Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1311
op een luidruchtig klaagveuzeken, als
moeder hem scheef bekeek, om wille van
Vtoomnieken'g rok, en hem onder 't klappen
?Mt Den-Djuze, twee (linken gaf met hare
Mtte hand. Vtktoorken toonde een groen.
~ akkestoeltje, dat hy met biezen gevlochten
", en stootte zyn broeders en riep dat hu
alleene gemaakt had. Ei Filmeene, de
wiste zuster, zei blozend goeiendag en gaf
iPetrnsken, 't kleinste van 't gebroed, aan
«toeder over."
En over beesten:
«De katte kwam met een hoogen rugge rond
4e pikkels draaien en streek zacht streelend,
?ure ooren omlaag Ze keek vragend op naar
Den-Djuze, deed stille haren staart
pluimwormig overentwere gaan en, pal staande, hief
«pits hare ooren weer recht. Trage loerde
xjj naar de papteele, bukte zich achterwaarts
? «n sprong. Zg likte eerst de melkplacjes weg,
<iie op de tafel aardige, langarmige beelden
ieekenden, schoof de hinderende
broodmyzelingen op zyd«, richtte zich en kwam over d a
«?re van den kom kyken. Haar zoete pootje
Ingon bevende en schuddende te wroeten om
4fo zy'pelende roggebeetjes in 't bereik te
'?lenjen, tot ze, verder dringend en zy'lings
timkend, te hafljve in de teele stond en
«jgelmatig aan 't slokken girg; maar ha! r
ftcppek-n dook telkens angstig op, als
DenX)j4iie zijne kloppers verschoof of den rooster
?deed ratelen."
'Zulke staaltjes van frisch en natuurlijk
*«ljrit liggen voor 't gry'pen in dien ei
genaardigen bundel, en daarom is het m. i. zoo
'fMamer dat Teirlinck zjjn eenvoudige
verJttultjes niet tot het einde in den trant ge
houden heeft, en nu en dan heel onverwacht
in duister tymbolisme en melodramatische
iantasmagorie vervalt. Waarom al die zware,
ongemotiveerde gevoelens en gebeurtenissen
in die eenvoudige, gezonde levens ? Waarom
«lat vage tobben van Den-Djuze, afwisselend
«iet even ongemotiveerde woede buien, als hy,
4och zeer naar zg'n zin, met een mooie
jonge meid gaat hertrouwen ? Waarom vooral
«ga algemeene levensbeuheid op het
oogenyblik dat hjj een nieuw geluk te gemoet gaat?
?'Uit rouw om Zseneken, zyn eerste vrouw?
- 3)an had het duidelijker gezegd en gemotiveerd
? Moeten worden. Er is zooveel goede rust,
?? natuur en eenvond in die verhalen, dat elke
- fcevige psychologische verwikkeling er de zachte
? «n gezonde harmonie van stoort. Het
fantasmagorische laat ik nog daar. Ia een vizie als
de volgende is de verbeeldingskracht van een
j Bosch of een Brneghel:
tS.ilaan geraakte de lucht aan 't leven.
? Zonderlinge d.eren vlogen over en weer.
? Kalkoenen met menschenhanden zaten aan 't
'-Treester te kaarten en drie ernstige ooievaars
zagen door, groote brilglazen het spel na.
Kin'derkoppen liepen op hennepooten de kamer
door en speelden piepken- duik achter de
denre van 't schotelhuis. Ei dwergen met
«nonsterachtige oogen draafden op razende
.katten, in dolle vaart. Kony'nen wandelden, al
>3eiend in dikke boeken, rond het vuur en
«etten zich te rooken in den hoek der schouw.
= Een oud pee'j e stond by de drasse eigenaar
dige teekeningen te maken op zycen naakten
oronden buik en lachte by zich zelven zeer
Aeimely'k, als schreef hy' daar een groote leute
?«p. 't .K'ioelde overal va s beesten. Op het
kasthorloge zat een geraamte zy'n beenderen
..te tellen".
''Maar waarom een eenvoudige boereman
laten voelen >'t onmetelijk bestaan van alle
dingen in een nat blaarken ?"
?Hy had zoo altyd een blaarken gevonden
??? als by onder 't populierken stond, een uitste
kend wapperend blaarken dat hem by'kans de
«ea wigheid wees ..."
*? De tai l van Herman Teirlinck lykt ook heel
aterk op die van Streuvels. En 't blyft nog
steeds een moeielyk uit te maken zaak, welke
tul dat eigenlyk is. Vlaamsen ? Ja, zeker.
