Historisch Archief 1877-1940
DE AMSTERDAMMER
190JX
WEEKBLAD VOOK NEDERLAND
Onder Redactie van J. DE KOO en JUSTÜS VAN MAURIK Jr.
Dit nummer bevat een bijvoegsel.
Uitpers: VAN HOLKEMA & WARENDORF, Heerengracht 457, Amsterdam.
Het auteursrecht voor den inhoud van dit Blad wordt verzekerd overeenkomstig de wet van 28 Juni 1881 (Staatsblad No. 124).
f 1.50, fr. p. post f 1.65
mail 10.
. . . " 0.12'/»
Dit blad U verkrijgbaar Kiosk 10 Boulevard des Capncines tegenover het Grand Café, te Parij».
Abonnement per 3 maanden
Voor Indiëper jaar
Afzonderlijke Nummers aan de Kiosken verkrijgbaar
Zondag 24 Augustus.
Advertentiën van l?5 regels f 1.10, elke regel meer. f 0.2O
Reclames per regel ; 0.40)
Aainonce» uit Duitschland, Oostenrijk en Zwitserland worden, «'tslnitend aangenomen door
de rm» RÜDOLF MÜSSE te Keulen en dooi alle filialen dezer firma.
INHOUD»
VAN VERBE SN VAN NABIT: Het nieuwe
pantsereehip. Een aanwinst Voor onze Marine?, door G.
Bedenkelijke Wét-interpretatie, door Y. Keizer
Wilhelm en de Beicrsche clericalen. SOCIiLE
AANGELEGENHEDEN: Klerkenkamers, (Ing.),
?door P. Bedrage tot de geschiedenis der
Vjikbe*egmg.l,door Dixi. KüNST EN LETTEEEN-. In
het Stede!tfk Museum, door i. W. N. Signale
ment, door Jan van 't Sticht, («net .portret). ?- De
?eerste -internationale tentoonstelling voor moderne
decoratieve konst te Tur^n, I, door P. J. W. J. van
.der Bnrgh. Otto Jalius Bj«rbanm, door Albert
£ehm. Guglielmo Fer-rere's grootheid eu verval
van Eome, door Van Eljnberk Jr. Geschiedenis
van !het Pestwezen in Nederland vóór 1795, duor
?mr. dr. J, C. OvervoorJte, beoordeeld door -C. J.
JJeelenkamp. Von Berg and; Thai, Gedidhte,
JErziihlnngen nnd Skizzen 'Von M. J. Zippen3erf,
beoordeeld door 3. Redaingi«s. FETJILT.ETON:
Van dienstmeisje mevrouw. Oorspronkelijke «ohets
door mevrouw B. déGr.?v. C. RECLAMES.
VOOB DAMES. Internationale tentoonstelling
?en internationaal congres te Parijs, door Elise A.
Haighton. Voor hen die mensch willen worden,
door Vroowke. Eene bijverdienste die zij 'niet
.graag missen zou, doorG. C Stellingwerf Jentin'k.
Alcoholvrye dranken, door P. H Ey'kman. Allenlei,
?door Caprice. SCHAAKSPEL. FINANCIEELE
EN OECONOMISCHE KBONIEK, door D. Stigter.
"Een vulkaan in relief, door JJ. F, Niermeyer.
4NGEZONBEN. ADVERIEEBUEIEN.
?MIIIIIIIHIIIIIlUIIIMIfMIIIHIIIMIMIIIItlHIIIIIHlIIIIIIMIIIIIMIIIIIIIIIlUHIUMII
fflet nieuwe pantser&chip.
tea .aanwinst voor onae 3ttarinel
iBtj de Tweede Kamer der-Staten-Gene
raal ia een wetsvoorstel aanhangig om de
txjgrooticg van de Marine voor het loopende
dwrw^jaar te verhoogen; de bedoeling van
dit «wetsvoorstel is om. den Minister van . ,.
Marine in staat te stellen een nieuw .pantser- .(Handelingen blz. 588). Conclusie: het
kanon1 van 24 cM. snelvuur geeft dus
kende autoriteiten) niet minder beslist. Op
blz. 153 schrijft hij aangaande dit punt:
»While, therefore, as at the battle of the
Yalu, the heavy ordnan-ee (zwaar geschut)
can scarcely be eaid to have justified its
presence, the quick fring gun (snelvuur
geschut) again showed pre eminence as
a naval weapon." t
In overeenstemming met de aangehaalde
conclusie is dan ook -op de nieuwst-e
groote Amerikaansche slagschepen de ver
houding van het aantal -sn-elvwurkanonnen
(dat zijn de kanonnen van middelbaar
kaliber tot 15 cM. toe, met^enbeidspatroon)
tot het geschut van zwaar kaliber zeer
groot, bijv. als : 4 uf 5. Op het pantser
schip Koningin Regentes bevinden zich,
behalve de II kanons van 24 cM., slechts
IV kanons van 15 cM. snel vuur en eenige
snelvuurkanonnen van minder kaliber, die
hier buiten beschouwing kunnen blijven;
bij behoud van die H 24 cM. kanonnen
kan in dien toestand natuurlijk geeiie ver
betering worden gebracht, -omdat het ge
wicht voor geschut aan boord beschikbaar
aan een bepaalde grens is gebonden. Hierbij
moet worden opgemerkt, dat het 24 cM.
kanon, ten onrechtewordt genoemd: »24 cM.
snelvuur," -omdat, zooaks de toenmalige
minister van Marine in de vergadering
van de Tweede Kamer van &6 Decerab.-r
1898 verklaarde (Handelingen blz. 580),
zijn afvuurinrichting geheel gelijk is aan
die van een middelbaar snelvuurkanon,
Maar het projectiel en de lading worden
?afzonderlijk in het kanon gebracht; het
kanon heeft dus .geen eenheidspatroon>(en
laat er ons bijvoegen: kan die ook niet
hebben) zooak de snelvuurbanonnen van
middelbaar 4aliber waardoor juist het
?laden bij deze zoo vlug gaat en waaraan
zij den naam snelvuurkanon on t leen en.
<0,p eene nadere vraag van den heer
Pijnappel verklaarde de minister later nog:
Met een kanon van :24 cM. kunnen
.gedaan worden :20 schoten in het half uur,
?met een van :15 cM. '90 en met een van
J7.S .cM. 225 schoten in het half uur
j -type Kon i n gin-Regentes -op stapel te
zetten, dat 5200 ton waterverplaatsing zal
hebben en waarvan de kosten .geraamd
«jn qp ? 4,700^000.
Is <de aanneming van dit wetsvoorstel
.geweneoht?
Het mu voorgestelde schip zal, /zoo het
wordt eangenomen, het vierde
pantserechip ztjjn ^an het genoemde type,
waar; mede on«e,Marine verrijkt wordt. Dagenen,
i die in de llaatste jaren gevolgd hebben, wat
«,op Mariae-^ebted is voorgevallen, euilen
#sich herinneren, dat herhaaldelijk -en in
«?erschillen<ie'bladen stemmen zijn opgegaan
«am. te waarschuwen tegen den aanbouw
v*n pantsereehepen van het type
Konin-ginl&egentes. Niet alleen door 'ons is over .die
chfpen een afkeurend oordeel uitgesproken
(naap zie de nummers van dit blad van
16 J^pril 1899, W Mei 1899, 27 Augustus
18S9'. en 24 Dseember 1899); maar dit ie
ook geschied van «ene zijde, die algemeen
als «esp zeer bevoegde wordt gekenschetst.
Wij bedoelen daumede den Gep. Schout
bij Naofct Guyot in «partikel in de Nieuwe
Rolt. G&irant van 22«o 23 Februari 1899.
In beef d zaak moetejt wij naar de ge
noemde Artikelen verwajzen, maar willen
hier het -splgende aanteekenen.
Een der voornaamste bezwaren tegen
liet ger.oeaitle pantseraebip geldt de be
wapening safc* II kanon* nan 24
cM.,opo^teld in tn$e zwaar gepantserde torens,
5i« vrijwel al A»et voor het geeehut beschik
bare gewicht ie beslag nemen, zoodat ni«,t
meer dan IV isoonnen vaa t5 cM. kun
nen -worden opgesteld en dus dit laatste
geschut (snelvuurgeschut vaa middelbaar
kaliber) dientengevolge slechte een
secungeen rapid fire, zooals de Amerikanen dat
bedoeld hebben:: to ;6re the largeet
numj ber of shots in the shortest pace -of time.
(Sountifie American 1-0 .Sept. 189S).
j Maar, zal men .allicht vragen, waarom
[ wordt dan toch dat «ware geschut behouden?
Op die vraag verneemt men als antwoord
de oude motieven: het grooter
doorbarings, vermogen van de projectielen uit dat ge
schut en het gelukkige schot, als het,gelulst
den pantsergordel te treffen. In de ver
gadering van de Tweede Kamer van l
Decemfcer 1898 kreeg ,raen dienaangaande
te hooien.: »Als het 4oar een gelvkkig
i>schot 1) gelukt om den pantsergordel te
«doorboren" dus met een schot uit
zwaar geeehut »en op de water»lijn een
' »groot gat ,te slaan, dan kan dateene
gelukMge schot .de beslissing -van den strijd
«veroorzaken." (Handelingen ,blz. 580).
j Ja, als <4at gelukkige schot eens viel!
{ Maar bet lieeft niet wilien vallen uit
«een der vele zware vuurmonden in den
j zeeslag van Santiago, waar de Amerikanen
l «nder zulke gunstige omstandigheden kon
den vuren op de Spanjaarden, die ^jaagd
; weiden. Captaia Taylor, coramandaut van
de »Indiana" zegit in zijn officieel -rapport
' ormtcent den slag van Santiago: During
. thie .action we used no armour piercing
J shellg,. . and the good tffcct of the
common fchell is showin by the short time
taken to disable tbe enemy s sbips with
out piericing their armour.
Sir .eorge Sydenham Clarke, ODC of
the most eminent British authorities goes
so far as to predict that in the ntxt war
in which (Great Britaio has a part the
jnain relianee of her wacships will not be
daire rol vervult 3e oud maritieme op- in armour- piercing projeetiles, but in the
vatting j*ren lang gehuldigd. Deze echter
heeft har« waarde verioren en is ia strijd
met hetgeen de ervarasg heeft geleed in
de zeeslagen der laatete jaren. Toeo de
zeeslag van Santiago wa« geleverd en de
Spaansche gehepen in handen van de
Amerikanen w»ren gekomen, hebben z
eene commissie ron deskundigen benoemd
tot het opnemen van den toeetand en de
schade aan boord van de overwonnen
Spaansche schepen. Aan haar nauwkeurig
en zaakrijk rapport, onder meer opgenomen
demoralising and slaughtering tff-ct of
epjnmon shell on the enemy!s crew.
(Cassiera magazine July 1898).
Toch wordt met het oog «p dat sthot,
dat gelet op de bewegelijkfaeid van het
schip op hooge zee slechts <ie waarde
kan hebben van een toevalstreffer, het
schip geconstrueerd en bewapend, terwijl
het middelbaar snelruurgeschut op
grond van .ervaring het voornaamste
daardoor benadeeld wordt. Men heeft maar
even eene teekening van het panteer
in de Scientific American van 10 September \ schip Koningin Regentes (o. a. gevoegd bij
1898 (blz. 170), heef t die com missie slechts
een viertal conclusiën toegevoegd, die na
tuurlijk van het grootste gewicht zijn,
getrond als zij zijn op de ervaring in den
rijg opgedaan, IQ het bijtonder over de
groote waarde van het snelvuurgeschut
heeft de commissie vermeend zich te moeten
uitspreken in hare derde conclusie: That
the value of rapid fire batteries cannot
be too highly estimated". Sir G. S. Clarke
is in zijn artikel: Naval aspects of the
Spanish- American war, in Brassf y's Naval
Annual 189,9 (in dit jaarboek wordt alleen
geschreven door op maritiem gebied be
de aflevering Mei 1899 van het Marine
blad) te bestudeeren om te zien hoe stief
moederlijk het middelbaar snelvuurgeschut
op dat schip is behandeld, om maar het
zware geschut in zijn zwaar gepantserde
torens te kunnen behouden.
En uu moet men toch omtrent de uit
werking van de schoten uit het kanon
van 15 cM. snelvuur, een niet te geringen
dunk hebben. Blijkens officieele gegevens
(Me:; orie van Toelichting betreffende het
eerste pantserschip Koningin Regentes)
doorboort een granaat uit het snelvuur
kanon van 15 cM., op een afstand van
850 M. afgeschoten, nog een i,ikkelg1»'e
plaat van 15 cM. dikte.
Van een pantserschip i^cormaal slecht
iVa U 'l i o van het tref baar oppervlak doo>
de pantsering bestand t (gen projectielen
uit middelbaar snelvuurgeschnt.
De generaal Rohne de autoriteit op
het gebied van gevechtgch'eten heefi
proefondervindelijk aangetoond, dat die
partij de zege behaalt in een
artillericgevecM, die het eerst zijne tegenpartij
verliezen aan personeel weet te'berokkenep,
zoodanig dat daardoor onrust en stagnatie
in de vuurleiding der vijandelijke batterij
wordt teweeg gebracht; het massa-vuur
uit het snelvuurgeschut biedt grooter kans
te trttfVn dan een enkel schot uit het
zj$aar geschut.
Zou men zich hierbij willen beroepea
op het feit dat met het zwaar gesehut op
grooteren afstand kan «worden geschoten,
dan moet -worden opgemerkt, dat in het
?algemeen met die groote stukken niet
verder dan 3000 M. ge uurd zal mogen
worden; de kans van trfcffen is dan nog
gering. -Het middelbaar enelvuurgeschut
wordt reeds werkzaam op 2000?-2300 M.
?Het schip, dat zija krhcHt zoekt in het
middelboar snelvuurgeschut, zal dit ver
schil in afstand, full speed, dus in zeer
korten tijd hebben doorloopen.
En in hoever het middelbaar
«nelvuurgeschut de bovenbe^proken uitwerking kan
hebben, deelt kontre-admiral Bendemann
mede, die in een voordracht te JBerlijn
gehouden, verklaarde: die Mannschaften
i{van Cervera's vloot) waren unterdem
berwiiltigenden Amerikanischen Schnellieuer
nicht an den Gescbützen «u halten.
Wenden wij nu eens den blik naar ons
eigen, langzaam varend schip, in eene ver
.gevorderde phase van het gevecht.
Boven het pantserdek is nagenoeg alles,
wat niet zwaar gepantserd is, vernield, de
toestand onhoudbaar door de uitwerking
1 <van het snelvuurgeschut. Daar drijft het
' «chip vnet intacte machines en twee kanons
[ van _24 cM. in nog intacte gepantserde
torens, wij veronderstellen een gunttig
geval, die elk, kalm om de IK minuut
den vijand een projietiel toezenden. Maar
zou de vijand niet spoedig aan het ge
noegen van die twee nietig .(??.)
voortschiej tende vuurmonden een -einde maken met
de hem ten dienste staande middelen, bijv.
zijne ihoogzee- torpedobooten of destroyere?
i Ea misschien zal de vijand bet soms
niet eens noodig oordeelen om daartoe over
te gaan en het schip aan aijn lot over
laten. -Het is immers btkend, dat reeds
velen van oordeel zijn, dat een schip,
waarop boven het pantser alles nagenoeg
is weggeschoten, als verloren moet worden
beschouwd. Zoo de ingenieur de <3relJer in
zijn voordracht voor de Ned. Vereeiiiging
van Werktuig- en Scheepsbouwkundigen..
Hoe geh el anders wordt de toestand
als men in stede van het zware geschut
middelbaar enelvuurgeschut neemt. Qua
gewicht kan men II kanonnen van 24 cM.
vervangen door een twaalftal beschermde
snelvuurkanonnen van 15 cM. Eén Ko
ningin-Regentes zou dan een zestiental
enelvuurkanonnen van middelbaar kaliber
kunnen voeren. Of men zou in stede van
n aldus bewapend oorlogschip een twee
of drietal voor weinig meer kosten dan
nu het eene schip kunnen bouwen met
4 of 6 snelvuurkanonnen bewapend. Deze
schepen zijn dan kleiner, dus minder
trefbaar, kunnen 18 of 20 mijl loopen en zul
len derhalve het gevecht kuunen aanbinden
of afbreken, naarmate dat gewenscht is.
Ook dit laatste kan het pantserschip
Koningin-Regentes van pi.m. 5000 ton
met zijn 16 mijls vaart niet doen.
Over deze snelheid -zullen WP, na het
vele dat daarover reeds gezegd is, niets
meer in het midden brepgen. Dat de ge
noemde snelheid van 16 mijl te gering is,
is duidelijk als men let op de taak die
de Miniater blijkens zijne Memorie vau
Antwoord (bl. 8) aan deze schepen bij.de
verdediging van ons gebied hetft toege
dacht en in aanmerking genomen, dat de
te bestrijden schepen 18 tot 20 mijl loopen.
Een enkel woord dient nog gezegd
over de onvoldoende bescherming van de
bedieningsmanschappen van het snelvuur
geschut van middelbaar kaliber aan boord
van de Koningin-Regentes. Reeds bij de
behandeling van het voorstel voor den
bouw van dat eerste schip van dit (-ype
werd aangedrongen op meerder bescher
ming. De vorige Minister kon daartoe niet
besluiten (Handelingen, Eerste Kamer
zitt'ng 1897-1898 blz. 380). De tegenwoor
dige Minister heeft toegegeven aan het
herhaaldelijk geuit verzoek en blijkens de
Memorie van Antwoord (blz. 8) zullende
4 kanonnen van 15 cM. beschermd worden
door gesloten schilde» van 10 cM. hard
nikkelstaai.
Maar gelet op het doorslaand vermogen
van ds projectielen van de kanonnen van
15 cM., hiervoren vermeld, is ook deze
bescherming niet afdoende. En wij achten
ons daarbij verplicht toch de aandacht te
vestigen op de uitspraak van Sir G. S. Clark e
in zijn hooger reeds genoemd artikel onder
de: Leseons of the action off Santiago
(blz. 159) »Light armour protection proved
a »source x>f danger, causiog two shells on
»board tbe Oquendo and Maria Teresa to
»be (xceedingly Sestructive"; reden, waarom
<le generaal de la Rorque, oud chef der
Marine-Artil lei ip, geen schilden voor het
middelbaar geschut meer wit. .(Revue des
deux mondes 15 Febr. 1900).
Nog een paar andere opmerkingen willen
wij releveeren. De Amerikaaneche zeeoffi
cier W. H. Beehler, die in Brassey's Naval
Annual 1899 de United-Stales Navy be
handelt, is van meening (bladz. 112^: »that
sbattlesbips should not carry any torpedoes
»and that they could be advantageously
»di?pensed with to allow for more coal or
>an incrfaee in gun fire. Torpedo-vessels
»«hould be the only ones to cany
torpe»d e?. In the war with Spain torpedoes
»were much more dangerous thoee wbo
»attempted to use them than to theirenemy".
Het betrekkelijk kleine pantserschip
Koningin-Regentes heeft niettemin drie
torpedo-lanceerinrichtingen. Het nieuwe schip
verkrijgt die ook, maar in stede vaneene
boeglanceerinrichting, zal dit schip worden
voorzien van eene heklanceerinrichting
(blz. 9 van de Memorie van Antwoord) 2).
Het daarvoor uit te geven vrij aan
zienlijk bedrag ware, ook gelet op de
theoretische beginselen en den praktijk
van den oorlog, nuttiger te besteden.
Het bovenstaande resumeerende, keuren
wij dus het pantserschip (ype
KdninginRegentes af n op grond van zijne inrich
ting, n op grond van zijne bewapening
n op grond van zijne snelheid.
Men heeft iets on mogelij k s beproefd.
Het pantst-rschip lype Koningin-Reyentes
kan een copie genoemd worden van de
groote slagschepen der groote Mogendheden
van ia tot 15000 ton, bewapend met
allerlei strijdmiddelen op den schaal
van 1:3 voor Nederland. Wat op het
groote slagHihip nog kan worden gecom
bineerd tot een tamelijk goed geheel, moet
op het kleine pantserschip te saam ge
bracht, leiden tot disharmonische ver
houdingen, gelet op het absoluut groot
gewicht van pantser en zwaar geschut.
G.
1) Wij cursiyecren.
2) Waarmede de so! rijder van het artiktl in
het iVieuiffs van dtn Day vai 31 Mei j.l. wel
gelukkig zal zijn.
Bedenkelijke Wetsinterpretatie.
? Oateigening ter afwering eener gevreesde,
of tot het stuiten van den voortgang eener
aanwezige, besnoett'ng henft plaats uit kracht
van een besluit, door Oas genomen, ver
klarende dat daartoe genoegzame reden
bestaat. Wanneer echter het gevaar slechts
voor eece provincie in het byzonder te
duchten is. kan die verklaring ook bij
besluit van Gedeputeerde Staten geschieden.
»In zeer dringende gevallen bunnen de
gemeentsbesturen hiertoe overgaan, mits
van hun besluit binnen tweemaal vieren
twintig uren aan Gedeputeerde Staten
kennis gevende.
»In het beslui*, zoo van Ons, als van
Gedeputeerde Staten of van hetGermei
tebestuur, worden de goederen, die onteigei.d
moeten worden, met oproemitg van de
namen der eigenaar», aangewezen, en wordt
daarin wijders melding gemaakt van de
schriftelijke verklaring van eenen
deskundigp, waaruit van de noodzakelijkheid dier
onteigening blijkt.
»Hct besluit wordt op de gebruikelijke
manier ter openbare kecnis gebracht, en
in een of meer daarbij aan ie wijzen dag- !
bladeu geplaatst. |
?Indien het besluit de onteigening betreft
van besmette of van besmetting verdachte
voorwerpen, kunnen die voorwerpen on- l
middellijk of later door of vanwege het '
bestuur, met de onteigening belast, worden '
in beslag genomen.
«Gedeputeerde Staten kunnen de toe
passing van hun besluit aan de Gemeente
besturen opdragen."
Tot recht begrip van de quaestie waaraan
ik enkele regelen wijden wil, was het, ten
behoeve der niet in het bezit der wet zijnde
lezers, noodzakelijk hierboven den tekst van
artikel 09 der wet van 28 Augustus 1851
(Staatsblad No. 125) te vermelden.
O?er de wettigheid van de door Dr.Kuyper
als Minister van Binnen landsche Zaken
aan Gedeputeerde Staten der onderscheidene
provinciën gerichte circulaire van 8 Juli j.l.
betrtifende de onteigening, ingeval van
bovengenoemd artikel 69 der onteigenings
wet, is tot m^ne groote verwondering in
de pers nog geen debat gevoerd.
Omdat langzamerhand de gemeentebe
sturen in enkele provinciën aan genoemd
artikel der wet van '51, ten behoeve der
bestrijding van andere besmettelijke ziekten,
dan genoemd zijn in de wet van 4 December
1872 (cholera, typhus, febris typhoïlea,
pokken, roodvonk, dyphtheritis, dysenterie
en pest) eene toepassing zijn gaan gevenv
die niet alleen onberekenbare tïtetien stelfc
aan 'sRijks schalk is t, maar vooral in strijdl.
is met de strekking van genoemde wets
bepaling, meent de R°geeripg te dien
05,zicbte niet langer lijdelijk te mogen toezie»,
Volgens dat artikel, zegt de
circulaireveidtr, kur>nen in »zeer dringende"
gevafc»len" de gemeen tt bei-1 uren een besluit iofc
onteigening nemen. Met die «zeer dringende!*
gevlJen bad men die gevallen op hetcog;
waarin de lijd zou ontbreken voor hefc
nemen, ingevolge de eerste alinea van hè*
' artikel, van een koninklijk besluit, of van
een besluit van Gtdtpuieerde S'aten. De
ziekten nu, waarbij zulk een fpoedig
optrc, den noodiakel'vjk is, z\jn, raar het rag
voorkomt, alle, wat de ziekten onder de
menfchen betreft, genoemd in de destijds
nog niet bestaande, maar ra dien tüd uife
gevaardigde wet van 4 December 1872"
l Omdat Dr. (in de godgeJeerdhud)
Kuyper niet aanneemt, dat hij andere dan de
t in die wet genoemde ziekten de zorg voor
l de volkfgezoLdheid een ingrijpen op
staan; den vtet, als het 2e lid van art. 69 der
Onteigeningswet bedoeld, noodzakelijk kan
maken, en bij het voorkomen van dïe
andere besmettelijke ziekten, aanpenomftt,
dat daaibij onteigening noodig is, het tijrls^
verloop tusicheu het overlijden en de bte*
grafenis van den patiënt (hoogstens vivf
dagen !) wel voldoende zal zvjn om aten
tot het college van Gedeputeerde Staten f«
wenden voor ten besJuir, als bedoeld a».
artikel 69, alinea l, 2e zinsnede, zulle»
voortaan pee we declaraties wegens ontei
geningen, geschied op grond van art. GS»
der wet van 51, worden verevend, h,dieB
het besluit, uit kracht waarvan de onteige
ning heeft plaats gevonden (behalve in cte.
gevallen, waarin een Koninklijk beslui*»
wordt toegepast) nut is genomen door Gede
puteerde Stalen!
Nhar de bedoeling van
bovengenoenwfecirculaire behoeft voorwaar niet gegist t«
worden; de Minister wil het college VUB.
Gedeputeerde S:aten doen zorgen dat dte
toepassing van art 09 niet langer
»onbemkenbare eisenen stelt aan 'k Rljks schatkist**
m. a. w. wil een ander opdragen wat hg,
zelf bekoorde te doen; op deze laatste bewer
ring hoop ik c ader terug te komen.
Dat de Minister aan den tegenwoordige».
toestafid een* einde wil maken, is m. i.
prijzenswaardig, want het is irderdaad
ergerlijk wat men, zoo het heet ter voor
koming van besmetting door tuberculose
dit is de bedoelde ziekte op 's lande
kosten al niet 01 teigent en daarna
vei*brandt. Schier eiken dag kan men ia.
advertenties van dagbladen dei Noordelijke
propkcies de door de Gemeentebesturen.
op advies van een gereetkundifee, genomen.
oiiteigemrjgsbesluiten lezen.
Trof deze maatregel doel, dan
kondear*geen kosten te hoog zijn, maar oftervoor^
koming van besmetting het na fan doot
verbranden van alle goederen waarmede
een teringlijder iu aanraking geweest i»v
welke maatregel slechte in enkc!e provinciën
vrij algemeen wordt toegepus ) op medische
gronden Loodzakehjk ot zelfo nuttig is ia
ze<r de vraag.
De'thans afgetreden Itspecteurs van hè*
Geiieetkur.dig Staatstoezicht waren hè*
onderin g daarover althars niet eens.
Toe te juichen is het dus m. i. dat getracht
( wordt die geld verspilling te doen ophouden;
afgewacht zal ecliter dieten te worden of
Gedep. Staten te dezen opzichte met den.
MimeUr in hetzelfde tchuüje varen.
De wijze waarop dr. Kuyper echter di*
doel hetft trachten te bereiken is niet alleen
zeer afkeurenswaardig maar m. i. zelfs
onwettig.
Bij minüterieek circulaire verklaart zijne
(xcellentie n 1. de zinsmde van een wet»
artiket voor vervallen; wat beteekent zijne
beslissing dat voortaan geen declaraties
wewens onteigeningen, geschiedt op grond
van art. G9 der onteigeningswet zullen ieo*t
den verev.nd, indien het besluit, uit kracht
waarvan de pnteigeuing heeft plaats ge
vonden met is genomen door Gedep Staten
anders dan dat de tweede zinsnede van
art. 69 niet meer geldt ?
Mag een Minister van Biniienlandsche
/Saken trgenwoordig bij ministerieele be~
schikking wijziging in de ivet brenger, ?
. Heelt niet, in strijd met eeue
beweringin bovenstgende circulaire, juist de ont
werper van de wet ran '72 uitdrukkelijk ver
klaard dat burg. en weths. hd recht behielden.
om btj besmetting van andere dan de in
de behandeling zijnde wet genoemde ziekten»
tot onteigening te besluiten ?
Al zou de Minister bij een
eenvoudigvoorschrift mogen bepalen dat de
besmettrng van tuberculose niet »zeer dringend"
was in den zin van de tweede alinea van
art. G9 wat ik hem óók betwist, daar
mij geen bepaling bekend is, waaraan hi
dat i echt zou ontleenen - dan zouhijiög
alle declaraties, ir gevolge bedoelde alinea
opgemaakt, niet voor vereven in g on vatbaar
mogen verklaren, hetgeen hij in de ge
wraakte circulaire P el doet.
Ja zelfs durft de Minister in het slot
dier circulaire dreigen dat hij zich de be
slissing over verevening van declaratie»
wegens onteigeningen, ge?chied <.6ördat van
jaa,nE, r^ving aan «e gemeentebesturen
mededeeliEg is gedaan, in elk bijzonder geval'
voorbehoudt!
Voortaan zullen dus de
onteigeningsbesluiten der gemeentebesturen, ingevolge
het laatste lid van art. G9, gebaseerd moes
ten zijn op een besluit van Gedep. Staten
dat verklaart dat daartoe genoegzame rcdeja
bestaat.