De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 3 augustus pagina 8

3 augustus 1902 – pagina 8

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No.1310 in de eerste plaats voor de Koninklijke, die van 447 tot 474 stegen. De aandeelen MoearaEnim gingen van 102 tot 108 vooruit. Parlak avanceerde van 137 tot 150, de Russian van van 19"> tot 198 en de Sshibnj ff van 99 tot 103. Als deze vry algemeen1?, belangrijke ver betering gegrond ig op de meer versterkte verwachting van de samenwerking der Standard Ou groep met de R'issische, waardoor een weldadige invloed, tot verhooging van den petroleum-prijs kan aangewend worden, dan is er voorzeker een bijzondere gunstige toe stand voor de Intern. Rumeensche petroleummpij ontstaan. Hiervan getuigen de volgende productie- cyfera. Da productie dezer mpy bedroee gedurende : 1901. 1902 Jnli l 773 593 KG. Jan. l 459 446 KG. Ang. : l 416 298 Febr. l 288 121 Sept. 1328505 Maart 23G1392 03t. 1409.013 April 2817904 Nov. 1845459 Mei. 3252855 Dec. 1413919 Juni 36)2362 Bovendien deelde de directie mede: Stoomsonde No. 4 bereikte op 218 meter de olielaag roet eene aanvankelijke productie van 80.000 KG. per dag. Da Suriname-m py, die in de groep der mjjnb.m.py'en, zich den vorigen keer zoo gnnstig onderscheidde, door een vrooiijken sprong voorwaarts van 54 tot 82, retireerde deze week tot 75. De min. van kol. zou aan genoemde m.py een voorstel hebben gedaan tot overname van hare rechten en aanspraken tegen terugbetaling van de, door de m py werkely'k gedane uit gave. Hst regeeringsvoorstel zou in verband staan met de bedoeling om een tram aan te leggen naar het Lawagebied. De gedelegeerden tot vaststelling van het overname-bedrag zou den reeds aangewezen zijn. De aandeelhouders zijn inmiddels opgeroepen tot de buitengewone algemeane vergadering, die op Ziterdag 9 Augustus in 's Gravenhage zal ge.houden wor den. Mg' dunkt, dat toesehietelykheid van de zijde der aandeelhouders zeer gewenscht is. In den hoek der Yankee raus wai het niet zoo druk, als de laatste twee weken. De koers veranderingen zyp minder talrijk en minder groot. Hooger vind ik toch nog Akron, Illinois Central, I>xmgton en Eastern, FVancisco, Miss. Kans. TVxas en Ontario. Verschillende geruchten en berichten omtrent nieuwe com binaties en fusies verontrusten den kalmen geldbelegger, maar prikkelde de speculanten. Liefhebbers van New Orleans Rülways Gompany, vergeet niet de waarschu v ei de Groenewoorden van de vorige week. 'k Hoor den lezer my monopelend toevoegend: «Weet ge dan riet, "dat reeds een haif jaarüjksch divi dend van 2 pCt. is geannonceerd". Ik antwoord kalm : Dat weet ik wel, maar 'k weet niet of het werkelijk verdiend is en dat weet ook gÜniet. Bovendien doe ik in 't algemeen opmerken, dat de tegenwoordige koereen van vele cammon-aacdeeler, naar de kans op dividend, veel te hoog is. Wederom maak ik met ingenomenheid mel ding van het verschijnen van het fi '.ancien! adresboek voor Nederland. Ds uitgever J. H. de Baefy heeft den rijken inhoud, voor den 7den jaargang, vermeerderd met de mededeeling van den minister van justitie over het aanvragen van de koninklyke bewilliging op ontwerp-acten tot oprichting van naatailooze ver nootschappen. Die vennootschappen worden tegenwoordig bij tientallen tegelijk opgericht. A'dam, Mirnixstraat 409 Bussum, .Bjrneo" D. STIGTER. HtTSJES Ee'niwee. Schetfje naar het Ilaliaansch. Mevrouw Rovereds, riep de huisknecht, de salondenr openend en achteruitwyke'-cl om mij voorby' te la'en gam. Dadely'k zochten myn oogen mijn vriendin. Ei nog voor dat ik het tengere, in een fauteuil bijna geheel wegge zonken en door kussens ondersteund» figuur je in den versten hoek der kamer gewaar