De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 10 augustus pagina 4

10 augustus 1902 – pagina 4

Dit is een ingescande tekst.

DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. No. 1311 op een luidruchtig klaagveuzeken, als moeder hem scheef bekeek, om wille van Vtoomnieken'g rok, en hem onder 't klappen ?Mt Den-Djuze, twee (linken gaf met hare Mtte hand. Vtktoorken toonde een groen. ~ akkestoeltje, dat hy met biezen gevlochten ", en stootte zyn broeders en riep dat hu alleene gemaakt had. Ei Filmeene, de wiste zuster, zei blozend goeiendag en gaf iPetrnsken, 't kleinste van 't gebroed, aan «toeder over." En over beesten: «De katte kwam met een hoogen rugge rond 4e pikkels draaien en streek zacht streelend, ?ure ooren omlaag Ze keek vragend op naar Den-Djuze, deed stille haren staart pluimwormig overentwere gaan en, pal staande, hief «pits hare ooren weer recht. Trage loerde xjj naar de papteele, bukte zich achterwaarts ? «n sprong. Zg likte eerst de melkplacjes weg, <iie op de tafel aardige, langarmige beelden ieekenden, schoof de hinderende broodmyzelingen op zyd«, richtte zich en kwam over d a «?re van den kom kyken. Haar zoete pootje Ingon bevende en schuddende te wroeten om 4fo zy'pelende roggebeetjes in 't bereik te '?lenjen, tot ze, verder dringend en zy'lings timkend, te hafljve in de teele stond en «jgelmatig aan 't slokken girg; maar ha! r ftcppek-n dook telkens angstig op, als DenX)j4iie zijne kloppers verschoof of den rooster ?deed ratelen." 'Zulke staaltjes van frisch en natuurlijk *«ljrit liggen voor 't gry'pen in dien ei genaardigen bundel, en daarom is het m. i. zoo 'fMamer dat Teirlinck zjjn eenvoudige verJttultjes niet tot het einde in den trant ge houden heeft, en nu en dan heel onverwacht in duister tymbolisme en melodramatische iantasmagorie vervalt. Waarom al die zware, ongemotiveerde gevoelens en gebeurtenissen in die eenvoudige, gezonde levens ? Waarom «lat vage tobben van Den-Djuze, afwisselend «iet even ongemotiveerde woede buien, als hy, 4och zeer naar zg'n zin, met een mooie jonge meid gaat hertrouwen ? Waarom vooral «ga algemeene levensbeuheid op het oogenyblik dat hjj een nieuw geluk te gemoet gaat? ?'Uit rouw om Zseneken, zyn eerste vrouw? - 3)an had het duidelijker gezegd en gemotiveerd ? Moeten worden. Er is zooveel goede rust, ?? natuur en eenvond in die verhalen, dat elke - fcevige psychologische verwikkeling er de zachte ? «n gezonde harmonie van stoort. Het fantasmagorische laat ik nog daar. Ia een vizie als de volgende is de verbeeldingskracht van een j Bosch of een Brneghel: tS.ilaan geraakte de lucht aan 't leven. ? Zonderlinge d.eren vlogen over en weer. ? Kalkoenen met menschenhanden zaten aan 't '-Treester te kaarten en drie ernstige ooievaars zagen door, groote brilglazen het spel na. Kin'derkoppen liepen op hennepooten de kamer door en speelden piepken- duik achter de denre van 't schotelhuis. Ei dwergen met «nonsterachtige oogen draafden op razende .katten, in dolle vaart. Kony'nen wandelden, al >3eiend in dikke boeken, rond het vuur en «etten zich te rooken in den hoek der schouw. = Een oud pee'j e stond by de drasse eigenaar dige teekeningen te maken op zycen naakten oronden buik en lachte by zich zelven zeer Aeimely'k, als schreef hy' daar een groote leute ?«p. 