Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1312
droegen zich totnntoe vrjj laks tegenover het
ergerniswekkend feit, dat boekbesprekingen
niet door kundige, eerlijke, betrouwbare re
censenten werden gegeven. In Parus heeft
men thans maatregelen genomen, om het ge
modder in de letterkundige kritiek, te keeren.
Er is opgericht een »Association syndicale des
critiques littéraires". Tot president van den
Bond is benoemd Giston Deschamps van de
Tempt, Marcel Ballot van de Figaro werd tot
vice-president gekozen. De jaugdige
vereeniging telt reeds over de honderd leden. In
Frankryk wonende vreemdelingen, die be
schouwingen leveren over fransche boeken,
kunnen ook tot den Bjnd toetreden.
Malaria, haar ontstaan, hare beslryding,
door H. J M SCHOO, arts, Krommenie.
Uitst van Hut Dagbladvoor de Zaanstreek
1902.
Het is volkomen verklaarbaar en begrype'.yk
dat, wanneer men in eene landstreek woont,
waar eene bepaalde ziekte meer dan elders
voorkomt, men als geneesheer zich geroepen
gevoelt niet alleen door eigen onderzoek zich
op de hoogte te stellen van alles wat deze
ziekte betreft, doch ook zijn beste krachten
wil aanwenden tot het uitroeien van deze.
Van den scbryrer van bovenstaand boekje
mag worden beweerd,-dat h\j in dit op ziedt
tredaan heeft ^wat weinigen vóór hem deden.
Hiervan getuigt menig artikel uu en dan in
wetenschappelijke tijschriften gepubliceerd,
hiervan getuigt wederom deze studie, die in
populairen vorm het vraagstuk der malaria
behandelt op eene wyz9, zooals de
hedendaagsche wetenschap slechts eisenen kan.
Het standpunt dat tegenwoordig door de weten
schap wordt ingenomen h thans vrij algemeen
bekend en ko'mt hierop neer dat, terwyl men
vroeger meende malaria te moeten toeschreven
aan het inademen van schade'yke uitwase
mingen en dampen, uit bodem en water voort
komende, men thans zeker is, dat dez4 alom
verspreide, doch op sommige plaatsan met
groote hardnekkigheid en uitgebreidheid
heerBchende ziekte, te wijten is aan eene plantaardige
parasiet, de pj,as > odium milariae, welke door
sommige insecten, met name door de muggen
va a de soort Anopheles, van mensen op mengen
wordt overgebracht. Op welke wy ze dit geschiedt,
welke de voorwaarden zy'n die dit begunstigen,
hoe men tot de kennis van een en ander is
gekomen, welken logischen weg men tot het
bestreden der ziekte heeft in te slaan, dit
alles en roe veel meer vindt man in dit
boekske van 31 bladzijden helder uiteengezet
en met plaatjes g 'Mustreerd
Ei daar de prys (/ 050) geen beletsel
behoeft te zyn om deze pennevrucht des heeren
Scboo in handen te doen komen van ieder,
die in dit onderwerp belang stelt en onge
twijfeld zal dit in ons aan malariastreken zoo
.rijke land, met zeer velen Int geval zyn
meenen wy ter dezer plaatse met dit korte
woord van aankondiging te kunnen volstaan,
in de o ertuigiog dat niemand deze belang
rijke by'drage tot vermeerdering van kennis,
onbevredigd ter zij ie zal leggen.
Dr. K.
?timiiiiiiiiiiitiiriiniitiiiinniiiiiiiiiitiitMiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiiitimiititmiHt
A/ETENSCHAP
Eet TTypnolwme, door
Dr.C. J.VVlJNAENDTS
FRANCKEN, Amster
dam, Seheltema en Holkema's
Boekhandel, 1902. Prijs ?225.
Wij, Nederlanders, worden wel eens de
Chineezeu van E'iropa genoemd. Zou men dit aan
den eenen kant kunnen beschouwen als een
vleiende erkenning van onze vroegrijpe beschaving,
van onzen handelsgeest en ons vlug verstand,
aan den anderen kant wijst de min gunstige
bedoeling, welke veelal aan die vergelijking ten
grondslag ligt, pp een zekere traagheid in het
meegaan met nieuwere denkbeelden, waardoor
wij dikwijls de laatsten zijn, die ze toepassen.
Overijling h allerminst een karaktertrek van
ons volk. Integendeel houden wij gaarne vast
aan zekere begrippen en opvattingen, die nu
eenmaal het burgerrecht verkregen hebben,
ofsc'ioon ze evengoed tegenkanting ontmoetten,
toen zij nog tot de nieuwigheden behoorden.