werd, wees de klank van haar stem, my in het schemerdonker den weg. Dag, Alriana. Een o zoo vermoeid, dag Adriana,dat een overprikkeld zenuwgestel verried. Dag, beste, hos gaat het ? uitstekend, maar in den klank van die Btem beduilde het erger dan ooit. Ga zitten. En zy schudds de donzen kussentjes op den dichtst bijstaanden divan op, om my een ge in ikkelijk plaatsje te bezorgen. Slecht weer vandaag. Vreeselijk. Een stilte. Het theewater in den hoek niischte zacht en eentonig. Waar was J3 mee bez'g ? Zit je te lezen ? Neen, ik zat te denken. . . Toen, ra een poof-je: Ik dacht na over een groot kwaad, dat ik misfchien In b gedawi. E^n groot kwaad ? Jij ? Ik lachte. Mijn vriendin was e;n klein, wonderlijk schepseltje; want weinigen konden het geheim doorgronden van die groote gryze oogen, nu weer weenend om denkbeeldig leed, dan wesr blij lachend om niet bestaande vreugde, 'door haar gedroomd in een mooien droom. Een groot ktaad, een groot k-ffaad, her haalde zij half in zichzelf. Kom, laat eens hooren. Ea zy, .et drift.: Adriaia, geloof je niet, dat wij rijken, zelfs al probeeren wy goed te doen, au fond niet meer d >en dan gevolg geven aan eea heimelyken drang van egoïsme ? En i k, meer dan eenig ander. Hier kwam ik tegen op. Ik wist immers van zooveel nooden, door haar gelenigd, zooveel honger, door haar gestild. En ik zei haar dit. _ Ji, ja, toch wel. Wij allemaal, jij ook. Ja zeker, we geven brood aan degenen, die hanger hebben. Maar weet je waarom? Omdat het zien vaa zooveel ellende OM hindert en drukt. Als die ellende niet zichtbaar voor ons was, zouden we er niets voor doen. 'k Herken je paradoxen weer, zei ik. Ze was opgekomen en dicht bij mij komen zitten. Ongeduldig vervolgde zy : Zeker, 't is zooals ik zeg ! En toen, die oogen vol gedachten op my vestigend : Adriana, heb je nooit die vreemde gewaarwording gehad van een van je eigen kleine verdrietelijkheidjes, die je zelf heel aardig vindt te vergelijken met het eindelcoie leed van de massa, en net daarby' te zien worden tot een druppe'tje raast de groote wereldzee. Daaraan lijd ik EU, Ik lachte opnieuw. 'k Geloof, beste, dat jou hart te klein is voor al wat je voelt. Wij zwegen. Toen, opeens, begon zij te ver tellen. Luister. Herinner js je dat meisje, dat ik een maand geleden bij me in dienst nam ? 'k Schudde ontkennend het hoofd. O.neen je was niet hier. Je was in Pary's. Welnu, op een middag, 'k was juist op het punt uit te gaan, bracht de knecht my een briefja. 'k Zag dadelyk, aan de hand, dat het een van die gewone bedelbrieven was, die we tegenwoordig door lezen, niet alleen zonder er door getroffen te worde", maar zelfs zonder dat de reteekenis van de woorden tot ons doordringt, zoo zijn we er aan gewend. De moeder ziek, de vader dood, de broer zonder werk, de kinderen uit gehonderd. Wie heeft ze niet ontvangen, dergelyke epistels, die gelukkig l dikwijls gelogen zyn. En zonder zelfs den brief te openen, wierp ik hem op de schryftafel en schoof myn hand schoenen verder aan. Mevrouw, zei de knecht, de vrouw, die den brief gebracht heeft, wacht in de gang op antwoord. Wat moet ik zeggen ? Dit ik mijn vas'e armsn heb, waarvoor ik zorg. Maar toen hy' zich omkeerde, om weg te gaan, geraakte ik plotseling in tweestrijd. Ik opende den brief en las hem vluchtig door. Wacht, zei ik, ik kom ... Ia ds gang, ja weet dat er, als alle deuren toe zyn, o»er dag zelfs bijna duisternis heerscht, stond de donkere, onbewegelijke gedaante van een jonge vrouw. En ik, haar op heftigen toon aanvallende : Ik geloof geen woord vaa wat er ia dien brief staït. A!s ik al die brieven moest gelooven, zou ik tot de conclusie komen, dat er in heel R>me niets dan ontaarde vaders en zieke moeders en verlaten kinderen zijn . .. Ik wachtte. De gedaante verroerde zich niet. Heb je me begrepen ? Ja, mevrouw. Een van myn handschoenen viel. Da gedaante buk'e, rsapte hem op en gaf hem aan. Ga nu maar heen. Een duistere fi kkering van wanhoop in die oogen. En haar handen tastten raar de deur. Toen hoorde ik een doffe stem zeggen : Maar, wat er in dien brief staat, is toch waar. Er trilde een klank van waarheid door die woorden heen Kom eens hier, zei ik. De ge daante volgde mij tot op de plek, wa'>r een heldere lichtstraal doereen nu geopende kamer deur viel. En ik onderscheidde het magere i gezichtje van een arrobloedig kind-meisje. Hoe oud hen je ? Achttien jasr. En waarom werk je niet ? Wat heb je tot nu toe gedaan ? In een steenfabriek had ze gewerkt. Maar het altijd inademen van onzuiverheden en s of, het voortdurend tomn van te zware lasten hadden haar een hardnekk'gen hoest en pijn op de borst bezorgd. Ia het ziekenhuis was ze echter weer zoo wat hersteld. Na had ze het weer verlaten, na een ziekte van zes msanden, een dier ziekten, die zich niet g ed laten omschry-en, en die langzaam, langzaam, de lichamen van zulke j irge, zwoegende schep selrj^s bianenslirpen en otd'rmr.cen als een langzaam werkenïvergif. IQ dien tusi-chentijl was haar plaa's in de fabriek door een ander injenoasen. En bovendien, mompelde ze, 'k zou er toch tiet sterk genoeg m^er voor zijn. . Maar vadf.r hïd tot nu toe geleefd van wat ik ver diende ... ei nu ik niets meer meebracht mis handelde hij me van den morgen tot den avond . .. Daaroai ben ik weggeloopen. En hoe Iref js dar, nu? Ze haalde de schouders op Och,.. zoo maar. En een vreemden, somberen glosd z.',g ik diep in die oogen, of verbeeldde ik my er te zien. Zoo nnar ? Hoe, zoo maa; ? vroeg ik verwijtend. Ach, i iets, mompelde zij. En zy Uchte met dien bloedeloozen mond. Een onbestemd gsvoel van medelyden kwam plotseling in mij o;>, een eindelooze sympathie, een vaag verlangen dat gelaat wee.r te z'en opbloeien, er een anderen lach op te zien dan dezen, die een droeve irorie was in mijn oog en slechts dienen moest om haar innerly'ke wanhoop te verbergen. Luister, 7,?i ik, ik heb iemand nooiüg Voor het grovere werk. Wil je blijven ? Ik weet niet wie J3 bent, maar dat is niets. l zal naar niets vragen, 'k Behoef geen getuigen te hebben. Ik ge;f ja dit groote bewijs van vertrouwen. Toon me dat ja het waardig bent. Ik wil j o ui*- je tegenwoordige omgeving ruk ken, je redden en een fatsoenlijk meisje van je maken. O Alr'a-ia, vervolgd? mijn vriendin, zich zelf in de rede vallende, begreep ik toen wel wat ik op mij nam ? Begreep ik op dit, oogenblik wel dat dit ('éne mei-j ?, de v-, rtegeawoordigs'.er \vas vaa dat ontzaglijke aaval bekla genswaardige lotgenooten, die worstelen, en lijden, en om hulp roepen, en ondergaai ? Ka nog voor ik bad uitgesproken voelde ik haar lippen zich onstuini g op mijn hand drukken. Kn toen ? vrotg ik, daar mijn vriendin ophield. Ei co3ii ? Z-; b'eef. Ik gaf haa>' een vol ledig stel klceren, want zs had ; ist me «r dari het hoo^noodig.j aai het lijf.. Ik bracht haar in een kamer^, waar do zon vrijelijk d.ior da ramen stroomf, en waar een frisch bed on r.e'te mc-ubeltj >s klaar stonden. En bij alles wat ik haar Hat ,-,icn voelde ik weer ba%r Lppen op raiju haiid. Zij schaei. gelukkig Ik fprak baar hrwast ze'den. iliar ik zag haar dikwijls c . telker.s als ik ha ir i i de ^a gen ontmoette wisselden wij een veelbetekenend lachje, als van twee medeplichtigen, <iiu in een gemeenschappelijk complot zijn. En om ors heen altijl het boosaardige g( tl lista^ van de andere dienstbod;n, d:e tiaar verafschuwden. Want ij voelden w.'l da' h-1 arm» scli 'psel hun gelijke niet was, maar beu orde tot eon ander ras, waarvan zij in niy:i def:ig huis, de «enigste vertegenwoordiger vv-is. Zij stoni geheel alleen, zij was het we/i :ii, de le<e de incan at:e van een idee. Ei wezenlijk, op dezslf.ie m.,nier als het geruiïch va i een fijn waterslraaltje ons het onstuimig gswld van oen machtigen !>ergstroom te bivne.i kan brengen, zoo h-ordu ik, door h'?t schu.ve s'fniüutjüvan bet meisje heen, steeds het dro gor.de geroep var. het naar gcrech'igheiil iloist-nde volk. En mij kwam bet voor fUt ais icdor nïijrt voorb 'el;l volü'le en de deuren cp^r.dn, ilio or.fi wereldse h COÏTUS ge sloten wil hou'i-r. beu sociale probleem tot een oplossing zou komen. Op eon dag. orueveer een maa b! r.a haar komst, vroeg zij verlof een uur uit te mogen j gaan. Ik s*ov.A hot baar tos. Z.; kwaru niet voor laat in den avond thuis. E\ to^a ik haar hier o?e- o-o>rhlelii, verontschuldig Ie zij z:ch | op Si;huch;eren toon, en mat neergeslagen oogeti, die toen zy ze opsloeg, weer zoo vreemd glinsterden. Praat met haar" praat met haar, zei een stem in myn binnenste. Maar ik moest uit, ik had haast. En ik ging heen zonder verder eea woord te spreken. Dan daarop vol genden morgen vertelde men mij dat men haar 's nachts in haar kamertj s onafgebroken had hooren snikken. E d met een irenisch lachja maakte men er de opoierking by', dat ze zeker te veel gegeten had Toen ik haar za?, vrosg ik er haar naar. Heb je j; van nacht niet wel gevoeld? Ik las mijn courant terwijl ik haar die vraag deed en luisterde ternauwernood naar het antwoord. Ik had pijn op de maag. Z;ch ziek gegeten dus, dacht ik glim lachend En, de oogen nog sltyd op mijn courant gevestigd hebbende, zei ik: E!vira, eet toch niet te veel. Je bent er nog niet aan gewend, vergeet dit nitt. O Adriana, waarom heb ik haar op dat oogenblik niet in de oogen gezien ? Eet niet te veel. Dit is het eenige, dat ik wist te z-ggen, dat ik gezegd heb tot een ziel, die m'sachien uit irija mond het reddingswoord vrwachtte. Een uur later zocht ik haar, om haar eenige orders te geven. Ik von.l haar niet. Z? was weg. Weg ? riep ik uit. Weg ? Waarheen ? Mijn vriendin haalde de schouders op en maakte een vaag, veelzeggend handgebaar. Natuurlijk heeft ze het noodige meege nomen ? vroeg ik, bijna zegevierend, zoo een voudig vond ik de opmerking. Niets, geen speld. En aan het hoofdeinde van haar bed, hing aan den muur een plaa'je van de Madonna, di» zij dien nacht misschitn vergeefs had aangeroepen. Ik beken het: ik was teleurgesteld. De logica in dit verhaal ontbrak. Waardoor haar te vervangen ? Das te beter, zei ik geïritfserd, omdat ik niefs anders te z'ggen had. En mijn vriendin, die in haw geheele leven nooit logisch is ge weest, zeide: - Neen, des te erger, op een toon, die mij veibaasi deed staan. Ja, vervolg ie zij, om lat het feit op zich zelf veel treuriger is en veel, veel meer te denken geeft. Ze is weggegaan. De ladder, die ik haar geleidelijk had willen laten opklimmen, is zij met verdubbeide vaart weer afgegleden en misschien rog dit per gezonken dan eerst. Want nu zal zij vervolgd worden door de herinne ring aan een welvaart, die ze niet beeft hunnen behouden, en zal ze er op uit zijn die herinne ring te verdrijven. En waarom, waarom vraag je. Omdat het heimwee naar het kwaad in haar sterker was dan iets anders. Omdat ik baar goede kiecren had gpgeven, en goed voedsel en goede huisvesting maar niets om baar geest rp te beu-en en te versterken. En wat geeft materieele welvaart, waaneer de geest nog niet, ry'p is? Omdat ik juist heb gedaan a's zoo-eel andere rijken, die schijnen te gelooven dat het voldoende is cm de materieole ellende te !ei igen en met de rest bun h-:ofd niet breken. O, a!s ik bedenk dat ze in dat nachtelijk uur mis schien om hu'p heeft gesmeekt en ik er niet naar geluisterd heb ! Door al'es heen ho.-r ik ru dat hulpgeroep van de armen, ris won elen in bun moreele ellende, waar men zoo weinig aan denkt ! Begrijp jt nu waarom ik misschien een groot kwav:d heb gsdaan ? Ik begreep het. En vo T de eerste maal in mijn leven begreep ik ook dat, waar do logica ontbreekt, de facu t':ir baar soms vervangt. De lakei oper.tb do deur en noemde een naam. En hst volgende oogenblik k'vasn, als een fri-sche lentewind, die plotselirg door het huis wo°i, de mooie, jonge Hora B.-ipj, met de h 1-Jcre cogen en het fri-tche mor rij-, h.it vertrek binnen. Heb je 't al gehoord ? Het schandaal van den dag ? Neen. Vertel eens gauw. Wat is er gebeurd ? En om beter te kunnen luisteren, deden wy haar tusschen ons in plaits nemen. Z )0 sloot zich. plotseling, de deur die zich een oogenülik geopend had voor de troostelooze oneindigheid van de wereld, die lij it. En zonder inspanning, met de elasticiteit, die ds gewoonte geeft, werden mija vriendin en ik wter kleingeestig en banaal, om beter de ellende te kunnen verstaan van de wtreil, die zich vermaakt. Ons Gelteh l! op m mooist, Ja, dit is toch wel ind»rJaad de mooi.-te tyd, deze, r u de rogge valt en een deel der vtlilen nog de vollfl gele zeeën vartoonen, die weelderig golven in den zomerwind. Wat r u 'c landheer ijk buis z eb b >ven d-, zachtwitte boskweitakkers en de grij-blauwe spurrie en haver/elden onvergelijkelijk mo;i voordoef teg^n den donkeren achtergrond van zijn hoog ge boomte, en zie, boe de glooiende ht-uveliyn r,u heerlijk omspant hrt onaf^icn a-e wij:io vak, w*ar op <lühellingen de gradeuse l chtnaa-se eri witte aar.laypelolüesenjs een liefelijk geklturd dek hebben ge>preid. In de verte, dicht tegen de heuvel?, waar over bij 't afwisselend spel van on en wolken z vare schaduwen fi'ü'ïa"; smelten ds tinten ineen tot een grijii.5 wias, waarin het (Og sicc'ats bij scherp toezien haver en boakweit ondaricu-rid', terwijl het r.air de ro,.g-ïzica den we J gevezen ziet fioor ds schoweii, als kleiue pyram'.don omgezet f p de Etopp"lakkcrs. i)c menscheu hub'i-.n \ vandaag naar hun zin bij den arbeid var. hot rcggezKhtsn en bij 'c binden cU'r gevallen halmen. Hier is or.afgeb:okcn zonneschijn nut juist, wt-lko^i bij het werk, en als go met hen praat en u \ gebruik vin da zicht uut het ir, s;:tierpen !,ock b'< fcrumde handvat iaat verk!ara;i, komen er plastische aa-:dutlingen van WA*'aan hen de zon verricht, z » zij fel van d in hemel brandt. In de ie boelu zomcr.iagan is het werken op dsn roggeakker hun een genot, on vol ambit.H toont men mij bet arheid-nua'-eriaal, den str knaak o a., h.t practiïch instrument met langs, dunne, iUuwgtfbogen y'zoren pus,t, waarmee de door da zicht gasnedei. rogge ; ijeen wordt ge.-c'aoven tot het hoopje, dat door raj'p i ha-i-ien met halaien lot eon bundel z».l worden s 'a u,;ebo:,'don. Oude vrouwtjes gaan w^er jonn< /ic.h vue! -n by dit werk in do cp-.n lucht en oen van haar virtoli?, hoo z; i!o .r ba-,r dochter i.aar het lanl Wüs getu'acbt, oui'lar, ?>.", bijna bil: d, zich nooit alleen meer buitan \yaa:;d.>. Maar a:s ik cenuc^al hier bö:\ weet ik den weg wal tus-chtin da rogg.", zei zs, en straks balen da kiinl-iren mij; 't is hnn eerste vacintii'dag." Wat straal ie hof rirrprig p'pf<r;;p:jcirJ3sg«zlclitj3 blij en Iroiscï, :-:a was «H iierleeid bij wii.d en zon, en al- ors (l -ido/sch land schap w,v, /.ij v ar. d-, a £ wel op h-nr allermooist. Z:e, ginder worden de golven van de wijle areüzee Yerl)ri>ksn d.i >r can donkere lijn, die ttatig vonrtschuift tu..^c''!:-n (ie habueu en war.ner ti:.t gc;-fï:\.i" de blc.ri.lo ine?nsm-l. tende kleuren, 't I > da bruine ru£ van een paard voor den ploeg en de man er achter lykt het kleine bootj», achter 't grooter schip goedmoedig voortgetrokken. Die beide, man en paard, ze zijn daar bezig, 't stoppelland, van waar de rog is weggehaald^ door 't ond'rploegen van de storp h op nieuwe oogsten voor te bereiden, en als Sïptembsr en October 't eikenhabhout van den hemelraad in vlammen zullen zetten, ligt het mooie hsldergroene tapijt van 't ki.ollenland al op diezelfde glooiende plaats bekoorlyk uit gespreid. Het eikenhakhout is in deze laatste Julidagen. ryk en afwisselend van kleur; zooveel jong gebladerte heeft zich aan de takken ont wikkeld, dat ge groen in allerlei nuances er aan vindt, en naar het bruine, 't roode zelfs, gaan heele groepen der gevoelige, jonge blaadjes over. Zoo vormt zich een passende voorgrond voor de donkere dennen, die van de statige boogie hunner grijze, met droog hard kors-tmos beschubde stammen neerzien op het wijde land, waar de metsenen zich de groeikracht van de moederaaTde wijselijk ten nutte hebben gemaakt. Zy', vasrgeworteld in hun za> dbed, heel met grint doorschoten, zij weten wel, hoezeer dat pleit voor den men ch en zijn werklust; hoe al die oogsten motsten afgebedeld wor.ien mst de gift van wat onza arme achterhoeksche grond aan stoffen, die de planten noodig heb ban, te kort kwam. E-i met een zekeren trots zien berk en den en eik minachtend neer op 't kleine volk van 'arwe en rogge, boekwe-it, f ardappels en ppurrie. Die hebben niet, als zij, aan zichzelven genosg, en aan wat zonder mentchentusscherkomst de aarde te gpveu heeft; hun moet allerlei extra's worden gebracht; in zeer, zeer leelijken vorm soms moet dat worden aangevoerd, en ja, ; u het tegenwoordig in den mrer g'nietbaren staat van rein wit poeder wordt geboden, nu kan men er wel minder t"gen hebben, maiir toch... en in heerlijke zelfgenoegzaamheid rekt de berk d: slar.-ke leden en wuift, dcor zachte n zomerwind bewogen, sierlijk de dennebroon ; zij h.bben geen m -nschenhu'p noodig ; sterk voelen zij zich en krachtig, gelukkig met wat moeder natuur hun schonk aan licht en lucht en sober voedsel. Ea ze z'en onhoo?, waar rarke wolken Echeefjea drijven in een z?e van blauw en waar ze 's avords maan en sterren zi'-n tchiUcren, zoo ver en hoog en ZTO orathnnkelijk van mer.fcher hulp, zoo vrij en frank en hoven menBcbenoordeei, menschenkleinheid verheven. Aan wo'ken en san sterren voi-len den en berk zkh verwart, als zij opstrcvnn naar omhoog, naar de volle vrije ontplooiing van al hun brachten en vermogens r m gfen andere reden dan om 't genot van te groeien en zich deel te weten \ai htt imaier werken ie en geen stilstand kenrer.de natmirleven. In wat met menschsr hulp tic ro>rgehalra v?rr'cbt, als hij zijn korrel;. rijp?n duet, valt moge ijk meer te prijzen ; voedzaam graan won;t niet van dennenbruinen en van berker.loof geoogst, maar stoni<d;n zonnestralen ooit zn.o blij d or 'i korenveld, als zij het doen door neer te glippen tu3Ech°n naahdenrijke takken op dan met s'.erremos in kleir.e, heldere 'ap^tjis belegden bisch^rond ? G:en voölzaam graan mogen za leveren, reen, maar schoonheidiwelda lei gieten dennen over ors uit en dan, waf zoudsn eekhoom:j^s en spechten, wat zouden kruMiek en k'auwier ors uitlachen, ui'fltiten ieder raar hun aard, als w' ons verbeeldden, dat zoo'n spichtig graar.kor/eltje kon halen bij haf piMig, oiierijke /aR''je van t.en fiVfc'ien denreke^el! Mooi gczeid, lacht de bo«r, maar 'k heb toch liever rijke akkerj dan uw djnne joóch e-n hei. En 't Giliersch land chap denkt aan beide. en 't zet de roo Igerlaakte boerenhuizen en ds grijze schuren tus?chc,n eiken en denrcn neer, dat nauw de kleuren door het groen gich bunren ken'aa- manen ; 'r p'aitut op de heuvels zware dennen en legt glooiende eikenhakhoutbotchjes aan hu i voet; 't spreidt over de lagtre hellin gen golvende gole graanzecën en rose en wit gemarmf rde boekweittapijtei. raast met bloemen doorfpikkelde lichtgroene aarr"/ppelk!eeden. Wij mji:sch?n zeggen, dat het goed ia zoo, o hee', heel goed ! Lochum, '28 J Ji. F. J. VAN UILDRIKS Hut L g ;T des Heils. E- bestaat by het L ?w-r des Heils een plan tot stichting van een »Tahuis voor Ontslagen (i 'vargenen'' en usan hoopt in het begin der volgende maand een aan> ang te kunnen maken mst het bouwen. Zooals reeds in D- Strijdkreet, het rfii ;ieel orguan van htt Ij«ger des II.jils, va'. '28 Juni 1,1. werd medegedeeld, zal d't Tehuis worden op gericht in (ie landkulonie, die gelegan is hij Hirreveld, in ds gemeente Lunteren, waar dan ook zuilen ir gericht worden wi-rkplaatsfcp voor verschillende vaklieden, zooals timmerlieden. schilder*, smaden, mandenmakers en dergelijke. Het nu gevormde plan zal het L. d. II. in staat ttellen behalve de personen, die thavs reeds op d-; koloni-3 zij*1, en waarvan bt-t mfnrendeel in bocrer.arbeid b:'zig is, nog dertig iran op ts nemen ; zooveel mog«Mjk zullen zij trachten die plaatsen te doen innamen door Oütf-lagen gcvargp.r.en. Een van >ie grootste rr.oeielijkheden, die den gewezen gevargere 'rij zyn ontslag onderbindt, H dat hij oan zoo te zorgen gebrandmerkt is door zij", verbüjf i", ds gevangenis, tl was dit voor nog zoo korten tijd. Dit wa- dan o;>k een van de voorr.aa~ste redenen, /a3ro:n begoten werd het op te richten «Tehuis voor OM^b'sre!' G >vargenen" te verbin den aar. c!o Jandkoionio. 'iar de in een afzon der! \jk Tehuis opgero-neren toch bij voort during ais c x gevangenen zouden bekend slaan. Ook is rr | lan een phatdirgt-bureau op to richten in vevband me.t do maatfcchappelijka inrichtingen van hot L d. H., ten einde zulke personen weder e;n plaati-j ? in de maatsahappy' te doen innemen, die eeni^en tijd onder de hoede en invloed van h?t L d. II zijn geweest, en blyk hebhen gegeven esn ander en. heter leven te .willen beginnen, en daarton dn;r dehocf len onzer inrichtinsten kunnen aanbevolen worden. D,iar er van het voor deze stichtingen benoodigde kapitaal van / 15 000 nog niet de helft ai'n de aüchtin» Hst L'ger dos Heils is verze kerd, wordt tlit»T-hnis -.00-Ontslagen G^vangenen" o;:der de p.andacht van de lit'fdadigen hier te lande gebracht. Gaarne zal desgewenscht verdere inlichtin gen verstrekken de kommandant van het Legerdes Heils, M. Cosandfy. MiiHuiiiHimumiHtiiimHimimmmiiHiiimtmiliHlKinunKiiiii <zond ban. Het Z.-A, Aan den heer Hielde Nvjland te Dordrei ht E<?n kort wer'e'woo-d. Werkelijk, ik heb alle waardoering voor hetgeen u in zookor'en tijd heeft tot ftand gebracht, Ik heb de ver zameling in het Z.-A. Museum zeer belangrijk geheeten, en waar ik aanmerkingen maakte. deed ik dit in het belang der zaak. Dat ik in anderen zia schreef dan alle bladen, was alleen omdat, ia de zeer uitgebreide dagbladartike len, een opsomming geen waarde meer had en ik wilde aantoonen dat, nu het Mus?um er is. dank zy uw arbeid, er voor de nitbreidirg der collectie diende te worden gezorgd. Op welke wyze dit m i. zou kunnen geschieder. heb ik uiteengezet. Heeft u een ander en ge schikter plan, zooveel te beter. Dat na het versebynen van mijn artikel het eerezwaard voor generaal Chr. de Wot ver dwenen is, zult u in gemoede niet indirect aan my' kunnen wijten ; doch wel aan de oor zaak door mij geroemd. Ieder betreurt hc-t natuurlijk dat de kas van het Z.-A Museum den bodem toont; doch tegenover degenen die schenkingen hebben gelaan of stukken in bruikleen hebben afgestaan, kan dit argument rdet gelden. Die perser en hebben recht te vorderen dat voor hun gaven en eigendommen goed wordt gezorgd Zonder nauwlettende bewaking van de verzamelirg zullen ook ande ren huiverig worden hun Afrikaan c'ie merk waardigheden af te slaan. D;t zult u m|j toe geven. Waarom ik zelf van hetgeen ik geschreven heb niets aan het Museum afstond 'l Oxdat., waar de ir.zendirg dier geschriften dcor een ander een zuivere aarvullirg van de verzimelirg zou zyn, de inzending door den pchnjver zelf kan worden toegeschreven aan de zucht naar persoonlijke reclame of aan overschatting van eigen wei k. ROMFEL. tilm. Den Haag-, 25 Juli 1902. GcacJtte heer Redacteur. Ii verschillende recensies over mijn bo^k ?Leliare ' wordt n-ij, raar aanleiding van my'n »Voorwooiu", het verwijt geiuaikt, als zou ik daarmede een «ach'.erdeur'JH" hebben open gehouden, om niet verartwoordelyk te worden gesteld voer de corsfq'iei tifs der dcor ds persoren uit dat botk Elias er, Paulus geuite meenirgen. Ik had particuliere redenen om dit voor woord te schrijver, maar nu rr.en dit 766 wantrouwig interpreteert, parzel ik r.iet, bij dezen te verklaren, dat de bedoelde be:chouwingen en meenirgen voor het grootste gadeelte ock wel Iegelijk da trijr.e zijn. Ik dos dit in uw Weekblad, omdat np deze wyze mijne verklaring onder een zoo groot mozely'k aantal van myne lf zors zal komen. IJ dai berde voor de verleende plaatsruimte^ hoogachtend, Uw dw., HEKRI Bon EL. Vogelwet, Arnhem, 20 Juli 1902. Geachte Redactie, Beleefd verzoek ik u het navolgende in uwblad op te nemen, waarvoor ik u bij vooibaat dank zeg. Ik wilde de bevoegde autoriteiten eer s attent maken op de schromelijke vervolging waaraan orze zargrogels hier, gilfs in den broedtijd, bloot staan. Is het geen schande dat gedurende de 2 Isatste weken in een der grootste restaurants van Arnhem gebraden ly&'ers te verkrijgen waren ii 50 cents per stuk ? Vermoedelijk ?al het ze'fie wel ia Amsterdam en den Haag opgemerkt zy'n en kan ik mij dan ook bt?st voorstellen dat men voortdurend in buitenlandeche bladen klaagt dat Nederland Let groote moordtooceel is der Europeeschs trek vogels welke, dank zij i3e slechte wetgevirg op dit gebied, hot geheele jaar door gevai gen worden. De Eölnirche Zeitung vroeg onlargs nog of het geen. tyd werd dat de Duitsche K'jgeering zich eens met deze zaak gir:g be moeien Ook wij Nederlanders verlangen dringer.d naar eer ilii.ke vogelwt-t. Hoogachtend, Uw dr., W. DE BEAUFORT. Een argnment, flat steek Als een luitenant bevorderd wordt tot kapitein, moeten zijn gewezen collega's bevelen van hem afwachten; wordt een employébij de posteryen aangesteld tct directeur van een kantoor, cV.n moeten zyn gewezen collega's doen wat hij gebiedt ; wordt bij een der iriniBteries een beambte tot boogeren rang bevorderd, dun moeten zijn gewezen collega's hem gehocrzame-.- ; wordt aan eene II B. S. eep leeraar tot directeur benoemd, of wordt een directeur inspecteur M. O , dan is hij gesteld over zyr.e vroegere collega's; woidt een agent van politie verhoogd tot brigadier, dan moet hij nagaan of, zijn vorige collega's hun plicht doen, erz. Al deze dingen zijn altijd zoo geweest r n niemand dan misschien een enkele j iloBrscba, heeft er zich ooit aan gestooten. Moeten daarentegen in A-nsterdam inspecteurs by het Jngp.r onderwys worden benonnd, dan boi&t zdfs van alle solliciteerer.de hotfien van scholen geen enkele op de voordracht ; wart, let wel! 't is de Wethouder van het Or derwijs die 't zfgt, want het is niet goed di t hoefden van scholen gecontroleerd worden door hum e vroegere collega's. De lagere onderwijzers schijnen dus een apart soorten menschen te zijn. F. B.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl