De Groene Amsterdammer

Historisch Archief 1877-1940

Alle jaargangen 1902 31 augustus pagina 7

31 augustus 1902 – pagina 7

Dit is een ingescande tekst.

,?n No. 1314 DE AMSTERDAMMER WEEKBLAD VOOR NEDERLAND. ?Nederlandsche Volksboeken l" een henglike gebeurtenis, waarvoor zy de Leidse Maat schappij dankbaar z$n. Dr. G. J. Boekenoogen, die de uitgaaf op zich nam, heeft de tekst laten afdrukken naar 4e Antwerpse druk van Willem Vorsterman 2) en geeft in een bijlage rekenschap van zijn methode. Terecht is er geen poging gedaan om «plaatsen waar de tekst waarschijnlijk of blijkbaar in de war is... critisch [te ver anderen]." «Zulke bedorven plaatsen," zegt dr. B. tbehooren in den regel tot de redactie van het volksboek en gaan in de volgende drukken over. Derhalve zjjn de verzen in het boek niet verbeterd naar de teksten van het Bolandslied, ofschoon daaruit op sommige plaatsen blijkt wat in de oorspronkelijke be werking moet hebben gestaan/' Dat is de juiste opvatting: tekstkritiek is uitstekend, maar moet, om niet iets van tekst vervalsing te hebben, buiten de afdruk van de tekst zelf gehouden worden, wat nog altijd te weinig gebeurt. Toch heeft ook dr. B. enige en naar het oordeel van sommigen zeker nog te veel ver anderingen aangebracht. Om de leesbaarheid te bevorderen *ijn de lettertekens u en v overal overeenkomstig de tegenwoordige schrijf wijze gebruikt en de afkortingen opgelost, terwijl drukfouten «stilzwijgend" verbeterd, de leestekens soms gewijzigd en alle eigennamen »van een hoofdletter voorzien" zijn. Eindelik is >op een paar plaatsen waar de lezing van den jongeren druk van Jan van Ghelen over eenstemt met die van het Rolandslied, zoodat de druk van Vorsterman blijkbaar eene drukfout beeft, de juiste lezing hersteld. Deze en alle andere wijzigingen in den tekst worden [aan 't slot van brjlage III] medegedeeld." Uit alles blijkt dat de uitgever zeer nauw gezet te werk gegaan is, en dat we hier een betrouwbare tekst voor ons hebben. Ook de drie houtsneden uit het volksboek z\jn in deze herdruk opgenomen. Wat druk, papier en formaat betreft staat deze nederlandse uitgave zeker niet achter by de meeste soortgelijke buitenlandse. En in in het cijfer I op de hoofdtitel ligt een belofte, die op de laatste bladzijde verduidelikt wordt door de mededeling dat «ter perse of in voor bereiding" zijn: II. Historie van Floris en Blanchefieur; III. Historie van den ridder metter swane; IV. History van den reus Giliaa ende een smeets-knecht Sie-vreeet genoemt; 1) Nederlandsche Volksboeken, opnieuw uitgegeven vanwege de Maatschappij der Nederlandsche letterkunde te Leiden. I. Den droefliken stryt van Roncevale. (Leiden, boekh. en drukk. v/h E. J. Brul. 1902). /0.90. 2) Er is (zie bijlage I, bl. 82) nog een andere druk van 't Volksboek bekend, van Jan van Ghelen te Antwerpen, 1576. inttiiitiiimtttimtutiiiiiittttiiiiilitmiuiimittittiintmimmnttiiiimitttttitmttttmtmummtmiM^ YOO$ DAMEjS. Theorie en (Recht op slaap, maar ____ ) Wie zou in theorie niet erkennen, dat elk kind recht heeft op 'n gezonden, verkwikkenden slaap. Wie, die niet weet, hoe schromelijk de gevolgen zijn, wanneer aan dezen eisen der hygiëne niet wordt voldaan? En toch, wat zegt de practqk? Eén bewijs onder vele, dat hier vaak alks te wenschen overblyft E. Gahn geeft ia Braun's bekend >Archiv für Soziale Gesetzgebnng nnd Statistik" mededeelingen omtrent een door hem te Bayreuth (een stad van 'n kleine 30000 inwoners in Beieren) gehouden onderzoek naar de woningtoestanden in speciale arbeiders wijken aldaar. Aan slaapruimte vond hij voor 965 personen : voor 39 ( 4 pCt.) hoogstens 3 M3. » 131 (13.7 » ) » 5 » » 160 (16.6 » ) » 7 » » 233 (24.1 » ) , 10 » Meer dan de helft der bewoners dezer krotten mocht zich dus tevreden stellen met hoogstens 10 M9, lucht, terwijl dit toch, naar de hygiëne ons leert,, een uiterst beteheiden minimum is. Maar er is meei. Wanneer het toch waar is, wat Schmoller (Grnndriss der Allgemeinen Volkswirtschaftslehre) opmerkt: »0hne die Trennung von Wohn-, Schlaf- und Arbeitszimmer kein edleres, höheres Familienleben", (en wie beaamt dit niet?) jan stemt het vol gende, aan 't zelfde artikel ontleend, wél treurig: Hoogstens '/s V6 van a"e onderzochte voningen (pi. m. 240) hadden een aparte slaapkamer (waarbij in aanmerking genomen moet worden, dat in deze bevoorrechte huizen de woonkamer dan tevens keuken isl) ? Wat het aantal bedden aangaat, zoo vond hij: (en de hoofdoorzaak van dit verschijnsel bleek, armoede te zijn !) 69 hnish. hadden voor elk lid van 't gezin l bed. 103 » » « telkens 2 leden meer dan l, maar minder dan 2 bedden. (daarvan: 30 met 2 bedden voor 3 personen. 25 » 3 » » 4 » 15 » 4 > » 5 » 13 » 3 » 5 » ) 41 huish. met 2 personen op l bed. 16 » » 6 » voor meer dan 2, minder dan 3 bedden. 5 » » 3 > op l bed. l » » 4 » » l » Zon 't noodig zijn, nader te onderzoeken nog, welke gevolgen een en ander heeft voor de gezondheid en de zedelijkheid der kinderen uit deze gezinnen ? Ter navolging. In Dresden bestaat sinds koit een Zentralau&unftsstette für Jugendfürsorge »» Dresden", die zeer gunstig werkt. Een der onderdeelen er van is de z.g. Autschuss für soziale Hilfsarbeit. Aan 25 stedelijke scholen heeft deze commissie een «hulpkracht" (onderwijzeres,), die het werk: zorg voor meisjes, die ontslagen worden van school, ter hand nemen. Bovendien is voor elke school een «raadsvrouw", (lid van ?den Duitsch-Evangelischten Vrouwenbond) naar wie de hulpkracht" de leerlingen, die geholpen wenschen te worden, verwijst. Zoo werd er bijstand gevonden voor 184 meisjes. Het grootste deel werd in vertrouwde gezinnen als dienstbode geplaatst De «raadsvrouwen" bleven een wakend oogje op haar houden. Andere meisjes werden in staat gesteld, zich, op kosten van aangesloten «Unterst tznngsvereine", verder te bekwamen, terwijl zwakke kinderen afzonderlijke verpleging genoten. Bij de keuze van eenig beroep konden allen zoo veel raad erlangen, als ze behoefden. Hierbij waren de moeders tegenwoordig, zoodat de «raadsvrouwen" tevens gelegenheid hadden, menigen nuttigen wenk te geven. Heel wat vooroordeel kon zoo uit den weg geruimd 'worden, heel wat dwaalbegrippen werden dus uit het hoofd gepraat. In cijfers uitgedrukt, vindt men dit resultaat: 'Van af Paschen 1902 kozen 50 pCt. der meisjes, die voor hulp in aanmerking kwamen, een dienst; 33 pCt wisten niet nog, wat ze wilden worden ; 14 pCt. kregen gelegenheid voor ver dere ontwikkeling (waarvan weer 36 pCt. voor handelsonderwys, 18 pCt. voor opleiding op ?de vormscbool van bewaarschoolhouderessen : 't z.g. Fröbelstift; 14 pCt. voor huishouden derwijs; de rest voor 'n allerlei van zaken); de overblijvende 13 pCt. gingen bij verschillende beroepen. _ Gunstig is 't hooge aantal dienstboden. Dank zij vooral den invloed der «raadsvrouwen" Toch kan het weer vallen, als ook in andere jaren gebeurt. Waaraan vooral schuld is: de gebrekkige opleiding voor huishoudelyken arbeid. Hierop zal de Vereeniging speciaal acht moeten geven in de toekomst. Hoofdzaak echter is, dat er thans 'n nauwe aansluiting bestaat tusschen School en Vereeniging, waar door de meisjes n«t langer dadelijk op eigen, zwakke beenen behoeven te staan. Zeker valt er nog veel in de organisatie te verbeteren. Maar een belangrijke schrede is gedaan in de goede richting: zorg voor de van school ontslagen meisjes, waardoor 'n macht van ellende en onheil voorkomen kan worden. Ook bij ons te lande behoeven we liefst overal dergelijke vereenigingen. Wie neemt het initiatief? Aan de welwillende medewerking onzer ?onderwijzeressen behoeve we in onzen tijd ?waarlijk niet te twijfelen. P. Vronwelie nityMinp. Ten tijde der laatste Fransche tentoonstel ling trok het de algemeene aandacht dat de ?vrouwen op verschillend gebied, maar hoofd zakelijk op dat der industrie, als zelfstandige inzendsters opgetreden waren, waar dit in vroegere jaren niet, of heel zelden was voor gekomen. Van de 2600 inzendsters werden toen ongeveer de helft met prijzen bekroond. Dit moest wel zeer de aandacht trekken. Zoo kregen bijv. van de 19 inzendsters op gebied van ingenieurkunst 14 diplomas, waaronder n grand prix. In het machinebouwwezen werden acht vrouwen bekroond, onder deze eveneens een grand prix en een gouden me daille. Voor afmetingginstrumenten verwierven zij zich 5, voor geographische toestellen 3, en op electrotechniek en electrisch gebied kregen zy verschillende eervolle vermeldingen, 't Is duidelijk dat dergelijke resultaten alleen door middel van omvangrijke en grondige technische vakstudies kunnen verkregen worden. Het begrip voor techniek is echter bij de Fransche vrouw büalle vrouwen van de overige landen vergeleken het sterkste ontwikkelt. Reeds tamelijk vroeg kan zij zich ontdoen van alle moederzorgen en plichten, de opvoeding van het kind geschiedt meestal op het land, zoodat zij haar man in zijn beroep kan bijstaan en zich daaraan kan wijden. Op de Fransche tentoonstelling hadden de Fransche vrouwen het leeuwenaandeel van de" diploma's verworven. Slechts twintig Duitsche vrouwen hadden ingezonden. Het is nu wel de moeite waard eens na te gaan wat de vronw in Dnitschland in dat opzicht gepresteerd heeft en welke uitvindingen aan haar te danken zijn. Onder de 130.000 patenten die gedurende de laatste 25 jaren werden uitgedeeld, komen 502 hiervan voor rekening van de vrouwen. Bij de Engelsche en Fransche resultaten ver geleken, is dit getal nu juist niet heel indruk wekkend. In Frankrijk stonden in het jaar 1901, honderd zestien vrouwen op de lijst, in Enge land 170, terwijl in Duitschland het getal maar 33 bedroeg. Dit getal is, bij Amerika verge leken, echter vrij hoog. Volgens het laatste officieele bericht uit de «Commissioner of Patents" werden daar van 1790?1895 in het geheel 5535 patenten aan vrouwen uitgereikt, wat gemiddeld een op de duizend uitmaakt. In Duitschland komt daarentegen n vrouwenpatent op 260 aan mannen uitgereikt, te staan; de vrouwen verwerven hier dus bjjna viermaal zooveel patenten als in het industrieel en technisch zoo geavanceerde Amerika. Dit is waarschijnlijk daaraan toe te schrijven dat de Amerikaansche vrouw, door de moeielyke levensomstandigheden der moderne tijden er toe gedwongen, meer en meer het voorbeeld der Fransche vrouw volgt om, hetzij vader of echtgenoot, bij te staan in zijn beroepsuitoefe ning iets, wat zij alleen in het uiterste geval van noodzakelijkheid doet. Wat nu de ver schillende industrieele takken betreft, waarin de vrouwen uitvindingen hebben gedaan, is tusschen Frankrijk en Duitschland een groot onderscheid waar te nemen. Waar de Fransche vrouwen een groot aantal patenten verkrijgen in de branche van voedingsmiddelen dat op de Fransche tentoonstelling duidelijk op den voorgrond trad daar komen in Duitschland op dat terrein slechts 3 vrouwen voor in aan merking. Hier in Duitschland zijn het veelmeer de huishoudelijke artikelen en meubels waar vrouwen uitvindingen in maken. Hechtende aan oude tradities van moeder en grootmoeder, is en blijft de Dnitsche vrouw op dit gebied het meeste met succes werkzaam, omdat zij door die werkzaamheden het best beoordeelen en overzien kan wadrin veranderingen en ver beteringen noodzakelijk zijn. Dit merkt men duidelijk aan de vele nieuwe en verbeterde kooktoestellen, praktische wasch- en reinigings machines. Onder de meubels zijn het voorna melijk transportvoorwerpen, vouwbare stoelen en bedden, tafels voor zieken, kinderwagens met zekerheidstoestellen en van zelfwerkende mechanieken. In de tweede plaats is het de stoffen en kleederen-industrie waarin de Duitsche vrou wen zeer inventief zijn, ofschoon lang niet in die mate als de Fransche vrouw, die op gebied der vrouwelijke elegance toch iedereen de loef afsteekt en hierin absoluut meesteres blijft. De Engelsche daarentegen die, zooals de Duit sche vrouw, zich meer met het huishoudelijke bezighoudt, bewijst heel weinig vindingrijkheid op gebied van mode en kleederdrachten. De onzichtbare roksluitingen, de knipjes, is een uitvinding der Duitsche vrouw. Ook de toene mende sportbewegingheeft het vrouwelijk vernuft zeer beziggehouden en in deze kleeding heeft zij veel praktische veranderingen doorgezet. < Op textielgebeid hebben Duitsche vrouwelijke uitvindingen het niet zeer ver gebracht, waarin maar twee door haar verzonnen nieuwigheden voorkomen, terwijl in Frankrijk de vrouwen haar Duitsche zusters meer vóór zyn. Zoo vond bijv. een Fransche vrouw een zeer goede machine uit om raame te bewerken, die eigenaardige Chineesche vezelsoort, urtica nivea, die tot dusverre op geen machine kon verwerkt worden. De sterke gomachtige bestanddeelen, waaruit die vezels bestaan, konden alleen door Chi neesche handen bereid worden, welke de stugge stof zoo prachtig wisten te verwerken, die trots zijn fijnheid zeer sterk is dat men in verschillende landen er bankpapier van fabriceert. Die uitvinding is dus niet zonder beteekenis voor de industrie. Nog een andere machine om kunstige zijde te maken uit gom en hartsbestanddeelen, waarmede Béanmur in 1734 zich reeds had beziggehouden, heeft de vrouwelijke geest uitgevonden. Wat de Duitsche vrouw op textielkunst-gebied verzuimde, dat haalde zij by de weverij weer in; hierin werd zij de Fransche vrouw de baas, waarschijnlijk omdat het weefgetouw haar zeer vertrouwd was. Verschillende verbeteringen in hethandweeftoestel heeft zij tot stand gebracht. Ook naaimachines die op mechanische wijze vroegere handborduursels en geschilderde voorbeelden vervaardigen, breimachines, andere machinesom diepingewerkte voorbeelden op gekleurd peluche en fluweel te bewerken, wasch- en wringmachines, dat zijn alles uitvindingen van haar geest. Maar hierin staan de Belgische en Amerikaansche vrouwen naast de Duitsche. Ook op gebied van hygiëne, gezondheidsvoorzorg en verpleging heeft de Dnitsche vrouw veel gepresteerd. De laatste oorlogen waaraan veel vrouwen als ziekenverpleegsters deelnamen, mogen hiertoe bijgedragen hebben. Evenzoo zijn ook de natuurkundige heilmethode met de electro en lichttherapie, de massage en heilgymnastiek, dank der vrouw, over het algemeen in de laatste jaren zeer vooruit gegaan. Eindelijk is nog te gewagen van verschillende soorten van znigflesschen die de Duitsche vrouw heeft uitgevonden, maar die toch nog niet in het algemeen gebruik zijn opgenomen. Dank baarder waren hare uitvindingen om het op groeiende kind bezig te houden, zijn nadenken te scherpen en te prikkelen. Allerlei spelen zijn het, inrichtingen om het muziekonderwijs te vereenvoudigen of te vergemakkelijken, de houding der handen of van de borst by het studeeren te verbeteren, boekendragers, bretels om gedurende het onderwijs recht op te zitten, praktiesche schooltasschen, schrijflessenaars etc. door moeders, onderwijzeressen of verpleegsters in het leven geroepen. Ook voor de vervaar diging der meest verschillende handwerken beeft de Duitsche vronw zich geïnteresseerd. Bij de leerwerkerij, zadelmakerij en wagenbouw verwierven zij 24 patenten; in de houtsnyen timmerkunst 13 patenten, in de bakkerij, waar het zich handelde om nieuwe kneed vormen voor het deeg en transportabele ovens 7, in de schoenmakerij en boekbindery 5, in boekdrukkunst en uurwerkkunst n patent. In dit laatste vak is de uitvindster een Zwitsersche. In Duitschland wordt de studie voor dit vak nog voornamelijk aan de mannen overgelaten, dat wel te verwonderen is, daar horlogemakers graag' vrouwelijke medewerknig aannemen. In de photograflekunst daarentegen zijn de Duitsche vrouwen weer meer bij de hand. Hierin hebben zij twee verbeteringen uit gevonden die, bij de moderne oogenbliks- en snelpbotografie, van groote waarde zijn geworden. Ook in de sigarenindustrie zyn de Duitsche vrouwen zeer bezig geweest, waar zy 20 paten ten hebben verkregen, evenzoo ais in het landbouwwezen, waar haar combinatiegeest 17 veranderingen heeft verzonnen in zaaimachines, verschillende boormachines, om bij het poten van aardappelen spoedig de gaten te maken, by de aardappeloogst de vruchten by elkaar te garen, zelfs een nieuwe soort ploeg. Dan op het gebied van electriciteit, electrotechniek, transportwezen, chemie, bergbonw, verlichting, stookmachines en waterleidingen. By dit laatste vak, dat op zuiver technisch gebied staat, is het best mogelijk dat echtgenoot, vader of broeder van behulpzame kracht is geweest en dat, door omstandigheden, het patent alleen op naam van vrouw of zuster is aangevraagd. By' de andere uitvindingen ligt deze veronder stelling niet voor de hand, ofschoon by veel andere vrouwelijke uitvindingen de naam van den man is genomen, ter wil Ie der helaas alty'd nog bestaande vrees voor wantrouwen en tegen werking. De plaats waar deze uitvindingen tot stand komen is geheel verschillend ; zij gebeu ren volstrekt niet alty'd in de grootste indus triecentra, integendeel zijn het meestal dor pen, kleine stadjes of de by een groote stad gelegen voorplaatsjes. Van de door de vrouwen reeds opgenoemde 562 verkregen patenten, vallen 260 op de Pruisische provincies, 71 voor Berlijn en om streken, 122 op het overige Duitsche ry'k. De rest komt op rekening van buitenlandsche hier wonende vrouwen. In het jaar 1877 begonnen die vrouwelijke uitvindingen met het bescheiden getal van 5; in het volgende jaar klom dat tot 18, enkele jaren later 22, om zonder oorzaak op eens tot 2 terug te dalen. Daarop ging het weer beter en in 1900 bereikte men het getal van 45. In 1901 zonk dat echter door onnaspeurbare redenen weer terug op 36. Het is interessant de uitkomst der latere jaren af te wachten. Nu op gebied van techni sche inrichtingen veel voor de vrouwen vrij en toegankelijk is geworden, nu ziet men met belangstelling de feiten tegemoet van nieuwe vrouwelijke uitvindingen. L. v. O. Het liefdewert aan de stations. W\j lezen in De Tijd: Een eerbiedwaardig geestelijke schrijft ons uit Aken: Wellicht kan het zyn nut hebben, met het oog op het onlangs by u opgericht liefdewerk aan de stations en de argeloosheid van meisjes, die eene betrekking zoeken, het volgende te publiceeren. Eergisterenavond vervoegde zich by iny eene dame van de Bahnhof- Mission met een fransch meisje van 23 jaar, dat zy van een wissen ondergang had gered. Ziehaar de toedracht der zaak: Bedoeld meisje was te Parys naar een infor matiebureau gegaan, om een goeden dienst te zoeken. Daar ontmoette zy eene vriendelyke dame (Mme X.) 1), die haar verzekerde dat zy' haar te Warschau eene betrekking als gouvernante kon bezo-gen. Daar was toevallig een fransch meisje noodig. De naam van de familie? Kyk, die was haar ontschoten, maar katholieke menscheu waren het, daar kon zy op rekenen. Of zy-zelve wel een kerkboek en een rozenkrans had?" Neenl"?Wel, dan zou de dame haar dat als souvenir schen ken." Ook voor het reisgeld, ongeveer 100 frank, behoefde ze niet te zorgen. In de weinige dagen, die vóór het vertrek verliepen, bezocht de dame haar nog herhaaldelijk en bezwoer 1) Naam en adres der dame" laten wy hier weg. Het spreekt echter vanzelf, dat wy bereid zyn, die desverlangd mede te deelen aan vereenigingen of personen, welke zich met het hier besproken liefdewerk bezighouden. Red. T. haar, toch haar plan door te zetten en die achtenswaardige familie, welke reeds van haar komst verwittigd was, niet teleur te stellen. De papieren werden intusschen in orde gebracht, waarvoor het meisje- zelve 35 frank moest geven. De dame zou voor de betaling zorgen. Of ze niet gaarne wist hoe het haar in hare nieuwe omgeving zou gaan ? Fluks naar een somnambule gereden, welke het meisje voor de consultatie 10 frank per persoon liet betalen. De vriende lijke dame drukte haar daarbij op het hart, hierover niet met anderen te spreken pourne pas trahir cette bonne vieille". Maar hoe zou ze, te Warschau aan gekomen, hare betrekking vinden? Niets gemakkelijker dan dat. Zy moest een courant in de hand houden by' het verlaten van den trein, en daaraan zouden die goede menschen haar aanstonds herkennen? En als er eens niemand aan den trein was?" O geen nood! Maar voor dat geval hier is het adres," en de dame krabbelde eenige russische letters op een papiertje, en daar zyn eenige kopeken." Als zy nu dat papiertje en die kopeken aan een huurkoetsier gaf en aan baar (de dame) twee frank, zou ze wel terechtkomen. De bezorgdheid van die vriendelijke dame ging echter nog verder, Het meisje zou het vertrek van Parys wel erg gevoelen. Maar ze moest verstandig zyn en niet weenen. Bovendien, de dame had wel wat om de tranen tegen te houden. Kort vóór het vertrek gaf zy dan ook aan het meisje drie fleachjes met een rood vocht. Eén moest ze onmiddellijk leegdrinken, de twee andere by' haar aankomst te Warschau. Het arme meisje deed zooals haar gezegd was en verklaarde dat zy by het vertrek van Parys volstrekt niet kon weenen. Even voordat de trein zich in beweging stelde verzocht de dame haar, twee biljetten te onderteekenen. Wat die biljetten behelsden kon zy niet zeggen, want ze had erg veel moeite om ze te lezen. Zoo reisde het kind uit haar vaderland naar den vreemde, haar ongeluk te gemoet, zoo de Voorzienigheid haar niet tot de dames der Bahnhof-Mission had geleid. Te Herbestal aangekomen, gevoelde zij zich zoo onwel, dat ze genoodzaakt was uit te stappen en aan het buffet iets te gebruiken. Mej. X., die dienst had aan het station, bemerkte spoedig het arme kind en had het geluk, het slachtoffer van liet verfoeilijke internationale komplot te redden. Natuurlijk is aanstonds hier ter stede aan gifte van het gebeurde by de politie gedaan; de adressen zyn bekend gemaakt, en de be dwelmende drank is naar een chemisch labora torium opgezonden. Toevalligerwijze vernamen wy nog, dat over weinig dagen een ander meisje op gelijke wyze hier zal passeeren. Doch de leden van den Herbestaller wnd Aachener Magdenschutz-Verein zullen zich op hun post bevinden. Ik voeg hierby het adres onzer afdeeling: Gerlachstrasse 18 Aachen, >Salesianum". Wel licht kan het den leden te Amsterdam te pas komen. PS. Terwijl ik deze regelen schry'f, komen hier twee meisjes uit Holland aan. Ik vraag waar zy overnachten. O! aan het station was eene dame op ons afgekomen. Wy konden haar echter niet verstasn. Toen zy was heengegaan, kwam een vriendelijke man, die ons koffertje aannam en ons naar een restaurant bracht. Wy vroegen een kaart, maar die had men daar niet. Men zou den naam maar op een stuk papier schrijven." Hier is het. Wat was het?... Ik behoef het niet te zeggen. Goddank, dat die twee kinderen by my nog zyn terechtgekomen." iiimiiiiiiiiiiiimiiiiiiiiimiiiiitiMiiiiiimiiiii Eljena Dmitriewna Poljenowa. Behan deling van edelgesteenten. Alice Roosevelt. Beroepen voor vrouwen in Amerika.\ In het historisch museum te Moskou, heeft men een hoogst merkwaardige en zeer vol ledige tentoonstelling gehouden van de werken der beroemde, Russische schilderes Eljena Dmitriewna Poljenowa, die in 1898 op acht en-veertigjarigen leeftyd in haar zoo geliefd Rusland overleed. Met toewyding en vereering voor het talent der te jong gestorven kunstenares heeft men al haar werken bijeengebracht en in chro nologische volgorde geëxposeerd, opdat het kunstlievend publiek zich van den aanleg en geleidelijke ontwikkeling der geniale Russin een trouw beeld kon vormen. Aan den zorgvuldig bewerkten Poljenowacatalogus heeft men een hoogst interessante biographie der kunstenares toegevoegd. Zy werd den loden November van het jaar 1850 te Petersburg geboren. Haar vader, een bekend schrijver, werd later secretaris van een archeologisch genootschap te Moskou, waar de familie Poljenowa zich toen met-ter-woon vestigde. By Eljena even als by haar ouderen broeder Wassilji, ook een schilder van naam, openbaarden de artistieke neigingen zich reeds op zeer jeugdigen leeftyd. De fantazie der kinderen werd opgewekt door den gestagen omgang met hun grootmoeder van moederszijde, een nicht van den dichter Derschawin. Deze vrouw bezat de heerlijke gave van sprookjes vertellen. De kinderen hingen aan haar lippen en raakten door grootmoeder geheel vertrouwd met den onuitputtely'ken schat der Russische sagen en legenden. Met tact en zorg kweekte zij in de ontvankelijke harten der kinderen, liefde voor hun geboorteland en bewondering voor het Russische volk. Eljena ontving als leerlinge der knnst-industrieschool, te Moskou twee zilveren medailles. Zy voltooide haar stu dies in Parys. Toen Petersburg in 1887 pry'zen uitloofde voor de beste schilderyen behaalde zy met haar «Ikone" een heiligenbeeld, den tweeden prijs. Van dien tyd behoorde zy met haar landschappen en genre-stukken, tot de trouwe inzenders op tentoonstellingen. Ook illustreerde zy meesterlijk een aantal Russi sche sprookjes. Met hart-en-ziel was zy haar kunst toege daan ; toch wist zy in 1877?tijdens den TurkschBulgaarschen kry'g afstand te doen van palet en penseel, om volgens den drang van haar vrouwelyk-teer en medelijdend hart, kranken en verwonden met onuitputtelijke liefde en geduld in Kiew te verplegen. De Russische knnstkritikus Stassow getuigt van haar: «Eljena Dmitriewna Poljenowa heeft niet alles kunnen volbrengen waartoe haar aanleg en haar vurige liefde voor Rustand en Russische kunst haar in staat stelden, maar w;lt zy leverde is zoo oorspronkelijk, zoo eigenaardig en nieuw, dat baar werk zal voort leven als een onvergankelijk gedenkteeken aan het edele streven eener Russische vrouw uit de negentiende eeuw". * * Het aantal menschen die een studie en een broodwinning maken van de behandeling van edelgesteenten neemt toe. Specialiteiten voor elk deel van het menschelyk lichaam, zullen weldra zij-aan-zy gaan met specialiteiten voor preciosa. Een ontmoeting in het boudoir of in de salons eener schatrijke juffer, niet ongeneigd, wetenschappelijke mannen een duitje te laten verdienen voor het stellen hunner diagnose over de ziekteverschijnselen, by haar zelf óf haar «jewelry" zal niet meer zeldzaam wezen. Diamanten, briljanten, robijnen, smaragden, turkooisen, amethisten en vooral paarlen, zijn onderhevig aan afwijkingen, aan abnormaliteiten die te herstellen zyn langs chemischen of anderen weg. Wanneer het leven, de warmte, de dartelheid, het fonkelende wy'kt, en plaats maakt voor dood, kilheid, starheid en dofheid, dan wendt men zich tot een preeiosa-specialiteit om de steenen tot hun normalen staat terug te brengen. De overleden keizerin, Elizabeth van Oosten rijk, bezat een kolossaal fortuin aan edelge steenten. Den dag waarop zij den tragischen dood vernam van haar geliefden zoon Rudolf, droeg zy een paarlsnoer van zeldzame waarde om den hals. Toen de wanhopende moeder zich van haar tooi ontdeed, waren de levende zacht glanzende paarlen dood en dof. Maanden daarna vertoevend in haar slot Miramar, op Corfu, gaf een specialiteit den raad, de doode paarlen zeebaden te geven. Dagelyks ging een hofdame met het paarlsnoer naar het strand en dompelde de kranke preciosa in zee. De werking van het zilte vocht bleef niet uit. De paarlen kregen nieuw leven en nieuwen *** Alice Roosevelt, het mooie, achttien-jarige dochtertje van Theodoor Roosevelt zal dezen winter in Londen «uitgaan". Wat zal de schoone Amerikaansche gevierd worden ! Mooi, jong, vroolijk, talentvol, schatrijk en. . . een volmaakte goochelaarster l In Albion's «selected Society" verheugt men er zich op, de handige Alice aan het werk te zien. Een prestidigitatenr van beroep heeft verklaard, dat zij het in de edele goochelkunst zóó ver heeft gebracht, dat zy schatten zou kunnen verdienen, wanneer zij van haar tours de passé- passéeen professie maakte. Misschien gaat zij ook goochelen aan het hof van Heinrich varfPrniien, den broeder des duitschen keizers, met wien zy zoo goede maatjes is, sedert den feestelyken doop van het schip de «Meteor". Op by'na alle terreinen kunnen in Amerika vrouwen werkzaam zyn. Er is geen beroep, geen betrekking, geen ambt, geen waardigheid de staatkundige ' vertegenwoordiging uitgezonderd of zy dingt er naar. Tóch is ook in de Nieuwe Wereld de vooruitgang geleidelijk geweest. In 1840 deed de Engelsche schrijfster Harriet Martineau een werk over de Vereenigde Staten verschijnen en somde daarin eenige werk zaamheden op, die een Amerikaansche vrouw kon vervullen : huishouden en onderwijzen, land- en fabriek-arbeid, boekbinden en let terzetten, waren toenmaals de voornaamste. Thans vindt men in de V. S. arbeidende vrouwen over alle beroepen verdeeld. Er zyn hoefsmeden, sloten-makers, loodsen, ingenieurs, politie-agenten, politie- inspectrices en op zichteressen over levensmiddelen. Amerika telt 8000 doctoressen in de geneeskunde, en 2000 prediksters; advocaten en ambtenaren zyn niet te tellen. Op 6 millioen schat men het gehéele getal in allerlei betrekkingen aange stelde vrouwen in de V. S. CAPRICE. Hangop 3 L. karnemelk. Spreid langs den binnenkant van een vergiet een schoonen doek ; zet den vergiet in een diepe schaal of bak en giet de karnemelk in den doek. Laat het dunne, waterachtige gedeelte van de melk door de doek wegloopen in den bak en bewaar dus in de doek het dikke gedeelte. Schep om het gerecht vlugger klaar te hebben deze dikke massa af en toe met een lepel in de daarvoor bestemde schaal en ga zoo voort tot de doek leeg is. Presenteer dit gerecht met bruine suikeren beschuit. (Martine Wittop Koning). NB. De nieuwerwetsche, zeker meer hygi nische wyze waarop nu onze spijzen bereid worden, behoorde, om logisch te zyn, ouderwetsche benamingen over- boord te werpen. Hang- op, feitelijk nu druip- uit, bracht ik enkel onder de aandacht der dames, om de aantrekkelijk- frissche toebereiding van heden, afwykend van grootmoeder's «sloop". CAPBICE.

De Groene Amsterdammer Historisch Archief 1877–1940

Ga naar groene.nl