Historisch Archief 1877-1940
8
DE AMSTERDAMSIER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
No. 1313
?v
tl
w
Jnifii fttltelaa.
5 K procent en
120 opcBtrtea op
h« pertaneel, dat
Ijjkstw ilfasttatie
?van een
wanbehöe». zei Gijs. Zo»
iets hwd je in mijn
tijd eens moeten
beleven, mijnheer
Brommeijer. Wat
zouden de
Heinekena en
Metelerkampen hebben
aangegaan, de
kiearereeBigingen en- aüiere
schendbladen!
Maar u merkt het,
nu houden ze zich
allemaal koest
gee» schepsel
laat a$n tanden
zien, integendeel
ze9 halen met een
zoet gezicht d'r pqrtemonnaie te vooraehijö,
alsof ze tret plezierig- vonden zooveel te
moeten opdokker*, ent zoo heeft u alweer
de bevestiging van wat ik meermalen zei:
dat al het lawaai, dat ze in m\jn tijd ge
maakt bebbe», 't zoeken van eea persoon
was, van myi. persoon; verbeeld u
dat ai«t Van Louwen, maar dat ik ze een s
zoo'n begroeting had durven voorzetten ...
en al die schreeuwleelxjkers van vroeger nog
in den Raad zaten..! Enfin ik geniet zoo
eoddelük als een vergeten burger bij den
Haarlemmerhout, en al heb ik nu mijn
dierbaar Amsterdam te lief, veel te lief om
iets te gevoelen dat op leedvermaak
gelijkt daar zijn er toch die ik zoo'n
budget wet gun...
GOS, gemoedelijk als altyd, informeerde
hartelijk naar de vrienden, met wie hij
lier zoo lang had geleefd. Hij rekende uit
?wat het Jansen, Meinesz, Den Tex, Sillem
en eenige anderen wel schelen zou in hun
aanslag. Want door de inkomstenbelasting
w«a bij nogal aardig op de hoogte van
de verschillende fortuinen; en in 't bijzonder
had hq met Quack te doen, meer nog
uit een wetenschappelijke dan uit een
phtkrattopieche overweging, daar zoo
iemand, naaf hjj meende, op geen enkele
manier aan eenige belasting, laat staan
aan eetrigëbeltCtlittg-verhooging behoorde
onderworpen te zij», wijl bijzijn bibliotheek,
na X$B verscheiden, aan de stad had beloofd.
Ik maakte daarop de opmerking dat Qaack
behalve d« bibliotheek nog wel meer zou
nalaten, en feij niet onduidelijk had te kennen
gegeven de voetstappen van Haesje Claes
te zujlen drukken, waarop Gijs ant
woordde, een reden te meer voorden fiscus
jotösijs portemopBaie thaas te ontzien,,,
*ïnaW hiSTOp verviel Lij "in een stil
gepeins, det faïeven later afbrak, door
als bij zich zelf, ternauwernood verstaan
baar, te «preken... ja, in die
belastinghefn'ag naar draagkracht, ook door mij
voorgestaan, schuilt toch een fout. Een
zijdig is het beginsel, het neemt den mensch
Alleen ah materie en materiehoudend, het
miskent zijn ziel, zijn geest. Naar draagkracht
dat is de J astdier theorie; om den idieëelen
mensch werd tot heden door geen enkelen
focus ooit gedacht. Ei nu begon hij luider:
daar zal een tijd komen, mijnheer Brom
meijer, waarop dat draagkracht-princiep, op
zichzelf een vooruitgang, zal moeten worden
aangevuld. Ook dit groye materialisme
heett eenmaal een end. Nietwaar, naast de
Stoffelijke draagAraeM behoorde men reke
ning te houden met den zedelijken
draaglust. Ik noemde daareven Quack, maar zoo
jsijn er meer een groot aantal in ons
barmhartig vaderland, wier draaglust zóó
gterk is, dat het zonde moet heeten, hen
naar draagkracht geld aftetroggelen. Ge
dreven door ideëslen drang doen ze
.met hun geld veel verhevener dingen
dan de staat of de stad met hun belasting.
penningen zou kunnen tot stand brengen,
zoodat belasting van hen te vorderen schade
voor de gemeenschap moet zijn. Zoo behoorde
er dus een kategorie van onbelastbaren te
bestaan; een kategorie, waarin ook U...
Hij voltooide den zin niet, maar ver
volgde na mij beteekenisvol te hebben aan
gezien, wanneer ik nog eens lid van
de kamer, minister, liefst minister van ti ?
nanciëa, mocht worden zou ik dat denk
beeld in wettelijken vorm willen
verwezenlyken, en al vast onderde belastingvrijen rang
schikken al die edelaardige creaturen, welke
als weldoeners der mecschheid het volk
felukkig maken. Ea hoe velen zouden er
au juist in OHM kringen niet zijn, die in
plaats van als belastihgdier behandeld te
?worden, aanspraak op belooning konden
doen geldan .. ? Want belasting naar draag
kracht moet worden wat het in werkelijk
heid is etn straf voor den ezel, die lot
pakjesdrager in deze wereld bestemd is.
't Was volkomen ledelijk wat Gijs sprak
en ik kon niet nalaten hem mijn leedwe
zen te doen blijken, nu er zoo weinig kans
op bestond, dat hjj nog eens als wetgever
zou optreden; doodjammer, zei ik, dat
je indertijd je professoraat- er aan hebt
gegeven, want daar zijn se het van den
beginne af', al bij je benoeming, over eens
geweest, dat je toch 'eigenlijk voor de
ideeënwereld was ^geschapen, en wataouje
als hoogleeraar niet in de gelegenheid zijn
geweest een school te vormen, dat zie je
nu aan Treub.
Daze ontmoeting vond plaats een week
of' drie geleden. Gijs wist evenals ik wat
er gaande was, door vertrouwelijke mede
detfingen, en toen ik het hoorde, had ik
dadelijk al gezegd: welk een onbillijkheid
om iemand als my, die Amsterdam de eer
aan doet er te wonen, die werkelijk om de
groote kracht die van hem uitgaat, om de
verteringen die hij maakt, om de zaken die
hij drijft, geld toe zou moeten ontvan
gen, cog meer af te zetten, dat loopt
dan toch de spuigaten uit. Daar was iets
in dien maatregel dat mij krenkte; ik ge
voelde mij beleedigd, en nu ik Gijs zoo helder
hét onrecht had hooren demonstreeren, dat
rnij en anderen werd aangedaan, nam
de vage gedachte van maar voor goed
uit dit ondankbaar oord téverhuizen, een
meer vasten vorm aan. Wat was Amsterdam
anders dan een Jeruzalem, dat zijn profeten
«teenigt of doodt ? Maar waarheen, dat was
de vraag. Toen ik de quaestie, zoo
schertsender wijs aan mijn huisgenoten stelde,
bleken de gevoelens verdeeld. We spraken
alsof we 't geen ran allen ernstig meenden,
en bij de firma -Lipanm Rosentinri & Co. te
Amsterdam kunnen inleveren om tot de con
versie, reeds meermalen bMproban, tei te
treden. Dat is aan te bevelen. Man vergete
toch niet, dat da nieuwe Portugeezen zich
gunstig van de oud* onderscheiden. Voor deze
toch IMS geen bepaalde staateinkomst aange
wezen. Dat ia voor- d» nienwe stokken wel
het geval. Da douane- rechten teeh, die meer
opbrachten dan het bedrag dat dienst der
schuld vordert, zy'n voor d* verplichting tegen
over de obligatie-houders door de regeering
verbonden.
Da Hongaren die niet voor de conversie zijn
aangeboden, zijn tegan l S*pt. a. s. sfljsbaar
gesteld. Na dazen datum wordt van bedoelde
stukken geen interest meer genoten.
Mat geneegen zie ik eenige koersverbete
ring in de koloniale cultuur-andern«aMpgen
en crediet-instellingen. Haadekvereeniging
Amsterdam avanceerde van 103 tot 104 K; da
aaadeelen Koloniale Baak van 34 K tot 35 K
en de aand. Nsdsrl. Handehnaatech., die allang*
meer zich aan Binkzaken wylt, van 142%
tot 144.
Voor da Steel Cirporatioo, waarover de vorige
week eenige mededeelingen werden gedaan, is
wederom eenige verbetering te molden. Da
hoogste koers was de vorige week 41%, nu 42.
Ia het r^jk van de geblinddoekte vrouw zie
ik eenige verhooging voor de Turksche loten.
Daarom doe ik opmerken, dat in het unificatie
plan Bouvier waaracbüoljjk eenige wijziging
zal worden gebracht, ten bate van de honderd
dezer loten.
D-STICTEE?MUMlIimilllUKIIIIIIIIIIIUIIHIIIIIIIII
Een Ynta in relief.
Op de Tentoonstelling van Awdry'ksknndige
Leermiddelen in ket Stedelijk Museum is iets
zeer merkwaardigs te zien, waarvan de ver
slaggever in dit blad geen melding maakte. De
heer L de Boer, onderwijzer te Dordrecht,
exposeert er een door hemzelven vervaardigd
relief van den I Ijen, den oostelijksten
vulkaanreus van Java. Het relief geeft, zender eenige
overdrüving- der hoogte, een getrouw beeld
van dezen samengestelden vwurberg. Ongeveer
alles wat bij de beschrijving van een vulkaan
te pas komt, kan men aan deze afbeelding
bestudeeren. Men «iet er de bewaard gebleven
noordhalft van den wijden kraterwal, die
ontstaan moet zyn hij een geweldige
katastrophe, toen van een hoogeren voormalige a
kegel het topdeel instortte of in de lucht werd
geblazen; aan de zaidzyie is de wal bedolven
onder nieuwe groote eruptiekegels, waarran de
hoogste in 't zuidwesten staat: de kolossale
Rioen, een der hoogste bergen van Java
(3336 M.), met zeer diepen, rejelmatigen
kraterptrt. Ea in den ouden kratercircus den
aloen-aloen, zooalg de Javanen deze ruimten
wel typisch noemen naar hunne stadspleinen
zijn duid«lgk de kleinere kraterij % te onder
scheiden, die (als de meer algemeen bekende
Brom o in de Zin d zee van den Tengger) in
fraaie regelmatige vormen tulbanden en
hoefyzers daarin verrezen. De diep»
ravftnen van de buitenwanden der groote kegels
zyn zeer goed weergegeven.
Oe vervaardiger heeft het relief gekleurd
met weldadig zachte en toch sprekende tinten,
j die de verschillende begroeiing van bet terrein
! voorstellen: de oerwouden; de tjemara- bosschen
der hoogere toppen, die voor Ojst-Java zoo
j karakteristieke tasuarissen, door hun geruisch
aan onze naaldwouden herinnert; de gras- en
rietvelden en kolfistuinen. Want niet alleen
j ara de buitenhellingen van dezen berg groeit
? koffie, maar ook in den ouden krater. Er zijn
| zeker niet veel pjaatsan op aarde, waar koföa
j in kraters groeit. Tegen den wand ia een smal,
j maar zacht g'ooiaad e a goed begaanlaav pad
uitgekapt, waarlangs de pikolpaarden het pro
duct omhoog brengen.
Zwr juist weergegeven is de gry'ze kleur
van hit meer, dat in den werkenden k ra'er,
de Kiwah I Ij w, ig gelegen, aan welks oever
krachtig werkende solfataren uitstroomen. Da
af rloeüog van dit meer, doorstroomt den grooten
krater en doorsnydt den noordwand daarvan
in een zeer steile, lugubere kloof, waar een
zy'beek met een geweldig donderenden waterval
in neerstort.
Hat is vooral mijn doel, de aandacht van
uitgevers op dit relief te vestigen. Met de
tegenwoordig zoozeer verbeterde proeclé'szou
het wellicht mogeaj'k zyn bat zoodanig te
vermenigvuldigen, d«t exemplaren in den handel
konden worden gebracht tegen een prys,waarvoor
men een goede wandkaart koopt of minder.
Ongetwijfeld zondati dan veledoceetenaaD H. B S
en gymnasia en andere sch>len van voortgezet
onderwys deze gelegenheid aangrijpen om h in
leerlingen langs den eeeig mogelijben weg
want met de beste kaarten en afbeeldingen
gaat bat maar gebrekkig juiste denkbeelden
over de vulkanen te verscbaffan, wat voor
Nederlanders geen overbodige weelde is.
Da vervaardiger, de heer L de Boer,
Nieuwbrug 6, Dordrecht, is bereid omtrent
de reproductie in overleg te treden. De ten
toonstelling bfy'ft tot einde Augustus geopend.
J. F. NJEBMEYER.
, nooten, door S. Kilff, V (Slof). Een
Slraatfeest, door GOS. de Voogt, met af b.
: Voor onze Amatenr- fotografen: Het afwerken
j der foto's, door Dr. J. B Ilombouts. Ver
scheidenheid'. Feuilleton.
»Ma«tsol»pp\j tot Nut van 't Algemeer."
Mededeelingen. No. l: Wat bedoelen de
>Madedeeltaken'' ? De toestand VAR de maatschappij
in 1902. (R-jde ter opening van de algemeeoe
vergadering) Voordrachten over onderwer
pen die iii verbond staan met bet streven der
maatschappij. Voordrachten met lichtbeel
den. Aan de besturen der departementen.
Uit de departementen: de tentoonstelling van
handenarbeid te Winschoten.
Den Gulden Winckel. No. 8 : Dr. Jan Hartog,
door F. S. K. (met portret in 2 facsimile's)
Sauverein en onderdaan, door A. W.
Stellwagen (met 2 portretten) Vlinders, door
Piet Vluchtig (met portret) Oude Boeken
Inhoud van Tijdschriften.
Eigen Haard, No. 34 : E'.iaabeth, door L,
E., VI C Lily, de nieuw benoemde Gou
verneur vaa Suriname, door R A. van Sandick,
met portret. Woon- of Kermiswagens, door
E. van Giudt, met af b. Indische
ty'dgemaarintusschen kwam ieder met iets van zy'n
ware gevoelens voor den dag. Mijn vrouw
zou er niets tegen hebhen met Gijs te Haarlem
te wonen, ze vond dat wel een lieve stad;
Taérèse gaf dadelijk de voorkeur aan Baarn,
omdat van al het opgepronkte moois van
't Gooi, dat dan toch maar groote keur
was; en ik maakte een toespeling op Hilver
sum, dat, als 't hart van 't Gooi, je deed
denken aan een ander hart, hè* hart vau stad
en land, de Bocht. Onamijielf en de mijnen
meer vertrouwd te maken, met het denkbeeld
van te verhuizen, bracUt ik het, herhaaldelijk
ter sprake, en zoo ook op den Dinsdagavond
dat Sauvage bij me thee drinkt, bvj welke
gelegenheid me vrouw ook Bussum noemde,
en het verwonderde me wel dat dit niet
eer was geschied. Het moderne Bussum toch,
met zijn Spiegel, beschouwen wij bij ons ten
huize meer in 't bijzonder als een stichting
van de beide dichters wijlen Henri
Tneodorus Boelen en den nog levenden Sshim-nel;
yan welke beiden, vooral de eerste een huis
vriend was geweest. Maar gelukkig sneed de
Sauvaga dadelij's. _ het discours over dit
punt af. Daar hij gewoon is altijd in de
kaart van Tnêièe te spelen, en blijkbaar al
wist dat die haar hart op Biarn had gezet,
begon hij meteen dêc'ineerende taxatie van
de Bassumsche brandkasten in vergelijking
met dre van Biarn en Hilversum en zei
met zóóVee-1 nadruk, dat geen tegenspraak
meer mogelijk wa^, nietwaar, wanneeriemand
als mijnheer Brommeijer uit de Bicht van
woonplaats verandert kan hij zich toch niet
neerzetten in een armenwijk ! Z :lfs ik, Me
juffrouw Tnéièse, zou reeds uit dien hoofde
mij wel tienmaal bedenken eer ikvoorzoo
iets de Vondelstraat verliet. Taérè-e, die
hem eigenlijk, gelooFik, niet lijden mag, om
dat hij voor haar doen een veel te ordentelijk
mensch is, moest nu toch een teeken van
instemming geven, wijl het de richting van
Baarn uitging, waar ze een paar kennissen
en misschien ook wel een kennis had
wonec, van wien ze veel hiell; rnaarover
Bussum wprd verder niet gesproken, en ge
lukkig! Want wat is _ gevaarlijker voor j
een geëxalteerd jong meisje dan de nabuur
schap van dien mijnheer van E'jden met zijn
kolonie, die als dokter, denker, dichter en
droomer in lokkend vermogen den ratten
vanger van Hanaeln, die maar n fliit
bespeelde, ver achter zich laat..., en dan
een meisje als Tbéièie met een bom geld !
Nu kreeg Biarn weer des te meer
aanbijvelingen en zoo kwam mijn vrouw or
ook al toe om, als 't dun toch bleek dat
het pnpa ernst was om de stad te verlaten,
er zich voor te verklaren, dat wy maar
zouden bouwen of huren in de buurt van
Soeatdijk .., dan konden wij in den zomer
eiken dag E'nma zien rijden, of haar in ons
rijtuig met de groene tquipage volgen, zooals
Adriaan HolUmau verleden Zondag met zijn
blauwe vlak achter haar had getoard. Mis
schien was dit verhaal van Adriaan wel het
krachtigst argument dat op Julia's hart had
gewerkt. Intusschen,ik leidde nu het gesprek
van mijn verhuigplannen af'. Hoe intiem
Siuvage ook met ons is, ook dat ver
trouwen mijnerzijds heeft zijn grenzen. Miar
den volgenden dag nam ik Thétèse even
apart en zei tot, haar: hoor eens, wat je
o jk vleit, naar Biarn gaan we niet, en ik
verbied je daar verder met mama of met
wie ook orer te spreken. Als ik naar
Soestdijk trek, daar bij het Hof, laten
ze me geen oogenblik met rust; ik zou
dienst moeten doen als een gratis
adviesen informatie- bureau ; de Ranitz, en die niet
alleen, stond voortdurend op mija stoep,
en al ben ik altijd bereid geweest voor
ernstige gevallen mij door het Hof'te laten
vinden, ik geef er op mijn ouden dag de
brmi van mij zelf te laten gebruiken als
mtimiiimiHiiniiiiiiHHiiiiiiiimiHiitiiiiiiHiiiiitiimiiHiiiil
opperkamerheer in buitengewonen dienst,
of telkens allerlei soort vaa lui te moeten
tegenkomen of te ontvangen, die zijn uit
gedost met een gouden sleutel op hun
rokspand, als zat iliet. boven in hun brein maar
heel ver daar beneden hun voornaamste
schat. Ik heb niets tegen die uitstekende
menschen, maar des te meer tegen hun
kostuum. Natuurlijk jij ziet daar weer een
nieuw kalfje in om voor freule te spelen, en
je moeder denkt aan het Hof gepresenteerd
te zullen worden de eerste Goedhart, die
haar beenen ooit op een koninklijken looper
heeft gezet, maar, nu begry'p je wel, dat
kan onmogelijk ; hoe lang ze ook met je
vader heeft omgegaan en wat ik er ooi£
aan gedaan heb, ze is een burgerjuffrouw
gebleven.... eu zou in staat zijn hij de
eerste ontmoeting de beste voor de Regentes
of de Koningin een dienan'^se te maken als
een telganger in een paardenspel
Tnêtèie kreeg een blosje en sloeg haar
oogen op met zoo'n weerlichtje van woede,
dit h W zoo goed staat. O Papi, riep zij
uit, U miskent mama en de koningin. Ik
weet zeker dat Etnma Mama zou waardeeren
ah met haar nerlei van geest en gemoel,
en dat ze beiden vriendinnen zouden kunnen
worden... Ik liet haar niet verder uitspre
ken. Nu, wat jij weet gaat mij niet aan !!
Dan gaat het mij ook niet aui, sprak ze
trillend wat U mij verder te vertelleu
heeft, alleen dat wil ik u nog zeggen: mag
ik niet naar Biarn naar Hilversum
kriigti U me nooit!
Nu moet ik eerlijk zeggen dat ik
heelemaal nog niet besloten was naar Hilver
sum te vertrekken maar als je eigen
kind ia een uitbarsting van woede, en
dat nogal een meisje, haar voetjs z >ó
dwars plaatst, eenvoudig om ja als vader ie's
te verbieden, J3 zoudt ee_n plan doorzetten
al ware het ook ?.weinig minier ver
werpelijk dau levend in je graf ie stappen.
Zoo..! Zoo..! blies ik haar toe als een
vergiftig poeder .. Zoo .. I! maar daar tikte
Jacob aan de deur. kwam binnen en
gaf' me eea kaartje. «Gü.'cher, Burgemeester
yanH'lversum". Z-mderden tijd te hebben
iets te zeggan vlamdeThéièsedekameruit...
en daar stond ik alleen om de aangediende
autoriteit te ontvangen.
De Heer Gülcher kenmerkte zich door de
beleefde onderdanigheid welke een
dorpsb u rge mees i er, dte aan een man van gewicht,
kts te verzoeken heett, btihoort aan den
dag te leïge". Volstrekt ci«t, nagemaakt,
was een schijntje beschroomdheid, wairmee
hij zich na mijne herhaalje uilnopdiging
o.j mijn stoel liet neervallen of vallen
is' 't woord niet, zachtjes neerzette. Ik
' weet het, zei hij, ik betreed hier gewijden
grond,, en wordt daartoe reeds moed
vere scht, zich op dezen grond rustig te zetelen,
alsof ik kon meenen hi«r voor een oogen
blik tehuis te behporen, er zullen eanige
minuten noodig zijn, mij daar< p te doen
slagen. Nu, ik gaf hem de gelegen
heid zich een weinig in den toestand in te
denken, ea om hem meer op zijn gemak
te brengen begon ik hem 't een en ar.der
over zijn dorp te vragen, liet mij door hem
inlichten... en kwara zoo van zelf' tot de
medeieeling, dat zijn komst voor mij een
gelakkig toeval verdiende te heeten,
daar ik mij om bijzondere reden voor het
Go ii was gaan interesseeren.
Maar wat bleek nu? De maa wist er
alles van. Blijkbaar was door mijn beurs
vrinden aan forensen verteld, dat er kans
bestond mij in hun midden te krijgen, en
nauwelijks was dat gerucht verspreid of ze
hadden Gülcher geprest een geheime
raadzitting te houden, en Jiem opgedragen mij
persoonlijk te gaan belezen om te Hilversum
het anker te laten neervallen. Aan een
La Revue. No. 16: G'Obici professeur la
l'nmversitéde Padoue, Les erreur del'
ducation sexuelle. Dr. R. Romme, Ptiycbolo^rie
et Digestion. Mme R Rémusat, Ls nouvaaa
roman Danors M. Mnret, Ua poete
natttraliste Anaéricain. Dr. Rouby, médicin
alièniste, La possédée de Grèzes. Tristan
Küngsor, Lsa caricaturistea de nos jours
S uitte et fin. B. Eruss, l'Eipion (suite)
Henri Bérenger, F. Loliée, G. Pellissier,
Mouvement intellectuel en France. Henri
Coupin, Les animaux qui ne payent paa'leur
terme. Analyse des revues. Caricatures
politiques.
Hygiënische B'afan, No. 8: Besmettelijke
ziekten. Ew onderwijzer, schoolbygiëniscli
overzicht. H. B van Rijn, OJtsmetting en
vatbaarheid voor besmetting. Dr. Vitus
Bruinsma, Het rooken uit een altruïstisch
oogpunt bezien. Dr. G W. Brninams, Be
scherming der opaubare gezondheid in bat
buitenland. Sanitaire Kroniek.
Tijdschrift voor onderwijs en opvoeding, 2 en
3 afl P. Weaseling, Aansluiting vin lajer en
middelbaar onderwjjs. T. v. d. Blink, Dj taik
van den onderwijzer gawo^en. D.\ Mitthés
Valeton, Nog e»ns da mathole Hooerliet.
Dr. A. C. H Baissevain, Verslag dar 721
algemeene vergadering van het ginootscfcap van
leeraren, ain Nederlaids bs Gymnasiën.
H. A Ojrkson, Da goniomïtri-c'ie verge
lijking van bet schriftelijk eindexionn <nr
hoogere burgerscholen in 1902. Dr. A C. H
Bjisse^ain, E>n schooluitstapje naar O
denburg. Tfl Pjstma Taz,
kroniek.
welsprekend pleidooi ontbrak het niet. Hij
wees op mijn jaren, die er wel toe moesten
leiden, rnij naar een rustige omgeving te
doen verlangen, en waar kon mij die beter
worden aangeboden dan in zulk een gezotd
en schoon oord? Ei daar gaf hij mij een
beschrijving, hier en daar poëtisch ge!int,
van het nieuwe H'lver^uaa, zooali zich dat
uit het oude ontwikkeld had en rioo altijd
voortging zich te ontwikkelen. Wanneer
u er in geen tien jaar, zooals u daar zei,
geweest is, u zal het r-iet herkencen.
Van het idioot landelijke is haast geen
spoor overgebleven ; wij hebben dat alles
veranderd, door de stad met het land te
laten huwen; want men noemt onze gemeente
wel een dorp, maar het weid een etaddorp
of een dorpstad, zonder dat het hybridische
in dien naam ook maar het geringste weer
geeft, dat aan iets onharmpniesch zou moeten
doen denken. Neen, mijnheer, daar zijn
beginselen tot hun recht gekomen, die
elkaar voor den opper vlakkigen geest
schenen uit te sluiten, maar welke onder
de leiding van onze geniale exploitanten,
huis- en tuinbouwers tot een hoogere een
heid hebben gevoerd. Het vil l a-stads huis
en de stadshuis-villa, ik zou wel eens willen
weten wie er aan die gezellige monumenten,
natuurlijk in fi^uurlijken zin, ergens een
scheurtje of een barsijs zou kunnen aan
wijzen, waar het ijzer iugezet mcc'.it wordea
om scheiding te brengen tusschen de beide
geniussen van stad en land, welke elkaar
daarin doordrongen hebbeo, en dit herhaald
in onafzienbare rijen, gelijk de keurigste
voorraad van de elkaar toelachende jasarmen
en broekspijpen in een confectie magazijn.
Ja, mijnheer, ik zou het u niet beter kui.nen
duidelijk maken dan door te zeggen, dat
geheel Hilvereutn, hoe langer hoe meer
begint te gelijken op die pracht-etalage in
in da Vijzelstraat, waarvan het eerbied
waardig 'hoofd ons het voorrecht heeft
gegund zijn paleis te mogen bewonderen
op Bwmbergs helling met kleurig zelfkant
langs wand en venstertoog.?Ea toch bij
alle roemensstof. wij zijn pa« in d^n beginne.
De rooile paal'jes in 't volle bosch of kreu
pelhout geslagen zijn legio, maar de aftrek
der terreinen is vooralsnog geii-ig. D .ch
als Amsterdam esns echt begint te verhuizen
zal dat wel komen, maar eerst zullen de
rechtasmalle wegen al* stad «traten en stegen
zich nog vermenigvuldigen en, gel\jk een
leger van mummies rug te.j;en rus,zullen dan
de huizen gepoot worden in eeu Eayptischen
zonneschijn. Want dit is een der nieuwere
ontdekkingen,toegepast bij onzen landelijken
stadsbouw,'datelke vlakte moetonderworpen
worden aan onzen wil als pa'aiijsscheppets.
Eer. stedeling die zijn tijd go;d begrijpt, zal
tegenwoordig zijn vilialief'stbouwen. waarde
ecïiu luwgeen verduistering hrengt.Uöegrijpt
den zegen van de «e gevoele wijziging in ons
rno iern natuurleven. We zouden ons al zeer
moeten vergissen als u, in zoo menig opzicht
de eerste in ontwikkeling, niet mede in die
richting ons Hilversum tot bloei wilde
brengen bij de vele groote mannen, en
god Jank, mag ik ook zeggen: groote vrou
wen, die daarvan reeds een voorbeeld gaven,
opdat des te eer het ideaal moge bereikt
worden, waaraan ook ik en mijn mede
bestuurders ons leven wijden ; een villa st*ad,
als een joden kerkhof: waarvan al de hui
zen, als opstaande giafsteenen, alleen aan
hun voet omringd worden door groen !
Bij de geestdrift die sich van den
burgervader meester maakte, viel het mij moeilijk
hem in de reden te vallen ; toch gelukte
het mij althans een woordje van waardeering
in het .midden te brengen, maar dadelijk
bleek, dat Gü'cher de zaak zelfs boven zijn
eigen peisoon stelde. Och. wij zijn niet te
prijzen, vei voïgde hij; u weet het, wij kunnen
'IIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIIimmMllllfHIIIillIlllimillllllfmillUmim»*
DB potten te fcester.
Geachte Eedactii,
Een enkel woord zy mg nog vergund naar
aanleiding ran dr. v. d. P.aats' bijschrift.
Vooreerst kan ik niet naat b«m meegaan in
zijne waardeering van een al of niet oili ;ieele
zending. Mg dankt zoo iets maakt nogal een
groot verschil uit.
Verder begrijp ik de sl'otalinefcnie*. In mijn
scbrijren staat: »Had hg bovendien inzag»
genomen van nuj'n voorwoord, d in
~ .u* . juwubig ymoi, t/u-i tioi, ^ vsuuu ULJOHBU, gttuuuiuii van umn voorwooru, o-in zou ny
door F. Bezemer (met portret) Fragment geaiea tobben, wat de reden *) was, dat dit
uit Arturo Dalgas van E. A. Maresootti, door werkje door mij vertaald ») werd." Hoe daarop
W. G. van Nouhuys (met portret.) . . . . . ..
als antwoord moet slaan: »dat ik uwe voorrede
hy bet door u vertaalde geschrift wel d«geujlc
gelezen heb, doch. geen aanleiding vond vaa
uwe .hierin vermelde persosnlylte meefting
omtrent de vaccinatie, die daarenboven ge
noegzaam btkand mag worden geaebt, nogmaals
te gewagen" is mij büherbaalde lezmg niet
duidelgk geworden.
Hat verblydt me, dat de brochure van den
heer Schouten door dr. v. d. Pi. zal gelezen
worden. Op blz. 23 boreotan zal hy itts
vinden, dat zeer juist is; en «air ik aan het
daar genoemde onderauek cnmogalyk kaa
voldoen, heb ik een deugdelijk onderzoek naar
aanleiding vsn «en andere epidemie willen
geven. Dat staat wel in my i voorwoord, en
daarop doalde ik.
Na ik toch over die brochure van den baer
Schouten spreek, zij dr. v. d. Pi. blz. 20 ter
lezing aanbevolen t) Zeg ik te veel, zoo m i,
dr. Hadwen juist aan de daar gegeven
opmerkirgen heeft voldaan of wel getracht heeft zoo
veal mogelgk op ieder gevel het juiste licht
te laten vallen ? Of iemand, dia zoo iets doet,
een schotschrift schreit, laat ik aaa ds des
kundigen ter beoordeeiing over. Zyn werf-j»
is zeer zeker een «.pamphlet"; maar tusscben Lt>t
Engelsche en ILUIandaohe woocd bestaat een
hemelsbreed verschil.
Ten slotte nog dit. Ik bah wel eeas geboir*].
dat de uitdrukking »iiet geheeJ juist'' gom».
een euphembme ir.hoodt. Misschien bracht
het wellicht onbekend zy'n hieraeadr. v. d. Pi.
op een dwaalspoor.
U dankend voor de verleende plaatsruimte
teeken ik mij hoogachtend,
Resser, U» dw. dr.,
17 Aug. :02; H. J. C PJEBSON.
*) Na cursiveer ik.
t) HO lette ook op blz. 80 en 81.
HmtlllWII«IIUIItUlMIHIIUUUtllMUIUUIH«IHHU<MUJIMIHMIHml
zoo weinig; ons schiet niet anders over dau
den geesc te wekken, de richting aan te
wijzen, d.jor besprekingen, door zoo dikwijls
mogelijk ia 't openbaar voor het nieuwe stel
sel te getuigen, b.v. door er rekening mee te
houden in het ontwerpen van gemeen lelijke
wegen, pleinen en gebouwen, do ir een rooilijn
vast te stellen, ook den particulieren
bouwIe onderwerpen aan het oordeel van een
BchoonheidJconrmiesie ... Gelukkig, nu kon
den .wij reed-i meermalen een voorbe'ld ge?cu
en u gevoelt hoe dat. trekt Vóór een
paar jaar bouwden wij een school, die
steeds meer de bawondering der
villabewoners geniet, een architectonische stich
ting, als net model voor een nieuwe wijk,
en ik verzeker u... dat er op de vlakte,
waar dit gemeen te raocuinentpraedomineeit,
een nieuw stuk Hijversum verrijst... z >o
overweldigend origineel, dat onze suftd
voorvaderen, die op hun manier het land
leven beminden, nieis minder dan eea
beroerte zouden krijgen, als het hun door
een onvoorzichtigen geest, zouder eenige
waarschuwing te doen voorafgaan, in huu
kist kou worden vertoond. En nu is 'tot s
gelukt juist in de nabijheid daarvan een
andere daad te verrichten die zwijger.d,
maar nog welsprekender aan gaande de
evolutie onaer schoonheidsbegrippen getui
genis aflegt. U kent Hilversum» zoo
schildtrachtig hoekje...de Sjhuttershei? Welnudan,
dat dierbaar stukje heide st< fteeren w\j niH
een Hoogere Burgerschool. Wij doen wat wij
kunnen, maar wat zouden wij vermogen
als vereenigingen, syndicaten, particulieren
ons niet hielpen ? Wanneer de zucht om
Hilversum echt, ie verfraaien niet om zoo
te zeggen in de lucht zat! Want dat dit
ZOT is, mogen we werkelijk met alle dank
baarheid erkennen, al ontbreken ook,
gelijk steeds wanneer de hervormingen
zich trachten baan te breken, de achterlijken.
de stijf'koppen, de reaciionaireu niet. Maar
xy zullen ons niet tegenhouden... wat zij
oo'i mopp-?ren mo^en.
Met menschen is net gemakkelijk strij
den die kamp baart ons geen zorg. De
grootste, de sterkste vijand voor ons is een
ander levend wezen ... de boom ... de boom,
maar onze bijlen zijn scherp! O)k
valt er nog veel te omheinen en te be
grenzen, de natuur w^rd hier zoo lang
ganac^eUjk verwaarloosd, edoch tegea een
meetlija en prikkeldraad is op den duur
niets bestand ; alleen n verontschul
diging moet ik hierbij makeu, tot dusver
zijn we nog niet in de gelegeaheid geweekt
met den bodem een be^iii yan airtkenint?
te houden; die ligt dus in z;jti massiefheid
oageveer geheel zooals een or-opgevoed
voorgeslacht ons die logge erfenis heeft ach
tergelaten. Nog altiid ie h«t terrein
geaccidenteerd, hebben wij heuvels en berg
jes ... zijn er hellingen ... Netm ons dat niet
al te kwalijk. Men kan piet alles op eens...
De tijd zal komen ... Wie weet wat over lut
tele j aren de kunst en de wetenschap vermag?
Hier pauseerde de heer Gülcher even
en h\j verzocht mv) hem te veroorloven het
tweede deel van z\jn betoog voor een
volfend bezoek te bewaren,.. als het
gespr,)ene niet reeds toereikend mocht ijn om
rnii een gunstige beslissing te dow nt-men.
Daar ik nog een zweem van weiftling
gevoelde, stond ik hem dit grootmoedig toe.