Historisch Archief 1877-1940
,?n
No. 1314
DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND.
?Nederlandsche Volksboeken l" een henglike
gebeurtenis, waarvoor zy de Leidse Maat
schappij dankbaar z$n.
Dr. G. J. Boekenoogen, die de uitgaaf op
zich nam, heeft de tekst laten afdrukken naar
4e Antwerpse druk van Willem Vorsterman 2)
en geeft in een bijlage rekenschap van zijn
methode. Terecht is er geen poging gedaan
om «plaatsen waar de tekst waarschijnlijk of
blijkbaar in de war is... critisch [te ver
anderen]." «Zulke bedorven plaatsen," zegt
dr. B. tbehooren in den regel tot de redactie
van het volksboek en gaan in de volgende
drukken over. Derhalve zjjn de verzen in het
boek niet verbeterd naar de teksten van het
Bolandslied, ofschoon daaruit op sommige
plaatsen blijkt wat in de oorspronkelijke be
werking moet hebben gestaan/'
Dat is de juiste opvatting: tekstkritiek is
uitstekend, maar moet, om niet iets van tekst
vervalsing te hebben, buiten de afdruk van de
tekst zelf gehouden worden, wat nog altijd te
weinig gebeurt.
Toch heeft ook dr. B. enige en naar het
oordeel van sommigen zeker nog te veel ver
anderingen aangebracht. Om de leesbaarheid
te bevorderen *ijn de lettertekens u en v
overal overeenkomstig de tegenwoordige schrijf
wijze gebruikt en de afkortingen opgelost,
terwijl drukfouten «stilzwijgend" verbeterd, de
leestekens soms gewijzigd en alle eigennamen
»van een hoofdletter voorzien" zijn. Eindelik
is >op een paar plaatsen waar de lezing van
den jongeren druk van Jan van Ghelen over
eenstemt met die van het Rolandslied, zoodat
de druk van Vorsterman blijkbaar eene drukfout
beeft, de juiste lezing hersteld. Deze en alle
andere wijzigingen in den tekst worden [aan
't slot van brjlage III] medegedeeld."
Uit alles blijkt dat de uitgever zeer nauw
gezet te werk gegaan is, en dat we hier een
betrouwbare tekst voor ons hebben. Ook de drie
houtsneden uit het volksboek z\jn in deze
herdruk opgenomen.
Wat druk, papier en formaat betreft staat
deze nederlandse uitgave zeker niet achter
by de meeste soortgelijke buitenlandse. En in
in het cijfer I op de hoofdtitel ligt een belofte,
die op de laatste bladzijde verduidelikt wordt
door de mededeling dat «ter perse of in voor
bereiding" zijn: II. Historie van Floris en
Blanchefieur; III. Historie van den ridder
metter swane; IV. History van den reus Giliaa
ende een smeets-knecht Sie-vreeet genoemt;
1) Nederlandsche Volksboeken, opnieuw
uitgegeven vanwege de Maatschappij der
Nederlandsche letterkunde te Leiden. I. Den
droefliken stryt van Roncevale. (Leiden, boekh.
en drukk. v/h E. J. Brul. 1902). /0.90.
2) Er is (zie bijlage I, bl. 82) nog een
andere druk van 't Volksboek bekend, van
Jan van Ghelen te Antwerpen, 1576.
inttiiitiiimtttimtutiiiiiittttiiiiilitmiuiimittittiintmimmnttiiiimitttttitmttttmtmummtmiM^
YOO$ DAMEjS.
Theorie en
(Recht op slaap, maar ____ )
Wie zou in theorie niet erkennen, dat elk
kind recht heeft op 'n gezonden, verkwikkenden
slaap. Wie, die niet weet, hoe schromelijk de
gevolgen zijn, wanneer aan dezen eisen der
hygiëne niet wordt voldaan?
En toch, wat zegt de practqk?
Eén bewijs onder vele, dat hier vaak alks
te wenschen overblyft E. Gahn geeft ia Braun's
bekend >Archiv für Soziale Gesetzgebnng nnd
Statistik" mededeelingen omtrent een door hem
te Bayreuth (een stad van 'n kleine 30000
inwoners in Beieren) gehouden onderzoek naar
de woningtoestanden in speciale arbeiders
wijken aldaar.
Aan slaapruimte vond hij voor 965 personen :
voor 39 ( 4 pCt.) hoogstens 3 M3.
» 131 (13.7 » ) » 5 »
» 160 (16.6 » ) » 7 »
» 233 (24.1 » ) , 10 »
Meer dan de helft der bewoners dezer krotten
mocht zich dus tevreden stellen met hoogstens
10 M9, lucht, terwijl dit toch, naar de hygiëne
ons leert,, een uiterst beteheiden minimum is.
Maar er is meei. Wanneer het toch waar
is, wat Schmoller (Grnndriss der Allgemeinen
Volkswirtschaftslehre) opmerkt: »0hne die
Trennung von Wohn-, Schlaf- und
Arbeitszimmer kein edleres, höheres Familienleben",
(en wie beaamt dit niet?) jan stemt het vol
gende, aan 't zelfde artikel ontleend, wél treurig:
Hoogstens '/s V6 van a"e onderzochte
voningen (pi. m. 240) hadden een aparte
slaapkamer (waarbij in aanmerking genomen
moet worden, dat in deze bevoorrechte huizen
de woonkamer dan tevens keuken isl)
? Wat het aantal bedden aangaat, zoo vond
hij: (en de hoofdoorzaak van dit verschijnsel
bleek, armoede te zijn !)
69 hnish. hadden voor elk lid van 't gezin l bed.
103 » » « telkens 2 leden meer dan
l, maar minder dan 2
bedden.
(daarvan: 30 met 2 bedden voor 3 personen.
25 » 3 » » 4 »
15 » 4 > » 5 »
13 » 3 » 5 » )
41 huish. met 2 personen op l bed.
16 » » 6 » voor meer dan 2,
minder dan 3 bedden.
5 » » 3 > op l bed.
l » » 4 » » l »
Zon 't noodig zijn, nader te onderzoeken
nog, welke gevolgen een en ander heeft voor de
gezondheid en de zedelijkheid der kinderen uit
deze gezinnen ?
Ter navolging.
In Dresden bestaat sinds koit een
Zentralau&unftsstette für Jugendfürsorge »» Dresden",
die zeer gunstig werkt. Een der onderdeelen
er van is de z.g. Autschuss für soziale
Hilfsarbeit. Aan 25 stedelijke scholen heeft deze
commissie een «hulpkracht" (onderwijzeres,), die
het werk: zorg voor meisjes, die ontslagen
worden van school, ter hand nemen. Bovendien
is voor elke school een «raadsvrouw", (lid van
?den Duitsch-Evangelischten Vrouwenbond) naar
wie de hulpkracht" de leerlingen, die geholpen
wenschen te worden, verwijst. Zoo werd er
bijstand gevonden voor 184 meisjes. Het
grootste deel werd in vertrouwde gezinnen
als dienstbode geplaatst De «raadsvrouwen"
bleven een wakend oogje op haar houden.
Andere meisjes werden in staat gesteld, zich,
op kosten van aangesloten «Unterst
tznngsvereine", verder te bekwamen, terwijl zwakke
kinderen afzonderlijke verpleging genoten. Bij
de keuze van eenig beroep konden allen zoo
veel raad erlangen, als ze behoefden. Hierbij
waren de moeders tegenwoordig, zoodat de
«raadsvrouwen" tevens gelegenheid hadden,
menigen nuttigen wenk te geven. Heel wat
vooroordeel kon zoo uit den weg geruimd
'worden, heel wat dwaalbegrippen werden dus
uit het hoofd gepraat.
In cijfers uitgedrukt, vindt men dit resultaat:
'Van af Paschen 1902 kozen 50 pCt. der meisjes,
die voor hulp in aanmerking kwamen, een
dienst; 33 pCt wisten niet nog, wat ze wilden
worden ; 14 pCt. kregen gelegenheid voor ver
dere ontwikkeling (waarvan weer 36 pCt. voor
handelsonderwys, 18 pCt. voor opleiding op
?de vormscbool van bewaarschoolhouderessen :
't z.g. Fröbelstift; 14 pCt. voor huishouden
derwijs; de rest voor 'n allerlei van zaken);
de overblijvende 13 pCt. gingen bij verschillende
beroepen.
_ Gunstig is 't hooge aantal dienstboden. Dank
zij vooral den invloed der «raadsvrouwen"
Toch kan het weer vallen, als ook in andere
jaren gebeurt. Waaraan vooral schuld is: de
gebrekkige opleiding voor huishoudelyken
arbeid. Hierop zal de Vereeniging speciaal
acht moeten geven in de toekomst. Hoofdzaak
echter is, dat er thans 'n nauwe aansluiting
bestaat tusschen School en Vereeniging, waar
door de meisjes n«t langer dadelijk op eigen,
zwakke beenen behoeven te staan.
Zeker valt er nog veel in de organisatie te
verbeteren. Maar een belangrijke schrede is
gedaan in de goede richting: zorg voor de
van school ontslagen meisjes, waardoor 'n
macht van ellende en onheil voorkomen kan
worden.
Ook bij ons te lande behoeven we liefst
overal dergelijke vereenigingen.
Wie neemt het initiatief?
Aan de welwillende medewerking onzer
?onderwijzeressen behoeve we in onzen tijd
?waarlijk niet te twijfelen.
P.
Vronwelie nityMinp.
Ten tijde der laatste Fransche tentoonstel
ling trok het de algemeene aandacht dat de
?vrouwen op verschillend gebied, maar hoofd
zakelijk op dat der industrie, als zelfstandige
inzendsters opgetreden waren, waar dit in
vroegere jaren niet, of heel zelden was voor
gekomen. Van de 2600 inzendsters werden toen
ongeveer de helft met prijzen bekroond. Dit
moest wel zeer de aandacht trekken. Zoo
kregen bijv. van de 19 inzendsters op gebied
van ingenieurkunst 14 diplomas, waaronder
n grand prix. In het machinebouwwezen
werden acht vrouwen bekroond, onder deze
eveneens een grand prix en een gouden me
daille. Voor afmetingginstrumenten verwierven
zij zich 5, voor geographische toestellen 3, en
op electrotechniek en electrisch gebied kregen
zy verschillende eervolle vermeldingen, 't Is
duidelijk dat dergelijke resultaten alleen door
middel van omvangrijke en grondige technische
vakstudies kunnen verkregen worden. Het
begrip voor techniek is echter bij de Fransche
vrouw büalle vrouwen van de overige landen
vergeleken het sterkste ontwikkelt. Reeds
tamelijk vroeg kan zij zich ontdoen van alle
moederzorgen en plichten, de opvoeding van
het kind geschiedt meestal op het land, zoodat
zij haar man in zijn beroep kan bijstaan en
zich daaraan kan wijden.
Op de Fransche tentoonstelling hadden de
Fransche vrouwen het leeuwenaandeel van de"
diploma's verworven. Slechts twintig Duitsche
vrouwen hadden ingezonden. Het is nu wel
de moeite waard eens na te gaan wat de vronw
in Dnitschland in dat opzicht gepresteerd heeft
en welke uitvindingen aan haar te danken zijn.
Onder de 130.000 patenten die gedurende
de laatste 25 jaren werden uitgedeeld, komen
502 hiervan voor rekening van de vrouwen.
Bij de Engelsche en Fransche resultaten ver
geleken, is dit getal nu juist niet heel indruk
wekkend. In Frankrijk stonden in het jaar 1901,
honderd zestien vrouwen op de lijst, in Enge
land 170, terwijl in Duitschland het getal maar
33 bedroeg. Dit getal is, bij Amerika verge
leken, echter vrij hoog. Volgens het laatste
officieele bericht uit de «Commissioner of
Patents" werden daar van 1790?1895 in het
geheel 5535 patenten aan vrouwen uitgereikt,
wat gemiddeld een op de duizend uitmaakt.
In Duitschland komt daarentegen n
vrouwenpatent op 260 aan mannen uitgereikt, te staan;
de vrouwen verwerven hier dus bjjna viermaal
zooveel patenten als in het industrieel en
technisch zoo geavanceerde Amerika. Dit is
waarschijnlijk daaraan toe te schrijven dat de
Amerikaansche vrouw, door de moeielyke
levensomstandigheden der moderne tijden er
toe gedwongen, meer en meer het voorbeeld
der Fransche vrouw volgt om, hetzij vader of
echtgenoot, bij te staan in zijn beroepsuitoefe
ning iets, wat zij alleen in het uiterste geval
van noodzakelijkheid doet. Wat nu de ver
schillende industrieele takken betreft, waarin
de vrouwen uitvindingen hebben gedaan, is
tusschen Frankrijk en Duitschland een groot
onderscheid waar te nemen. Waar de Fransche
vrouwen een groot aantal patenten verkrijgen
in de branche van voedingsmiddelen dat op
de Fransche tentoonstelling duidelijk op den
voorgrond trad daar komen in Duitschland
op dat terrein slechts 3 vrouwen voor in aan
merking. Hier in Duitschland zijn het veelmeer
de huishoudelijke artikelen en meubels waar
vrouwen uitvindingen in maken. Hechtende
aan oude tradities van moeder en grootmoeder,
is en blijft de Dnitsche vrouw op dit gebied
het meeste met succes werkzaam, omdat zij
door die werkzaamheden het best beoordeelen
en overzien kan wadrin veranderingen en ver
beteringen noodzakelijk zijn. Dit merkt men
duidelijk aan de vele nieuwe en verbeterde
kooktoestellen, praktische wasch- en reinigings
machines. Onder de meubels zijn het voorna
melijk transportvoorwerpen, vouwbare stoelen
en bedden, tafels voor zieken, kinderwagens
met zekerheidstoestellen en van zelfwerkende
mechanieken.
In de tweede plaats is het de stoffen en
kleederen-industrie waarin de Duitsche vrou
wen zeer inventief zijn, ofschoon lang niet in
die mate als de Fransche vrouw, die op gebied
der vrouwelijke elegance toch iedereen de loef
afsteekt en hierin absoluut meesteres blijft.
De Engelsche daarentegen die, zooals de Duit
sche vrouw, zich meer met het huishoudelijke
bezighoudt, bewijst heel weinig vindingrijkheid
op gebied van mode en kleederdrachten. De
onzichtbare roksluitingen, de knipjes, is een
uitvinding der Duitsche vrouw. Ook de toene
mende sportbewegingheeft het vrouwelijk vernuft
zeer beziggehouden en in deze kleeding heeft zij
veel praktische veranderingen doorgezet. <
Op textielgebeid hebben Duitsche vrouwelijke
uitvindingen het niet zeer ver gebracht, waarin
maar twee door haar verzonnen nieuwigheden
voorkomen, terwijl in Frankrijk de vrouwen
haar Duitsche zusters meer vóór zyn. Zoo vond
bijv. een Fransche vrouw een zeer goede machine
uit om raame te bewerken, die eigenaardige
Chineesche vezelsoort, urtica nivea, die tot
dusverre op geen machine kon verwerkt worden.
De sterke gomachtige bestanddeelen, waaruit
die vezels bestaan, konden alleen door Chi
neesche handen bereid worden, welke de
stugge stof zoo prachtig wisten te verwerken,
die trots zijn fijnheid zeer sterk is dat
men in verschillende landen er bankpapier
van fabriceert. Die uitvinding is dus niet zonder
beteekenis voor de industrie. Nog een andere
machine om kunstige zijde te maken uit gom
en hartsbestanddeelen, waarmede Béanmur in
1734 zich reeds had beziggehouden, heeft de
vrouwelijke geest uitgevonden. Wat de Duitsche
vrouw op textielkunst-gebied verzuimde, dat
haalde zij by de weverij weer in; hierin werd
zij de Fransche vrouw de baas, waarschijnlijk
omdat het weefgetouw haar zeer vertrouwd
was. Verschillende verbeteringen in
hethandweeftoestel heeft zij tot stand gebracht. Ook
naaimachines die op mechanische wijze vroegere
handborduursels en geschilderde voorbeelden
vervaardigen, breimachines, andere machinesom
diepingewerkte voorbeelden op gekleurd
peluche en fluweel te bewerken, wasch- en
wringmachines, dat zijn alles uitvindingen van haar
geest. Maar hierin staan de Belgische en
Amerikaansche vrouwen naast de Duitsche.
Ook op gebied van hygiëne, gezondheidsvoorzorg
en verpleging heeft de Dnitsche vrouw veel
gepresteerd. De laatste oorlogen waaraan veel
vrouwen als ziekenverpleegsters deelnamen,
mogen hiertoe bijgedragen hebben. Evenzoo
zijn ook de natuurkundige heilmethode met
de electro en lichttherapie, de massage en
heilgymnastiek, dank der vrouw, over het
algemeen in de laatste jaren zeer vooruit
gegaan.
Eindelijk is nog te gewagen van verschillende
soorten van znigflesschen die de Duitsche vrouw
heeft uitgevonden, maar die toch nog niet in
het algemeen gebruik zijn opgenomen. Dank
baarder waren hare uitvindingen om het op
groeiende kind bezig te houden, zijn nadenken
te scherpen en te prikkelen. Allerlei spelen
zijn het, inrichtingen om het muziekonderwijs
te vereenvoudigen of te vergemakkelijken, de
houding der handen of van de borst by het
studeeren te verbeteren, boekendragers, bretels
om gedurende het onderwijs recht op te zitten,
praktiesche schooltasschen, schrijflessenaars etc.
door moeders, onderwijzeressen of verpleegsters
in het leven geroepen. Ook voor de vervaar
diging der meest verschillende handwerken
beeft de Duitsche vronw zich geïnteresseerd.
Bij de leerwerkerij, zadelmakerij en wagenbouw
verwierven zij 24 patenten; in de
houtsnyen timmerkunst 13 patenten, in de bakkerij,
waar het zich handelde om nieuwe kneed
vormen voor het deeg en transportabele ovens 7,
in de schoenmakerij en boekbindery 5, in
boekdrukkunst en uurwerkkunst n patent.
In dit laatste vak is de uitvindster een
Zwitsersche. In Duitschland wordt de studie
voor dit vak nog voornamelijk aan de mannen
overgelaten, dat wel te verwonderen is, daar
horlogemakers graag' vrouwelijke medewerknig
aannemen. In de photograflekunst daarentegen
zijn de Duitsche vrouwen weer meer bij de hand.
Hierin hebben zij twee verbeteringen uit
gevonden die, bij de moderne oogenbliks- en
snelpbotografie, van groote waarde zijn geworden.
Ook in de sigarenindustrie zyn de Duitsche
vrouwen zeer bezig geweest, waar zy 20 paten
ten hebben verkregen, evenzoo ais in het
landbouwwezen, waar haar combinatiegeest 17
veranderingen heeft verzonnen in zaaimachines,
verschillende boormachines, om bij het poten
van aardappelen spoedig de gaten te maken,
by de aardappeloogst de vruchten by elkaar
te garen, zelfs een nieuwe soort ploeg. Dan
op het gebied van electriciteit, electrotechniek,
transportwezen, chemie, bergbonw, verlichting,
stookmachines en waterleidingen. By dit laatste
vak, dat op zuiver technisch gebied staat, is
het best mogelijk dat echtgenoot, vader of
broeder van behulpzame kracht is geweest en
dat, door omstandigheden, het patent alleen
op naam van vrouw of zuster is aangevraagd.
By' de andere uitvindingen ligt deze veronder
stelling niet voor de hand, ofschoon by veel
andere vrouwelijke uitvindingen de naam van
den man is genomen, ter wil Ie der helaas alty'd
nog bestaande vrees voor wantrouwen en tegen
werking. De plaats waar deze uitvindingen tot
stand komen is geheel verschillend ; zij gebeu
ren volstrekt niet alty'd in de grootste indus
triecentra, integendeel zijn het meestal dor
pen, kleine stadjes of de by een groote stad
gelegen voorplaatsjes.
Van de door de vrouwen reeds opgenoemde
562 verkregen patenten, vallen 260 op de
Pruisische provincies, 71 voor Berlijn en om
streken, 122 op het overige Duitsche ry'k. De
rest komt op rekening van buitenlandsche hier
wonende vrouwen.
In het jaar 1877 begonnen die vrouwelijke
uitvindingen met het bescheiden getal van 5;
in het volgende jaar klom dat tot 18, enkele
jaren later 22, om zonder oorzaak op eens tot
2 terug te dalen. Daarop ging het weer beter
en in 1900 bereikte men het getal van 45. In
1901 zonk dat echter door onnaspeurbare
redenen weer terug op 36.
Het is interessant de uitkomst der latere
jaren af te wachten. Nu op gebied van techni
sche inrichtingen veel voor de vrouwen vrij
en toegankelijk is geworden, nu ziet men met
belangstelling de feiten tegemoet van nieuwe
vrouwelijke uitvindingen.
L. v. O.
Het liefdewert aan de stations.
W\j lezen in De Tijd:
Een eerbiedwaardig geestelijke schrijft ons
uit Aken:
Wellicht kan het zyn nut hebben, met het
oog op het onlangs by u opgericht liefdewerk
aan de stations en de argeloosheid van meisjes,
die eene betrekking zoeken, het volgende te
publiceeren.
Eergisterenavond vervoegde zich by iny eene
dame van de Bahnhof- Mission met een fransch
meisje van 23 jaar, dat zy van een wissen
ondergang had gered.
Ziehaar de toedracht der zaak:
Bedoeld meisje was te Parys naar een infor
matiebureau gegaan, om een goeden dienst te
zoeken. Daar ontmoette zy eene vriendelyke
dame (Mme X.) 1), die haar verzekerde dat
zy' haar te Warschau eene betrekking als
gouvernante kon bezo-gen. Daar was toevallig
een fransch meisje noodig. De naam van de
familie? Kyk, die was haar ontschoten,
maar katholieke menscheu waren het, daar kon
zy op rekenen. Of zy-zelve wel een kerkboek
en een rozenkrans had?" Neenl"?Wel,
dan zou de dame haar dat als souvenir schen
ken." Ook voor het reisgeld, ongeveer 100 frank,
behoefde ze niet te zorgen. In de weinige
dagen, die vóór het vertrek verliepen, bezocht
de dame haar nog herhaaldelijk en bezwoer
1) Naam en adres der dame" laten wy
hier weg. Het spreekt echter vanzelf, dat wy
bereid zyn, die desverlangd mede te deelen
aan vereenigingen of personen, welke zich met
het hier besproken liefdewerk bezighouden.
Red. T.
haar, toch haar plan door te zetten en die
achtenswaardige familie, welke reeds van haar
komst verwittigd was, niet teleur te stellen.
De papieren werden intusschen in orde gebracht,
waarvoor het meisje- zelve 35 frank moest geven.
De dame zou voor de betaling zorgen. Of ze
niet gaarne wist hoe het haar in hare nieuwe
omgeving zou gaan ? Fluks naar een somnambule
gereden, welke het meisje voor de consultatie
10 frank per persoon liet betalen. De vriende
lijke dame drukte haar daarbij op het hart,
hierover niet met anderen te spreken pourne
pas trahir cette bonne vieille".
Maar hoe zou ze, te Warschau aan gekomen,
hare betrekking vinden?
Niets gemakkelijker dan dat. Zy moest een
courant in de hand houden by' het verlaten van
den trein, en daaraan zouden die goede
menschen haar aanstonds herkennen? En als
er eens niemand aan den trein was?" O
geen nood! Maar voor dat geval hier is het
adres," en de dame krabbelde eenige russische
letters op een papiertje, en daar zyn eenige
kopeken." Als zy nu dat papiertje en die kopeken
aan een huurkoetsier gaf en aan baar (de dame)
twee frank, zou ze wel terechtkomen.
De bezorgdheid van die vriendelijke dame
ging echter nog verder, Het meisje zou het
vertrek van Parys wel erg gevoelen. Maar ze
moest verstandig zyn en niet weenen. Bovendien,
de dame had wel wat om de tranen tegen te
houden. Kort vóór het vertrek gaf zy dan ook
aan het meisje drie fleachjes met een rood
vocht. Eén moest ze onmiddellijk leegdrinken,
de twee andere by' haar aankomst te Warschau.
Het arme meisje deed zooals haar gezegd was
en verklaarde dat zy by het vertrek van Parys
volstrekt niet kon weenen. Even voordat de
trein zich in beweging stelde verzocht de dame
haar, twee biljetten te onderteekenen. Wat
die biljetten behelsden kon zy niet zeggen,
want ze had erg veel moeite om ze te lezen.
Zoo reisde het kind uit haar vaderland naar
den vreemde, haar ongeluk te gemoet, zoo
de Voorzienigheid haar niet tot de dames der
Bahnhof-Mission had geleid.
Te Herbestal aangekomen, gevoelde zij zich
zoo onwel, dat ze genoodzaakt was uit te stappen
en aan het buffet iets te gebruiken. Mej. X.,
die dienst had aan het station, bemerkte spoedig
het arme kind en had het geluk, het slachtoffer
van liet verfoeilijke internationale komplot te
redden.
Natuurlijk is aanstonds hier ter stede aan
gifte van het gebeurde by de politie gedaan;
de adressen zyn bekend gemaakt, en de be
dwelmende drank is naar een chemisch labora
torium opgezonden. Toevalligerwijze vernamen
wy nog, dat over weinig dagen een ander
meisje op gelijke wyze hier zal passeeren.
Doch de leden van den Herbestaller wnd
Aachener Magdenschutz-Verein zullen zich op
hun post bevinden.
Ik voeg hierby het adres onzer afdeeling:
Gerlachstrasse 18 Aachen, >Salesianum". Wel
licht kan het den leden te Amsterdam te pas
komen.
PS. Terwijl ik deze regelen schry'f, komen
hier twee meisjes uit Holland aan. Ik vraag
waar zy overnachten. O! aan het station was
eene dame op ons afgekomen. Wy konden haar
echter niet verstasn. Toen zy was heengegaan,
kwam een vriendelijke man, die ons koffertje
aannam en ons naar een restaurant bracht.
Wy vroegen een kaart, maar die had men daar
niet. Men zou den naam maar op een stuk
papier schrijven." Hier is het.
Wat was het?... Ik behoef het niet te
zeggen. Goddank, dat die twee kinderen by
my nog zyn terechtgekomen."
iiimiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiimiiiiitiMiiiiiimiiiii
Eljena Dmitriewna Poljenowa. Behan
deling van edelgesteenten. Alice
Roosevelt. Beroepen voor vrouwen
in Amerika.\
In het historisch museum te Moskou, heeft
men een hoogst merkwaardige en zeer vol
ledige tentoonstelling gehouden van de werken
der beroemde, Russische schilderes Eljena
Dmitriewna Poljenowa, die in 1898 op acht
en-veertigjarigen leeftyd in haar zoo geliefd
Rusland overleed.
Met toewyding en vereering voor het talent
der te jong gestorven kunstenares heeft men
al haar werken bijeengebracht en in chro
nologische volgorde geëxposeerd, opdat het
kunstlievend publiek zich van den aanleg en
geleidelijke ontwikkeling der geniale Russin
een trouw beeld kon vormen.
Aan den zorgvuldig bewerkten
Poljenowacatalogus heeft men een hoogst interessante
biographie der kunstenares toegevoegd.
Zy werd den loden November van het jaar
1850 te Petersburg geboren. Haar vader, een
bekend schrijver, werd later secretaris van een
archeologisch genootschap te Moskou, waar de
familie Poljenowa zich toen met-ter-woon
vestigde. By Eljena even als by haar ouderen
broeder Wassilji, ook een schilder van naam,
openbaarden de artistieke neigingen zich reeds
op zeer jeugdigen leeftyd. De fantazie der
kinderen werd opgewekt door den gestagen
omgang met hun grootmoeder van moederszijde,
een nicht van den dichter Derschawin. Deze
vrouw bezat de heerlijke gave van sprookjes
vertellen. De kinderen hingen aan haar lippen
en raakten door grootmoeder geheel vertrouwd
met den onuitputtely'ken schat der Russische
sagen en legenden. Met tact en zorg kweekte
zij in de ontvankelijke harten der kinderen,
liefde voor hun geboorteland en bewondering
voor het Russische volk. Eljena ontving als
leerlinge der knnst-industrieschool, te Moskou
twee zilveren medailles. Zy voltooide haar stu
dies in Parys. Toen Petersburg in 1887 pry'zen
uitloofde voor de beste schilderyen behaalde zy
met haar «Ikone" een heiligenbeeld, den
tweeden prijs. Van dien tyd behoorde zy met
haar landschappen en genre-stukken, tot de
trouwe inzenders op tentoonstellingen. Ook
illustreerde zy meesterlijk een aantal Russi
sche sprookjes.
Met hart-en-ziel was zy haar kunst toege
daan ; toch wist zy in 1877?tijdens den
TurkschBulgaarschen kry'g afstand te doen van
palet en penseel, om volgens den drang van
haar vrouwelyk-teer en medelijdend hart,
kranken en verwonden met onuitputtelijke
liefde en geduld in Kiew te verplegen. De
Russische knnstkritikus Stassow getuigt van
haar: «Eljena Dmitriewna Poljenowa heeft
niet alles kunnen volbrengen waartoe haar
aanleg en haar vurige liefde voor Rustand
en Russische kunst haar in staat stelden,
maar w;lt zy leverde is zoo oorspronkelijk, zoo
eigenaardig en nieuw, dat baar werk zal voort
leven als een onvergankelijk gedenkteeken aan
het edele streven eener Russische vrouw uit
de negentiende eeuw".
* *
Het aantal menschen die een studie en een
broodwinning maken van de behandeling van
edelgesteenten neemt toe. Specialiteiten voor
elk deel van het menschelyk lichaam, zullen
weldra zij-aan-zy gaan met specialiteiten
voor preciosa. Een ontmoeting in het boudoir
of in de salons eener schatrijke juffer, niet
ongeneigd, wetenschappelijke mannen een duitje
te laten verdienen voor het stellen hunner
diagnose over de ziekteverschijnselen, by haar
zelf óf haar «jewelry" zal niet meer zeldzaam
wezen.
Diamanten, briljanten, robijnen, smaragden,
turkooisen, amethisten en vooral paarlen, zijn
onderhevig aan afwijkingen, aan abnormaliteiten
die te herstellen zyn langs chemischen of
anderen weg.
Wanneer het leven, de warmte, de dartelheid,
het fonkelende wy'kt, en plaats maakt voor dood,
kilheid, starheid en dofheid, dan wendt men
zich tot een preeiosa-specialiteit om de steenen
tot hun normalen staat terug te brengen.
De overleden keizerin, Elizabeth van Oosten
rijk, bezat een kolossaal fortuin aan edelge
steenten. Den dag waarop zij den tragischen
dood vernam van haar geliefden zoon Rudolf,
droeg zy een paarlsnoer van zeldzame waarde
om den hals. Toen de wanhopende moeder
zich van haar tooi ontdeed, waren de levende
zacht glanzende paarlen dood en dof. Maanden
daarna vertoevend in haar slot Miramar, op
Corfu, gaf een specialiteit den raad, de doode
paarlen zeebaden te geven. Dagelyks ging een
hofdame met het paarlsnoer naar het strand
en dompelde de kranke preciosa in zee. De
werking van het zilte vocht bleef niet uit.
De paarlen kregen nieuw leven en nieuwen
***
Alice Roosevelt, het mooie, achttien-jarige
dochtertje van Theodoor Roosevelt zal dezen
winter in Londen «uitgaan". Wat zal de schoone
Amerikaansche gevierd worden ! Mooi, jong,
vroolijk, talentvol, schatrijk en. . . een volmaakte
goochelaarster l In Albion's «selected Society"
verheugt men er zich op, de handige Alice
aan het werk te zien. Een prestidigitatenr van
beroep heeft verklaard, dat zij het in de edele
goochelkunst zóó ver heeft gebracht, dat zy
schatten zou kunnen verdienen, wanneer zij
van haar tours de passé- passéeen professie
maakte. Misschien gaat zij ook goochelen aan
het hof van Heinrich varfPrniien, den broeder
des duitschen keizers, met wien zy zoo goede
maatjes is, sedert den feestelyken doop van
het schip de «Meteor".
Op by'na alle terreinen kunnen in Amerika
vrouwen werkzaam zyn. Er is geen beroep, geen
betrekking, geen ambt, geen waardigheid de
staatkundige ' vertegenwoordiging uitgezonderd
of zy dingt er naar. Tóch is ook in de Nieuwe
Wereld de vooruitgang geleidelijk geweest. In
1840 deed de Engelsche schrijfster Harriet
Martineau een werk over de Vereenigde Staten
verschijnen en somde daarin eenige werk
zaamheden op, die een Amerikaansche vrouw
kon vervullen : huishouden en onderwijzen,
land- en fabriek-arbeid, boekbinden en let
terzetten, waren toenmaals de voornaamste.
Thans vindt men in de V. S. arbeidende
vrouwen over alle beroepen verdeeld. Er zyn
hoefsmeden, sloten-makers, loodsen, ingenieurs,
politie-agenten, politie- inspectrices en op
zichteressen over levensmiddelen. Amerika telt
8000 doctoressen in de geneeskunde, en 2000
prediksters; advocaten en ambtenaren zyn
niet te tellen. Op 6 millioen schat men het
gehéele getal in allerlei betrekkingen aange
stelde vrouwen in de V. S.
CAPRICE.
Hangop 3 L. karnemelk. Spreid langs den
binnenkant van een vergiet een schoonen doek ;
zet den vergiet in een diepe schaal of bak en
giet de karnemelk in den doek. Laat het dunne,
waterachtige gedeelte van de melk door de
doek wegloopen in den bak en bewaar dus
in de doek het dikke gedeelte. Schep om het
gerecht vlugger klaar te hebben deze dikke
massa af en toe met een lepel in de daarvoor
bestemde schaal en ga zoo voort tot de doek
leeg is.
Presenteer dit gerecht met bruine suikeren
beschuit. (Martine Wittop Koning).
NB. De nieuwerwetsche, zeker meer hygi
nische wyze waarop nu onze spijzen bereid
worden, behoorde, om logisch te zyn,
ouderwetsche benamingen over- boord te werpen.
Hang- op, feitelijk nu druip- uit, bracht ik
enkel onder de aandacht der dames, om de
aantrekkelijk- frissche toebereiding van heden,
afwykend van grootmoeder's «sloop".
CAPBICE.