Met mate toegepast is deze bedachtzaamheid
p-ijz nswaardig, maar er is wellicht geen deugd,
die zoozeer geneigd is in eea gebrek te ont
aarden, ah deze. Er vat dan een zeker voor
oordeel post tegen al wat nieuw schijnt, dat te
moeilijker is te overwinnen, zoodra dat nieuwe
s'amt uit een omgeving, waar men onzen
bedaehtzamen volksaard vergeefs zou zoeken. De
achterdocht, waarmede A nerikaansche ontdek
kingen en Fransche theoriën hier te laide
oatvangen worden, is daarvan het beste bewijs. Ds
tafel cpstond en in uitgekozen woorden de
gelukzaligheid van den echtstaat prees ?
De heer kapelaan vatte 't zoo goed! men
zou 't niet gelooven, hij, met z'n broodmagere
gestalte en diepliggende oogen. De zwarte
soutane droeg hy tot aan den hals
toegeknoopt, de nauwsluitende kraag omspande den
hals, maar zy a tong was los geworden. De niet
zuinig genoten wyn ea bier hadden er toe
bijgedragen, ook de warmte, 't drukke gepraat
doorspekt met aardigheden rondom hem, en de
volle blozende wangen der bruid tegenover.
.De kapelaan werd zeer spraakzaam en datgene
Wit hem ontzegd was, wist hy zeer
aantrekkelyk te beschryven; hy was dan ook nog jong
en praatte zich zelf in 'n rues; in zijn bleek
gelaat kwam kleur en zijne oogen begonnen
te schitteren.
Ds bruidegom staarde hem aan, keek vlak
nav z'n mond wat diéal niet vertelde!...
Van de liefde, die reeds in hun prilste jaugd
was ontloken de liefde die zy in trouw en
kuischheid voor elkaar heilig gehouden hadden.
...?Het is niet goed d*t de mensch alleen
zij"" sprak de heer kapelaan en het zweet
parelde hem op 't voorhoofd daarom schiep
God den man en de vrouw en..." - zich op
eens bezinnend sloeg hy de oogen neer en
basloot zalvend: Zoo zyt gij minnenden dan
nu vereenigd; wees4, gelukkig en geniet in
nedrigheid en deemoed van het geluk dat u
beschoren ia. Een God welgevallig huwelijk,
waarop zijn zegen rust, is een voorproef van
het paradijs !'' , . ,
Lang, lang zullen ze leven, hoerah ! l
Al de glazen werden opgeheven en
aangestooten ; men schreeuwde, joelde en trappelde
met de voeten.
Wat spreekt m'neer de kapslaan toch
mooi I" fluisterden de vrouwen geroerd en de
mannen onderdrukten met moeite'n ondeugend
lachje. Veel hadden ze er alle niet van
begrehambug van het eene en de wuftheid van het
andere volt staan in onze gedachten nog steeds
op den voorgrond. Noch trotsche vindingen,
noch schitterende vernuften zijn in staat ge
weest, het instinctief gevoelde karakterverschil
te doen vergeten.
Het is dan ook misschien juist wegens den
bloe', waartoe het hypnotisme in Frankrijk ge
raakt is, dat het hier te lande nog steeds met
zekere geringschatting wordt aangezien. De
wonderlijke dingen, die men er van hoort ver
tellen, en welke door halve kennis of onkunde
niet weinig zijn verbasterd, schijnen ons toe
zoo geheel te passen bij den Franschea
volktaard, zoo licht bewogen, opgewekt van tempe
rament, levendig van verbeelding, ontvankelijk
voor indrukken, dat onze nuchterder levensbe
schouwing geneigd is, glimlachend de schouders
op te halen. Slechts enkelen niet bevangen door
zulk een vooroordeel Dr. F. van Eaden,
Dr. A. W. van Renterghem, Dr. de Jong, Dr.
C. J. Wijaaendts Francken hebben zich de
moeite getroost, de hypnotische verschijnselen
te onderzoeken en gelijk het meer gaat met
het schijnbaar onjelotfl jke hun geschriften
zijn daar om te getuigen dat men geenszins
met een spel der verbeelding te doen heeft.
Het is voornamelijk om de hier te lande nog
bestaande misvattingen omtrent het hypnotisme
weg te remsn, dat laatstgenoemde het boven
aangekondigde werk schreef. H>e die misvat
tingen ontstaan zijn, blijkt uit de Historische
Inleiding", waarmede het eerste hoofdstuk ge
opend wordt. Deden ds ongewone verschijnselen
van htt bypnotisme, schijnbaar zoo geheel af
wijkend van onze alledaagsche ervaringen, bij
de oppervlakkige beoordeelaars de gedachte aan
kuastenmakerij ontstaan, de onderzoekingen van
Caarcot uitsluitend met hystericae lieten boven
dien de meecing postvatten, dat het bypnotisms
in nauw verband staat met een ziekelijken toe
stand van het lichaam en derhalve gevaarlijk is.
vVel toonden anderen (O.H. Barnbeim) aan, dat
verreweg het maerendeel der menschen 90 /o)
vatbaar is voor hypaose, maar de autoriteit van
Charcot was nu eenmaal gevestigd en deed de
verkeerde meening bij het, publiek standhouden.
Er vestigden zich in Frankrijk twee scholen
ter bestndeering van het hypnotisme: die van
Parij', welke, met Charcot aan 't hoofd, de
hypnose beschouwde als een néorose exp
rimentale, wier verschijnselen een nauwe verwantschap
vertoonen met de symptomen der hysterie" (b!. 9)
en die van Nancy, waarvan Bernheim de woord
voerder, doch Liébeault de stichter was, en die
de verhoogde suggestibiliteit als boofdsymptoom
aannam, doch de overige verschijnselen van
secundairen aard achtte. Ziet eerstgenoemde
school in de hypnose ,een kunstmatig te voor
schijn geroepen psychopaihologischen toestand,
gekenmerkt door tal van somatische verschijn
selen en alleen te verwekken bij reeds aanwe
zigen hysterische» aanleg," (bl. 9), volgens de
school van Niney vloeien deze verschijnselen
voort jruit een eigeuaardigen psychischen toe
stand" en is de kunstmatige slaap geenszins
het eigenlijke beoogde doel, maar slechts een
middel om tot de verhoogde suggestibiliteit te
geraken." (il. 12).
Ia het tweede hoofdstuk behandelt de schrij
ver de hypnotische techniek en wat daarmede
in verband ataat. Op den voorgrond wordt
daarbij gesteld: het geven der suggestie, terwijl
voor de totstandkoming der Lypnose bij het
sujet zekere p yehisch passieve toestiud wordt
vereischt." (hl. 29/. Hebben wij hier feitelijk
niet met wilsuitingen t; doen? Wat wil het
geven der suggestie, het opdringen van een
denkbeeld, het aanzetten tot een handeling aaders
zeggen, dai een krachtig willen dat het sujet zich
onderwerp? aan het verlangen van den hypnoti
seur? En wat heeft de passiviteit van het sujet
aaders te beteekenen dan een terzijde stellen
van eigen wilskracht? Donato begeerde: nie
mand kan gehypnotiseerd worden, die van het
eerste oogenblik af zich verzet tegen het hem
bevolene." Dan toch gaan van beide personen
krachten uit, die elkander tegenwerken. Maar
iedereen weet, dat het uitoefenen van wilskracht
vermoeit en phy-ieke afmatting met zich brengt.
Dat dus, gelijk de schrijver zegt, de moge
lijkheid niet geheel is buitengesloten, dat iemand
ook tegen zijn wensch in gehypnotiseerd wordt,
(blz. 29) is op zeer natuurlijke gronden te ver
klaren. Het ware te wensc'ien geweest, dat op
de rol, die de wil in het l ypnotisme speel*,
meer nadruk gelegd was. De verhouding van
den lypnotiseur tot zijn suj -t z >u dawdoor
duidelijker geteekend zijn. Mogelijk heeft het
determinisme, dat iti onze dagen bij alle vraag
stukken, 's menschen wil betrtffmde, voorzit,
hem hiervan weerhouden. Ei toch, wijzen de
verschijnselen van het hypnotisms niet onmis
kenbaar op het bestaan van den wil als psychische
kracht? OA het feit, dat arbeiders, landlieden,
soldaten, enz., die gewoon zijn te gehoorzamen,
veel lichter dan anderen in liyptio e vervallen"
(blz. 31) wijst er op, dat men hier met wer
kingen van den wil te doen heefc. DJ schrijver
neemt aan, dat zij door hun dagelijksche
levens
IBHBiMMHiiiimniHmmimiiiiiiiiniiiiiiiiiiiiiiHiiiiiiniiiiiiuMiiiiiim»
pen, anders zou menigeen niet zoo grif mee
ingestemd hebben, want de eene min slosg zyn
vrouw en 'n andere werd door haar geslagen.
Maar 't jonge volkje was nu niet langer te
houden en drong naar den tuin; d; groene
grasvlakte mat de boomschadiiwen, waarin de
namiddagzon gouden kringetjes tooverde, trok
ze machtig aan. Ain den danslust kodden ze
niet langer weerstaan.
Op de ruw opgeslagen stellage begonnen de
muzikanten te spelen en spoedig zwaaiden de
blauwe, witte en roae rokken. D^arrele d
draaiden de j mge piren in 'c rond; sneller
ging de ademhaling, de boazem hijgde, vaster
drukten de armen ...
DJ vogeltjes tussch-an de ta'fkan zwegen
a^en. De gra vlakte w:rd platgetreden, de
vioolen fiedelden, de bis kraste schroem,
schroem". 't Wn 'n vroolijk juichen en lachen
dat door heel 't dorp weerklonk ...
Djiar ginds voor de allerlaatste hut hoorde
m*i ook nog de muziek. Enkele tonen, door
den wind gedragen, zweefden 0.3.1, maar
ondnidely'k, afgebroken, zonder melodie.
In den verwilderden tuin onder 'n oude
appelboom zat Cecile Bienasch Cile, zooals
ze algemeen genoemd werd. Droomsrig luis
terde ze ; eensklaps schrikte za op : dat was
'n faeatschot l
Da gouden zonnestralen gleden tusschen de
bladeren van den appelboom en beschenen het
ziekelyk blaeke voorhoofd; de slapen wiren
ingevallen, tu->schen de oogen had zich 'n
smartelyk diepen limpel gevormd.
Ze zat in grootmoeders oude leunstoel; dien
had men voor Inar buiten gabracht en voetje
voor voetje had ze er zich heen gesleep'.
't Was heden voor 't earst da' ze weer
buiten kon koaien; binnen in da half donkere
kamer was 't zóó stikkend warm ea bedompt
geweest! Het wit-blauw geruite kassen tal
omstandigheden en bsroepsbszigheden
goedgelooviger en impressionabeler geworden zijn,"
(bl. 31) maar is juist niet de ondergeschiktheid
aan anderen een hoofdkenmerk van die levens
omstandigheden? Da' heeft hen geleerd, hun
wil te onderwerpen aan diea van de boven hen
staanden, en verzekert dus aaa den hypnotiseur
een gemakkelijker succes.
IQ het derde hoofdstuk worden de kenmer
kende verschijnselen van de hypnose vermeld.
Zij bestaan in een verhoogde suffffeslióiliieii, een
vermeerderd automatisme en het op'reden van
illusies en hallucina ies" (hl. 40). Als merkwaardig
voorbeeld vaa onwillekeurige spierbeweging
noemt hij dan: de tafeldans. Dit is wel een
bewijs welk een taai leven de dwalingen van
groote mannen hebben. Want hier spreekt Dr.
Wijnaendts Francken den beroemden Faraday na,
die me?nde den tafeldans zoodosude te hehben
verk!a\rd. Mtar het is reeds ruim dertig jaren
geleden, dat Prof. William Crookes de mogelijk
heid aantoonde van het in beweging breng«n
van voorwerpen zonder stoffelijke aanraking 1)
en daarmede de verklaring van Faraday ont
zenuwde. De waarnemingen van Crookes zijn
door tal van anderen bevestigd, in onze dagen
opnieuw door de onderzoekingen va i Schiaparelli
met Emapia Paladino.
Wat het gedachtenlezen betreft, verklaart de
schrijver, dat er steeds zeker lichamelijk con
tact dient te bestaan tusschen den
gedachtenlezer en zijn sujet, aangezien aniers geen
overp'anting van nerveuse aandoening mogelijk ware
en wij te dien opzic'ite geen overspringende
werking op afs'and kennen" (il. 42). Hierin
vergist Dr. Wijnasndts Francken zich echter,
want de mogelijkheid van gedachtenoverdracht
zonder lichamelijke aanraking en met uitsluiting
vaa elke zintuigelijke waarneming is reeds in
het jaar 1832 langs wetenschapptl jken weg
aangetoond 2).
Merkwaardig zijn de wijzigingen, die in den
hypnotischen toestand optredtn in den gewonen
gang der zintuiglijke waaruemii g,m. Toch vraagt
men zich af, welk nut het heeft, een sujet in
een rauwen aardappel te doen bijten alsof het
een sapp'ge peer was, of een s'ok inkt te doen
drinken ouder de -llusie, dat een g'as wijn werd
gebruikt. Zulke proefnemingen zullen stellig
niet medewerken om het bestaande vooroordeel
tegen de i yp:ose weg te nemen. Niemand is
er op gestelJ, zich als een dwaas aan te stellen,
zelfs niet in een klinkt. Da schrijrer wil de
Lypnose bep:rkt zien tot nuttige doeleinden en
haar niet misbru;kt hebben ,als middel vati
bestaan door haar ten tooneele te voeren in
openbare bijeenkomsten" (si. 91). Maar ook
proefnemingen in besloten kring buiten weten
en zonder voorafgaande toestemming van bet
sujst zijn niet zonder bedenking te achten.
E-n afzondetlijk hoofdstuk wordt dan aan de
suggestie gewijd. Schr. stelt belder in 't licht,
hoezeer wij allen aaa su^estis-! van allerlei
aard zijn onderworpen, zoodat de
suggastibiliteit hoegenaamd niet als iets al/normaals is
aan te merkea en geenszins wijst op zwakte
van geest, noch op zekeren neuropathischen
toestand, maar dat zij integendeel een hoogst
gïwoon en a'gemsen verbreid verschijnsel is,
dat beschouwd kan worden a's een grond
eigenschap van den geest" (il. 57,.
Wij ondervindt n niet slech's den invloed van
onze psrsoonlijte omgeving, maar ook dien van
de maatschappij eu in 't blzouder van de pers
gaat een suggestieve kracht uit, die wij allen
min of meer voelen^ De dagbladpers met haar
veelvuldige vermeld.ng van gruwelen, misdaden,
zelfmoorden, eoz., oefent zeker dikwijls een zeer
schadalijken invloed uit. Want de herhaalde
kennismaking met zekere misdrijven, hetzij dan
in de verbeelding, hetzij in werkelijkheid, maakt
langzamerhand daarmede vertrouwd en stompt
den aanvankeüjkeri afschuw af. En hoe boeiender,
smakelijker, pr.kkelender en mjiterieuser zulke
gebeurtenissen worden voorgesteld, hoe meer
zij in den geest van din ontvankelij'sea lezer
zullen postvatten, om daar wellicht de begeerte
te wekker, ze zelf ts beleven. Moeilijk is dan ook
in te zien, waarom hier niet, evenals dit ge
schiedt ten opzichte van pornograüichelitteratuur,
zekere censuur zou kunnen wordea ingesteld,
welke zulke gevaarlijke invloeden, die geen
enkel nut afwerpen, zou wegnemen en heilzaam
zou kunnen werken in het tegengaan van een
ziekelijke verbeelding, waarop vele schrijvers
helaas maar al te veel pp:culeereu" (il. 07).
Het vijfde hoofdstuk over slaap en droom,
alsmede de wetenschappelijke verklaring der
Lypnot.sche verschijnselen is n>'et veel meer
dan een belijdenis van de Ojkunde d^r weten
schap. DJ meest alledaagsche verschijnselen vaa
ons leven vormen een reusachtig mysterie. Wij
weten er niets van. Men moet zich waarlijk
verwonderen, dat, wij daarover zoo weinig ver
wonderd zijn. T ic'i levea wij kalmpjes voort,
en laten het levensp-ocss m -t ons gebeuren,
alsof het ons niets aanging. Zoo goed als wij
de levenlooze stof bsheetschen, zoo mac'iteloos
staan wij tegenover de levende materie. Het
nietigste infusiediertje g< draagt zich tegenover
cminiiiiHiiiiiHiipsiiimmmiiimuiiiiiMHMittMiiiHiiiiiffMfii
men haar in dm rug geitopt, want ze was
nog ?óó zwak, dat ze nauwelijks alleen staan
kan. Haar voeten rustten op 'n grooten steen ...
Wat was 'c gras hoog opgeschoten l en hoe
welig staan de volle witten b'oemkruiaen van
de dolle kervel! Wat z'.ea die er onschuldig
en sierlyk uit, met hiar donker groene bla le
ren en toc'o is 't 'a giftige plant ! Wie ervan
eet, moet stervan. O ja, ze herinnerda 't zich
nog heel goed; toen ze nog op school was
had 'n meisje naaU haar gezeten die gedacht
hal dit 'c peterselie was ea aan da stengels
gekauwd had; ze was ziek geworden en spoedig
gestorven ... alle waren 23 mee geweest bij
de begrafe; is. . .
Ha! 't B esks meicj; rilde; ze had 't koud
niettegenstaande de zon op het blonde hoofdje
scheen,en er van. 't op?n veil, achter het ver
vallen hekwerk, 'n warme wind woei. Daar
had de rijkj Bioiberski nu aardappelen ge
plant; in de vorige herfst was 't nog 't
stoppelveld gsweest en da hooge groote hjoiberg
h id daar gestaan ...
C Ie hield haar danne vingers tegen 't zon
licht; 't schemerde licht rood onder de
matwitte huid. Daar was dus toc'n nog bload in
haar, en zij dia gedicht had, dat ze geen
druppel meer in 't lichiam had, altijd voelde z\j
zich zoo koud, zoo ijskoud ...
Ze hui/erde, dook geheel ineen, steunde met
de ellebogan op de knieën en liet 't hoofd in
de handen rusten . ..
Cile was hard ziek geweest en lang ook.
Toen zs moest gaan liggen stond die oude
appelboom in bloai en 't gras had de licht
groene Maltint. N'.emand had gedacht dat ze
in 'c leven zou blijven; 'n oude vrouw was
eiken dag gekomen. Ea wat 'n geld dat alles
gekost had ! Al wil men geen drukte van zoo
iets maken drankj vs moaiten er toch gehaald
worden en op 't laatdt ook den d )kter. i^n
dan dat kleine gratja bij deo kerkhof.-muur!
ons, als ware het onze gelijke. Ea het zal niet
zijn voordat wij ons van dit stofl :ven losgemaakt
en er ons boven verheven hebben, dat wij. het
zullen kunnen begrijpen.
Dat onze droomen niets anders zouden be
vatten dan tal van herinneringsbeelden, van
wier bestaan, men zich niet eens bewust is,
moet op grond van het voorkomen vaa voor
spellende, waarschuwende en helderziende droo
men betwijfeld worden. 3)
Daarop wordt door den schrijver het vraag
stuk der nadeeligheid aaa de orde gesteld, en
komf hij tot de slotsom, dat het hypaotisme
slechts door bevoegde psrsoner*, en wel door
geneeskundigen mag worden uitgeoefend (il. 91).
In theorie klinkt dit wel aannemelijk. M*ar in
de practijk is voor den lypnotiseur nog iets
anders nooiig, dan een dosis aangeleerde kennis,
nl. wilskracht. Zonder dese vermag hij niets. Zij
is het onmisbare element, dat door geen kennis
van de hypnotische techniek is goed te maken.
Dat velen nimmer in staat zullen zijn het be
roep van psychotherapeut goed te leeren(bl. 25)
spruit voornamelijk voort uit gebrek aan d,t
eene noodigf. Wilskracht en kennis hebben niets
gemeen. Wilskracht toe1! is wel te ontwikkelen,
maar niet aan te leeren. S aat men nu het
Lypnotiseeren slechts toe aan geneeskundigen,
dan wordt nan tal van personen, die krachtens
hun gaven bizonder daartoe gcë.gend zouden
zijn, de uitoefening van het uypnotisme ont
zegd wegens gemis van een academischen graad.
In plaats dat de geneeskudige faculteit d p
!-ycliotherap'e gaat moeopoliseeren, komt het dan ook
verkieslijker voor, haar een eigen bestaan te
verzekeren en tot een zelfstandige wetenschap
te maken, welker beoefenaren in de eerste p'aats
toegerust moeten zijn met de voor hen onmis
bare wilskracht. Ook op deze wijze zou ver
meden kunnen worden, dat oageroepenen het
lypnotisme uitoefenen.
Welk een eigenaardig licht het l ypnotisme
ook op de m-'isehelijke psyctte moge werpen,
het zou waarschijnlijk nooit zoozeer de algemeene
aandacht getrokken hebben, indien de toepassing
er van geen nut afwierp. Wij leven nu eenmaal
ia een practischen tijd. Bespiegelende weten
schappen zijn in di<crediet. Ia de eerste
plaa<s dan moet het hypaotisme en in
zonderneid de suggestie als een krachtig werkend ge
neesmiddel ia velerlei ziektegeva'len beschouwd
worden. Als zoodanig vraagt Dr. Wijnaendts
Francken er een plaats voor naast de andere
middelen, die de medische wetenschap in haar
mars voert. »G :wooalijk toch wordt te zuiver che
misch en mechanisch ia het leven van den pitlëat
ingeroepen en erkennen de geneesheeren te weinig
den grooten invloed van de psychische gesteldheid
op dea welstand des lichaams. Vermag men pijn
te stillen of, waar dit noodig is, slaap te wekken
door suggestie, dan is zoo iets zeker te ver
kiezen boven het inbrengen in het lichaam van
allerlei sc'iadelijke en vergiftige sti ff n als
rnorphine, autipyrine, enz. ter bereiking van dat
doel. Daarenboven is het onophoudelijk werken
met al die onnatuurlijke chemische verbindingen
gewoonlijk niet anders, dan een zuiver symp
tomatische behandeling der ziekte,, die w M, zekere
verschijnselen bestrijdt en tijdelijk wegneemt,
maar toch ia den groad de eigenlijke oorsaken
er van onaangetast laat, terwijl zij tevens iu
andere richting weer een nadeelige werking
oefent." (bl. S) Het geldt hier slechts de er
kenning en uitbreiding van een factor, die even
goed bij andere geneeswijzen gevonden wordt.
,Ia alle geneesmethoden tocb spselt de suggestie
een gewichiige roi " (bl. 9<i} //Gewoonlijk moet
de natuur zelf genezing brengen^ eu de arts
zich er toe bepaler^ daartoe mede te werken,
door de omstandigheden zoo gunstig mogelijk
ta mak-n en de belemmerende invloeden zooveel
mogelijk te weren." (ol. 99)
De geneesmildelen spelen dus meestal niet
anders dan een secundaire rol. Zij moeten,
zooals men dat huiselijk uitdrukt; de natuur
een handje help?D. Wat h bben wij echter
te verstaan onder die ,natuur" die ons geneest?
Het sp-eekt van zelf, dat het niet een kracht
buite» ons, maar een kracht in ons moet zijn,
die het organisme iu stand houdt. Het bestaan
van deze kracht is reeds in de eerste helft der
vorige eeuw aaogetoond door vou R-ichenbae'i 4)
en door hem met den naam Od bestempeld. Tal
van onderzoekers hebbea zijn ontddekking be
vestigd 5) en daarmede het natuurlijk,
heelinstinct, G) dat elk levend wezen eigen is,
kunnen verklaren. Het zou te ver voeren,
hierop nader ia te gaan, maar daar aangetoond
is, dat dit od van den eenen mensch op deu
anderen kan overgedragen worden, ligt het voor
de hand, hierin een midlel te zoeken om het
natuurlijk heeliastinct te versterken. Het od
is de kracht, die het zieke organisme moet
herstellen. De huidige geneeskunde tiacht deze
kracht te steunen door den odischen invloed
der medicamenten, maar is het niet veel een
voudiger, haar te doen aangroeien, door er het
od van een gezonl organisme aan toe te voegen?
Dit nu wordt door het magnetisme beoogd. Dr.
Wijnaendts Fra' eken wil het in zijuiuleidingdoen
!n Doodkistja moest er toch ook zy'n en de
kapelaan was mtêgeweest.
De weduwe Bienasch had telkens dreigend
haar vnist gebald, als ze aan Aloys Bamberjki
dacht en met woede in de ziel voor twee moeten
werken ... Ei Cile ? die had van dat a; les
haast niets geweten ze lag in bed te y'len,
met de vingers in de versleten deken
vastgekrimpt.
De oude grootmoeder hal naast haar gezeten,
de vliegen weggewaaid en den rozenkrans
gebeden.
'tli heel stil in den verwilderden tuin;
zachtjes ruischt de wind door den ouden appel
boom ; de witte dolle kerveltrosseu bewegen
en knikken geluidloos; ginds van het bloaiend
aardappelveld klinkt vogelgekweel, tiriii tirili",
'n zacht eentoonig sluimerlied. Van heel uit
de verte hoort men dansmudek. Cile
verroort zich niet.
Daar kraa'it de deur van de hut. Een gebo
gen vrouwtje komt buiten, legt de hand boven
ds oogen, en kijkt, met de oogen knippend, naai
den appelboom. Met baverig schuddend hoofd,
komt ze naderby; 't is een oud moedertje,
't gelaat vol rimpels en plooien, met inge
vallen mond en diepliggende oogen.
Cue," zegt ze zacht en le^t de hand op 't
gebogen hoofd, Cile l"
Het meibja schrikt op Goddank dat 't
moeder niet is; van die moot ze altijd hooren:
du' heb je nou ! fat komt 'r van l"
't Is grootmoeder. Zacht murmelt ze :
Grootmoeder, wat wou ja V"
Je moat binnen komen, kind!" Hrat ouij?
strijkt zacht over 't blonde haar, buigt dan de
?gebogen rug nog dieper omlaag om de klein
dochter in 't gezicht te zien.
J: moet niet sc'areien, Cile, toe schrei nou
niet' Als j; miar eerst batcr bant dat
andere wordt wel weer vergeten. De dokter
heefi. gister nog gezeid, dat je nu ga ge?"
voorkomen, alsof »het wetenschappelijk hypno
tisme ontsproot als een soort verbttei da editie uit
de vroegere leer van het dierlijk magnetisme, op
dezelfde wijze b.v. als de scheikunde haar oor
sprong nam uit de alchimie" (bl. l en meent,
dat het magnetisme ,thans tot het verleden
behoort" (hl. 3). Maar weet hij dan niet, dat
aan een der Daitsche universiteiten een leer
stoel voor het magnetisme is opgericht F Is hem
de adresbeweging om vrije uitoefening van het
magnetisme in Frankrijk onbekend, op touw
gezet naar aanleiding van de veroordeeling van
den magnetiseur Mouroux te Angers? Er moge
bij het magnetisme dikwijls suggestie in het
spel zijn, gelijk bij elke geneeswijze, het biedt
toch met het hypaotisme een kenmerkend ver
schil aan. Terwijl n.l. dit laatste een verhoogen
van de wilskrac'.t van den patiënt en een
direct inwerken op de ziekteverschijnselen be
oogt, waartoe dus. de Lypnotiseur zeer actief
moet op'reden, ligt bij hei magnetisme slechts
een versterken van het od van den zieke in
de bedoeling en laat men het natuurlijk heel
iastinct ongemoeid. Het is zeer de Traag, welke
geneeswijze de voorkeur verdient, en of de
natuur" zelve niet het beste weet hoe de
ziektekiemen te bestrijden.
Waar het echter geldt slechte gewoonten af
te leeren, daar is het magnetisme ontoereikend,
doch kan het hypnotisme op mooie resultaten
wijzen. Bérillon heeft proefondervindelijk de
heilzame inwerking daarvan op achterlijke en
ontaarde kinderen aargetoond. Het blijkt een
uitstekend middel te kunnen zijn ter bestrijding
van onarji0, nagelbijten, bedwateren,
leugenaeatigheil en kleptomanie. Ook de drankzuchtigey
wiens kwaal dikwijls haar oorzaak viadt in
wilsslapte, kan heil vinden bij het bypnotisme.
Ean hoofdstuk over de forensische beteekenis
van het l.ypnotisme besluit het boek. Waar
proefondervindelijk gebleken is, dat de hyp
notiseur krachtens zijn wil door het suj-t allerlei
handelingen kan doen verrichten, ook zelfs nadat
het normale bewustzijn schijabaar is terugge
keerd (p)stl ypnotische handelinger); rijst de
vraag ia hoeverre hiervan tot misdadige en
onzedelijke doeleinden misbruik gemaakt kan
worden. Wel schijnt de individualiteit van het
sujet nooit geheel te worden opgeheven, maar
dat er bilaBgrijke wijzigingen in gebracbt kun
nen worden, lijdt geen twijfel. Hierdoor wordt
een eigenaardig licht geworpen op het vraag
stuk der toerekeubaarheid, waarmede de rechter
rekening zal hebben te houder.
Terecht zegt de schrijver in zijn voorrede,
dat het hypnotisme niet alleen de aandacht
1) W. Crookes Researches in the pHenomena
of spiritualism. Zie ook: de Rochas. L'exterio~
risation de la mot.ricité.
2) Gurnty Myers, and Podmore. Phantasms
of the living.
3) Ze o s. Revue des '.udes Piych;'qiues,.
1901, bl. 225 e.v.
4) Von R ic'ieuhach. Dar sensitive Mensch
und sein Verhalten zum Ode.
5 Zie o.a. <?e Rocias. L'extériorisation de
la sensibilité.
G) Zie hierover du Prel. Die Philosophie
derMystik. Hoofdstuk V.
MUUIHHIIHItUllltlllllllHMIimilltMHIIMMHIMIIHIIIIIIIIIHIHI
40 cents per regel.
UllttninHftlllMIIIHIIWHHimtlllHImlIftlllHMHI
alleen echt, indien direct van mij betrok
ken Zwart, wit en gekleurd van OO et»
tot fl 14.05 per Meter. Aan ieier franc*
en vi*U van invoerrechten in huis.
Stalen ommegaand
G. Hermenerg, Zijde-Fabr. (k. & k. Hofl.) Ziirict),
K AM S T R A's Matrassen-, Bedden- en
Slaapkamer-Meubelfabriek, Sneek.
BED DEti TOEKOMST m&t 10 jaar garan
tie. Leverde sedert 1836 pi. m. 7OOQ
stellen. Geïllustreerde Pryseaurant grati».
Honderden bewijzen van tevredenheid. .
Specialiteit in EXGELSCHE LEDIKANTEN.
Piano-, Oriel- en IvMtanid
JtlEYROOS & KAKSIIOVICV,
Arnhem, Koningsplein.
VLEUGELS en PIANINO'S in Koop en in Huur.
Repareeren Stemmen Ruilen.
ze heeft moeite om 't, voor haar vreemde woord
uit te spreken genezen zyt "
Ik?"' Het meisje tracht te glimlachen maar
de mond heeft 't lachen verleerd; slechts
plooien vormen er z'ch omheen. Mat laat Cile
't hoofd op zij zinken, tot het aan de borst
der oude rust. Grootmoeder" fluistert ze ben
je boos op me ? En zeg me 's: zou 'k ooit
weer vroolijk kunnen worden ?"
Ja,1 ja!'' de oude vrouw wiegelt zich
haen en weer, over haar rimpelig gelaat hosit
'n lichte kleur zeker, zeker l Weet ja" en ze
legt haar verwelkte wang vertrouwelyk tsgen
die van 't meisje aan, ik zal je 's wat zeg
gen : 't is mij r, et zoo gegaan als j >u ! Ea ik
heb nog 'n beste man gekregen en ik ben
ook weer heelemaal vroolijk geworden ja
ja l 't Is nou eenmaal zóó. Schik er je
nou maar in en wees blij dat j e nou ga-genezen
bent, zooals de knappe dokter 't zpgt."
Met inspanning richt de kleindochter zich
op en leunt op den beverigen arm van de
grootmoeder; langzaam voet je voor vee j e,
strompelen de tjvee gebogen gestalten naar
de hut.
De verwilderde tuin is nu geheel vevlateo,
de zon h ondergegaan, 't begint te Rchemereo.
Uit de verte van 't bruiloftsfeest - klieken
nog altijd muziektonen, r,u duidelijk hoorbaar
door de doodsche stilte. O/er de valden etry'kt
de avondwind; de oude appelboom wordt er
door bewogen en opeens . .. pats.' iïaar valt
'n appel neer en slaat tegen d^ n steen aan
waarop de voeten van het meisja geru-:t hebben.
Die vrucht was wormstekig en moest afvallen . ..
Maar daar boven in de boom hangen nog
andere appelen en wanneer die mooi rood en
geel gekleurd zullen ijn, ssal Cec'.le
ze werT plukken en ervan eten.