?JSn toch geen Vlaamsen zooals het daar ter
streek gesproken wordt. Vlaamsen vooral door
vele eigenaardige woorden en uitdrukkingen,
die zelfs voor roy, geboren Vlaming, niet altyd
begrype)y'k zy'n. Welke beteekenis beeft b.v.
kat woord eendlyk dat, en Streuvels, en Teirlinck
voortdurend gebruiken ? In Streuvels lees ik van
v een vrouw met een >eendlyke borst", en enkele
bladzijden verder van een »aendlyke man" en
«en «eendlyke weg." Teirlinck spreekt van een
? aeendlyk sterreken", van een «eendlyk popu
lierken", van een «eendlyk were", van «eendlyk
gebom der klokken". Is dat woord dan op alles
toepasselijk ? Ik meen dat enkele toelichtende
nota's, hier en daar, niet alleen voor het
Hollacdscb, maar ook voor het gewoon YJaamsch
. lezend publiek, zeer wenschelyk zouden zy'n.
\ Intusachen verwondert het my dat Teirlinck
z(jn personen geen zuiver dialect laat speeken.
51 y doet het in zekere mate, maar waarom
dan niet valkomen? Waarom niet zoo nauw
keurig mogely'k graphisch weergegeven de taal
niwiimtmii
NinntfltHIHIIMMIIIIINIIIIIIttllltlllllllINi
Wat scheelt er an ?" vroeg de meid nu
meewarig.
'k Heb hier zoo net me kinders neergezet
en nou bennen ze weg."
Einders ?"
Ja"
Wat's dat?" vroeg 'n andere stem in de
keuken.
Hèjy soms zoo mateen kinders an de deur
gezien, Mietje ?" vroeg de meid naar binnen.
Mietje kwam te voorschyn en keek naar de
wrouw.
God menscb, die bennen met 'n kerel mee,
soo'n dikke vent met 'n regenjas."
Jesus l waar naar toe?" bracht de ontstelde
moeder uit.
Die kant op; ik dach al, wat mot die vent
In de stoep. Maar toen kwam ie er uit met
twee kinders, 't eeLe 'n beetje ouwer as 't
«ndere."
O God me kinders, wat mok doen, wat n:6k
«doen I" huilde de vrouw.
De beide meiden zagen elkaar aan en
.schudden medely'dend het hocfd.
Wacht, ik loop tffen mee," sprak de meid
?die Mie'j's heette, terwyl ze 'n doek over 't
ioofl wierp. Allo, gauw dan, ze bennen nog
niet lang weg, misschien halen we ze nog in,"
«n als de vrouw haar wezenloos aanstaarde,
nou vooruit, aveceer dan !"
Zoo'n gemeen stuk van 'n vent!"
Haastig snelden ze voort.
Op den hoek der straat, waar de (ram
doorTeetl, stond 'n agent, glimmend van vocht.
Aan hem vertelde ze de geschiedenis. De
«gent had ze gezien, ze waren in de tram
-gestapt.
Wacht nou tffen," sprak by, ik weet welke
«onducteur 't was, dan kan die misschien
zeggen waar ze z\jn uitgestapt."
Even later kwam de tram terug. «
De agent weckte, de tram stopte en de
conducteur werd in verhoor genomen.
zooals die menschen ze toch spreken ? Ik weet
b.v. zeker dat geen Oost-Vlaamsche boer of
boerin ooit zeggen zal:
»Djode menschen wegen zwaar."
En evenmin:
»öy moet my goed verstaan."
, Maar wel, zoo trouw mogelijk graphisch
weergegeven, zullen zy zeggen:
»Dau meinschen wegen zwoar. 69 moet
mij goe veratoan.
Dit lijkt nu wel van minder belang, maar
het niet-gebruiken der gewestspraak in den
dialoog der dorpsvertellingen levert ook rog
ergere bezwaren op. Men komt er haast
onvermijdelijk toe, woorden en zinswendingen
te gebruiken die, al werden zy ook nog
graphisch in dialect weergegeven, op geen
boerentaal meer lijken.
Welke landman, al is het dan cok een min
of meer poëtisch en philosophisch aangelegde
molenaar, zal b.v. by het sterven van zy'n
hond, deze woorden uitspreken:
»Hy keek precies ly'k een verwijderd vaandel!"
Maar dit zyn eigenlijk vitteryen, en er blijft
zooveel moois over in dit eigenaardig boek,
dat zelfs de strengste recensent het met vol
doening lezen kan. De kleine uitwassen, die
op Herman Teirlinck's litteraire boom gegroeid
zy'n, zullen er op den duur van zelf wel af
vallen, en dan moeten er zonder twijfel de
heerlijkste vruchten op rijpen.
CTKIEL BÜYSBE.
Ons gescuflolnmter,
III. (Slot).
En hoe komt het nu, dat de strijd er tegen
niet heftiger is, dat tal van famielies, vooral
onder de ainzienlikste, onder de meest ontwik
keld 3 studiemensen, onder doktorer, domiences
en advokaten; zij toch '.enden bun kinders
allicht naar opleidii gs cholen voor H. B. S. en
Gymnasium ; hoe komt het dat zo tallozen zich
dat geschoolmeester maar laten welgevallen P
Omdat het bssef van v at taal is zo weinig in hun
leeft, ook al krachtens bun vroeger onderwijs.
Zij maken er zich Liet warm over, dat hun
kind volgestampt wordt, eenvoudig omdat ze 't
als 'en noodzakelik kwaad beschouwen. Ea tot
dezen hoort ook dr. Kluyver. O zeker, hij weet
het wel: r een les in de wiskunde, een les in
het Fracsch alles is meteen les in de moe
dertaal" zo hoorde 't ten minste te zijn, want
'en les in Litijn of Griek1», 'en schoolvertaling
ook van de knapste classicus, is maar al te vaak
geen les ia moedertaal, geen goeie ten minste.
Want dat Nederlands! Daar zegt iedere jou ge dank
je voor, tot bij voorgoed verklassiekt is. Zeker, dr.
K. weet het wel, de schuld van de s'.ccMe opstellen
bij alle soorten van eksamens ligt niet dierekt aan
de spelling d. V. en t. W., maar aan de onder
werpen, die worden opgegevt n; maar de manier
waarop men ook de meest voor de hand lig
gende onderwerpen graag behandeld wenst, komt
geheel voort uit de school van meneer Deftig.
Liefst in nette schrijftaal! Ba in oorsprong
komen we weer tot het oude terug. O zeker,
ik weet wel, deze muur tussen de jonge en z'n
ziel opgetrokken is hier en daar al erg bouw
vallig en op vele plaatsen afgebroken, mi ar
eerst moet hij er in 't geheel niet meer zijn,
dan zijn wij tevreden. Maar als iemand kan
zeggen, dat van een aantal woorden" het
grammaties geslacht «?alleen op papier en niet in wer
kelijkheid" bestaat en hij zegt dan niet: het
grammaties geslacht is in onze taal in de meeste
gevallen verdwenen, zodat wij in 't algemeen
van voorwerpen en st' ff )n spreken als hij, ter
wijl er ook mensen zijn, die, zonder dat dit ooit
verwarring sticht, van diezelfde dingen en
ttof-fen sprekende, zij zeggen; dan is dat 'en bewijs
van het vastgeroest zitten aan het begrip schrijf
taal of eigenlik dat zij als de torai van onze
taal stukken in tijdschriften geschrever, rede
voeringen en preken beschouwen. Het blijft
schrijft dr. K. dus in elk geval nodig een
grammatisch geslacht te onderscheider, zooals
dan ook door ieder wordt erkend". Dit nu zou
ik niet graag willen onderschrijven. Het kan
niemand iets schelen: ons spreken schikt zich er
toch Liet naar; of tast manlik of vrouwlik is,
niemand vraagt er naar: wij zetten 'em allemaal
nut elkaar cp z'ti plaat?. Die geleerdheid
is dus glad overbodig »om behoorlijk te
schrijven," d. w. z. behoorlik naar de begrippen
van wie taal ah zieleleven, als klank op
vatten. Maar natuurlik voor mannen als dr.
Kluyver is veel nodig wat voor 'en gewoon
mensenkind overbodig is. Immers als zij hun
geschriften ergens voorlezen laten zij alle n's
van lidw. en bijv. nw. klinker, dat het 'en
schandaal is Zij lezen dan want ook dit is door
hun alkn meegenomen van de Lagere School
enz. zij lezen schrijftaal. Wanneer er echter
op hun redevoeringen debat volgt, dan komt
de natuur boven, dan verdwijnen alle w's en
der's; niet, natuuriik, de voor hun door veel
Jawel," sprak deze. 'k Vond 't ook al 'n
raar zaakje, 'n groote vent met 'n reger j as
en twee kleine kinderen; je kon wel zien
weetie, dat die niet van hun waren, ze benne
uitgestapt an de Ganzemarc."
Darjkie, dan gane we ze daar verder zoeken,"
sprak de agent.
De tram reed weer door.
Daar hèje uet 'n paar rechercheurs," ver
volgde de man en hy wenkte 'n paar als
gewone burgers gek'eede personen, wie hij de
geschiedenis mededeelde.
Loopen jullie maar vooruit menEchen," sprak
een van de twee, en as je ze ziet, geen drukte
maken boor, want dan gaat ie an de loop,
alleen maar wyzen."
De beide vrouwen snelden vooruit, zoo gauw
als ze zorider opzien te baren maar konden,
de rechercheurs volgden.