't .K'ioelde overal va s beesten. Op het kasthorloge zat een geraamte zy'n beenderen ..te tellen". ''Maar waarom een eenvoudige boereman laten voelen >'t onmetelijk bestaan van alle dingen in een nat blaarken ?" ?Hy had zoo altyd een blaarken gevonden ??? als by onder 't populierken stond, een uitste kend wapperend blaarken dat hem by'kans de «ea wigheid wees ..." *? De tai l van Herman Teirlinck lykt ook heel aterk op die van Streuvels. En 't blyft nog steeds een moeielyk uit te maken zaak, welke tul dat eigenlyk is. Vlaamsen ? Ja, zeker. ?JSn toch geen Vlaamsen zooals het daar ter streek gesproken wordt. Vlaamsen vooral door vele eigenaardige woorden en uitdrukkingen, die zelfs voor roy, geboren Vlaming, niet altyd begrype)y'k zy'n. Welke beteekenis beeft b.v. kat woord eendlyk dat, en Streuvels, en Teirlinck voortdurend gebruiken ? In Streuvels lees ik van v een vrouw met een >eendlyke borst", en enkele bladzijden verder van een »aendlyke man" en «en «eendlyke weg." Teirlinck spreekt van een ? aeendlyk sterreken", van een «eendlyk popu lierken", van een «eendlyk were", van «eendlyk gebom der klokken". Is dat woord dan op alles toepasselijk ? Ik meen dat enkele toelichtende nota's, hier en daar, niet alleen voor het Hollacdscb, maar ook voor het gewoon YJaamsch . lezend publiek, zeer wenschelyk zouden zy'n. \ Intusachen verwondert het my dat Teirlinck z(jn personen geen zuiver dialect laat speeken. 51 y doet het in zekere mate, maar waarom dan niet valkomen? Waarom niet zoo nauw keurig mogely'k graphisch weergegeven de taal niwiimtmii NinntfltHIHIIMMIIIIINIIIIIIttllltlllllllINi Wat scheelt er an ?" vroeg de meid nu meewarig. 'k Heb hier zoo net me kinders neergezet en nou bennen ze weg." Einders ?" Ja" Wat's dat?" vroeg 'n andere stem in de keuken. Hèjy soms zoo mateen kinders an de deur gezien, Mietje ?" vroeg de meid naar binnen. Mietje kwam te voorschyn en keek naar de wrouw. God menscb, die bennen met 'n kerel mee, soo'n dikke vent met 'n regenjas." Jesus l waar naar toe?" bracht de ontstelde moeder uit. Die kant op; ik dach al, wat mot die vent In de stoep. Maar toen kwam ie er uit met twee kinders, 't eeLe 'n beetje ouwer as 't «ndere." O God me kinders, wat mok doen, wat n:6k «doen I" huilde de vrouw. De beide meiden zagen elkaar aan en .schudden medely'dend het hocfd. Wacht, ik loop tffen mee," sprak de meid ?die Mie'j's heette, terwyl ze 'n doek over 't ioofl wierp. Allo, gauw dan, ze bennen nog niet lang weg, misschien halen we ze nog in," «n als de vrouw haar wezenloos aanstaarde, nou vooruit, aveceer dan !" Zoo'n gemeen stuk van 'n vent!" Haastig snelden ze voort. Op den hoek der straat, waar de (ram doorTeetl, stond 'n agent, glimmend van vocht. Aan hem vertelde ze de geschiedenis. De «gent had ze gezien, ze waren in de tram -gestapt. Wacht nou tffen," sprak by, ik weet welke «onducteur 't was, dan kan die misschien zeggen waar ze z\jn uitgestapt." Even later kwam de tram terug. « De agent weckte, de tram stopte en de conducteur werd in verhoor genomen. zooals die menschen ze toch spreken ? Ik weet b.v. zeker dat geen Oost-Vlaamsche boer of boerin ooit zeggen zal: »Djode menschen wegen zwaar." En evenmin: »öy moet my goed verstaan." , Maar wel, zoo trouw mogelijk graphisch weergegeven, zullen zy zeggen: »Dau meinschen wegen zwoar. 69 moet mij goe veratoan. Dit lijkt nu wel van minder belang, maar het niet-gebruiken der gewestspraak in den dialoog der dorpsvertellingen levert ook rog ergere bezwaren op. Men komt er haast onvermijdelijk toe, woorden en zinswendingen te gebruiken die, al werden zy ook nog graphisch in dialect weergegeven, op geen boerentaal meer lijken. Welke landman, al is het dan cok een min of meer poëtisch en philosophisch aangelegde molenaar, zal b.v. by het sterven van zy'n hond, deze woorden uitspreken: »Hy keek precies ly'k een verwijderd vaandel!" Maar dit zyn eigenlijk vitteryen, en er blijft zooveel moois over in dit eigenaardig boek, dat zelfs de strengste recensent het met vol doening lezen kan. De kleine uitwassen, die op Herman Teirlinck's litteraire boom gegroeid zy'n, zullen er op den duur van zelf wel af vallen, en dan moeten er zonder twijfel de heerlijkste vruchten op rijpen. CTKIEL BÜYSBE. Ons gescuflolnmter, III. (Slot). En hoe komt het nu, dat de strijd er tegen niet heftiger is, dat tal van famielies, vooral onder de ainzienlikste, onder de meest ontwik keld 3 studiemensen, onder doktorer, domiences en advokaten; zij toch '.enden bun kinders allicht naar opleidii gs cholen voor H. B. S. en Gymnasium ; hoe komt het dat zo tallozen zich dat geschoolmeester maar laten welgevallen P Omdat het bssef van v at taal is zo weinig in hun leeft, ook al krachtens bun vroeger onderwijs. Zij maken er zich Liet warm over, dat hun kind volgestampt wordt, eenvoudig omdat ze 't als 'en noodzakelik kwaad beschouwen. Ea tot dezen hoort ook dr. Kluyver. O zeker, hij weet het wel: r een les in de wiskunde, een les in het Fracsch alles is meteen les in de moe dertaal" zo hoorde 't ten minste te zijn, want 'en les in Litijn of Griek1», 'en schoolvertaling ook van de knapste classicus, is maar al te vaak geen les ia moedertaal, geen goeie ten minste. Want dat Nederlands! Daar zegt iedere jou ge dank je voor, tot bij voorgoed verklassiekt is. Zeker, dr. K. weet het wel, de schuld van de s'.ccMe opstellen bij alle soorten van eksamens ligt niet dierekt aan de spelling d. V. en t. W., maar aan de onder werpen, die worden opgegevt n; maar de manier waarop men ook de meest voor de hand lig gende onderwerpen graag behandeld wenst, komt geheel voort uit de school van meneer Deftig. Liefst in nette schrijftaal! Ba in oorsprong komen we weer tot het oude terug. O zeker, ik weet wel, deze muur tussen de jonge en z'n ziel opgetrokken is hier en daar al erg bouw vallig en op vele plaatsen afgebroken, mi ar eerst moet hij er in 't geheel niet meer zijn, dan zijn wij tevreden. Maar als iemand kan zeggen, dat van een aantal woorden" het grammaties geslacht «?alleen op papier en niet in wer kelijkheid" bestaat en hij zegt dan niet: het grammaties geslacht is in onze taal in de meeste gevallen verdwenen, zodat wij in 't algemeen van voorwerpen en st' ff )n spreken als hij, ter wijl er ook mensen zijn, die, zonder dat dit ooit verwarring sticht, van diezelfde dingen en ttof-fen sprekende, zij zeggen; dan is dat 'en bewijs van het vastgeroest zitten aan het begrip schrijf taal of eigenlik dat zij als de torai van onze taal stukken in tijdschriften geschrever, rede voeringen en preken beschouwen. Het blijft schrijft dr. K. dus in elk geval nodig een grammatisch geslacht te onderscheider, zooals dan ook door ieder wordt erkend". Dit nu zou ik niet graag willen onderschrijven. Het kan niemand iets schelen: ons spreken schikt zich er toch Liet naar; of tast manlik of vrouwlik is, niemand vraagt er naar: wij zetten 'em allemaal nut elkaar cp z'ti plaat?. Die geleerdheid is dus glad overbodig »om behoorlijk te schrijven," d. w. z. behoorlik naar de begrippen van wie taal ah zieleleven, als klank op vatten. Maar natuurlik voor mannen als dr. Kluyver is veel nodig wat voor 'en gewoon mensenkind overbodig is. Immers als zij hun geschriften ergens voorlezen laten zij alle n's van lidw. en bijv. nw. klinker, dat het 'en schandaal is Zij lezen dan want ook dit is door hun alkn meegenomen van de Lagere School enz. zij lezen schrijftaal. Wanneer er echter op hun redevoeringen debat volgt, dan komt de natuur boven, dan verdwijnen alle w's en der's; niet, natuuriik, de voor hun door veel Jawel," sprak deze. 'k Vond 't ook al 'n raar zaakje, 'n groote vent met 'n reger j as en twee kleine kinderen; je kon wel zien weetie, dat die niet van hun waren, ze benne uitgestapt an de Ganzemarc." Darjkie, dan gane we ze daar verder zoeken," sprak de agent. De tram reed weer door. Daar hèje uet 'n paar rechercheurs," ver volgde de man en hy wenkte 'n paar als gewone burgers gek'eede personen, wie hij de geschiedenis mededeelde. Loopen jullie maar vooruit menEchen," sprak een van de twee, en as je ze ziet, geen drukte maken boor, want dan gaat ie an de loop, alleen maar wyzen." De beide vrouwen snelden vooruit, zoo gauw als ze zorider opzien te baren maar konden, de rechercheurs volgden. As ik de vent zie, krab ik hem z'n oogen uit," hy'gde de matigelvrouw, hoopvol gestemd door de hulp der poli! ie, Het dienstmeisje antwoordde niet en tilde hoog haar katoenen japennetje op, want de straten waren vuil. Achter hen, op 'n pas of tien afstands, kwamen de rechercheurs. Zoo liepen ze voort. Ze kwamen op de Ganzenmarkt. Daar bennen ze," schreeuwde eensklaps de mangelvrouw, haar afspraak vergetend en het dienstmeisje in den steek latend,snelde ze vooruit. De kinderen hadden met smaak hun kop chocoYi leaggedronken, ieder twee taartjes gegeten, vriendelijk gelachen a's Builing ze toeknikte, maar gesproken hadden ze geen woord. Builing wist dan ook nog steeds niet wa^r za woonden. Hij overlegde bij zich zelf, dat het dan toch maar 't beste wai ze naar 't politiebureau te lezen tot vas'e formules geworden uitdruk kingen als de geest der constitutie, de geoolgen der misd ad, de toepassing der wet enz. Welnu, door het tegenwoordige geslacht van redenaars is al a stapje gedaan op de weg tot de natuur. Kluyver z-gt: ze spreken niet meer van vele» bravi» ouders in de datief meervoud. Ik nu voorspel d»t 'en jonger geslacht ook niet meer zal zeggen in de redevoering: ik heb die» oude» ma a een gulden gegeven noch ik heb d n man gezien; het zal eenheid geven aan al z'n woorden het zal dat móéten doen, op straffa van de gevolgen van halfslachtigheid en iet zo goed als we nu al n et eatw gulden ge bruiken noch e seiit ook niet in de deftigste redevoering behalve b. v. in «-dieene sent", waar ieder de vorm ,ene" spreekt; net zogoed staat vast dat de eenheid van spreken en schrijven maar 'en kwestie vaa tijd zaUijn.'Ea j jnger geslacht wordt opgevo d in minachting voor woordeclijsten en doelloze regel'jes. En datzelfde jonge geslacht is bovendien samengesteld uit andere personen, als de jeugd die met D. V. ent. W's spelling begon. Meer en meer dringen elementen uit de gewoae, minder geleerde, minder def ga, maar vaak praktieser, volksmassa naar omhoog u m ook hua woordje mee te sprekes. Eu ook zij gaan horen tot de btschaafde Nederlandeis Welnu: dan zal vanzelf de norm voor de ba;t*ardwoorden daaroiee verplaatst worden en zij, die geen vreemde ta!ea kennen, zullen niet voor onbeschaafd willen gelden, omdat ze enige al gemeen Nederlandse begrippen en woorden, maar die wij op z'n i'rans spellen, niet met Franse klanktekeus kunnen aauduiden, wel met Nederlandse. Daarvoor leren wij nu dat jonge geslacht luisteren naar de e gen spraak, de taaiklank. Zij zullen ook zich niet t.vredtu kunnen stellen met die eA's waarvan de klank niet meer klinkt en d.e de geleerde wel swaar weet thuis te brengen in Qjties, Oud-Iers, Latijn, Grieks, of Slavies, maar zouder dat zij de noodzakelik beid van dat dode aanhangsel inzien. De Lagere School leert hun nu al de volwassen kikvors in tekeniig geen staart te geven; zij zullen hem 03k in hun schrijven zonder de dode staart ch willen afbeelden. Zslfs voor mooie onderscheidingen tussen bijv. nw. met sch en bijw. met s zijn zij n et te vangen, omdat zij weten dat dat 'en vergissing is van dr. Kluyver. Zo mooi ia het niet, omdat je ook bijv. nw. op * en bijw. op sch hebt. En vftn de e of ee, o of oo geeft tegenwoordig eigf nlik iedereen behalve dr. K. en de zijnen toe dat het nodeloze geleerdheid is even als de dwaze onderscheidingen tussen woor den met of zonder w tussen paardenslal en paardestal, kaltenkop, Icutles/aart ma*r kaitendoorn tot het peuterwerk Dehoren waar wij heus geen tijd voor hebben. E'genlik is het dwaas, dit men, na zoveel strijd, La zoveel wetenscbappelike klappen te hebben ontvangen, neem b. v. maar de door niemand met vrucht weerlegde op stellen van Kollewijü; nocb zich gaat kleden in zo'n pover schrijftaal harnas, l.aat dr. Kluyver eerst Kollewija eu z'n opstellen weteuscuappelik en met kracht van. argument ea doden, dan zullen de meLsen respekt krijgen voor de kracht van de Vries en te Winkel, waarvan hij de grote kampioen is. Dit stuk is meer noch 'en verzuchting over de goeie oude tijd en wij hebben op het oog 'en nieuwe,'en frissere tijd, IV. Hoe doen v ij dan? Het is nodig dit uiteen Ie zetten, waut wij kunnen best noca enige wieders van 't onkruid gebruiken. Bu.ten de school door te protesteren -'Tgen de achoolsheid van onze eind- en toelatiugseksameni», die weer voor wendsels zijn voar scioolopneners om schoolse leerplannen te maken, waarvoor men schoolse onderwijzers nodig heeft, die van schoolsgemaakte kweekscholen komen om zelf schoolse, onzelfstand ge kmders de wereld in te zenden. Maar op de scüolen : op de vrije, d. w. z. die geen opleidiugsc'iolen zijn, door de kinders tot de nhtuur te brengeo, buiten in bos en velden mensenwereld en op school door oefening van oog, hatid en oor, door handenarbeid (ilnjJ), door kartouwerk, door tekenen naar de natuur, door te laten illustreren de gedane verhalen, ingele.d door het leren nagaan van de afme tingen bij mens en dier, door de historie te be studeren ter pkatse, evengoed als botanie en aardrijkskunde, 't Buige onnatuurlike waaraan die Lagere So'iolen noch moeten off-ren is de spelling' van de Vries en ter Winkel, om de kmders later niet bij ekaamens of zo te laten achterstaan bij anderen. Nam men de geleerd heid daaruit ea bleef alleen de natuur en dat gene wt,t ook 'en kind gemakkehk beredenereu kan over, het hele onderwijs zou natuuriik zijn. Verder op hè', ^ymnas.um, want daarover kaa ik het best oordeler, daar doe ik het zelf en veel kollegaas eveneens; daar vragen we voor het toeiatmgstksaav.n dat ze ons opschrift een of ander pretje dat ze meegemaakt hebben, 'en wandel-of fietstcc'it, 'en avontuur of iets over 'en' hond, kat of lievelingsbok vertellen, kortom iets dat hun mi a: het mooiste totlijkt; zo brenger, dan waren z? tenmintte onder dak en voorloopig hadden ze wel geen honger ook; ten overvloede Zuu Lij wi l een agent opdragen ?t een en ar^der te koopen, vo-jr 't geval net adres niet spoedig gevonden werd. Hij deed een laatste poging bij 't ouMe. Als J3 nu zegt waar je woont krijg je nog 'n taar'ja en j? zusjj ook." 't Kind z*g hem eren aan en tloeg toen half lachend de oogen neer en duwda een harer vuile vinger: jes in 'n roomhoie-n, waarna ze den beroomden vinger tukte. Builing zuchtte en sprak binnensmonds E n 11" en riep de juffrouw om te betalen. Dfit taar jj moet u ook betalen meneer," sprak deze laatste bits; met 'a vieze beweging den gepriklen roomhoren van de schaal op 't tafel!j? legjend. Goed jift'rouw," antwoordde Builing, gansch niet ontitemd en hij nam er nog een at, dat hij 't kleintje in eb hand stopte. To-'n betaalde hij, r.am de kinderen bij de hand, verliet de winkel en trad de straat op. Toen gebeurde er iets zeer onverwachts. Bailing stond juist even stil om z'n paraplu op te steken, war.t 't regende nog steeds, toen bij plotselii g 'n vrouw op zich toe zag ijlen, die hem iets scheen toe te roepen en een paar secorden la'er krijhchend en schreeuwend voor hem stond en met haar vuisten in z'ii gezicht begon te slaan. Builing's heed vloog af, maar r.a 'n ondeel baar kort moment van verwarring keerde z'n tegenwoordigheid van getst terug, hij liet z'n hoed liggen, duwde de bside kinderen om ze te beschermen acht; r zich en begon met z'n paraplu zoo goed en zoo kwaad als 't ging den aanval af te slaan. Maar hij hal z:ch r.og an-per in positie gesteld, toen hij zich omrir.gd zag door'n dozijn mer,Echerj, wier aantal elke ssconde aangroeide; uit d'e meiigte tra'ien plotseling twee mannen, die de vrouw op zij drongen en hem vrij onzacht maar gewoon weg, zoals ze dat aan hun moe der zouen doen. We willen alleen op grovve schrijl'juten gelet hebben en leggen zelfs daar bij nocb de volle nadruk op het weergeven van 't e'gen leven. Bij de krachtige persoonlikheden lukt dat dan, maar de gewone en de middeln aUge kandidaat heeft het hoofd veel te vol deftige fchrijftaal: bij hem is geen of weinig plaats meer voor de natuur. E a dan, ons le:en mag niet meer zijn het mechanies, al of niet dreunend-, zeurig-, zangerig-, vragend-, verontwaardigd lezen, maar oefening iu moedertaal, weer vertellen en weer vertonen van in 't leesboek opgenomen geschiedeussen of tafreeltjes, alles in eigen taal met het tekenende eigen woord. Zo ontstaan dialogen vol eigen taal. Dat kunnen ze dan daarna ook op schrift brengen. Op schrift vertellen ze ook van hun leven'j', a Ie twee maanden b.v. n opstel, maar datdinook echt, geen scLrijftaal, maar ook van inhoud zoals ze 'c aaa hun moeder zouen verteller. Klemtoor, nadruk en verschil van betekenis worden vooral nagegaan. Daarbij onze taal in al z'u schilderachtige uitdrukkingen opgespoord! Ei in a woord: moedeitaal is zó geen fiaie; taal zieleleven + klank. Daarmee gaan we nu voort; kostelike leesboeken als db van Van den Bosch en M' yer en vooral de se b Anulecla van dr. B. leveren stof voor dit lees- e i taai-onderwijs. Daarbij kunnen we gerust de gewone, ni.t kwaz:e-geleerde spelling bekend veronderstellen. De AnaUcta's nemen toe in diepte naarmate van de klas waarvoor ze moeten dienen; ook het gemoed en gevoel krijgen hun rechten in Aual. III en IV, tot de kalverliefde tre, waut het leesboek moet aanpassen aan het jonger sleven in z'n verschillende fazes. En nu, al voortgaande willen we de jongelui ook niet meer voor letterkunde allerlei intressante levensb'ezonderheiden opdissen van schrijvers, maar ze krieties leren voelen en beredeneren wat mooi en wat lelik i', wat diep gevoeld, wat met het verstand bedacht, maar onjuist. Geen theorie over het mooie,, maar zelfvinder, debatten als het afwijkt van het normale, geen ogendienerij van de leraar. Analecta V, de Inleiding op Dichterstudie, gooit veel frazes omver en geeft 'en eigen kijk en zo hopen wij tot 'en waarheid te helpen maken wat Boeken voorspeld heeft: De abstracties vallen en de dogma's zijn Versmeten door de nieuwe jongelingen, Die nog van ver een ft iuwen afglans vingen. Van 't btatig rijk der oude maatschappij'n. Ea ten slotte heeft de jonge die 6 jaar lang om de twee nuanden iets van 't eigen leven in eigen tail vastlei in 'en opstel, waar dan ook over dat moet hij zelf weten, mits het hem maar intresseert; hij heeft in z'n opstellen, die hij houdt, 'en merkwaardig overzicht van z'n eigen zielegroei. Zie, dat onderwijs moet op den duur de dood zijn van het geschoolmeest»r, maar het kan tot nu toe, jammer genoeg, alleen aan Gymnasia welig groeien, omdat aan de H.B.S. het eindeksamen veelal wordt af^entm^n door 'n ander dan de leraar zelf en men weet nooit van te voren door wie, terwijl er ook noch veel schoolmetsen zijn die niets van da* nieuwe moeten hebben, 1) Ojze pyamasiasten heb ben niets nodig voor de moedertaal dan 'en opstel en dat ziet de leraar zelf na; ook komen ze la'er a»n de akademie nooit voor peutereksamens te staan, zodat alle gronden er zijn om aan te nemen dat het nieuwe leven van de gymnas'a uit zal moeten komen. Dan zullen uit onzs studenten dus weer voort moeten komen de kommissies van toezicht, iaspekteurs, en mi nisters, die zeggen: dat moet ophouden, geen geschoolmeester meer! Ea het zal naklinken in de oaderwijswereld en van boven af zal de revoluutsie weer komen evenals de Franse vaa de bozere s'anden is uitgegaan: verlichte despoten verlichte burgerij verlicht volk. Hoe minier hulp wij nu krijgen, hoe langer dan de strijd zal duren. En noch een?, de tijd dringt waarlik en is er rijp voor. Met de grote worstelstrijd tussen het Eogelse en Nederlandse ras voor ogen, lijken onze inwendige godsdien. stige en andere twisten kinderwerk; er zijn hogere belacger. We voelen allemaal, dat hel; EU tij l is om pal te s'aan voor 't hele volk, maar dat moet dan voor 'n groot gedeelte noch wakker worjen. Daarvoor moetb.v. het Nederlandss lied dienst doer, zegt Coers terecht, maar toch ook het onderwijs en dit moet van 't laagste af verbeterd worden. Wij moeten daarbij volkomen vaa de natuur uitgaan, het mtionale zelfbe wustzijn moet wakker gemaakt worden en dat. frebeurt eerst, wanneer ieders zelfbewustzijn wakker wordt. Hoe kan dat nu ooit beter 1) Men zie vooral het boek over Jacques Perk door B. t y Ptirk, waaria op blz. 20 'en brief is opgenamen vaa de 17 jarige H.B Scho lier, die aan zijn vader betoogt hoe slecht het onderwijs is dat hij krijg*-. Veel is daarvan noch zo, al is er beterschap te bespeuren. bij z'n schond r g-epen. Gemeene gannei, kinderdief!" scbold de vrouw, die met moeite in bedwang werd ge houden. La me los," hijgde Builing, vergeefsche pogingen aanwendend om uit de vuisten der kerels los te komer. Hou je kalm, vrind, we zy'n e van de politie," zei een van de twee en hij toonde z'n medaille. Maar wat wil je van me, . . wat moeten jullie . ." schreeuwde Builirg als verbijsterd om zich heen ziende. Uoa kom jïan die kinders?" vroeg een der rechercheurs. Die kinders?... die heb ik aingetroü'sn op btraat; ze huilden van de kou en toen,.." Dat lieg je, vuilik!" schreeuwde de vrouw weer, gelooft hem niet menschen, ie heit ze meegelokt en ze taretjes gegeven . . .'' en alsof haar moederlijke gevoekns eerst nu ontwaakten, bukte ze zich tot de kinderen, kuste ze en trok ze raar zich toe. Lekkere dieren . . . wou die vent jullie meenemen . . ." Ken gemor klonk uit het publiek en allerlei scheldwoorden klonken B illing in de ooren. Heusch geloof me," betoogde hij, ik ben Bailing, commissionnair in c iïicten, Korenmarkt '23; ik ducht dat ze verdwaald waren en wou ze juist naar 't politiebureau brengen." Dat 's toevaLig," antwoordde de rechercheur, maar as js nou tcch plan had om naar 't bero te gaan, gaat dan maar es mee, dan ka-je 't zaakje vertellen au de commissaris." Dat hosft niet meer." protesteerde Builing, de kinders zijn nu terecht, die vrouw is zeker de moeder!'' Hoeft r/iet . . . hoeft niet ... ja dat hoeft wel," snauwde de rechercheur. Allo, schiet op; d'r komt hoe langer hoe meer volk; zoo meteen slaan ze je op je gezicht en dan kanne wij der niks an doen." Maai' dat h afschuwelijk,''' j immerde Builing voorbereid worden dan door aan het Neder landse kind te zeggen: je taal geeft je ziel terug, laat die vrij klinken. Ea nu vooral, nu is het meer dan' nodig, dat wij allen meedoen aan de strijd tegen t et geschoolmeester. ZuidrAfrika vraagt meer dan eens, vde5r en nu ook al ra de oorlog, bij ruonde van den heer Man veM, om vereenvou diging van onze manier van schrijven. Waarom? Het Eogels is toch noch veel lastiger van spel ling; ja maar vooral ook 'en wereldtaal, gemakkelik te leren,'en taal, die overal door Z. Afrika ge sproken wordt, terwijl ons Nsderlands daar voor de Afrikaander altijd vreemd if. Is het nu niet verstan^ir, om ons Nederlands zo eenvoudig, zo Nederlands mogelik te maken. Zij namen de vereenvoudigde spelling aan en vragen vanors dat wij dat ook zullen doen. Is het voor ons niet 'en na tionaal belang dat onze boeken, onze denk beelden, onze taal daar in goede aarde vallen P Als de nood hier eens op 'c hoogste komt met dreiang van dwingelandij, er is dan altijd noch n plek waar onze taal en onze zeden zijn blijv:n bestaan. De dood van OES geschool meester is van onberekenbaar nut voor OES voor ons ras. Haarlem. J. B. SCHEPERS. ir. Zaal IV en V der tentoonstelling zijn voor namelijk gewijd aan onze Oost- en WestIndische bezittingen. Wat aanstonis treft, ,'s de veel geringere omvang dezer afdeeling, dan der vorige. Het onderwijs in de land- en volken kunde van Ind.ëschijnt nog n'et overal zdd te zijn, als men dat in een land, waarvan de weivaat t voor het grootste gedeelte afbangt van de koloniëi, zou kunnen verwachten. Onder de schoo kaarter-, welke men in zaal IV aan treft, dienen wel in de eerste plaats genoemd te worden die van Sehuiling (uitgave Thieme te Zu fei ) en die van BJS, Rijkens en Van Gelder, aan weke laats'e is toegevoegd een afzonder lijke kaart van J*va. Da schoo'kaart vanNed. Ojs'-Ind P, uitgegeven door S yffa'dt's boekhande1, zal voor grootere klassen te onduidelijk zijn, doch voor kleinere zeer goed bruikbaar. Overigens vindt men er nog verschillende schoo'kaarten, die wat uitvoering en afwerking aau gaan, zeer »eel bij de reeds genoemde achter staan. Voor schoilgebruik verdienen nog genoemd te worden de 12 sehoolwandplaten van Neder land: c'i Ojst-Indiëuitgegeven door Nyland Kemink en Zn. te U recht. H-:t eardrijkskundig genootschap zond in ver schillende kaarten, die voor de school mindtr iu aanmerkiig zullen komen. Zoo vonden wij MUIIIIIIIIIIIIIIItllllimitltlMHIItKIIIIIIMIHmiHMIIIimmillMIIIIUUIM^ 40 cents per regel. imiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiHiiiHiiiHnmiitHimiiimiiiiiimi KAMSTRA's Matrassen-, Bedden- M Slaapkamer-Meubelfabriek, S D eek. BED DER TOEKOMST met 10 jaar garan tie. Leri'rJle selert 1S9S pi. m. 7OOO stellen. Geïllustreerde Prijscourant grati», Honderden bewijzen van tevredenheid. » Specialiteit ijESGELSCHE LEDIKANTKX. IIoofd-Depöt VAN Dr. JAEGER'S ORIG, NöFiaal-folartMeD. K. F. DEÜSCHLJS-BKNOKB, Amsterdam, Kateerste. 157. Eenig specialiteit in dei* artikelen in geheel Neder L Grand Yins de Champagne. ERNESTIRROY, H e i m s. Dépositaires: 6. A.RIPPING&Co.,Amster( am Piano-, Orpl- ei MnÉaiÊl MEYROOS «k KALSIIOVEK, Arnhem, Koniugsplein. VLEUGELS en PLANINO'S in Koop en in En». Repareeren Stemmen Ruilen, terwijl z'n haar in de wind fladderde en z'n hoed nog altij l ergens op elen gro:;d lag. Hier lekkere jongen, daar hèje J9 hoedje," riep 'n man uit 't volk en Builirg voelde onzacht z'n hoofddeksel op z'n haar drukken. Toen liep hy mee tusschen de rechercheurs, de vrouw met de twee kinderen, die ook nog hun taarije in de hand hielden voorop, en achter hem 'n scheldende menschenmassa. Zoo zag ik hem toen ik juist van de beurs kwam met eenige kennissen. Ik vloog naar hem toe. God, Builing kerel l Wat is dat?" Hy liief de band op en zag me wanhopig aan. Toen ^aren we by''t politiebureau en Builing we:d bini engeleid, ook de vrouw en de kinderen. Hiermede was de zaak afgeloopen. Builing kende den commissaris en deze hem; ik kende beiden, werd toegelaten en 'n kwartier later hadden we vrijheid tamen te vertrekken. Ook de vrouw was overtuigd. Builing gaf haar een rijksdaalder omdat hy' gevoelde liat haar bruusk optreden van haar standpunt (e recht vaardigen was. Hij heeft zich de zaak erg aangetrokken. Op weg naar huis sprak hy geen woord. Toen we by z'n deur kwamen en ik afscheid wilde nemen, was 't of er 'n snik uit z'n borst opwelde. Morgen weet de heele stad 't dat ik naar 't politiebureau ben gebracht," sprak hy niet gesmoorde stem. Ik knikte peinzend en ernstig. Toen kreeg ik 'n goed denkbeeld. Dan moeten ze de geheele ge6chieder.is kennen," riep ik uit, beste brave Builing, daa zal niemand er je minder om achten." Hij maakte 'n mismoedig gebaar. Maar hoe . ., maar hoe ?" Laat dat maar aan mij over,'' riep ik Lij:.a geestdriftig. En ik maakte van z'n ervaring dit schettje.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl