok Huet vergely'kt Ratisbonne met van Alphen: Een halve eeuw geleden bezat ons vaderland twee zulke dichters: Van Alphen en Pieter 't Hoen; een legitimist en een jakobyn." Maar er is en büjtt toch een groot ver schil, want, men mag zich nog zoozeer ergeren aan de vervelende, moraliseerende aan aan gseltjes van Ratisbonne, deze is en blyft een dichter, wat men van onzen goeden van Alphen toch waarlijk niet kan zeggen. Met gr ooten tegenzin en hevige ergernis dat men zoo iets aan kinderen kon geven, las ik de eerste versjes uit zy'n boek, en vol schrik keek ik naar dat Soixantième dition" op het titelblad. Vol verbazing las ik de woorden die Théophile Gautier in zy'n Rapport du ministre de l'instruction publfque sur les progrès de la poésie (1868) aan dezen dichter wijdt: La muse de Louis Ratisbonne a tracé, avec une plume qui semble arrachée a l'aile d'un ange Ie chaste et naïf répertoire de la Coméiie entantine'', que les mères lisent par-dessus l'épaule des enfants, et que les pcres emportent dans leurs chambres, cnarmés par les d licatesses d'un art qui se cache." O, wat was ik eerst boos op Louis Ratisbonne l Dat kwam, omdat ik zijn versjes las met den geest van een kind, dat ik me geheel ver plaatste, zooals ik dat gewoon ben te doen wanneer ik kinderboeken lees, in het denken en gevoelen van een kind. Ik voelde me onge lukkig en geheel geïntimideerd ; ik besefte dat, als ik een kind was, Louis Ratisbonne me erg zou neerdrukken met zy'n onuitstaanbare lessen. Want weet je, je moet zoo met hem oppassen. Soms voel je eventjes, by' 't lezen van werkelijk allerliefste schetsjes, de strakke plooien van je gezicht ontspannen. Dan vertelt hy zoo aller aardigst van kinderen, hy schijnt zoo guitig en echalksch, maar als je dan je gezicht lachend en vertrouwelijk tot hem opheft, mis hoor! Dan laat hy je gauw weer even gevoelen, dat je maar een hulpeloos kind bent, vol stoutigheid en booze neigingen en hy die groote, die volmaakte Ratisbonne een wy'ze, strenge rechter, die alles ziet, die niets vergeeft, die niet eens met de kinderen mee dol en jong en prettig is, maar die uit elke gebeurtenis zy'n wijze lessen zuigt en je daar telkens weer mee om de ooren slaat, juist wanneer je eens geheel jezelf wildet zy'n en genieten van het werkelijk aardige, dat hij je vertelt. Past op, kinderen er schuilt altyd een addertje onder het gras by Louis Ratis bonne l Hy wil je vormen en modelleeren naar zy'n model. Past op je woorden, want overal haalt hy' wat uit I Wanneer een klein ventje op een tafel klimt en vrooly'k juicht: Kijk, wat ben ik nu groot!" dan wacht Ratisbonne tot hy er weer afgeklommen is, en overbluit hem dan met de volgende woorden: Oui, tu parai&sais grand, mais tu u'es que pctit. Il faut tre Non paraïtre. Retiens cela pour l'avenir: Etre grand si l'on peut, ne jamais se grandirl" En als «petit Pierre" zoo aardig voor Groot mama een streng garen ophoudt?luister slechts, hoe allerliefst Ratisbonne dit kan beschrijven: »I1 jette un rire frais et clair Qui ressemble au cri des linottes, Et vient présenter ses menottes, Quatre doigts et Ie pouce en l'air. Et puis il se tient les lèvres closes Comme nn bon soldat a son rang, Pendant qne Ie beau til tout blano Se déride sur ses poings roses. Il s'amuse: c'est si nouveau! Et sa figure s'illumine En regardant sur la bobine S'enrouler Ie gros chevean." Hoe goed geteekend, niet waar? Maar past op, kinderen, want voor u is 't genot al gauw weer uit, de les" is alweer in aantocht l Want, zie je, Grand'mère est un pen lente; Lui va plus vite quand il court, Le fil est long, l'écheveau lourd.... Petit Pierre s'impatiente." Daar heb je de voorbode al van het noodlot. Maar 't wordt nog erger: zyn vriendjes roepen voor 't raam, of hy kimt spelen... Grootmoeder is onverbiddelijk: Tiens donc tes mains!" roept ze, maar Pierre is vermoeid van 't sty've zitten: Bientot l'une et l'autre maip, Défaille au milieu du chemin"... en 't garen raakt in de war. Alors petit Pierre abattu Pleure et laisse tomber l'ouvrage." En flap! daarop heeft Ratisbonne slechts gewacht, om 't arme kind gauw weer een van zyn wy'ze lessen toe te dienen. Voila donc ton couragel" zegt hy. Plus tard, hélas, que feras-lu, Enfant, dotit l'écheveau cuinmenoe i^.uand se déviderout les jours, Quelquefois doux, mais souvent lourds, " Si tu n'as pas de patience?" En hoe vindt men het volgende voor kinderen ? Op een kinderbal aan het hof daast een klein meisje met een prins, zonder het te weten. Plotseling vraagt ze hem: ML'on t'appelle Monseigneur! Es-tu dom-, archévèque? Moi l" fit l'enfaut, je ue suis pas." Een beetje ongeloofely'k, vindt ge niet? Een koningszoon, die niet weet waarom hy Mon seigneur" genoe ad wordt! Maar dat komt er niet op aan, Ratisbonne heeft hem noodig voor een fllosophische be schouwing, die zich dan ook niet lang laat wachten. Daar heb je ze al: On chercherait longtetnps un liomme Semblable, en sa candeur, a eet enfant royal, N'écoutant pas comme on Ie noinme, Ne sachaut s'il est priuce, vèque ou cardinal, Mais qu'une voix naïve, a ces illustrissimes, Uise un jour: Ou vous nornme Erninence, Grandeur, Altesse l Vous prenez un nom aux hautes cimes: Vous devez avoir un grand coeur." Pour ces fiers adjectifs se sentant Ie coeur mince, Peut-être quelques-uns, avcc plus d'embarras Diraient comme mon petit prince : Je ne sais pas.'' Op de volgende bladzy' gaan drie jongens naar school. De eerste zegt: Als ik goed werk, krijg ik van Papa een louiu-d'orl" De tweede zegt: Je travaillerai pour que Maman m'embrasse!" En de derde zucht: Ik heb geen ouders, mais je m'effoicerai cependant de bien faire." Ma dunkt, die jongens waren al tamelyk braaf, maar toch Ratisbonne slingert ze nog een lesje achterna: II faut faire Ie bien, parcc que c'est Ie bien !" Eo. tegen een meisje dat uit weetlust haar pop heeft opengesneden om te zien wat er binnen in zat, en dat nu huilt omdat de pop keg is, heeft hy niets anders te zeggen dan alweer een wysneuzig lesje. Geen enkel hartelijk woord! Il ne faut pas aller trop au fond dn plaisir, Ou l'on devient triste a mourir, Petites, prenez garde, ou vous seritz trompées, II ne faut pas ouvrir Ie venti'e des poupées!" O, als ik een kind was, wat zou ik een hekel hebben aan Louis Ratisbonne l Hy spreekt altyd over de kinderen, of, als hij tot hen spreekt, is dat alleen in onuitstaan bare lessen, die niets kunnen uitwerken dan hen of oproerig en boos, of tot huichelaars te maken. Soms is 't, of hy daar zelf iets van begrijpt. Tot my'n groote verrassing las ik, na in eenige versjes allerlei kleine gourmands" ten tooneele te hebben zien verschijnen, die natuurlijk allen behoorlijk afgestraft oi bekapitteld werden, het volgende, dat me als een verfrisschend bad voorkwam tusschen al die vermoeiende moraal Papa, raconie-nioi l'liistoire i'u guurmand !" Kh quoi, tu n'as pas de bonte P Mais n'es-tu pas toi-même un goiirmand? Et coinment Peut-tu t'amuser a ce conto ? ' (^a parle de gateaux et de poimnes, et moi Je les aime, voila. pourqnoi." C'est ainsi que la comédie Ou la fable, hélas ! remédi A la corruptiun des nioeurs, Et sert, petits et grands, a nous reudi'e meilleurs !?' Dit versje gaf me 't eerst de overtuiging, dat onze vriend Ratisbonne niet zoo kwaad is als hy wel lykt. Hy' wilde wel graag voor kinderen schry'ven, maar wist niet hoe. Er was toen nog zoo weinig geschreven en gedacht over kinder litteratuur. Had hy in onzen tyd geleefd, by zou mis schien geheel anders zy'n geweest. En hoe goed had hy kunnen worden zonder dien onuitstaanbaren nasleep van moraal, die overal met de haren by wordt gehaald! Hy ware dan mis schien of een goed kinderdichter, of, als zyn wy'sgeerige aanleg hem te sterk was gebleken, alleen een dichter voor ouders geworden. Want dit is zeker, hij heeft de kinderen werkelyk lief, en dat is zijn groote kracht. En hy ziet ze ook, zoo als ze werkelijk zyn; hy geniet van hun eigenaardigheden, hy' toovert ze ons voor oogen in al hun onschuld en typische eigenschappen. Als eens iemand uit al dien rompslomp van moraal al de wer kelijke parels ging opvisschen, wat een kostelijke verzameling zou dat kunnen worden, maar dan voor volwassenen! Een paar van die parels wil ik hier toch nog aanhalen, ter vergoeding voor al my'n geprnttel toen ik straks uit naam der kinderen over Ratisbonne sprak. Nu willen we eens als ouden genieten van enkele allerliefste, guitige tooneeltjes: La visite. La Dame ! uu joli jeu I Jouons-y, Marguéritc! La visite plutöt ? En bien, mais c'est cela, Quaud ou joue a la Dame, on joue a la visite. Allons, c'est moi qui viens chez toi, qui loges la!... Bonjour, chère Madame l Et bonjour chère amiel Que vous tes aiinable et me semblez jolie l Vous avez uu chapeau vraiment délicieux, Kst-il de Laure ou de Barème ? Mou Dieu, uon, je l'ai fait moi-même. Vous tes une fee... et... vous allez bien? Mieux. Comment, mieux? Vons avez témalade, chère? Non, fatiguée un peu par mon dernier chéri. J'ai voulu Ie nourrir, vous saven, on est mcre ! ? Et votre autre petit? O l l'autre tait uourri par mon man. II. La p u d e u r de L i s e. Lise, mademoiselle Lise, On ne se montre pas en chemise l Lise ne savait pas. Ah, suyons tolérants; On peut bieu ignui'er quclqueehose a quatre ans. L'enfant de la Ie9on proiuu de tenir compte Et d'avoir un peu plus de honte. Le soir on défait Lise: ou va la mettre au lit, Son frère, un gros taquin et maiin comme un singe, Veut entrer. Justeinent Lise vhiingcait de linge. Du plus loin qu'eüe l'eiitendit: Attends, s'ècria-'t-elle, eniue, pouvautée ; Je ne suis tju'eu cliemise et ne penx me rnontrer." Elle ta sa chemise, et sa cliemise ótée: A présent, Paul, tu pcux entrer." Deze twee zy'n genomen uit Petites femmes" (Paris, Delagrave). Hoe lief geschilderd, niet waar? Maar zoudt ge wel gelooven dat men dit in Frankryk aan kinderen aanbiedt ? Het is, of men zich haast die zelfde onschuld, die men zoo zeer bewondert, toch maar zoo spoedig mogely'k te verwoesten. Het volgende onder schrift behoort nog bij het laatste en dat maakt de zaak nog erger: j/Cliez ia femme, dit-on, la pudeur est inne'e, Je Ie crois ; mais on peut avouer saus dctour, Qu'il lui faut, pour fleurir, plus d'une matinee, Sainte innocence est seule eulière au premier jour l Echte tooneeltjes ook in Petits hommes" (ook by Delagrave) b.v.: Patenótres. Mains jointcs, a genoux, Max faisait sa prière. Voila qu'a Pimproviste arrive derriere Son frère, un peu taquin, et Ie tire aux cheveui. Justement Max disait, achevant ses aveux : Mou Dieu, pardonnez-moi mes pèchés de colère!" Il se retourue et vlanl une claque a son frère, Puis, reprenant son chapelet: Pardon aussi, mon Dien, pour ce petit soufflet." Dit laatste boekje : Petits hommes" is overi gens verreweg het slechtste van de drie. Ik zou er nog veel over kunnen zeggen, maar ik had het al lang genoeg over Ratisbonne. Alleen tot slot nog dit goed geziene tooneeltje uit La comédie enfantine": Ij a s o u p e. A la soupe tonjours, Paul, c'était son défant, l'aisait mille fa9ous. C'ctait froid ou bien chaud, On avait trop rempli l'assiette. Ou avait niai mis sa serviette, II avait mal au pied, a la gorge, a. la lète ; II tait trop bas ou trop liaut; II n'était pas bien sur sa chaise. Enfin la soupe tait mauvaisc, Et d'ailleui's il n'avait pas faini. Petit Paul n'aimait pas la soupe, c'e.sl certain. Si vous voulez graudir," lui dit un jour sa bonne, 11 faut aimer, monsieur, tout ce qu'oii vous dunne." Eli bieu, je Ie pi'omets, ma bonue, tu verras. . . . Mais ne me doune plus ce que je n'aime pas!" (Slot volgt). N. VAN HICIITUM. Vrouwelijke potteliatters, Dr. E. A. Barber, curator der School voor Industrieele Kunst te Philadelphia, heeft in een by Putman te Londen uitgegeven werk over The Pottery and Porcdain Works of the United States het een en ander verteld over het aandeel der vrouw in de pottebakkerskunst van de Staten. Dr. Barber is van oordeel, dat binnen tien jaren de wereldmarkt van aardewerk door Amerika zal worden beheerscht. En de vrouw zal daartoe haar bijdrage hebben geleverd. Het is speciaal in het decoratieve deel van het vak dat zy uitmunt, ofschoon het ordinaire pottebakken ook alom door haar wordt beoefend. In 1875 werd te Cincinnati, de zoogenaamde koninginnestad van den Staat Ohio, de eerste School of Desigu geopend die dadelyk door vele vrouwelyke leerlingen bezocht werd. En de het jaar daarop volgend gehouden wereld tentoonstelling ter herdenking van het hon derdjarig bestaan der onafhankelijkheid, gaf aan de vrouwen een goede gelegenheid om van hare vaardigheid en werkkunst blijken te geven. De dames van Cincinnati vormden een Centennial Tea Party waarvoor een groot aantal speciale serviezen door vrouwen ontworpen en vervaardigd werden. Na afloop der tentoon stelling werden ze uit de hand verkocht en brachten een goede som op. Niet minder dan 25 dollars werd voor n kop en schoteltje betaald. Dat was een flinke aanmoediging. Een andere stoot werd aan de ambitie der vrouwen van Cincinnati gegeven, door het succes datmissMcLaughlin behaalde methaar geïmiteerd Limoges faïence, een zeer fijn en fraai bewerkt soort aardewerk oorspronkelijk in de Fransche stad Limoges vervaardigd en daarnaar genoemd. Op de Pary'sche tentoonstelling van 1879 werd zy' daarvoor bekroond. Het welslagen van Miss Mc Laughlin, was voor andere jonge dames een aansporing. En nog in 1879 werd in de >koninginnestad" de aardewerksters club opgericht, de eerste van dien aard in de Vereenigde Staten. Deze club is een belangrijke factor geweest, in de ontwikkeling en veredeling van de pottebakkerskunst zoowel als ter uitbreiding van het beroep onder de vrouwen. Dr. Barber geeft een lyst van hare leden en bestuurders tot op 1890 toen zy' ontbonden werd om onder een nieuwen naam en in uitgebreider vorm te herryzen : he Associated Artists of Cincinnati. Vele fraaie proeven van geglazuurd schil derwerk werd door leden der Associatie inge zonden op de Wereldtentoonstelling van Cbicago in 1893 en daar algemeen bewonderd. Een aantal groote porceleiiien vazen behoorden om haar artistieken vorm en sierlijke schil dering tot het beste, tot dusverre op dat gebied vervaardigd. De Rookwood PMery door Mr. Longworth Storer in de hoofdstad van Onio opgericht, wordt als een modehnrichting beschouwd. De scbraiiderxte werksters zy'n daaraan verbonden. Zy' verrichten al den arbuid aan de vervaar diging van aardewerk verbonden. Het ouderwetsche pottebakkersrad wordt door haar nog gebruikt omdat het zich beter dan het mecha nisch proces leent tot het maken van fraaie en varieerende waar. De eenige machine in de Bookwood inrichting gebruikt, dient tot bereiding van de klei. De Amerikaansche pottebakstera, voor wie Cincinnati een dorado is, ontzien geen moeite om in de geschiedenis der ceramiek voor zich een goeden naam en faam te ver zekeren. Zy' namen den laatsten tijd allerhande proeven ter vervaardiging van nieuwe porceleinen voorwerpen en vonden een betere me thode uit om de teekeningen over te brengen op de klei, in Dr. Barber's boek uitvoerig beschreven. En ter bevordering van een zuiver origineele en Amerikaansche kunst in het vak, werd enkele jaren geleden door Mrs. S. Frackelton de National L agwe of mineral Painters opgericht, die thans ruim 500 leden telt en waarvan mrs. Wortz Osgood sedert eenigen tyd presidente is. Ook op de jongste Pary'sche tentoonstelling werden de arbeidsproducten dezer aarde werksters zeer geprezen. De conclusie hieruit Ie trekken is weer, dat vrouwen genoegzaam talent kunnen ontwikke len om zich zelfstandig een weg door het leven te banen en op by'na ieder gebied van bedrijvigheid des mans evenknie te worden. Men legge haar eenvoudig geen struikelblokken voor de voeten. Londen, Juli. J. K. v. D. V. IIIIIIIIHIllllllNMIIIIMtlllèllMIHIIIIIHIIIIIIHIIIMIIIMMMIiMIIMtllllll Studeerende vrouwen in Italië. Land bouu'scholen voor vrouwen m Zweden. Dr. Philippe Maréchal. Vrouwen der tegenwoordige Fransche ministers. Cyfers zy'n dor, maar cyfers spreken. Ware dit niet zoo, dan behoefde geen enkele sta tistiek meer geleverd te worden. Onder Italië's scboonen hemel en zuidelijken zonnegloed zy'n kloeke denkbeelden tot ontwikkeling gekomen. De hartstochtelijke, zwartoogige Italiaansche schoone is mede ontwaakt en gebracht tot het besef van eigen kracht en eigen waarde. Nii weet zy°, dat ook zy nog iets anders kan dan wonder-teere liedekens uitkweelen met begeleiding der sentimenteele mandolien, dan zich tooien de weelderige haren met veel kleurige bloemen, dan brengen haar rappe voetjes in onberispelyken dans-rythmus. Zy is tot de blijde ontdekking geraakt, dat in haar sierlyk kopje hersens geplaatst zy'n. Speel, droom, zing en dans in uw snipper-uren, schoone vrouw der zuiderstranden, maak echter van beuzelarijen niet langer het doel van het ern stig menschen-leven. Het aantal Studeerende vrouwen in Italiëneemt hand-over- hand toe. In lüOO waren aan Italiaacsche Hoogescholen 250 vrouwen en meisjes ingeschreven, 1613 meisjes bezochten gymnasia, 3900 doorliepen vak scholen en inrichtingen voor uitgebreid onder wys. Sedert 1897 hebben 257 vrouwen en meisjes het staatsexamen afgelegd, te weten : 140 voor philologie, 37 voor phüosophie, 20 voor mathesis, 30 voor natuurkunde, 24 voor medicijnen en 6 voor rechtsgeleerdheid. Van deze 257 geleerde vrouwen maakt geen enkele gebruik van haar titel en kennis, om te voor zien in eigen levensonderhoud. Zy' behooren allen tot de bevoorrechten ? die zich niet met eigen bijltje een weg behoeven te hakken door 's levens kreupelhout. In. de toekomst zullen deze getitelde vrouwen veel meer de werkkracht en de bekwaamheden harer behoeftige zusteren waardeeren, nu zij by ervaring weten, wat werken is. *»* In de laatste tijden zy'n in Zweden de landbouw-scholen voor vrouwen in aantal toege nomen. Die onderwijsinrichtingen zyn aan merkelijk verbeterd en voldoen tegenwoordig aan de hooge en uiteenloopende eischen die haar gesteld worden. De meest bekende dier scholen zy'n in Riceberga by Oerebro, in Earlshamm, in Ealmar, en in Malmsja. De leerlingen kry'gen praktisch en theoretisch onderwijs in alle werkzaamheden betreffende den tuinbouw, in het conserveeren van groenten en vruchten en het bereiden van vruchtensappen. In de nieuw opgerichte school te Maluisja pry'kt zelfs op het leerplan een nieuwe werk zaamheid, namely'k landschap-schilderen. *** Een fransch geneeskundige, Philippe Maréchal verklaart une guerre a outrance aan het corset. Hy' dringt aan op ingrypende maatregelen van staatswege Geen kleinigheid. Edocb. met een vuur en overtuiging, m gloed en kracht niet onderdoende, voor wijlen zy'n landgenoot Peter van Amiens, predikende de kruistochten, ?zweert hy' dood en verdelging aan het modern foltertuig dat van de vrouw verzwakt de maag, drukt de ingewanden, knelt er. verschuift teere organen, ontsiert beur lichaam. Aan geen enk>le vrouw beneden de dertig jaar, moet men zulke een onding afltuwen. De rebellen moeten bedreigd worden met geldboete en een gevangenisstraf van drie maanden tot een jaar. Ouders en voogden van onmondige meisjes, die aangetroffen worden met een corset druk kend haar teer, jonkvrouwely'k lijfje, moeten gestraft wordgn met een geldboete van minstens 1000 francs! Cher docteur! u meent het goed, maar u is toch een vermakelijke Don Quichotte. * * * .... >Und drinnen waltet die züchtige Hausfrace" Met Schiller blyft de lllustration het bedry'vig regelen en redderen in een ministers huishouden huldigen, maar tevens breekt zy een lans voor het feit, om die vrouwtjes die zich achter de schermen zoo dapper bewegen ook eens in het openbaar een complimentje te maken en haar portretten der kykgrage menigte te vertoonen. Waarom alleen onze ministers afbeelden? Zy, die recepties, gastmalen en festijnen regelen, dank zy het open baar leven hunner echtgenooten, die dames, die altyd klaar moeten staan om bazars te organiseeren en weldadighaidsfeesten te pr sideeren, moeten die als gebukt onder een verfoeily'k schervengericht of kleingeestig veroor deel, zich steeds aan de blikken van het groote publiek onttrekken? De lllustration heeft de stoute schoenen aangetrokken en aan al de ministers vrouwen haar portret verzocht om het te mogen reproduceeren. De redactie heeft er alle eer van, want, Ie plus gracieusement du monde, hebben de dames het verzoek ingewilligd. Op de allereerste bladay van het nummer van 15 Juli j.l. prijken negen ministersvrouwen ten getale van negen zegt het hoffeiylt blad; gely'k de negen muzen, hoewel wy elf ministers bezitten, helaas l onze departementen van marine en koloniën, vertegenwoordigd door de heeren Camille Pelletan en Gaston Doumergue, bieden een beklagenswaardig feit van inferioriteit ten opzichte der andere departe menten omdat deze heeren ongehuwd zyn. De mooiste van het negental is ongetwijfeld me f rouw Rouvier, de echtgenoote van den minister van finantiën. Indien mevrouw Maruéjoals, echtgenoote van den minister van publieke werken, geen Francüiee waren, zou zy door de muzen- vergelyking allicht ietwat py'nlyk zyn getroffen, maar fransche vrouwen bezitten den tact van om ieder compliment beminnelijk te lachen, een be leefde vergelijking niet nader uit te-pluizen en vleitaal aan te nemen als haar goed bekende en liefelijk klinkende muziek. Mevrouw Delcassé, vrouw van den minister van buitenlandsche zaken, heeft een geestig gezicht, een sarcastischen mond en een paar door welwillendheid geteu perde spot oogen. De vrouw van den premier Combes, is het type vaa het goedhartig, vriendelyk dikkertje. Ook mevrouw Trouillot (handel en nyverheid) heeft iets zeer aantrekkelyks en wel willende. Mevrouw Mougeot (landbouw) heeft zich fraai gedost en trtkteen gelegeiiheids- gezicht. Het mooie mevrouwtje Rjuvier is ook »en grande toilette", maar by°haar is dit gala de passende omlijsting voor haar schoone vormen. Mevrouw Vallé(Justitie) met hoog-opgetrok» ken wenkbrauwen kykt een beetje verschrikt. Mevrouw André(Oorlog) heeft zich ook heel mooi gemaakt. Met den rechten, stroef-gesloten mond maakt zy' den indruk zich zelf lai g Liet voor-de-poes te vinden. Het modieus kralengebengel op de bloote armen zon menigeen kriebelachtig maken. Maar, phyaiquement schynt zy niet tchatouilleuse" te zy'u. Moralement sta ik er niet voor in. Mevrouw Cnaumié(Openbaar Onderwys) ly'kt wat pessimistisch getint. CAPBICB.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl