Historisch Archief 1877-1940
No. 1310
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
lokt lijkt ons de schoolkaart van Zuid-Holland
door J. J. ten Have. Vier kaarten van Neder
land, ontworpen door J. Huizinga, zyn
inge?onden door J. B. Wolters te Groningen, waarop
is aangegeven de zee, kust, groote rivieren,
zee- en rivier weringen; rivieren, kanalen, meren,
hoog en laag, grondsoorten, handel, verkeer,
nijverheid. Zeer duidelijk, niet ovet laden en
zeer matig in prijs (?2.50 per stuk) zullen z\j
httn weg in het onderwas gemakkelijk vinden.
Zeer trekken de aandacht de zes prachtige
wandplaten voor aardrijkskundig onderwy's van
P. B. Bos, naar aquarellen geteekend door
B.-Bueninck.
Hoewel zaal III voor het grootste gedeelte
ingenomen wordt door landkaarten in Nederland
versaardigd, vindt men in een vitrine een keurig
exemplaar van het Haemisphaerium Coeli van
Johan Baptist Homann; de Fransche 18 eeuwsche
school is vertegenwoordigd door een
Mappemonde a l'usage du roi" van Guillaume de l'Isle.
De twaalf wandkaarten van de larden van
Europa voor schoolgebruik door N. Noordhof,
komen ons voor classicaal onderricht veel te
klein voor. Zeer de aandacht zal trekken een
kaart van Europa van Doelemans en Konings;
door eigenaardige klenrkeuze, zeer zacht, zou
den wühaar bijna een boudoirkaart kunnen
noemen; ze geeft evenwel tot verschillende
aanmerkingen gegronde redenen. Zoo b. v.
is het Pyreneesche schiereiland te primi
tief geteekend; het verschil in zeediepte komt
te weinig uit; de Noorweegsche Rinne ten
zuiden van Noorwegen is op eenigen afstand
op de kaart onzichtbaar; zeer phantastisch
lykt ons een gedeelte der Sahara getint; in
hoeverre dit juist is, is de vraag nog. De
kaart van Blink, eveneens van Europa, hoewel
9 jaar ouder ze dateert van 1893 huldigt
wat kleur aangaat beproefde traditiën en zal
daardoor büvelen de voorkeur krijgen boven
de vorige; eenige andere kaarten van Europa
zijn mede niet onverdienstelijk uitgevoerd;
jammer dat de kaart van Puls min of meer
ontsierd wordt door overgroote ;klaiodders"
die de ligging der groote steden aaigeven. Ten
Have's kaart van Europa, vermoedelijk in prijs
aanmerkelijk lager dan de vorige, komt ons
minder fraai afgewerkt voor. Zoo is de
teekening van de Oeral, een rups mK ontel
bare pootjes, griezelig te noemen. Eenbepaalde
fout achten wij te zy'n dat niets van hetgeen
over de staatkundige grens van Europa gelegen
is, wordt aangegeven. De mede in deze zaal
aanwezige kaart van Nederland door Beekman,
toont aan hoever wij in de laatste 20 jaren in
ons land pp het gebied van kaartteekenen en
keurige uitvoering vooruit zijn gegaan; met
haar jonger zusje van Blink, in zaal II aan
wezig, behoort ze tot het beste dat is uitge
geven.
De kaart van Java door P. E. Bos, P. B.
Ry'kens en W. van Gelder, te hoog boven een
deur gehangen, voert ons eenigszins naar de
Indische afdeeling; doch hierover en over het
geen er nog meer te zien is een volgenden keer.
H. P. GBEEKE.
Onze Ziekenfondsen, door
mr. JOH. M. JOLLBS.
De Maatschappij tot Nut van 't Algemeen
heeft met de uitgaaf van dit geschrift de reeks
harer nuttige werkjes, a 5 et. per stuk, weder
met een vermeerderd.
In de laatste jaren hebben verschillende
rapporten over ziekenfondsen het licht gezien,
waarin zeer belangrijke gegevens voorkomen
over aard en omvang, werking en gebreken der
in Nederland bestaande ziekenfondsen; zij z\jn
echter te omvangrijk of niet toegankelijk voor
het groote publiek.
Mr. Jolles heeft nu van dit alles een bekoopt
en duidelyk overzicht gegeven, waarin hu
eerst het wezen van ziekenfondsen in het
algemeen bespreekt en daarna in engeren zin
die in ons land werkzaam zy'n; hoe hun bestuur
is ingericht en onder welke voorwaarden de
deelneming geschiedt, waarna hij meer uit
voerig de gebreken en misbruiken uiteenzet
om te eindigen met het aanbevelen van ver
schillende verbeteringen.
Het geschrifije is in alle opzichten lezens
waardig en ongetwijfeld van actueel belang, nu
het niet lang meer zal kunnen duren, dat ook
in Nederland de ziekteverzekering en daar
mede onmiddellijk verband houdende regeling
der ziekenfondsen door de wetgevende macht
zal ter hand genomen moeten worden, gely'k
dit elders reeds lang is geschied. BB.
iiniiiiiiiiiiiiiiiiii
iiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiii imiiiiimiiiiiiimiiiiiniimi
iiiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitnmiiiiiii
Museum van kunstnijverheid Haarlem.
In het Museum van kunstnijverheid te
Haarlem zal in het najaar eene tentoonstelling
van oude en nieuwe kantwerken worden ge
houden, die zeer aanzienlijk belooft te worden,
daar voor deze tentoonstelling reeds verschil
lende toezeggingen van zeer merkwaardige
stukken zoowel uit het binnen- als het buiten
land werden ontvangen.
De directeur van het museum, de heer
E. A von Saher, vertrouwt dat deze tentoon
stelling hier te lande de hooge artistieke
waarde van dezen tak van kunst-ny verheid in
het licht zal stellen en er toe zal bijdragen
de algemeene belangstelling daarvoor te doen
ontwaken. Hij zal het op hoogen pry's stellen
indien de gelukkige eigenaressen van oude
kantwerken hem hunne schatten voor eenigen
t\jd zullen willen toevertrouwen.
De inzendingen worden behoorlijk verzekerd
en achter glas tentoongesteld. De tentoon
stelling zal vermoedelijk in October worden
geopend.
DAMEjS.
Internationale KMeHilterata.
Fransche Kinder-poëzie.
Louis RATISBONNE en JEA.N AIOAED.
Heeft de oude van Alphen by ons al lang
ingediend als kinder-poeët, in Frankrijk leeft
nog altijd zy'n evenknie Louis Ratisbonne in
vollen luister voort.
Diens Comédie enfantine" (by Delagraye,
Parijs,) bereikte reeds in 1896 haar zestig
sten druk wel een bewijs, hoezeer dit
boekje in den smaak valt. En toch is Louis
Ratisbonne, evenmin ah onze van Alphen
(van wien men ook een in 't fransen vertaald
versje in dezen bundel vindt) ooit een echt
kinder- dichter geweest. Biisken lluet, die hem
overigens nog al waardeert, zegt van hem, in
tegenstelling met Macé: Macéis geestig,
Macéis bevallig, Macéis fijngevoelig, Macéis
naïef: wat kan men meer verlangen in een
kinderauteur ? en indien het waar is, dat Louis
Ratisbonne hem in diepzinnigheid overtreft,
dan moet dit wellicht alleen hieraan worden
toegeschreven dat Ratisbonne, meer dan Macé,
een kinder- dichter is voor groote menschen."
En verder: Ongetwijfeld staat Ratisbonne
als dichter hoog; zy'n blikken in het
kinderhart zyn verrassend; zy'n spiegel der jeugd is
beschamend leerzaam voor lederen volwassene,
die het waagt zichzelven in dat glas te be
schouwen. Doch, gelijk kinderen ze niet waar
deeren kunnen, de overschoone houtsneden
waarmede Gobert, en vooral Froment, de
Comédie entantine" versierden, zoo ook kunnen
kinderen de vlucht van RUisbonne's gedachte
liet volgen; allerminst wanneer by, onbewust
van zijn talent, geheel en al zichzelf is en
alles geeft wat hy heeft. Men schelde het
onnoozele der opmerking kwyt: hoewel een dichter
van den echten stempel, een kinder dichter is
Ratisbonne in zyn voortreffelijkste stukjes niet.
ok Huet vergely'kt Ratisbonne met van
Alphen: Een halve eeuw geleden bezat ons
vaderland twee zulke dichters: Van Alphen en
Pieter 't Hoen; een legitimist en een jakobyn."
Maar er is en büjtt toch een groot ver
schil, want, men mag zich nog zoozeer ergeren
aan de vervelende, moraliseerende aan aan
gseltjes van Ratisbonne, deze is en blyft een
dichter, wat men van onzen goeden van Alphen
toch waarlijk niet kan zeggen.
Met gr ooten tegenzin en hevige ergernis dat
men zoo iets aan kinderen kon geven, las ik
de eerste versjes uit zy'n boek, en vol schrik
keek ik naar dat Soixantième dition" op het
titelblad. Vol verbazing las ik de woorden
die Théophile Gautier in zy'n Rapport du
ministre de l'instruction publfque sur les progrès
de la poésie (1868) aan dezen dichter wijdt:
La muse de Louis Ratisbonne a tracé, avec
une plume qui semble arrachée a l'aile d'un
ange Ie chaste et naïf répertoire de la Coméiie
entantine'', que les mères lisent par-dessus
l'épaule des enfants, et que les pcres emportent
dans leurs chambres, cnarmés par les d
licatesses d'un art qui se cache."
O, wat was ik eerst boos op Louis Ratisbonne l
Dat kwam, omdat ik zijn versjes las met den
geest van een kind, dat ik me geheel ver
plaatste, zooals ik dat gewoon ben te doen
wanneer ik kinderboeken lees, in het denken
en gevoelen van een kind. Ik voelde me onge
lukkig en geheel geïntimideerd ; ik besefte dat,
als ik een kind was, Louis Ratisbonne me erg
zou neerdrukken met zy'n onuitstaanbare lessen.
Want weet je, je moet zoo met hem oppassen.
Soms voel je eventjes, by' 't lezen van werkelijk
allerliefste schetsjes, de strakke plooien van je
gezicht ontspannen. Dan vertelt hy zoo aller
aardigst van kinderen, hy schijnt zoo guitig
en echalksch, maar als je dan je gezicht
lachend en vertrouwelijk tot hem opheft,
mis hoor! Dan laat hy je gauw weer even
gevoelen, dat je maar een hulpeloos kind bent,
vol stoutigheid en booze neigingen en hy
die groote, die volmaakte Ratisbonne een
wy'ze, strenge rechter, die alles ziet, die niets
vergeeft, die niet eens met de kinderen mee
dol en jong en prettig is, maar die uit elke
gebeurtenis zy'n wijze lessen zuigt en je daar
telkens weer mee om de ooren slaat, juist
wanneer je eens geheel jezelf wildet zy'n en
genieten van het werkelijk aardige, dat hij je
vertelt. Past op, kinderen er schuilt altyd
een addertje onder het gras by Louis Ratis
bonne l Hy wil je vormen en modelleeren naar
zy'n model. Past op je woorden, want overal
haalt hy' wat uit I Wanneer een klein ventje
op een tafel klimt en vrooly'k juicht: Kijk,
wat ben ik nu groot!" dan wacht Ratisbonne
tot hy er weer afgeklommen is, en overbluit
hem dan met de volgende woorden:
Oui, tu parai&sais grand, mais tu u'es que pctit.
Il faut tre
Non paraïtre.
Retiens cela pour l'avenir:
Etre grand si l'on peut, ne jamais se grandirl"
En als «petit Pierre" zoo aardig voor Groot
mama een streng garen ophoudt?luister slechts,
hoe allerliefst Ratisbonne dit kan beschrijven:
»I1 jette un rire frais et clair
Qui ressemble au cri des linottes,
Et vient présenter ses menottes,
Quatre doigts et Ie pouce en l'air.
Et puis il se tient les lèvres closes
Comme nn bon soldat a son rang,
Pendant qne Ie beau til tout blano
Se déride sur ses poings roses.
Il s'amuse: c'est si nouveau!
Et sa figure s'illumine
En regardant sur la bobine
S'enrouler Ie gros chevean."
Hoe goed geteekend, niet waar? Maar past
op, kinderen, want voor u is 't genot al gauw
weer uit, de les" is alweer in aantocht l
Want, zie je,
Grand'mère est un pen lente;
Lui va plus vite quand il court,
Le fil est long, l'écheveau lourd....
Petit Pierre s'impatiente."
Daar heb je de voorbode al van het noodlot.
Maar 't wordt nog erger: zyn vriendjes roepen
voor 't raam, of hy kimt spelen... Grootmoeder
is onverbiddelijk: Tiens donc tes mains!" roept
ze, maar Pierre is vermoeid van 't sty've zitten:
Bientot l'une et l'autre maip, Défaille au milieu
du chemin"... en 't garen raakt in de war.
Alors petit Pierre abattu
Pleure et laisse tomber l'ouvrage."
En flap! daarop heeft Ratisbonne slechts
gewacht, om 't arme kind gauw weer een van zyn
wy'ze lessen toe te dienen.
Voila donc ton couragel"
zegt hy.
Plus tard, hélas, que feras-lu,
Enfant, dotit l'écheveau cuinmenoe
i^.uand se déviderout les jours,
Quelquefois doux, mais souvent lourds,
" Si tu n'as pas de patience?"
En hoe vindt men het volgende voor kinderen ?
Op een kinderbal aan het hof daast een klein
meisje met een prins, zonder het te weten.
Plotseling vraagt ze hem:
ML'on t'appelle
Monseigneur! Es-tu dom-, archévèque?
Moi l" fit l'enfaut, je ue suis pas."
Een beetje ongeloofely'k, vindt ge niet? Een
koningszoon, die niet weet waarom hy Mon
seigneur" genoe ad wordt!
Maar dat komt er niet op aan, Ratisbonne
heeft hem noodig voor een fllosophische be
schouwing, die zich dan ook niet lang laat
wachten. Daar heb je ze al:
On chercherait longtetnps un liomme
Semblable, en sa candeur, a eet enfant royal,
N'écoutant pas comme on Ie noinme,
Ne sachaut s'il est priuce, vèque ou cardinal,
Mais qu'une voix naïve, a ces illustrissimes,
Uise un jour: Ou vous nornme Erninence, Grandeur,
Altesse l Vous prenez un nom aux hautes cimes:
Vous devez avoir un grand coeur."
Pour ces fiers adjectifs se sentant Ie coeur mince,
Peut-être quelques-uns, avcc plus d'embarras
Diraient comme mon petit prince :
Je ne sais pas.''
Op de volgende bladzy' gaan drie jongens
naar school. De eerste zegt: Als ik goed
werk, krijg ik van Papa een louiu-d'orl" De
tweede zegt: Je travaillerai pour que Maman
m'embrasse!" En de derde zucht: Ik heb
geen ouders, mais je m'effoicerai cependant
de bien faire."
Ma dunkt, die jongens waren al tamelyk braaf,
maar toch Ratisbonne slingert ze nog een
lesje achterna:
II faut faire Ie bien, parcc que c'est Ie bien !"
Eo. tegen een meisje dat uit weetlust haar
pop heeft opengesneden om te zien wat er
binnen in zat, en dat nu huilt omdat de pop
keg is, heeft hy niets anders te zeggen dan
alweer een wysneuzig lesje. Geen enkel hartelijk
woord!
Il ne faut pas aller trop au fond dn plaisir,
Ou l'on devient triste a mourir,
Petites, prenez garde, ou vous seritz trompées,
II ne faut pas ouvrir Ie venti'e des poupées!"
O, als ik een kind was, wat zou ik een hekel
hebben aan Louis Ratisbonne l
Hy spreekt altyd over de kinderen, of, als
hij tot hen spreekt, is dat alleen in onuitstaan
bare lessen, die niets kunnen uitwerken dan
hen of oproerig en boos, of tot huichelaars te
maken.
Soms is 't, of hy daar zelf iets van begrijpt.
Tot my'n groote verrassing las ik, na in eenige
versjes allerlei kleine gourmands" ten tooneele
te hebben zien verschijnen, die natuurlijk allen
behoorlijk afgestraft oi bekapitteld werden, het
volgende, dat me als een verfrisschend bad
voorkwam tusschen al die vermoeiende moraal
Papa, raconie-nioi l'liistoire i'u guurmand !"
Kh quoi, tu n'as pas de bonte P
Mais n'es-tu pas toi-même un goiirmand? Et coinment
Peut-tu t'amuser a ce conto ? '
(^a parle de gateaux et de poimnes, et moi
Je les aime, voila. pourqnoi."
C'est ainsi que la comédie
Ou la fable, hélas ! remédi
A la corruptiun des nioeurs,
Et sert, petits et grands, a nous reudi'e meilleurs !?'
Dit versje gaf me 't eerst de overtuiging, dat
onze vriend Ratisbonne niet zoo kwaad is als
hy wel lykt. Hy' wilde wel graag voor kinderen
schry'ven, maar wist niet hoe. Er was toen nog
zoo weinig geschreven en gedacht over kinder
litteratuur.
Had hy in onzen tyd geleefd, by zou mis
schien geheel anders zy'n geweest. En hoe goed
had hy kunnen worden zonder dien
onuitstaanbaren nasleep van moraal, die overal met de
haren by wordt gehaald! Hy ware dan mis
schien of een goed kinderdichter, of, als zyn
wy'sgeerige aanleg hem te sterk was gebleken,
alleen een dichter voor ouders geworden.
Want dit is zeker, hij heeft de kinderen
werkelyk lief, en dat is zijn groote kracht.
En hy ziet ze ook, zoo als ze werkelijk zyn;
hy geniet van hun eigenaardigheden, hy'
toovert ze ons voor oogen in al hun onschuld
en typische eigenschappen. Als eens iemand
uit al dien rompslomp van moraal al de wer
kelijke parels ging opvisschen, wat een kostelijke
verzameling zou dat kunnen worden, maar dan
voor volwassenen! Een paar van die parels
wil ik hier toch nog aanhalen, ter vergoeding
voor al my'n geprnttel toen ik straks uit naam
der kinderen over Ratisbonne sprak.
Nu willen we eens als ouden genieten van
enkele allerliefste, guitige tooneeltjes:
La visite.
La Dame ! uu joli jeu I Jouons-y, Marguéritc!
La visite plutöt ? En bien, mais c'est cela,
Quaud ou joue a la Dame, on joue a la visite.
Allons, c'est moi qui viens chez toi, qui loges la!...
Bonjour, chère Madame l Et bonjour chère amiel
Que vous tes aiinable et me semblez jolie l
Vous avez uu chapeau vraiment délicieux,
Kst-il de Laure ou de Barème ?
Mou Dieu, uon, je l'ai fait moi-même.
Vous tes une fee... et... vous allez bien?
Mieux.
Comment, mieux? Vons avez témalade, chère?
Non, fatiguée un peu par mon dernier chéri.
J'ai voulu Ie nourrir, vous saven, on est mcre !
? Et votre autre petit?
O l l'autre tait uourri par mon man.
II.
La p u d e u r de L i s e.
Lise, mademoiselle Lise,
On ne se montre pas en chemise l
Lise ne savait pas. Ah, suyons tolérants;
On peut bieu ignui'er quclqueehose a quatre ans.
L'enfant de la Ie9on proiuu de tenir compte
Et d'avoir un peu plus de honte.
Le soir on défait Lise: ou va la mettre au lit,
Son frère, un gros taquin et maiin comme un singe,
Veut entrer. Justeinent Lise vhiingcait de linge.
Du plus loin qu'eüe l'eiitendit:
Attends, s'ècria-'t-elle, eniue, pouvautée ;
Je ne suis tju'eu cliemise et ne penx me rnontrer."
Elle ta sa chemise, et sa cliemise ótée:
A présent, Paul, tu pcux entrer."
Deze twee zy'n genomen uit Petites femmes"
(Paris, Delagrave). Hoe lief geschilderd, niet
waar? Maar zoudt ge wel gelooven dat men
dit in Frankryk aan kinderen aanbiedt ? Het
is, of men zich haast die zelfde onschuld, die
men zoo zeer bewondert, toch maar zoo spoedig
mogely'k te verwoesten. Het volgende onder
schrift behoort nog bij het laatste en dat
maakt de zaak nog erger:
j/Cliez ia femme, dit-on, la pudeur est inne'e,
Je Ie crois ; mais on peut avouer saus dctour,
Qu'il lui faut, pour fleurir, plus d'une matinee,
Sainte innocence est seule eulière au premier jour l
Echte tooneeltjes ook in Petits hommes"
(ook by Delagrave) b.v.:
Patenótres.
Mains jointcs, a genoux, Max faisait sa prière.
Voila qu'a Pimproviste arrive derriere
Son frère, un peu taquin, et Ie tire aux cheveui.
Justement Max disait, achevant ses aveux :
Mou Dieu, pardonnez-moi mes pèchés de colère!"
Il se retourue et vlanl une claque a son frère,
Puis, reprenant son chapelet:
Pardon aussi, mon Dien, pour ce petit soufflet."
Dit laatste boekje : Petits hommes" is overi
gens verreweg het slechtste van de drie. Ik zou
er nog veel over kunnen zeggen, maar ik had het
al lang genoeg over Ratisbonne. Alleen tot slot
nog dit goed geziene tooneeltje uit La comédie
enfantine":
Ij a s o u p e.
A la soupe tonjours, Paul, c'était son défant,
l'aisait mille fa9ous. C'ctait froid ou bien chaud,
On avait trop rempli l'assiette.
Ou avait niai mis sa serviette,
II avait mal au pied, a la gorge, a. la lète ;
II tait trop bas ou trop liaut;
II n'était pas bien sur sa chaise.
Enfin la soupe tait mauvaisc,
Et d'ailleui's il n'avait pas faini.
Petit Paul n'aimait pas la soupe, c'e.sl certain.
Si vous voulez graudir," lui dit un jour sa bonne,
11 faut aimer, monsieur, tout ce qu'oii vous dunne."
Eli bieu, je Ie pi'omets, ma bonue, tu verras. . . .
Mais ne me doune plus ce que je n'aime pas!"
(Slot volgt). N. VAN HICIITUM.
Vrouwelijke potteliatters,
Dr. E. A. Barber, curator der School voor
Industrieele Kunst te Philadelphia, heeft in
een by Putman te Londen uitgegeven werk
over The Pottery and Porcdain Works of
the United States het een en ander verteld
over het aandeel der vrouw in de
pottebakkerskunst van de Staten.
Dr. Barber is van oordeel, dat binnen tien
jaren de wereldmarkt van aardewerk door
Amerika zal worden beheerscht. En de vrouw
zal daartoe haar bijdrage hebben geleverd.
Het is speciaal in het decoratieve deel van
het vak dat zy uitmunt, ofschoon het ordinaire
pottebakken ook alom door haar wordt beoefend.
In 1875 werd te Cincinnati, de zoogenaamde
koninginnestad van den Staat Ohio, de eerste
School of Desigu geopend die dadelyk door
vele vrouwelyke leerlingen bezocht werd. En
de het jaar daarop volgend gehouden wereld
tentoonstelling ter herdenking van het hon
derdjarig bestaan der onafhankelijkheid, gaf
aan de vrouwen een goede gelegenheid om van
hare vaardigheid en werkkunst blijken te geven.
De dames van Cincinnati vormden een
Centennial Tea Party waarvoor een groot aantal
speciale serviezen door vrouwen ontworpen en
vervaardigd werden. Na afloop der tentoon
stelling werden ze uit de hand verkocht en
brachten een goede som op. Niet minder dan
25 dollars werd voor n kop en schoteltje
betaald. Dat was een flinke aanmoediging.
Een andere stoot werd aan de ambitie der
vrouwen van Cincinnati gegeven, door het succes
datmissMcLaughlin behaalde methaar geïmiteerd
Limoges faïence, een zeer fijn en fraai bewerkt
soort aardewerk oorspronkelijk in de Fransche
stad Limoges vervaardigd en daarnaar genoemd.
Op de Pary'sche tentoonstelling van 1879 werd
zy' daarvoor bekroond.
Het welslagen van Miss Mc Laughlin, was
voor andere jonge dames een aansporing. En
nog in 1879 werd in de >koninginnestad"
de aardewerksters club opgericht, de eerste van
dien aard in de Vereenigde Staten.
Deze club is een belangrijke factor geweest,
in de ontwikkeling en veredeling van de
pottebakkerskunst zoowel als ter uitbreiding van
het beroep onder de vrouwen. Dr. Barber
geeft een lyst van hare leden en bestuurders
tot op 1890 toen zy' ontbonden werd om onder
een nieuwen naam en in uitgebreider vorm te
herryzen : he Associated Artists of Cincinnati.
Vele fraaie proeven van geglazuurd schil
derwerk werd door leden der Associatie inge
zonden op de Wereldtentoonstelling van
Cbicago in 1893 en daar algemeen bewonderd.
Een aantal groote porceleiiien vazen behoorden
om haar artistieken vorm en sierlijke schil
dering tot het beste, tot dusverre op dat gebied
vervaardigd.
De Rookwood PMery door Mr. Longworth
Storer in de hoofdstad van Onio opgericht,
wordt als een modehnrichting beschouwd. De
scbraiiderxte werksters zy'n daaraan verbonden.
Zy' verrichten al den arbuid aan de vervaar
diging van aardewerk verbonden. Het
ouderwetsche pottebakkersrad wordt door haar nog
gebruikt omdat het zich beter dan het mecha
nisch proces leent tot het maken van fraaie
en varieerende waar. De eenige machine in
de Bookwood inrichting gebruikt, dient tot
bereiding van de klei.
De Amerikaansche pottebakstera, voor wie
Cincinnati een dorado is, ontzien geen
moeite om in de geschiedenis der ceramiek
voor zich een goeden naam en faam te ver
zekeren. Zy' namen den laatsten tijd allerhande
proeven ter vervaardiging van nieuwe
porceleinen voorwerpen en vonden een betere me
thode uit om de teekeningen over te brengen
op de klei, in Dr. Barber's boek uitvoerig
beschreven. En ter bevordering van een zuiver
origineele en Amerikaansche kunst in het vak,
werd enkele jaren geleden door Mrs. S.
Frackelton de National L agwe of mineral
Painters opgericht, die thans ruim 500 leden telt
en waarvan mrs. Wortz Osgood sedert eenigen
tyd presidente is.
Ook op de jongste Pary'sche tentoonstelling
werden de arbeidsproducten dezer aarde
werksters zeer geprezen.
De conclusie hieruit Ie trekken is weer, dat
vrouwen genoegzaam talent kunnen ontwikke
len om zich zelfstandig een weg door het
leven te banen en op by'na ieder gebied
van bedrijvigheid des mans evenknie te worden.
Men legge haar eenvoudig geen struikelblokken
voor de voeten.
Londen, Juli.
J. K. v. D. V.
IIIIIIIIHIllllllNMIIIIMtlllèllMIHIIIIIHIIIIIIHIIIMIIIMMMIiMIIMtllllll
Studeerende vrouwen in Italië. Land
bouu'scholen voor vrouwen m Zweden.
Dr. Philippe Maréchal. Vrouwen der
tegenwoordige Fransche ministers.
Cyfers zy'n dor, maar cyfers spreken. Ware
dit niet zoo, dan behoefde geen enkele sta
tistiek meer geleverd te worden. Onder Italië's
scboonen hemel en zuidelijken zonnegloed zy'n
kloeke denkbeelden tot ontwikkeling gekomen.
De hartstochtelijke, zwartoogige Italiaansche
schoone is mede ontwaakt en gebracht tot het
besef van eigen kracht en eigen waarde. Nii
weet zy°, dat ook zy nog iets anders kan
dan wonder-teere liedekens uitkweelen met
begeleiding der sentimenteele mandolien, dan
zich tooien de weelderige haren met veel
kleurige bloemen, dan brengen haar rappe
voetjes in onberispelyken dans-rythmus. Zy
is tot de blijde ontdekking geraakt, dat in
haar sierlyk kopje hersens geplaatst zy'n. Speel,
droom, zing en dans in uw snipper-uren,
schoone vrouw der zuiderstranden, maak echter
van beuzelarijen niet langer het doel van het ern
stig menschen-leven. Het aantal Studeerende
vrouwen in Italiëneemt hand-over- hand toe. In
lüOO waren aan Italiaacsche Hoogescholen 250
vrouwen en meisjes ingeschreven, 1613 meisjes
bezochten gymnasia, 3900 doorliepen vak
scholen en inrichtingen voor uitgebreid onder
wys. Sedert 1897 hebben 257 vrouwen en
meisjes het staatsexamen afgelegd, te weten :
140 voor philologie, 37 voor phüosophie, 20
voor mathesis, 30 voor natuurkunde, 24 voor
medicijnen en 6 voor rechtsgeleerdheid. Van
deze 257 geleerde vrouwen maakt geen enkele
gebruik van haar titel en kennis, om te voor
zien in eigen levensonderhoud. Zy' behooren
allen tot de bevoorrechten ? die zich niet met
eigen bijltje een weg behoeven te hakken door
's levens kreupelhout.
In. de toekomst zullen deze getitelde vrouwen
veel meer de werkkracht en de bekwaamheden
harer behoeftige zusteren waardeeren, nu zij
by ervaring weten, wat werken is.
*»*
In de laatste tijden zy'n in Zweden de
landbouw-scholen voor vrouwen in aantal toege
nomen. Die onderwijsinrichtingen zyn aan
merkelijk verbeterd en voldoen tegenwoordig
aan de hooge en uiteenloopende eischen die
haar gesteld worden. De meest bekende dier
scholen zy'n in Riceberga by Oerebro, in
Earlshamm, in Ealmar, en in Malmsja.
De leerlingen kry'gen praktisch en theoretisch
onderwijs in alle werkzaamheden betreffende
den tuinbouw, in het conserveeren van groenten
en vruchten en het bereiden van vruchtensappen.
In de nieuw opgerichte school te Maluisja
pry'kt zelfs op het leerplan een nieuwe werk
zaamheid, namely'k landschap-schilderen.
***
Een fransch geneeskundige, Philippe Maréchal
verklaart une guerre a outrance aan het corset.
Hy' dringt aan op ingrypende maatregelen van
staatswege Geen kleinigheid. Edocb. met
een vuur en overtuiging, m gloed en kracht
niet onderdoende, voor wijlen zy'n landgenoot
Peter van Amiens, predikende de kruistochten,
?zweert hy' dood en verdelging aan het modern
foltertuig dat van de vrouw verzwakt de maag,
drukt de ingewanden, knelt er. verschuift
teere organen, ontsiert beur lichaam. Aan geen
enk>le vrouw beneden de dertig jaar, moet
men zulke een onding afltuwen. De rebellen
moeten bedreigd worden met geldboete en
een gevangenisstraf van drie maanden tot een
jaar. Ouders en voogden van onmondige meisjes,
die aangetroffen worden met een corset druk
kend haar teer, jonkvrouwely'k lijfje, moeten
gestraft wordgn met een geldboete van minstens
1000 francs!
Cher docteur! u meent het goed, maar u is
toch een vermakelijke Don Quichotte.
* *
*
.... >Und drinnen waltet die züchtige
Hausfrace" Met Schiller blyft de lllustration het
bedry'vig regelen en redderen in een ministers
huishouden huldigen, maar tevens breekt zy
een lans voor het feit, om die vrouwtjes die
zich achter de schermen zoo dapper bewegen
ook eens in het openbaar een complimentje
te maken en haar portretten der kykgrage
menigte te vertoonen. Waarom alleen onze
ministers afbeelden? Zy, die recepties,
gastmalen en festijnen regelen, dank zy het open
baar leven hunner echtgenooten, die dames,
die altyd klaar moeten staan om bazars te
organiseeren en weldadighaidsfeesten te pr
sideeren, moeten die als gebukt onder een
verfoeily'k schervengericht of kleingeestig veroor
deel, zich steeds aan de blikken van het groote
publiek onttrekken?
De lllustration heeft de stoute schoenen
aangetrokken en aan al de ministers vrouwen
haar portret verzocht om het te mogen
reproduceeren. De redactie heeft er alle eer van,
want, Ie plus gracieusement du monde,
hebben de dames het verzoek ingewilligd.
Op de allereerste bladay van het nummer
van 15 Juli j.l. prijken negen ministersvrouwen
ten getale van negen zegt het hoffeiylt
blad; gely'k de negen muzen, hoewel wy elf
ministers bezitten, helaas l onze departementen
van marine en koloniën, vertegenwoordigd door
de heeren Camille Pelletan en Gaston
Doumergue, bieden een beklagenswaardig feit van
inferioriteit ten opzichte der andere departe
menten omdat deze heeren ongehuwd zyn.
De mooiste van het negental is ongetwijfeld
me f rouw Rouvier, de echtgenoote van den
minister van finantiën.
Indien mevrouw Maruéjoals, echtgenoote van
den minister van publieke werken, geen
Francüiee waren, zou zy door de muzen- vergelyking
allicht ietwat py'nlyk zyn getroffen, maar
fransche vrouwen bezitten den tact van om ieder
compliment beminnelijk te lachen, een be
leefde vergelijking niet nader uit te-pluizen en
vleitaal aan te nemen als haar goed bekende
en liefelijk klinkende muziek.
Mevrouw Delcassé, vrouw van den minister
van buitenlandsche zaken, heeft een geestig
gezicht, een sarcastischen mond en een paar
door welwillendheid geteu perde spot oogen.
De vrouw van den premier Combes, is het
type vaa het goedhartig, vriendelyk dikkertje.
Ook mevrouw Trouillot (handel en
nyverheid) heeft iets zeer aantrekkelyks en wel
willende.
Mevrouw Mougeot (landbouw) heeft zich
fraai gedost en trtkteen gelegeiiheids- gezicht.
Het mooie mevrouwtje Rjuvier is ook »en
grande toilette", maar by°haar is dit gala de
passende omlijsting voor haar schoone vormen.
Mevrouw Vallé(Justitie) met hoog-opgetrok»
ken wenkbrauwen kykt een beetje verschrikt.
Mevrouw André(Oorlog) heeft zich ook heel
mooi gemaakt. Met den rechten, stroef-gesloten
mond maakt zy' den indruk zich zelf lai g Liet
voor-de-poes te vinden. Het modieus
kralengebengel op de bloote armen zon menigeen
kriebelachtig maken. Maar, phyaiquement
schynt zy niet tchatouilleuse" te zy'u.
Moralement sta ik er niet voor in.
Mevrouw Cnaumié(Openbaar Onderwys)
ly'kt wat pessimistisch getint.
CAPBICB.