As ik de vent zie, krab ik hem z'n oogen
uit," hy'gde de matigelvrouw, hoopvol gestemd
door de hulp der poli! ie,
Het dienstmeisje antwoordde niet en tilde
hoog haar katoenen japennetje op, want de
straten waren vuil.
Achter hen, op 'n pas of tien afstands, kwamen
de rechercheurs.
Zoo liepen ze voort.
Ze kwamen op de Ganzenmarkt.
Daar bennen ze," schreeuwde eensklaps de
mangelvrouw, haar afspraak vergetend en het
dienstmeisje in den steek latend,snelde ze vooruit.
De kinderen hadden met smaak hun kop
chocoYi leaggedronken, ieder twee taartjes
gegeten, vriendelijk gelachen a's Builing ze
toeknikte, maar gesproken hadden ze geen
woord.
Builing wist dan ook nog steeds niet wa^r
za woonden.
Hij overlegde bij zich zelf, dat het dan toch
maar 't beste wai ze naar 't politiebureau te
lezen tot vas'e formules geworden uitdruk
kingen als de geest der constitutie, de geoolgen der
misd ad, de toepassing der wet enz. Welnu, door
het tegenwoordige geslacht van redenaars is al
a stapje gedaan op de weg tot de natuur.
Kluyver z-gt: ze spreken niet meer van vele»
bravi» ouders in de datief meervoud. Ik nu
voorspel d»t 'en jonger geslacht ook niet meer
zal zeggen in de redevoering: ik heb die» oude»
ma a een gulden gegeven noch ik heb d n man
gezien; het zal eenheid geven aan al z'n
woorden het zal dat móéten doen, op straffa
van de gevolgen van halfslachtigheid en iet
zo goed als we nu al n et eatw gulden ge
bruiken noch e seiit ook niet in de deftigste
redevoering behalve b. v. in «-dieene sent", waar
ieder de vorm ,ene" spreekt; net zogoed staat
vast dat de eenheid van spreken en schrijven maar
'en kwestie vaa tijd zaUijn.'Ea j jnger geslacht
wordt opgevo d in minachting voor
woordeclijsten en doelloze regel'jes. En datzelfde jonge
geslacht is bovendien samengesteld uit andere
personen, als de jeugd die met D. V. ent. W's
spelling begon. Meer en meer dringen elementen
uit de gewoae, minder geleerde, minder def ga,
maar vaak praktieser, volksmassa naar omhoog u m
ook hua woordje mee te sprekes. Eu ook zij gaan
horen tot de btschaafde Nederlandeis Welnu:
dan zal vanzelf de norm voor de
ba;t*ardwoorden daaroiee verplaatst worden en zij, die
geen vreemde ta!ea kennen, zullen niet voor
onbeschaafd willen gelden, omdat ze enige al
gemeen Nederlandse begrippen en woorden,
maar die wij op z'n i'rans spellen, niet met
Franse klanktekeus kunnen aauduiden, wel met
Nederlandse. Daarvoor leren wij nu dat jonge
geslacht luisteren naar de e gen spraak, de
taaiklank. Zij zullen ook zich niet t.vredtu
kunnen stellen met die eA's waarvan de klank
niet meer klinkt en d.e de geleerde wel swaar
weet thuis te brengen in Qjties, Oud-Iers, Latijn,
Grieks, of Slavies, maar zouder dat zij de
noodzakelik beid van dat dode aanhangsel inzien.
De Lagere School leert hun nu al de volwassen
kikvors in tekeniig geen staart te geven; zij
zullen hem 03k in hun schrijven zonder de
dode staart ch willen afbeelden. Zslfs voor
mooie onderscheidingen tussen bijv. nw. met
sch en bijw. met s zijn zij n et te vangen, omdat zij
weten dat dat 'en vergissing is van dr. Kluyver.
Zo mooi ia het niet, omdat je ook bijv. nw. op * en
bijw. op sch hebt. En vftn de e of ee, o of oo geeft
tegenwoordig eigf nlik iedereen behalve dr. K.
en de zijnen toe dat het nodeloze geleerdheid is
even als de dwaze onderscheidingen tussen woor
den met of zonder w tussen paardenslal en
paardestal, kaltenkop, Icutles/aart ma*r kaitendoorn tot het
peuterwerk Dehoren waar wij heus geen tijd
voor hebben. E'genlik is het dwaas, dit men,
na zoveel strijd, La zoveel wetenscbappelike
klappen te hebben ontvangen, neem b. v. maar
de door niemand met vrucht weerlegde op
stellen van Kollewijü; nocb zich gaat kleden
in zo'n pover schrijftaal harnas, l.aat dr. Kluyver
eerst Kollewija eu z'n opstellen
weteuscuappelik en met kracht van. argument ea doden,
dan zullen de meLsen respekt krijgen voor de
kracht van de Vries en te Winkel, waarvan hij
de grote kampioen is. Dit stuk is meer noch 'en
verzuchting over de goeie oude tijd en wij
hebben op het oog 'en nieuwe,'en frissere tijd,
IV.
Hoe doen v ij dan? Het is nodig dit uiteen Ie
zetten, waut wij kunnen best noca enige wieders
van 't onkruid gebruiken. Bu.ten de school door
te protesteren -'Tgen de achoolsheid van onze
eind- en toelatiugseksameni», die weer voor
wendsels zijn voar scioolopneners om schoolse
leerplannen te maken, waarvoor men schoolse
onderwijzers nodig heeft, die van
schoolsgemaakte kweekscholen komen om zelf schoolse,
onzelfstand ge kmders de wereld in te zenden.
Maar op de scüolen : op de vrije, d. w. z. die
geen opleidiugsc'iolen zijn, door de kinders tot
de nhtuur te brengeo, buiten in bos en velden
mensenwereld en op school door oefening van
oog, hatid en oor, door handenarbeid (ilnjJ),
door kartouwerk, door tekenen naar de natuur,
door te laten illustreren de gedane verhalen,
ingele.d door het leren nagaan van de afme
tingen bij mens en dier, door de historie te be
studeren ter pkatse, evengoed als botanie en
aardrijkskunde, 't Buige onnatuurlike waaraan
die Lagere So'iolen noch moeten off-ren is de
spelling' van de Vries en ter Winkel, om de
kmders later niet bij ekaamens of zo te laten
achterstaan bij anderen. Nam men de geleerd
heid daaruit ea bleef alleen de natuur en dat
gene wt,t ook 'en kind gemakkehk beredenereu
kan over, het hele onderwijs zou natuuriik zijn.
Verder op hè', ^ymnas.um, want daarover kaa
ik het best oordeler, daar doe ik het zelf en
veel kollegaas eveneens; daar vragen we voor
het toeiatmgstksaav.n dat ze ons opschrift een
of ander pretje dat ze meegemaakt hebben, 'en
wandel-of fietstcc'it, 'en avontuur of iets over
'en' hond, kat of lievelingsbok vertellen, kortom
iets dat hun mi a: het mooiste totlijkt; zo
brenger, dan waren z? tenmintte onder dak
en voorloopig hadden ze wel geen honger ook;
ten overvloede Zuu Lij wi l een agent opdragen
?t een en ar^der te koopen, vo-jr 't geval net
adres niet spoedig gevonden werd.
Hij deed een laatste poging bij 't ouMe.
Als J3 nu zegt waar je woont krijg je nog
'n taar'ja en j? zusjj ook."
't Kind z*g hem eren aan en tloeg toen half
lachend de oogen neer en duwda een harer
vuile vinger: jes in 'n roomhoie-n, waarna ze den
beroomden vinger tukte.
Builing zuchtte en sprak binnensmonds
E n 11" en riep de juffrouw om te betalen.
Dfit taar jj moet u ook betalen meneer,"
sprak deze laatste bits; met 'a vieze beweging
den gepriklen roomhoren van de schaal op 't
tafel!j? legjend.
Goed jift'rouw," antwoordde Builing, gansch
niet ontitemd en hij nam er nog een at, dat
hij 't kleintje in eb hand stopte. To-'n betaalde
hij, r.am de kinderen bij de hand, verliet de
winkel en trad de straat op.
Toen gebeurde er iets zeer onverwachts.
Bailing stond juist even stil om z'n paraplu
op te steken, war.t 't regende nog steeds, toen
bij plotselii g 'n vrouw op zich toe zag ijlen,
die hem iets scheen toe te roepen en een paar
secorden la'er krijhchend en schreeuwend voor
hem stond en met haar vuisten in z'ii gezicht
begon te slaan.
Builing's heed vloog af, maar r.a 'n ondeel
baar kort moment van verwarring keerde z'n
tegenwoordigheid van getst terug, hij liet z'n
hoed liggen, duwde de bside kinderen om ze
te beschermen acht; r zich en begon met z'n
paraplu zoo goed en zoo kwaad als 't ging den
aanval af te slaan.
Maar hij hal z:ch r.og an-per in positie
gesteld, toen hij zich omrir.gd zag door'n dozijn
mer,Echerj, wier aantal elke ssconde aangroeide;
uit d'e meiigte tra'ien plotseling twee mannen,
die de vrouw op zij drongen en hem vrij onzacht
maar gewoon weg, zoals ze dat aan hun moe
der zouen doen. We willen alleen op grovve
schrijl'juten gelet hebben en leggen zelfs daar
bij nocb de volle nadruk op het weergeven van
't e'gen leven. Bij de krachtige persoonlikheden
lukt dat dan, maar de gewone en de
middeln aUge kandidaat heeft het hoofd veel te vol
deftige fchrijftaal: bij hem is geen of weinig
plaats meer voor de natuur.
E a dan, ons le:en mag niet meer zijn het
mechanies, al of niet dreunend-, zeurig-, zangerig-,
vragend-, verontwaardigd lezen, maar oefening
iu moedertaal, weer vertellen en weer vertonen
van in 't leesboek opgenomen geschiedeussen of
tafreeltjes, alles in eigen taal met het tekenende
eigen woord. Zo ontstaan dialogen vol eigen
taal. Dat kunnen ze dan daarna ook op schrift
brengen. Op schrift vertellen ze ook van hun
leven'j', a Ie twee maanden b.v. n opstel, maar
datdinook echt, geen scLrijftaal, maar ook
van inhoud zoals ze 'c aaa hun moeder
zouen verteller. Klemtoor, nadruk en verschil
van betekenis worden vooral nagegaan. Daarbij
onze taal in al z'u schilderachtige uitdrukkingen
opgespoord! Ei in a woord: moedeitaal is
zó geen fiaie; taal zieleleven + klank.
Daarmee gaan we nu voort; kostelike leesboeken
als db van Van den Bosch en M' yer en vooral de
se b Anulecla van dr. B. leveren stof voor dit
lees- e i taai-onderwijs. Daarbij kunnen we gerust
de gewone, ni.t kwaz:e-geleerde spelling bekend
veronderstellen. De AnaUcta's nemen toe in
diepte naarmate van de klas waarvoor ze moeten
dienen; ook het gemoed en gevoel krijgen hun
rechten in Aual. III en IV, tot de kalverliefde
tre, waut het leesboek moet aanpassen aan het
jonger sleven in z'n verschillende fazes.
En nu, al voortgaande willen we de jongelui
ook niet meer voor letterkunde allerlei intressante
levensb'ezonderheiden opdissen van schrijvers,
maar ze krieties leren voelen en beredeneren
wat mooi en wat lelik i', wat diep gevoeld,
wat met het verstand bedacht, maar onjuist.
Geen theorie over het mooie,, maar zelfvinder,
debatten als het afwijkt van het normale, geen
ogendienerij van de leraar. Analecta V, de
Inleiding op Dichterstudie, gooit veel frazes
omver en geeft 'en eigen kijk en zo hopen wij
tot 'en waarheid te helpen maken wat Boeken
voorspeld heeft:
De abstracties vallen en de dogma's zijn
Versmeten door de nieuwe jongelingen,
Die nog van ver een ft iuwen afglans vingen.
Van 't btatig rijk der oude maatschappij'n.
Ea ten slotte heeft de jonge die 6 jaar lang
om de twee nuanden iets van 't eigen leven in
eigen tail vastlei in 'en opstel, waar dan ook
over dat moet hij zelf weten, mits het hem
maar intresseert; hij heeft in z'n opstellen,
die hij houdt, 'en merkwaardig overzicht van
z'n eigen zielegroei.
Zie, dat onderwijs moet op den duur de dood
zijn van het geschoolmeest»r, maar het kan tot
nu toe, jammer genoeg, alleen aan Gymnasia
welig groeien, omdat aan de H.B.S. het
eindeksamen veelal wordt af^entm^n door 'n ander
dan de leraar zelf en men weet nooit van te
voren door wie, terwijl er ook noch veel
schoolmetsen zijn die niets van da* nieuwe
moeten hebben, 1) Ojze pyamasiasten heb
ben niets nodig voor de moedertaal dan 'en
opstel en dat ziet de leraar zelf na; ook komen
ze la'er a»n de akademie nooit voor
peutereksamens te staan, zodat alle gronden er zijn
om aan te nemen dat het nieuwe leven van
de gymnas'a uit zal moeten komen. Dan zullen uit
onzs studenten dus weer voort moeten komen
de kommissies van toezicht, iaspekteurs, en mi
nisters, die zeggen: dat moet ophouden, geen
geschoolmeester meer! Ea het zal naklinken in
de oaderwijswereld en van boven af zal de
revoluutsie weer komen evenals de Franse vaa
de bozere s'anden is uitgegaan: verlichte
despoten verlichte burgerij verlicht volk.
Hoe minier hulp wij nu krijgen, hoe langer
dan de strijd zal duren. En noch een?, de tijd
dringt waarlik en is er rijp voor. Met de grote
worstelstrijd tussen het Eogelse en Nederlandse
ras voor ogen, lijken onze inwendige godsdien.
stige en andere twisten kinderwerk; er zijn hogere
belacger. We voelen allemaal, dat hel; EU tij l is
om pal te s'aan voor 't hele volk, maar dat
moet dan voor 'n groot gedeelte noch wakker
worjen. Daarvoor moetb.v. het Nederlandss lied
dienst doer, zegt Coers terecht, maar toch ook
het onderwijs en dit moet van 't laagste af
verbeterd worden. Wij moeten daarbij volkomen
vaa de natuur uitgaan, het mtionale zelfbe
wustzijn moet wakker gemaakt worden en dat.
frebeurt eerst, wanneer ieders zelfbewustzijn
wakker wordt. Hoe kan dat nu ooit beter
1) Men zie vooral het boek over Jacques
Perk door B. t y Ptirk, waaria op blz. 20 'en
brief is opgenamen vaa de 17 jarige H.B Scho
lier, die aan zijn vader betoogt hoe slecht het
onderwijs is dat hij krijg*-. Veel is daarvan noch
zo, al is er beterschap te bespeuren.
bij z'n schond r g-epen.
Gemeene gannei, kinderdief!" scbold de
vrouw, die met moeite in bedwang werd ge
houden.
La me los," hijgde Builing, vergeefsche
pogingen aanwendend om uit de vuisten der
kerels los te komer.
Hou je kalm, vrind, we zy'n e van de politie,"
zei een van de twee en hij toonde z'n medaille.
Maar wat wil je van me, . . wat moeten
jullie . ." schreeuwde Builirg als verbijsterd om
zich heen ziende.
Uoa kom jïan die kinders?" vroeg een
der rechercheurs.
Die kinders?... die heb ik aingetroü'sn
op btraat; ze huilden van de kou en toen,.."
Dat lieg je, vuilik!" schreeuwde de vrouw
weer, gelooft hem niet menschen, ie heit ze
meegelokt en ze taretjes gegeven . . .'' en alsof
haar moederlijke gevoekns eerst nu ontwaakten,
bukte ze zich tot de kinderen, kuste ze en
trok ze raar zich toe.
Lekkere dieren . . . wou die vent jullie
meenemen . . ."
Ken gemor klonk uit het publiek en allerlei
scheldwoorden klonken B illing in de ooren.
Heusch geloof me," betoogde hij, ik ben
Bailing, commissionnair in c iïicten, Korenmarkt
'23; ik ducht dat ze verdwaald waren en wou
ze juist naar 't politiebureau brengen."
Dat 's toevaLig," antwoordde de rechercheur,
maar as js nou tcch plan had om naar 't bero
te gaan, gaat dan maar es mee, dan ka-je 't
zaakje vertellen au de commissaris."
Dat hosft niet meer." protesteerde Builing,
de kinders zijn nu terecht, die vrouw is zeker
de moeder!''
Hoeft r/iet . . . hoeft niet ... ja dat hoeft
wel," snauwde de rechercheur. Allo, schiet
op; d'r komt hoe langer hoe meer volk; zoo
meteen slaan ze je op je gezicht en dan kanne
wij der niks an doen."
Maai' dat h afschuwelijk,''' j immerde Builing
voorbereid worden dan door aan het Neder
landse kind te zeggen: je taal geeft je ziel terug,
laat die vrij klinken.
Ea nu vooral, nu is het meer dan' nodig, dat
wij allen meedoen aan de strijd tegen t et
geschoolmeester. ZuidrAfrika vraagt meer dan
eens, vde5r en nu ook al ra de oorlog, bij
ruonde van den heer Man veM, om vereenvou
diging van onze manier van schrijven. Waarom?
Het Eogels is toch noch veel lastiger van spel
ling; ja maar vooral ook 'en wereldtaal,
gemakkelik te leren,'en taal, die overal door Z. Afrika ge
sproken wordt, terwijl ons Nsderlands daar voor
de Afrikaander altijd vreemd if. Is het nu niet
verstan^ir, om ons Nederlands zo eenvoudig, zo
Nederlands mogelik te maken. Zij namen de
vereenvoudigde spelling aan en vragen vanors
dat wij dat ook zullen doen. Is het voor ons niet
'en na tionaal belang dat onze boeken, onze denk
beelden, onze taal daar in goede aarde vallen P
Als de nood hier eens op 'c hoogste komt met
dreiang van dwingelandij, er is dan altijd noch
n plek waar onze taal en onze zeden zijn
blijv:n bestaan. De dood van OES geschool
meester is van onberekenbaar nut voor OES
voor ons ras.
Haarlem.
J. B. SCHEPERS.
ir.
Zaal IV en V der tentoonstelling zijn voor
namelijk gewijd aan onze Oost- en
WestIndische bezittingen. Wat aanstonis treft, ,'s
de veel geringere omvang dezer afdeeling, dan
der vorige. Het onderwijs in de land- en volken
kunde van Ind.ëschijnt nog n'et overal zdd te
zijn, als men dat in een land, waarvan de
weivaat t voor het grootste gedeelte afbangt van
de koloniëi, zou kunnen verwachten. Onder
de schoo kaarter-, welke men in zaal IV aan
treft, dienen wel in de eerste plaats genoemd
te worden die van Sehuiling (uitgave Thieme
te Zu fei ) en die van BJS, Rijkens en Van Gelder,
aan weke laats'e is toegevoegd een afzonder
lijke kaart van J*va. Da schoo'kaart vanNed.
Ojs'-Ind P, uitgegeven door S yffa'dt's
boekhande1, zal voor grootere klassen te onduidelijk
zijn, doch voor kleinere zeer goed bruikbaar.
Overigens vindt men er nog verschillende
schoo'kaarten, die wat uitvoering en afwerking aau
gaan, zeer »eel bij de reeds genoemde achter
staan. Voor schoilgebruik verdienen nog genoemd
te worden de 12 sehoolwandplaten van Neder
land: c'i Ojst-Indiëuitgegeven door Nyland
Kemink en Zn. te U recht.
H-:t eardrijkskundig genootschap zond in ver
schillende kaarten, die voor de school mindtr
iu aanmerkiig zullen komen. Zoo vonden wij
MUIIIIIIIIIIIIIIItllllimitltlMHIItKIIIIIIMIHmiHMIIIimmillMIIIIUUIM^
40 cents per regel.
imiiiiiiiiiiiiiiiiiiiHiHiiiHiiiHnmiitHimiiimiiiiiimi
KAMSTRA's Matrassen-, Bedden- M
Slaapkamer-Meubelfabriek, S D eek.
BED DER TOEKOMST met 10 jaar garan
tie. Leri'rJle selert 1S9S pi. m. 7OOO
stellen. Geïllustreerde Prijscourant grati»,
Honderden bewijzen van tevredenheid. »
Specialiteit ijESGELSCHE LEDIKANTKX.
IIoofd-Depöt
VAN
Dr. JAEGER'S ORIG,
NöFiaal-folartMeD.
K. F. DEÜSCHLJS-BKNOKB,
Amsterdam, Kateerste. 157.
Eenig specialiteit in dei*
artikelen in geheel Neder L
Grand Yins de Champagne.
ERNESTIRROY,
H e i m s.
Dépositaires: 6. A.RIPPING&Co.,Amster( am
Piano-, Orpl- ei MnÉaiÊl
MEYROOS «k KALSIIOVEK,
Arnhem, Koniugsplein.
VLEUGELS en PLANINO'S in Koop en in En».
Repareeren Stemmen Ruilen,
terwijl z'n haar in de wind fladderde en z'n
hoed nog altij l ergens op elen gro:;d lag.
Hier lekkere jongen, daar hèje J9 hoedje,"
riep 'n man uit 't volk en Builirg voelde
onzacht z'n hoofddeksel op z'n haar drukken.
Toen liep hy mee tusschen de rechercheurs, de
vrouw met de twee kinderen, die ook nog hun
taarije in de hand hielden voorop, en achter
hem 'n scheldende menschenmassa.
Zoo zag ik hem toen ik juist van de beurs
kwam met eenige kennissen. Ik vloog naar
hem toe.
God, Builing kerel l Wat is dat?"
Hy liief de band op en zag me wanhopig aan.
Toen ^aren we by''t politiebureau en Builing
we:d bini engeleid, ook de vrouw en de kinderen.
Hiermede was de zaak afgeloopen. Builing
kende den commissaris en deze hem; ik kende
beiden, werd toegelaten en 'n kwartier later
hadden we vrijheid tamen te vertrekken.
Ook de vrouw was overtuigd. Builing gaf haar
een rijksdaalder omdat hy' gevoelde liat haar
bruusk optreden van haar standpunt (e recht
vaardigen was. Hij heeft zich de zaak erg
aangetrokken. Op weg naar huis sprak hy geen
woord. Toen we by z'n deur kwamen en ik
afscheid wilde nemen, was 't of er 'n snik uit
z'n borst opwelde.
Morgen weet de heele stad 't dat ik naar
't politiebureau ben gebracht," sprak hy niet
gesmoorde stem.
Ik knikte peinzend en ernstig. Toen kreeg
ik 'n goed denkbeeld.
Dan moeten ze de geheele ge6chieder.is
kennen," riep ik uit, beste brave Builing, daa
zal niemand er je minder om achten."
Hij maakte 'n mismoedig gebaar.
Maar hoe . ., maar hoe ?"
Laat dat maar aan mij over,'' riep ik Lij:.a
geestdriftig.
En ik maakte van z'n ervaring dit schettje.